De slag om Guadalete |

Moslimverovering van het Iberisch schiereiland | |||
De slag bij Guadalete is de naam waaronder een veldslag bekend is die, volgens de traditionele geschiedschrijvers wordt erkend, en gebaseerd is op Arabische kronieken van de 10e en de 11e eeuw. Ze vond plaats op het Iberisch schiereiland tussen 19 en 26 juli 711 (hoewel sommige bronnen spreken over 712) nabij de rivier de Guadalete (Bética), waarvan de gevolgen bepalend waren voor de toekomst van het schiereiland. Daarin werd de Gotische koning Rodrigo verslagen en waarschijnlijk verloor hij er ook zijn leven. Dit door toedoen van de krachten van het Omajjaden Kalifaat onder bevel van Táriq ibn Ziyad. De nederlaag was zo compleet dat het ’t einde betekende van de Visigotische staat op het Iberisch schiereiland.
Ga naar: |
|||
Gegevens | |||
Datum | Ergens tussen 19 en 26 juli van 711 | ||
Plaats | Gadiz (daar is men het nog niet helemaal over eens) | ||
Resultaat | Doorslaggevende overwinning van het Omeya Kalifaat | ||
Strijdende partijen | |||
Visigotisch koninkrijk | Omeya Kalifaat | ||
Bevelhebbers | |||
Rodrigo | Tāriq ibn Ziyād | ||
Mankrachten in de strijd | |||
Middeleeuwse schatting 40.000 tot 100.000 | Middeleeuwse schatting 187.000 | ||
Schatting door Lewis 33.000 | Schatting van Lewis 10.000 tot15.000 |

Een van de redenen voor het succes van de islamitische invasie van het schiereiland was de instabiliteit van de Visigotische monarchie en koning Rodrigo. Hij vocht in het noorden tegen de Basken, en gezien het feit dat de islamieten wel meer aanvallen deden in het zuiden, maar zich daarna altijd weer terug trokken in Afrika, reageerde Rodrigo te laat. Het kostte hem enkele weken om naar het zuiden te komen om daar strijd te leveren tegen de Berber Táriq maar toen hij daar aan kwam was het kwaad al geschied.
Een andere versie van het verhaal, en tevens een meer geloofwaardige, is dat Rodrigo is verraden door zijn ‘eigen’ opstandige edelen. Het verraad van de koning zien we niet alleen in de Mozarabische kronieken, maar ook in de Arabische, wat kan worden bevestigd in die zin dat Rodrigo niet zou hebben besloten het gevecht met de Arabieren aan te gaan als hij geen numerieke en logistieke voordelen had gehad, vandaar dat het eindresultaat het resultaat was van een verraad. Omdat Rodrigo op een conflictueuze manier tot de troon was toegetreden, daarmee de belangen van de Witizanos negerend; en hij nog steeds niet de nodige autoriteit had; en dat er in zijn leger adelborsten zaten die voor de familie van Witiza kozen; die hem in de strijd tegen de islamieten verlieten en zo een ramp veroorzaakten.
Ook zijn er geleerden die de traditionele locatie van de strijd ontkennen. Zij beweerden dat het plaatsvond tussen Medina Sidonia en de laguna de La Janda dat wat in recentere tijden bekend stond als de slag om het laguna de La Janda of Río Barbate. Maar Sáncho Albornoz reconstrueerde de feiten uit zowel de christelijke archieven als de Arabische kronieken, en droeg nieuwe gegevens en getuigenissen aan die het bewijs steunden dat Wadi Lakka wel degelijk de rivier de Guadalete was, en dat het in de buurt zou liggen van de ontvolkte Hispano-Romeinse stad Lacca (misschien het Castrum Caesaris Salutariensis), naast de thermische bron van de Cortijo de Casablanca op, 7 km ten zuiden van Arcos de la Frontera, in de Junta de los Ríos Guadalete en Majaceite, precies waar de oude kronieken de oorlog hadden gesitueerd.
Voorafgaand
Volgens de beschikbare bronnen, stond de aanvoerder Táriq onder het bevel van Musa ibn Nusair, gouverneur van Noord-Afrika, die in samenwerking met de graaf van Ceuta, Don Julián, gouverneur en vazal van Don Rodrigo, maar meer trouw aan de vorige koning Witiza (na de dood van Witiza begon een successieoorlog en de Omajjaden kwamen naar het schiereiland ter ondersteuning van de zonen van Witiza), de invasie van het Iberisch schiereiland had gepland, en had meegeholpen aan de oversteek van de Straat van Gibraltar in de nacht van 27 op 28 april 711.

