Koninkrijk Navarra

Kasteel van Olite. Residentie van de koningen van Navarra.
Het Koninkrijk Navarra
1162-1841
Het Koninkrijk van Navarra was één van de middeleeuwse koninkrijken van Europa. Het bevond zich aan beide zijde van de Pyreneeën waarvan het grootste deel aan de zuidkant van deze bergkam lag, anders gezegd lag het in noorden van het Iberisch schiereiland. Het was de opvolger van het Koninkrijk Pamplona, gesticht rond de hoofdstad van Navarra in 824, dat is wat de meeste historici bevestigen. Na de eerste jaren van expansie vielen delen van het nieuwe koninkrijk in handen van Castilla en Aragón, daarna stabiliseerde het Koninkrijk Navarra zich in twee gebieden: Alta Navarra, ten zuiden van de Pyreneeën, daar waar zich de hoofdstad bevond en waar ook het grootste deel van de bevolking woonde, en Baja Navarra ook wel Navarra Continental genoemd, ten noorden van de Pyreneeën.

 

Spaanse Verhalen, Koninkrijk Navarra
In het begin was er het koninkrijk Pamplona.

 

Het einde  van de onfhankelijkheid van het koninkrijk Navarra kwam toen Fernando II ‘el Católico’, en zijn latere  kleinzoon Carlos I, tussen 1512 en 1528, delen van het koninkrijk, met verschillende mate  van tegenstand, veroverde. Er werden, in de daarop volgende jaren, verschillende pogingen ondernomen om de onafhankelijkheid  terug te winnen. Carlos I begreep na enkele jaren dat dit land moeilijk onder controle was te houden en trok zich daarna terug uit Baja-Navarra. En zo bleef dit deel van Navarra onafhankelijk en wist men de dynastie Foix en Albret te behouden, tot het dynastisch verbonden werd met de Franse kroon toe hun koning Hendrik III (Hendrik IV van Frankrijk) de Gallische troon besteeg. Zo komt het dat de Franse monarchen “koningen van Frankrijk en Navarra” werden genoemd. De unie van het koninkrijk Navarra met Frankrijk, die zuiver dynastiek was, behield zijn eigen instellingen (zo zond Navarra, toen Lodewijk XVI de Staten-Generaal van Frankrijk bijeenriep, formeel geen afgevaardigden naar hen, maar persoonlijk naar de koning, onafhankelijk en met zijn eigen grievenschrift). Haar gedifferentieerde status binnen de kroon eindigde echter in 1789, toen het als koninkrijk werd afgeschaft. Aan de andere kant werd het Navarra peninsular oftewel het Alta Navarra nog een van de koninkrijken van de Kroon van Castilla en ten slot van de Spaanse Monarchie, een status die het zal blijven behouden, en tot 1841 geregeerd werd door een onderkoning toen het werd omgevormd tot een “Spaanse provincie” door middel van wat later de Ley-Paccionada werd genoemd, na de Eerste Carlist-oorlog.

Ga naar:

De bezittingen van Sancho III ‘el Mayor’ tussen 1029 en 1035.

Spaanse Verhalen, koninkrijk Navarra
Wapen van Navarra

Spaanse Verhalen, Koninkrijk Navarra
Vlag van Navarra
Gegevens
Hoofdstad Pamplona
Talen Eureska, Latijn, Navarra-Aragonees, Occitaans (gascón en provenzal), en na de verovering ook Castiliaans in Alta Navarra en Frans in Baja Navarra.
Religie Katholiek
Regering Erfelijke monarchie
Koningen

  • 810/820 – 851
  • 1150 – 1194
  • 1833 – 1841
 

Íñigo Arista
Sancho IV
Isabel I

Geschiedenis
Sancho IV krijgt de titel van Rex Navarra 1162
Verovering van de gebieden van Occitanië 1200
Invasie van het Koninkrijk Navarra door Fernando “el Católico” 1512
Opheffing van het Koninkrijk Navarra (Baja Navarra) 1789
Ley Paccionada 16 augustus 1841
Oppervlakte
Vroege Middeleeuwen enkele 20.000 km²
Late Middeleeuwen ongeveer 12.000 km²
Middeleeuwen 11.716 km²

De grote lijnen


Iñigo Arista

Het koninkrijk Navarra kwam voort uit een klein gebied dat na een periode van expansie geleidelijk in grootte afnam door geschillen binnen de heersende klassen en veroveringen door naburige koninkrijken.

Het Navarraanse gebied werd tweeledig opgebouwd na de islamitische  invasie van het schiereiland in de 8ste eeuw. Het noordelijke deel bleef korte tijd onder islamitische heerschappij. Er vormde zich in korte tijd een christelijke kern die zich vluchtig onderwierpen aan het Karolische Rijk en zich concentreert in de  stad Pamplona, een stad die gesticht werd in de tijd van de Romeinen, genaamd Pompaelo door Pompeius op een reeds bestaande Baskische (Vascones) nederzetting genaamd “Iruña”. De eerste bekende heerser was Iñigo Iñiguez (of Iñigo Arista (Enneco Cognamento Aresta, Bijgenaamd Enneco Aresta)) en tevens het eerst bekende hoofd van de Navarra Dynastie.

Kaart van het schiereiland in de 10e eeuw, wanneer de Banu Qasi zijn maximale invloed heeft.

Een Spaans Gotische edelman uit het zuidelijke deel van dit gebied (graaf Casio of Casius) maakte een pact met de islamitische indringers en bekeerde zich bovendien tot de islam. Als zodanig kon hij blijven heersen over het gebied van de Ebro-vallei en dit gebied zelfs uitbreiden. De familie stond bekend als “Banu Qasi” die gedurende generaties lang hun macht konden uitoefenen in het zuiden van het huidige Navarra. Bij verschillende gelegenheden werkte ze samen met Arista tegen de centrale macht van het emiraat Córdoba, of de expansionistische ijver van het Karolingische Rijk.

Navarra was een van de kernen van christelijke hooglanders die weerstand boden aan de Carolingische Franken, ontstaan in de Pyreneeën en tegen de islamitische overheersing van het Iberisch schiereiland, net als Aragón en Cataluña. In eerste instantie waren de Franken bij de kroniekschrijvers bekend als het Pamplonese Koninkrijk of het Koninkrijk Pamplona en even later, als Koninkrijk van Pamplona-Nájera verwijzend naar het inlijven van het Riojaanse gebied.

In de tijd van de Middeleeuwen werd het gebied van Navarra sterk uitgebreid. Het koninkrijk omvatte Atlantische gebieden en breidde zich ook buiten het gebied van de Ebro uit, richting Aragón,Cantabria,Castilla y León, La Rioja, País Vasco en gebieden die onder Frans bewind stonden zoals Aquitaine en de Midi-Pyrénées in de voormalige provincies Gascogne en Occitania. De Baskische hoofdstad Vitoria en San Sebastián werden gesticht door Sancho VI ‘el Sabio’ koning van  Navarra.

In de laatste fase werd het koninkrijk verdeeld in:

  • Het Navarra peninsular of Alta Navarra, dat samen met Navarra continental werd binnengevallen door Fernando ‘el Católico’ met behulp van Luis Beaumont, zoon van de leider van de Beaumonteses in ballingschap, na het verliezen van de burgeroorlog in Navarra enkele jaren eerder, werd geannexeerd door de kroon van Castilla. Het werd geïntegreerd in het Koninkrijk van Spanje of de Monarchie van Hispania met behoud van haar eigen privileges en als koninkrijk. In 1530 besloot Carlos I de España om Baja Navarra te laten varen daar dit deel van Navarra moeilijk onder controle was te houden. Het Alta Navarra blijft als integraal koninkrijk onder Spaans beheer tot de status in 1841 werd afgeschaft en de regio een provincie van Spanje werd.
  • Het Navarra continental of Baja Navarra, trad, dynastiek gezien, laat in de 16e eeuw toe aan Frankrijk, en in 1620 trad het toe aan de Franse Monarchie. Het behield zijn staatsinstellingen en privileges tot 1789, de tijd van de Franse Revolutie. Tot dat jaar pronkte de de Franse Bourbons met de titel Koningen van Frankrijk en Navarra. Tijdens de Franse Restauratie, in de eerste dertig jaar van de 19e eeuw,  herstelde Louis XVIII en Charles X de titel van Koningen van Frankrijk en Navarra.

De titel van de kroonprins is Principe de Viana, die vandaag de dag toehoort aan Leonor de Borbón y Ortiz, dochter en erfgenaam van koning Felipe VI de Espana.

 

Historische evolutie


De Visigoten en Frankische koninkrijken

Over de geschiedenis van het hedendaagse Baskenland en de vorming en consolidatie van het Visigotische koninkrijk in Hispania zijn maar weinig directe bronnen beschikbaar over de gebeurtenissen en de interne organisatie van de Basken, en als ze er zijn dan zijn ze vaak tegenstrijdig.

Sommige historici gaan er van uit dat de Basken nooit onderworpen zijn door de Visigoten in hun poging om alle oude Hispano-Romeinse provincies in te lijven. Andere auteurs, vooral in de 19e eeuw, gingen er vanuit dat de Visigoten erin geslaagd waren om de Basken te domineren. Het gebrek aan gegevens heeft geleid tot het creëren van de legende van de ‘Domuit Vascones’ (de dominantie over de Basken), een vermeende uitspraak die in de kronieken van de Gotische koningen werd opgenomen, dat een vinding van de schrijver Francisco Navarro Villoslada schijnt te zijn.

Andere specialisten denken dat de verhouding van de Basken in de Romeinse tijd vriendelijk was en er geen grote conflicten plaatsvonden tijdens het Tweede Keizerrijk, dit alles laat maar weer eens zien hoe moeilijk het is om confrontaties uit te leggen zonder te leunen op beweringen van de samenhang van de autonome macht in Aquitania en de rivaliteit tussen de Franken en de Visigoten.

De Visigotische overheersing van Pamplona is een politiek omstreden onderwerp. Desondanks bevind zich, de bisschoppelijke zetel van de Visigotische kerk en een Visigotische necropolis, hier in Pamplona. Er is enige controverse omtrent de vraag of er een Visigotische overheersing was ontstaan of dat men gewoon samenleefde. Archeologisch bewijs en documentatie laten verschillende interpretaties toe en in sommige gevallen leidt het tot politieke discussies.

De Atlantische Pyreneeën

 

Aquitania

In 632 leidde de Frankische koning Dagoberto I een expeditie naar Zaragoza ter ondersteuning van Sisenando die in opstand was gekomen tegen het gezag van Suintila. Een paar jaar later verzameld Dagoberto I een leger van Bourgondiërs,waarmee hij in 635 tevergeefs probeerde om het gehele “Baskische vaderland” (patria de Vasconia) te bezette.  In 636 begon Dagoberto I een nieuwe militaire campagne, nadat de Basken de eed van trouw had afgelegd en in dienst van Aighina traden, de Saksische hertog van Bordeaux. Na de dood van Dagoberto verzwakte de macht van Merovingische dynastie om plaats te maken voor een periode van consolidatie van een autonome macht bekend als  het hertogdom Aquitania binnen het koninkrijk der Franken. Er waren maar weinig referentiebronnen bekend tot men tegemoetkwam aan de eisen  van Felix, de patriciër van Toulouse, over de controle van alle steden in de Pyreneeën en de Basken tot 672. Volgens sommige auteurs werd de confronterende Franse macht van Felix voortgezet door zijn opvolger Lupo. Uiteindelijk slaagt Eudes, hertog van Aquitania er in  de macht over het zuidelijke deel van het oude Gallië naar zich toe te trekken.

Tijdens de 6e en de 7e eeuw, zijn er theorieën die zeggen dat de Basken uit het noorden van Spanje door de Pyreneeën trekken en Aquitania bezetten, waar hun taal de Romaanse taal beïnvloed dat uiteindelijk leidt tot het huidige Gascons, waaruit de naam Gascogne is afgeleid. (De woorden gascon en basque (Baskisch) hebben dezelfde etymologische oorsprong: vascon (in het Spaans, wordt “Baskisch” geschreven als vasco). “Gascon” is een gallo-romaanse aanpassing van de Germaanse uitspraak Waskon.

 

De islamitische invasie: Roncesvalles en de vorming van het Koninkrijk van Pamplona

De Slag om Portiers (732).

Tijdens de winter van 713 bereikte de moslimlegers de vallei van de Ebro, die werd geregeerd door de Hispano-Visigotische graaf Casio. Deze koos ervoor de Omajjaden kalief te onthalen en zich te bekeren tot de islam, dat aanleiding gaf tot de naamsverandering van Banu Qasi in ruil voor het behoud van de macht in de regio. Doch in 718 werd Pamplona uiteindelijk toch bezet en gedwongen om hulde te brengen aan de islamitische heersers, die hier een protectoraat vestigde. In 732 leidde de moslims in de Slag om Portiers een behoorlijke nederlaag. De Franken, onder leiding van Karel Martel verzwakte de islamitische positie, maar de wali Uqba deed deze nederlaag teniet, hij herstelde de oude situatie door tussen 734 en 741 een garnizoen soldaten in de stad te vestigen.

 

De Spaanse Mark op Charlemagne

Kaart waarop alle graafschappen van de Spaanse Mark en Vasconia te zien zijn.

De Spaanse Mark was de politiek-militaire grens van het Karolingische Rijk ten zuiden van de Pyreneeën. Na de islamitische verovering van het Iberisch schiereiland, werd dit gebied gedomineerd door gevestigde militaire garnizoenen in plaatsen als Pamplona, Aragón, Ribagorza, Pallars, Urgel, Cerdaña en Rossellón. Aan het eind van de 8ste eeuw nam de Karolingische dynastie in het noordoosten van het schiereiland met behulp van de plaatselijke bevolking de macht in handen. Na de verovering van Gerona (785) en Barcelona (801) verlegde de Frankische macht zich verder naar het zuiden. Hier ontstond de Spaanse Mark, samengesteld uit graafschappen die afhankelijk waren van de Karolingische vorsten. In het begin van de 9e eeuw, worden de Frankische graven vervangen door inheemse adel.

Andere kaart van de Spaanse mark, in het jaar 814.

Het op de moslims veroverde grondgebied geeft vorm aan de Marca Hispánica (Spaanse Mark) dat een tegenpool vormde tegen de Marca Superior andalusí (de Arabische tegenhanger), het liep van Pamplona tot aan Barcelona. Hier was het Pamplona die de hoofdrol opeiste daar het de sterkste van alle Marcas was. Pamplona werd in het begin van de 9e eeuw uitgeroepen tot koninkrijk. Aragón werd in 809 een onafhankelijk graafschap. Urgel was  een graafschap met een eigen dynastie en het was een belangrijke bisschopszetel. En dan was er nog het graafschap Barcelona dat uiteindelijk een politieke hegemonie uitoefende op zijn buren Ausona en Gerona.

 

Roncesvalles

De Slag om Roncesvalles in 778. De dood van Roland, in de Grote Kronieken van Frankrijk, geïllustreerd door Jean Fouquet, Tours, rond 1455-1460.

Karel de Grote maakte gebruik  van de opstand van de gouverneur van Zaragoza om in te kunnen grijpen op het schiereiland. Hij trok met een leger het Baskische grondgebied binnen en vernietigde de verdediging van Pamplona in zijn opmars naar Zaragoza, waarbij zijn aankomst de allianties van  de opstandelingen, hem dwongen om zich terug te trekken. De belangstelling van Karel de Grote voor de Al-Andalusische aangelegenheden bracht hem ertoe steun te verlenen aan een opstand in de wilaya van de Marca Superior van al-Andalus van Sulayman al-Arabi, die met steun van de Franken tot emir van Córdoba wilde opklimmen, in ruil voor het verlenen van de plaats Saraqusta (Taifa van Zaragoza) aan de Frankische keizer.

Het was de bedoeling om met deze taifa het christelijke volk beter te beschermen tegen de aanvallen van de moslims. Maar toen Karel de Grote in 778 aankwam bij de poorten van de stad, weigerde Husayn, de wali van Zaragoza om toegang te verlenen aan het Karolingische leger. Het belegeren van zo’n versterkte stad, met een leger zo ver verwijderd van haar logistieke centrum, was voor die tijd te complex en dus besloot Karel de Grote zich onverrichter zaken terug te trekken naar zijn eigen koninkrijk. De expeditie was een mislukking en bij zijn terugkeer vernietigde hij de muren van de stad Pamplona, toentertijd de hoofdstad van de Basken, bondgenoten van de Banu Qasi. Karel de Grote dirigeerde zijn meest krachtige leger van de 8ste eeuw door de passage van Roncesvalles, tussen de heuvels van Ibañeta en de kloof van Valcarlos door. Op dat moment sloot zich de krachtige hinderlaag die daar was opgezet door de Basken (Slag van Roncesvalles die plaatsvond op 15 augustus 778), waarschijnlijk aangespoord door de zonen van Sulayman, Aysun en Matruh ben Sulayman al-Arabí, zij vallen de achterhoede van het leger, aangevoerd door de neef van de keizer, Roland, aan door stenen in de kloof te gooien en speren naar beneden te werpen. De onafhankelijkheid van de westelijke graafschappen ten aanzien van Karel de Grote, werd beslist door de mislukking van het innemen van Saraqusta.

 

Het Koninkrijk Pamplona

Beeld van Iñigo Arista op het Plaza de Oriente van Madrid (beeldhouwwerk van J. Oñate (1750-53)

In ieder geval tot 1130 werden de koningen ‘Pampilonensium rex’ genoemd. Zelfs Sancho VI de Navarra ontving de naam in 1150, toen het eigenlijk toch gebruikelijk was om hem rex Navarra te noemen.

Het Koninkrijk Pamplona is de term die gebruikt wordt door verscheidene historici, volgens de ‘Anales de los Reyes Francos’ om te verwijzen naar wat het was tijdens de Hoge Middeleeuwen (476 – 1000), een politieke entiteit rond de stad Pompaelo (Pamplona) in de tijd van het Oude Rome de grootste stad op het grondgebied van de Basken, in de regio Pirineos Occidentales. En ook tijdens het bewind van Iñigo Arista, die, met behulp van de familie Banu Qasi, de Señores de Tuleda, en de bisschop van Pamplona in 824 de koninklijke dynastie Arista-Iñiga stichtte, dat vooraf ging aan de dynastie Jimena. De specialisten zijn het niet met elkaar eens als het gaat om het precieze aantal vorsten en hun ambtstermijn, noch over de omvang van het grondgebied en haar invloed

De Iñiguez dynastie eindigde met Fortún Garcés, ook bekend als Fortún ‘el Monje”, die volgens de overlevering aftrad en zich terugtrok in het klooster van Leire. De dynastie wordt, in 905, vervangen door de dynastie Jiménez die begon met Sancho Garcés I (905-925) wiens koninkrijk bekend stond als het Koninkrijk Pamplona of Navarra.

Pamplona was gedurende een lange periode de meest belangrijke en rijkste stad op christelijk grondgebied. Er werden vele pogingen gedaan om het tot hun hoofdstad te maken. Het werd onder andere geprobeerd door de christelijke bergbewoners en later door dichtbijgelegen omliggende gebieden. Naast het hebben van een grote stabiele populatie in het rijke en vruchtbare dal van rivier Arga was het, door het kruisen van routes, een plaats van ontmoeting en uitwisseling tussen de islamitische wereld in het zuiden en de christelijke Europa in het noorden. Daar achter lagen de passen door de Pyreneeën en de Baskische havens van de Cantabrische Zee en liepen de routes van oost naar west, waar dus ook de pelgrims op hun weg naar Santiago de Compostela, in de richting van het koninkrijk León, gebruik van maakte. Verder lagen er verspreid over Pamplona verbindingen met het Karolingische Rijk in het huidige Navarra, Aragón en Cataluña en de Middellandse Zee, met zijn mediterrane havens. Het was nodig voorzichtig om te springen met haar neutraliteit en goede relaties te onderhouden met haar dikwijls oorlogszuchtige buren. De fameuze van welvaart en rijkdom; de handel en de uitwisseling van ambachten, leerverwerkende, muziekinstrumenten, boeken en wapens,  en grondstoffen als ivoor, edelstenen, thee, olie, zijde, wol, goud, kruiden….. ook de Vikingen hoorde van deze rijkdommen.

Voortgang van de Iberische Koninkrijken, waaronder die van Pamplona/Navarra gedurende de Reconquista.

Er bestond een constante bedreiging op de  Baskische gebieden die van beide zijde van de Pyreneeën kwam. Dit was in  het voordeel van de twee opkomende toonaangevende leiders onder de Baskische aristocratie, die van Iñigo, die ondersteund werd door de islamitische Banu Qasi, en die van Velasco, die werd geholpen door de Karolingische Franken. Toen in 799, Mutarrif ibn Musa, de gouverneur van Pamplona en halfbroer van Íñigo Arista, door Karolingische sympathisanten werd vermoord zocht Iñigo zijn toevlucht tot de familie Banu Qasi om de controle over de stad te herwinnen. In 812 stemden de Emir Al Hakam I en Ludovico Pio (Lodewijk de Vrome, koning van Aquitania, en zoon van Karel de Grote) in met een wapenstilstand waarmee Pamplona onder Karolingische controle kwam en liet het regeren over aan Velasco al Gasalqi. Aan het einde van de wapenstilstand, hervat Al Hakam de vijandelijkheden met de Franken en weet Pamplona te heroveren in 816. Iñigo Arista wordt als eerste koning van Pamplona benoemd en regeert tot 851.

De eerste dynastie van Navarra (Arista) wordt vervangen na drie regeerperiodes en, tot op heden, op mysterieuze wijze overgenomen door de Jimena dynastie die het koninkrijk uitbreiden met het innemen van gebieden als het huidige La Rioja en de zogenaamde Zona Media van Navarra, waarmee Navarra haar grootste oppervlakte bereikt, ten kostte van de islam en een aantal naburige christelijke heerschappijen.

De Middellandse Zeekust, stond vol met oude wachttorens die daar stonden om te waarschuwen voor de Barbarijse zeerovers. Men schreeuwde naar elkaar “Moros en la Costa” (Moren aan de kust). In 858 zag men hier de Noormannen vanaf Tortosa de Ebro opvaren en doortrokken tot Navarra met achterlating van onneembare steden als Zaragoza en Tudela. Daarna trokken ze de zijrivier Aragón op tot ze de rivier de Arga vonden, en ze opvaarden tot ze Pamplona bereikte, de stad plunderen en de koning van Navarra ontvoerde. In 859 keren de Vikingen terug naar Pamplona en ontvoerde de nieuwe koning Garcia I Iñiguez. Pas na het betalen van een flinke borgsom keerde de koning terug naar Pamplona, daarna werd het oude verbond tussen Arista en Banu Qasi verbroken, en werd Garcia I een bondgenoot van het koninkrijk Asturias.

.

Het kasteel Clavijo in La Rioja. De Slag om Clavijo zou hebben plaatsgevonden in de buurt van het zogenaamde Campo de la Matanza.

Door de interne problemen van Córdoba en de verandering in de houding van Navarra, was de leider van de Banu Qasi, Musa ibn Musa die aanspraak maakte op de titel van derde koning van Spanje, met als enige vijand Ordono I van Asturias. Hij verzet zich voortdurend tegen Córdoba, en probeert hij de vallei van de Ebro veilig te stellen die door La Rioja loopt. Musa, voert in 855 een harde razzia uit tegen Álava en al Qilá (Castilla), daarna hield hij zich bezig met het herstel en de versterking van het militaire garnizoen van Albelda. Bij het zien van de dreiging die deze versterking teweeg kon brengen voor de oostelijke bezittingen van het Asturische koninkrijk, begint Ordoño I samen met Navarra een offensief tegen Albelda. Na een zware strijd komt Ordoño I als winnaar uit de bus en verwoest hij het vijandige leger. Deze slag wordt in de 12e eeuw beschreven als de legendarische slag bij Clavijo die door vele beschouwd wordt als slechts een legende verzonnen door de aartsbisschop Rodrigo Jiménez de Rada.

Musa II voerde strijd tegen Navarra en Córdoba tot aan zijn dood in 862. Terwijl zijn zoon Lupp of Lope ben Musá, gouverneur van Toledo, tot vazal van Ordoño I was verklaart..Subn umm Walad, van oorsprong een Baskische Navarraanse, was de moeder van Hisham II. Geboren rond 940 en overleden in 999. Zij was een slavin maar later één van de meest invloedrijke vrouwen in de islamitische tijd.

 

Navarra- Aragonese

Koningen van Pamplona van de dynastie Iñiga en Jimena. Sancho V (als Sancho I) Pedro I en Alfonso I waren ook koningen van Aragón.

Het Navarra-Aragonees, is een Romaanse taal die voor het Castilliaans in de vallei van Ebro, in de Middeleeuwen werd gesproken. Tegenwoordig wordt het nog in kleine delen van de Aragonese Pyreneeën gesproken, met verschillende gradaties, deel uitmakend van het Castiliaans van La Rioja, Ribera de Navarra en Aragón. Als nog verder terug kijken is het van origine een Latijns dialect, dat gedurende het Koninkrijk Pamplona een Baskische onderliggende laag verkreeg. Omdat Aragón in het begin van de Middeleeuwen afhankelijk was van het Koninkrijk Navarra gaven de taalkundige deze taal de naam ‘navarroaragonés’.

Via de zogenaamde ‘Reconquista‘, of de uitbreiding van het Koninkrijk Navarra op islamitische of christelijke gebieden, met de daaropvolgende herbevolking met christenen uit het Koninkrijk Navarra, zou de taal zich verspreiden over het gehele veroverde gebied. Door de annexatie van de Aragonese graafschappen door het Koninkrijk Navarra oefende de navarroaragonesa taal een belangrijke invloed uit op het latere Castilliaans van het Koninkrijk van Aragón.

Het schriftelijk bewijs van deze taal vinden we in de Closas Emilianenses, dat bewaart wordt in het Klooster van San Millán de la Cogolla.

De bezittingen van Sancho ‘el Mayor’ tussen 1029 en 1035.

 

De uitbreidingen van Sancho III ‘el Mayor’

De hoogtepunten tijdens het bewind van Sancho III ‘el Mayor’. Hij betrad de troon tussen 1000 en 1004 als erven van het Koninkrijk Navarra en het graafschap van Aragón, onder de voogdij van een regentschapsraad samengesteld uit bisschoppen en zijn moeder, uitgebreid met gebieden als het graafschap van Castilla naast het traditionele koninkrijk (Pamplona en Nájera). De dynastieke vereniging met Aragón voltrok zich in twee periodes: 100 – 1035 en 1076 – 1134.

Tijdens zijn bewind bereikt het christelijke koninkrijk van Nájero-Pamplona zijn grootste territoriale uitbreiding. Dat besloeg zo ongeveer een derde van het noordelijke deel van het schiereiland, vanaf Astorga tot Ribagorza. Men neemt aan dat, tussen 1021 en 1023, daar het burggraafschap van Labort (lag aan de Franse kant van de pyreneeën) toehoorde met de residentie van de burggraaf in Bayona en Baztán tot 1025.  Na de dood van de hertog Sancho Guillermo, probeerde Hertog van Gascogne, op 4 oktober 1032, zijn gezag uit te breidden over het oude Vasconia met inbegrip van het gedeelte ten noorden van de Pyreneeën tot aan de rivier Garonne hoewel hij er niet in slaagde om ook het erfdeel Eudes aan zich te binden.

In het noorden is de grens van Pamplona duidelijk, de onveranderlijke pyreneeën (als de Navarraanse koningen hun macht hebben uitgebreid tot Baztán, wat zeer waarschijnlijk is, maar dat, tot 1066, niet met zekerheid kan worden vastgesteld). Het is niet zeker, ondanks dat dit nogal eens gezegd werd, dat Sancho III het gebied van Gascogne niet bereikt (het Vasconia van toen, wil zeggen, het gebied tussen de Pyreneeën en de Garonne). De koning van Navarra wilde in 1032 de hertog van Gascogne, Sancho Guillermo opvolgen, daar deze kinderloos stierf, dat genoeg reden had kunnen zijn om door aanpassing van een aantal documenten de regering van Gasgogne over te nemen. Maar de waarheid is dat de erfenis naar Eudes ging.

Hij had zijn residentie in Nájera, en zijn betrekkingen uitgebreid tot voorbij de Pyreneeën, waaronder het hertogdom Gascogne. Maar ook had hij aandacht voor nieuwe politiek, religieuze en intellectuele stromingen.

Zijn regering viel samen met de crisis van het wereldkalifaat dat werd ingeleid met de dood Almanzor en beëindigd met het begin van de Taifa Koninkrijken. Hij zocht naar de mogelijkheid om de christelijke staten te verenigen, hetzij als vazalstaten of onder zijn eigen commando.

In 1016 legde hij de grenzen met het graafschap Castilla vast, en begon er een periode met goede betrekkingen tussen beide landen. Dit alles wordt een stuk makkelijker door zijn huwelijk met Munia, ook wel bekend als Muniadona, dochter van de Castiliaanse graaf Sancho Garcia. Uit dit huwelijk wordt Fernando geboren (Fernando I de Castilla), Gonzalo (graaf van Sobrarbe en Ribagorza) en de dochters Mayor en Jimena, koningin van León doordat ze trouwde met Bermudo III.

Hij maakte gebruik van de interne problemen tussen Sobrarbe en Ribagorza door zijn belangen te doen gelden als afstammeling van Dadildis del Pallars en maakte zich meester van het graafschap.

Hij was belast met de voogdij van graaf Garcia de Castilla. Alfonso V de León maakte gebruik van deze situatie door zich meester te maken van de hoge gebieden tussen de rivier Cea en Pisuerga. Sancho III verzet zich tegen de uitbreidingen van León en het machtshuwelijk tussen García de Castilla en Sancha de León. Bij de dood van Sancho III ‘el Mayor’ (18 oktober 1035), geeft hij zijn erfdeel aan de eerst geborene (Ramiro I de Aragón) waaraan de andere broers leenplicht (vazal) verschuldigd zijn, maar deze hebben geen respect voor de testamentaire wil van de vorst en uiteindelijk wordt het koninkrijk onder hen verdeeld. Hieruit komen de koninkrijken Aragón, Castilla en Navarra voort.

Tijdens het bewind van García Sánchez III (1035 – Atapuerca, 15 september 1054), bijgenaamd ‘el de Nájera’, en zijn zoon Sancho Garcés, wordt Navarra gescheiden van de naburige koninkrijken.

In 1076, na de moord op Sancho IV ‘el de Peñalén’ (van een klif geduwd in Funes) komen Navarra en Aragon weer samen onder het bewind van Pedro I en daarna onder dat van zijn broer koning keizer Alfonso, op het moment dat deze Tudela innam. Nadat Alfonso I ‘el Batallador’ in 1134 kinderloos overleed neemt García Ramírez de Navarra het bewind over. Noch Aragón, noch Navarra respecteren het testament van hun koning keizer Alfonso, die de koninkrijken laat aan de Orde van de Tempeliers en andere militaire orders. Elk koninkrijk kiest een andere koning waarmee de kronen van Navarra en Aragón 50 jaar van elkaar gescheiden blijven.

 

De geleidelijke afname van het koninkrijk

Met de scheiding van Aragón werd Navarra een koninkrijk zonder mogelijkheid tot uitbreiding, omdat ze niet aan moslimlanden grensde. En omdat het zat ingeklemd tussen het machtige Castilla en Aragón werd het gebied van het koninkrijk Navarra geleidelijk aan steeds kleiner, hoewel ze zich cultureel gezien bleef uitbreiden.

Zo is er de arbitrage-uitspraak van Hendrik II van Engeland (Lauda arbitral del Rey Enrique II de Inglaterra) van 16 maart 1177 gemaakt tussen de koningen Alfonso VIII de Castilla en Sancho VI ‘el Sabio’ de Navarra, met betrekking tot territoriale bezittingen en aangrenzende grenzen, dat werd uitgesproken nadat beide. Op 25 augustus 1176, een verdrag overeenkwamen, waarin zij instemde met de keuze van de Engelse Koning over een zeven-jarig bestand. Deze uitspraak bepaalde de overgave van diverse gebieden aan Castilla, hoofdzakelijk La Rioja, Navarra zou als tegenprestatie in aanmerking komen voor onder meer de provincies Álava, Guipuzcoa en de Duranguesado (Vizcaya), plus een financiële compensatie. Geen van beide partijen leefde deze uitspraak na, maar beide partijen kwamen overeen om, alleen met betrekking tot het grondgebied van de huidige gemeenschap van La Rioja, te voldoen aan de overeenkomst, dat vanaf dat moment zou toebehoren tot het Koninkrijk Navarra. Maar weet wel dat er verschillende interpretaties van deze uitspraak zijn.

De expansiedrift van Castilla en Aragón deed Navarra slinken. De beslissingen over het verdelen, bestaat uit verschillende verdragen uitgewerkt door vernoemde koninkrijken in de 12e eeuw. De koningen van deze twee koninkrijken ondertekende het Verdrag van Cazola (Tratado de Cazola) in maart 1179 of 1198, waarin stond hoe Navarra verdeeld zou worden, met als nieuwe grens tussen beide koninkrijken, de rivier de Arga, die Navarra doorkruist van noord naar zuid.

Het verlies van Álava, Guipúzcoa en Duranguesado (1200)

Zegel van koning Sancho VII ‘el Fuerte’, koning van Navarra.

Ondanks de arbeid die Navarra in het herbevolken had gestoken (met het stichten van steden als Vitoria en San Sebastián, twee van de drie hoofdsteden van het huidige Pais Vasco), veroverde Castilla, met hulp van de lagere adel en steun van de lokale opstandige troepen in Duranguesado en Álava. En na een belegering van negen maanden verloor het ook Vitoria.

In het geval van Guipúzcoa, dacht men dat het Castiliaanse leger, geleid door de Heer van Viscaya, superieur was. Toen het Castiliaanse leger bij Vitoria het gebied binnen trokken, ging de leiding van Guipúzcoa naar de Castilianen en zijn daar door onderhandelingen toegevoegd aan Castilla. Maar, na herinterpretatie van de historische bronnen moeten deze ideeën heroverwogen worden, omdat men in deze bronnen gevonden heeft dat Vitoria en San Sebastian ook militair veroverd zijn.

De oudere bloedverwanten van Guipúzcoa, die al in twee onverzoenlijke kampen verdeeld waren, behielden hun posities. De Oñacinois, gaven steun aan Castilla, en de Gamboínos verdedigde de voortzetting van de samenwerking met Navarra.

Op hun beurt, krijgen de groepen de ondersteuning van Navarra, en zo steunde de Beamonteses de Oñacinos en de Agramonteses de Gamboínos.

De interne reorganisatie

De Iberische koninkrijken in 1360.

Het werk van de vorsten uit de 13e eeuw, na de gedeeltelijke verovering van Navarra, baseerde zich op de reconstructie en de interne reorganisatie van het koninkrijk en om vooruitgang te maken met de samenwerking naar zijn buren. Ook neemt men deel aan zaken zoals de Slag om Tolosa (las Navas de Tolosa, 1212), waaraan de monarch, Sancho VII ‘el Fuerte’, een belangrijk deel van zijn leger uitbesteed, waarin volgens de legende, het schild met de kettingen en de smaragd vorm kreeg, dat vanaf dat moment het symbool vormde van de dynastie van Navarra, ter vervanging van zijn persoonlijke embleem de zogenaamde Arrano beltza (zwarte adelaar).

Sancho VII ‘el Fuerte’ sterft zonder opvolger, en ondanks het feit dat hij in een verdrag de adoptie van Jaime de Aragón (zoon van Pedro II de Aragón) had vastgelegd, werd de troon van Navarra gedurende de twee daaropvolgende eeuwen bezet door Franse dynastieën (die van de Champaña, la Capeta en die van Évruex) daar zij ook beschikken over de gebieden in Frankrijk tonen zij weinig interesse om dit kleine koninkrijk behoorlijk te regeren en werd het dus verwaarloosd.

De Navarraanse oorlog (Guerra de la Navarrería)

De stad Pamplona werd verdeeld in ‘burgos‘ onafhankelijke en tegengestelde (Navarrería en San Miguel tegen San Cernin en San Nicolás) en gelieerd met andere staten zoals, bijvoorbeeld de buurt Navarrería, dat in 1276, door Franse troepen met de grond gelijk gemaakt werd. Deze confrontaties verspreidde zich over heel Navarra, de Castiliaanse bondgenoten werden verslagen waarmee Navarra nog steviger tot Frankrijk behoorde.

De burgeroorlog (1451)

Na de oprichting van het Huis van Trastámara (Casa de Trastámara) in Aragón, in het midden van de 15e eeuw, werd de sociaal-politieke crisis van het koninkrijk langzaamaan opgeklopt, gepolariseerd, door de notabelen van Navarra. Dit gebeurde rond de twee kampen van de Beamonteses en de Agramonteses.

Kaart van de Navarraanse burgeroorlog

Het is een complex conflict met veranderende standpunten en opvattingen dat in eerste instantie een conflict tussen de adellijke facties is, maar, volgens enkele auteurs, was het klaarblijkelijk ook een sociaaleconomisch confrontatie tussen de bewoners in de bergen en die van het zuiden van Navarra (montaña-ribera). Hoe dan ook, beide facties hadden een verdeling voor heel Navarra. Deze confrontaties zouden uiteindelijk leiden tot een burgeroorlog in 1441, toen Juan II de Aragón (koning van Navarra door zijn echtgenoot Blanca I de Navarra), hij wilde de troon voor zichzelf in plaats van hem af te staan aan zijn zoon Carlos, de prins van Viana (principe de Viana). Carlos was de wettige erfgenaam van het koninkrijk door zijn moeder Koningin Blanca I, maar dit kon volgens de toen geldende voorschriften alleen met de goedkeuring van zijn vader Juan II. In 1452 werd de prins bij de Slag om Aibar gevangen genomen.

Na de dood van Carlos, Prins de Viana, in 1461 en Juan II, in 1479, ging de burgeroorlog gewoon verder. De Beamonteses werden gesteund door Castilla, terwijl de Agramonteses in eerste instantie steun ontvingen van hun bondgenoot uit Aragon, Juan II, koning van Aragon, en vervolgens van de Fransen.
Demografisch gezien ligt het dieptepunt van het Koninkrijk Navarra tussen 1450 en 1465, dat samenviel met de meest acute episode van de burgeroorlog (dat niet direct een bloederige oorlog was). Een andere oorzaak waaraan veel mensen stierven waren de pestepidemieën tussen 1504 en 1507. Na 1530, na de verovering van Navarra door Castilla en Aragon nam de bevolking weer toe.

 

De verovering door Castilla en Aragon (1512)

De Standaard van de Koningen van Navarra vanaf 1212 (de antieke versie)

Laat in de 15e  eeuw mengde de koning van Aragón, Fernando ‘el Católico’, zich voortdurend in de burgeroorlog van Navarra. Hij gaf steun aan de Beaumonteses en in sommige gevallen kwam het tot een echte militaire bezetting. In het begin van de 16e eeuw hadden de Beaumonteses de burgeroorlog verloren, hun leider was gevlucht en leefde in Castiliaanse ballingschap, alwaar hij stierf. Van daaruit steunde zijn nakomelingen de Aragonese koning in zijn reeds gedecideerde invasie van het koninkrijk Navarra. Dit betekende dat de koning van Navarra in 1512 gedwongen werd het Verdrag van Blois te ondertekenen, waarmee hij erin slaagde steun te krijgen van het Franse koninkrijk voor een mogelijke agressie. Dit werd door Castilla en Aragón beschouwd als een oorlogsverklaring, waardoor Frans I van Frankrijk  werd geconfronteerd met de Castillianen en de Aragonesen en tevens, door paus Julius II tijdens het 5e Concilie van Lateranen, werd uitgeroepen tot een schismatieke monarch.

Fernando ‘el Católico’ was de stiefbroer van de overleden Carlos Principe de Viana (zoon van Juan II en zijn tweede huwelijk met Juana Enríquez). hij begon de invasie op 10 juli met het innemen van Goizueta, hoewel niet aangekondigd en  acht dagen voordat het verdrag van Blois werd ondertekend. Het grootste deel van het leger, dat meer dan 16.000 man telde waren goed bewapende, ervaren krijgslieden die op 22 juli Navarra aanvielen vanuit Álava, onder bevel van Fadrique Álvarez de Toledo, de tweede hertog van Alba met hulp van de Beaumontese leider, graaf de Lerin (Condestable de Navarra (een condestable was vroeger, iemand die opdrachten van de koning uitvoerde, een graaf bijv.)) en zijn mannen.

Het krachtige leger vestigden zich net buiten Pamplona, met name in het paleis van Arazuri, dat werd gedomineerd door de Beaumontes. Het was een slecht versterkte stad met zo’n 6.000 tot 10.000 inwoners. Het duurde daarom ook niet lang voor dat de stad zich overgaf. Dit gebeurde op 25 juli, waarvan men, in de archieven van Simancas, de documenten van deze periode terug kan vinden.

Calos de Viana, Prins van Viana en Gerona.

Elders in Navarra was het verzet veel sterker: Lumbier hield stand tot 10 augustus, Estella tot augustus, Viana tot 15 augustus, Roncal tot 9 september, net als Tudela, dat het sterkste bolwerk van de Agramontés was. Het was de bedoeling dat men hier Aragón zijn macht zou ontnemen. De koningen van Navarra, Juan en Catalina zochten hun toevlucht in het domein Bearn van waaruit men het verzet organiseerde.

De verovering van het Alta Navarra was hiermee niet beëindigd, want Catalina de Foix en Juan III de Albert, en later Enrique II, ondersteund door de Franse vorsten, ondernamen nog drie militaire pogingen om het koninkrijk te herwinnen.

De eerste poging werd de maand november van dat jaar ondernomen. Men had een leger van Navarraanse Agramontesen, Fransen en huurlingen uit het koninkrijk samengesteld. In totaal telde dit leger zo’n 15.000 man. Het stond onder bevel van Juan de Albert en de generaal Jacques de la Palice. Verschillende steden in het binnenland kwamen in opstand, zoals Estella, Cábrega, Villamayor de Monjardín en Tafalla. En van 3 tot 30 november belegerde dit leger Pamplona. Voor de komst van de Castiliaanse versterking kwam, voerde men op 27 november een overhaaste aanval uit, die mislukte. Waarna men, vanwege de naderende winter, de Frans Navarraanse troepen terugtrok in de richting van het municipio Baztán. In de haven van Velate werd de achterhoede verrast door de Castiliaanse strijdkrachten, dat voornamelijk bestond uit Oñacinos (Oñacinos waren aanhangers van de lijn Guipuzcoano de Oñaz. In de Middeleeuwen was dit een bloeddorstige groep die samen met de Gambiones in de zogenaamde Guerras de Bandos vochten) en werd aangevoerd door Lopez de Ayala. Het Navarraanse leger leed een nederlaag in deze van, het verloor tevens 12 stukken geschut. Eveneens sprak men over een verlies van meer dan 1.000 mannen uit het Frans- Navarraanse leger.

Fernando ‘el Católico’. Koning van Aragón, Valencia, Mallorca, Cerdeña en graaf van Barcelona.

De tweede poging vond plaats in 1516, waarbij men profiteerde van de dood van ‘Fernando ‘el Catolico en de gecompliceerde Castiliaanse erfopvolging (door Carlos I of te wel Karel V voor ons). Het leger, onder bevel van maarschalk Pedro de Navarra, was slecht uitgerust en werd in Roncal door kolonel Cristobal de Vilalaba verslagen. De maarschalk werd gevangen genomen en in 1522, in het kasteel van Simancas vermoord. Om verdere problemen te voorkomen gaf kardinaal Cisneros, regent van Castilla, het bevel alle fortificaties, met uitzondering van de strategische en die van de Beaumontese bondgenoten, te slopen.

Daar de militaire acties mislukte, zocht men een oplossing via de diplomatieke weg. De twee patrijen kwamen bijeen tussen 1516 en 1519, in Noyón en Montpellier, maar ook dit had geen succes, waarop de Navarraanse koningen, gesteund door Frankrijk, nog één poging waagde.

Enrique II, Enrique de Albret, koning van Navarra.

In 1521, profiterend van de ‘Guerra de Comunidades’ (de Oorlog van de Gemeenschappen) die Castilla verwoeste, en de periode waarin Enrique II regeerde en onvoorwaardelijke steun aan Francis I van Frankrijk gaf. In heel Navarra was men in opstand gekomen, met in begrip van de Beaumontese steden. Francis I stond te popelend van ongeduld om Carlos I  te verzwakken, hij vertrok met het Navarro-Gascon leger vanuit het noorden en slaagde erin om heel Navarra te heroveren. Echter de aanval werd ernstig vertraagd, en vond pas plaats na april, nadat de dorpen door de koninklijke troepen waren verpletterd. Bovendien, in plaats van het consolideren van de overwinning, wilde het Navarro-Garson leger naar Logroño, waar de reorganisatie van het Castiliaanse leger, met drie extra korpsen, plaats vond. Op 10 juni begonnen de troepen zich terug te trekken door de grote druk van de Castiliaanse troepen, met zijn drie extra korpsen. Er vond een confrontatie plaats in Puente la Reina, en na het maken van een aantal strategische fouten, vocht men uiteindelijk, aan de rand van Pamplona, een bloedige strijd uit in de Slag om Noain (30 juni 1521). In deze slag verloren zeker 5.000 man het leven. Na deze nederlaag waren de overblijfselen van het Navarra-Gascon leger verspreid, hoewel, tot oktober hadden zich een aantal strijders verschanst in het kasteel Maya (Baztán vallei), en deze bleven weerstand bieden tot 19 juli 1522, en in het fort Fuenterrabía bood men zelf weerstand tot maart 1524. In december 1523 roept Carlos I een pardon uit voor alle opstandelingen, met uitzondering van ongeveer zeventig leden van de Navaraanse adel. Om Fueterrabía onder de knie te krijgen besluit de keizer een nieuw pardon uit te roepen, waaronder de eerst bovenstaande uitgeslotenen, op voorwaarde dat deze een eed van trouw zouden afleggen. Zo eindigden uiteindelijk de pogingen om  de onafhankelijkheid van Alta Navarra te herwinnen. De instabiliteit van het Baja Navarra (boven de Pyreneeën) maakte dat Carlos I definitief afstand deed van dit gebied en zich nog voor 1530 terugtrok. De Navarraanse koning, Enrique II handhaafde de onafhankelijkheid van het koninkrijk.

Het schild met wapens van Castilla-León en Navarra-Evreux en Santa Maria la Real de Nájera (La Rioja).

Ondanks diverse pogingen van Fernando él Catolico’ om dit gebied te veroveren, bleef hij werken om het institutionele Navarra te consolideren en in te lijven aan zijn domein. In 1513 werd het Parlement van Navarra, door de Castiliaanse onderkoning, in Pamplona, bijeen geroepen, en werd Fernando ‘el Catolico’, alleen met de hulp van de Beaumonteses, uitgeroepen tot koning van Navarra. Op 7 juli 1515 annexeerde het Parlement van Castilla in Burgos, Navarra, zonder de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van Navarra. De nieuwe koning beloofde de voorrechten (de fueros) van het koninkrijk te respecteren. Latere koningen bleven zweren, deze ‘fueros’ van Navarra, te zullen blijven respecteren. Vanaf de 18e eeuw, werden deze voorrechten (fueros) bekritiseerd en vanaf de 19e eeuw werden ze gewoon afgeschaft.

Als extra ideologische rechtvaardiging, naast het verdrag van Blois (dat als excuus werd gebruikt en Navarra behandelde als een vijandelijke staat) kreeg Fernando ‘el Católico’ het voordeel daar Paus Julio II de koningen van Navarra excommuniceerde en hen verdreef van het koninkrijk. Hij verklaarde dat het Koninklijke Huis van Navarra medeplichtig was aan het verspreiden van het protestantisme vanuit het zuiden van Frankrijk en zijn alliantie met de Franse monarch die werd beschuldigd van schismatiek.

In 1516, gaf kardinaal Cisneros opdracht alle defensieve kastelen te verwijderen, daar het onmogelijk was om alle kastelen te verdedigen tegen het leger van Castilla. Navarra had meer dan honderd kastelen rond wat eens het koninkrijk Navarra was. Slechts weinige bleven behouden, en deze werden slechts gedeeltelijk beknot.

Het wapen van Carlos I aan de muur van Viana, met de wapens van de Spaanse monarchie en van Navarra op de voorkeur plek.

Na enkele onregelmatige bezettingen van Baja-Navarra, met inbegrip van San Juan de Pie de Puerto, door de troepen van Keizer Carlos V (dezelfde als Carlos I, maar nu is hij tot keizer gekroond) in 1528, besluit deze dit grondgebied aan de andere zijde van de Pyreneeën te verlaten omdat ze moeilijk te verdedigen zijn. Dit deel van het koninkrijk Navarra bleef onder het bewind van de dynastie van Albret-Foix dat verbonden was met de dynastie van Bourbon, die zou gaan regeren over Frankrijk, en hoewel hun domeinen in de Béarn hoger waren dan die van Navarra, gaven deze navarraanse gebieden hen de koninklijke waardigheid, en maakte dat hun opvolgers dit angstvallig gescheiden hielden, ook na het betreden van de troon van Frankrijk droegen zij de titulatuur van koningen van Frankrijk en Navarra. Lodewijk de XIII van Frankrijk accepteerde een verzoening van de Fort et costumas deu Royaume de Navarra deça ports in 1611, maar zorgde ervoor dat er geen hoofdstukken van het publieke recht in werden opgenomen. In 1620 publiceerde hij het edict van de inlijving van het Koninkrijk Navarra, samen met de gebieden van Béarn, Andorra en Donnezan binnen de Kroon van Frankrijk, met behoud van de privileges, franchises, vrijheden en rechten voor haar bewoners. In 1789, na de Franse Revolutie worden alle privileges van alle gebieden van de monarchie afgeschaft en omgezet tot een gemeen recht. Ondanks het bezwaar van Navarra schaft men in 1789 de titel van Koning van Frankrijk en Navarra af. In 1790, verordent La Asamblea Nacional de stichting van Bajos Pirineos (momenteel Pirineos Atlánticos) waarbinnen Béarn, Baja Navarra en andere nabijgelegen gebieden vallen.

Vanaf die tijd wordt het deel van Navarra dat op het schiereiland is gelegen, geïntegreerd in de Spaanse Monarchie, zonder het vertoon van enige instabiliteit maar met een duurzame vereniging met de Castiliaanse Kroon ook wanneer in 1640 het territoriale systeem van de monarchie van het Huis van Oostenrijk (Habsburgers) een probleem heeft met de scheiding van Portugal en tijdens de opstand van Cataluña. Ondanks alles en geleidelijk aan, naarmate de Frans-Spaanse rivaliteit zich naar andere gebieden verplaats, zal Navarra veranderen in een vergeten koninkrijk en werd het in toenemende mate gemarginaliseerd als middelpunt van economische of politieke macht. De Habsburgse dynastie vestigde zich in Pamplona middels een onderkoning, die gedurende zijn verblijf vele activiteiten voor het Koninklijke Hof regelt.

Tijdens de Spaanse Successieoorlog, zal Navarra (ondanks de felle anti-Franse gevoelens van het volk) stelling nemen in het voordeel van de Hertog van Anjou (de toekomstige Felipe V) in plaats van de Aartshertog Carlos de Austria (net als de koninkrijken van de Kroon van Aragón). Dat is waarom Tudela net als Sangüesa werden bezet door troepen van de Habsburgers. Aan het einde van het conflict, Navarra, net als de Baskische provincies wisten hun privileges ten opzichten van de koninkrijken van de Kroon van Aragón te behouden, die door Felipe V als verraders werden gezien en door de Decretos de Nueva Planta (nieuwe wetten, besluiten) ontdaan werden van hun prerogatieven rechten.

Logisch gezien regeerde deze nieuwe dynastie op een meer centralistische en minder via overeenkomsten dan de Habsburgers, en bij verschillende gelegenheden werden de regelingen omtrent de privileges bestreden door de overheid van deze monarchie.

 

De penningmunt afgegeven in Pamplona in 1830, Met de figuur van Fernando VII als Fernando III van Navarra.

Op 14 november 1833 kiezen de Carlistische rebellen in Estella, om Tomás de Zumalacárrequi aan te stellen als hun leider.

Generaal Maroto, die verantwoordelijk is voor de Carlistische troepen uit het Noorden en Generaal Espartero die optreed als vertegenwoordiger van de regering van Isabel II, ondertekenen op 29 augustus 1839 het Verdrag van Oñate dat een eind maakt aan de Primera Guerra Carlista (de Eerste Carlistische Oorlog) in het noorden van het schiereiland, een bevestiging die bekend staat als “El Abrazo de Vergara” (de omhelzing van Vergara) tussen Maroto en Espartero op 31 augustus. Maroto kon niet rekenen op de steun van de pretendent Don Carlos, noch de compromis  van een deel van zijn troepen. Op 14 september 1839 stak de pretendent Don Carlos en zijn trouw gebleven troepen de Franse grens over en begonnen, in 1833, een oorlog  met hulp van de plattelandsbevolking van Navarra. Deze oorlog eindigde op het noordelijke front.

Thomas de Zumalacárregui.

Bij dit akkoord werden ook afspraken gemaakt om bepaalde privileges (erfpacht) te elimineren en ze aan  te passen aan de Grondwet van 1837 (artikel 1. De opperbevelhebber, don Baldomero Espartero, raadde, met instemming van de regering, aan om zijn aanbod, de concessie of wijziging van de privileges, na te leven en zich formeel te committeren aan het voorstel van het Hof), zoals nadien terug te vinden in het Decreto de Confirmación de Fueros de 1839 (het Besluit van Bevestiging van de Privileges van 1839), met de toezegging om de privileges te respecteren, zonder afbreuk te doen aan de constitutionele eenheid van de monarchie, toehorend aan Navarra en de Baskische provincies.

Het wapenschild van Frankrijk en Navarra.

De liberale regering wilde haar centralistische principes opleggen en de onrechtvaardige middeleeuwse privileges afschaffen. En zo begonnen de liberalen van de Diputación Provincial met Yanguas Miranda aan het hoofd, te onderhandelen met de centrale overheid over het afschaffen van de provinciale privileges. Op deze wijze en doormiddel van de Wijzigingswet van Privileges van Navarra (Ley de Modificación de Fueros de Navarra), later ‘Ley Paccionada Navarra’ genaamd, hield het Koninkrijk Navarra op te bestaan en werd het beschouwd als een ‘provincia foral’ (erfpacht provincie) en daarmee definitief zijn soevereiniteit, in het voordeel van de Spaanse soevereiniteit, verliest. Met het verliezen van de privileges, zoals vrijstelling van dienstplicht en het slaan van een eigen munt, evenals de verplaatsing van de douane van de Ebro naar de Pyreneeën. Maar de provincie behield de mogelijkheid tot het opleggen van fiscale, bestuurlijke verplichtingen, opgenomen in de ‘Ley Pacciodada’ van 1841.

De kwalificatie ‘Paccionada’ verwees naar de overeenkomst met de Provinciale Raad, die werd aangestuurd door de liberalen van Navarra en de uitvaardiging. Dit hele proces werd openlijk bekritiseerd door Angel Sagaseta de Ilurdoz Garrazza, de laatste vertegenwoordiger van het Koninklijke Parlement.

Deze minister van Sagasta, Germán Gamazo, probeerde, in 1893, om de fiscale autonomie van de ‘Ley Paccionada’ af te schaffen, dit zorgde voor een populaire reactie die bekend stond als  de “Gamazada”. Het werd nooit toegepast omdat de minister, om andere redenen, ontslagen werd, onder andere door de opstand in Cuba van 1895.


De verschillende talen tijdens de Middeleeuwen


De bevolking sprak de baskische taal en enkele romeinse varianten zoals: het endogene Romaans-Navarra, en de variant romaans-occitaanse taal Languedociano, een taal die in de oude Franse regio Languedoc werd gesproken. Het oude Baskisch zou nog steeds voorkomen onder de platteladsbevolking, helaas, ondanks haar diepe wortels onder de meerderheid van het volk, werd er maar weinig in die taal geschreven. Het Romaans-Navarra was de taal die door de koninklijke kanselarij  in 1223 werd aangenomen, voortgekomen uit het eerdere Latijn, vanaf 1329 was het de officiële taal in het gehele koninkrijk. Deze romaanse variant zou het geleidelijk brengen tot geschreven taal, dat aan het eind van de Middeleeuwen vervangen zou worden door het Castellano (Spaans). Aan de noordzijde van de Pyreneeën, in Baja Navarra, de teksten van de kerkelijke autoriteiten, zowel de statige als de gemeenschappelijke, werden geschreven in Romaans-Navarra en in het Gascón.

 

Lijst van monarchen van christelijke koninkrijken van het Iberische schiereiland van de Reconquista tot heden.
Portugal Spanje
Kroon van Castilla Navarra Kroon van Aragón
Galicia Asturias León Castilla Aragón Barcelona Valencia Mallorca

 

 

Verwant aan dit onderwerp:

Naar boven
Spaanse Verhalen. spaanseverhalen.com
Laatst bijgewerkt 2021-05-20
Bronvermelding en referenties:
De veelal buitenlandse teksten van wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en vaak aangevuld met eigen kennis en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon, en aan deze artikelen werk.
Er kunnen ook andere bronvermeldingen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.

{{Anderstalige Wikipedia|taal=es|titel=Reino de Navarra|oldid=101022820|datum=20170812}}
{{Nederlandse Wikipedia|taal=nl|titel=Koninkrijk Navarra|paginacode=58935542| datum=20210519}}

Foto’s gelicenseerd onder  Wikimedia Creative Commons: CC BY 2.0 , CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.0 , CC BY-SA 2.5, CC BY-SA 3.0 , CC BY-SA 4.0, CC 0, CC 0 1.0, GNU-licentie voor vrije documentatie of Publiek Domein
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

Hans Brongers Buitenfotografie

VOOR DAG EN DAUW IN DE NATUUR / BEFORE DAY AND DEW INTO NATURE

WordPress.com News

The latest news on WordPress.com and the WordPress community.

%d bloggers liken dit: