Het Koninkrijk Castilla | |||
![]() |
|||
Spaanse Verhalen 1065 – 1230 spaansenverhalen.com | |||
Spaanse Verhalen spaanseverhalen.com ……… ………….. Het koninkrijk Castilla (in het Latijns, Regnum Castellae) was een middeleeuws koninkrijk van het Iberisch Schiereiland. Castilla ontstond als autonome politieke entiteit in de 9e eeuw, als een vazalstaat van León. Het was een graafschap dat zich in de 11e eeuw tot koninkrijk verhief. De naam van dit koninkrijk is te wijten aan de grote hoeveelheid kastelen die zich binnen zijn grenzen bevond en vaak nog steeds bevinden. ……………………………………………………………………………………. Ga naar:
GeschiedenisVoorgeschiedenis: Het graafschap Castilla (850 – 1065)De eerste vermelding over “Castilla” komt voor in een document uit het jaar 800: “We hebben een kerk opgericht ter ere van San Martín, in het gebied van Patriniano, op het grondgebied van Castilla“. |
|||
Gegevens | |||
Hoofdstad | Niet gespecificeert | ||
Belangrijkste talen | Belangrijkste talen | ||
Andere talen | Baskisch, Arabisch – Andalusisch, Mozarabisch, tot de 12e, 13e eeuw | ||
Oppervlakte • 1230 |
Ong. 40.000 km² |
||
Munteenheid | Maravedi | ||
Religie | katholiek, islam, joods | ||
Regering | Monarchie | ||
Historische periode | |||
• Dood van Fernando I de León • Samengaan met het koninkrijk León |
1065
1230 |
In de kroniek van Alfonso III (koning van Asturias, 9e eeuw) staat geschreven:
Eo tempore populantur Primorias, Lebana, Transmera, Supporta, Carranza, Bardulia quae nunc appellatur Castella. (“…Vardulia, que ahora es llamada Castilla”). ………………………………………………………………………………………………….Crónica de Alfonso III |
||
In die tijd lagen Primorias, Lebana, de Transmera, Supporta, Carranza, Bardulia dat nu Castilla heet. (“…Vardulia worden nu Castilla genoemd”). ………………………………………………………………………………………………….Crónica de Alfonso III |
Vardulia of Bardulia is de oude naam voor de gebieden die het eerdere Castilla in het noorden van de provincie Burgos vormde.
Het graafschap van Castilla wordt hoofdzakelijk bevolkt door inwoners van Cantabria, Asturias en bevolking van Baskische afkomst met een eigen Romaans dialect, het Castiliaans, en een verscheidenheid aan eigen wetten (fuero’s).
De eerste graaf van Castilla was Rodigro in het jaar 860 (onder Ordoño I Asturias en Alfonso III “el Magno”). Het graafschap Castilla breidde zich tijdens de heerschappij van graaf Rodrigo sterk uit. Deze trok zuidwaarts ot hij Amaya bereikte (860) en ten koste van de Cordobesen door de Rioja trok. Daarnaast, werd na de opstand van de Alavaanse graaf Eglyón het graafschap Álava opgenomen in het graafschap van Castilla. In 931 werd het graafschap Castilla verenigd met het graafschap van Fernán González, die van zijn gebieden, zonder dat de koningen van León het doorhadden, een erfelijk graafschap maakte.

In 1028 verwierf Sancho III “el Mayor” de Navarra het graafschap Castilla na de dood van graaf Garcia Sánchez, aangezien hij met diens zus getrouwd was. In het jaar 1035 laat hij het sterk afgenomen Castilla als erfenis na aan zijn zoon Fernando.
De creatie van het onafhankelijke koninkrijk en de samensmelting met León (1065 – 1230)
Het testament van Fernando I “el Magno”

Fernando Sánches, die na de verdeling van het koninkrijk Navarra, het graafschap Castilla in 1035 van zijn vader Sancho III erfde, was getrouwd met Sancha, de zus van Bermudo III de León. De graaf provoceert een oorlog waarin de Leonese soeverein, in de slag om Tamarón (waarin hij vecht tegen de Castiliaanse-Navarraanse coalitie) overlijdt. Daar Bermudo III geen afstammelingen had trok Fernando de Kroon van León naar zich toe omdat hij daar recht op had via zijn vrouw, en op 22 juni 1038 werd hij tot koning, Fernando I, van León gezalfd. Bij de dood van Fernando I in 1065 handhaafde hij in zijn testament de traditie van Navarra om het koninkrijk onder de erfgenamen te verdelen: de eerstgeborene, Sancho II verkreeg Castilla om daarmee het graafschap Castilla gelijk tot koninkrijk te verheffen; Alfonso VI verkreeg het koninkrijk dat door zijn moeder was bijgedragen, het koninkrijk León; aan zijn derde zoon, García, gaf hij het koninkrijk Galicia en aan zijn dochter Urraca gaf hij de plaats Zamora en de andere dochter Elvira, de stad Toro. Sancho II van Castilla sloot een verbond met Alfonso VI en samen veroverden zij Galicia. Sancho viel daarna zijn broer aan en veroverde León met de hulp van “el Cid“, waarmee de eerste unie tussen beide koninkrijken van Castilla en León een feit was. Dankzij Urraca, kwam het grootste deel van het Leonese leger naar Zamora, dat door Sancho belegerd werd en waar deze Castiliaanse koning in 1072 vermoord zou worden door de Leonese edelman Vellido Dolfos, waarop het Castiliaanse leger zich terug trok. Zo nam Alfonso VI het gehele grondgebied van zijn overleden vader weer over.
De samensmelting met León onder de heerschappij van Alfonso VI, Urraca en Alfonso VII “el Emperador

Alfonso VI regeerde als koning van León, over Castilla en Galicia en handhaafde de unie van de koninkrijken León en Castilla dat zijn broer Sancho had ingesteld, dat in wezen twee verschillende rijken waren, met hun eigen taal en wetten. Delen van La Rioja, Álava, Vizcaya en Guipúzcoa werden later, in de 12e eeuw, terug veroverd door Sancho VI de Navarra en keerde niet terug tot de gebieden van Castilla tot Alfonso VIII aan het eind van de 12e eeuw ze wederom heroverde.
Met Alfonso VI kwam ook de toenadering tot andere Europese landen tot stand, met name de toenadering tot Frankrijk. Zijn dochters Urraca en Teresa trouwde respectievelijk met Raimundo en Enrique de Borgoña. Tijdens de viering van het Concilie van Burgos in 1080 werd de typisch Mozarabisch ritus vervangen door het Romaanse.
Na de dood van Alfonso VI nam zijn dochter Urraca de troon van hem over. Deze trouwde, na eerst getrouwd te zijn met Raimundo de Borgoña, vervolgens met Alfonso I de Aragón, maar het lukte niet om de twee koninkrijken te verenigen. Er ontstond een grote confrontatie tussen de edellieden van beide koninkrijken. Alfonso I en Urraca scheidde in 1114, door een botsing van beide koninkrijken. Eerder had Paus Paschal II het huwelijk al opgeheven, maar deze twee waren tot die tijd nog steeds samen. Urraca was ook nog in een strijd verwikkeld met haar zoon, Alfonso Raimúndez, koning van Calicia, die zijn rechten op dit koninkrijk verdedigde. Bij haar dood zal Alfonso VII, de zoon uit haar eerste huwelijk, haar opvolgen. Alfonso VII gaat door met het annexeren van gebieden als het koninkrijken Navarra en Aragón (deze koninkrijken waren sterk verzwakt door de scheiding bij de dood van Alfonso I de Aragón). Hij ziet er van af om de gebieden tot aan de kust van de Middellandse Zee te veroveren, dit ten gunste van de nieuwe unie tussen Aragón en het graafschap Barcelona (het huwelijk van Petronila en Ramón Berenguer IV). Alfonso VII wordt in 1135, in León, tot Keizer van Legionensis et Hispaniae gekroond.
Afscheiding van León na het testament van Alfonso VII “el Imperador”

Alfonso VII viel terug op de koninklijke tradities, hij verdeelde zijn koninkrijk onder zijn zonen. Sancho III werd de koning van Castilla en Fernando II, koning van León. In het Verdrag van Sahagun van 1158 dat Sancho en Fernando opgesteld hadden, werden de grenzen van het koninkrijk León, ten zuiden van het Centraal-systeem, in de richting van Guinea officieel vastgelegd. De jonge leeftijd van Alfonso VIII de Castilla, die volgde op de kortstondige heerschappij van Sancho III, veroorzaakte een periode van instabiliteit in Castilla waardoor ook een deel van het het koninkrijk bezet werd door León. Op latere leeftijd kreeg hij meer vat op het besturen van zijn land en consolideerde Castilla. Hij veroverde de stad Cuenca in 1177. En in 1200 werden Álava, Guipúzcoa en Duranguesado, gebieden die eerst binnen het koninkrijk Navarra vielen, ook aan Castilla toegevoegd. Door de nederlaag die hij bij Alarcos leed, in 1195, moest het Castiliaanse leger zich een flink eind terugtrekken. De grenslijn kwam, door de confrontatie met de Almohades meer noordelijk te liggen. Daar werden de steden die in de Tago-vallei lagen, zoals Toledo, Madrid en Guadalajara in het jaar 1197 belegerd.
De uiteindelijke samensmelting met het koninkrijk León: De Kroon van Castilla (vanaf 1230)