Hoewel dit misschien niet meer is dan een aanpassing aan de realiteit van een later middeleeuws gedicht dat de verkrachting van de Florinda la Cava, de dochter van Don Julian, door Rodrigo, beschrijft. Dat zou natuurlijk het verraad hebben aangewakkerd. Het is in ieder geval duidelijk dat de Omajjaden door de zonen van Witiza werden geroepen om hen te helpen in hun strijd.
De oude kronieken overschatten het aantal troepen dat deelnam aan deze slag van beide kanten, men beschrijft een aantal van 100.000 soldaten aan de kant van de Visigoten. Het is meer waarschijnlijk dat de Omajjaden generaal Táriq zo´n 7.000 Berberse voetsoldaten in Tarifa ontscheepten, die Carteia en later Algeciras innamen, en waar hij de aanval van Bancho of Sancho (neef van Rodrigo die naar buiten was gegaan om daar de strijd aan te gaan) verwierp.
Kort daarna ontving hij 5.000 man versterking van het kalifaat. En daarna nog eens 10.000 Berbers en 2.000 Arabieren.
Toen dit gebeurde, bevond de Visigotische koning Rodrigo zich in het noorden van het Iberisch schiereiland en vocht daar tegen de Basken in Pamplona. Het nieuws nam twee à drie weken in beslag voordat het hem bereikte. De crisissituatie waarin het Visigotisch koninkrijk zich op dat moment bevond; met voortdurende samenzweringen en broedermoordoorlogen, zorgde ervoor dat de adel van dit koninkrijk enorm verdeeld was en dat beperkte Rodrigo aanzienlijk in zijn bewegingsvrijheid bij het rekruteren van een leger om de invasie op afdoende wijze te confronteren. Hierdoor werd hij gedwongen de baatzuchtige hulp van de aanhangers van Witiza te aanvaarden en waarvan hij niet wist dat deze hem zouden verraden. Dat even daar gelaten, hij was nu in staat om in Córdoba een leger van in totaal 40.000 man te organiseren en te vertrekken om Táriq te confronteren.
Allemaal mooie verhalen, maar volgens de moderne schattingen namen slechts 2.000 moslims en 2.500 Visigoten deel aan deze strijd.
De slag
Volgens de kronieken vond de botsing plaats in Wadi Lakka, een plek die volgens sommige historici zou liggen in de buurt van Barbate of in Medina Sidonia, en volgens anderen, samenvallend met klassieke geschiedschrijving, langs de rivier de Guadalete. Twee dagen lang tasten beide groepen elkaar af met bloedige schermutselingen.
Toen het echte gevecht eenmaal begon, scheidde de zonen van Witiza, die de flanken bezetten zich af van het Visigotische leger, waardoor Rodrigo numeriek en technisch inferieur werd tegenover het moslimleger. Blijkbaar hebben de Berbers met hun lichte cavalerie en hun snelle dodelijke aanvallen, de strijdkrachten van Rodrigo omsingeld. De loyale strijders werden, na een harde strijd gedecimeerd door de moslims. Rodrigo’s paard werd gevonden aan de oevers van de rivier, waarmee werd gespeculeerd dat de monarch ontsnapt zou zijn, maar ook dat zijn lichaam was meegesleurd door de stroom. Maar andere het idee steunen dat hij naar het oude Lusitania is gevlucht, aangezien in Viseu de grafsteen is gevonden waarop staat “Hier ligt Rodrigo, koning van de Goten”.
De vernietiging van de Visigotische macht vóór de misleiding van de Witizianen, de totale onwetendheid over hoe de Berbers te bestrijden, en de waarschijnlijke dood van Rodrigo, was voor Táriq het teken om door te stoten naar Toledo en dit, aan het eind van het jaar 711, in te nemen. De stad was praktisch onbeschermd achtergelaten daar Rodrigo zijn ‘comitatus‘ en de ‘spatarios’ van zijn koninklijke wacht had meegenomen naar het slagveld. De stad verzette zich niet en werd zonder al te veel schermutselingen ingenomen.
De consequenties

De plotselinge opmars van het moslimleger werd gemotiveerd door de daaropvolgende verwarring in de Gotische gelederen na de verpletterende nederlaag van het koninklijke leger en de dood van hun vorst. Daar kwam de snelle val van Toledo nog eens bovenop dat de verkiezing van een nieuwe koning, en het opzetten van een lijn van verzet, onmogelijk maakte. Men begreep ook dat als zij de samenzweerders zouden vragen om hen te helpen bij het herstellen van de troon, zij hen hiervoor heel veel te goed doening (geld, sieraden, buit, oogst en misschien ook slaven) zouden moeten betalen. Daar kwam bij dat men niet precies wist wat de ware bedoelingen van de Arabische veroveringen waren.
En daar zijn nog enkele feiten aan toe te voegen, belangrijke factoren die gunstig uitkwamen voor de Arabieren, zoals de vele ontevreden mensen die zich bij de invasietroepen voegden. De inheemse Ibero-Romeinse bevolking, die geen recht hadden om deel te nemen aan het regering (behalve de kerk) van hun land, zagen de nieuwe indringer als een mogelijke bondgenoot tegen de Germanen (lees Visigoten). Er was ook sprake van hulp van de Joodse bevolking, die zwaar leden onder de Visigotische katholieke monarchie. En dan was er ook nog een groot deel van de bevolking die zich niet verzette, geïrriteerd door de aanhoudende hongersnoden, de epidemieën en die naar een politieke stabiliteit verlangde.

Musa, achterdochtig door de successen van Táriq, besloot in 712 persoonlijk tussenbeide te komen en stuurde een leger van 18.000 mannen, voornamelijk Arabieren, met als doel het herstellen van de legitieme autoriteit die dan direct, in zijn hoedanigheid als gouverneur van Ifriquiya-Magreb, onder hem zouden vallen. De expeditie, die als doel Toledo had, begint in Algeciras en gaat via Carmona, Sevilla en Mérida. Daarna bundelen, in de buurt van Toledo, Tariq en Musa hun krachten en daarna de Ebrovallei, Asturias en Galicia te bezetten zonder al te veel weerstand te ondervinden.
De zoon van Musa, Abd al-Aziz, bezet intussen het zuidoostelijke deel van het schiereiland, Málaga, Granada en Murcia. Op 5 april 713 ondertekend hij een pact met de Visigotische potentaat Teodomiro, die in het begin van de 8e eeuw bestuurlijke functies had kunnen hebben in het zuidoosten van Hispania. Teodomiro sluit dit pact, waarbij hij zich onderwerpt aan Abd al-Aziz, in ruil voor het respecteren van hun vrijheden, bezittingen en religie. In minder dan drie jaar na Guadalete bevindt bijna het gehele schiereiland zich in de macht van de islam en probeert het de rest van Europa binnen te vallen via het Frankische Merovingische koninkrijk.
Musa en Tariq werden door de kalief ter verantwoording geroepen in Damascus, en Musa, zonder het vermogen daartoe te hebben, benoemde zijn zoon tot Wali van al-Ándalus, wiens regering zich richtte was op de consolidering van de islamitische heerschappij.

Sommige historici hebben zowel de waarheidsgetrouwheid als de transcendentie van deze strijd besproken, die misschien niet meer was dan een confrontatie van een paar honderd mannen. Het wordt echter beschouwd als de trigger voor de islamitische verovering van het Iberisch schiereiland, dat de verdwijning van het Visigotische koninkrijk op het schiereiland inhoud.
Van oudsher werd overwogen dat onder de verslagen legers die naar het noorden van het slagveld vluchtte, en zeker na de val van Toledo, men waarschijnlijk in Don Pelayo, de legendarische voorloper van de herovering, na de slag om Covadonga, zou hebben gevonden.
Verwant aan dit onderwerp:
- Slag om Covadonga
- Rodrigo
Naar boven
Spaanse Verhalen. spaanseverhalen.com
Laatst bijgewerkt 2021-07-09
Bronvermelding en referenties:
De veelal buitenlandse teksten van wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en vaak aangevuld met eigen kennis en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon en aan deze artikelen werk.
Er kunnen ook andere bronvermeldingen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.
{{Anderstalige Wikipedia|taal=es|titel=Batalla de Guadalete|paginacode=116403577| datum=20190713}}
{{MundoAntiguo.net. (5 diciembre, 2017). BATALLA DE GUADALETE | Fecha, causas, desarrollo y consecuencias. Recuperado de https://mundoantiguo.net/batalla-de-guadalete/}}
De foto’s/afbeeldingen zijn gelicenseerd onder Wikimedia Creative Commons: CC BY 1.0 , CC BY 2.0 , CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.0 , CC BY-SA 2.5, CC BY-SA 3.0 , CC BY-SA 4.0 , GNU-licentie voor vrije documentatie of Publiek Domein
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons, waarmee ik aangegeven heb dat u vrij bent het werk te kopiëren, te verspreiden, te verzenden en om het werk aan te passen.
- Koning Don Rodrigo die zijn troepen aanvoert tijdens de slag om Guadalete. door Bernardo Blanco, 1871 (Museo del Prado, Madrid). Auteur – Bernardo Blanco y Pérez (1828-1876)
- De slag om Guadalete, door Salvador Martínez Cubells. (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van San Fernando, Madrid). Auteur – Salvador Martínez Cubells (1845-1914)
- Een miniatuur uit de ‘Semblanzas de Reyes’. Rechts zien we Don Rodrigo en links zijn rivaal Táriq…… Auteur –
- De slag om Guadalete was het begin van de islamitische verovering van het Iberisch schiereiland. Auteur – NACLE
- Omslag van ‘La crónica del rey Rodrigo‘ , die de overleveringen van de laatste Visigotische koning en het …… Auteur – Juan Ferrer
- Geromantiseerde voorstelling van de invasie van de Moren op het Iberisch schiereiland in de beurt van Gibraltar,,,,,,,,,,. Auteur – Adam Willaerts (1577-1664)