Don Pelayo, 1ste koning van Asturias (¿?-737)
Gegevens |
Koning (princeps) | 718(¿?)-737 |
Voorganger | Gecreërde titel; Eerste koning van Asturias |
Geboren | rond 685 |
Overleden | 737 (Gangas de Onis) |
Begraven | Santa Cueva de Covadonga |
Geloof | Chalcedonisch Christendom |
Kinderen | Favila de Asturias Ermesinda de Asturias |
Dynastie | Astur-Leonese dynastie |
Vader | Hertog Favila |
Echtgenote | Gaudiosa |
Opvolger | zijn zoon Favila |
Belangrijke gebeurtenis | 718 – Slag bij Covadonga |
Don Pelayo (Pelagius in het Latijn en Belai al-Rumi in het Arabisch) was de eerste koning van Asturias. Hij regeerde vanaf 718 tot zijn dood in 737. Zijn afkomst is controversieel, er is de laatste tijd nogal wat over gediscussieerd, het zou Visigotisch, Asturisch, Cantabrisch of Hispano-Romeins kunnen zijn. Volgens de kronieken van Albeldense is hij een Gotisch edelman, maar de modernere historiografie beschouwd Pelayo als van Asturisch-Romeinse afkomst. La Cronica Albeldense, is een anonieme, in het Latijn geschreven, historische verhalenbundel, van de geschiedenis van Hispania welke is voltooid in 881. Pelayo wordt hierin beschreven als de leider die de opmars van de islamitische legers in Asturias stopt, hoewel recent archeologisch onderzoek suggereert dat hij dit wellicht deed voor een eerdere lokale politieke organisatie. In Arabische bronnen wordt Pelayo soms beschreven als een Goth, en genoemd als Belai al-Rumi: “Pelayo de Romein”. Voor de Arabische bronnen staat de Spaans-Romeinse afkomst van Pelayo niet ter discussie. Ze noemen hem Belai al-Rumi, dat zoveel betekend als; Pelayo de Romein. Hij wordt gezien als de grondlegger van het Asturisch koninkrijk (Regnum Asturorum) en van hieruit begon men aan de Reconquista (christelijke herovering) van het Iberisch Schiereiland op de Moren.

Het testament van Alfonso III, uit het jaar 869, waarin de koning de kerk van Santa María de Tenciana (Tiñana, Siero) aan de priester Sisnando schenkt. Een kerk die zijn oom Alfonso II el Casto had verkregen uit de nalatenschap van zijn overgrootvader Pelayo, is hetgeen Pelayo territoriaal verbindt met het centrale gebied van Asturias, maar helaas verstrekken deze documenten geen gegevens over zijn plaats van herkomst.
De Kronieken

De belangrijkste bronnen over Pelayo’s leven en loopbaan zijn twee Latijnse kronieken die aan het eind van de 9e eeuw zijn geschreven. Het zijn schriftelijke bronnen van de Asturische monarchie die verwijzen naar het bestaan van Pelayo. De meest uitgebreide van deze Crónicas, zoals ze die in Spanje noemen, is de zogenaamde Crónica Albeldense (bewaard in de Codex Vigilanus), een tekst die rond 880 aan het hof van Alfonso III is geschreven. Tijdgenoot van de vorige (maar in ieder geval later dan 887), en ontstaan in hetzelfde milieu, is de Crónica de Alfonso III. Er zijn twee versies, de ruwe ongecultiveerde Crónica Rotense (bewaard in de Códice de Roda) versie, en de Crónica de Sebastianense (910-913) de gecultiveerde vertaling van bisschop Sebastián, bisschop van Salamanca en neef van Alfonso III. De historici die zich ermee hebben beziggehouden, zijn het er algemeen over eens dat het algemene doel van deze verslagen was een idee van continuïteit tot stand te brengen tussen het Visigotische koninkrijk Toledo en het primitieve koninkrijk Asturias: de kronieken verklaren de Asturische koningen tot opvolgers van Leovigildo en Recaredo, en proberen een institutionele continuïteit tot stand te brengen tussen de twee politieke realiteiten. De moderne historiografie is het erover eens dat deze verklaringen een paradigma vormen dat bekend staat als neogoticisme, waarschijnlijk gevoed door Mozarabische invloeden, en dat, echt of fictief, zeer goed beantwoordde aan de politieke belangen en de versterking van het persoonlijke prestige van Alfonso III. De enige waarschijnlijke eerdere schriftelijke bronnen waaraan deze kroniekschrijvers informatie konden ontlenen zijn regeringslijsten.
-
-
- In de Albeldense kroniek (881) zoekt Pelayo, een gotische edelman die door Witiza uit Toledo is verdreven, zijn toevlucht in Asturias. Toen de mosliminvasie plaatsvond, werd hij in het concilium princeps van de Asturiërs gekozen en maakte een einde aan de islamitische garnizoenen in de regio, die tussen 717 en 722 in Gijón, waar de wali Munuza regeerde, waren gelegerd, en ging over tot het beheer van het grondgebied en het innen van schatting.
-
“Toen werden degenen van de Saraceense troepen die het zwaard hadden overleefd, door het instorten van een berg in Liébana, begraven door het oordeel van God”. |
-
-
- In de Crónica Rotense verschijnt Pelayo als een voormalige espatario van Witiza en Rodrigo die met zijn zuster vluchtte voor de moslimoverheersing. Ondanks zijn vlucht komt Pelayo, die inmiddels in Asturias was, in contact met Munuza, de moslimgouverneur van Gijón. Deze werd verliefd op Pelayo’s zuster. Hij stuurde Pelayo (als gevangene of slaaf?) naar Córdoba, van waaruit Pelayo in 717 weet te ontsnappen en zich na zijn terugkeer in veiligheid weet te brengen bij de Asturiërs. Nadat hij tot hun prins was benoemd weet hij Munuza ten val te brengen.
- In de Crónica Sebastianense, de meest neogotistische van alle, en op de Rotense opnieuw geconfigureerd door bisschop Sebastián, wordt de romaneske achtergrond achterwege gelaten, hoewel Pelayo voor het eerst een adellijke afkomst wordt toegekend door hem de zoon te maken van een veronderstelde hertog genaamd Fáfila of Favila. Enerzijds censureert Sebastián verschillende fragmenten terwijl hij anderzijds bepaalde ideologische correcties aanbrengt.
-
In de drie teksten wordt een legendarisch personage voorgesteld die beantwoordt aan de idealen van de leden van de Mozarabische gemeenschap die aan het hof van Alfonso III waren gevlucht, namelijk: een Visigoth zijn (niet-moslim), geëmigreerd zijn (niet-collaboratief) en een compromisloos christendom belijden (niet-afvallig). Deze beschrijvingen, zo schijnbaar geïdealiseerd en in overeenstemming met de belangen van het Asturische regime, zouden doen vermoeden dat het vooral literaire creaties zijn; het zou dus gaan om de schepping van een “neogotisch politiek archetype” dat weinig of niets bijdraagt tot de studie van de historische figuur. Dat, ten gunste van deze theorie, Pelayo van oorsprong Gothisch is, is een vondst, en staat ook beschreven in de zogenaamde Crónica Mozarabe (Mozarabische Kroniek) – geschreven in 754 (en dus qua tijdspanne zeer dicht bij de gebeurtenissen). Deze kroniek beweert tevens een voortzetting te zijn van de Historia de los Godos (Geschiedenis van de Goten) Historia de regibus Gothorum, Vandalorum et Suevorum)) door Isidoro de Sevilla (leefde van 560 tot 639) waarin de figuur van Pelayo dus niet eens wordt genoemd. Het zou logisch zijn geweest om in deze Mozarabische kroniek de gebeurtenissen te zien waarbij een gotische edelman, vermeende zoon van een doge (hertog), de Visigotische monarchie van Toledo, in het noorden in ere herstelde en de lineaire opvolger werd van Rodrigo, wat suggereert dat voor de auteur van de kroniek, de vorming van het nieuwe koninkrijk van de Asturias, en zijn princeps Pelayo, weinig of geen belang had voor de geschiedenis van de Visigotische monarchie.

De huidige stand van zaken
De Asturische oorsprong van Pelayo
De stelling dat Pelayo van Asturische oorsprong was, is de optie die door een deel van de moderne historiografie wordt gevolgd. De belangrijkste argumenten voor deze theorie zijn de volgende:
-
-
- Het persoonsnaam Pelayo is niet Germaans (zoals alle andere namen van de Visigotische koningen), maar afgeleid van het Latijnse Pelagius, zeevaarder, wat wijst op een Spaans-Romeinse oorsprong van het personage. Bovendien werd de naam veel gebruikt door de inwoners van Noordwest-Spanje. De tekortkoming van het argument is dat er talrijke personages bekend zijn die als Goten zijn geïdentificeerd en namen van Romeinse oorsprong gebruikten, zoals hertog Paullus, usurpator in Septimania.
-
Bladzijde 23 van het manuscript 2805 van de Nationaal Bibliotheek van Spanje. Dit is een van de de exemplaren van het Corpus Pelagianum van de bisschop Pelayo van Oviedo, een kopie van van een ouder boek (inclusief de tekening), gemaakt in het scriptorium van het klooster van deze bisschop. De ongewone kroon herinnerd aan modellen van het eind van de 11ᵉ eeuw. het type dat de vorst draagt is hetzelfde als in de maantabellen van vah eht Manuscript 17 dat bewaard wordt in het St. John College van Oxford (ca. 1080 – 1100) zoals dat van het Liber testametorum.
De informatie uit de niet-chronologische documentatie spreekt van een persoon die van oudsher banden had met Asturias en die grond in de regio bezat, wat zeer moeilijk te verklaren is voor een Gotische vluchteling die onlangs uit Toledo was aangekomen. In het testament van Alfonso III in 869 schenkt koning Alfonso III aan de pastoor Sisnando de kerk van Sancta María de Tenciana (Tiñana, Siero) die zijn oom Alfonso II van zijn overgrootvader had gekregen, wat Pelayo territoriaal verbindt met het Castiello de Fozana, dat wordt beschouwd als een van de eerste forten die de Asturische elites in de 6e eeuw, na de val van de Romeinen, bouwden. Wanneer in de kroniek wordt verwezen naar de eerste momenten van Pelayo, wordt dat niet gedaan alsof hij een Gotische prins was die het verloren koninkrijk Toledo herstelde, maar als de princeps van het Asturorum regnum, als men begrijpt dat het logisch zou zijn geweest hem als rex van het Gothorum regnum Asturae te beschouwen. Aan het begin van de 9e eeuw n. Chr. (812) wordt in een tekst die bekend staat als het Testament van Alfonso II (Testamentum Ecclesiae Sancti Salvatoris) hetzelfde idee verwoord: Pelayo is koning van de christenen en de Asturiërs, maar vermeldt ook ondubbelzinnig zijn Gotische afkomst. Het tegenargument is dat Pelayo zijn toevlucht zocht in Asturias juist omdat hij daar bezittingen had, wat niet vreemd is, vooral als men zijn afstamming van een doge (hertog) in het noorden van het schiereiland toegeeft.
-
-

-
-
- Anderzijds verwijzen sommige Arabische kronieken naar Pelayo als Belay al-Rumi, d.w.z. Pelayo de Romein. Al Maqqari (Algerijns historicus en biograaf 1578-1632) spreekt van een ongelovige genaamd Pelayo, een inwoner van Asturias en voegt eraan toe dat met hem een nieuwe dynastie begint die regeert over een nieuw volk. Ibn Khaldun (wetenschapper o.a. historicus 1332-1406) concludeert dat Ibn Hayyan zegt dat zij afstammen van de Goten, maar dat deze mening onjuist is. Het probleem met het argument is dat Rumi kan verwijzen naar alle christenen van de Latijnse cultuur.
- De verkiezing van een militaire leider door de Astur-rebellen tegen de nieuwe binnenvallende macht tijdens het concilie van monte Auseva in 718 suggereert inheems leiderschap, maar ook de Visigotische monarchie was electief. Dit fundamentele inheemse legitimisme, dat nauwelijks voorkomt in de chronologische teksten, verdrongen door het officiële neogoticisme, heeft aanleiding gegeven tot recente historische interpretaties die van Pelayo een lokale Asturische krijgsheer maken, gekozen in een vergadering van stamhoofden om de opstand te leiden, en die een plausibeler verklaring bieden voor het offensief van de Asturiërs die ten tijde van Wamba (680) nog in opstand waren tegen de Visigotische overheersing, zoals de Asturische kronieken zelf aangeven:
Astores et Uascones crebo reuelantes plures vices edomuit et suo imperio subiugauit Hij (Wamba) bracht de Asturiërs en de Vascones (Basken) nieuw leven in, versloeg ze verschillende keren en onderwierp ze aan zijn heerschappij - Het is opmerkelijk dat de gebeurtenissen in zijn leven plaatsvonden in pre-Romeinse plaatsen van aanbidding, zoals zijn begrafenis in het megalithische gebied van Abamia (een parochie in de gemeente van Cangas de Onis, Asturias), dat waarschijnlijk dateert uit de periode 4000-2000 v. Chr., of dat van zijn zoon Favila in de dolmen van Santa Cruz begraven ligt. Deze gebeurtenissen lijken de voorouderlijke rituele patronen van de Astur-stamhoofden te volgen en houden geen verband met Visigotische tradities. Ook de schuilplaats van Covadonga vertoont een uitgesproken ritueel karakter. Zo vertoont de site overblijfselen van de cultus van de Deva (Keltische godin van bronnen en rivieren), een heidense cultusplaats. Deva is de naam van de zijrivier van de Gueña op de linkeroever in de gemeente Cangas de Onís, die ontspringt in Covadonga, aan de voet van de grot van Covadonga.
-

-
-
- Tenslotte het feit dat de machtsoverdracht binnen de Asturische monarchie werd uitgevoerd volgens de regels van Keltische oorsprong, overblijfselen van een vroegere matriarchale structuur die ondenkbaar was in het Germaanse erfrecht: zo droeg de vrouw vaak het erfrecht over aan haar man, zoals in het geval van de koningen Alfonso I en Silo, die aan de macht kwamen dankzij hun echtgenotes Ermesinda en Adosinda, respectievelijk afkomstig uit de familie van Pelayo. Pas in latere tijden, na de nederlaag van Nepociano door toedoen van Ramiro I van Asturias, werd de opvolging in patrilineaire lijn definitief opgelegd.
-
De Gotische oorsprong: Pelayo zoon van een dux Asturiensis
De hypothese van Pelayo’s gotische oorsprong werd sinds de Middeleeuwen en gedurende de 19e en 20e eeuw algemeen aanvaard.

Deze theorie werd onlangs verdedigd door Eloy Benito Ruano (historicus Middeleeuwen 1921-2014) en door de professoren Julia Montenegro (Universiteit van Valladolid) en Arcadio Del Castillo (Universiteit van Alicante). Deze onderzoekers beweerden dat Pelayo een Goth was, zoon van de dux (doge, hertog) asturiensis Favila, en dat hij, als gevolg van de door zijn vader tot stand gebrachte allianties, door de Asturiërs tijdens het Concilie van de Monte Auseva tot prins zou zijn gekozen.
De theorie gaat ervan uit dat Pelayo een Goth was. De moderne historiografie aanvaardt bijna unaniem het idee dat Don Pelayo een Visigotische edelman was die zijn toevlucht zocht in Asturië en erin slaagde een leider te worden van de tot dan toe niet verloste noordelijke stammen.
Hiervoor gaan de auteurs uit van Arabische bronnen: wie kan Don Pelayo geweest zijn? Zeer zeker een Visigoot (Ibn Hayyan citeert Ibn Khaldun). De verwijzing is juist: Ibn Hayyan zegt dat het afstammelingen zijn van de Goten… (Ibn Khaldun), maar zij houden geen rekening met de mening van Ibn Khaldun zelf (14e eeuw), die stelde “… maar een dergelijke mening is foutief“. Echter, een groot aantal bronnen, zowel christelijke als islamitische, bevestigen Pelayo’s Gotische afkomst.

Als wordt aangenomen dat Pelayo van Gotische oorsprong was, is de vraag hoe hij het bestuur van de Asturische samenleving heeft kunnen overnemen. Hier wordt de hypothese gelanceerd, gebaseerd op de oprichting, een proces dat plaatsvond tussen 653 en 683, van het nieuwe provinciale district in Asturias dat onder het bevel zou staan van een ‘dux asturiensis’ (Asturische leider) en op de letterlijkheid van een enkele passage in de gecultiveerde versie van de Kroniek van Alfonso III, volgens welke Pelayo de zoon was van Fáfila of Favila, een hertog van koninklijke bloede. Zoals blijkt, berust de theorie op onbetrouwbare grondslagen: als het hertogdom Asturias bestond en Pelayo de zoon van een hertog was, zou Pelayo de zoon zijn geweest van de hertog van Asturias die ten tijde van koning Ergica door toedoen van Witiza is gestorven. Deze hypothese is sterk bekritiseerd omdat zij ernstige tegenstrijdigheden bevat (Isla Frez, 1995): “De institutionele continuïteit van het koninkrijk Asturias ten opzichte van het Visigotische koninkrijk Toledo is onbetwistbaar” (Montenegro en Del Castillo, 1992) / “voor ons is het duidelijk dat er geen continuïteit bestond tussen het Visigotische koninkrijk Toledo en dat van Asturias” (Montenegro en Del Castillo, 1994) en omdat zij voorbijgaat aan de archeologische resultaten die aantonen dat er geen sporen zijn van gotische vestiging en dat er onvoldoende bewijzen zijn voor een werkelijk doeltreffende controle over Asturias door het koninkrijk Toledo.
Tegenwoordig is de gotische oorsprong van Pelayo algemeen aanvaard, waarbij de nadruk wordt gelegd op de unanimiteit van de bronnen over de gotische oorsprong van Pelayo. Dat hij behoorde tot een gotisch koningsgeslacht en de Hispania-gotische basis van het Asturorum regnum (Asturisch koninkrijk), evenals de tegenstrijdigheid van de inheemse thesis.
Opstand en herovering van Gigia (het huidige Gijón)

Na de aankomst van de expeditie van Muza in Asturias in 714 werd de Berberse hoofdman Mnuza of Munuza belast met de troepen en het bestuur van de noordelijke helft van het schiereiland. Hij vestigde zich aan het hoofd van een islamitisch garnizoen in Gijón, terwijl anderen het grondgebied beveiligden en de laatste resten van het verzet aanvielen. De belangrijkste families van de Asturische aristocratie, waaronder die van Pelayo, stuurden gijzelaars (hun zonen of dochters) naar Córdoba om de overgave te garanderen. In de tijd van de Wali Al-Hurr (717-718) keerde Pelayo echter terug naar de bergen van Asturias, waar hij volgens een kroniek werd verkozen tot princeps of leider van de Asturiërs. Na enkele jaren van wederzijdse intimidatie, tijdens de heerschappij van Anbasa (722), stuurde Munuza een detachement troepen naar Pelayo’s toevluchtsoord in Piloña. De Asturische leider en zijn mannen verschansten zich op de Monte Auseva (Ausevaberg), waar ze wachtten op de moslimtroepen, terwijl Munuza versterkingen vanaf de hoogvlakte beval om het verzet neer te slaan. Daar liep het moslimdetachement in een hinderlaag, en werd vernietigd. Deze oorlog staat bekend als de Slag bij Covadonga. Na deze slag werd Pelayo in het zogenaamde Campo de la Jura, nabij Cangas de Onís, door twee van zijn aanvoerders, Suero Buyeres de Caso en diens schoonzoon Don Anean de Estrada, tot koning gekroond met een kroon van eikentakken.

Volgens de kronieken vluchtte Munuza na de nederlaag bij Covadonga met zijn troepen, waarschijnlijk uit angst dat de bevolking van Gijón zich bij de opstand zou aansluiten of uit angst dat de Asturische troepen, die zijn eigen troepen hadden verslagen, hem in de stad zouden inhalen. Nadat hij de stad had verlaten, probeerde Munuza Asturias te verlaten via de bergpas van La Mesa, terwijl de zegevierende troepen van Covadonga geforceerde marsen maakten om zijn vlucht naar de hoogvlakte af te snijden. Munuza en zijn troepen werden opnieuw verslagen en Munuza werd gedood in Olalíes, in wat nu de gemeente Santo Adriano is. Pelayo veroverde Gijón zonder veel moeite, nadat de moslimtroepen en Munuza hadden geprobeerd te vluchten en daarbij waren vernietigd. Toen het nieuws van de inname van Gijón zich door de moslimlanden verspreidde, sloten veel christenen zich aan bij Pelayo’s leger. Het koninkrijk Asturias had Cangas de Onís als eerste hoofdstad en Pravia als tweede, voordat Oviedo de hoofdstad werd tijdens het bewind van Alfonso II. Als samenvatting van het belang van de dood van Munuza volgens deze versie moet worden opgemerkt dat hij de generaal was die het bevel voerde over de troepen in het noorden van het Iberisch schiereiland en dat zijn dood als belangrijk kan worden beschouwd binnen de militaire organisatie van de moslims.
Latere kronieken vermelden echter dat Munuza levend wist te ontsnappen en plaatsen hem met grote zekerheid aan het hoofd van de Berbertroepen in de grensgebieden waarvan de geografie gelijk is aan de oostelijke Pyreneeën. Een aantal verdragen en contacten met de Aquitaanse hertog zouden hem (Pelayo) ertoe brengen te trouwen met de dochter van de hertog, waarna hij, met het bondgenootschap van de hertog als waarborg, in opstand zou komen tegen zijn Arabische superieuren. Hij werd tijdens een strafexpeditie van de van de troepen van de emir van al-Ándalus onderdrukt, maar daar liet de moslimleider het verder bij. Men moet hier namelijk rekening houden met het feit dat de moslims meer geïnteresseerd waren in een uitbreiding naar Frankrijk en een opmars naar het centrum van Europa, (waar zij werden tegengehouden door Karel Martel in de Slag bij Poitiers), belangrijker vonden dan het opruimen van de achterhoede van kleine vijandige koninkrijken die geïsoleerd stonden tegenover de moslimopmars.
Vroege territoriale uitbreiding van het koninkrijk
De triomf van de opstand bracht Pelayo er echter niet toe zijn hof te vestigen in Gijón, de belangrijkste stad van het pre-imperiale Asturias, want hij vestigde zich in Cangas de Onís, gelegen in de uitlopers van de Picos de Europa: de onzekerheid van zijn situatie maakte het raadzaam zijn toevlucht te zoeken in een bergachtig gebied dat ontoegankelijk was voor de islamitische aceifas. Maar toen het Koninkrijk decennia later was geconsolideerd, werd de koninklijke zetel achtereenvolgens verplaatst naar Pravia door koning Silo, echtgenoot van Adosinda, kleindochter van Pelayo, en later naar Oviedo.
Aanvankelijk lijkt het koninkrijk van Pelayo zich, volgens het verslag in de Kroniek van Albadensis, uit te strekken over het zogenaamde kerngebied Asturias, dat ten minste het centrale en oostelijke gebied van het huidige Asturias omvatte, dat tussen de civitate Gegione en Covadonga voorkomt. Het waren zijn opvolgers, zoals Alfonso I van Asturias of Fruela I van Asturias, die door het opnemen van kleinere politieke entiteiten (zoals de graafschappen Trasmiera of Sopuerta) de heerschappij van het koninkrijk Asturias uitbreidden tot in Galicia en Vizcaya.
Zijn dood en begrafenis

Koning Pelayo stierf in Cangas de Onís, waar hij zijn hofhouding had, in het jaar 737. Na zijn dood werd zijn lichaam begraven in de kerk van Santa Eulalia de Abamia, gelegen in de Asturische gebied Abamia, waar eerder zijn vrouw, koningin Gaudiosa, was begraven. De lege tombe waarin het stoffelijk overschot van de koning lag, wordt nog steeds bewaard aan de evangeliezijde van de kerk, en daartegenover, aan de epistelzijde, ligt de tombe waarin het stoffelijk overschot van de vrouw van Don Pelayo lag. De kroniekschrijver Ambrosio de Morales (1513-1591) schreef in zijn werk dat Alfonso X el Sabio, koning van Castilia en León, opdracht gaf de overblijfselen van koning Pelayo en die van zijn vrouw over te brengen naar de Heilige Grot van Covadonga.

Nu is het graf leeg omdat de kroniekschrijver Ambrosio de Morales ons laat weten dat Alfonso X el Sabió, koning van Castilla en Leon bevel had gegeven om de overblijfselen van Koning Don Pelayo en zijn vrouw naar de Heilige Grot van Covadonga over te brengen. Boven het graf is een grote steen geplaatst. Ook zijn zuster Ermesinda ligt hier begraven. Op het graf is de volgende tekst uitgehouwen. De grot is inmiddels een ware bedevaart plaats geworden,,, als u dit graf in alle rust wilt bezoeken doe dit dan in de eerste dagen van het nieuwe jaar, u bent dan één van de weinige en zeker de enige Hollander.
“AQVI YACE EL SEÑOR REY DON PELAIO, ELLETO EL AÑO DE 716 QUE EN ESTA MILAGROSA CUEBA COMENZO LA RESTAVRACION DE ESPAÑA BENCIDOS LOS MOROS; FALLECIO AÑO 737 Y ACOMPAÑA SUS MUGER Y ERMANA.
Wat zoveel betekend als:
HIER LIGT DE HEER KONING DON PELAYO, DIE IN HET JAAR 716 VANUIT DEZE WONDERBAARLIJKE GROT BEGONNEN IS MET DE STRIJD TEGEN DE MOREN OM ZODOENDE SPANJE TE RESTAUREREN; GESTORVEN IN 737 EN HERENIGT MET ZIJN VROUW EN ZIJN ZUSTER.
Toch hebben vele historici vraagtekens geplaatst bij de authenticiteit van de overdracht van de overblijfselen van Koning Don Pelayo en zijn vrouw naar Covadonga.
Kleine anekdote
De oude kerk van Abamia heeft een romaanse deur met daarop de beeltenis van een personage die volgens de volkstraditie de verraderlijke bisschop Oppas voorstelt. Deze bisschop had geprobeerd Pelayo over te halen zich bij de moslims aan te sluiten, maar daarna door de duivel werd meegesleurd door hem bij de haren te grijpen.
Zijn huwelijk en zijn kinderen
Don Pelayo was getrouw met Gaudiosa en uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren.
-
-
- Favila de Asturias (?-739). Hij was de tweede koning Asturias. Hij was getrouwd met Froiluba en ligt begraven in de kerk Santa Cruz in Cangas de Onis.
- Ermesinda zijn dochter trouwde met Alfonso I de Asturias, derde koning van Asturias en zoon van Pedro de Cantabria. Volgens de traditie ligt zij samen met haar ouders in de grot van Covadonga.
-
Voorganger en opvolger van Don Pelayo | ||
Voorganger Nieuwe titel, nieuw koninkrijk |
Koning van Asturias 718 – 737 |
Opvolger Favila I |
Verwant aan dit onderwerp:
Annountations
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2023-04-27
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts
-
-
-
- Spanish Wikipedia|titel=Don Pelayo|pagecode=94974458| date=201412 21
- Spanish Wikipedia|titel=Crónica de Alfonso III|pagecode=120346855| date=20210310
- Dutch Wikipedia|titel=Arganthonios|pagecode=46349606| date=20210117
- English Wikipedia|titel=Pelagius of Asturias|pagecode=1151258676| date=20201206
-
-
These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0
Other references are:
-
-
- Source reference: https://12reinas.es/blogs/noticias/reinas-astures-gaudiosa || 20230428
-
The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0, CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain
If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.
-
-
- Don Pelayo, eerste koning van Asturias,,,,,. Author –
- De basiliek van het Heiligdom van Covadonga. Author – Coralma*, licence CC BY-SA 4.0
- Monument van Don Pelayo in Cangas de Onis, Asturias. Author – Coralma*, licence CC BY-SA 4.0
- Kapel en altaar in de Heilige grot zoals hij er tegenwoordig uitziet. Author – Coralma*, licence CC BY-SA 4.0
- Bladzijde 23 van het manuscript 2805 van de Nationaal Bibliotheek van Spanje. Author – Anonymous, licence
- Don Pelayo’s toevluchtsoord, de grot van Covadonga…. Author – Coralma*, license CC BY-SA 4.0
- De Heilige grot van Covadonga met daaronder de bron van het riviertje de Deva. Author – Coralma*, license CC0 1.0
- Don Pelayo de eerste koning. Author – Coralma*, licence CC BY-SA 4.0
- Gravure van Don Pelayo 17de eeuw. Author – Upload by Basilio, licence
- Don Pelayo in Covadonga van Luis de Madrazo (1855). In het Prado museum, Madrid. Author – Luis de Madrazo (1825–1897), licence
- Het wapen van Gijon. Author – SanchoPanzaXXI, licence CC BY-SA 4.0
- De kerk van Santa Eulallia te Abamia. Author –
- Het graf van Don Pelayo. Author – Coralma*, licence CC BY-SA 4.0
- Asturias in 750. Author – Crates, licence CC BY-SA 4.0
-
Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.