Fernando II de León

Fernando II de León

1137 – 22 januari 1188
Fernando II de León (1137 – Benavente (Zamora), 22 januari 1188). Koning van León tussen 1157 en 1188.

Ga naar:

 

Biografie


De Familie

Alfonso VII de León, Vader van Fernando II.

Hij is de zoon van Alfonso VII de León en koningin Berenguela de Barcelona, zijn grootouders van vaderskant waren graaf Raimundo de Borgoña en koningin Urraca I de León en van moederskant Ramon Berenguer III de Barcelona, graaf van Barcelona en zijn vrouw gravin Dulce de Provence. Hij had verschillende broers en zussen, waaronder Sancho III en Sancha de Castilla die met Sancho VI de Navarra trouwde. Hij was stiefbroer van Sancha de Castilla (dezelfde naam, maar het moge duidelijk zijn, verschillende moeders) die met Alfonso II de Aragón trouwde.

Kinderjaren en jeugd van de koning

Zijn opleiding werd toevertrouwd aan de Galicische magnaat, graaf Fernando Pérez de Traba, die ook afstamde van dezelfde oude ridders, net als zijn grootmoeder koningin Urraca I, en van de leermeesters en de belangenbehartigers van zijn vader, Alfonso VII. Hij, Fernando Pérez, was ook de vader van zijn tweede vrouw, Teresa Fernández de Traba. Hij wordt al snel ingewijd in  de overheidstaken. Vanaf 1151 werd hij al geassocieerd met (werkt hij mee ‘in naam van‘) de troon van zijn vader, samen met zijn jongere broer Sancho III (die later koning van Castilla zou worden). Het is in die tijd heel gebruikelijk dat zij hun documenten uit León en Galicia ondertekenen met de titel van koning, of met koning van Galicia. Van het begin af aan werd hij omringt met magnaten van León en Galicia, zoals de graven van Ponce de Minerva, Ramiro Froilaz, Pedro Alfonso en Fernando Pérez de Traba.

Middeleeuwse miniatuur dat Fernando II de León zou moeten voorstellen.
Persoonlijke Gegevens
Koning van León 1157 – 1188
Voorganger Alfonso VII ‘el Emperadore’
Opvolger Alfonso IX de León
Geboren 1137
Overleden 22 januari 1188 te Benavente
Familie
Dynastie Huis van Bourgondië
Vader Alfonso VII
Moeder Berenguela de Barcelona
Gemalin Urraca de Portugal
Teresa Fernández de Traba
Urraca López de Haro
Nakomelingen Alfonso IX de León
Sancho Fernández de León
Er waren meer nakomelingen maar die leefde allen slechts voor korte periodes.

Wapen van Fernando II de León

In 1155 vond er een concilie plaats in Valladolid. Tijdens dit concilie werd er overeenstemming bereikt over de voorwaarde van de verdeling van de staten van zijn vader, die toen nog leefde. Daar werden de koninkrijken León en Galicia onder hun soevereiniteit gesteld, met uitzondering van Tierra de Campos, Sahagún en Asturias de Santillana.

 

Begin van zijn regeerperiode en zijn eerste huwelijk met Urraca de Portugal

In 1157 stierf zijn vader koning Alfonso VII en zoals de overleden koning in zijn testament geregeld had, werd zijn tweede zoon genaamd Fernando II de León, degene die de gebieden van León en Galicia zou besturen. In 1158 stemde hij in met het Verdrag van Sahagún, om tegen de moslims te strijden, en de veroverde gebieden te delen met zijn broer Sancho, en dat in geval een van hen zou overlijden, de overlevende het koninkrijk van de overleden broer zou erven. Vanaf 1143 wordt het koninkrijk Portugal door de conferentie van Zamora officieel erkend als een onafhankelijk Prinsdom. Na de dood van Sancho, die in 1158 stierf, volgde zijn zoon Alfonso VIII de Castilla hem op en verklaarde de bepalingen van het Verdrag van Sahagún nietig.

