Musa ibn Nusayr

Musa ibn Nusayr (verovering van al-Ándalus)

Afbeelding van, een denkbeeldige, Musa ibn Nusayr
Musa ibn Nusayr
Gegevens
Geboren c. 640
Overleden c. 716 in Damascus (kalifaat Omeya) of Hiyaz (Saoedi-Arabië)
Geloof Islam
Beroep Militair leider en Wali
Vervulde functies Wali van Ifriqiya (703 – 712)
Wali van Al-Andalus
(714 – 716)
Conflicten Moslimverovering van de Magreb
Moslimverovering van het Iberisch schiereiland

Het Iberisch schiereiland is meer dan 7 eeuwen, in meer of mindere maten, bezet geweest door de moslims. Hier in Spaanse verhalen vertellen we over de geschiedenis van de Visigoten en de christelijke koningen, maar natuurlijk ook die van de moslims. We beginnen daarbij met Musa ibn Nusayr

Musa ibn Nusayr (in het Arabisch, موسى بن نصير, Musá bin Nusayr), welke in de Spaanse volksmond Muza of Musa wordt genoemd, was een Omajjadische gouverneur en een Arabische generaal onder de Omajjadische kalief Al-Walid I. (640-716/718) in Noord-Afrika (Ifriqiya, het huidige Tunesië). Hij regeerde over de islamitische provincies van Noord-Afrika (Ifriqiya) en op 71-jarige leeftijd gaf hij leiding aan de islamitische invasie van het Iberisch schiereiland. Daarna was hij de eerste wali van al-Andalus, die regeerde van 712 tot 714. Dit is wat de traditionele geschiedschrijving, gebaseerd op Arabische kronieken uit de 10e en 11e eeuw, ons verteld.

Biografie


Afkomst

Er zijn verschillende suggesties gedaan over zijn afkomst. Sommigen zeggen dat zijn vader behoorde tot de Lakhmiden-clan een semi-nomadengroep die ten oosten van de Eufraat leefden en bondgenoten waren van de Sassaniërs, terwijl anderen beweren dat hij behoorde tot de Banu Bakr stam.

Volgens één verslag werd de vader van Musa gevangen genomen na de val van de Mesopotamische stad Ayn al-Tamr (633). Volgens dit verslag was hij een Arabische Christen die, als één van een aantal, daar gegijzeld werden. Echter, al-Baladhuri, die dezelfde gebeurtenissen beschrijft, zegt dat hij een Arabier was van de Balī stam, uit Jabal al-Jalīl in Syrië. weer andere vertellen dat zijn grootvader een Syrisch stedeling zou zijn geweest toen die regio door de Arabieren werd veroverd op het Oost-Romeinse Rijk. Diens zoon, de vader van Musa, groeide op aan het hof van Omajjaden kalief Muawiya ibn Abi Sufyán en het hoofd werd van zijn persoonlijk garde.

Weer een andere versie verteld  dat Musa’s vader, als slaaf dienst verleende aan Abd al-Aziz ibn Marwan (gouverneur van Egypte en zoon van de kalief Marwan I), die hem zijn vrijheid schonk. Hij keerde terug naar Syrië waar Musa werd geboren op een plaats die Kafarmara of Kafarmathra heette. De datum van zijn geboorte is opgegeven als 640.

Musa werd door de kalief Abd al-Malik aangesteld als mede-gouverneur van Irak, samen met de broer van de kalief, Bishr ibn Marwan. Later ontstond er een ruzie over ontbrekend belastinggeld, en Musa kreeg de keuze: een enorme boete betalen, of betalen met zijn hoofd. De beschermheer van zijn vader, Abd al-Aziz ibn Marwan, had een hoge dunk van Musa, en betaalde het losgeld; hij was ook degene die Musa tot gouverneur van Ifriqiya benoemde.

Voorafgaand aan de invasie van het Iberisch schiereiland

Hasan ibn al-Nu’man werd gezonden om de Islamitische verovering in Noord-Afrika tot aan Marokko voort te zetten. Hij werd van zijn commando ontheven omdat hij voortdurende Byzantijnse aanvallen toestond. Musa bin Nusayr werd toen gezonden om de aanvallen tegen de Berbers te hernieuwen. Maar hij legde de Islam niet met geweld op, maar respecteerde de Berberse tradities en gebruikte diplomatie om hen te onderwerpen. Dit bleek zeer succesvol, want veel Berbers bekeerden zich tot de Islam en traden zelfs toe tot zijn leger als soldaten en officieren, waaronder mogelijk Tariq bin Ziyad, die de latere Islamitische expeditie in Iberië zou leiden.

In 698 werd Musa gouverneur van Ifriqiya en was verantwoordelijk voor de voltooiing van de verovering van Noord-Afrika en Sardinië. Hij was de eerste gouverneur van Ifriqiya die niet ondergeschikt was aan de gouverneur van Egypte. Hij was de eerste moslim-generaal die Tanger veroverde en bezette; zijn troepen veroverden ook de Sous, waardoor hij de controle kreeg over de hele noordelijke helft van Marokko. Hij moest ook de aanvallen van de Byzantijnse marine afweren en bouwde daarvoor een zeemacht op die in 707 de eilanden Ibiza, Mallorca en Menorca plunderde.

Afbeelding van een op het paard gezeten, strijdende Tarik ibn Ziyad.
Tarik ibn Ziyad.

In die tijd heerste er grote onrust in het Visigotische Hispania, met twee rivaliserende koningen, Agila II en Rodrigo, die verschillende delen van het schiereiland beheersten; en één van hen (Rodrigo, gekozen dankzij de steun van het grootste deel van de Visigotische aristocratie) ondervond tegenstand van een minderheidsgroep, wellicht aanhangers van de afstammelingen van zijn voorganger koning Witiza. Musa bin Nusayr liep al met de gedachte  de Straat van Gibraltar over te steken naar Hispania en misschien was het deze groep die, via Don Julian (graaf van Ceuta ?), de hulp inriep van Musa ibn Nusayr. Daarbij moet wel vermeld worden dat het in deze periode bijna onmogelijk is de ware toedracht te kennen, die later ook nog eens met legendes werd opgesmukt. Hoe het ook zij, feit blijft dat Musa zijn Berberse luitenant, Tariq ibn Ziyad, stuurde, die op 30 april 711 aan het hoofd van 7000 Berbers landde bij de rots die hij later Gibraltar noemde. Tariq versloeg Rodrigo in de Slag om Guadalete en rukte snel op over het schiereiland.

Eén van de legendes verteld over Don Julian, dat hij Musa aangemoedigd Iberia binnen te vallen door hem te vertellen over het lijden van het volk en de onrechtvaardigheid van hun koning, Roderic, terwijl hij hem aanleiding gaf tot verovering door hem te vertellen over de rijkdommen die zouden worden gevonden, en over de vele paleizen, tuinen en schoonheden van Hispania. Volgens de legende wenste Julian de val van het Visigotische koninkrijk omdat zijn dochter, Florinda la Cava, door Roderic was verkracht. Don Julian wordt op verschillende wijze omschreven, de ene keer is het een Byzantijnse exarch (stadhouder) van Ceuta, dan is hij de graaf van Ceuta of misschien (minder waarschijnlijk) van Tanger, en als laatste wordt hij ook omschreven als een Visigotisch edelman. Ceuta is nu een Spaanse enclave op de noordkust van Marokko. 

Schilderij van Franz Xaver Winterhalter, waarop we Don Rodrigo, Koning der Visigoten, vanuit de struiken half naakte vrouwen, waaronder de Florina de Cava, dochter van Don Julián, zien bespioneren.
Don Rodrigo, Koning der Visigoten, spionerend vanuit de struiken (links), naar badende Florinda de Cava, dochter van de graaf Don Julián. (Schilderij Florinda 1853, Franz Xaver Winterhalter)
Invasie op het Iberisch Schiereiland

Na een succesvolle kleine overval op de Iberische kust bij Tarifa, waarbij de overvallers terugkeerden met een buit die zonder enige melding van verzet was buitgemaakt, besloot Musa een grotere invasiemacht aan land te zetten. Tariq bin Ziyad stak de zeestraat over met ongeveer 7.000 Berbers en Arabieren, en landde bij Gibraltar (Jebel Tariq, wat Tariq’s berg, betekent in het Arabisch, werd later vervormd tot Gibraltar ). Het doel van de expeditie was om verdere rooftochten uit te voeren en het gebied te verkennen. Het leger van Tariq bevatte enkele gidsen die door Julian waren geleverd.

Drie weken na deze landing werden de Moslims geconfronteerd met een superieur Visigotisch koningsleger van 100.000 manschappen onder leiding van Roderic. De Moslims wonnen de Slag bij Guadalete doordat een aantal van Roderic’s  edelen hem in de steek lieten en zich aansloten bij het leger van Tariq. Bijna de gehele Visigotische adel werd in de slag bij Guadalete uitgeroeid. De Moslims trokken vervolgens op naar Córdoba, waarbij zij verschillende sterke vestingwerken omzeilden. De toch goed verdedigde stad Córdoba viel en Tariq vestigde er een garnizoen dat voornamelijk bestond uit de joden van de stad, die de indringers verwelkomden omdat zij eeuwenlang door de Visigoten waren gekerstend. Tariq vervolgde vervolgens zijn weg naar Toledo.

Schilderij van Bernardo Blanco, waarop we koning Rodrigo, in zijn strijdwagen, ten midden van zijn edelmannen, hen toespreekt ter voorbereiding op de slag om Guadalete.
Koning Don Rodrigo spreekt zijn troepen toe tijdens de slag bij Guadalete, door Bernardo Blanco, 1871 (Museo del Prado, Madrid).

In 712 stak Musa, vergezeld van zijn zoon Abd al-Aziz ibn Musa en met een leger van 18.000 man, de Straat van Gibraltar over en ging op weg om de rest van het Visigotische grondgebied te veroveren. Hij bezette Medina Sidonia, Carmona en Sevilla, dat drie maanden lang belegt werd en hevige tegenstand bood. Vervolgens trok hij naar de provincie Lusitania om daar de stad Mérida. Na vijf maanden belegering en onbesliste gevechten, deed een groep Ceutans zich voor als Christelijke versterkingen en slaagde erin de wachters te overtuigen de poorten te openen. Eenmaal binnen overrompelden de “versterkingen” (bijna 700), de bewakers en slaagden erin de poorten open te houden zodat de moslims de stad konden binnenkomen en veroveren. (30 juni 713). Van Mérida, ging Musa ook op weg naar Toledo.

Hij verdeelde zijn troepen, liet een deel achter in Mérida, een ander deel geleid door zijn zoon ‘Abd al-Aziz keerde terug naar Sevilla om hoofd te bieden aan een opstand, waar hij korte metten mee maakte. Musa zelf vertrok met merendeel naar Toledo om daar Tariq te ontmoeten en de winter door zou brengen.

Kaart van het Iberisch schiereiland en een stuk van Frankrijk, waarop de routes zijn aangegeven die Musa, Tarik en Aziz volgen vanaf de invasie in 711 tot aan de slag bij Poitiers in 932
Campagne van de Islamitische veroveringen op het Schiereiland van 711 tot 719.

Na het onderdrukken van de opstand in Sevilla ging ‘Abd al-Aziz terug naar Lusitania om daar in de lente van 714 Coimbra en Santarém te veroveren. ‘Abd al-Aziz voerde vervolgens veldtochten aan de andere kant van het Iberisch schiereiland, in Murcia. De hertog van Murcia, Teodomiro, of Tudmir zoals hij door de moslims werd genoemd, gaf zich in april 713 over aan ‘Abd al-Aziz na een aantal zwaarbevochten gevechten. De aan Teodomiro opgelegde voorwaarden hielden in dat de hertog de citadel van Orihuela en verschillende andere nederzettingen, waaronder Alicante en Lorca aan de Middellandse Zee, zou behouden, dat zijn volgelingen niet zouden worden gedood, gevangen genomen of gedwongen zouden worden tot de Islam, en dat hun kerken niet zouden worden verbrand. Ook werd geëist dat Teodomiro anderen niet zou aanmoedigen of steunen om zich tegen de moslims te verzetten, en dat hij en iedere burger van zijn heerschappij een jaarlijkse belasting in geld en andere goederen zouden betalen.

Musa ontmoette in 714 de troepen van Tariq, waar hij ruzie maakte over diens buit, waaronder een gouden tafel bedekt met edelstenen, en andere kostbaarheden die, naar men zegt, ooit aan Salomo hadden toebehoord. Intussen was de boodschapper van Musa, Mughith al-Rumi (de Romein), die naar Kalief al-Walid I was gezonden om hem op de hoogte te brengen van de situatie in Hispania, teruggekeerd. De kalief verzocht Musa zich terug te trekken en zich persoonlijk te melden in Damascus. Musa verkoos dit bevel tijdelijk te negeren, wetende dat, indien hij zijn opmars niet zou voortzetten, het verzet van de Visigoten zou kunnen toenemen en de rollen tegen de Moslims zou kunnen omdraaien. Musa trok samen met Tariq op naar Zaragoza, dat hij belegerde, terwijl Tariq verder trok naar de provincies León en Castilla, waar hij de steden León en Astorga veroverde. Musa trok na Zaragoza verder naar het noorden, nam Oviedo in en reikte tot aan de Golf van Biskaje. De Islamitische verovering van Iberië was nu voltooid en Musa ging verder met het plaatsen van gouverneurs en prefecten in het pas veroverde al-Ándalus, voordat hij naar Damascus terugkeerde met het grootste deel van de buit die hij op de Jihad had veroverd.

De terugkeer naar Damascus

Voordat hij naar Damascus ging keerde hij terug naar Sevilla om daar alvorens te vertrekken, alsof het zijn eigen bezit was en niet dat van de Islamitische gemeenschap, verdeelde Musa het bestuur van de verschillende gebieden die hij bestuurde onder zijn zonen: ‘Abd al-Aziz, zijn vierde zoon, als gouverneur van al-Ándalus; ‘Abd al-Malik (ook Marwan genoemd) ibn Musa, die de tweede was, van Ceuta en Tanger; en ‘Abd al-‘Allah ibn Musa, die de oudste was, van Ifriqiya. Hun derde zoon, Marwán ibn Musa, vergezelde Táriq ibn Ziyad in het eerste offensief van 711, het is onbekend hoe zijn carrière verder verliep. Zij waren kinderen uit zijn huwelijk ca. 678 met Amina bint Marwan (geboren 664?), dochter van Marwan I en Ruqayya bint Umar, dochter van Omar ibn al-Chattab en Umm Kulthum bint Ali, dochter van Ali ibn Abi Talib en Fatima az-Zahra, dochter van Mohammad en Khadija.

Beide veroveraars van het Iberisch schiereiland, zowel Tariq als Musa ibn Nusayr werden door de kalief in Damascus ontboden. Tariq arriveerde het eerst, volgens sommige verslagen. Maar toen werd de kalief ziek. Daarop kreeg de broer van de kalief, Sulayman ibn Abd al-Malik, tijdelijk de leiding en verzocht Musa, die met een stoet soldaten en buit aankwam, om zijn grootse intocht in de stad uit te stellen. Hij was zeker van plan de roem van de verovering voor zichzelf op te eisen. Maar Musa sloeg dit verzoek af, trok toch triomfantelijk Damascus binnen en bracht de buit voor de zieke Al-Walid I, hetgeen Musa en Tariq een ongekende populariteit bij het volk van Damascus opleverde. Al-Walid I stierf een paar dagen later en werd opgevolgd door zijn broer Sulayman, die van Musa eiste dat hij al zijn buit zou afstaan. Toen Musa zijn beklag deed, ontnam Sulayman hem zijn rang en nam alle buit in beslag, waaronder de tafel die naar verluidt ooit aan Salomo had toebehoord, en verbood Musa ibn Nusayr terug te keren naar het Iberië.

Een van de zonen van Musa, Abd al-Aziz ibn Musa, trouwde met Egilona, die eerder de vrouw van Roderic was. Zij vroeg ‘Abd al-Aziz waarom zijn gasten niet voor hem bogen zoals zij plachten te doen in het bijzijn van zijn vader. Naar verluidt begon hij de gasten te dwingen voor hem te buigen. Het gerucht ging dat hij in het geheim een christen was geworden. Een groep Arabieren vermoordde hem, hakte zijn hoofd af en stuurde het naar de kalief. Sulayman had Musa in zijn audiëntie toen het hoofd aankwam, en toen hij zag van wie het was, vroeg hij Musa onbeschaamd of hij het herkende. Musa behield zijn waardigheid en zei dat hij het herkende als van iemand die altijd vurig het geloof had beleden, en vervloekte de mannen die hem hadden gedood. Een andere zoon, Abd Allah, die na Musa als gouverneur van Ifriqiya was opgetreden, werd op bevel van de kalief terechtgesteld op verdenking van het doden van de man die hem had vervangen.

De dood van Musa ibn Nusayr


Over de dood van Musa doen zich verschillende verhalen (legendes) voor. Eén daarvan is dat Musa ter dood veroordeeld werd door Suleimán omdat hij meerdere malen teruggevallen zou zijn in misdadig gedrag en verduistering. Zijn vonnis werd omgezet in de betaling van een aanzienlijke som geld, en dat hij niet terug mocht keren naar al-Andalus. Kort daarna werd hij, rond 716, vermoord in een moskee in Damascus, sommige andere bronnen zeggen dat zich dit afspeelde rond 718.

Een ander verhaal zegt dat Musa op natuurlijke wijze overleed tijdens de hadj-bedevaart waar hij samen met Sulayman verbleef. Ook dit speelde zich ongeveer af in het jaar 715-716. Vanwege zijn schande, en de tegenslagen van zijn zonen, was er onder middeleeuwse geschiedschrijvers van de Maghreb een tendens om zijn daden (de verovering van Tanger en de Sous) toe te schrijven aan Uqba ibn Nafi.

De Marokkaanse bergtop Jebel Musa is volgens de 14e-eeuwse Berberse moslimgeograaf Ibn Battuta genoemd naar Musa bin Nusayr.

Al-Bakri vermeld in zijn al-Maslik wa al-Mamalik, dat Musa Ibn Nusayr in Zaragoza ligt begraven.

Meer legendes


Minder dan 200 jaar na zijn dood werd Musa ibn Nusayr het onderwerp van de meest fantastische legendes. Deze verhalen werden voor het eerst, door ibn al-Faqih, opgetekend in de late 9e of vroege 10e eeuw. Deze schreef dat Musa van de kalief de opdracht had gekregen om berichten te onderzoeken over een vreemde stad genaamd al-Baht. Musa marcheerde van Qayrawan naar de woestijnen van het Iberisch schiereiland en kwam daar bij een stad die omgeven was door muren zonder ingang. Degenen die probeerden over de muur te kijken raakten in vervoering en sprongen, terwijl zij uitzinnig lachten. Musa ging toen naar een nabijgelegen meer, waarin koperen kruiken stonden. Wanneer deze werden geopend, kwamen er een geesten uit tevoorschijn. 

Een verder uitgebreidere versie van dezelfde legende staat in “De stad van koper”, een verhaal in Duizend-en-één-nacht, waarin Musa nog veel meer wonderen tegenkomt, zoals een paleis vol juwelen, waarvan de enige menselijke bewoner het gebalsemde lijk van een mooie vrouw was, bewaakt door twee robotkrijgers.

De 17e-eeuwse geschiedschrijver Ibn Abi Dinar gebruikte het verval van Musa als een les in de grillen van het menselijk bestaan, met enkele overdrijvingen: “Musa, die de helft van de bewoonde wereld had veroverd, die zoveel rijkdommen had verworven, stierf in armoede, bedelend om aalmoezen van voorbijgangers, nadat hij door de laatste van zijn dienaren in de steek was gelaten. Overmand door schaamte en ellende wenste hij te sterven, en God gaf hem die dood. Ik vermeld de bijzonderheden van Musa’s dood alleen om mijn tijdgenoten, die slecht zijn opgeleid, een treffend voorbeeld te geven van de wisselvalligheden van het menselijk leven”.

Waarschijnlijk het omvangrijkste werk dat op het leven van Musa is geïnspireerd, is een gedeelte van de anonieme Kitāb al-imāma w’as-siyāsa, die een uitvoerige beschrijving van zijn daden bevat, vergezeld van vele vermeende toespraken en gezegden. In tegenstelling tot veel andere auteurs, zoals Ibn Abd al-Hakam, in dit werk verloopt het leven van Musa geheel gunstig.

Arabieren en Berbers


Het lijkt zo te zijn dat Musa ibn Nusayr een betrekkelijk sterke macht opgebouwd had in het westelijke deel van het Islamitisch Kalifaat dat door de Omajjaden dynastie werd geregeerd. Macht die de woede van het kalifaat zou opwekken, en niet alleen die van de Arabieren en de Mawali, die hoofdzakelijk moeten hebben behoord tot de Arabische Lajmid-groep (een stam van zuidelijke Arabieren of Jemenieten waartoe Musa zelf behoorde), maar ook die van Berberse elementen.


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annountations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2023-03-24

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

Hans Brongers Buitenfotografie

VOOR DAG EN DAUW IN DE NATUUR / BEFORE DAY AND DEW INTO NATURE

WordPress.com News

The latest news on WordPress.com and the WordPress community.

%d bloggers liken dit: