Felipe II ‘el Prudente’de machtigste man allertijden |
||
|
||
1556 – 1598 | ||
Felipe II de España ‘el Prudente’ (de Voorzichtige) genoemd (Valladolid, 21 mei 1527 – San Lorenzo de El Escorial, 13 september 1598), was koning van Spanje van 15 januari 1556 tot aan zijn dood, van Napels en Sicilië vanaf 1554 en van Portugal en de Algarven – als Felipe I – vanaf 1580, waarmee hij de langverwachte dynastieke unie tot stand bracht, die zestig jaar duurde. Hij was ook koning van Engeland en Ierland iure uxoris, door zijn huwelijk met Maria I van Engeland, tussen 1554 en 1558.
Zijn erfdeelDe bezittingen van Felipe II, lagen verspreidt over de hele wereld. Nooit in geschiedenis (niet daarvoor, niet daarna) was er iemand met zoveel macht. ![]() Hij werd opgeleid om te worden tot wat hij moest worden, een wereldleider. In naam was hij heerser van Castilla en Aragon (dat samen Spanje vormt), Napels, Sicilië, de Spaanse Nederlanden en Portugal. Hij was goed opgeleid en kan beschouwd worden als een behoorlijk ontwikkeld intellectueel, een verstandig vorst, die zo zijn gevoelige momenten had, en anderzijds zijn momenten van tirannie. Leefde in luxe, maar hield hardnekkig vast aan zijn zaak. Hij sprak wat Latijn en Portugees (moeders afkomst) maar verder sprak hij geen andere talen, iets dat zeker in zijn positie een handicap was. In 1549, op 17 maart was hij voor een paar maanden naar Nederland gekomen om er, op verzoek van zijn vader, kennis te maken met zijn toekomstige onderdanen. Zijn obsessie alles te controleren beperkt hem in zijn leven en in zijn lot. Felipe II was God op aarde. En zo dacht hij ook (in die tijd waren er veel vorsten die dachten dat zij een verbinding hadden met God). Hij maakte Spanje tot het meest belangrijke koninkrijk ter wereld. Hij stierf aan diverse ziektes en had veel pijn wetende dat men waarschijnlijk nooit zou weten hoe hij echt was. Er is heel veel geschreven over Felipe II, en ik daag u bij deze uit dat, als u dit verhaal leest U constant zelf na moeten denken. Er zijn vele verschillende inzichten, schrijvers, specialisten,,,, ieders met zijn eigen specialiteit, (historici, psychologie, Hollander, Spanjaard e.d.) maar nooit in combinatie. En dat is vaak het dilemma. Je kan iemand niet beoordelen alleen vanuit een psychologisch oogpunt of …. alleen vanuit bestuurskundig standpunt. Voor de Hollanders was het een slechte koning, voor Spanje was het een goede koning. Het is altijd een combinatie van tijdsgeest, omstandigheden, psyche, ervaring enz. Ik schrijf dit omdat het mij opviel dat in al de verhalen, ik vaak een eigen interpretatie van de schrijver tegen kwam. Deze verhalen heb ik niet met elkaar vermengt, dus kan het zijn dat U tegenstrijdige stukjes tegenkomt. Daarom mijn vraag, “Oordeel zelf”!
Ga naar:
Hij was koning van Spanje vanaf 15 januari 1556 tot zijn dood op 13 september 1598. Hij was heerser van het grootste koloniale rijk in de 16de eeuw, dat in 1580 ook nog eens Portugal annexeerde, destijds de enige andere koloniale mogendheid. Daardoor had hij veel geld (goud) beschikbaar voor de strijd tegen de islamitische Ottomanen en inmenging in de Europese godsdiensttwisten; waartoe ook de Nederlandse Opstand gerekend kan worden, hoewel daarin ook andere motieven een rol speelden. Samen met zijn tweede echtgenote Maria I van Engeland was hij, tot haar dood, gedurende vier jaar ook koning van Engeland, in de hoop een katholieke troonopvolger te kunnen verwekken die zou heersen over Engeland en over de Nederlanden. Pas bij zijn vierde en laatste vrouw kon hij de gewenste mannelijke troonopvolger voor Spanje verwekken. Onder zijn bewind bereikte Spanje het hoogtepunt van zijn macht, maar Felipe zette zijn land op een spoor van economische uitputting en cultureel verval, hetgeen na zijn dood grote gevolgen zou hebben voor de status van Spanje als grote mogendheid. |
||
![]() |
||
Persoonlijke Gegevens | ||
Koning van Spanje, Sicilië, Napels en Sardinië | ||
Voorganger | Carlos I (Karel V in Nederland | |
Opvolger | Felipe III | |
Geboren | 21 mei 1527 – Valladolid | |
Gestorven | 13 september 1598 – San Lorenzo de El Escorial | |
Begraven | Koninklijke crypte van het Klooster van El Escorial | |
Aanspreektitel | Su majestad católica (Zijne Katholieke Majesteit) | |
Familie | ||
Koninklijke Huis | Huis van Oostenrijk (Habsburgers) | |
Vader | Carlos I | |
Moeder | Isabella de Portugal | |
Gemalin | Maria Manuela van Portugal Mary I van Engeland Isabella de Valois Anna van Oostenrijk |
|
Handtekening | ![]() |
|
|
||
Koning van Spanje | ||
Koning van Sicilië | ||
Koning van Napels | ||
Koning van Sardinië | ||
Periode | 1555 – 1598 | |
Voorganger | Carlos I | |
Opvolger | Felipe III / II | |
Koning van Portugal | ||
Periode | 1580 – 1598 | |
Voorganger | Enrique I | |
Opvolger | Felipe III | |
Hertog van Luxemburg | ||
Periode | 1556 – 1598 | |
Voorganger | Karel II | |
Opvolger | Isabella | |
Prins van Asturias | ||
Periode | 1516 – 1556 | |
Voorganger | Carlos I | |
Opvolger | Carlos van Spanje | |
Heer der Nederlanden | ||
Periode | 1555 – 1558 | |
Voorganger | Karel V | |
Opvolger | geen, de Nederlanden worden bestuurd door Isabella van Spanje | |
Koning van Engeland | ||
Periode | 1554 – 1558 | |
Voorganger | Maria I | |
Opvolger | Elizabeth I |
Machtspositie

Vanaf 1539, na de dood van zijn moeder, trad hij in Spanje al op als regent van zijn vader, die vrijwel voortdurend op reis was in zijn uitgestrekte rijk. Van 1554 tot 1556 regeerde hij mede over Engeland samen met zijn tweede vrouw, de Engelse koningin Maria Tudor van Engeland, maar kon daar niet langer blijven wegens zijn vele verplichtingen elders. In 1555 volgde hij zijn vader op als Heer der Nederlanden. Anders dan zijn in Gent geboren en in Mechelen opgegroeide vader had hij geen persoonlijke band met de Nederlanden. Hij verfoeide merkbaar de vrijmoedigheid en ongedwongen houding van de bewoners. De Spaanse troon verkreeg hij nadat zijn vader in 1556 als koning van Spanje aftrad. Daarnaast kreeg hij gebieden in de Franche-Comté en Italië, die door hun geografische positie eveneens bijdroegen aan de omsingeling van Frankrijk door de Habsburgers.
Hij stond aan het hoofd van de regering, het leger en de grote multinationals… Zoals altijd stond hij boven alles, hij was de absolute leider. Hij was geen dwaas maar psychisch gezien ook niet helemaal normaal. Zijn karakter kenmerkte zich door een volledig gebrek aan empathie dat leidde tot acties die totaal geen rekening hielden met de gevoelens van andere. Het was zijn manier om te komen tot een bevrediging van zijn ego en de manier om zijn doel te bereiken. Hij was geen psychopaat, want hij heeft nooit abnormale dingen gedaan om zijn doel te bereiken, maar zijn gedrag kwam voort uit de wijze waarop hij probeerde zijn macht zo goed mogelijk uit te voeren. Zijn gedrag was er op gericht om kost wat het kost vooruitgang te boeken. Deze wijze van regeren was in die tijd alom geaccepteerd, het was al eeuwen zo gegaan. Gewetenloos voerde hij vele veranderingen in verschillende lagen door. Felipe II was de zoon van de machtigste man, in zijn tijd, Carlos I, van wie hij de obsessie voor netheid en reinheid erfde. De geschiedschrijver Hugh Thomas noemt Felipe II ‘de Heer van de wereld’. Zijn bewind werd gekenmerkt door de ontdekkingen van nieuwe werelden en territoriale expansie over de Atlantische – en Indische Oceaan, waarmee het Spaanse rijk en daarmee zijn monarchie de leidende macht in Europa was. Hierdoor zou er, voor het eerst in de gehele geschiedenis, een wereldwijd imperium ontstaan dat op alle continenten geïntegreerd zou zijn. Zijn macht berustte op een mechanisme van compensatie, waarvan hij eerst dacht dat het er niet toe deed, dit waarschijnlijk om zijn geweten te zuiveren. Zijn diepgewortelde godsdienstigheid maakte van hem een persoon die constant boete deed. Hij kreeg de bijnaam “el Prudente” (de voorzichtige) omdat, als hij de juiste toedracht niet kon, altijd erg onzeker werd. Men zegt, dat het zijn voorzichtige persoonlijkheid was dat zijn manier van regeren beïnvloedde. In dit opzicht was hij het tegenovergestelde van zijn vader die juist risico’s nam en die soms desastreus of nutteloos bleken te zijn. “Hij had geen lijfwacht en had graag dat men hem zag als een Heer en niet als “majesteit”, zoals zijn vader behandeld wilde worden”, vertelt Hugh Thomas. Hij zal altijd herinnerd worden als de altijd geobsedeerde, naar gegevens en informatie zoekende, gemeenschappelijke noemer van zijn werk. Hij was nieuwsgierig, wilde alles weten. Om een lijn te tekenen moest hij alles over het doek en de olieverf weten.

Tijdens zijn bewind viel zijn grootste rivaal Frankrijk ten prooi aan godsdiensttwisten (de Hugenotenoorlogen). Eind 1550 kon hij Frankrijk een paar verpletterde nederlagen toebrengen en zo de reeds tientallen jaren slepende Italiaanse Oorlogen tussen Frankrijk en de Habsburgers in 1559 voordelige beslechten met de Vrede van Cateau-Cambrésis.
Na de dood van Carlos I in 1558 splitsten de Duitse en Oostenrijkse gebieden van het tot onbeheersbare proporties uitgebreide Habsburgse Rijk zich af en vielen toe aan zijn oom, keizer Ferdinand I, die de Duitse tak van het Habsburgse Huis voortzette. Er was een anti-Felipe lobby ontstaan onder de naam Liga van Heidelberg, Felipe werd namelijk door veel Duitse keurvorsten te Spaans en te katholiek bevonden. Van Ferdinand, hoewel ook katholiek, kon verwacht worden dat hij het relatief tolerante godsdienstbeleid in de geest van de Godsdienstvrede van Augsburg zou voortzetten. Het streven van Carlos I om zijn Spaanse en Duitse gebieden onder één keizerstroon te verenigen was hiermee mislukt.
Als koning van Spanje erfde Felipe uiteraard het Spaanse koloniale rijk. Spanje en Portugal hadden toen nog als enige Europese mogendheden koloniën, die toen alleen al dankzij de goud- en zilvervloten uit Centraal- en Zuid-Amerika zeer winstgevend waren. Andere Europese mogendheden moesten in 1556 nog beginnen met hun koloniale expansie. In 1580 kon Felipe, met een beroep op zijn Portugese moeder en eerste gemalin, zich mengen in de opvolgingscrisis in Portugal, en met enige moeite dit land met de bijbehorende koloniën verwerven, wat zijn slagkracht nog verder vergrootte.
Felipe kon vooral in de eerste helft van zijn 42-jarige bewind het beste van Europa op de been houden en dus de machtigste man van Europa zijn, zoals zijn vader Carlos I ook was geweest. Spanje was ook de grootste maritieme mogendheid van de 16de eeuw en moest dat ook zijn, om het koloniale rijk bijeen te kunnen houden en uit te breiden. Zelfs de rampzalige expeditie van de Armada van 1588 heeft die positie niet wezenlijk veranderd.

Voorzijde: PHS,D,G,HISP.Z.REX.DVX.GEL / borstbeeld van Felipe II naar rechts.
Keerzijde: DOMINVS MIHI ADIVTOR / Gekroond wapen op Bourgondisch kruis tussen twee vuurijzers.
Dit ‘Dominvs Mihi Adiutor’ (de Heer is mijn helper) was de lijfspreuk van Felipe II die ook terug te vinden is in het glas en loodraam van de Sint Janskerk te Gouda, het wordt ook wel het Koningsglas genoemd. Het werd in 1557 in opdracht van Filips II en Mary Tudor gemaakt door Dirck Crabeth.
Uitbreiding van de Monarchie
Hertog van Milaan

Na de dood van Francisco II, de laatste Sforza, op 1 november 1535, bleef het hertogdom Milaan zonder soeverein achter. De koningen van Frankrijk, verwant aan de familie Visconti, eisten het hertogdom op. Dit was een van de oorzaken van de opeenvolgende Italiaanse oorlogen. Frans I van Frankrijk zag in de dood van Francisco II, Hertog van Milaan een nieuwe kans om het grondgebied van Frankrijk uit te breiden, wat resulteerde in een derde oorlog met Carlos I, koning van Spanje. Deze werd afgesloten met de Wapenstilstand van Nice in 1538. In 1540 zat het hertogdom zonder soeverein, dit werd waargenomen door een gouverneur. Tot Karel V bedacht om zich zelf tot Hertog te benoemen daar Milaan een vazalstaat van het Heilige Roomse Rijk was, en hij, als keizer, de macht had om de titel toe te kennen. Maar dit werd in Frankrijk als een casis belli (aanleiding tot oorlog) beschouwd en dat zou schade opleveren voor zijn imago van bevrijder. Toen besloot hij de titel aan Prins Felipe te geven. Op 11 oktober 1540 werd Felipe geïnstalleerd als Hertog van Milaan. Om problemen te voorkomen werd dit alles in het geheim en zonder overleg met de keurvorsten gedaan.
In 1542 brak er een nieuwe oorlog uit tussen Frankrijk en Spanje. Onder voorwaarde van de Vrede van Crépy kwam er een eind aan de vijandigheden. Een van de voorwaarden van de Vrede van Crépy, die in 1544 een einde maakte aan de vijandelijkheden, was het huwelijk van Karel II van Orleáns, hertog van Orléans en zoon van Frans I, met de dochter van Carlos I, María de Habsburgo (en de Nederlanden en Franche-Comté als bruidsschat), of met de dochter van de Roomse koning Ferdinand, Anne van Habsburg (en Milaan als bruidsschat). De keuze viel op Milaan, maar in 1545 werden de afspraken ongeldig door de dood van de hertog van Orléans. Opnieuw werd prins Felipe op 5 juli 1546 in het geheim tot hertog benoemd. In 1550 werd de benoeming van Felipe uiteindelijk openbaar bekend gemaakt en op 10 februari van hetzelfde jaar werd van Ferrante Gonzaga de eed afgenomen om dienst te doen als gouverneur van Milaan.
Koning van Napels
Eind 1553 wordt het tweede huwelijk van Felipe aangekondigd, hij gaat trouwen met zijn tante Maria I van Engeland. maar er was een probleem, Felipe was op dat moment slechts Prins en Hertog, en het was in die tijd ondenkbaar dat de Koningin zou trouwen met iemand van lagere rang. De oplossing kwam van zijn vader Carlos I die afstand deed van zijn Koninkrijk Napels en dit vervolgens aan zijn zoon deed toekomen. Op 24 juli 1554 kwam, Juan de Figueroa, een speciaal aangestelde gezant van Carlos I naar Engeland met de formele benoeming van Felipe als Koning van Napels en Hertog van Milaan. De volgende dag vond de verloving al plaats.
Koning van Engeland en Ierland

Op 25 juli 1554 trouwt Felipe met koningin Maria I van Engeland, aan het eind van de ceremonie werd er afgekondigd:
Felipe en Mary, met Gods zegen. Koning en Koningin
van Engeland, Frankrijk, Napels, Jeruzalem, Ierland,
verdedigers van het Geloof, Prinsen van Spanje en Sicilië,
Aartshertogen van Oostenrijk, Hertogen van Milaan, Bourgondië
en Brabant, Graven van Habsburg, Vlaanderen en Tirol, in het
eerste en tweede jaar van hun koninkrijk.
De huwelijkse clausules waren erg hard (vergelijkbaar met die van de Reyes Catolica (Fernando II en Isabel I)), dit om de volledige onafhankelijkheid van het Koninkrijk Engeland te verzekeren. Felipe moest de wetten en rechten van de Engelse inwoners respecteren. Spanje kon Engeland niet vragen om hulp te verlenen bij oorlogshandelingen of op economisch vlak. Bovendien werd er uitdrukkelijk verzocht om de vrede met Frankrijk te behouden. Als het echtpaar een zoon zou krijgen dan zou hij het koningschap over Engeland, Nederland en Bourgondië erven. Als Mary zou overlijden terwijl de erfgenaam minderjarig zou zijn, dan zou hij in Engeland en Engels opgeleid worden. Als Felipe zou overlijden, dan moest er een pensioen van £ 60.000,- per jaar betaald worden, maar als Mary de eerste was om te sterven, dan zou Felipe Engeland verlaten en afzien van al zijn rechten op de Engelse troon.
Filips handelde in overeenstemming met de voorwaarden van het huwelijkscontract, maar stuitte op hevig verzet van de Engelse hovelingen en parlementariërs, dat zich uitte in een mislukte moordaanslag in maart 1555 in Westminster. Hij oefende echter aanzienlijke invloed uit op het bestuur van het koninkrijk, gaf opdracht tot de vrijlating van edelen en ridders die in de Tower of Londen gevangen waren gezet omdat zij hadden deelgenomen aan vroegere opstanden tegen koningin Mary, en was van vitaal belang voor de reïntegratie van Engeland in de katholieke kerk. Na zijn vertrek naar de Nederlanden stuurde een uitverkoren raad van Engelsen brieven naar Felipe om zijn mening en aanbevelingen te vragen over de verschillende regeringszaken die hij besprak, en hij volgde trouw de daaropvolgende richtlijnen van de koning aan hen. Hij was afwezig gedurende een groot deel van zijn regeerperiode, vooral vanaf 1556, toen zijn vader afstand deed van de kronen van Spanje, Sicilië en Sardinië.
Soeverein van Nederland en hertog van Bourgondië
In 1555 is Carlos I oud en vermoeid, en daarom besloot hij meer van zijn bezittingen op te geven ten gunste van zijn zoon Felipe. Op 22 oktober van dat jaar deed hij in Brussel, afstand van de troon als Soeverein Grootmeester van de Orde van het Gulden Vlies. Drie dagen later doet hij, tijdens een groots en schitterend feest afstand van de Nederlandse troon. En op 10 juni 1556 deed hij afstand van het graafschap Bourgondië. Carlos I dacht Spanje te verdedigen vanaf het grondgebied van het Heilige Roomse Rijk, dat zwakker was dan Frankrijk. In tegenstelling tot Castilla, Aragón, Napels en Sicilië maakte Nederland geen deel uit van het erfgoed van de Reyes Catolica (de Katholieke koningen) die Felipe als een vreemde verre koning zagen. De noordelijke staten werden al gauw een groot slagveld, geholpen door Frankrijk en Engeland, die er op uit waren de situatie voortdurend te ontwrichten door de opstand in Vlaanderen in stand te houden en zodoende de Spaanse Troon te verzwakken.
Koning van Spanje, Sicilië en Zuid-Amerika
Op 16 januari 1556 geeft Carlos I, in de privésfeer en zonder enige ceremonie de kroon van de Spaanse Koninkrijken, Sicilië en Zuid-Amerika aan Felipe. Felipe vervulde al overheidsfuncties al sinds 1544, bij zijn terugkeer in Spanje schreef Carlos I in 1543, de Aanwijzingen van Palamós (las Instrucciones de Palamós), die hij aan Felipe schreef omdat hij pas zestien was toen hij het regentschap van het schiereiland op zich nam.
Koning van Portugal

Op 4 augustus 1578 sterft, zonder afstammelingen koning Sebastiaan I van Portugal na de slag om Alcazarquivir, in Marokko. Kardinaal Hendrik I van Portugal erft de Portugese troon. Tijdens deze regeerperiode wordt Felipe II , als zoon van Isabella de Portugal, kandidaat voor de Portugese troon, samen met Anton van Crato, kleinzoon van van de Portugese koning Manuel I, en Catharina van Portugal en de hertogen van Saboya en Parma. Felipe werd gesteund door de adel en de geestelijkheid en de prior van Crato werd gesteund door de overgrote meerderheid van de mensen.
Na de dood van Hendrik I riep de Anton van Crato, op 24 juli 1580, zichzelf uit tot koning van Portugal. Felipe II reageerde door een leger te sturen onder het bevel van Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, de Groothertog van Alba, om de Anton van Crato te bestrijden en mede zijn rechten van de Portugese troon op te eisen. De slag om Alcantara was een succesvolle militaire campagne die Antonio snel dwong te vluchten naar de Azoren, vanwaar hij in 1583, werd geëvacueerd na de slag om het eiland Terciera (Azores).
Nadat de legers van Felipe II Lissabon hadden ingenomen werd hij op 12 september 1580, onder de naam van Felipe I de Portugal uitgeroepen tot koning van Portugal en op 15 april 1581 door het Cortes reunidas en Tomar (door hemzelf bedacht en opgezet) beëdigd. En regeert hij Portugal vanuit Madrid en benoemd Fernando Álvarez de Toledo tot Opperrijksmaarschalk van Portugal en Eerste Onderkoning van Portugal, de hoogste functie in het land na dat van de koning zelf. Hiermee had Felipe II de lang verwachtte éénwording van het Iberisch Schiereiland, onder de Spaanse vlag, bereikt.
Economie en bestuur

De aanhoudende oorlogen en de financiële problemen eisten vanaf de jaren 1570 hun tol; het Spaanse leger was over zijn hoogtepunt heen (Spanje nam deel aan de bestrijding van de Ottomanen in de Middelllandse Zee). Behalve de militaire problemen speelde hierbij ook de politieke en economische inrichting van Spanje een rol. Spanje kende geen centrale regering, maar alleen regionale regeringen, die de instructies van de koning uitvoerden. Felipe II had in principe de absolute macht in zijn rijk, maar hij had de neiging zich te veel met details bezig te houden, ten koste van de grote lijnen. Hierdoor verliep het dagelijks bestuur niet efficiënt.
Het economische beleid had ernstige tekortkomingen: de landbouw werd verwaarloosd, waardoor Spanje afhankelijk werd van import, die betaald werd met het uit Amerika geïmporteerde goud en zilver, terwijl de adel en kerk vrijgesteld bleven van belasting. Dit leidde tot hyperinflatie. Het uitzetten van joden en Moren, waardoor Spanje geschoolde vaklui en handelslieden verloor, deed de economie ook geen goed. Spanje hield wel de façade van een grote mogendheid op, maar leed aan intern verval. Ter zee kreeg Spanje met opkomende maritieme mogendheden te maken, zoals Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Cultuur en Kunst
Verzamelaars woede
Misschien was het de obsessie voor informatie dat hem bracht tot het verzamelen van de belangrijkste boeken uit zijn tijd. Om zijn macht uit te oefenen was hij autoritair, en als hij zich op een grillige manier wilde gedragen, dan kon hij dat doen. Op het moment dat hij de troon overnam had hij zo’n 1000 boeken in zijn bibliotheek dat aantal zou doorgroeien totdat hij bij zijn dood een 40.000 exemplaren tot zijn beschikking had. Hij had boeken in alle toen bekende talen, iets dat eigenlijk vreemd voor hem was want hij was geen talenwonder. Hij sprak amper Latijn, wat in zijn kringen vrij normaal was. Een andere verzameling die hij er op na hield was die van de muziekinstrumenten. Hij had een collectie van tien klavecimbels, dertien harpen en zestien doedelzakken. Maar ook verzamelde hij, net als de andere koningshuizen, kunst. Een van zijn ambtenaren had hem op de Nederlandse schilder Jeroen Bosch gewezen en nadat hij één van de werken van deze schilder had gezien kocht hij alle overgebleven schilderijen.

De Franse geschiedschrijver Joseph Pérez heeft een veel minder zachte visie over Felipe II. En als we lezen wat Victor Hugo schrijft dan merken we al gauw dat ook hij minder prijzend is over Felipe II en dat zijn Engelse vijanden hem demonisch noemde – een moordenaar – geplaagd door een reeks obsessies en beperkingen die maakte dat hij zich voor een bepaalde periode afzonderde in het klooster en zich afsloot van wereldse zaken. Hij bracht uren door in zijn werkkamer om allerlei papieren te herzien, zijn wil was wet, vanuit zijn hoogmoed, maar ook door een diep wantrouwen, corrigeerde hij alle rapporten die zijn ambtenaren gemaakt hadden om duidelijk te maken wie het laatste woord had in alles wat hem aanging. Deze dubbele houding leidde ertoe dat hij door de beroemde Spaanse arts Gregorio Maranón omschreven werd als een persoon die leed aan een cyclothyme stoornis (een psychische aandoening die gekenmerkt wordt door wisselende stemmingen, waarbij manische episodes afgewisseld worden met periodes van uitputting met depressieve symptomen) en voegde er aan toe dat dit een “Zwakke man met heel veel macht was”. Hij moest overal zijn invloed laten gelden. Hij wendde zich, elke dag weer, in een ritueel waarin iedereen in dienst van hem stond. “Hij tolereerde geen enkele improvisatie”, schreef Pérez. Echter deze scenes hadden geen ander doel dan zijn superioriteit te ratificeren en zijn machtspositie ten opzichte van zijn onderdanen te benadrukken. Hij, zoals hierboven vermeld, was duidelijk de koning en derhalve superior. Om zijn gebrek aan houding te compenseren toonde hij zich altijd op een onbewogen manier met een ernstige en tegelijk verbaasde blik aan zijn bezoekers. “Hij gaf zich een opzettelijke koude persoonlijke uitstraling, omdat hij het niet kon hebben als er een verstandig iemand tegenover hem stond”, concludeerde Pérez, verwijzend naar aanwijzingen van esthetische zin die dit duidelijk maken, zoals hij in zijn brieven het bestaan ontrafeld van een zorgzame persoon met een vaderlijke overgave.
De regering van Felipe II viel samen met de historische periode die bekend staat als de renaissance. En hoewel de ideologische verschuiving niet zo groot was als in andere landen; er geen echte abrupte breuk was met de middeleeuwse tradities, en men geen afscheid nam van de gevestigde religieuze literatuur, kwam de Spaanse Renaissance meer voort uit de ascetische (systematische onthouding van lichamelijk genot uit godsdienstige overtuiging) en mystieke auteurs; zodat hun renaissance meer origineel en gevarieerd was dan in de rest van Europa.

De religieuze literatuur werd aangevoerd door schrijvers als de Santa Teresa de Jezus, San Juan de la Cruz, broeder Luis de Granada, broeder Luis de Molina, de San Juan de Avila en broeder Juan de los Angeles. Miguel de Cervantes begon zijn eerste werken te schrijven. De lyrische poëzie van deze periode wordt verdeeld in twee scholen: die van Salamanca (broeder Luis de Leon) en die van Sevilla (Fernando de Herrera). De epische poëzie bereikte een hoogtepunt met Alonso de Ercilla, die La Araucana opdroeg aan Felipe II. In het theater wordt Lope de Rueda, een van de eerste Spaanse beroepsacteurs, beschouwd als een voorloper van het theater van Lope de Vega, die nog belangrijker zal worden in het bewind van Felipe III, evenals Miguel de Cervantes.
Tot de beroemdste schilders behoorden El Greco, Titiaan, Antonio Moro en Brueghel de Oude. Alonso Sánchez Coello was de kamerschilder van Felipe II. Het was de bloeitijd van de Spaanse architecten, onder wie: Juan de Herrera, Juanelo Turriano, Francisco de Mora of Juan Bautista de Toledo, die resulteerde in het ontstaan van een nieuwe stijl, gekenmerkt door het overwicht van de constructieve elementen, de afwezigheid van versieringen, rechte lijnen en kubische volumes. Deze stijl werd later gedoopt als Herreriaanse stijl. Deze beroemde architecten bouwden religieuze en mortuariumgebouwen zoals het klooster van El Escorial of de kathedraal van Valladolid; civiele of administratieve gebouwen zoals het Casa de la Panadería in Madrid of het Casa de la Moneda in Segovia, en militaire gebouwen zoals de Citadel van Pamplona.
De meest opmerkelijke componisten van gewijde muziek tijdens het bewind van Felipe II waren Tomás Luis de Victoria en Francisco Guerrero. Een van de laatste vihuela-boeken werd ook in 1576 gepubliceerd: El Parnaso van Esteban Daza. Alonso Lobo componeerde zijn bekende werk Versa est in luctum bij de dood van Felipe II.
In feite staat deze periode bekend als de Gouden Eeuw oftewel het hoogtepunt van de Spaanse cultuur. Het is een periode waarin schrijvers en toneelschrijvers uitblinken en van grote belang zijn voor de net geboren kunstenaars die markerend worden voor de regeringsperiode van Felipe III.
God op Aarde
De oude Habsburgers, Carlos I en Felipe II waarborgde het katholieke geloof in het Europa van de 16de eeuw. Carlos I wijdde een groot deel van zijn regeerperiode aan het bestrijden van het protestantisme, en dat heeft zeker bijgedragen aan de persoonlijkheid van de koning Felipe. Na zijn troonovername gaf hij een sterke steun aan de inquisitie.
Zoals vele van zijn tijdgenoten was Felipe voor godsdienstige kwesties, in zijn geval voor het verdedigen van de katholieke kerk tegen zowel de toen zeer machtiger en expansieve islamitische Ottomanen als tegen het opkomende protestantisme.

Felipe II zag zichzelf onder andere als de leider van de contrareformatie, de reactie van de Rooms-katholieke Kerk op het opkomende protestantisme in Europa. Voor Felipe II bestond er geen verschil tussen de belangen van de katholieken en die van Spanje. Hij trok daarbij een nog hardere lijn dan zijn vader, die aan het eind van zijn bewind in het Duitse deel van zijn rijk bij de vrede van Augsburg het beginsel cuius regio, eius religio (ieders gebied zijn eigen geloof) had moeten accepteren, waarbij een lokale machthebber in het eigen gebied zijn eigen protestante of katholieke religie aan de onderdanen mocht opleggen. Felipe bestreed niet alleen in zijn eigen rijk elke afwijking van het katholicisme, maar probeerde ook de daarbuiten herhaaldelijk protestantse vorsten en troonpretendenten ten val te brengen om zo hun land te kunnen behouden voor het katholieke geloof.
De inquisitie was een immobiel lichaam, vijandig tegenover elke vorm van hervorming en openbaarheid, zoals dat gedefinieerd wordt in werken als van de gelovige Santa Teresa en pater en mysticus San Juan de la Cruz. Geen wonder dat deze personen de sympathie van de monarchie wonnen. Een ander punt, dat de moeite waard is om naar te kijken, is zijn relatie met pater Luis de León die in hetzelfde jaar als hem is geboren. Pater Luis was professor aan de Universiteit van Salamanca toen de inquisitie een proces begon, nadat twee Dominicaanse paters, León de Castro en Bartolomé de Medina beschuldigd waren van ketterij. Zij hadden een publieke verklaring tegen het Vulgata (Latijnse Bijbeltekst) gemaakt, en dat vooral ten aanzien van het Hooglied. Zij werden gevangen genomen door het Tribunal Inquisitorial van Valladolid, maar kort daarop weer vrijgesproken door het Tribunal Superior van de Inquisitie. Dat gaf voor een aantal historici zoals Fernández Álvarez de aanleiding om aan te nemen dat zij zich oprecht rehabiliteerde. Dergelijke gebaren hoeven echter geen concessies te doen aan de toleranties. In die tijd heerste er een angst voor vreemde ideeën. Er veranderde zoveel in zo’n rap tempo. Velen waren, ook op cultureel gebied, niet op deze veranderingen voorbereid. Er volgde een barbaarse onderontwikkelde reactie die onder andere leidde tot de vervolging van de familie van de humanist Luis Vives door de Inquisitie. De opmars en consolidatie van het protestantisme dwong de katholieke kerk tot het Concilie van Trento. Dat duurde tot 1563 toen was Felipe II inmiddels 5 jaar aan de macht. Hij was daar altijd heel duidelijk over: “Ik verlies liever al mijn staten en honderd levens dan koning te zijn over deze ketters”.
Zijn angst om eventuele misstappen te moeten verantwoorden voor God, maakte dat hij iedere kwestie haarfijn bestudeerde, waarbij zijn raadgevers belangrijke invloed op zijn beleid konden uitoefenen. Dit leverde hem de bijnaam ‘Rey Prudente'(voorzichtige koning) op, maar het werkte vertraging in de hand, terwijl de 16de eeuwse communicatiemiddelen toch al ontoereikend waren om zijn rijk, niet alleen in de verschillende delen van Europa, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië onder controle te houden.
Zijn toewijding aan het katholicisme en de groeiende rijkdom uit de koloniën deden Felipe II steeds meer inzetten op koloniale expansie, die nodig was om zijn inmenging in allerlei Europese godsdienstoorlogen te bekostigen. Ondertussen verwaarloosde hij echter de economische ontwikkeling van zijn eigentijdse machtsbasis, het Iberisch Schiereiland. Spanje kon zich desondanks het beste leger in Europa veroorloven en had een betrekkelijk stabiele, machtige regering, terwijl openlijke godsdiensttwisten zoals in Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden geen kans kregen. De macht van Spanje breidde zich in zijn beginjaren steeds verder uit.
El Escorial

Het Escorial is een stenen weerspiegeling van zijn persoonlijkheid: koud, robuust en met veel hoekjes (schuilplekken). Hij volgde de vorderingen van de bouw nauwlettend, en bracht veranderingen aan in het ontwerp als hij het niet eens was met de architect, dit maakte het tot een sober en somber gebouw. Het materiaal en de hoeveelheid aan ideeën geven heel goed weer hoe hij leefde en hoe hij werkte. Dit gevoel van grandeur kwam tot uiting in overtuiging dat hij, en niet de paus van Rome de echte leider van het christendom in Europa was. Zijn magische persoonlijkheid bracht hem tot de overtuiging dat hij esoterisch was. Het is mogelijk dat deze gelovigheid een manier was om zijn goddeloosheid jegens anderen in zijn omgeving te verbloemen. Hij vertrouwde niemand. En in zekere zin, beschuldigde Willem van Oranje, Spanje en hun koning ervan dat de problemen ontstonden door kwalijke invloeden van zijn persoonlijkheid. Hij noemde hem een tiran, een ziekelijke rokkenjager, een fanatiekeling en een volksmoordenaar die niet had geaarzeld om miljoenen inboorlingen te elimineren in Amerika. Ofschoon deze visie, over Felipe II wortel schoot in geheel Europa en ongewijzigd bleef, en dat dit ook in Spanje zelf zo gezien werd, misschien wat overdreven was…. maar op waarheid gebaseerd. Misschien was het zo dat de linkerhand van de monarch niet wist wat de rechter deed. Maar alle historici schrijven dat hij heel goed op de hoogte was van zijn daden. Hij voelde zich boven alles uit verheven.
Buitenlandse politiek
Deze werd gekenmerkt door oorlogen tegen Frankrijk, Nederland, het Turkse Rijk en Engeland.
Oorlog met het Ottomaanse Rijk

Niet alleen het katholieke Spaanse Rijk, maar ook het islamitische Ottomaanse of Turkse Rijk stond destijds op het hoogtepunt van zijn macht. Dit Ottomaanse Rijk was al in de tijd van Carlos I een geducht tegenstander van Spanje. In 1558 hadden de Ottomanen de Balearen veroverd en geplunderd en deden zelfs aanvallen op de Spaanse kust. In 1560 was de Turkse vloot een eerste klas zeemacht, die de christenen in de slag bij Djerba versloegen. De zuidkust van de Middellandse Zee en de Balkan waren in de decennia daarvoor al grotendeels veroverd; vooral de Balkan kon nu worden gezien als springplank naar Italië. De beleg van Malta was echter geen succes hoewel het werd beschouwd als een van de belangrijkste belegeringen uit de militaire geschiedenis en uit oogpunt van de verdedigers, de meest succesvolle. In 1570 na enkele jaren van stilte, begonnen de Turken weer steden aan te vallen langs de oostelijke Middellandse Zee. In 1571 veroverde ze Cyprus op de Venetianen en trokken ze op naar Venetië met 300 schepen en belegerde Nicosia. Venetië zocht hulp bij de christelijke machten waar alleen Paus Pius V op reageerde. En deze keer Spanje zover kreeg om ook mee te strijden tegen de Turken. Deze Armada verzamelde zich in de haven van Souda op het eiland Candia, Kreta. Deze coalitie, die bekend staat als de ‘Heilige Liga’ trok op tegen de Turkse vloot in de Golf van Lepanto. Op 7 oktober 1571, behaald deze vloot onder leiding van Juan de Austria, een halfbroer van Felipe II, in de slag om Lepanto een grote overwinning op de Ottomanen (de grootste gebeurtenis sinds eeuwen, was de beschrijving van Markies de Lozoya). Dit is nog steeds een van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis, die tot op de huidige dag in katholieken landen herdacht wordt met het luiden van het Angelus. De zege werd evenwel niet volledig uitgebuit omdat de Liga vrij snel uit elkaar viel wegens interne tegenstellingen. Felipe II wierp zich daarna op als verdediger van het christelijke Europa tegen de islam.
Twee uur lang werd er van beide kanten fel gevochten, en tot tweemaal toe werden de Spanjaarden van de commandobrug van de Koninklijke Turkse galei afgeslagen, maar bij een derde entering vernietigen ze de Janitsaren die het schip verdedigde en verwondde ze de admiraal met een haakbus, een christelijke roeier werd het hoofd afgesneden. En toen er een christelijke vlag werd gehesen op een Turkse galei namen de aanvallen van de christelijke schepen tegen de Turkse kapiteins toe, maar deze gaven zich niet over. Uiteindelijk werd de Turkse centrale vloot toch vernietigd. |

Na deze strijd werd de Turkse vloot weer opnieuw opgebouwd en verenigd met de Barbarijse piraten. En twee jaar na de vernederende slag bij Lepanto (1573) stuurde Selim II, de opvolger van Suleiman de Grote, een macht van 250 a 300 zeeschepen en een lichting van ongeveer 100.000 man om Tunis en La Goleta te heroveren. Een slag waarbij ongeveer 30.000 mensen omkwamen, zij het met bevredigend resultaat. Dit was wel de laatste grote veldslag op de Middellandse Zee. De Turken bleven nog lange tijd de machtigste vloot van de Middellandse Zee. Het zou nog ruim een eeuw duren voordat het Ottomaanse Rijk definitief tot de terugtocht werd gedwongen: Spanje kampte inmiddels met een ander probleem in Europa: de Opstand der Nederlanden.
Opstand in de Nederlanden
Ook de Nederlanden waren onderdeel van de erfenis die Carlos I (Karel V) doorgaf aan zijn zoon Felipe II. Voor Spanje, de machtigste natie ter wereld, was Nederland van groot belang en moest kost wat het kost verdedigt worden tegen Frankrijk, ondanks dat het strategisch gezien natuurlijk een zeer zwak punt was. Het was belangrijk voor Spanje omdat Antwerpen in het midden van de 16e eeuw de belangrijkste haven van Noord-Europa was die tevens diende als basis voor de Spaanse marine en een centrum waar goederen voor heel Europa verhandeld werden. Het was ook de plaats waar de Castiliaanse wol van de Merino schapen, voor een redelijke prijs werd verkocht, aan de Hollanders die het dan wasten, sponnen en kleurden en dan weer met een redelijke meerprijs terug verkochten aan Spanje. Dit omdat de arbeidskrachten in Nederland onder die van het schiereiland lagen.
In Nederland wordt de omschakeling van Carlos I naar Felipe II niet allen gezien als verandering van koning, maar ze vinden dat het ook een verandering van “eigenaar” is. In tegenstelling tot Castilla, Aragón en Napels behoorde Nederland niet tot het erfgoed van de “Reyes Catolica”, en zag men Spanje als een vreemde mogendheid. Zij zagen Felipe II, in tegenstelling tot Carlos I (Karel V in de Nederlanden, geboren in Gent), als een buitenlandse koning (geboren in Valladolid). Ook broeide het in het Noorden van Europa wat betreft de religies. Iets wat nog eens extra aangewakkerd werd door de positie die Felipe II in deze inneemt. Deze onrust is grotendeels oorzaak van de latere religieuze oorlog (de Dertigjarige Oorlog) in het hart van Europa.

Sinds het definitieve vertrek van Felipe uit de Nederlanden in 1559 was de politieke situatie daar steeds verder verslechterd. Felipe kon de aartsbisschop van Mechelen, Granvelle, niet langer handhaven als hoogste raadsheer van de toenmalige landvoogdes, Felipe’s halfzuster Margarita de Parma, en riep hem in 1564 voorgoed terug. Hij werd door de Nederlandse edelen en de Staten-Generaal te veel gezien als zetbaas, die namens de koning aan de touwtjes trok, naast de onervaren Margarita. Het ging de edelen echter niet in de eerste plaats om de persoon Granvelle, maar om de hoge belastingdruk, de inbreuken op de traditionele bevoegdheden van de gewesten en om de al uit de tijd van Carlos I daterende anti-ketterse plakkaten. Zij riepen op tot een grotere autonomie en dat het protestantisme werd gerespecteerd.
Vooral in de Noordelijke Nederlanden had het protestantisme flink wortel geschoten. Felipe probeerde in zijn ‘brieven uit het bos van Segovia‘ in oktober 1565 duidelijk te maken dat hoop op verzachting van de anti-ketterse maatregelen onmogelijk was. Felipe II had een geheel andere mening. Hij wilde dat ook hier de Tridentijnse overeenkomsten werden toegepast, net als men eiste van Catharina de’ Médici in Frankrijk tegen de adel van de Franse Hugenoten. In de Nederlanden wist men waar dit toe zou leiden en de burgerlijke autoriteiten waren terughoudend betreffende de sancties die door de inquisiteurs zouden worden opgelegd. Het resultaat was een grote onvrede, wat uitmondde in een revolutie.
Op 5 april 1566 werd het ‘Smeekschrift der Edelen‘ ingediend bij de betrekkelijk populaire landvoogdes, met het verzoek de Inquisitie op te heffen. De circa 200 edelen werden door haar adviseurs weggehoond en uitgemaakt voor ‘gueux’ (bedelaars). Margarita stemde desondanks in met een voorlopige opschorting van de activiteiten van de Inquisitie, zodat de edelen handtekeningen konden verzamelen, die dan met het Smeekschrift bij Felipe II zelf zouden kunnen worden ingediend. Daar zou het echter nooit van komen. Zodra de repressie in 1566 na tientallen jaren opgeschort was, braken het doperse en het calvinistische protestantisme door in het publieke leven, in de vorm van massaal bezochte hagenpreken en op meer gewelddadige wijze in de beeldenstorm. De leden van de overeenkomst van Breda worden naar Madrid gestuurd, Floris de Montmorency, Baron de Montigny en daarna ook de Markies van Berghes. Zij zullen nooit meer terugkeren.

Hierna lopen de spanningen in Antwerpen hoog op, de gouverneur roept Willem van Oranje bij zich en geeft hem het bevel de zaken weer gauw op orde te brengen. Hij volgt het op, zij het met tegenzin, en de rust keert terug in de stad. De Prins van Oranje, Graaf Egmond en de Graaf van Hoorne keerden terug naar Margarita de Parma met de vraag om meer vrijheid voor het volk. Zij meld het aan haar broer, maar Felipe II is niet van gedachte te veranderen en stuurt een brief naar de Paus om deze op de hoogte stellen over zijn ideeën hieromtrent:
…………kan Zijne Heiligheid garanderen dat voor het leiden van deze geringste zaak ten koste van de godsdienst of de dienst van God, verlies ik liever al mijn Staten of 100 keer mijn leven, wat ik overigens niet denk dat dat zal gebeuren, dan Heer te zijn over deze ketters……. |
Voordat dit bericht doordrong in Vlaanderen, was er een groep calvinisten die op 14 augustus ongecontroleerd de belangrijkste kerk van Sint-Omer bestormde. Deze opstand breidde zich uit naar Ieper, Kortrijk, Valenciennes, Doornik en Antwerpen. Felipe II riep de Baron van Montigny bij zich en liet deze weten dat hij de Raad van State van Spanje bijeen zou roepen. Op 29 oktober 1566 kwamen de koning en zijn adviseurs: Eboli, Alba. Feria, kardinaal Espinosa, Don Juan Manrique en de Graaf van Chinchón bijeen, samen met de minister van buitenlandse zaken Antonio Pérez en Gabriel Zayas. Men kwam overeen dat er handelend opgetreden zou worden, en ondanks de verschillen in de manier waarop, besloot de vorst dat er deze keer geweld gebruikt zou worden. Daarop stuurde Felipe II de reeds geduchte hertog van Alva om de orde op zaken te stellen. Dit leidde in eerste instantie tot een confrontatie tussen Prins Don Carlos en de hertog omdat, hij als erfgenaam, zich opzij geschoven voelde.

Op 28 augustus kwam Alva aan in Brussel. Hij ging zijn leger voor en leidde hen de stad in en al snel trof hij de inwoners met harde repressies. Hij stelde de opstandige graven van Egmond en Hoorne terecht, waarop Margarita van Parma uit protest aftrad en naar Italië vertrok, waarna Alva tot landvoogd werd benoemd. De graven werden op 5 juni 1568 op de markt in Brussel onthoofd. Willem van Oranje ontsnapte ternauwernood naar Duitsland, net als vele andere edelen. De combinatie van enerzijds militaire en godsdienstige repressie en anderzijds een verzwaring van de belastingen (de ‘Tiende penning’) verhardde de tegenstellingen alleen maar. Vele katholieken keerden zich zelfs tegen het bewind. Vanaf 1568 was de Nederlandse Opstand een feit en zou uitlopen op de Tachtigjarige Oorlog. Veldslagen volgden elkaar op in Oosterweel, Heiligerlee en Jemmingen en een Slag op de Zuiderzee met de Watergeuzen. De watergeuzen hadden van Willem van Oranje kaperbrieven gekregen en namen in 1572 Den Briel in. Ook Vlissingen viel in handen van de opstandelingen, die daar een naaste adviseur van Alva in het openbaar ophingen. Een moordpartij in Mechelen door Spaanse troepen in oktober 1572 bracht de Zuidelijke Nederlanden weer enigszins in het gareel, maar gelijksoortige maatregelen in Naarden en Zutphen (nov./dec. 1572) hadden het tegengestelde effect in de noordelijke Nederlanden. In 1573 werd Haarle door de Spanjaarden ingenomen en zwaar gestraft, maar Alkmaar doorstond in dat jaar een beleg. In december van dat jaar werd Alva ontslagen als landvoogd, officieel om gezondheidsredenen. Hij had inderdaad een zwakke gezondheid, maar het was duidelijk dat de missie, orde op zaken stellen, niet gelukt was. Felipe II zocht naar oplossingen door Luis de Zúñiga y Requesens, Juan van Oostenrijk (overleed in 1578) en Alessandro Farnesio de katholieke zuidelijke provincies tot de Unie van Atrecht te brengen, gezien de protestante de Unie van Utrecht hadden gevormd. Niet alleen de strijd in de Nederlanden maar ook de toenemende spanningen met Engeland en de voortdurende invasiedreiging van Ottomaanse zijde legden een forse druk op de staatskas. Gedurende deze jaren zou Spanje enkele malen bankroet verklaard worden. Achterstallige betaling van soldij aan zijn soldaten leidde op 4 november 1576 tot een rampzalige plundering van Antwerpen, die bekend geworden is als de Spaanse Furie. De anti-Spaanse sentimenten in de Nederlanden werden hierdoor aanzienlijk versterkt, ook onder katholieken. Willem van Oranje kon daardoor op 8 november van dat jaar een groot politiek succes boeken, de Pacificatie van Gent, die zijn ideaal van bestuurlijke eenheid van de Nederlanden op basis van godsdienstvrijheid dichterbij bracht.

De nieuwe landvoogd Juan van Oostenrijk, die inmiddels De Requesens was opgevolgd, bereikte een moeizaam compromis met de bij de pacificatie verenigde gewesten in de Unie van Brussel. De eenheid onder de gewesten en het compromis met de nieuwe landvoogd bleken slechts tijdelijk. Twee jaar later bracht landvoogd Don Juan de opstandige gewesten een verpletterende nederlaag toe in de Slag bij Gembloers. Daarna boekten de resterende opstandige gewesten op 1 augustus 1578 in de Zuidelijke Nederlanden nog een redelijk succes in de Slag bij Rijmenam, omdat de Spanjaarden nog steeds wanhopig krap bij kas zaten. Bovendien overleed Juan van Oostenrijk datzelfde jaar op 31-jarige leeftijd. In 1579 vielen de Noordelijke – en de Zuidelijke Nederlanden toch weer uiteen in de protestantse Unie van Utrecht en de katholieke Unie van Atrecht.

Op 26 juli 1581 braken de Staten-Generaal van de provincies Brabant, Gelderland, Zutphen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen, en Utrecht de relatie met de koning van Spanje door het Plakkaat van Verlatinghe, het was de bedoeling Prins Frans van Anjou tot hun soeverein aan te stellen en zo Frankrijk als bontgenoot te werven. Zijn katholicisme was moeilijk te aanvaarden en er ontstonden competentiekwesties tussen de Franse prins en de Staten Generaal. Nadat een “feestelijke intocht” van Anjous troepen in Antwerpen uitliep op de Franse Furie vertrok hij weer (1583). Maar Felipe had ondertussen niet stil gezeten en stelde Alessandro Farnesio op als gouverneur der Nederlanden. Hij moest een tegenoffensief beginnen en de gehoorzaamheid aan de koning van Spanje herstellen. Dat lukte in een groot deel, vooral na het beleg van Antwerpen. Maar er waren er ook velen die zich aansloten bij Maurits van Nassau. Felipe benoemde na het overlijden van Juan van Oostenrijk een nieuwe landvoogd: de zoon van Margaretha van Parma, Alessandro Farnesio, die hertog van Parma zou worden. Deze bleek een bekwaam veldheer te zijn die een lange reeks militaire successen tegen de noordelijke Nederlanden boekte. Spanje kreeg in 1580 Portugal en de bijbehorende koloniën in bezit, waardoor het met de Spaanse financiën weer wat beter ging. In 1585 werd de deling van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden bezegeld door Parma’s inname van Antwerpen en de daarop volgende blokkade door de Noordelijke Nederlanden van de Westerschelde en de massale migratie van protestanten naar het noorden.

Willem van Oranje de inspirator van deze Opstand, op wiens hoofd Felipe een prijs had gezet, werd door Balthasar Gerards vermoord. Daarna zochten de opstandelingen in alle armoede aansluiting bij Engeland en gingen zelfs zover dat zij koningin Elizabeth de soevereiniteit over de noordelijke Nederlanden aanboden. Zij was tenminste protestant en was vanaf 1585 ook in oorlog met Spanje. Zij schrok daarvoor terug, want dit zou de oorlog nog verder doen escaleren, terwijl de Nederlandse opstandelingen als bondgenoten niet veel voorstelden. Zij stuurde in 1587 wel haar vertrouweling Robert Dudley, graaf van Leicester, om de leiding te nemen. Hij was dan wel protestant, maar evenals Frans de Anjou liep de samenwerking stuk op de machtsvraag. De noordelijke Staten-Generaal konden het dilemma tussen het binnenhalen van een machtige bondgenoot en het verlies van soevereiniteit niet oplossen en gingen dus maar alleen verder; Johan van Oldenbarnevelt werd de politieke leider van de Opstand, de jonge prins Maurits van Oranje de militaire. In de jaren 1590 maakte prins Maurits en Oldenbarnevelt gebruik van de versnippering van de Spaanse macht (door interventie in de Franse Hugenotenoorlogen) dat de oorlog een definitieve wending gaf. Aan het eind van de 16de eeuw kon Spanje ten noorden van de grote rivieren geen serieuze bedreiging meer voor de Opstand vormen. Op 6 mei 1598, het jaar van zijn dood, tekende Felipe II de Akte van Afstand, waarmee hij zijn dochter Isabella van Spanje (Isabel Clara Eugenia de Austria) en haar man groothertog Albrecht van Oostenrijk (Alberto de Austria) het land voogdijschap der Nederlanden als bruidsschat meegaf, hoewel dit in feite slechts de Zuidelijke Nederlanden betrof. Deze akte was overigens geen afstand van soevereiniteit; de Spaanse koning bleef de bevoegdheid houden opvolgers voor de landvoogdij te benoemen.
Oorlog in Engeland
Na de dood van Mary Tudor in 1558 was de verhouding met Engeland steeds verder verslechterd; niet alleen wilde Elizabeth I van Engeland niet met hem trouwen, zij bevorderde ook het protestantisme in haar eigen land; bovendien eisten Engelse kapers een zware tol van de Spaanse scheepvaart op de koloniën. De katholieke Schotse koningin Mary Stuart was door Mary Tudor in haar testament aangewezen als haar opvolger op de Engelse troon. Maria Stuart werd ook door Felipe geschikt geacht om Elizabeths troon erbij te nemen. Zij kwam echter in eigen land ten val vanwege haar rampzalige keuze van huwelijkspartners en moest daarom in 1568 naar Engeland vluchten en bescherming vragen aan haar aartsrivale Elizabeth. In 1585 brak de Spaans-Engelse Oorlog uit, waarvan noch Felipe noch Elizabeth het einde zouden meemaken. Deze oorlog werd aanvankelijk vooral ter zee uitgevochten.

De executie van Mary Stuart, op 8 februari 1587, in opdracht van Elizabeth vanwege staatsgevaarlijke intriges, alsmede Elizabeths steun in dat jaar aan de Nederlandse Opstand, deed hem in 1588 besluiten de zogenaamde “Grande y Felicísima Armada” (de Grote en Gelukkige Zeevloot, in de zwarte legende, de onoverwinnelijke zeevloot) te sturen. Hij zou met deze vloot, eerst de Hertog van Parma met zijn leger ophalen uit de Zuidelijke Nederlanden. Dit leger had hij nodig om een invasie plegen in Engeland. Na een geslaagde landing zou het Engelse landleger weerloos zijn tegen zo’n overmacht. De Armada leed echter door ongunstige storm, en een ineffectieve tactiek van een onervaren admiraal en weinig geoefende kanonniers een nederlaag in de Slag bij Grevelingen en kon niet eens Parma’s troepen laten inschepen. De hele onderneming liep uit in een totale vernedering voor Spanje.
Ook de problemen met de Engelse piraterij die sinds 1560 zijn Spaanse galjoenen uit Amerika steeds beroofden, waren desastreus voor Spanje. Eerst werden deze piraten nog op de Atlantische Oceaan en in het Caribisch gebied bevochten. Als hij Engeland had kunnen verslaan was ook dit probleem opgelost.

Van deze invasie in Engeland kwam dus niets terecht en hoogstens een derde van zijn schepen en manschappen keerde, na een rampzalige tocht om Schotland en Ierland terug naar Spanje. Elizabeths positie was in haar eigen land door deze externe dreiging sterker dan ooit. Felipe nam de verantwoordelijkheid voor deze mislukking op zichzelf en strafte zijn bevelhebbers nauwelijks. Hij zag de nederlaag als Gods straf voor zijn slechte levenswandel. Ook in Engeland en in de Nederlandse Republiek werd Gods hand hierin gezien. Er werden herdenkingspenningen geslagen met het opschrift: ‘Gods adem heeft hem verstrooid’. Twee andere invasievloten, in 1596 en 1597, bereikte door slecht weer evenmin hun doel. Door het falen van deze kregen de Britten en de Nederlanders meer vrijheid met hun handel en daarmee meer mogelijkheden om hun vijand op meerdere fronten aan te vallen, zoals de aanval op de Spaanse haven in Cadiz (1596) waarbij de Engelse de daar gelegen vloot totaal afbrandde, maar ook de Engelse kolonisatie van Noord-Amerika. Er zijn vele (zee)slagen uitgevochten tussen Engeland en Spanje. Aan het eind van deze oorlogen was er eigenlijk alleen heel veel verloren. Ondertussen plunderde de Britten de Spaanse bezittingen maar ze kregen het niet voor elkaar om vaste voet te krijgen in Amerika. Daar staat tegenover dat het de Armada niet lukte om een invasie in Engeland te forceren. Hij (Felipe) wist een aantal Engelse aanvallen af te slaan waarbij de Spaanse kapers vele tonnen handelswaar en Britse schepen veroverde. De Engelse, of de piraten (kapers) in Engelse dienst, zien hun aanvallen meestal mislukken en anders blijven de verliezen aan Spaanse kant verwaarloosbaar. En zeker als we kijken naar de Britsen Armada, ook wel Contra Armada genaamd, ook deze liep uit op een mislukking. De situatie weer in evenwicht gebracht doordat Felipe III en de opvolger van Elizabeth I, James I in 1604 het Verdrag van Londen ondertekende. Een aantal van de expedities vielen onder zijn bevel. Bij een van deze aanvallen zette hij met zijn leger voet aan wal in Zuid-Engeland of Ierland (De Slag om Cornwall: Carlos de Amésquita landde in 1595 in Zuid-Engeland).
Felipe drong aan op versterking van zijn eskader, hij geeft in 1591 opdracht voor twaalf nieuwe galjoenen, de gereconstrueerde ruggengraat van zijn vloot heeft nu negentien van deze schepen, waaronder drie nieuwe, twee veroverde Engelse, en vier oudere schepen van de Portugese […] Alonso de Bazán, broer van de overleden Álvaro de Bazán, strijd tegen Thomas Howard met een vloot van 55 zeilschepen, hij kon de Engelse beetnemen tussen Punta Delagada en Punta Negro […] De Engelse vluchten, maar het galjoen Revenge […] is aangeschoten en wordt meegenomen […] In 1595 (de Engelsen) nemen uiteindelijk de beslissing dat Panama hun thuishaven wordt […] met een vloot van 28 schepen. Maar de zaken gingen niet goed voor de piraten […] Op bevel van Drake, marcheren ze Panama binnen, en maken daar een eind aan het leven van Sir Francis […] Na een aantal perikelen slagen er slecht acht schepen in om thuis terug te keren. Na het Engelse tegenoffensief land Carlos de Amezquita met zijn troepen op de kust van Cornwall […] Hij zaaide paniek in Penzance (stad in het Britse graafschap Cornwall) en andere nabijgelegen plaatsen en trok zich weer terug. […] Víctor San Juan. La batalla naval de las Dunas. 2007. (págs. 66 y 67) |

Een aantal literaire werken, maar ook in enkele films laat men zien dat er een grote druk werd veroorzaakt door de continue Engelse en Franse piraterij. De Spaanse staatskas kwam hierdoor ernstig in de problemen. Met zijn enorme Rijk viel er veel te verdedigen en daar werden alle scheepsladingen van het Amerikaanse goud, en het grootste deel van de belastingen aan besteed. Uit onderzoek bleek ook dat de piraten aanvielen met enkele tientallen kleine scheepjes, waarop enkele honderden piraten zaten. In het begin konden deze scheepjes, de confrontatie met de Spaanse galjoenen niet aan, zij moesten zich met hun kleine boten aanpassen of uitwijken voor de vloot.
En vervolgens bleek er uit een volgend onderzoek dat er in de 16e eeuw niet één piraat of kaper er in is geslaagd om een galjoen te doen zinken. Bovendien van de ongeveer 600 vrachtvloten van Spanje (twee paar jaar en dat 300 jaar lang) bleken er slechts twee in de vijandelijke handen te zijn gevallen en beide keren waren het de Mariniers die muiterij pleegden en niet de kapers die het schip veroverde.
Bovendien, had men in de laatste decenias een verfijnt escorte systeem dat op slimme wijze de meeste aanvallen, van de kapers, op de Amerikaanse vloot verijdelde: de boekaniers expedities van Francis Drake, Martin Frobisher en John Hawkins aan het begin van het decennium (1590) werden allen verslagen.
Annexatie van Portugal

In 1580 ontstond in Portugal een opvolgingsprobleem, omdat de koninklijke familie van Portugal uitstierf. Felipe’s moeder was een Portugese prinses en Felipe benoemde zichzelf op grond daarvan tot koning van Portugal. Dit werd in eerste instantie door de Portugese bevolking niet geaccepteerd, waardoor Felipe II overging tot een invasie en bezetting van het land. Hij zette met succes de toen al oude ‘ijzeren hertog’ van Alva voor de laatste maal in. Portugal zou 60 jaar deel uitmaken van het Spaanse Rijk. De annexatie van Portugal leverde nieuwe koloniën en rijkdommen op, Waardoor de financiële problemen van Felipe enigszins verlicht werden.
Oorlogen met Frankrijk
Felipe handhaaft de oorlog met Frankrijk, omdat de Franse de Vlaamse rebellen ondersteunen, hij behaalde een grote overwinning bij de Slag van San Quentin, welke werd uitgevochten op 10 augustus 1557, ter herinnering hiervan vieren we het feest van San Lorenzo en werd het klooster van El Escorial gebouwd. Het grondplan heeft de vorm van een rooster wat het martelaarschap van de heilige symboliseert (1563 – 1584). In dit monumentale, sobere paleis wat overigens het grootste in zijn tijd was, werd toen ook wel het achtste wereldwonder genoemd. In de Koninklijke Crypte liggen, vanaf die tijd, bijna alle Spaanse Koningen en hun familie leden dicht bij elkaar. Na deze overwinning op de Fransen volgde nog een latere beslissende overwinning in de Slag van Grevelingen, in 1558. Na deze daverende successen tekenen de Spanjaarden de Vrede van Cateau-Cambrésis 1559, het verdrag waarin de Spaanse suprematie over de Latijns-Amerikaanse gebieden door Frankrijk wordt erkend. Maar ook de Spaanse belangen in Italië werden erkend en er werd overeengekomen tot een huwelijk met Isabel de Valois, waardoor zij Koningin van Spanje werd. Vanaf 1568 bleven de Fransen echter steun geven aan de Franse Hugenoten in Vlaanderen..
Aan het eind van de Italiaanse oorlogen in 1559 is het Huis van Oostenrijk erin geslaagd om zich hier te vestigen als de leidende wereldmacht ten koste van Frankrijk. De Italiaanse staten die gedurende Middeleeuwen en de Renaissance een onevenredige macht verzameld hadden, zagen dat hun politieke en militaire gewicht afnam ten opzichte van de secundaire machten waardoor een aantal van deze staten verdween.
In 1582 versloeg Álvaro de Bazán, de beste zeeman uit zijn tijd, een vloot van Franse zeerovers in de Slag van Ponta Delgada, waarbij voor het eerst in de geschiedenis de scheepsinfanterie werd gebruikt als landingstroepen op het strand. Dit was een verdere ontwikkeling van datgene waarmee zijn vader Carlos I was begonnen, het was het begin van het Korps Mariniers.
In 1590, profiteerde de koning van Frankrijk van de dood van kardinaal van Bourbon, door gebruik te maken van de Katholieke Liga. Felipe II greep in in de Franse godsdienstoorlogen tegen Henri IV van Frankrijk. In de Staten-Generaal van 1593, bijeengeroepen door de Hertog van Mayenen, als tegenstander van Hendrik IV, weigerde men Isabel Clara Eugenia, dochter van Felipe II, te erkennen als koningin van Frankrijk, dat door Hendrik IV gebruikt werd om zich te bekeren tot het katholicisme. De houding en hoop van Felipe II vervloog nadat men gekomen was tot de Vrede van Vervins (1598), waarin de vrede van Cateau-Cambrésis wordt hersteld.
Interventie in Frankrijk
Vanaf augustus 1589 mengde Spanje zich in de Hugenotenoorlog in Frankrijk, omdat daar de protestant Hendrik III de Navarra zich na de moord op Hendrik III van Frankrijk als wettig erfgenaam had uitgeroepen tot koning Hendrik IV van Frankrijk en Parijs belegerde. Felipe roept zijn beste veldheer, Alessandro Farnesio, de Hertog van Parma, op uit de Nederlanden om Parijs te ontzetten. Dat deed hij ook, maar raakte daarbij gewond en stierf te Aldrecht in 1592. De Opstand heeft hij dus nooit meer kunnen bestrijden. Het zou tot 1600 duren voordat Spanje in de Nederlanden een veldheer van vergelijkbare statuur kon inzetten in de persoon van Ambrogio Spinola. De interventie in Frankrijk verlichtte dus de druk op de Nederlanden, waar vanaf 1590 Maurits van Oranje zich ontwikkelde tot bekwaam veldheer en het tij van de Tachtigjarige Oorlog definitief keerde. De Engelsen steunden de protestanten in Frankrijk, vanwege hun eigen conflict met Spanje. Felipe schoof in 1593 zijn eigen dochter Isabella van Spanje, die een Franse moeder had, naar voren als pretendent voor de Franse troon. Dit viel echter in slechte aarde bij de Staten Generaal, bijeengeroepen door de Hertog van Mayene en tegenstander van Hendrik IV die zich enkele maanden daarna zou bekeren tot het katholicisme om zich aanvaardbaar te maken voor het koningschap. Zodoende kon hij het binnenlandse religieuze conflict omzetten in een bilateraal conflict met Spanje. In 1595 verklaarde hij openlijk de oorlog. De positie en hoop van Felipe II vervloog in 1598 toen met de Vrede van Vervins, alles wat bereikt was met de Vrede van Cateau-Cambrésis, te niet werd gedaan. In Frankrijk werd met het Edict van Nantes een religieus compromis bereikt, waarmee een eind kwam aan de Hugenotenoorlogen. Daarmee kwam ook een eind aan de Spaanse en de Engelse interventie. Het was ook het jaar waarin Felipe II zou overlijden.
Expansie aan de Atlantische – en Stille Oceaan

Felipe gaat verder met de uitbreidingen op Amerikaanse bodem en voegt ook de Filipijnen toe aan zijn rijk. Miguel López de Legazpi(1565 – 1569) had de eilanden in bezit genomen en noemde ze naar Felipe II, de Filippijnen. Ook Engeland, Nederland en Portugal begeerde deze archipel en was het tot 1565 niet gegarandeerd dat het ingelijfd zou worden door Spanje. Totdat Miguel Lopez de Legazpi door de onderkoning van Nieuw Spanje gestuurd was om er de eerste Spaanse nederzetting op Cebu te bouwen. In 1571 sticht Legazpi zelf de hoofdstad Manilla op de archipel. Zodra men de gunstige oceaanstromingen en winden heeft ontdekt tussen Amerika en de Filippijnen begint men met het opzetten van een reguliere vlootroute tussen Manilla en Acapulco, Mexico, die bekend staat als de Galeón de Manila. Ook Florida werd in 1565 gekoloniseerd door Pedro Menéndez de Avilés, hij sticht daar St. Augustine en verslaat ook nog snel even de Franse kapitein Jean Ribault en 150 man die daar een bevoorradingspost op Spaanse grond wilde vestigen. St. Augustine werd al gauw de strategische uitvalhaven voor de verdediging van de Spaanse schepen die, afgeladen met goud en zilver, terugkeerde uit Amerika.

Tussen 1563 en 1574 ontdekt Juan Fernández, voor de kust van het huidige Chili, een aantal eilanden in de zuidelijke Stille Oceaan. Hij gaf zijn eigennaam aan de eilanden groep, die dus later bekend stond als de Juan Fernández-archipel. De eerste Europeanen die aankwamen bij de eilanden, die we nu kennen als Nieuw Zeeland, waren waarschijnlijk tijdens een expeditie van Juan Jufre samen met Juan Fernández naar Oceanië, waar zij per toeval, aan het eind van 1576, Nieuw Zeeland voor Spanje ontdekte. Deze gebeurtenis is gebaseerd op archeologische vondsten, gevonden in grotten hoog boven op het North Island, een document aan Felipe II (en enkele helmen Spaanse stijl).
Men denkt zelfs dat China door de conquistadores tijdens zijn bewind is veroverd voor het Spaanse Rijk. Zoals blijkt uit een brief van de gouverneur en de aartsbisschop van de Filipijnen waarin beiden verklaren dat zij gevraagd worden 5.000 man en 30 schepen naar China te sturen, die Hernán Cortés in Mexico had. Felipe II heeft de brief echter nooit beantwoord.
Ook in Afrika breiden de domeinen zich uit. Mazagán werd opgenomen in het imperium van Portugal, net als Casablanca,Tánger, Ceuta en het Isla Perejil. Men heroverde Peñón de Vélez de la Gomera op de Arabieren door Garcá Álvarez de Toledo, markies van Villfrance del Bierzo en onderkoning van Cataluña. Bovendien, door de annexatie van Portugal werden daar ook de aziatische koloniale gebieden als, Macao, Nagasaki en Malaca aan toegevoegd.
Binnenlandse politiek
Tijdens zijn bewind kreeg hij te maken met veel interne problemen, waaronder: zijn zoon Carlos, zijn secretaris Antonio Pérez en de oorlog van de Alpujarras. Hij maakte ook een einde aan de protestantse centra in Spanje, die zich voornamelijk in Valladolid en Sevilla bevonden.
Prins Carlos (1545 – 1568) en het dynastieke probleem

Prins Carlos werd geboren in 1545, zoon van Felipe II en zijn eerste vrouw Maria van Portugal met wie hij twee jaar eerder was getrouwd. Zij stierf 4 dagen na de geboorte van haar zoon. Zijn zoon had veel problemen, kenmerkend waren zijn mentale onbalans zijn zwakke gestel en de altijd aanwezige ziekelijke tint, wat hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt werd door de incest welke veelvuldig voorkwam in deze kringen, en vooral bij de Habsburgers. Hij had maar vier overgrootouders in plaats van acht, en maar zes betovergrootouders in plaats van zestien. Hij werd opgeleid aan de universiteit van Alcalá samen met de halfbroer van Felipe, Don Juan de Austria. Hij spande samen, zonder enige geveinsdheid, met de Vlaamse rebellisten tegen zijn vader. Na deze en andere schandalen, zoals het en public neersteken van de Hertog van Alba, werd hij door zijn eigen vader gearresteerd en kreeg hij huisarrest. Naderhand werd hij overgebracht naar het Kasteel van Arévalo waar hij in 1568 aan een totale waanzin en aan hongerdood stierf (hij weigerde te eten). Deze vreselijke gebeurtenis was een punt in het leven van de monarch dat hem persoonlijk diep raakte.

Uit zijn tweede huwelijk met Maria I van Engeland verkreeg hij geen kinderen, maar bij zijn derde huwelijk met Isabel de Valois kreeg hij twee dochters, maar ook zij stierf in 1568. Felipe II was op dat moment 41 jaar, weduwnaar en zonder een mannelijke nakomeling. Het was een van de slechtste jaren voor Felipe II: een persoonlijke tragedie, opstand in Nederland en de Alpujarras, de onstuitbare opmars van de protestantse en de calvinistische ketterij in Frankrijk en Centraal-Europa, de Berberse piraterij en de opleving van de Ottomaanse dreiging na de mislukte belegering van Malta en de dood van Süleyman I de Grote.
In 1570, trouwde Felipe II met een dochter van zijn neef, keizer Maximiliaan II, Ana de Austria, het was zijn vierde huwelijk. Uit dit huwelijk kreeg Felipe 4 zoons en een dochter. Van deze vijf kinderen bereikte alleen Felipe III (14 april 1578 – 31 maart 1621) de volwassenheid. Als zijn probleem van nakomelingen is opgelost sterft Anne van Oostenrijk in 1580. Daarna trouwt Filips II nooit meer.
De opstand in de Alpujarras (1568 -1571)
Pedro de Deza, president van de Koninklijke Kanselarij te Granada, verkondigd in 1567 de Pragmatische sancties in opdracht van Felipe II. De pragmatische sancties waren gedragsregels met als doel de Moren, of in ieders geval hun ideeën uit Spanje te bannen. Het edict beperkte de religieuze, taalkundige en culturele vrijheden van de Moorse bevolking. Dit leidde tot een opstand van de Moren van Alpujarras waarbij Juan de Austria aangesteld werd om deze de kop in te drukken.
De crisis van Aragón (1590 – 1591) en Antonio Pérez

Antonio Pérez uit Aragón, was secretaris van de koning tot 1579. Hij werd gearresteerd voor de moord op Juan de Escobedo, een vertrouweling van Don Juan van Oostenrijk, en hij was betrokken bij een samenzwering tegen de koning terwijl hij een groot vertrouwen had van Felipe II. De relatie tussen Aragón en de kroon was sinds 1588 enigszins verslechterd door het ‘Pleito del virrey extranjero‘ (de twist met de buitenlandse onderkoning) en de problemen met het strategisch gelegen graafschap Ribagorza. Toen Antonio Pérez ontsnapte uit Zaragoza en bescherming kreeg van Aragonese machthebbers, probeerde Felipe II hem te vervolgen middels het tribunaal van de Inquisitie en zo de Aragonese justitie te omzeilen (de Aragonese Justitia Mayor was in theorie onafhankelijk van de koninklijke macht). Dit leidde tot een opstand in Zaragoza, waarop Felipe II het geweld verminderde.
Bestuurlijke hervormingen
Zijn vader, Karel V (Carlos I de España), regeerde als een keizer, en als zodanig was Spanje, en vooral Castilla een bron van militaire – en economische middelen die gebruikt werden voor het voeren van verre oorlogen van strategische aard. Dit was moeilijk te rechtvaardige, aangezien dit een reactie op zijn persoonlijke ambitie was (en nog meer de ambities van het Huis van Habsburgers). Dit waren zeer dure oorlogen waarbij veel technologische innovaties werden doorgevoerd. Deze oorlogen werden onderhouden met Spaanse fondsen en rijkdommen vanuit Amerika de direct werden doorgesluisd naar Nederlandse, Duitse en Genuese bankiers, zonder enig profijt voor Spanje zelf.

Felipe II was net als zijn vader een absolutistische koning, die doorging op de weg die zijn vader was ingeslagen, met dezelfde structuur van zijn imperium en met behoud van de autonomie voor de verschillende delen van het Rijk. Maar hij regeerde als een nationale koning, Spanje en vooral Castilla waren het middelpunt van het imperium, met zijn bestuur gevestigd in Madrid. Felipe II bezocht nauwelijks gebieden buiten het schiereiland en was bang om de gebieden te laten regeren door onderkoningen. Daar week hij af op de strategie van zijn vader, want hij was bang om dezelfde fout te maken als zijn vader die doordat hij vaak afwezigheid was er dikwijls opstanden ontstonden onder de burgers, misschien kwam dit omdat Karel V pas op hoge leeftijd Spaans leerde, en Felipe zich een echte Spanjaard voelde.
Hij veranderde Spanje in het eerste moderne koninkrijk, hij realiseerde hydraulische hervormingen (de dam van Monnegre) in die tijd uniek in Europa en beroemd over de gehele wereld) hij hervormde het wegennet, er kwamen herbergen langs de wegen. Hij veranderde het bestuur van Spanje, op een manier die voorheen onbekend was. Van de bestuurders van de overheid werd verwacht dat ze een universitaire opleiding hadden genoten. En vooral universiteiten van Alcalá en Salamanca hadden de voorkeur. De adel behield de bestuurlijke functies, maar in kleinere hoeveelheden. Opmerkelijke voorbeelden van zijn nauwgezette bestuursveranderingen zijn:
-
-
- In 1561 besloot Felipe II om de zetel van het Hof te verplaatsen naar Madrid, de eerste permanente hoofdstad van de Spaanse monarchie. Sindsdien, met uitzondering van een korte periode (1601 – 1606), tijdens het bewind van Felipe III, die de hoofdstad tijdelijk verplaatste naar Valladolid. Daarna was Madrid altijd de hoofdstad van Spanje.
- La Grande y Felicisima Armada of de Armada Invencible (De Grote Gelukkige Zeevloot of de Onverslaanbare Zeevloot), de naam die het verkreeg door de kleine scheepsjongen, terwijl de Britten er geen idee van hadden, ze wisten ook niet hoe groot deze vloot wel was.
-
Verschillende soldaten van de Tercios. Het infanterieregiment de beste militaire eenheden in zijn tijd. Gecreëerd door zijn vader, Carlos I, droegen bij aan de overwinningen Felipe II tegen de Fransen, de Engelse en de Nederlanders. Zij waren bedreven in tactiek, zoals het beleg van Antwerpen (1584 – 1585).
- Niet alleen de beste soldaten maar ook de beste generaals diende in Spanje zowel op land als op zee. Markant waren bijvoorbeeld Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel, de Hertog van Alba, Alejondro Farnesio, de Hertog van Parma, Álvaro de Bazán en Juan van Oostenrijk.
- Militaire innovaties in elk opzicht. Zo verschijnen er voor het eerst de haak(bus)schutters (haakbus = handkanon) en musketiers, die samen met de piekeniers en de cavalerie vochten. Ook beschikte de artillerie over bronzen of gietijzeren kanonnen, middel grote kanonnen en van culebrinas (een zwaar stuk geschut dat zowel door de artillerie als op schepen gebruikt werd) tot Falconetes (lichte lange kanonnen met een kaliber van 5 tot 7 cm. zeer wendbaar, gebruikt op schepen). En als we kijken naar het tactisch aspect, wordt er veel gebruik gemaakt van verrassingsaanvallen in de nacht (Encamisada). Bij een belegering gebruiken de infanteristen verschansingen en loopgraven, ze omsingelen de plek (stad) en brengen kanonnen in stelling en brengen mijnen aan op de muren. Altijd wordt er een van de squadrons in reserve gehouden om elke poging om het beleg te doorbreken met een tegenaanval neerslaan.
- Op zee wordt er met nadruk gekeken naar het massaal gebruik van galjoenen, maar ook de combinatie van grootte en tuigage (zeilen) en de mogelijkheid van het vervoer van wapens en troepen, om ze zo ideaal mogelijk te maken voor de lange oceaan reizen. De mogelijkheid om vrachtschepen met vuurkracht te combineren waarbij de nieuwe technieken van oorlogsvoering op zee worden toegepast, waardoor de schepen zwaarder worden door hun bewapening.
- Carlos I kwam op 27 februari 1537 als eerste met het idee om mariniers op de galeien van de Middellandse Zee en de oude compagnieën van Napels te plaatsen. (Historisch dienden mariniers aan boord van oorlogsschepen, waar zij andere schepen enterden en voor de discipline aan boord zorgden). Het was echter Felipe II, die het toenmalig concept omzette door deze troepen ook echt landingen te laten uitvoeren.
- Hij spendeerde veel geld om het beste spionnennetwerk op te zetten. Het is bekend dat deze geheime diensten gebruik maakte van onzichtbare inkt en microscopisch klein schrift. Bernardino de Mendoza, was militair, ambassadeur en hoofd van de geheime diensten in verschillende regio’s van het Spaanse Rijk onder Felipe II. Hij was gedurende deze periode als ambassadeur gestationeerd in Parijs. Een van de belangrijkste acties toegeschreven aan deze voorvader van de huidige geheime diensten, was de moord op Willem van Oranje door Balthasar Gerards.
- Het aanleggen van de Caminos Español (Spaanse wegen). Routes over land om geld en troepen te vervoeren vanuit Spanje naar Italië en naar de Spaanse Nederlanden.
- De Handel met Amerika staat onder strenge controle. De wet schrijft voor dat er alleen gehandeld kan worden met de Spaanse bezittingen via de Spaanse havens. Eerst was dat alleen in Sevilla maar daar kwam Cadiz naderhand bij. Engeland, Nederland en Frankrijk probeerde om dit monopolie te doorbreken maar het duurde meer dan twee eeuwen voordat zij succes hadden. Dankzij dit monopolie werd Spanje het rijkste land van Europa. Deze rijkdom werd vooral ingezet voor oorlogen tegen het protestantisme in Midden- en Noord-Europa. Maar het veroorzaakt ook een massale inflatie in de 16e eeuw die de Spaanse economie vrijwel geheel vernietigd.
- Felipe communiceert bijna dagelijks met zijn ambassadeurs, onderkoningen en ambtenaren verspreidt over het rijk via een systeem van boodschappers. In minder dan drie dagen weten zijn elk deel van het schiereiland met elkaar te verbinden en Nederland weten ze binnen een dag of acht te bereiken.
- In 1566 zorgde hij voor een monetaire hervorming door de waardeverhoging van de Escudo te stoppen, door verschillende waardes van de Vellón (Franse munt, mengsel van koper en zilver) in omloop te brengen.
- In 1567 geeft Felipe II opdracht aan Jerónimo Zurita y Castro alle documenten van de staat Aragón en Italië met die van Castilla bijeen te brengen in het kasteel van Simancas en creëert daarmee een van de grootste nationale archieven uit die tijd.
-

Het regeren via de verschillende Raden (Consejos), ooit opgezet door zijn vader, vormde de ruggengraat van zijn manier van regeren. Het belangrijkste orgaan was de Raad van Staten (Consejo de Estado), waarvan de koning de president was. De koning communiceerde voornamelijk door middel van overleg met zijn Raden. Een document bevat het standpunt van de Raad, over een door de koning aangevraagd onderwerp. Ook waren er zes regionale Raden: Castilla, Aragón, Portugal , Amerika, Italië en Nederland die uitvoerende, wetgevende en rechtelijke taken uitoefende.
Felipe II was gesteld op het advies van een zeer selecte groep van raadsheren, gevormd door de Catalaanse Luis de Requesens, de Castiliaanse Groothertog van Alba, de Baskische Juan de Idiaquez, de Bourgondische kardinaal Antonio Perrenot Granvelle en de Portugese Ruy Gómez de Silva en Cristóbal de Moura ieders met zijn eigen expertise of als leden van de raad van Staten. Felipe II en zijn secretaris waren direct verantwoordelijk voor de belangrijkste zaken, een andere groep van secretarissen waren bezig met de dagelijkse zaken. Onder Felipe II wordt de figuur van Secretaris een persoon van zeer groot belang, we vernoemen hier mensen als Gonzalo Pérez en diens zoon Antonio Pérez, kardinaal Granvelle en Mateo Vázquez de Leca. In 1586 creëerde hij de Junta Grande door belangrijke ambtenaren en gecontroleerd door de verschillende secretariaten, andere dependances waren de Militie, Bevolking, Justitie, Belasting en Voorzitters.
Financiën
Tijdens zijn bewind werd de Koninklijke schatkist tot drie keer toe failliet verklaard (1557, 1575 en 1596), hoewel dit in werkelijkheid een uitstel van betaling was, technisch gezien een goed uitgewerkte manier van moderne economie, iets dat toentertijd volledig onbekend was.

Felipe II erfde van zijn vader een schuld van 20 miljoen dukaten, en liet zijn opvolger, Felipe III, een vijfvoudige schuld na. In 1557, kort na het invoeren van de Koninklijke Macht, de kroon moest de betaling van schulden opschorten door eerst een faillissement af te roepen. Maar de inkomsten van de Kroon verdubbelde zich nadat Felipe II aan de macht was gekomen, en aan het eind van zijn regeerperiode was dit verviervoudigd. Maar ook de belasting druk voor Castilla was verviervoudigd en ook de inkomende rijkdommen uit Amerika bereikte historische waarden.
Net als bij zijn vader, lag de rijkdom van het rijk voornamelijk in Castilla en was afhankelijk van de vorderingen van de hoge rentes opgelegd door Nederlandse en Genuese bankiers. Aan de andere kant was ook Amerika belangrijk voor de inkomsten. Deze waren goed voor een tien tot twintig procent van de jaarlijkse inkomsten van de Kroon. De grootste verbruikers daarentegen waren de problemen in Nederland en de politieke situatie rond de Middellandse Zee, samen goed voor ongeveer zes miljoen dukaten per jaar.
De financiële toestand was geheel afhankelijk van de Spaanse economie. De Nederlanders waren de belangrijkste afnemers van de Castiliaanse wol, en als gevolg van het open conflict met Nederland, wordt de handel onderbroken wat resulteert in een recessie in de Spaanse economie in 1575. Als gevolg hiervan vindt er in datzelfde jaar een tweede opschorting van betaling plaats en is Spanje voor de tweede keer failliet. In 1577 gaat hij een overeenkomst aan met Genuese bankiers om te blijvend uit te betalen aan de Spaanse Kroon, maar dat tegen een zeer hoge prijs voor Castilla, dit verergerd de recessie. Dit stond bekend als El Remedio General (de Algemene Maatregel) van 1577, die bestond uit een consolidatie van schulden op lange termijn die konden uitlopen tot de duur van 70 tot 80 jaar. De schuldeisers kregen eigendomspapieren waaraan de Kroon gebonden was, het geld kwam terug met een rente van 7%. Als bovengenoemd geld opraakte werd er terugbetaald met het Amerikaanse goud, met daarbovenop een flinke borg om weer tot nieuwe liquiditeit te komen. Tussen 1576 en 1588 maakte Felipe gebruik van de financiële bemiddelaar Simon Ruiz waardoor betalingen, incasso’s en leningen door middel van wisselbrieven werden vereenvoudigd.
Voordat Felipe II aan het bewind kwam bestonden er verschillende belastingen zoals:
-
-
- La alcabala, belasting op verkopen en inkomen, lijkt een beetje op onze omzetbelasting.
- Impuesto de aduana, invoerrechten.
- La cruzada, een kerkelijke belasting ingevoerd door de Reyes Catolica en de Paus, 16e en 17e eeuw.
- El subsidio of décima, belasting op huurprijzen en grond in eigendom van de kerk.
- Impuesto sobre rentas y tierras, Inkomstenbelasting en belasting over grond.
- Tercias reales, belasting over de kerkelijke inkomsten.
- Impuestos a órdenes militares, belastingen op militaire orders?
-
Felipe verhoogd deze belastingen tijdens zijn bewindsperiode, en voegde andere belastingen toe, waaronder een belasting genaamd, el Excusado, in 1567. Het was een belastingheffing op parochies. Felipe II slaagt er in om de inkomsten voor de Kroon met 20% te verhogen, wat betekende dat enkele geestelijke dit bekritiseerde.
In 1590 stemt het Parlement in een belasting van acht miljoen dukaten in de komende zes jaar, die geïnvesteerd zal worden in de bouw van een nieuwe Marinevloot (Armada) en het schrijnende militaire beleid te verbeteren. Veel van de Castiliaanse steden hebben te lijden onder deze verdeling van de belasting gelden ook van de zwakke pogingen van industrialisatie blijf niets over. In 1597 werden de betalingen voor een derde keer opgeschort door wedermaal een faillissement af te roepen, en dat de Algemene Maatregel (Remedio General) weer terug keert. Dit veroorzaakte een gigantische schuld voor de Kroon, maar het buitenlandse politieke beleid kon dan toch doorgezet worden.
Nadat hij Castilla, dat in een zeer gespannen economische situatie zat, erfde van zijn vader, liet Felipe II Spanje op de rand van een crisis aan zijn zoon. Het leven voor de Spanjaard zelf was heel moeilijk, de bevolking gaat gebukt onder de brute inflatie. De graanprijzen, bijvoorbeeld, stegen in de laatste vier jaar van de 16e eeuw met 50 %, de belastingdruk op zowel producten als op consumenten was enorm. Vanwege de inflatie en de fiscale lasten zijn er maar weinig bedrijven en handelaars en zakenlieden (lees rijken). Deze verlaten hun bedrijf als ze de kans kregen om een adellijke titel te verwerven, want dat betekende vermindering van belastingdruk. Op zijn laatst protesteren de afgevaardigde van het parlement op de vraag van de Koning voor meer geld, zij drongen aan op terugtrekking van het leger uit Vlaanderen, vrede te zoeken met Frankrijk en Engeland en het concentreren van het machtige leger en de zeemacht zodat Spanje haar Imperium kon verdedigen. In 1598 sloot Felipe II de vrede met Frankrijk, met Vlaanderen kon hij niet tot een overeenkomst komen ook Engeland maakte het niet gemakkelijk met hun constante piraterij en vijandigheid jegens Spanje. Met Felipe III verergerde de situatie alleen maar als gevolg van de verminderde inkomsten uit Amerika, en het protest dat Castilla, de lasten van alle oorlogen niet alleen kon dragen en dat ook de andere delen van Spanje (Aragón, Napels, Sicilië, Milaan, Portugal) ook moeten bij gaan dragen aan het algemeen welzijn.
De belastingdruk in Aragón, was zeker minder fors dan die van Castilla, dat wil niet zeggen dat het daar veel beter was. Maar in dit geval, het grootste deel van deze belastingen viel niet aan de Spaanse Kroon, maar dankzij de lokale wetten, werd een deel van deze rijkdommen aan de oligarchie (regering die is gevormd uit een kleine groep rijke en invloedrijke personen die alle macht hebben) en adel van deze streek gelaten. De handel op de Middellandse Zee was sterk verslechterd door de Turkse overheersing van deze Zee. Maar Aragón, en vooral die van Cataluña hadden ook veel last van de concurrentie van de Genuese en Venetiaanse handel.
Inkomsten uit andere delen van zijn Rijk – Nederland, Napels, Milaan, Sicilië – besteed hij aan zijn eigen behoeften. De annexatie van Portugal was een grote inspanning voor Castilla, zij draaide op voor de maritieme verdediging van dit uitgestrekte rijk zonder dat Portugal iets bijdroeg aan het geheel.
De meeste historici zijn het erover eens dat de armoede aan de eind van zijn regeerperiode direct gerelateerd kan worden aan de macht van het Rijk en zijn rol als verdediger van het christendom. Tijdens het bewind van Felipe II was er nauwelijks tijd voor adempauzes in militaire zin. Tijdens zijn bewindsperiode moest hij zaken ordenen en keuzes maken als: de Turkse overheersing op de Middellandse Zee, de Nederlandse rebellie, oorlogen met Frankrijk en Engeland.
Aan het eind van zijn bewind had hij drie fronten tegelijk: Nederland, Engeland en Frankrijk. De enige macht die in staat was deze last in de 16e eeuw te dragen, was Spanje, maar wel met twijfelachtige voordelen en een hoge prijs voor haar inwoners.
Dood en bekentenissen (nalatenschap)

Vanaf zijn dood wordt hij door zijn voorstanders afgeschilderd als het archetype van de deugden en door zijn vijanden als een uiterst fanatiek en despotisch persoon. Deze tweedeling tussen de Witte of Roze Legende en de Zwarte Legende, is door hem zelf in het leven geroepen, omdat hij weigerde welke biografie van hem, tijdens zijn leven, dan ook te publiceren. Tevens gaf hij bevel al zijn correspondentie na zijn dood te vernietigen. De Angelsaksische en protestante geschiedschrijving (dus ook de Nederlandse) beschreef hem als een fanatieke, despotische, criminele, imperialistische, genocidale persoon. Zij minimaliseerde en bespotte zijn overwinningen en overdreven zijn verliezen bovenmatig. Als voorbeeld geven we hier het verlies van een groot deel van de Armada – die in werkelijkheid ‘la Grande y Felicísima Armada’, (de Grote en Gelukkige Vloot) genaamd was – het gevolg was van een zeer zware storm, dat vervolgens door de Engelse werd omgezet als een overwinning. ((Dit is een normaal fenomeen, geschiedenis wordt altijd vanuit één gezichtspunt geschreven. We hebben hier niet gekozen voor het één noch het ander en daarom vindt u hier een mix van meerdere visies. U zult zelf na moeten nadenken. Bedenk dan ook in welke periode dat deze geschiedenis zich afspeelde, de renaissance was in volle gang, er werd op een totaal andere manier naar de wereld gekeken, grote delen van Europa waren in de ban van de godsdienstwisseling, de reformatie. Spanje was het grootste rijk ooit en Europa was een broeinest van oorlogen, iets waarvan de Ottomanen gebruik probeerde te maken. De slavenhandel kwam in zwang (dit werd in die tijd ook goed gepraat door de aristocratie en kijk dan ook wat het woord aristocratie betekend), iets waaraan we kunnen zien dat het toen ook alleen maar om geld en macht draaide.)).
In zijn laatste jaren, nadat hij tot twee keer toe weduwnaar was geworden, gaf hij meer van zijn persoonlijkheid bloot. Ook omdat verschillende lichamelijke kwalen hem perken speelden, en omdat hij slachtoffer was geworden van zijn eerste jicht aanvallen. Aan het eind van zijn leven had hij maar weinig van zijn doelen bereikt. Hij had de Ottomanen weerstaan, maar geenszins uitgeschakeld. Frankrijk was weliswaar een katholieke mogendheid gebleven maar werd geregeerd door de in religieus opzicht notoire opportunist Hendrik IV. Bij zijn (tweede) bekering in 1593 tot het katholicisme werden hem de gevleugelde woorden “Parijs is mij wel een mis waard” toegeschreven, terwijl hij een zekere godsdienstvrijheid aan de protestanten bleef gunnen. En door zijn interventie in Frankrijk was hem de kans ontglipt af te rekenen met de protestantse opstandelingen in de Nederlanden

Bij de katholieke Engelse koningin had hij geen Engelse troonopvolger kunnen verwekken, wat aanzienlijk heeft bijgedragen aan de overwinning van het protestantisme in Engeland; na de ramp met de Armada in 1588 begonnen Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich te ontwikkelen tot wereldwijde maritieme mogendheden, die weigerde toe te geven aan zijn eisen en bovendien zijn koloniën en scheepsvaartroutes bedreigden. Zijn overgebleven Zuidelijke Nederlanden werden door de nieuwe Republiek der Nederlanden geplaagd met een blokkade van de haven van Antwerpen.
Maar hij behaalde ook successen. Hij verenigde de troon van Portugal en Spanje en dat zou 60 jaar stand houden. En het Spaanse koloniale rijk zou nog tot in de 19de eeuw het grootste ter wereld blijven, waardoor het katholicisme in Latijns-Amerika en in de Filipijnen vaste voet aan de grond kreeg en het Spaans een wereldtaal werd.
Wat hijzelf ongetwijfeld ook als een succes heeft beschouwd, was de afscherming van zijn rijk ten zuiden van de Pyreneeën, van het protestantisme en van vroegmoderne intellectuele ontwikkelingen. Dit isolement is tot ver in de 20ste eeuw merkbaar gebleven, maar dit laatste was niet alleen zijn ‘verdienste’.
Het feit dat hij aan jicht leed is niet triviaal. Zij die een turbulent en weelderig leven lijden, zijn vatbaar voor overgewicht, wat blijkt uit zijn voedingspatroon dat bestond uit vette eiwitrijke producten en veel alcohol. Deze culinaire gewoonte duiden, bovendien, op een voeding gebaseerd op het nuttigen van veel vlees dat hij tijdens de jacht ving. Hij eet geen fruit of groente, omdat hij bevooroordeeld is, maar ook omdat hij een enorme genotsontwikkeling heeft doorgemaakt dat hem verhinderd zijn lichaam te versterken door een ander voedingspatroon te volgen. Hij leed ook aan aanvallen van syfilis, over de oorsprong behoeft geen twijfel te bestaan, die resulteerde in zweren waarmee is aangeduid dat hij er geen behoorlijke hygiëne op nahield als het ging om lichaamsdelen die niet zichtbaar waren voor het oog, en dit versterkt het idee dat hij alleen geïnteresseerd was voor uiterlijk vertoon. Het is hoogstwaarschijnlijk dat deze overdreven gehechtheid aan dit vuil (iets dat tegenwoordig volledig ondenkbaar is) te maken had met de geur die zijn lichaam, vlak voor zijn dood, afgaf. Voor zijn dood had hij een brief opgesteld waarin hij aangaf borg te hebben betaald voor 30.000 heilige missen ter bescherming van zijn ziel.

Is dit een gevoel van grandeur of schuld? Hij stierf zoals hij geleefd had. Hij had voor zijn dood bepaald dat hij zo opgebaard zou worden, dat hij ook na zijn dood een vrome en beschaafde uitstraling zou hebben. Hij was zeer religieus en hoopte, na zijn dood, op de hulp van de Maagd Maria en van andere heiligen. “Hij was als het ware een bureaucratische monnik”, zei Hugo Thomas. Hij had zich in een speciaal gemaakte ligstoel, van Madrid naar het klooster van El Escorial laten brengen, alwaar hij op 13 september 1598 overleed. De laatste drie dagen van zijn leven bracht hij belijdend voor zijn fouten door.
Felipe II werd opgevolgd door zijn 20-jarige zoon Felipe III, in wiens bekwaamheid hij geen vertrouwen had. Hij liet hem een dodelijk verarmd Spanje en het immense kloosterpaleis Escorial nabij Madrid na. Cervantes beroemde roman Don Quichot wordt wel beschouwd als een uiting van de desillusie die zich meester maakte van zijn meest loyale aanhangers.
Een depressieve monarch

Felipe II was een koning met depressieve neigingen. Dat was een probleem waarmee hij heel zijn leven worstelde. Dit is uit vele voorvallen op te maken. Hij gedroeg zich als een gepassioneerde archivaris, en hield er een flinke bibliotheek op na. Hij leek zich niet te schamen voor overdreven voorzichtigheid. Hij trachtte moeilijke beslissingen altijd uit te stellen. Het was een aarzelende, inactieve monarch. Volgens Francisco Alonso-Fernández, wordt het verbergen van zijn voorzichtige imago, in werkelijkheid, een obsessie. Dat leidde tot de vraag, “Werd hij niet beïnvloed door de vele depressieve momenten”. En zijn conclusie is categorisch. De karaktereigenschappen van Felipe II – zijn onverstoorbare ernst, zijn onherleidbare verdriet, een lawine aan twijfel, het “parkeren” in het verleden, of die dingen die nu bekend zijn als miscommunicatie – geven aan dat het tenminste zou kunnen leiden tot milde depressies die door de aard van zijn karakter zouden zijn gecamoufleerd. Dit beeld zou zijn benadrukt in de laatste jaren van zijn leven als gevolg van zijn geliefde Isabel Valois, over wie hij rouwde tot het eind van zijn leven. Op het eind van zijn leven is deze monarch een overdreven hypochonder (iemand die constant denkt dat hij ziek is, een zwartkijker) en die als enige hoop heeft dat de alchemisten uit zijn tijd hem kunnen genezen.
De meest esoterische koning
De grootste persoonlijke uitdaging voor Felipe II was de bouw van het klooster van San Lorenzo van El Escorial, een plek voor een waardig graf van zijn ouders Carlos I en Isabel de Portugal, het moest zijn grootste, meest wonderbaarlijke, religieuze verzameling worden respect aan zijn vader (die de laatste jaren van zijn leven in deze kloostergemeenschap te Yuste heeft doorgebracht) gaf hij de orde van Jerónimos het bevel dit alles te beheren.
Het jaar 2013 was de 450ste verjaardag van de eerste steenlegging. Op die bewuste dag onthulde hij ook alle geheime van het klooster door gebruikmaking van een prachtige maquette. Vandaag de dag weten we dat de koning een dwangmatig verzamelaar was. In het Es. De koning had bevolen dat het een eerbetoon aan San Lorenzo moest zijn, ter viering van de overwinning van San Quintin, waarvan de feestdag plaats zou vinden op – 10 augustus 1557. Als teken vancorial bewaarde hij een aantal altaren en ongeveer 7000 relikwieën, waarvan er slechts 300 echt waren. De refter van het klooster, alwaar de 12 symbolen van de dierenriem zijn te zien, blijkt de scheidslijn van de zonne meridiaan te zijn. Hieruit blijkt de belangstelling van de koning voor de astronomie. Hier is ook belangrijk om te weten dat Felipe opdracht aan de astroloog/arts Matías Haco had gegeven om voor hem een horoscoop te maken die hem hielp in het nemen van beslissingen. De koning, nadat hij was geïnformeerd over de nederlaag van zijn Grote Armada, was dan ook woedend omdat dit niet uit de voorspellingen van de sterren naar voren was gekomen.
Ook de alchemie, uit die tijd, wordt constant gebruikt door Felipe. Hij gebruikte deze wetenschap om zilver uit kwik te verkrijgen om daarmee zijn troepen te betalen. Zijn secretaris, Pedro de Hoyo heeft in 1567 twee alchemisten ingehuurd om goud voor hem te maken.
Begrijpelijk dat de bibliotheek van het klooster vol stond met, onder andere boeken over alchemie, magie en astrologie, waarvan een groot gedeelte, paradoxaal genoeg, door de koning, verboden was voor publicatie. Een aantal van deze werken, waaronder het Della Fisica, van de Bolognese alchemist Leonardo Fioravanti, waren speciaal aan de koning gericht.
Uit naam van zijn vader
In tegenstelling tot zijn vader, Carlos I, die er een nomadisch leven op na hield, dacht hij er niet over om, met heel zijn hofhouding, te gaan reizen naar andere locaties. Ook het hof, dat leiding gaf aan verschillende veldslagen deed dat vanuit hun paleizen. Door het nomadische leven van zijn vader kwam zijn opvoeding hoofdzakelijk ten laste van zijn moeder Isabel van Portugal, en zijn leermeester Juan Martínez Siliceo, een antisemiet, aangesteld door de aartsbisschop van Toledo.
Desondanks liet Carlos I de opvoeding van zijn zoon niet zomaar aan zich voorbijgaan, regelmatig stuurde hij schriftelijke adviezen en instructies aan zijn opvoeders om zijn zoon tot een zorgvuldig, verstandig, en, bovenal een gehoorzaam persoon te smeden. Hij kon dit zo doen omdat er een wederzijds vertrouwen was. Toen hij in 1543 afwezig was liet hij het regentschap van Spanje over aan zijn toen 16 jarige zoon dat drie jaar later gelegaliseerd zou worden.
In het boek Historia personal de los Austria españoles (Persoonlijke geschiedenis van de Spaanse Habsburgers), wees Francisco Alonso-Fernández op de onderdanigheid van Felipe, “hij ging tot het uiterste toen hij Portugal met Spanje verbond door te trouwen met een tante van zijn ouders van 36 jaar, 10 jaar ouder dan hij, en toen hij, nadat hij met Maria Tudor getrouwd was, vertrok om in Engeland te gaan wonen, het land waar de meeste epidemieën voorkwamen en het land met de ketterse neigingen”. Zijn vader werd ook wel de psychiater genoemd, en als we het levensverhaal bekijken zien we waarom.
Vanaf zijn kindertijd, verafgood Felipe zijn vader, in de overtuiging dat zijn vader de gemachtigde vertegenwoordiger van God op aarde was. Hij sprak hem ook nooit tegen ten aanzien van zijn opvattingen en onderwierp zich aan zijn wil. Zoals we weten, bezweek Carlos I, na een leven gewijd aan de belangen van de Spaanse monarchie, aan een reeks van depressies en vermoeidheid die ertoe leiden dat hij aftrad en de troon overgaf aan zijn zoon. Gedurende deze laatste levensjaren, waarin hij de meeste tijd besteden aan het gebed, bleef hij tussendoor de “morele schaduw” van zijn zoon, die met niet aflaatbaren eerbied luisterde naar zijn vader.
Maar, pas op, we moeten begrijpen dat deze waarschuwingen en vermaningen kwamen van een zieke man, die door de jaren heen gefanatiseerd was. Alfonso-Fernández gelooft dat, “het niet alleen de depressieve toestand van Carlos I was, maar dat het meer een furieus fanatisme van Felipe II tegen de ketterij was”. Dit blijkt uit de onbuigzaamheid, die na een periode van tolerantie, die de monarch uitoefent jegens de religieuze ketters, waarvoor zijn vader reeds in 1543, in zijn Instrucciones, hem gewaarschuwd had. Laat de ketterij nooit druk uitoefenen in ons Koninkrijk. Houdt vast aan de Inquisitie. Felipe was verbijsterd toen hij hoorde dat zijn vader zes weken van te voren ziek was opgenomen in het klooster van Groenendaal te Brussel en daarmee zijn pensioen afkondigde. Na zich twee maanden te hebben afgezonderd in het klooster overleed Carlos I.
Waarom kiest Felipe voor de melancholische kant van zijn vader en niet voor de meer actieve en wedijverige kant. Psychisch gezien is dit gewoon te danken aan het feit dat ieder zijn eigen persoonlijkheid heeft. De voorzichtige Koning volgde de makkelijkste weg. De keizer zou ooit aan zijn zoon geschreven hebben: “Dat hij goedaardig en humaan moest zijn ten opzichte van zijn onderdanen en zichzelf”, Bij het maken van zijn testament keert de “geest” van zijn vader waarschijnlijk terug naar het lichamelijke zodat hij hetzelfde aantal heilige missen bestelde als zijn voorvaders om zijn ziel maar te vrijwaren. En als laatste, dat hij bij zijn dood het kruis in zijn handen zou hebben dat voorheen aan zijn vader toebehoorde.
Vier vrouwen…. en talloze minnaresse
In 1543 trouwde Felipe II met Maria Manuela van Portugal. Kort daarvoor schreef zijn vader: “Ik smeek je, mijn zoon, ik heb de ervaring, die jij mist, maar wat ik zeker weet, raak geen andere vrouwen aan dan alleen de jouwe, want het brengt je huwelijk ten gronde. Maar Felipe luistert deze keer niet naar het advies van zijn vader, dit is de uitzondering, voor iemand die normaal altijd kinderlijk gehoorzaam en loyaal is. Zij kregen in 1545 een zoon, Don Carlos van Spanje (1545-1568), Maria overleed vier dagen na de geboorte.
Zijn eerste buitenechtelijke relatie begon kort voor zijn huwelijk . “La agraciada” (De sierlijke) behoorde tot het gezelschap van zijn moeder en daarna tot dat van zijn zuster, Isabel de Osorio, met wie hij waarschijnlijk twee buitenechtelijke kinderen had. De relatie duurde een jaar of 15 en de koning bouwde een paleis voor zijn maîtresse in Burgos.
|
Felipe probeerde zijn macht verder uit te breiden door in 1554 met de katholieke Engelse koningin Mary Tudor te trouwen. Dit deed hij om Engeland als bondgenoot voor zich te winnen in de sinds 1494 voortslepende Italiaanse Oorlogen tegen Frankrijk en om Mary een katholieke troonopvolger te bezorgen en daarmee haar protestantse jongere zuster Elizabeth van de troon af te houden. Maria was het vooral om dat laatste te doen. In 1555 en 1556 verwierf dit koninklijk echtpaar in Engeland door hun felle vervolgingen van protestantse ketters een enorme beruchtheid. Mary Tudor verkreeg er de bijnaam van ‘Bloody Mary’ door. Maar het protestantisme in Engeland was niet te stuiten. Felipe was in Engeland bij Mary gaan wonen, maar in 1556 moest hij vertrekken vanwege verplichtingen als Heer der Nederlanden en als koning van Spanje. Engeland was ondertussen wel zijn ‘onwillige’ bondgenoot tegen Frankrijk geworden en daarbij zou Engeland in 1558 Calais aan Frankrijk verliezen. Dat was ook het jaar dat Mary kinderloos zou sterven terwijl Elizabeth haar wettige erfgenaam was. Felipe had al voor Mary´s dood geprobeerd Elizabeth over te halen tot een huwelijk maar dit ging om een aantal redenen niet door. Elizabeth maakte na haar aantreden zo snel mogelijk een eind aan het bondgenootschap met Spanje. Felipe was ervan overtuigd dat zijn zoon Don Carlos achter het mislukken van de huwelijksaanzoeken zat. Carlos was zijn wettige opvolger, maar deze zou tekenen van waanzin en razernij hebben vertoond. Toen in 1568 de Hertog van Alva in plaats van hem naar Nederland werd gestuurd om daar als landvoogd op te treden, kon hij dit niet verkroppen en hij zou zijn vader daarvoor hebben willen vermoorden. Toen dit uitkwam wilde hij vluchten, maar werd door zijn vader gevangen genomen en opgesloten. In datzelfde jaar stierf hij op mysterieuze wijze. Er wordt dan ook gezegd dat zijn vader hem heeft laten vermoorden maar daarvoor is nooit enig bewijs geleverd.
In 1559 beëindigde Spanje de reeks van elf, in 1494 begonnen, Italiaanse Oorlogen met Frankrijk door de Vrede van Chateau-Chambrésis te sluiten. Frankrijk voelde zich in de 16e en de 17e eeuw omsingeld door de Duitse en Spaanse Habsburgers; Franse invloed in Italië had voor Frankrijk niet alleen economische betekenis, maar ook als geostrategisch voordeel dat die omsingeling daarmee bemoeilijkt werd. Spanje kon zich echter als winnaar beschouwen en behield daarmee zijn invloed in Italië. Tot in de jaren ’70 zou de Spaanse hegemonie in Europa onaantastbaar zijn. Het onmiddellijke gevolg van dit verdrag was dat beide katholieke mogendheden zich inmengde in de Franse Hugenotenoorlogen.
Als onderdeel van het vredesverdrag huwde Felipe met de 14-jarige dochter van de Franse koning Hendrik II, Elisabeth van Valois. Zij was eerder beloofd aan de toen 14 jarige zoon van Felipe, Don Carlos. Samen kregen zij twee dochter, Isabella (1566) en Catharina (1567), maar geen zonen. Na een aantal miskramen stierf Elisabeth in 1568.
In 1570 huwde hij zijn laatste vrouw, de 22 jarige Ana van Oostenrijk, dochter van keizer Maximiliaan II. Zij gaf hem drie zonen die al kort na hun geboorte stierven, waarna in 1578, Felipe was toen al 51, Felipe III van Spanje, zijn opvolger werd geboren.
Er waren nog een aantal andere maîtresses waaronder de prinses van Éboli, Ana Mendoza de la Cerda, vrouw van een van zijn raadsheren. Maar daarmee is de lijst van maîtresses nog niet volledig. Hij onderhield ook een relatie met Magdalena Dacre, een dame behorend tot het gezelschap van Mary Tudor, en in Spanje met Eufrasia de Guzmán, waarvan men denkt dat er ook hier sprake is van een buitenechtelijk kind.
Biografie
In 1554, schreef de Schotse waarnemer John Elder, Felipe II was gemiddeld, nogal klein van stuk en vervolgt:
…hij was knap, met een breed voorhoofd en grijze ogen, een rechte neus en een mannelijke geest. Vanaf het voorhoofd tot het puntje van zijn kin verkleint zijn gezicht. Zijn gang is Prinswaardig, en zijn houding recht en dat is dan ook rechtop, met het hoofd en zijn gele baard, om elke centimeter van zijn lengte te benutten. En verder had hij een goed geproportioneerd lichaam, armen en benen, en zo ook alle andere lichaamsdelen, of dat de natuur geen beter lichaam kon maken. |
Vanaf 1568 ‘annus horribles’, bevestigd de renaissance monarch zijn strengheid, en uiteindelijk werd hij vergeleken met het stereotype van de Leyenda Negra, streng in alles wat hij deed. Hij was zwijgzaam, voorzichtig, rustig, stabiel en attent van natuur en zeer religieus, maar zonder te vervallen in fanatisme waarvan hij door zijn vijanden wel beschuldigd wordt. In 1577 wordt hij zo beschreven:
…middelmatig van gestalte, maar goed geproportioneerd, zijn blonde haren begonnen witter te worden, zijn gezicht is mooi en aangenaam; zijn stemming is melancholisch (…) Hij zorgde onvermoeibaar voor al de zaken en nam hij zijn werk serieus, want hij wilde alles weten en zien. Hij stond altijd vroeg op en werkte of deed administratief werk tot de middaguur. En at dan, altijd op dezelfde tijd en hetzelfde soort en hoeveelheid voedsel. Drink uit een glas van middelmatige grootte, twee en een half glas (…) Hij heeft een zwakke maag , maar drink weinig tot geen druppel. Een half uur na de maaltijd werden alle documenten die voorzien waren van zijn handtekening verzonden. Hierna, ging hij drie á vier keer per week in zijn koets naar het veld om met zijn kruisboog te jagen op herten of konijnen. |
Psychisch gezien had hij een gereserveerd karakter en verborg zijn verlegenheid en onzekerheid met een ernst die hem een uitstraling van kilheid en gevoelloosheid gaven. Hij had niet veel vrienden, en als hij die had dan genoten ze geen van alle een groot vertrouwen zijnswege. Maar hij was niet donker en bitter van karakter zoals die werd doorgegeven in de verhalen van de Zwarte Legende.
Hij was een intelligent persoon, hoog opgeleid en getraind, met een liefde voor boeken, architectuur en schilderen. Hij verzamelde ook veel kunst, horloges, geweren, eigenaardigheden en zeldzaamheden. Hij was een groot liefhebber van de jacht en visserij.
Het grootste deel van zijn leven had hij een delicate gezondheid. Hij leed aan tal van ziektes en de laatste tien jaar werd zijn leven nog eens geteisterd door jicht. Hij verloor de macht over zijn rechterhand waardoor hij geen documenten meer kon ondertekenen. Hij ging voor de laatste keer ter communie op 8 september, omdat de artsen het hem verboden hadden uit angst dat hij zou stikken bij het doorslikken van de hostie. Om vijf uur in de ochtend van zondag 13 september 1598 sterft in het klooster van El Escorial de, in die tijd, machtigste man ter wereld, in wiens heerschappij de zon nooit onder ging. Hij was 71 en zijn doodstrijd duurde 53 dagen, hij leed aan verschillende ziekten waaronder : jicht, artritis, tertiana koorts en waterzucht. Hij werd begraven in het klooster van El Escorial, waarvoor hijzelf opdracht had gegeven om het te bouwen.
Huwelijken en kinderen
Koning Felipe II huwde viermaal en kreeg acht kinderen:
-
-
- 1543: Prinses Maria Emanuela van Portugal, dochter van koning Johan III van Portugal.
- Carlos ( 8 juli 1545 – 24 juli 1568 ).
- 1554: Koningin Maria I van Engeland, oudste dochter van koning Hendrik VIII van Engeland.
- Geen kinderen.
- 1559: Prinses Elisabeth de Valois (Isabel de Valois) van Frankrijk, dochter van Hendrik II van Frankrijk en Catharina de’ Medici.
- Isabella Clara Eugenia ( 12 augustus 1566 – 1 december 1633 ) huwde met Albrecht van Oostenrijk.
- Catharina Micaela ( 10 oktober 1567 – 6 november 1597 ), huwde met Karel Emanuel I van Savoye.
- 1570: Prinses Anna van Oostenrijk, dochter van keizer Maximiliaan II.
- Fernando ( 4 december 1571 – 18 oktober 1578 ). Prins van Asturias
- Carlos Lorenzo ( 12 augustus 1573 – 30 juni 1575 ).
- Diego Félix ( 15 augustus 1575 – 21 november 1582 ). Prins van Asturias
- Felipe III ( 3 april 1578 – 31 maart 1621 ), Prins van Asturias, toekomstige koning van Spanje na zijn vaders dood.
- Maria ( 14 februari 1580 – 5 augustus 1583).
- 1543: Prinses Maria Emanuela van Portugal, dochter van koning Johan III van Portugal.
-
Titels
-
-
-
- 16 januari 1556 – 13 september 1598: koning van Castilië als Felipe II ( dit verklaard zijn naam Filips II )
- 16 januari 1556 – 13 september 1598: koning van Aragon als Felipe I
- 16 januari 1556 – 13 september 1598: koning van Navarra als Felipe I
- 16 januari 1556 – 13 september 1598: koning van Jeruzalem als Felipe I (titulair)
- 1554 – 13 september 1598: koning van Napels als Felipe I
- 1554 – 13 september 1598: koning van Sicilië als Felipe I
- 1554 – 13 september 1598: koning van Sardinië als Felipe I
- 1580 – 13 september 1598: koning van Portugal als Felipe I
- 10 juni 1556 – 13 september 1598: hertog van Bourgondië als Felipe V (hoewel Lodewijk XI koning van Frankrijk dit gebied had ingenomen toen Karel de Stoute stierf)
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: hertog van Brabant als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: hertog van Gerle als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: hertog van Limburg als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: hertog van Lothier als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: hertog van Luxemburg als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: markgraaf van Namen als Filips VII
- 10 juni 1556 – 13 september 1598: graaf van Vrij-Bourgondië (Franche-Comté) las Filips VII
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Artesië als Filips IV
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Charolais als Filips V
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Vlaanderen als Filips III
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Henegouwen als Filips III
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Holland als Filips III
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Zeeland als Filips II
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Zutphen als Filips II
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: graaf van Drenthe als Filips I
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: heer van Friesland als Filips I
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: heer van Doornik en het Doornikse
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: heer van Utrecht als Filips I
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: heer van Overijssel, Wedde en Westerwoldingerland als Filips I
- 25 oktober 1555 – 6 mei 1598: heer van Groningen als Filips I
Voorgangers en opvolgers van ….. Voorganger
Carlos de AustriaPrins van Asturias
1528 – 1556Opvolger
Carlos de AustriaVoorganger
Maria IKoningin van Engeland en Ierland(Samen met Maria I)
1554 – 1558Opvolger
Isabel IVoorganger
Dominio imperial directo
(Vorige Hertog Francisco II Sforza)Hertog van Milaan
1540 – 1598Opvolger
Felipe III van SpanjeVoorganger
Carlos I van Spanje
(Karel V zoals wij hem kennen)Koning van Napels
1554 – 1598Voorganger
Enrique IKoning van Portugal
1580 -1598Voorganger
Carlos II van BourgondiëSoeverein van Nederland
1580 – 1598Opvolger
Isabel Clara Eugenia en
Alberto van OostenrijkGraaf van Bourgondië
1556 – 1598Graaf van Charolais
1558 – 1598 -
-
Verwant aan dit onderwerp:
- Carlos I de España
- Koningen van Spanje
Naar boven
Spaanse Verhalen. spaanseverhalen.com
Laatst bijgewerkt 2021-07-29
Bronvermelding en referenties:
De veelal buitenlandse teksten van wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en vaak aangevuld met eigen kennis en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon en aan deze artikelen werk.
Er kunnen ook andere bronvermeldingen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.
{{Anderstalige Wikipedia|taal=es|titel=Felipe II de España|paginacode=109522253| datum=20172301}}
{{Nederlandse Wikipedia|taal=nl|titel=Filips II van Spanje|paginacode=58944337| datum=20210624}}
{{Bronvermelding: De kwintencirkel (Pieter Simons)|Tachtigjarige oorlog|https://ppsimons.com/2019/01/26/tachtigjarige-oorlog/| datum=20190217}}
De foto’s/afbeeldingen zijn gelicenseerd onder Wikimedia Creative Commons: CC BY 1.0 , CC BY 2.0 , CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.0 , CC BY-SA 2.5, CC BY-SA 3.0 , CC BY-SA 4.0 , GNU-licentie voor vrije documentatie of Publiek Domein
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons, waarmee ik aangegeven heb dat u vrij bent het werk te kopiëren, te verspreiden, te verzenden en om het werk aan te passen.
- Felipe II de España, door Sofoniba Anguissola, 1565 museum del Prado, Madrid. Auteur – Museo del Prado ;Publiek domein
- Isaballa van Potugal, Felipe’s moeder. Auteur – Titian (1490 – 1576) ;Publiek domein
- Portret van Felipe II, koning van Spanje. Auteur – Gaspar Sensi / José de Madrazo / Brits Museum ; Publiek domein
- Ottomaanse vloot op de Indische Oceaan. Auteur – Matrakçı Nasuh, 16th century ;Publiek domein
- Franche Comté. Auteur – BenSherman
- Gelderse 1/5 Philipsdaalder, geslagen in 1566. Auteur – – http://www.numisantica.com/
- Keizerin Isabella met prins Felipe (de toekomstige Felipe II van Spanje),,,,. Auteur – Jándalo
- Wapen van Felipe II als koning van Engeland, Spanje en andere landen…. Auteur – Heralder
- De vlag van het Kruis van Bourgondië welke veel gebruikt werd door de Spaanse Tercios. Auteur –
- Europese en Noord-Africaanse bezittingen van Filips II. Auteur –
- De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Auteur –
- Tuin der Lusten, Jeroen Bosch. Auteur – Hieronymus Bosch (c. 1450 – 1516) ;Publiek domein
- Miguel de Cervantes, geboren in 1547. Auteur – Juan Martínez de Jáurequi y Aguilar 1583 – 1641) ;Publiek domain
- Het document van de Vrede van Augsburger. Auteur – User:Michail ;Publiek domein
- Het koninklijke klooster van San Lorenzo de El Escorial. Auteur – Coralma*
- De slag bij Djerba. Auteur – Piri Reis ;Publiek domein
- Suleiman de Grote, Ottomaans keizer. Auteur – Kunsthistorisches Museum Wien ;Publiek domein
- Margarita de Parma, onwettige dochter van Karel V. Auteur – Anthonis Mor van Dashorst
- Willem van Oranje, Vader des Vaderlands (Willem de Zwijger). Auteur – Adriaen Thomasz. Key (c. 1544 – na 1589) Publiek domein
- Fernado Alvarez de Toledo, kortweg Alva. Auteur – Le Titien (1488-1576) ;Publiek domein
- Spaanse furie in Antwerpen. Auteur – Franz Hogenberg ;Publiek domein
- De eerste pagina van het Plakkaat van Verlatinghe. Auteur – the northern Low Countries: Brabant, Gelre and Zutphen, Flanders, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen, and Utrecht; Publiek Domein
- Portret van Balthasar Geeraerts. Auteur – Anoniem ;Publiek domein
- De Spaanse Armada. Auteur – Anoniem ;Publiek domein
- Slag bij Grevelingen 1588 een geromantiserende voorstelling door Philippe-Jacques de Loutherbourg. Auteur – Philip James de Loutherbourg ;Publiek domein
- Spaans Galioen. Auteur – Publiek domein
- Het Spaanse Rijk in 1598. Auteur –
- Miguel López de Legazpi. Auteur – Celestí Sadurní i Deop (1830-1896) ;Publiek domein
- Islas de Pacifico, ookwel de Juan Fernández-archipel genoemd. Auteur – Hobe
- Prins Carlos, eerste zoon van Felipe II. Auteur – Alonso Sánchez Coello (-1588) ;Publiek domein
- Anna van Oostenrijk. Auteur – Alonso Sánchez Coello (-1588) ;Publiek domein
- Antonio Perez, Secretaris van Felipe II. Auteur – Antonio Ponz (1725-1792) :Publiek domein
- Het Spaanse wegennet voor het eerst gebruikt door Fernando Álvarez de Toledo in 1567. Auteur – Miguelazo84, rowanwindwhistler
- Verschillende soldaten van de Tercios. Auteur – The original uploader was Jp.negre at French Wikipedia.
- Kardinaal Granvelle. Auteur – Frans Floris I (1519/1520-1570) ;Publiek domein
- Een ondertekende brief van Felipe II, met het ouder worden werd zijn zicht steeds,,,,,,. Auteur – Philip II of Spain ;Publiek domein
- Standbeeld Filips II te vinden aan de zuidgevel van El Escorial. Auteur – Coralma*
- De Nederlanden in 1555 onder het beheer van Felipe II. Auteur – Sir Iain
- Monument van Cervantes, Don Quichotte in Madrid. Auteur – Coralma*
- De bibliotheek van het Escorial. Auteur – Xauxa Håkan Svensson
- Maria I van Engeland. Auteur – Anthonis Mor van Dashorst (1519-1575) ;Publiek domein
- Isabel de Valois, de derde gemailin van Felipe II. Auteur – Juan Pantoja de la Cruz (1553-1608) Publiek domein
- Anna van Oostenrijk zijn laatste vrouw waarmee hij vier kinderen kreeg. Auteur – Alonso Sánchez Coello (-1588) ;Publiek domein
- Koningen van Engeland en Ierland (Coat of Arms of England (1554-1558)). Auteur – Sodacan
- Koning van Spanje, Sicilië en Sardinië (Coat of Arms of Philip II of Spain as Prince of Asturias (Argent Label Variant)). Auteur – Host09
- Koning van Portugal (Royal Arms of Portugal). Auteur – Heralder