Toen Fernando III “el Santo”, in 1217, van zijn moeder, Berenguela de Castilla, het koninkrijk Castilla kreeg, en in 1230 van zijn vader Alfonso IX, het koninkrijk Leon kreeg, kwamen de twee koninkrijken wederom samen. Hij wist ook voordeel te behalen aan het zwakker wordende Almohaden Rijk door de Guadalquivir-vallei te veroveren, terwijl zijn zoon Alfonso het koninkrijk Murcia innam. Toen Fernando III, na het overlijden van zijn vader Alfonso IX, koning van León werd, voegde hij de twee Hoven van León en Castilla samen, dat momenteel wordt beschouwd als zijnde de Kroon van Castilla, geformeerd door de koninkrijken: Castilla en León, net als de op de Arabieren veroverde taifas en heerschappen: Córdoba, Murcia, Jaén en Sevilla. Deze koninkrijken behouden hun rechten (bijvoorbeeld, de mensen van Castilla, die in León werden berecht, behouden de rechten zoals die in hun koninkrijk worden toegepast).
Het Huis van Trastámara was een dynastie die in Castilla regeerde tussen 1369 en 1504, in Aragón tussen 1412 en 1516, in Navarra tussen 1425 en 1479 en in Napels van 1442 tot 1501. Voordat dit Huis de troon in 1369 over nam; dat wil zeggen, gedurende de burgeroorlog met zijn halfbroer Pedro I, gebruikte zij de titel graaf (of hertog). Zo ook Enrique II de Castilla, die tevens bekend was onder de naam Enrique de Trastámara, bijgenaamd “el Fratrcida” of “el de las Mercedes”, gebruikt deze titel tot hij in 1369 de troon Castilla overnam en het Huis van Trastámara stichtte. Enrique zou zijn opgevoed en opgeleid door graaf Rodrigo Álvarez. Bij de dood van Juan II erfde zijn dochter Leonor, Navarra, en haar stiefbroer Fernando “el Católico” erfde de Kroon van Aragón. Het huwelijk van Fernando met Isabel I de Castilla voltrok zich op 19 oktober 1469, in het paleis van Vivero (Palacio de los Vivero) in Valladolid. Dit verenigde de twee Kronen van Castilla en Aragón dat pas echt effectief werd tijdens het bewind van Carlos I de España in 1516.
De toename van de omloop van de edele metalen tijdens de prijsrevolutie die in het midden van de 16e eeuw begon, leidde tot een inflatoir proces dat grote schade toebracht aan de export van Castilla veroorzaakt door de concurrentiekracht in de prijzen. Dit is wat een deel van de wolindustrie en andere industrieën in Castilla verwoestte.
Overheid: Monarchieën, Gemeenschappen (Consejos) en Politieke Instituten (Cortes)

Net als alle andere middeleeuwse koninkrijken viel de opperste macht, door de genade Gods, op de koning. Maar langzaamaan beginnen de landelijke en stedelijke gemeenschappen op te komen die steeds meer besluiten gaan nemen over de dagelijkse problemen.
Deze lichamen ontwikkelden zich tot Concejos, lokale gemeenschappen, waarin een aantal buurten het geheel vertegenwoordigen. Zij zullen in de loop der tijden ook meer macht krijgen, zo kunnen ze hun eigen magistraten, burgemeesters, straatsomroepers, notarissen en andere ambtenaren kiezen.
Gezien de groeiende macht van de Consejos en de noodzaak van hen om te kunnen communiceren met de koning, ontstaan er de Cortes. Eerst in het Koninkrijk León, in 1188, en daarna overeenkomstige versies in het Koninkrijk Castilla, in 1250. In de middeleeuwse Cortes vormde de inwoners van de steden slechts een kleine groep, bekend als de laboratores. De Cortes hadden geen wetgevende bevoegdheden. Ze vormde een eenheid tussen de Koning en het Koninkrijk, iets waarin León en Castilla pionierende koninkrijken waren.
Symbolen van het Koninkrijk Castilla
Omstreeks 1175, tijdens het bewind van Alfonso VIII, begon de ontwikkeling van het “het sprekend wapen” (Een sprekend wapen is in de heraldiek een wapen waarin de afbeelding verwijst naar de naam van de drager ervan). Het wapenschild van Castilla, is een kasteel dat begon als een heraldisch symbool op de zegels.

De Samenleving
De ontwikkeling van de steden. Los burgos
Langs de “Camino de Santiago” ontwikkelen zich, vanaf de 11e eeuw, burgos (dorpen, vaak ressorterend onder een bepaalde stad) van La Rioja tot het Koninkrijk Galicia. De Camino de Santiago is van vitaal belang voor de ontwikkeling van de stad Burgos. In het kader van deze stad schrijft de Arabische geograaf Al-Idrisi in de 12e eeuw:
Het is een grote stad, doorkruist door een rivier en verdeeld in wijken en omringd door muren. Een van deze wijken wordt hoofdzakelijk bewoond door Joden. De stad is sterk en heeft voorzieningen voor een langdurige belegering. Er zijn bazaars, handel en veel mensen en vele rijkdommen. Het is gelegen op een route met vele reizigers. |

Ten zuiden van de rivier de Duero, in het toenmalige gebied van Extremadura had het ontstaan van steden een defensieve doelstelling, maar met de tijd kwam ook hier een economische en commerciële ontwikkeling opgang net als bij de steden ten noorden van de Duero.
Dan begint men ook te spreken over de burgueses oftewel de burgers, de inwoners van de burgos, die worden toegevoegd aan de geestelijke en edelen. Deze burgers waren voornamelijk bezig met handel en productie en hun groei was afhankelijk van de economische en sociale omstandigheid van de adel, die weer op hun beurt afhankelijk was van de opbrengsten van het land. Tevens van belang is de komst van de onverzoenlijke Almohaden in Al-Ándalus, en de Joodse gemeenschappen die zich in de 11e en de 12e eeuw in het begin vestigde als ambachtslieden, handelaren en boeren.
In de 12e eeuw ervaart Europa een doorbraak op intellectueel gebied, dankzij Castilla. Door de islam worden klassieke werken, die eerder in Europa vergeten waren, hersteld en in contact gebracht met de wijsheid van de moslimwetenschappers.
In de eerste helft van de 12e eeuw sticht men in Toledo de School voor Vertalers (Escuela de Traductores) dat als hoofdtaak had, het vertalen van verschillende Latijnse werken en/of filosofische en wetenschappelijke werken van de klassieke Grieken of Islamitische oorsprong. Vele van de Europese denkers gaan naar dit kenniscentrum, zoals Daniel de Morley, die teleurgesteld door de Parijse scholen, naar Toledo reist om “te luisteren naar de lessen van de wijste filosofen ter wereld”.
De “Camino de Santiago” is niet alleen belangrijk voor de uitwisseling van kennis tussen de koninkrijken Castilla en León en Europa, in beide richtingen. In de 12e eeuw verschijnen er ook meerdere religieuze-militaire orders die vergelijkbaar zijn met die van Europa, zoals die van Calatrava, Alcántara en Santiago, en er werd een groot aantal cisterciënzer abdijen opgericht.
Religieuze en taalkundige minderheden

Vanaf de 10e tot de 13e eeuw leefde een groot aantal Mudejar-mensen in de christelijke koninkrijken. Mudéjares zijn moslims die zijn blijven wonen in de gebieden die door de christenen waren heroverd en die hun religie, taal en tradities aanvankelijk mochten onderhouden. Deze moslims werden gegroepeerd in aljama’s of morerías, deze hadden verschillende mate van autonomie. Aan het Hof van Alfonso X de Castilla zaten een belangrijk aantal Arabische vertalers waarvan sommige juist mudéjares van Castilla waren. Dus in de eerste fase van Castilla en zelfs in de periode van de mudejar-opstanden die tot 1246 bijzonder intens waren, was er een groot aantal Arabisch-Andalusisch sprekende mensen die ook de islam beoefende. Aan het einde de 13e eeuw namen de conflicten tussen mudéjares en christenen toe, vele van hen werden uit Castilla verdreven, vele emigreerde naar Aragón waar Jaume I de Aragón een meer tolerant beleid jegens de moslims voerde en waar zij dus hun moskeeën en agrarische instellingen konden behouden.
Eveneens staat het goed beschreven dat er vele joden in Castilla woonden. En hoewel dit religieuze minderheid was, waren ze geen taalkundige minderheid, omdat het Hebreeuws niet als volkstaal tussen hen werd gebruikt. Tot hun definitieve uitzetting in 1492, toen een geschatte honderdduizend Joden werden verdreven, vormde zij een opmerkelijke religieuze minderheid.
Aangaande het gebruik van andere talen, de toponymie en de sporadische informatie en de notariële documenten, laten ons zien dat het Baskisch, dat zeer fragmentarisch vertegenwoordigd is in schriftelijke documentatie, in het noorden van het schiereiland nog steeds werd gebruikt. Natuurlijk was het wel verschillend aan het Baskisch dat duidelijk gedocumenteerd werd vanaf de 16e eeuw (de uitvinding van de drukpers hielp bij het publiceren van een bepaald aantal boeken). Maar terwijl het Castiliaanse Hof vrijwel geheel Baskisch was werden er tijdens de middeleeuwen geen documenten in het Baskisch geschreven. En daarom zijn er slechts enkele bewijzen van anekdotische vermeldingen, plaatsbeschrijvingen of persoonsbeschrijvingen.
Wat betreft het Mozarabisch, is het bekend dat in 1085, toen Toledo deel uit maakte van Castiliaanse kroon, er zo’n 15 tot 25% van de Mozaraben in de stad woonden, en waren er tijdelijk gemeenschappen die ook na de verovering nog mozarabisch spraken, hoewel men vermoedt dat men, na enkele generaties, de taal, ten gunste van het Castiliaans, niet meer meester was (dit in tegenstelling tot de Mudejar-gemeenschappen die hun taal wel behielden). Maar het was ook zo dat tijdens bepaalde periodes van onverdraagzaamheid, veel Mozaraben migreerde naar de christelijke koninkrijken van het noorden, hoewel er niet veel bewijs blijkt te zijn voor Mozarabische taal die deze migranten met zich meebrachten.
Verwant aan dit onderwerp:
Naar boven
Spaanse Verhalen. spaanseverhalen.com
Laatst bijgewerkt 2021-03-06
Bronvermelding en referenties:
De veelal buitenlandse teksten van wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en vaak aangevuld met eigen kennis, en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon, en aan deze artikelen werk.
Er kunnen ook andere bronvermeldingen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.
{{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=es|titel=Reino de Castilla|oldid=102865532|datum=20171028}}
Foto’s gelicenseerd onder Wikimedia Creative Commons: CC BY 2.0 , CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.0 , CC BY-SA 2.5, CC BY-SA 3.0 , CC BY-SA 4.0, CC 0, CC 0 1.0, GNU-licentie voor vrije documentatie of Publiek Domein
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.
– Het koninkrijk Castilla. Auteur – España1150.jpg: William R. Shepherd, derivative work: Rowanwindwhistler (talk)
– Het wapen van Castilla. Auteur – Heralder
– De vlag van Castilla. Auteur –
– Ávila, toen gelegen op de grens met León. Auteur – Coralma*
– De verdeling van het grondgebied van Fernando I,,,,,,. Auteur – Anoniem ;Publiek domein
– Het klooster van San Salvador de Oña. Auteur – Lancastermerrin88
– Koninkrijken van het schiereiland rond 1150. Castilla…… Auteur – William Robert Shepherd (1871 – 1934) ;Publiekdomein
– De eed van Santa Gadea met Alfonso VI en ‘El Cid”. Auteur – Armando Menocal
– De kinderen Sancho en Fernando….. Auteur – Anoniem ;Publiek domein
– Miniatuur van de “Tumbo menos de Castilla” Voorstellend Alfonso VIII,,,,,. Auteur – Onbekend ;Publiek domein
– Ferdinand III ‘el Santo’ verenigde in 1230 definitief de koninkrijken León en Castilië onder één kroon. Auteur – Onbekend ;Publiek domein
– Het wapen van het Castilla. Auteur – Proof02
– Alle wegen lopen naar Santiago de Compostela. Auteur – Manfred Zentgraf, Volkach, Germany
– Hier zien we het graafschap Castilla als vazal van het koninkrijk León. (10 eeuw). Auteur – Crates
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons, waarmee ik aangegeven heb dat u vrij bent het werk te kopiëren, te verspreiden, te verzenden en om het werk aan te passen.