Gedurende de kinderjaren van zijn neefje Alfonso VIII de Castilla, begon in het koninkrijk Castilla de rivaliteit tussen het Huis van Lara en het Huis van Castro over wie het regentschap over Castilla, in naam van de kinderkoning, op zich zou nemen. Profiterend van de anarchistische staat waarin het koninkrijk van zijn overleden broer zich bevond, viel Ferdinand II de León aan het hoofd van zijn leger, het koninkrijk van Castilla binnen en eiste, om de orde in het koninkrijk te herstellen, dat de familie Lara zijn neef Alfonso VIII aan hem zou overdragen, wiens opvoeding hij onder zijn hoede wenste te nemen.

In 1160 versloeg Fernando Rodriguez de Castro ‘el Castellano, die aan het hoofd stond van de strijdkrachten van het Huis van Castro, de aanhangers van het Huis van Lara tijdens de Slag bij Lobregal, waarbij graaf Osorio Martínez, zijn schoonvader, het leven verloor, en Nuño Pérez de Lara gevangen werd genomen. In 1162 werd Rodríguez de Castro benoemd tot ‘mayordomo mayor‘ van Fernando II de León, een functie die hij twee keer vervulde: in eerste instantie van 15 augustus 1162 tot hij op 6 september 1164 werd ontslagen. Later keerde hij nog een keer terug op dezelfde positie tussen 19 oktober 1165 tot 15 mei 1166.

Hij huwde in 1165 met Urraca de Portugal, dochter van koning Alfonso Henriques en Mafalda de Saboya. In die tijd herstelde en herbevolkte hij ook de steden Ledesma en Ciudad Rodrigo en provoceerde daarmee de inwoners van Salamanca die de stad Ledesma blijkbaar hadden gekocht. Zij dreigden de wapens op te nemen tegen de koning en de magistraten van Ledesma. Toen koning Fernando dit hoorde marcheerde hij met zijn leger op tegen de opstandelingen en dwong hen terug te keren naar hun stad.

 

De oorlog tegen het koninkrijk Castilla (1162 – 1166)

Fernando II volgens een miniatuur van de Tombe A van de Kathedraal van Santiago de Compostela

In 1162 veroverde hij de stad Toledo op de Castilianen, en benoemde Fernando Rodríguez de Castro tot gouverneur van de stad. Toledo bleef tot 1166 in handen van León, daarna herstelde de Castilianen het evenwicht. Op 27 september 1162 tekende de koning van León een overeenkomst, bekend onder de naam het Verdrag van Ágreda, met Alfonso II de Aragón.

In 1164 viel Fernando Rodríguez ‘el Castellano’ voor de tweede keer het koninkrijk Castilla binnen en versloeg daar graaf Manrique Pérez de Lara in de Slag om Huete. Vier jaar later werd hij benoemd tot burgemeester van León. Zijn opdracht was de verdediging van de stad te waarborgen en er leiding aan te geven. Hij vervulde deze taak tot 1182 waarna hij zijn functie van burgemeester neerlegde.

Fernando II de León en de leden van het Huis van Lara ontmoetten elkaar in Soria en kwamen overeen dat zij, om de stad Toledo te verdedigen tegen de Saracenen, zouden ze de zetel van de Orde van de Tempeliers, in Uclés, gelegen in de huidige provincie Cuenca, opgeven. Deze zetel zal later worden toegekend aan de Orde van Santiago. De koning van León, bang dat de leden van het Huis van Lara de vredesovereenkomst zouden verbreken, verbond zich met Sancho VI de Navarra om deze Castiliaanse magnaten te intimideren en zodoende zijn troepen tegen de Almohaden te kunnen inzetten, die de steden Alcántara en Alburquerque hadden ingenomen.

 

De verovering van Badajoz en de oorlog met het koninkrijk Portugal

Een tekening van het fysieke schild van Fernando II de León (Tombe A).

Tussen de jaren 1166 en 1168 veroverd Alfonso I de Portugal verschillende plekken die toebehoren aan de kroon van León. Fernando II de León herbevolkte Ciudad Rodrigo, en de vorst van Portugal, vermoedend dat zijn schoonzoon deze stad versterkte met de bedoeling hem later van daaruit aan te vallen, stuurde een leger onder bevel van zijn zoon en erfgenaam, Sancho I de Portugal, naar Ciudad Rodrigo. De koning van León kwam de belegerde stad te hulp, en tijdens het treffen met het Portugese leger joeg hij hen op de vlucht en maakte hij talloze krijgsgevangen. Alfonso I de Portugal viel daarop Galicia binnen en veroverde Tuy en vele andere kastelen en de stad Cáceres in 1169. Later trok hij met zijn troepen op tegen de stad Badajoz, die in handen was van de Saracenen, maar dat volgens de overeenkomst in het Verdrag van Sahagún, dat hij in 1158 had ondertekend, zou toebehoren aan het koninkrijk León nadat deze het hadden heroverd.

Aan het begin van de zomer van 1169 nam Gerardo Sempavor (een legendarische Portugese veroveraar) de stad Badajoz, na een lange bezetting, weer in. Maar de gouverneur van de stad vluchtte naar Alcazaba de Badajoz alwaar de belegering werd voortgezet. Voor Alfonso I de Portugal was dit een aangeboden kans om zijn belangrijke stad en deze regio te versterken ten koste van zijn christelijke en islamitische vijanden. Hij ging met een leger naar Badajoz om Gerardo Sempavor te vervangen als leider van het beleg.

De stad Trujillo werd door Fernando Rodríguez de Castro ‘el Castellano benoemd als een soort hoofdstad van de heerlijkheid, die hij bijeen gebracht had. Dit zorgde voor weerstand van de kant van koning Fernando, die stelde dat Badajoz van hem was. De koning trok met zijn leger op naar het zuiden. Dit op verzoek van de Almohaden-kalief Abu Yaqub Yusuf, die al een contingent van vijfhonderd ridders had gestuurd om zijn belegerde gouverneur te helpen. El Castellano, als ‘mayordomo mayor‘ van de koning, was een van de Leonese leiders van de expeditie. De Portugezen die Alcazaba de Badajoz belegerde, werden vervolgens belegerd door de Leonese. De gevechten in de straten van de stad barsten los, terwijl Alfonso I de Portugal probeerde te ontsnappen. Maar de mannen van Fernando II namen hem gevangen nadat hij een been had gebroken. Tegelijkertijd nam Fernando II, Gerardo Sempavor gevangen. Na de verovering van de stad Alcazaba de Badajoz door de Leonese verlieten de laatste de stad in handen van de islamitische bondgenoten. Gerardo moest verschillende van de steden die hij had veroverd, in ruil voor zijn vrijheid, weer teruggeven aan het koninkrijk León. Fernando II de León hield de stad Cáceres voor zichzelf, maar de steden Trujillo,Montánchez, Santa Cruz de la Sierra en Monfragüe werden het eigendom van Fernando Rodríguez de Castro. Na deze schenking werd Rodrigo de Castro heer van een semi- onafhankelijke landgoed gelegen tussen de rivieren Taag en Guadiana, waarvan het de zetel zich in de stad Trujillo bevond. Alfonso VII besefte het strategische belang van deze vestingen, toen hij ze toevertrouwde aan el Castellano, met het oog op een toekomstige herbevolking. Deze vestingen bevonden zich in een zone die volgens het Verdrag van Sahagún van 1158 tot het invloedsgebied van het koninkrijk Gastilla behoorde. Overwonnen door Alfonso I van Portugal, vielen de moslims in 1173 het koninkrijk León binnen, in een poging om Ciudad Rodrigo in te nemen, maar Fernando II, die op de hoogte was van hun voornemens, verschanste zich in de stad Salamanca, met de troepen die hij in León en Zamora en andere plaatsen in Galicia, had kunnen verzamelen. De rest van zijn leger had hij opgedragen zo snel als ze konden zich bij hem te voegen. De moslims werden verslagen en alleen zij die konden vluchten waren in staat om hun vrijheid te behouden.

In 1170 werd de Orde van Santiago opgericht om de pelgrims, die het graf van Santiago bezochten, te beschermen.

 

Het tweede huwelijk met Teresa Fernández de Traba

In het jaar 1175, werd koning Fernando gedwongen zijn eerste vrouw, koningin Urraca de Portugal, te verlaten. Paus Alexander III had, na tien jaar, het huwelijk nietig verklaard nadat was gebleken dat zij verwanten in de derde graad, en achterneven van elkaar waren. Dit alles ondanks het feit dat de koningin in 1171 het leven had gegeven aan Alfonso, die zijn vader zou opvolgen op de troon van León. Het goud van Castilla en Engeland was tegengesteld aan datgene dat León aanbood aan Rome om de pauselijke bul te verkrijgen. Aangezien een geldigheidsverklaring het bepalende element in de alliantie tussen Portugal en León zou zijn, die noch voor Castilla, nog voor Engeland interessant zou zijn, dit alles waarschijnlijk omdat ze familiebanden hadden met Alfonso VIII de Castilla die getrouwd was met Leonor de Plantagenet, dochter van Hendrik II van Engeland.

Tussen 1177 en voor 7 oktober 1178 huwde hij zijn tweede vrouw, Teresa Fernández de Traba, onwettige dochter van graaf Fernandez Pérez de Traba en Teresa de León, weduwe van graaf Nuño Pérez de Lara.

 

Oorlog met het koninkrijk Castilla en de conferentie van Tordesillas

In 1178 viel Fernando II de León het koninkrijk Castilla binnen. Hij nam de gemeentes Castrojeriz en Dueñas in omdat Alfonso VIII er niet voldoende aandacht aan besteed had, in de tijd dat de Castiliaanse soeverein bondgenoot was met Alfonso I de Portugal, die zijn zoon, de jonge Sancho de Portugal, stuurde om te vechten tegen de koning van León.

In 1180 ontmoetten de koningen van Castilla en León elkaar in Tordesillas, gelegen in de buurt van Valladolid, waar ze, door het sluiten van een vredesverdrag, overeenkomen om een eind te maken aan hun geschillen. Op 6 februari 1180 stierf zijn tweede vrouw, koningin Teresa Fernández de Traba. Een tragische gebeurtenis, tijdens de bevalling van een zoon stierven moeder en kind, ze werden samen begraven in het Pantheon de Reyes de San Isidro te León.

 

Territoriale planning

Koning Fernando verleende ‘cartas forales’ (handvesten, zie foralismo) aan talrijke steden en dorpen; in 1164 aan Padrón en Ribadavia; in 1168 aan Noya; in 1169 aan Castro Caldenas en aan de stad Pontevedra; in 1170 aan de stad Tuy en in 1177 aan de stad Lugo. Hij bevoordeelde ook talrijke kloosters zoals die van Sobrado, Melón, Armenteira, Moraime en die van San Martín de Xubia. Het kwam ook ten goede aan de kathedraal van Santiago de Compostela en voor de beeldhouwer/architect Maestro Mateo was het een soort levensverzekering die hij ontving. Tijdens zijn regeringsperiode werd de Orde van Santiago gesticht en Paus Alexander III verleende gratie aan het Jacobeaanse Heilige Jubileum Jaar (Bula Regis Aeterni, jaar 1181). Dit privilege toegekend aan de kathedraal van Santiago de Compostela begunstigde het hoogtepunt van de bedevaarten, terwijl het tevens de economische, culturele en artistieke ontwikkeling bevorderde van de gebieden die door de Camino de Santiago doorkruist werden.

 

Het derde huwelijk met Urraca Lopéz de Haro

In 1187 trouwt Fernando II voor de derde keer, nu met Urraca López de Haro, dochter van Lope Díaz I de Haro, Heer van Vizcaya, Nájera en lid van het Huis van Haro, en gravin Aldonza, met wie hij sindsdien romantische relaties had vanaf 1180, het jaar waarin zijn tweede vrouw stierf. De koning schonk de kastelen van Aguilar en Monteagudo aan zijn vrouw.

Fernando hielp de koning van Portugal toen de moslims de stad Santarém belegerde. Urraca de López de Haro, die wist dat haar man het einde van zijn leven naderde, wilde haar enige overlevende zoon, Sancho Fernández de León, op de troon van León zien te krijgen, ten nadele van Alfonso de León, de eerstgeboren zoon van Fernando en zijn eerste vrouw Urraca de Portugal. Om dit doel te bereiken, beweerde koningin Urraca de Lopéz dat de geboorte van de Alfonso onwettig was, omdat het huwelijk van haar ouders nietig was verklaard vanwege de bloedbanden tussen beide echtgenoten. Koning Fernando verbande vervolgens zijn eerstgeboren zoon, dat een triomf voor zijn stiefmoeder was, die ernaar streefde haar zoon Sancho de troon te laten erven na de dood van zijn vader.

 

Dood en begrafenis


De koning stierf, op 22 februari 1188, in Benavente in de buurt van Zamora, drieënvijftig jaar oud en werd opgevolgd door zijn eerstgeborene zoon Alfonso IX de León. De Primera Crónica General beschrijft de dood van de Leonese soeverein als volgt:

……Et este rey Don Fernando de Leon, fijo dell Emperador et hermano del rey Don Sancho de Castiella, acabados ya con buen andança XXI anno de su regnado en su regno, fino en la villa de Benavent: et enterraronle en la eglesia de Sant Yague de Gallizia, cerca su abuelo el conde don Remond que yace y, et cerca la emperatriz donna Berenguella su madre…Et finco por heredero de Leon Don Alffonsso, fijo deste rey Don Fernando et de la reyna Doña Urraca, fija del rey don Alffonsso de Portugal.
……Deze koning Don Fernando de Leon, zoon van de Keizer en broer van Don Sancho de Castiella, ten einde een goede levensweg van eenentwintig jaar regeren in zijn koninkrijk, aan zijn einde gekomen in de stad Benavent: en begraven in de kerk van Sant Yague de Gallizia, bij zijn grootvader Don Remond, die hier ligt, en bij de keizerin Donna Berenguella zijn moeder… en Don Alffonso verwierf door erfenis Leon, verstevigd door koning Fernando en koningin Doña Urraca, en veilig gesteld door koning Don Alffonso de Portugal.

In tegenstelling tot zijn wens om begraven te worden in de kathedraal van Santiago de Compostela, werd hij ergens anders begraven, waarschijnlijk in het Panteón de Reyes de San Isidro te León, omdat zijn weduwe, koningin Urraca, het niet eens worden met de aartsbisschop, Pedro Suárez de Deza (een aanhanger van Alfonso IX, en niet van koningin Urraca) om de stoffelijke resten naar Santiago de Compostela te verplaatsen.

Graf van koning Fernando II van Galicië en León, in de kapel van de relikwieën (capilla de las Reliquias) van de kathedraal van Santiago de Compostela.

Daarna werden de stoffelijke overschotten, op bevel van zijn zoon Alfonso IX overgeplaatst naar Santiago de Compostela, zoals de koning van León zelf had verklaard begraven te willen worden, omdat zijn moeder, koningin Berenguela de Barcelona, en zijn grootvader, Raimundo de Borgoña, echtgenoot van koningin Urraca I de León, daar ook begraven lagen. Hij had dit immers in een document in de stad Benavente op 26 juli 1180 bevestigd, dat hij giften aan de kathedraal van Santiago de Compostela zou doen toekomen, die betrekking hadden op de ‘capellanía‘ en de koninklijke graven van de kathedraal, in dit document stond tevens beschreven dat niemand een kasteel op dit grondgebied mocht bouwen.

De verplaatsing van de overblijfselen van koning Fernando II wordt vermeld in een document dat in Zamora is verleend door koning Alfonso IX de León, dat dateert uit 4 mei 1188 en waarin verklaard wordt dat de overblijfselen zijn overgebracht naar de kathedraal van Santiago de Compostela in opdracht van zijn zoon, die daarmee het laatste vaderlijke testament wil vervullen, en nu dus, met koninklijke onderscheidingen, begraven ligt in de kathedraal naast de overblijfselen van de apostel Santiago. Tegelijkertijd bevestigd hij in genoemd document de privileges en vrijstellingen die de ziel van zijn overleden vader, en voor de zijne, aan de kathedraal heeft verleend.

Het graf van koning Fernando II werd geplaatst in de ‘Capilla de las Reliquias‘ van de kathedraal van Santiago de Compostela, waarin zich het Koninklijke Pantheon van de kathedraal van Compostela bevind. Op een gladde stenen tombe ligt het standbeeld van de overleden koning, gekleed in tuniek en mantel, met op zijn hoofd de koninklijke kroon, met daaronder krullend haar en baard, de rechterarm van de soeverein ligt opgeven ter hoogte van zijn hoofd, terwijl zijn linkerhand op zijn buik rust. Het liggende standbeeld van Fernando II de León dateert uit de eerste helft van de 13e eeuw en is gemaakt na de dood van de in 1188 overleden koning. Dit leidt tot de conclusie dat het in opdracht van de erfgenaam van de koning, Alfonso IX de León, werd gemaakt.

 

Huwelijken en nakomelingen


Als resultaat van zijn huwelijk met Koningin Urraca de Portugal, werd er een zoon geboren:

  • Alfonso IX de León (1171 – 1230), hij volgde zijn vader op, op de troon van León.

Uit zijn tweede huwelijk met Teresa Fernández de Traba werden geboren:

  • Fernanado Fernández de León (1178 – 1187), onwettig geboren, werd gelegitimeerd na het huwelijk van zijn ouders.
  • Zoon (1180) die op hetzelfde moment als zijn moeder stierf als gevolg van de bevalling. Begraven in het Panteón de Reyes de San Isidro te León waarin ook zijn moeder werd begraven.

De kinderen uit het derde huwelijk met Urraca López de Haro, (1ste Dame van Monteagudo en Aguilar), waren:

  • García Fernández de León (1182 – 1184), onwettig geboren en overleden.
  • Alfonso Fernández de León ( 1184 – c. 1188) onwettig geboren, gelegitimeerd na het huwelijk van zijn ouders.
  • Sancho Fernández de León (1186 – 1220) onwettig geboren, gelegitimeerd na het huwelijk van zijn ouders. 2de Heer van Monteagudo en Aguilar.

 

Voorgangers en opvolgers van …..
Voorganger
Alfonso VII el Emperador
Koningen van León
1157 – 1188
Opvolger
Alfonso IX de León

 

 

Verwant aan dit onderwerp:

Naar boven
Spaanse Verhalen. spaanseverhalen.com
Laatst bijgewerkt 2021-05-14

Bronvermelding en referenties:
De veelal buitenlandse teksten van wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en vaak aangevuld met eigen kennis, en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon, en aan deze artikelen werk.
Er kunnen ook andere bronvermeldingen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.

{{Anderstalige Wikipedia|taal=es|titel=Fernando II de León|oldid=114708833|datum=20190502}}
{{Nederlandse Wikipedia|taal=nl|titel=Ferdinand II van León|paginacode=57940269| datum=20210507}}

Foto’s gelicenseerd onder  Wikimedia Creative Commons: CC BY 2.0 , CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.0 , CC BY-SA 2.5, CC BY-SA 3.0 , CC BY-SA 4.0, CC 0, CC 0 1.0, GNU-licentie voor vrije documentatie of Publiek Domein
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

Hans Brongers Buitenfotografie

VOOR DAG EN DAUW IN DE NATUUR / BEFORE DAY AND DEW INTO NATURE

%d bloggers liken dit: