de autonome gemeenschap Aragón
Aragón, is de streek waar de beroemde schilder Francisco Goya is geboren, maar, en dat is wat veel mensen niet weten, waar je in de winter ook heel goed kan skiën (Candanchú of Formigal), dat wordt met de klimaatsveranderingen wel wat minder dus laat u van te voren goed informeren.
Gegevens |
Hoofdstad | Zaragoza |
Officiële taal Andere talen |
Spaans (Castiliaans) Aragonees en Catalaans |
Entiteit | Comunidad autónoma |
Onderverdeling | 3 provincies: Huesca Zaragoza Teruel |
Oppervlakte | 47.720,25 km² |
Bevolking totaal (2022) Bevolkingsdichtheid |
1.314.586 inw. 27,55 inw/km² |
Bevolkingsnaam | aragonés. -a |
ISO3166-2 | ES-AR |
Patroon Patrones |
San Jorge Virgen del Pilar |
Beschouwing | Historisch nationaliteit |
Gesticht | 18 april 2007 |
Officiële feestdag | Dia de Aragón |
Officiële website |
Qua cultuur kunt u hier uw hartje ophalen met de vele, door UNESCO tot werelderfgoed verklaarde, kloosters, kastelen en monumenten, zoals de basiliek van Nuestra Señora del Pilar in Zaragoza. Ook als u van de natuur houdt kunt u goed terecht in Aragón, we noemen hier even gauw het prachtige Nationale Park Odesa y Monte Perdido.
Aragón (in het Aragonese dialect Aragón, en in het Catalaans Aragó) is één van de 17 comunidades autónoma van Spanje. Het is een regio opgericht met als basis het historische koninkrijk Aragón. Het bestaat uit het centrale deel van de Ebro-vallei, het centrale deel van de Pyreneeën en het Sistema Ibéricó. Het ligt in het noorden van Spanje en wordt daar in het noorden begrensd door Frankrijk (Languedoc-Roussillon-Midi-Pyreneeën), in het westen door de autonome regio’s Castilla-La Mancha(provincies Guadalagara en Cuenca), Castilla y León(provincie Soria), La Rioja, Navarra en in het oosten grenst het met Cataluña (provincies, Lérida en Tarragona) en Comunidad Valencia. Het is gedefinieerd in haar ‘Estatuto de autonomía’ als ‘nacionalidad histórica’.
Wat u het meest interesseert:
Het Reino de Aragón (Koninkrijk van Aragon), samen met het Principado de Cataluña, het Reino de Valencia, het Reino de Mallorca en andere gebieden van Frankrijk, Italië en Griekenland vormde eeuwenlang het historische Corona de Aragón (Kroon van Aragon). Sinds 1978 is het een Spaanse autonome gemeenschap, bestaande uit de provincies Huesca, Teruel en Zaragoza, en is verdeeld in 32 districten en één ‘delimitación comarcal’. Het betekend zoiets als, een ‘regionale begrenzing’, in dit geval van Zaragoza, gelegen in het centrale deel van de provincie Zaragoza. De hoofdstad is Zaragoza en 23 april is de dag waarop in Aragón het feest van San Jorge (St. Joris) gevierd wordt.

Aragón heeft ongeveer 1.350.000 inwoners waarmee het op de elfde positie van Spaanse gemeenschappen staat in termen van bevolkingsaantallen, ondanks dat het met zijn 47.719 km² de vierde comunidad qua grootte is. Het is ook één van de vier minst bevolkte gemeenschappen van Spanje, waarbij opgemerkt dat de helft van de Aragonese bevolking zich geconcentreerd heeft in de hoofdstad Zaragoza.
De gemeenschap heeft twee bergketens. In de provincie Huesca liggen de hoogste pieken van de Pyreneeën, met de Pico Aneto (3404 mtr) als het dak van Aragón en de Pyreneeën. En het Sistema Ibérico dat de Meseta Central (centrale hoogvlakte) van Spanje begrenst. De hoogste top daarvan is de Moncayo, 2313 meter boven de zeespiegel, hij ligt tussen de provincie Zaragoza en Soria.
Aragón bezit één van de vele nationale parken van Spanje, binnen haar grenzen ligt het ‘Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido‘, gelegen in de Pyreneeën van Sobrarbe (provincie Huesca). Het is het op één na meest oude (1918) nationale park van Spanje met een oppervlakte van 15.608 ha.

In Aragón gebruikt men drie verschillen taalkundige variëteiten, het Castiliaans, het Aragonees en het Catalaans. Het Castiliaans is de enige door de wet officieel erkende taal, die de meeste mensen gebruiken als hun dagelijks taal. Echter, in het Aragonese Castiliaans zijn enkele noordelijke varianten opgenomen, met eigenschappen die met name in de lexicon en de intonatie veranderen. Het overheersende type, het Castiliaans, bevat veel invloeden van het Aragonees, omdat het de taal was die eerder in het gehele gebied gesproken werd. Momenteel wordt er nog Aragonees gesproken in de valleien van de Pyreneeën, in sommige delen van het midden en noorden van de provincie Huesca en het noordwestelijke puntje van Zaragoza. Op grond van de taalwet van Aragón, wordt het Aragonees gezien als de eigen, originele en historische taal van Aragón, hoewel deze niet officieel erkend wordt. Het Catalaans, dat beschouwd wordt als één van de eigen talen, wordt gesproken aan de oostelijke rand van Aragón.
Symbolen
Het huidige schild van Aragón bestaat uit vier kwartalen en werd voor het eerst gebruikt in 1499. Het consolideerde zich vanaf de Vroegmoderne Tijd (periode na de Europese Middeleeuwen) tot het in de 19e eeuw in een vastomschreven norm dat officieel werd goedgekeurd door het Real Academia de la Historia, om juist te zijn in 1921.

Het eerste kwartaal van het wapen herinnerd aan het legendarische koninkrijk Sobrarde (de laurierboom), laat 15e eeuw. In het tweede kwartaal zien we een afbeelding van het zogenaamde ‘Cruz de Iñigi Arista‘, een vernieuwing ingebracht door Pedro IV ‘el Ceremonioso’ (een anachronistische interpretatie van het kruis dat de christelijke religie van de Asturische, Navarraanse en Aragonese koningen symboliseert), die het wapen van de oude koningen van Aragón nam, hoewel historisch gezien er geen heraldische symbool werd gebruikt (of ‘armas de señal’ (vaandels) zoals men ze in de Middelleeuwen noemde) voor de dynastieke unie van het Huis van Aragón met dat van Barcelona (1137). In het derde kwartaal staat het ‘Cruz de San Jorge‘, als scheiding van de vier Moorse hoofden (ook wel genoemd het ‘Cruz de Alcoraz’), dat we voor het eerst zagen in 1281 op een zegel van Pedro III de Aragón. En in het vierde kwartaal staat het embleem van de zogenaamde ‘barras de Aragón’ of wel het Wapen van de Kroon van Aragón, het oudste heraldische embleem dat deel uitmaakt van het huidige schild, gedateerd uit de tweede helft van de 12e eeuw.

Dit embleem van balken van keel (rood) en goud (geel) dat werd gebruikt in zegelringen, standaards, wapens en willekeurige wapens, het is niet meer dan een doodgewoon wapen waarmee men naderhand de autoriteit van de Koning van Aragón aanduidde en toen de Moderne Staat ontstond werd het als territoriaal symbool ingezet.
De huidige vlag werd met de bepalingen van artikel 3, van het Statuut van Autonomie van Aragón, aangenomen en is nu de traditionele vlag, met vier horizontale balken op een gele achtergrond met het wapen van Aragón, uit het midden, richting mast geplaatst.
De balken van Aragón, geven de vier autonome gemeenschappen (comunidades autónoma) die ooit waren geïntegreerd in het Koninkrijk van Aragón, ook aanwezig in het derde kwartaal van het schil van Spanje.
Het volkslied van Aragón werd vastgelegd in 1989 met muziek van de Arganese componist Antón Garcia Abril die de oude traditionele Aragonese muziek combineerde met populaire muzikale elementen binnen een modern ontwerp. De tekst is geschreven door de Aragonese dichters Ildefonso Manuel Gil, Angel Guinda, Rosendo Tello en Manuel Vilas. Hoogtepunten in hun poëtische werk zijn, vrijheid, rechtvaardigheid, reden, waarheid en open land….. Dat historisch gezien de expressie van het Aragonese volk vertegenwoordigen.
De dag van Aragón; Elke comunidad autónoma heeft zijn eigen dag van het jaar, Aragón viert deze op 23 april en wijd de dag aan hun patroonheilige uit de 15e eeuw, San Jorge. Deze hymne werd wettelijk vastgelegd in artikel 3 van het Estatuto de Autonomía de Aragón van 1984. Men maakte er een soort institutionele evenementen waarbij de regering van Aragón samen met de burgers van Aragón op het plaza de Aragón van Zaragoza kozen voor de compositie van hun vlag.
Geografie
Locatie
Het oppervlak van Aragón is 47.719,2 km² waarvan 15.636,2 km² behoort tot de provincie Huesca, 17.274.3 km² tot de provincie Zaragoza en 14.808,7 km² aan de provincie Teruel. Aragón beslaat 9,43% van het oppervlak van Spanje, waardoor het de vierde autonome gemeenschap (regio) na Castllia y León, Andalucía en Castilla-La Mancha is. De regio is gelegen in het noordoosten van het Iberisch schiereiland.

Reliëf
De orografie van deze comunidad heeft als centrale as de Ebrovallei, met hoogte verschillen van ongeveer 150 tot 300 meter. De rivier de Ebro stroomt tussen uitlopers van de twee grote bergformaties, de Pyreneeën en het Sistema Ibérico door. De Pyreneeën in het noorden en het Sistema Ibérico in het zuiden. Binnen de grenzen van deze gemeenschap liggen de twee hoogste toppen van beide bergketens, de Aneto en de Moncayo.
Pyreneeën
De Aragonese Pyreneeën ligt in het noorden van de provincie Huesca en wordt in drie lengterichting verdeeld: de Alto Pirineo (Hoge Pyreneeën), de Depresión Intrapirenaica (Lage Pyreneeën) en de Sierras Exteriores (Buitenste Bergen). De Alto Pirineo worden op hun beurt gevormd door de axiale Pyreneeën en de Sierras interiores.

In de axiale Pyreneeën vindt men zeer oude gesteentes: graniet, kwartsiet, leisteen en kalksteen. De hoogste toppen van deze bergketen zijn: de Aneto (3404 m), de Maladeta (3309 m), en de Perdiguero (3221 m). Binnen het Prepirineo (de meest zuidelijke strook van de Pyreneeën) vinden we een meer jonger gesteente (kalksteen) en ook hier liggen een aantal flinke bergen zoals de Monte Perdido (3355 m), de Collarada (2886 m) en de Tendenera (2853 m).
De meest belangrijke Pyrenese valleien worden gevormd door de rivieren die er ook ontsprongen zijn zoals de:
-
-
-
-
-
- Valle de Ansó: de rivier Veral
- Valle de Hecho: de rivier Aragón Suborsán
- Valle de Canfranc: de rivier Aragón
- Valle de Tena: de rivier Gállego
- Valle de Broto: de rivier Ara
- Valle de Aínsa: de rivier Cinca
- Valle de Pineta: de rivier Cinca
- Valle de Gistían: de rivier Cinqueta
- Valle de Benasque : de rivier Ésera
-
-
-
-
De intrapirenaica depressie (Depreción Intrapirenaica, vallei in de Pyreneeën, zie kaart) is een brede corridor met steile rotswanden. Het betere gedeelte is dat van Canal de Berdún. De zuidelijke grens van de depressie komt overeen met de energieke reliëfs van San Juan de la Peña (1552 m) en Peña Oroel (1769 m).

De buitenste bergen van de Pre-pyreneeën bevinden zich in het Oscensische Somontano en vormt de meest zuidelijke eenheid van de Pyreneeën, deze keten, voornamelijk gevormd door kalkhoudende materialen, bereikt hoogtes tussen de 1500 en 2000 meter. Met de nadruk op de Sierra de Guara, een van de hoogste bergen van de Spaanse Pre-pyreneeën, is de Pico de Guara ligt op 2.077 meter haar schoonheid wordt nog eens extra benadrukt door de aanwezigheid van de ‘Mallos de Roglos’, in de buurt van de Ayerbe.
De Ebrovallei
Na dat de rivier de Ebro het wijngebied van de Somontano is gepasseerd, is het dal waardoor deze rivier stroomt een enorm uitgestrekte vlakte. In het zuidwesten van de Seirra de Alcubierre (811 m) zien we de typische vertanding van de uitlopers die het dal in lopen.
De Ebrovallei is een slenk gevuld met sedimentair materiaal, verzameld in het cenozoïcum, in elkaar opvolgen horizontale lagen. In het midden van dal heeft zich het fijne materialen zoals klei, gips en klaksteen afgezet. In het zuiden bevinden zich, wat ze in Spanje de ‘meulas’ van Borja en Zaragoza noemen (muelas (kiezen), het zijn geërodeerde kalksteen bergen die eruit zien als enorme kiezen).
Het Iberische rand gebergte
Het Aragonese Sistema Ibérico, zoals ze het in Spanje noemen, is verdeeld over twee provincies, Zaragosa en Teruel. Het is een groep heuvels zonder een duidelijke structurele eenheid, die kan worden verdeeld in twee zones: het Sistema Ibérico Jalon en het Sistema Ibérico Teruel. In het eerste bevindt zich de berg Moncayo met 2314 meter hoogte, bestaande uit kwartsiet en lei uit het Paleozoicum gedeeltelijk bedekt door kalksteen uit het Mesozoïcum. Ten zuidoosten van de berg Moncayo neemt het Sistema Ibérico snel in hoogte af. Het Sistema Ibérico Teruel is een hoger gelegen gebied, over het algemeen tussen de 1000 en 2000 meter. Het is meer afgeplat en meer massiever. Ten zuidwesten van de depressie bereiken de toppen van de Sierra de Albarracin hoogtes tot 1800 meter boven de zeespiegel en in het zuidoosten, in de Sierra de Javalambre is dat zo’n 2000 meter boven zeespiegel en dat uiteindelijk overgaat in de Sierra de Gudár (2024 m) en uitloopt tot Maestrazgo.
Klimaat en vegetatie
Het klimaat van Aragón kan omschreven worden als een Continentaal Middellands Zeeklimaat. De onregelmatige topografie maakt dat er verschillende klimaten of microklimaten ontstaan, die zowel in de lengte als in de breedte van de comunidad voorkomen. Vanaf de hoge bergen (bergklimaat) in het noorden van het centrale deel van de Pyreneeën, waarvan een deel met eeuwige sneeuw (gletsjers) bedekt is, zakt de koude lucht af naar de steppegebieden of de semio-woestijnachtige gebieden zoals Monegros, waar we het intense continentale klimaat van het gebied rond Teruel-Daroca ondervinden.
De belangrijkste kenmerken van de Aragonese klimaat zijn:
-
-
-
-
De woestijn van Monegros, een heuvelachtig gebied in Monegros, met een droog klimaat en extreme temperaturen.
De dorheid, is het product van een ingebed bekken tussen de Pyrenese bergketens in het noorden en het Sistema Ibérico in het zuiden, die er voor zorgen dat de regenbuien zich in deze hoge bergketens leegstorten en er een gebrek aan regen ontstaat in het daartussen gelegen gebied, met extreme langdurige zeer koude winter- en hete zomerseizoenen en met korte, variabele lente- en herfstperiodes, allemaal specifieke eigenschappen van het landklimaat van het Iberisch schiereiland. - Onregelmatige regens als onderdeel van het mediterrane klimaat, met afwisselend droge en natte jaren.
- De luchtstromingen zijn ingekapseld binnen de Ebrovallei van het noordwesten naar het zuidoosten (noorderwind, el cierzo), welke bekend zijn om hun intensiteit en frequentie, en de wind vanuit zuidoosten naar het noordoosten (el bochorno).
-
-
-
De gemiddelde temperaturen zijn erg afhankelijk van de hoogte waar ze gemeten worden. De winters in de Ebrovallei zijn vrij mild, hoewel het er regelmatig vriest en de gevoelstemperatuur met de noordenwind (el cierzo) behoorlijk koud kan aanvoelen. In de zomer komen er temperaturen voor van rond de 40º C of meer. In de bergachtige gebieden zijn de winters lang en hard, de gemiddelde temperatuur kan er tien graden lager liggen dan in het dal.
De twee belangrijkste winden van Aragón zijn: de noordenwind en de vochtige wind uit het oosten (el bochorno). De eerste is een zeer koude en droge wind in het dal van de Ebro, een sterke wind van noordwest naar zuidoost die hoge snelheden bereikt. De tweede is een warme onregelmatige en zachte vochtige wind uit het zuid-oosten.
De vegetatie volgt de oscillaties van het reliëf en klimaat. Er is een grote variatie tussen menselijke vegetatie of vegetatie in het wild. In de hooglanden vindt u bossen (dennen, sparren, beuken, eiken), struwelen en weiden, terwijl er in het Ebrodal meer eiken en jeneverbessen groeien, natuurlijk vallen de gebieden waar landbouw op wordt toegepast, niet binnen deze beschrijving.
Hydrografie

De meeste Aragonese rivieren zijn zijrivieren van de Ebro, dat de grootste rivier van Spanje is en deze comunidad doorsnijdt. De zijrivieren van de linkeroever zijn rivieren die komen vanuit de Pyreneeën. De meest belangrijke zijrivieren zijn de rivier de Aragón, met zijn bron in Huesca en uitmondend in de comunidad Navarra, de rivier de Gállego en de Cinca, de rivier de Segre die uitmondt in de Ebro ten hoogte van Mequinenza. Op de rechteroever zijn de rivieren Jalón, Huerva en Guadalope van belang.
In de rivier de Ebro, in de buurt van de grens met Cataluña, ligt het stuwmeer van Mequinenza. Een stuwmeer met een inhoud van 1530 miljoen kubieke meter en een lengte van 110 km. In de volksmond heet het ook wel de ‘Mar de Aragón‘ (Zee van Aragón).
Speciale vermelding qua hydrografie verdienen de kleine bergmeren in de Pyreneeën. Zo’n meertje wordt een ibón genoemd. Deze meertjes, dragen bij aan het natuurschoon en vinden hun oorsprong in de laatste ijstijd en zijn meestal te vinden op een hoogte van 2000 meter.
Aragón behoort tot één van de drie belangrijkste hydrografische federaties: de al eerder genoemde Ebro, de Taag (ontsprongen in de Sierra de Albarracín) en de Júcar bevat, en nog een andere belangrijke rivier die in deze comunidad ontspringt, is de rivier de Turia, die vanaf haar bron tot stad Teruel Guadalaviar genoemd wordt.
Beschermde gebieden

De beschermde gebieden van Aragón worden beheerd door de Red Natural de Aragón, een entiteit opgericht in 2004 om alle elementen met ecologische, landschappelijke en culturele waarde te beschermen en tegelijkertijd de gemeenschappelijke normen coördineert om bij te dragen aan het behoud en een duurzaam gebruik. In deze entiteit voegde men de nationale parken, natuurparken, natuurreservaten, biosfeerreservaten en andere beschermde natuurgebieden samen die door de autonome regio onder de noemer ‘Convenio de Ramsar‘ of de ‘Red Natura 2000‘, verklaard werden.
Onder deze beschermde gebieden bevindt zich het Nationale Park van Aragón: het Nationale Park van Ordesa en Monte Perdido. Het is het tweede nationale park van Spanje opgericht in 1918, gelegen in de Pyreneeën in de comarca van Sobrarbe. Het beslaat een oppervlakte van 15.608 ha. afgezien van de 19.679 ha. omliggend beschermd gebied. Op dit moment zijn er ook andere beschermingsvormen zoals het ‘Reserva de la Biosfera de Ordesa-Viñamala‘, dat te boek staat als Werelderfgoed van UNESCO.

Daarnaast zijn er nog 4 andere natuurparken waaronder: het ‘Parque natural de Moncayo‘ met een oppervlakte van 11.144 ha, het ‘Parque natural de la Seirra y Cañones de Guara‘ met 47.453 ha en een omliggend beschermd gebied van 33.286 ha. , het ‘Parque natural de Posets‘ met 33.440 ha. en een omliggend beschermd gebied van 5290 ha. en het ‘Parque natural de los Valles Occidentales‘ met 27.073 ha. met ook een omliggend beschermd gebied van 7335 ha.
Er zijn ook nog drie andere natuurreservaten, vijf natuurmonumenten en drie beschermde landschappen.
Geschiedenis

Aragón beslaat het noordoostelijke gebied van het Iberisch schiereiland, het dient als een soort brug tussen de Middellandse Zee en het centrum van het schiereiland en de kusten van de Cantabrische zee. In de verschillende millennia was er verscheidene malen sprake van menselijke activiteiten in dit gebied, maar het huidige Aragón, zoals de meeste huidige historische nationaliteiten, werd tijdens de Middeleeuwen gevormd.
Prehistorie
Het oudste bewijs van menselijke aanwezigheid in dit gebied is afkomstig uit de ijstijd in het Pleistoceen, ongeveer 600.000 jaar geleden. Dit was een populatie die in staat was om vuistbijlen te maken door vuursteen of kwartsiet te versplinteren. In het laatpaleolithicum verschenen er twee nieuwe culturen in het gebied: de Solutréen en de Magdalénien, die zich tijdens het epipaleolithicum concentreerde in Bajo Aragón. Dit epipaleolithicum strekt zich van 7.000 tot het 5.000 v.C.

In de eerste helft van de 5.000 v.C. vindt men resten uit het Neolithicum in de Sierras Exteriores van Huesca en het Bajo Arajón. De kopertijd wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee megalithische kernen in de provincie Huesca: de pre-Pyrenese uitlopers van de Sierras Exteriores en de valleien van de Hoge Pyreneeën.
De Late Bronstijd begint in Aragón rond 1.100 v. Chr. met de komst van de Urnenveldencultuur. Het gaat hier om mensen van het Indo-Europese afkomst die waarschijnlijk hun oorsprong vonden in Centraal Europa en hun naam dankte aan de wijze waarop zij hun doden cremeerde en daarna de as in urnen plaatsten. Er zijn voorbeelden in de Cueva de Moro in Olvena, de Masada del Ratón uit Fraga, Palermo en Cabezo de Monleón in Caspe. Vanuit het metallurgische oogpunt lijkt het er op dat deze bevolkingsgroep een grote stap voorwaarts gemaakt heeft wat betreft het smelten van metalen (brons) en het gieten in vormen.
De ijzertijd is veel belangrijker voor de historische Aragonese bevolking aangezien er in deze periode het ware substraat voor de bevolking wordt gelegd. De komst van de Centraal-Europeanen, tijdens de bronstijd door de Pyreneeën naar Bajo-Aragón, was een belangrijke etnische bijdrage die de weg vrijmaakte om door te gaan naar de ijzertijd.
De Oudheid

De mediterrane inbreng was commercieel gezien een krachtige stimulans voor de ijzer metallurgie, dat de modernisering van de gereedschappen en de inheemse wapens stimuleerde, ter vervanging van de oude bronzen materialen. Er waren veel Fenecische, Griekse en Etrusken producten.
In de 6e eeuw v. Chr. zijn er zes groepen die sociaal gezien verschillend zijn georganiseerd: Vasconen, Suessetanos, Sedetanos, Iacetani, Ilergetes en Celtiberos. Het waren Iberische groepen met de intentie tot stabiliteit, die hun leefgebied bevestigde door de bouw van duurzame dorpen, met woningen die gestaag evolueerde tot duurzame, stabiele modellen. In Aragón vindt men veel voorbeelden, waaronder Cabezo de Monleón in Caspe, Puntal de Fraga, Roquizal del Rullo of Loma de los Brunos. De aard van de sociale organisatie was gebaseerd op de familiaire groep, die uit vier generaties bestonden. Het zijn zelfvoorzienende samenlevingen waarvan zich het grootste deel van de bevolking wijde aan de landbouw en veeteelt. In het Iberisch gebied werd de monarchale macht uitgeoefend door een koning. Er was een democratische assemblee waaraan het mannelijke deel van de bevolking deelnam. Er waren differentaties, zichtbaar sociale en juridisch-politieke, vastgesteld.
De Romeinen kwamen en namen met gemak die delen van het land in die voor hun van belang waren. Binnen de gebieden die de Romeinen tot Hispania benoemde viel ook het huidige Aragón, dat werd opgenomen in de provincie Hispania Citerior. In 197 v. Chr. was Caius Sempronius Tuditanus praetor van deze provincie Citerior, hij kreeg te maken een algemene opstand op zijn grondgebied dat eindigde met een nederlaag voor de Romeinen en zijn eigen dood. Daarop stuurde het Senaat de consul Marcus Porcius met een leger van 60.000 man. De inheemse volkeren in het gebied kwamen in opstand, behalve de Ilergetes die onderhandelde voor vrede met Catón. Er waren verschillende volkeren in opstand gekomen tegen de Romeinen in 194 v. Chr. en in 188 ziet men kans om met een algemene opstand de helft van het Romeinse leger te elimineren. Manlio Acidino, praetor van Citerior, moest in 184 v. Chr. het hoofd bieden aan de Celtiberiërs bij Calagurris. Terencio Varrón deed dat met de Suessetanos, van wie hij de hoofdstad Corbio innam.
In de 1ste eeuw v. Chr. was geheel Aragón in een burgeroorlog verwikkeld met als doel het overnemen van de macht van Rome waarbij de gouverneur Quinto Sertorio, Osca (Huesca) tot hoofdstad van het gebied maakt en het van daaruit controleert.

In de 1ste eeuw werd het Aragón, zoals we het vandaag de dag kennen, opgenomen in de provincie Tarraconensis. Het was de laatste periode van romanisering waarbij wegen werden aangelegd, en de stedelijke structuur van oude Keltische en Iberische steden als Caessaraugusta (Zaragoza), Turiaso (Tarazona), Osca (Huesca) of Bilbilis (Calatayud) werden gereorganiseerd.
Halverwege de 3e eeuw begon het verval van het Romeinse Rijk. Tussen 264 en 266 steken de Franken en de Alemanni de Pyreneeën over en komen tot Tarazona dat ze plunderen. Tijdens het verval van het Keizerrijk verschijnen er roverbendes die niets anders doen dan het gebied plunderen. Ook in de 5e eeuw wordt het gebied geteisterd door criminele bendes die men Baguadas noemde.
Middeleeuwen
Na het uiteenvallen van het West Romeinse Rijk, werd het huidige gebied van Aragón bezet door de Visigoten die er het Visigotische koninkrijk vestigde.

In 714 veroverde de Arabieren het centrale gebied van Aragón, waarmee de islam de oude Romeinse gebieden zoals Saraqusta (Zaragoza) en Wasqa (Huesca) innemen. In die tijd, van de 8ste tot de 10e eeuw, was er de belangrijke muladí familie, Banu Qasi (muladí, is een persoon die zich van christendom naar islam overstapte of met een christen die met een moslim trouwde) die bezittingen hadden in de Ebro vallei en het gebied regeerde. Na het verdwijnen van het kalifaat van Córdoba aan het begin van de 11e eeuw, verschijnt de Taifa van Zaragoza, één van de belangrijkste Taifa’s van Al-Andalus, dat een grote artistieke, culturele en filosofische erfenis naliet.

De naam Aragón werd tijdens de Middeleeuwen in 828 voor het eerst gedocumenteerd, toen er een klein graafschap, van Frankische afkomst, opkwam tussen de rivieren en waarvan de rivier Aragón naamgevend werd.
Het graafschap Aragón is tot 1035 verbonden aan het koninkrijk Pamplona waaronder het zal uitgroeien. Na de dood van koning Sancho ‘el Mayor’ de Pamplona, erft García Sánchez III het gebied in een periode die werd gekenmerkt door de islamitische hegemonie over bijna het hele schiereiland. Onder het bewind van Ramiro I zou het zijn grenzen uitbreiden met de annexatie van Sobrarbe en Ribagorza (1044), na het inlijven van de dorpen van de historische comarcas van Cinco Villas.
In 1076, bij de dood van Sancho IV ‘el de Peñalén’, lijft Aragón een deel van het koninkrijk Navarra in, terwijl Castilla hetzelfde doet met het westelijke deel van de oude eigendommen van Sancho ‘el Mayor’. Tijdens de regeringsperiodes van Sancho Ramérez de Aragón en Pedro I breidt het koninkrijk zijn grenzen in zuidelijke richting uit, door de bouw van dreigende vestingswerken boven de hoofdstad Zaragosa in El Castellar en Juslibol. Ondertussen wordt ook Huesca ingenomen, en uitgeroepen tot de nieuwe hoofdstad van Aragón.

Tijdens het bewind van Alfonso I ‘el Batallador’ worden de vlaktes van de vallei van de Ebro door Aragón veroverd: Ejea, Valtierra, Calatayud, Tuleda en Zaragoza, en de hoofdstad van de Taifa de Saraqusta. Na zijn dood kiezen de edelen voor zijn broer Ramiro II ‘el Monje’, die zijn religieuze leven inruilt voor de koninklijke scepter en houdt daarmee de dynastie instant, waarmee hij erin slaagt om de dynastieke unie van het Huis van Aragón voort te zetten als houder van het graafschap van Barcelona in 1137, het jaar waarin beide rijkdommen plaatsmaken voor de Kroon van Aragón, en veroverd daarna het koninkrijk Mallorca en Valencia om ook die toe te voegen aan het koninkrijk. De kroon van Aragón zou de hegemonie gaan voeren over het Middellandse Zeegebied door ook gebieden als Sicilië en Napels te veroveren.

De situatie herhaald zich in het compromis van Caspe (1412), waarmee men een oorlog voorkwam die het koninkrijk Aragón uiteengereten zou hebben, door de aanwezigheid van een handvol kanshebbers op de troon. Na de dood van Martín ‘el Humano’ die een jaar na de dood van zijn oudste zoon, Martín ‘el Joven’ stierf. Fernando de Antequera werd gekozen, als zijnde één van de Spaanse tak van het Huis van Trastámara, maar ook een rechtstreeks verband had met de Aragonese koning Pedro IV ‘el Ceremonioso’. Dit doordat zijn moeder Leonor de Aragón, een dochter was van deze Pedro IV.
Aragón is al een grootschalig politiek lichaam: zijn Kroon, het Parlement, de Raad van het Koninkrijk (Diputación del Reino) en de Derecho Foral (oude opgebouwde rechten toegekend door koningen aan lokale of autonome gemeenschappen) vormen de aard en karakter van dit koninkrijk. Het huwelijk van Fernando II van Aragón met Isabel I van Castilla, dat gevierd werd in 1469 in Valladolid. Later zou dit leiden tot de vereniging van de kronen van Aragón en Castilla, waarmee het fundament van deze Moderne Staat werd gelegd.
Vroegmoderne tijd
De vroegmoderne tijd, was echter ook getuigen van de spanningen tussen de macht van de Spaanse Monarchie en die van de gevestigde federale staten, vastgesteld op basis van de evolutie van de middeleeuwse instellingen, dat uiteindelijk uitliep in een conflict beter bekend als de Alteraciones de Aragón (de Ontregeling van Aragon) van 1591.

Daarop volgt een inkrimping van bevoegdheden voor het Parlement van Aragón in het Hof van Tarazona van 1592, met name op militair gebied. Dit om een gewapend verzet tegen de koning van Spanje te voorkomen, dat goed mogelijk zou zijn voor een leger met zulke middelen en voorrechten (prerogatieven) verkregen door de Algemene Raad (Diputación del General). De 17e eeuw was een periode van verval van de instituten van het koninkrijk Aragón die werden gecompenseerd door de geschiedschrijving en de juridische literatuur die herinneren aan bijzondere Aragón. Belangrijk in dit opzicht is de oprichting van het Archief van het Koninkrijk Aragón in 1601 (grotendeels verwoest tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog), de voortzetting van het kantoor van ‘Cronista de Aragón‘, waar belangrijke auteurs als Jerónimo Zurita werkte, met als resultaat het verkrijgen van het alleenrecht op de werken van de gebroeders Argensola met hun ‘Información de los sucesos de Aragón‘ (Informatie over de gebeurtenissen in Aragón) van 1590 en 1591 (van Lupercio) en ‘Alteraciones populares de Zaragoza‘ (populaire schermutselingen van Zaragoza) uit het jaar 1591 van Bartolomé, of ‘los Anales’ van Juan Costa en Jerónimo Martel, ooggetuigen en kroniekschrijvers van het Koninkrijk, die zonder pardon werden vernietigd door de censuur op koninklijke werken, het waren werken allemaal geschreven om de versie van Felipe II tegen te spreken. Maar andersom, ook de Algemene Raad oefende haar censuur uit, en beval om het ‘Historia de las sucedidas de este Reino’ in zes delen van de Castiliaanse Antonio de Herrera te verbranden, omdat “…in deze kronieken staan veel dingen die in strijd zijn met de waarheid..,” en werd er aanbevolen om werken van Vicencio Blasco de Lanuza te lezen. Hij schreef kerkelijke en wereldlijke verhalen over Aragón, wiens tweede deel, de ernstige recente gebeurtenissen behandelde. Het werd gepubliceerd in 1619, drie jaar eerder dan het eerste deel, dat aangaf hoe men het beste kon reageren op de ideeën van Herrera. In dezelfde lijn, gaf men opdracht voor een ceremoniële en korte beschrijving van alle opdrachten en de normale zaken van de Afvaardiging van het Koninkrijk van Aragón (Diputación de Reino Aragón) en zijn luitenant-gouverneur (Teniente de Alcaide), Lorenzo Ibáñez de Aoiz. In deze periode werd ook het Koninkrijk Aragón in kaart gebracht, dit werd toevertrouwd aan de Portugees Juan Bautista Lavana. Deze laatste twee werken werden in 1611 afgerond.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog, steunde Aragón, inclusief de andere gebieden van de Kroon: Cataluñu, Valencia en Mallorca, de Aartshertog Carlos (Huis van Oostenrijk), tegen Felipe V (Huis van Bourbon). Na de slag om Almansa (1707), schaft Felipe V de Aragonese voorrechten af, hij verklaard alle oude politieke bepalingen van het koninkrijk nietig. Aragón werd een provincie en zijn Raad werd geabsorbeerd door de Raad van Castilla.
Moderne Tijd

De onafhankelijkheidsoorlog. Na de intense verwoesting van de stad Zaragoza, stopte de economische vooruitgang en vertraagde de wijze van intregratie van de hoofdstad belangrijk ten opzichte van de moderniteit. Met de eerste provinciale organisatie van Spanje in 1822, krijgt Aragón vier provincies waarbij Calatayud de hoofdstad van de vier provincies Zaragoza, Teruel, Soria en Guadalagara werd. Dit alles verdween weer met de ingang van de nieuwe grondwet opgesteld door Fernando VII. Met de nieuwe provinciale verdeling van 1833 werd het grondgebied Aragón in de huidige drie provincies verdeeld.
Gedurende de 19e eeuw waren de Carlisten op zoek naar medestanders voor hun zaak, zij wilde de provinciale vrijheden en het oude koninkrijk Aragón restaureren. In deze eeuw vond ook de overgang plaats van een landelijke – naar een industriële en stedelijke samenleving, wat bijdroeg aan de massale uittocht van het platteland naar de grootste steden als Huesca, Zaragoza, Teruel en Calatayud, en een echte emigratie naar andere nabijgelegen regio’s zoals Cataluña of Madrid.
Gedurende de 20ste eeuw maakte Aragón deel uit van Spanje met als markant punt de conjuncturele economische impuls aan de militaire dictatuur van Miguel Primo de Rivera (1923 – 1931) en de voortgang van de burgerlijke en individuele vrijheden tijdens de Tweede Republiek. In juni 1936 presenteerde het Spaanse Hof het ontwerp voor de Statuten van de Autonomie van Aragón maar de dreigende Burgeroorlog maakt een eind aan de plannen van het Autonomie project.
Aragón was tijdens de Burgeroorlog in twee kampen verdeeld. Aan één kant, het oostelijke deel, meer aan de kant van Cataluña en gecontroleerd door de Regionale Raad van de Verdediging van Aragón (Consejo Regional de Defensa de Aragón) trouw aan de republiek, en aan de andere kant de Westerse Zone, waar zich de drie provinciale hoofdsteden bevonden, de kant van de nationaal-fascistische opstand, die het zwaar te verduren hadden, van de bloedige en wrede strijd tijdens deze oorlog.
In Aragón werden er een aantal belangrijke veldslagen van de Burgeroorlog uitgevochten, zoals die van Belchite, Teruel en die van de Ebro. Ook Aragón viel, net als de rest van Spanje, sinds 1939 onder de dictatuur van Franco.
Gedurende de zestiger jaren van de vorige eeuw vond er een enorme ontvolking plaats van het platteland naar de industriële steden en andere delen van Spanje en Europa. In 1964 richtte men in Zaragoza de zogeheten ‘Polos de Desarrollo (Sociaal economische ontwikkelingsplannen).
In de jaren zeventig van de vorige eeuw leefde men in een overgangsperiode die Franco nog tijdens zijn leven had ingesteld, waarmee hij de democratie herstelde en er een nieuw grondwettelijk kader werd opgericht.

Men begon een politieke autonomie voor het historische gebied van de Aragonese provincie te eisen, een sentiment dat tot uiting kwam in de historische manifestatie van 23 april 1978. De manifestatie van 23 april 1978, bracht meer dan 100.000 Aragonesen op de been in de straten van Zaragoza. Er was nooit een referendum gehouden, dat voor het ontwerpen van de Autonome Statuten stemde (de tweede overgangsbepaling van de grondwet) en men had nooit gebruik gemaakt van de moeilijk toegankelijke autonomie op grond van artikel 151, waarvoor een gekwalificeerde procedure nodig was, met dien verstande dat het initiatief voor het autonominatie proces moest verlopen volgens maatregelen van het artikel 143, dat ook nog eens geratificeerd moest worden door drie vierde van de municipios van de provincies, en dat het vernoemde initiatief ook nog eens goedgekeurd diende te worden door een referendum waarbij de absolute meerderheid van de kiezers van alle provincies instemt, Aragón kiest er voor om haar zelfbestuur via de langzame weg van artikel 143 te verkrijgen, dat een jaar of 20 in beslag zal nemen.
Op 10 augustus 1982 keurde het Parlement de statuten van Autonomie voor Aragón goed en werden toen ondertekend door de toenmalige premier Leopoldo Calvo -Sotelo, en bekrachtigd door koning Juan Carlos I.
Op 7 mei 1992 heeft een commissie van het Parlement van Aragón een hervormde tekst uitgewerkt die door het Parlement van Aragón en het Parlement van Spanje werd goedgekeurd. En in 1996 wordt er nogmaals een kleine wettelijke hervorming doorgevoerd. Dat leidde tot een definitieve uiteindelijk integrale aanpassing van de wettelijke tekst die in 2007 met meerderheid (maar niet geheel unaniem) wordt aangenomen.
In de jaren ’90 van de vorige eeuw neemt de Aragonese samenleving een belangrijke kwalitatieve stap voor een betere kwaliteit van het leven als gevolg van de economische vooruitgang van de staat op alle niveaus.

Aan het begin van de 21ste eeuw werkt men aan een aanzienlijke verbetering van de infrastructuur. Zo komt er de AVE (hogesnelheidstrein), de aanleg van de nieuwe snelweg Somport-Sagunto en de renovatie van twee luchthavens, die van Huesca-Pirineos en van Zaragoza, dit in verband met de Internationale Tentoonstelling van Zaragoza in 2008. Verder is er gewerkt aan grote technologische projecten zoals het Parque Tecnológico Walqa, een technologisch park gespecialiseerd in drie sectoren, ICT, biotechnologie en hernieuwbare energie. En verder heeft men gewerkt aan de invoering en ingebruikname van een nieuw telematicanetwerk voor de gehele gemeenschap.
In 2007 zijn de autonomiestatuten van Aragón nogmaals hervormt dit maal gedragen door een brede wederzijdse instemming van PSOE, PP de PAR en de IU, terwijl de CHA zich onthield van stemming. Hierdoor kreeg de Comunidad Autónoma de herkenning van Historische Nationaliteit (vanaf de organieke wet van 1996 van de hervorming van de statuten, bezat het voorwaarde van nationaliteit). Het bevat een nieuw artikel over de Rechtspraak en een ander over de rechten en plichten van de Aragonesen, en de mogelijkheid om een eigen fiscaal agentschap in samenwerking met de staat te creëren, en dat Aragón ook de plicht heeft om water te leveren vanuit het Ebro-bekken naar Barcelona, Castellón, Valencia, Allicante, Murcia en Almerria, en zo zijn er nog een aantal modificaties van de autonome statuten.
In 2008 werden er twee jubileum feesten gevierd, de tweehonderdste verjaardag van Los Sitos van Zaragoza van de onafhankelijkheidsoorlog tegen de invasie van Napoleon in 1808, en het eeuwfeest van de Spaans-Franse Expositie van 1908 wat betekende dat het evenement op een moderne wijze gevierd moest worden om daarmee de culturele en economische strekking van Aragón aan te tonen. Maar ook om de wonden te genezen en de banden te versterken met de Franse buren na de gebeurtenissen van de Napoleontische oorlogen van de vorige eeuw.
Territoriale organisatie
Aragón is, vanaf de territoriale verdeling van 1833, verdeeld in drie provincies, Huesca, Teruel en Zaragoza met ieder een gelijknamige hoofdstad. Elke provincie heeft zo een aantal comarcas. Huerca heeft 10 comarcas, en ook Teruel heeft er 10 en Zaragoza heeft 16 comarcas (waarvan er drie gedeeld worden met Huesca) terwijl die weer zijn verdeeld in municipios.

Demografie

Aragón heeft ongeveer 1.350.000 inwoners waarvan zo’n 50 % in de hoofdstad Zaragoza woont (±700.000 inw.). Deze concentratie van inwoners is van de laatste decennia’s. In 1950 woonde er nog maar 24% van de totale Aragonese bevolking in de hoofdstad. Dit was het resultaat van de ontvolking van het platteland. Dat grotendeels te wijten was aan het gebrek aan infrastructuur en openbare investeringen in grote delen van Aragón, de rest van het grondgebied is slechts dun bevolkt. Met 28,5 inw/km² is Aragón de vierde comunidad autónoma in Spanje met een lagere bevolkingsdichtheid, het wordt alleen overtroffen door Castilla-La Mancha, Extremadura en Castilla y Leon.
Volgens de volkstelling van 1991 had Aragón 1.221.546 inwoners, dat was 3,1% van de nationale bevolking en een dichtheid van 25,6 inw/km². Sindsdien is de populatie alleen maar gegroeid in de grote steden, maar veel langzamer dan in de rest van Spanje, zodat volgens de volkstelling van 2006 nog maar 2,86% van de nationale bevolking Aragonees was. Gelukkig is men er in de afgelopen jaren er in geslaagd deze trend enigszins om te buigen.
Het aandeel buitenlandse ingezetenen in de telling van 2006 ligt op 8,25%, dichtbij, dat iets lager dan het landelijk gemiddelde van 9,27% is.
De 20 grootste gemeenten van de com. aut. Aragón (2018) |
Cultuur
Kunst

De grootste kunstenaar die Aragón voortbracht, was de schilder/graveur Francisco Goya, één van de grootste schilders van Spanje. Zijn werk bevat vele schilderijen, muurschilderingen, gravures en tekeningen. In al deze facetten ontwikkeld hij een stijl die we tegenwoordig romantiek noemen. Zijn stijl van kunst maken (arte goyesco) markeert het begin van de hedendaagse schilderkunst, hij is één van de voorloper van de moderne kunst.
Folklore
Traditionele kleding

Afhankelijk van de streek zijn er verschillende traditionele klederdrachten, zoals de kleding van Ansotano en Cheso, Belsetán, Chistabín of Fragatí. Over het algemeen zijn de verschillen tussen de Pyrenese klederdracht en die van de rest van Aragón meer uitgesproken.
In sommige dorpen zien we nog duidelijk de moorse invloeden van weleer. De meest populaire klederdracht voor grote delen van Aragón (met enkele variaties daar) is een geknoopte hoofddoek de zogenaamde Cachirulo, een open broek (Calzón), een sjerp rond de taille en een soort sandalen voor de mannen. De vrouwen dragen wijde rokken, een lijfje, kousen, een sjaal, schort en ook sandalen.
Muziek en dans

Een van de dansen en volksliederen is de Jota, een dans die vorm kreeg in tussen de 18e en begin 19e eeuw. Het is een zeer levendige en vreugdevolle dans met veel beweging en grote sprongen. De zang heeft een melancholisch ritme en gaat vaak gepaard met een spottende opmerking. Deze traditionele Aragonese muziek maakt men met instrumenten als de salterio (psalterium), een chiflo (zwegel), een Aragonese doedelzak (of een gaita de boto), een dulzaina, een acordeon, etc.
Op sommige plaatsen hebben ze weer een andere soort dans, met paleteados (stokken) en espadas (zwaarden), het zijn toespelingen op de typische veldslagen tussen Moren en christenen.
Talen
In het grootste deel van Aragón spreekt en Castellano (Spaans) dat ook de officiële taal in deze comunidad is. In het noordelijke deel van de gemeenschap spreekt men het Aragonees. Bovendien spreekt men in het oosten van de gemeenschap, dat ook wel de ‘franja de Aragón‘ wordt genoemd, verschillende Catalaanse dialecten. Na de goedkeuring van de talenwet van Aragón van 2009, zoals beloofd door de toenmalige President Marcelino Iglesias in zijn eerste termijn, werden de Aragonese – en de Catalaanse taal vermeld als eigen talen in Aragón, maar ze zijn niet officieel erkend.
Gastronomie van Aragón

De Aragonese keuken is sterk beïnvloed door de naburige regio’s van Cantabria en de Middellandse Zee. De meest bekende groentes uit de omgeving zijn tomaten, uien (de uien uit Fuentes de Ebro zijn bekend omdat ze niet prikken), bernagie (vooral in de buurt van Zaragoza), distels, knoflook, etc. En in de herfst vindt men er paddestoelen in overvloed zoals, de oranjegroene melkzwam (robellón, níscalo of mízcalo), kruisdisteloesterzwam (seta de cardo). En van de vruchten moet de perzik (melocotón) zeker benoemd worden, met types die voorzien zijn van de ‘denominacion de origen’ zoals de ‘Melocotón tardio’ (Late Perzik) van Bajo Aragón, beter bekend als ‘melocotón de Calanda‘. Zo zijn ook de pruimen en de peren uit dit gebied zeer bekend.

‘Migas de Pastor‘, (kruimels van de herder) is ee zeer bekend gerecht uit Aragón. Verder zijn zeer bekend het lamsvlees van van Aragón, de ‘jamon de Teruel‘ (ham van Teruel), de bernagie, de distel, de wijnen met DO (Denominaciones de Origen) van Somontano, Campo de Borja, Cariñena en Calatayud, de chiretas (lamspens gevuld met gekruide rijst en zwezerik), tortetas (de Aragonese morzilla, een worstje van bloed, paneermeel, meel, boter, kaneel, peper, anijs, pijnboompitten, zout en suiker gestoofd en daarna gedroogd, met dank aan Montserrat), longaniza (een lange gedroogde worst van gehakt varkensvlees), la carne a la pastoa (lamsbout (zuigeling), aardappel, olijfolie, meel, pepermelk, knoflook en kruiden), Crespillos de borraja (bladeren van gewone melkdistel met een deegje, gebakken in de olijfolie), pollo al chilindrón (een stoofpot van kip) en het pollo pepitoria (een fricassee van kip), amandelen, honing, de Calandaperzik, etc. Voor de olijven die hier gekweekt worden heeft men twee DO’s namelijk Bajo Aragón en Sierr del Moncayo.

Het vlees waarom Aragón bekend staat is de Jamón de Teruel en het lamsvlees, waarvoor men een specifieke denomación heeft, de Ternasco de Aragón, en ook voor de Cordero al chilindrón of las chiretas. Als we kijken naar het gevogelte dan zijn bekend de ‘pollo dechilindrón‘ en de ‘pollo en pepitoria‘. Zo zijn er ook een aantal worstjes bekend uit deze streek, zoals de ‘morcilla de arroz‘, de ‘longaniza de Graus’ en de ‘butifarra‘ en als we het over vis hebben dan is vooral de ‘bacalao ajoarriero‘ en de ‘bacalao a la baturra‘, dit zijn twee kabeljauw gerechten, en ‘sardina rancia‘ (sardientjes) en ‘trucha a la aragonesa‘ of ‘truchas a la turolense‘ (forel) en de ‘ancas de rana‘ (kikkerbilletjes).
Ook vinden we er een aantal kazen van hoge kwaliteit, zoals de bekende ‘queso de Tronchón‘. Maar ook kazen als ‘Samper de calanda‘ en ‘Alcañiz‘ (Santa Bárbara), uit Ansó, Biescas, el Burgo de Ebro, Gistáin en de vallei van Hecho.

In Aragón maakt men ook heel lekkere desserts en heeft men veel soorten zoetigheid zoals ‘frutas de Aragón‘ (gekonfijte vruchten), ‘trenza de Almudévar‘ (bladerdeegvlecht met amandel en pijnboompitten), ‘pastel ruso‘ (amandelgebak), çastañas de Huesca (marsepein), ‘lazos de Jaca‘ (bladerdeeg), ‘guirlache’ (amandel met caramel), ‘adoquines del Pilar‘ (snoepjes met verschillende smaken) , ‘tortas de alma‘ (gevulde pasteitjes), ‘cocas‘ (een Spaanse pizza (ik denk dat de Spanjaard daar niet blij mee is als je dat zegt)), ‘lanzón de San Jorge‘ (een speciaal gebak (bizcocho) dat op 23 april wordt gegeten, dag van San Jorge), en niet te vergeten ‘melocotón con vino‘ (perzik met wijn).
Verwant aan dit onderwerp:
Dit was een van de verhalen in de niet commerciële website spaanseverhalen.com. De verhalen in deze website zijn niet statisch, regelmatig worden de verhalen aangepast, kijk hiervoor naar deze mededeling:
-
-
-
- Laatst bijgewerkt 20228-07-10
-
-
Spaanse Verhalen. https://spaanseverhalen.com
Bronvermelding en verwijzingen:
De vaak buitenlandse teksten van Wikipedia zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Ik heb deze teksten vertaald, gemengd, en aangevuld met eigen kennis en ervaring, opgedaan in de periode dat ik in Spanje woon en aan deze artikelen werk.
Ook andere bronnen zijn opgenomen, dat kunnen zaken zijn die ik, tijdens het onderzoek naar de artikelen, gelezen heb en in deze teksten verwerkt heb.
Spaanstalige Wikipedia|titel=Aragón|paginacode=96807179|datum=20170211
Nederlandstalige Wikipedia|titel=Aragón (regio)|paginacode=54972955| datum=20220808
Engelstalige Wikipedia|titel=Aragon|paginacode=1102299353| datum=20220808
Deze teksten zijn beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0
Andere verwijzingen:
De foto’s/afbeeldingen zijn gelicenseerd onder Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0, CC BY 1.0 , CC BY-SA 1.0 , CC BY 2.0 , CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5 , CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0 , CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0 , GNU-licentie voor vrije documentatie , of Publiek Domein
Als u op één van de links hieronder klikt, krijgt u de volledige informatie van deze foto’s/afbeeldingen, de auteur, of de licentie te zien.
-
-
- Locatie Aragón. Auteur – TUBS, licentie CC BY-SA 3.0
- het wapen. Auteur – HansenBCN, licentie Publiek Domein
- de vlag. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 3.0
- De basiliek van Pilar in Zaragoza. Auteur – Juanedc, licentie CC BY 2.0
- Uitzicht over Fraga met de kerk van San Pedro in het centrum. Auteur – ecelan, licentie CC BY-SA 3.0
- Een houtsnede van de Kroniek van Aragon. Auteur – Pablo Hurus, licentie Publiek Domein
- Het Plaza de Aragón in Zaragoza. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 3.0
- Hermitage (klooster) van de Virgen de la Peña in Aniés, provincie Huesca (Aragón). Auteur – McBodes, licentie CC BY 3.0
- Reliëfkaart van Aragón waarin we de vallei van de Ebro….. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 4.0
- Het ibón van Plan (een gemeente in de provincie Huesca),,,,. Auteur – dailydog, licentie
- De woestijn van Monegros, een heuvelachtig gebied in Monegros, met een droog klimaat….. Auteur – Smoobs, licentie CC BY 2.0
- De rivier de Ebro, met de Basiliek van Nuestra Señora del Pilar. Auteur – Paulo Brandao, licentie CC BY 2.0
- Gletsjer gebied van Cotatuero, in het dal van Ordesa. Auteur – Jsanchezes, licentie CC BY-SA 3.0
- De waterval van Cotatuero, hetzelfde gebied als de voorgaande….. Auteur – Manuel Velazquez, licentie CC BY 3.0
- Vuurstenen vuistbijl uit het Vroeg-paleolithicum. Auteur – Biface.jpg: dessin de A. de Mortillet (fin XIXème), derivative work: Frédéric MICHEL, licentie Publiek Domein
- Op dit kaartje van Aragón zien we de archeologisch vindplaatsen van het Paleolithicum,,,,,. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 3.0 (ik heb de Spaanse tekst in het tekstvakje vervangen door een Nederlandse tekst)
- Augustus van Prima Porta, met achter hem resten van de Romeinse muur van Zaragoza. Auteur – Stuardo Herrera, licentie CC BY 2.0
- Zilveren penning uit Oscense (Huesco). Auteur – CNG, licentie CC BY-SA 3.0
- Het paleis Aljaferia uit de 11e eeuw, was de residentie van de Hudíes….. Auteur – EmDee, licentie CC BY-SA 3.0
- De locatie van het graafschap Aragón in 1050, samen met de graafschappen van Sobrarbe en Ribagorza. Auteur – Península_ibérica_1037_en.svg: *Península_ibérica_1037.svg: Crates / derivative work: Gabagool (talk), licentie CC BY-SA 3.0
- San Pedro de Siresa, een klooster met nauwe politieke en culturele banden. Auteur – Baldiri, licentie CC BY-SA 3.0
- Het Koninkrijk Aragón halverwege de 15e eeuw. Auteur –
- Blank_map_europe_no_borders.svg: derivative work: cthuljew / derivative work: Beao , licentie Publiek Domein
- Allegorisch embleem van de regering van Aragón van drie liberaal bewind (1820). Auteur – Onbekend, licentie Publiek Domein
- Het paleis van Aljaferia, zetel van het Gerechthof van Aragón. Auteur – currybet, licentie CC BY-SA 2.0
- Overzicht van de Expo 2008 vanaf de watertoren. Auteur – Grez, licentie CC BY-SA 3.0
- Aragón. Auteur – Localización_de_Aragón.svg: Mutxamel, subido por Rastrojo / Flag_of_Aragon.svg: / derivative work: Fry1989 (talk) 21:36, 1 April 2011 (UTC), licentie CC BY-SA 3.0
- Wapen van de provincie Huesca. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 3.0
- Wapen van Huesca. Auteur – Willtron, licentie CC BY-SA 3.0
- Wapen van de provincie Teruel. Auteur – HansenBCN, licentie Publiek Domein
- Wapen van de provincie Zaragoza. Auteur – HansenBCN, licentie Publiek Domein
- De Comarcas van Aragón. Auteur – Onbekend, licentie Publiek Domein
- Universiteit van Zaragoza. Auteur – ecelan, licentie CC BY-SA 3.0
- Huesca. Auteur – Ecelan, licentie CC BY-SA 4.0
- Zaragoza. Auteur – Leronich, licentie CC BY-SA 3.0
- Huesca. Auteur – Ecelan, licentie CC BY-SA 4.0
- Teruel. Auteur – José Luis Mieza, licentie CC BY 2.0
- Calatayud. Auteur – Luidger, licentie CC BY-SA 3.0
- Utebo. Auteur – Zarateman, licentie
- Monzón. Auteur – Zarateman, licentie CC0 1.0
- Portret Van Francisco de Goya (1826), door Vicente Lopéz. Auteur – Vicent López Portaña (1772-1850), licentie Publiek Domein
- Muzikant met cachirulo. Auteur – Unknown author, licentie Publiek Domein
- De Aragonese doedelzak. Auteur – No machine-readable author provided. German.latorre assumed (based on copyright claims), licentie CC BY-SA 3.0
- Crespillos de Borraja. Auteur – Semontanés, licentie CC BY 3.0
- Pollo pepitoria. Auteur – Tamorlan, licentie CC BY-SA 3.0
- Queso de Tronchón. Auteur – Thesupermat, licentie CC BY-SA 4.0
- Typische pastissets van de Terres de l’Ebre. Auteur – Santiago Romani, licentie CC BY-SA 3.0
-
Coralma*, is eigen werk dat u terug kunt vinden als een CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.