Canarische Eilanden

De Canarische eilanden oftewel Canarias

De locatie van de Canarische eilanden is aangegeven in rood. De eilanden groep ligt ten westen van Marokko.

Het wapen van de Canarische Eilanden: in een veld van azuur heeft het zeven eilanden van zilver geordend, twee, twee, twee en één, de laatste in punt. Bestempeld met een gesloten koningskroon, bekroond door een zilveren lint met de spreuk 'Oceaan' in sabel. Het schild wordt gesteund door twee honden.
het wapen
De vlag van de Canarische Eilanden bestaat uit drie gelijke verticale delen, waarvan de kleuren wit, blauw en geel zijn, uitgaande van de vlaggenmast.
de vlag

Canarias is wereldberoemd om haar goede weer, spectaculaire stranden, exquise gastronomie en prachtige landschappen. Het zijn allemaal vulkanische eilanden, die zich ten noordwesten van Afrika bevinden. Het is de meest veraf uit de kust gelegen autonome gemeenschap (Comunidad Autónomica). Het heeft vele nationale parken, met het Parque Nacionla de Teide, het meest bezochte park van Europa. Het is de perfecte plaats om van uw vakantie te genieten. 

Gegevens
Entiteit Comunidad autónoma en historische nationaliteit
Hoofdstad Verdeeld over: Santa cruz de Tenerife en 
Las Palmas de Gran Canaria
Stad met de meeste inwoners Las Palmas de Gran Canaria
Officiële taal Castellano (Spaans)
Onderverdeling    2  provincies
   7  eilanden met een eigen bestuur
 88 municipios (gemeenten)
  19 arrondissementen
             (partidos judiciales)
Totale Oppervlakte 7.477 km²
Bevolking (2022) Bevolking tot.
Bevolkingsdichtheid
2.261.654 inw.
302,48 inw/km²
Bevolkingsnaam zamorano, -a
Postcode CN
ISO 3166-2 ES-CN
Statuten 24 okt. 2018
Officiële feestdag Día de Canarias (30 mei)
Patrones Virgen de Candelaria
Simbolos naturales Pájaro canario
Palmer canaria
Officiële website

De Canarias, zoals de originele benaming luidt, is een archipel in de Atlantische Oceaan die een autonome gemeenschap (Comunidad Autónoma) vormen in Spanje met een nationaal historische status. Het bestaat uit zeven hoofdeilanden: El Hierro, La Gomera, La Palma en Tenerife die de provincie Santa Cruz de Tenerife vormen; en Gran Canaria, Fuerteventura en Lanzarote, die de provincie Las Palmas vormen. Naast deze zeven eilanden zijn er de onbewoonde eilandjes Montaña Clara, Alegranza, Roque del Este en Roque del Oeste, die samen met het eiland La Graciosa (wel bewoond, ± 750bewoners) de Chinijo archipel vormen en boven Lanzarote liggen. En dan is er nog het eilandje Lobos. Deze kleine eilandjes behoren alle tot de provincie Las Palmas.

De archipel ligt in het noorden van Afrika, in de buurt van de kust van Marokko en het noorden van de Westelijke Sahara. Van hieruit gezien gebruikt men op de Canarische eilanden in de noordelijke winter de Greenwich Mean Time (GMT ± 0) en in de zomer (GMT + 1), met een uur verschil met de rest van het land. Het eiland Fuerteventura ligt ongeveer 97 km voor de Afrikaanse kust. De afstand tot het Europese vasteland is ongeveer 940 km vanaf het eilandje Alegranza en de Kaap Sint-Vicente (Portugal). Gezien de ligging van de Canarias is het de meest zuidelijk en westelijk regio van Spanje.

Op de voorgrond zien we de stad La Gomera op het gelijknamige eiland, en op de achtergrond zien we de Teide op het eiland Tenerife.

De eilanden zijn ontstaan door vulkanische activiteiten en maken deel uit van de natuurlijke regio Macaronesië met de archipels van Kaapverdië, de Azoren, Madeira en de Ilhas Selvagens. Canarias is de grootste bevolkte archipel van de regio Macaronesië. Het klimaat is subtropisch, maar varieert ter plaatse qua hoogte en of het op de noordelijk of zuidelijke helling ligt. Deze variabelen in het klimaat geven aanleiding tot grote biologische diversiteit dat, samen met het landschap en zijn geologische rijkdom, recht geeft aan het bestaan van vier nationale parken op de Canarias. Ook heeft elk eiland een biosfeerreservaat van Unesco, en andere hebben gebieden die uitgeroepen zijn tot Werelderfgoed. Deze natuurattracties, goed weer, en de stranden, geven de eilanden een belangrijke toeristische bestemming dat elk jaar door zo’n 12 miljoen toeristen wordt bezocht (2007), waarvan de Britten de grootste groep, 29%, vertegenwoordigd gevolgd door de Spanjaarden zelf met 22% en de Duitsers met 21%.

Momenteel hebben de Canarias nu zo’n 2,2 miljoen inwoners en een bevolkingsdichtheid van 288,46 inw/km², waarbij het de achtste autonomie qua populatie is. De bevolking van de eilanden concentreert zich hoofdzakelijk op twee eilanden, ongeveer 43% van de bevolking woont op Tenerife en 40% woont op Gran Canaria. De totale oppervlakte van de archipel is 7447 km².

Uitzicht over het centrale deel van het eiland Gran Canaria, met de rots Nublo en Bentayga.

Zoals is vastgesteld in de Estatuto de Autonomía, is de hoofdstad van deze comunidad autónoma (autonome gemeenschap) verdeeld over twee steden, Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas de Gran Canaria, de presidentiële zetel van de autonome regering wisselt tussen de twee wetgevende periodes zijnde de zetel van de vice-president anders dan de president. Het parlement zit in Santa Cruz de Tenerife, terwijl het hoofdkwartier van de regeringsdelegatie zich in Las Palmas bevindt, is er ook nog een onderafdeling van de regeringsdelegatie in elk van de twee steden. Ook is er een evenwicht tussen de twee hoofdsteden in termen van hoofdkwartier van ministeries en overheidsinstellingen, terwijl de rest van de regionale overheid bijna volledig gedupliceerd is tussen de beide steden. En ondertussen bevindt zich, het hoogste adviesorgaan in de stad San Cristóbal de la Laguna de Consejo Consultivo’ van de Canarias‘.

Toponymie


Het eerst geschreven document met een directe verwijzing naar de Canarias is van Plinius de Oudere, waarin hij verwijst naar de reis van koning Juba II van Mauritanië naar de eilanden in het jaar 40 v. C. en er naar verwijst als Canarias (Fortunatae Insulae). In dit document verschijnt ook voor de eerste keer de term Canarias, om te verwijzen naar het eiland Gran Canaria.

Plinius de Oudere, schrijver, wetenschapper, naturalist, Latijns-militair.

Volgens Plinius, werd deze naam aan het eiland gegeven ter nagedachtenis van twee grote Mastiffs die de twee afgezanten van Juba daar gevangen namen en later naar Mauritaria gingen (voormalige noordwestelijke regio van Magreb, niet te verwarren met het huidige Mauritania), allebei de honden staan nu aan beide zijde van het huidige schild van Canarias. Dit verhaal is waarschijnlijk niet echt nauwkeurig; onder andere, omdat het bekend is dat bij de aankomst van de Castilianen en andere recentere Europese zeevaarders, de inheemse hondrassen van de archipel klein waren.

Sommige moderne theorieën met betrekking tot de term Canarias stellen dat het te maken zou hebben met een Noord-Afrikaanse berber-groep die was gevestigd in Noordwest-Afrika. Plinius zelf vernoemt in een andere tekst naar de Canarii, hoewel hij deze term opnieuw met honden in verband brengt.

De historicus José Juan Jiménez, van het Museo de la Naturaleza y el Hombre van Tenerife, beweert dat “Canarias” zijn naam dankt aan de ‘Cannis marinus’, een grote soort monniksrob die de kusten van de archipel tot de 15e eeuw bevolkte”.

De eilanden

De Canarische eilanden, geordend van west naar oost zijn, El Hierro, La Palma, La Gomera, Tenerife, Gran Ganaria, Fuerteventura en Lanzarote. Daarnaast, vinden we ten noorden van het laatst vernoemde eiland, andere eilanden als La Graciosa en de eilandjes Montaña Clara en Alegranza en ten noorden van Fuerteventura het kleine eiland Lobos.

Kaart van de Canarische Eilanden.

El Hierro

El Hierro, op een wolkenloze dag, met de vallei van El Golfo, in het noordwesten.

El Hierro is het meest westelijke eiland van de archipel, en tussen de belangrijkste eilanden, is het, met 268,71 km² de kleinste, en met 10.587 inwoner het minst bevolkte eiland. De hoofdstad is Valverde (5000 inwoners).

Het hele eiland is  in 2000 verklaart tot Biosfeerreservaat. Het eiland is bekend om de Juniperus phoenicea (Jeneverbes) die door de constante wind vergroeid zijn, door de oude Garoé of Árbol Santo (Heilige boom), door zijn Lagartos gigantes (Hagedissen), en omdat in het verleden de 0º merideaan, Punta de Orchilla (een eiland gelegen ten westen van El Hierro) als referentie nam. Vanaf de 18e eeuw, reisde men naar het eiland om het geneeskrachtige water van Pozo Sabinosa of Pozo de la Salud mee te nemen. Hier werd ook de zangeres en trommelaarster Valentina la de Sabinosa geboren, een figuur van de Canarische folklore. Het eiland is ook bekend om zijn zeebodem en de vele duikcentra. Tussen 2011 en maart 2012 vond er een onderzeese vulkaanuitbarsting plaats. Deze onderzeese vulkaan bevindt zich op een diepte van 88 mtr. in de buurt van het stadje La Restinga in de Mar de las Calmas (‘de Zee van Rust’). De uitbarsting van El Hierro in 2011 haalde de krantenkoppen over de hele wereld.

La Palma

Satallietbeelden van Palma. In het midden is de krater van de Caldera te zien.

La Palma, heeft zo’n 82.000 inwoners op een oppervlakte van 708,32 km². Ook dit eiland is uitgeroepen tot Biosfeerreservaat. De vulkaan Teneguía was recent nog hoorbaar actief. de laatste uitbarsting vond plaats in 1971. Daarnaast is het ’t tweede grootste eiland van de Canarias met de Roque de los Muchachos (2426 mtr.) als hoogste punt. Deze piek vindt men aan de rand van het Nationale Park de la Caldera de Taburiente in de Ciudad de El Paso, in de nabijheid hiervan ligt het Observatorio del Roque de los Muchachos van het Instituto Astrofisica de Canarias. Het is een grote telescoop die met zijn diameter van 10,40 m. de grootste optische telescoop ter wereld is. Door zijn weelderige vegetatie is La Palma ook bekend als het “Isla Bonita”. De hoofdstad Santa Cruz de la Palma heeft zo’n 14.000 inwoners. In de stad bevindt zich de zetel van het Diputado del Común del Parlementa van Canarias (Algemene Afvaardiging van het Parlement, equivalent van de ombudsman, maar op regionaal niveau). De meest dichtbevolkte gemeente is Los Llanos de Aridane met ongeveer 21.000 inwoners.

La Gomera

La Gomera. Het beboste centrum correspondeert met het Nationale Park de Garajonay.

La Gomera heeft een oppervlakte van 369,76 km² en is, met zijn 21.000 inwoners, het tweede minst bevolkte eiland. De hoofdstad van dit eiland is San Sebastián de La Gomera, het heeft zo’n 9.000 inwoners. Op La Gomera bevindt zich het Nationale Park Garajonay dat in 1986 werd uitgeroepen tot Werelderfgoed, omdat het een mooi voorbeeld van een laurierbos is. Inmiddels is ook de ‘Silbo gomero‘ taal sinds 2009 tot Werelderfgoed benoemd. Silbo gomero is een fluittaal die door enkele bewoners van het eiland wordt beoefend. Verder was het eiland het laatste gebied dat door Cristóbal Colón (Columbus) in 1492, werd aangedaan voordat hij aan zijn ontdekkingsreis  naar Amerika begon; daarom wordt het soms ook wel het “Isla Colombina’ genoemd.

Tenerife

Het Eiland Tenerife , met in het midden de Teide.

Tenerife is, met een oppervlakte van 2034,38 km² het het grootste eiland van Canarias. Het is ook het meest bevolkte eiland van de archipel, het heeft ongeveer 895.000 inwoners en een bevolkingsdichtheid van 445 inw/km² maakt dat ook het ’t dichtsbevolkte eiland van Spanje is. De meest bevolkte gemeente van het eiland is Santa Cruz de Tenerife (± 225.000 inw.), San Cristobal de La Laguna (± 155.000) en Arona (±80.000 inw.).

De stad Santa Cruz de Tenerife is de zetel van het Parlamento de Canarias (parlement van Canarias), het Capitania General de Canarias (een van de organen die deel uitmaken van de leger van Spanje) en het Cabildo de Tenerife (het bestuursorgaan van het eiland Tenerife, opgericht op 16 maart 1913). Het is niet alleen de grootste stad maar ook de hoofdstad van het eiland, de provincie en, samen met Las Palmas, van de Comunidad Autónoma. La Laguna is de tweede grootste stad van het eiland en de derde grootste van de archipel, de stad is ook uitgeroepen tot Werelderfgoed, en geeft zetel aan de Universiteit van La Laguna. Hier zetelt ook het ‘Consejo Consultivo de Canarias‘ (Adviesraad van Canarias), het hoogste overlegorgaan van de Canarische Eilanden.

Steden welke belangrijk zijn voor het toerisme zijn, La Orotava, Puerto de la Cruz in het noorden, en Arona en Adeje in het zuiden. Maar ook de stad Villa Mariana de Candelaria waar men het beeld van de ‘Virgen de Candelaria‘, patroonheilge van Canarias, gevonden is. De patrones van het bisdom Nivariense (dat de provincie Santa Cruz en Tenerife omvat) is de Maagd van los Remedios, vereerd in La Laguna.

Tenerife is bekend, op grond van zijn klimaat, men noemt het ook wel, “het eiland van de eeuwige lente”, en heeft stranden met het bekende fijne donkere vulkaanzand en diverse natuurparken. Enkele van deze natuurgebieden zijn beschermd, onder andere het ‘Parque nacional del Teide‘ dat ook tot Werelderfgoed is benoemd. Het is één van de meest bezochte nationale natuurparken ter wereld. Het park bevind zich op de Teide waarvan de top zich op 3.718 mtr. bevindt, men noemt het daarom ook wel het dak van Spanje. Gerekend vanaf de sokkel is het de derde hoogste vulkaan ter wereld. Maar ook de andere parken hebben een grote ecologische waarde, zoals het ‘Parque Natural de la Corona Forestal‘, en dat het grootst beschermde natuurpark van Canarias is, en de landelijke parken van Anaga (in het oosten) en van Teno (in het westen). In het massief van Anaga komen de meeste endemische soorten van Europa voor en is daarmee een van de biosfeerreservaten van UNESCO, sinds 2015. Geologisch gezien is ook de ‘Cueva del Viento-Sobrado‘ interessant daar het ‘t grootste ondergrondse lavatunnelcomplex van Europa is (het vijfde grootste van de wereld). Dienovereenkomstig is het een gebied van steile hellingen waarin de erosie, als het ware, valleien met steile hellingen heeft geslepen. Op de noordelijke hellingen valt de meeste regen en is daarom de meest vruchtbare, daar bevindt zich ook de ‘Valle de Icod’, een van de belangrijkste gebieden voor bananenplantages. De zuidelijke hellingen zijn echter woestijnachtig

Het eiland is verder internationaal bekend om zijn carnaval dat als het tweede belangrijkste carnavalsfeest van de wereld wordt gezien.

Gran Canaria

Gran Canaria, met het schiereilnad van La Isleta in het noordoosten.

Gran Canaria is het meest bevolkte eiland van de provincie Las Palmas, en tweede van de gehele Canarias, het eiland heeft ongeveer 850.000 inwoners. Las Palmas de Gran Ganaria is de hoofdstad van het eiland en thuisbasis van de Delegación del Gobierno (Delegatie van de regering) en van de Cabildo de Canarias (het bestuursorgaan van Gran Canaria) en is tevens de gedeelde hoofdstad van de Canarias samen met Santa Cruz de Tenerife. Bovendien is het met zijn ± 385.000 inwoners de meest bevolkte stad van de archipel en de negende van Spanje. Andere grote steden op het eiland zijn Telde, Vecindario (in het zuidoosten), Arucas en Gáldar (in het noorden).

In Teror staat het beeld van de ‘Virgen del Pino‘ (Maagd van Pino), patrones van het bisdom van Canarias (die de provincie Las Palmas bevat). Toerisme is een van de belangrijkste activiteiten van eiland, de belangrijkste toeristische kernen liggen binnen de gemeentes van San Bartolomé van Tirajana en Mogán.

Het eiland, met een oppervlakte van  1.560,1 km² heeft een ronde vorm en is zeer bergachtig. In het Centraal Massief staat de Roque Nublo (1.813 mtr.) en de Pico de las Nieves (1.949 mtr.) is de hoogste van het eiland. Het heeft 33 beschermde gebieden en dat komt overeen met 43% van het eiland. In deze beschermde gebieden bevind zich de Pinar canaria, oftewel de Canarische den die goed bewaard is gebleven in parken als het Parque Natural de Tamadaba (pinar húmedo) en in het Parque Natural de Pilancones (pinar seco). Daarnaast is ongeveer een derde van het eiland en maritieme strip in het zuidwesten van het eiland opgenomen als een UNESCO biosfeerreservaat. Door haar verscheidenheid aan landschappen staat Gran Canaria bekend als ‘een miniatuur continent’. We vinden er groene landschappen in het noorden en woestijnachtige landschappen in het zuiden en dat zonder dat men grote afstanden hoeft af te leggen.

Het heeft verschillende stranden met fijn goudkleurig zand zoals, Maspalomas, Playa del Ingles of Las Canteras. Op het strand van Pozo Izquierdo wordt jaarlijks de wedstrijd van het World Windsurfing PWA gehouden. In verschillende gemeenten van het eiland wordt carnaval gevierd waarbij het Carnaval van Las Palmas toonaangevend is en gezien wordt als een van de belangrijkste van Spanje en de wereld.

Fuerteventura

Fuerteventura, het eiland dat het meest dichtbij Afrika ligt, en het kleine eiland Lobos.

Fuerteventura, met een oppervlakte van 1.659 km², is, na Tenerife, het tweede grootste eiland van de archipel, en vanuit het oosten gezien het tweede eiland. Geologisch gezien is het ’t oudste en meest geërodeerde eiland van Canarias, de hoogste piek, de Pico de la Zarza, is slechts  807 mtr. hoog. De landengte die het zuidelijke schiereiland verbindt met de rest van het eiland maakt dat het de vorm van een boot heeft. In het noorden bevindt zich het natuurpark van ‘Dunas de Corralejo’. In het laatste decennium, en dankzij de toename van het toerisme (met nadruk op Corralejo in het noorden en Punta de Jandía in het zuiden) heeft Fuerteventura een significate toename van de bevolking doorgemaakt, in 2015 waren het 107,521 inwoners.

De hoofdstad is Puerto del Rosario, met zo’n 29.000 inwoners (36.000 over de gehele gemeente gezien). De andere belangrijke locaties zijn Corralejo, El Cotillo, Gran Tarajal, Tuineje, Morro Jable en Jandia. Op ongeveer 2 kilometer afstand van het eiland ligt het eilandje Lobos met een oppervlakte van 4,5 km², dat behoort tot het natuurpark Dunas de Corralejo. Op 26 mei 2009 is het eiland door UNESCO uitgeroepen tot biosfeerreservaat.

Lanzarote

Lanzarote met Chinijo in het noorden.

Lanzarote is het meest oostelijke eiland, en een van de oudste van de archipel, hoewel met een recente vulkanische activiteit. Het heeft een oppervlakte van 845,94 km² en een bevolking van ongeveer 145.000 inwoners. De hoofdstad is Arrecife, met 58.156 inwoners. Belangrijk zijn de Timanfaya vulkanen, die naam geven aan het Parque nacional de Timanfaya, de laatste uitbarstingen deden zich voor in 1730 en 1736. Het hoogste punt, 671 mtr., van het eiland bevindt zich in het Massief van Famara. Het hele eiland werd in 1993 uitgeroepen tot biosfeerreservaat.

De belangrijkste economische activiteit is het toerisme, dat zich begon te ontwikkelen in de jaren ’60 en ’70 van de 20ste eeuw.

De architect/kunstenaar César Marique werd op dit eiland geboren, waarvan werken als het Jameos del Agua, de Jardin de Cactus en de Mirador del Rio zich op het eiland bevinden.

De eilandengroep Chinijo

De eilanden en eilandjes van de eilandengroep Chinijo (La Graciosa, Alegranza, Montaña Clara, Roque del Este en Roque del Oeste) ligt ten noorden van het eiland Lanzarote. Ze vallen onder het bestuurorgaan van Lanzarote (Cabildo de Lanzarote) en de municipio de Tequise. Het eiland La Graciosa is, met ongeveer 29 km², het grootste eiland van deze groep, er wonen ongeveer 700 mensen, waarmee duidelijk mag zijn dat dit het minst bevolkte eiland van Canarias is. Blijft staan dat het eiland El Hierro het dunst bevolkt van de Canarias is. De hoofdstad van het eiland is Caleta de Sebo met meer dan 600 inwoners.

Geschiedenis


Canarias in de oudheid

De tuin van Hesperiden, van Frederic Leighton (1892).

Volgens de Grieks-Romeinse mythologie lag het kleurrijke Canarias “voorbij de ‘Zuilen van Hercules‘, in de Océano Tenebroso, (de vertaling van het Latijnse woord oceano = riviermonding) maar binnen de grenzen van de bekende wereld (de Oecumene), veel van de fantastische verhalen komen voort uit hun tradities. Het kan de locatie zijn van de mythologische verhalen zoals Elysion of de Islas Afortunadas (een plek voor gelukzalige, overleden Grieken, een soort paradijs of hiernamaals) of de tuin van de Hesperiden (de tuin met de gouden appels, die bewaakt wordt door drie nimfen) of…. Atlantis, het mythische eiland dat door een catastrofe vernietigd zou zijn. De legende verteld dat de Guanches van oorsprong Atlantiërs waren die de ramp overleefde omdat zij de bergen in gevlucht waren. Deze bergtoppen zijn tegenwoordig bekend als de Canarias.

Volgens vele onderzoekers staat de eerste historische verwijzing naar Canarias in de werken van de Griekse historicus Plutarchus. Maar de meest accurate beschrijving van een oude auteur over Canarias is die van Plinius de Oudere in zijn Naturalis Historia, die een expeditie van koning Juba II van Mauritanië naar de archipel beschrijft.

De Romeinen dopen elk van de eilanden, Ninguaria of Nivaria (Tenerife), Canaria (Gran Canaria), Pluvialia of Invale (Lanzarote), Ombrion (La Palma), Planasia (Fuerteventura), Iunonia of Junonia (La Gomera) en Capraria (El Hierro).

Prekoloniale periode

De afgod van Tara, in het museum Canarios, Las Palmas de Gran Canaria.

De Canarias worden, vóór de Europese verovering, bewoond door de zogenaamde Guanchen. Vanwege hun afwijkende fysiologie en uiterlijk ten opzichte van de mensen uit Spanje of Noord-Afrika was de oorsprong van de Guanchen lange tijd onderwerp van speculatie en discussie. De term Guanche is eigenlijk de geologische aanduiding (Guan = mens, en chinet staat voor Tenerife, mens van Tenerife, Guanchis, Guanchen) van de oorspronkelijke bewoners van Tenerife, hoewel men de uitdrukking gebruikt voor de oude bewoners van de gehele archipel, die etnisch en cultureel verwant zijn aan de Berbers uit het noorden van Afrika. Voordat de archipel werd toegevoegd aan de Kroon van Castilla, bestond er geen enkele politieke eenheid, maar elk eiland werd bewoond door verschillende onafhankelijke stammen of koninkrijken, zonder dat de bewoners van een eiland contact hadden met de andere, omdat men tussen de eilanden niet vaarden. Het is niet precies bekend hoe de eilanden gekoloniseerd werden, hoewel de meest aanvaarde theorie heden ten dage is dat deze populaties afkomstig zijn uit Noord-Afrika en door de Feniciërs en de Romeinen hier naartoe werden gebracht. Tot nu toe neemt men aan dat de chronologische aankomst van de eerste Canarische eilandbewoners tussen de 3e en de 1ste eeuw v. Chr. plaatsvond, hoewel er ook een mogelijkheid is dat dat zelfs in de 5e eeuw v. Chr. was.

Vroege moderne mens

Er bestaat nog een andere theorie die zegt dat de Guanchen afstamden van vroege moderne mensen uit Noord-Afrika die daar mogelijk al tijdens het Ibéromaurusien aangekomen zouden zijn. Plinius de Oudere stelt echter, op grond van het relaas van Juba II, koning van Mauretanië, dat de archipel onbewoond was toen de Carthagers er onder bevel van Hanno de Zeevaarder voet aan wal zetten. Wel zouden ze de ruïnes van grote gebouwen hebben gezien. Dit suggereert dat de Guanchen niet de eerste bewoners zouden zijn geweest. Uit het ontbreken van ieder spoor van de islam onder de volkeren die de Spanjaarden in de archipel aantroffen zou de conclusie kunnen worden getrokken dat de migratie van deze mensen naar het uiterste westen heeft plaatsgevonden tussen de tijd waarover Plinius schreef en de verovering van noordelijk Afrika door de Arabieren.

Recente ontdekkingen geven aan dat de Canarische archipel werd bevolkt in twee fasen. In de eerste fase kwam de archaïsche Berber cultuur in de 6e eeuw v. Chr. naar de eilanden. En de tweede fase, aan het begin van de jaartelling, zouden geromaniseerde Berbers naar de eilanden Fuerteventura, Gran Canaria, El Hierro en Tenerife gekomen zijn.

De economie van de oude eilandbewoners was gebaseerd op de veeteelt. Het vee werd geïmporteerd vanaf het Afrikaanse continent: geiten, schapen, varkens en honden. De laatste diende als bewakers, maar hun vlees werd ook geconsumeerd. Wat betreft de weinig ontwikkelde landbouw, waren er grote verschillen tussen de eilanden. Het meest ontwikkeld wat de landbouw betreft was die van Gran Canaria. Het was een landbouwcultuur met graangewassen gebaseerd op variëteiten van tarwe en gerst die als ingrediënten voor de traditionele Gofio diende, een op opzichzelfstaand gerecht dat tot op de dag van vandaag wordt genuttigd. De economische activiteit werd elk jaar afgerond met de oogst van het fruit, schelpdieren  en af en toe een jacht. Toen de Spanjaarden op de eilanden aankwamen beschreven ze deze mensen als, ongeveer 1,80 lange mensen met enigszins dikke lippen, blond haar en blauwe ogen. Vandaar dat men ook dacht dat het afstammelingen waren van de Noormannen, maar die kwamen veel later naar deze streken dan deze Guanchen. En deze Guanchen leefde nog in het stenen tijdperk volgens hun beschrijvingen. De taal die gesproken werd staat nu bekend als Guanche, maar men kende ook een fluitende taal, genaamd Silbo. Deze wordt nog steeds door enkele personen op het eiland gebruikt.

Imazighen
Beneharo, Mencey de Anaga, op het Plaza de la Patrona van Canarias.

Omdat de Guanchen een soort verre variant van het Tamazight spraken, rees het vermoeden dat zij een zijtak van Imazighen waren die vanaf de vroegste geschiedenis geheel Noord-Afrika bewoonden, van Egypte tot de Atlantische Oceaan. Wellicht waren deze Imazighen vroeger blond. Nu zijn zij, na de Arabische kolonisatieperiode door de vermenging met Arabieren en andere volkeren, eerder donker van huid en hebben zij donkere haren

Hoewel de Guanchen dus mogelijk afstammen van Imazighen maar in het algemeen geen Tamazight meer spreken, zijn er toch mensen die voor de Amazighiteit opkomen, in samenwerking met Amazigh activisten in Noord-Afrika.

Cultureel gezien, zo lijkt, zijn de oorspronkelijke bewoners van de Canarias een conglomeraat van Noord-Afrikaanse Berber volken. Men spreekt vaak van de neolitische cultuur van de Guanches, alhoewel deze grotendeels werd bepaald door de afwezigheid van metalen in de bodem van de eilanden. Bestaande alfabetische opschriften (Libisch-Berber schrift of tifinagh) vertellen ons echter van enkele volkeren met een protohistorische culturele horizon. De archeologie stelde hun blik in op de keramische uitingen (gefabriceerd zonder pottenbakkersschijf, met technieken die tot op heden  worden gebruikt), de rotstekeningen (spiralen,geometrische vormen, alfabetische tekens en podomorfos (rots-inscripties van voeten)) en in het geval van Gran Canaria ook rotsschilderingen die over het algemeen te zien zijn in de Cueva Pintada in Gáldar. Het gebruik van het wiel was niet bekend, bovendien kenden zij geen metaal en textiel. Zij hulden zich in geitenvellen. Hun woningen waren in wezen natuurlijke grotten maar ook kunstmatig gemaakte grotten op de centrale eilanden, er waren ook nederzettingen, met huizen, van enig belang in Gran Canaria en Lanzarote. Zij waren de kennis omtrent zeevaart kwijtgeraakt  en er was daardoor weinig of geen contact tussen de verschillende eilanden, iedere groep ontwikkelde zich op zijn eigen wijze. Men vermoedt dat de Imazighen uit Noord-Afrika in rieten boten naar de eilanden zijn gevaren. Toen deze boten rot werden kon men niet meer terug naar het Afrikaanse continent. Op het Canarias groeit namelijk geen riet en men was zich niet bewust van het maken van houten boten.

De Guanche religie was een polytheïstisch geloof hoewel de astrale cultus algemeen was. Daarnaast bestond er een animistische religie waarbij men bepaalde plaatsen inwijdde, hoofdzakelijk rotsen en bergen (de Teide op Tenerife, Idafe op La Palma of de Tindaya op Fuerteventura). Er waren vele verschillende goden op de verschillende eilanden. Enkele van de belangrijkste Guanche goden, op het eiland Tenerife, waren bijvoorbeeld de goden: Achamán (god van de hemel en de Opperste Schepper), Chaxiraxi (Moedergodin, later geïdentificeerd met de Maagd van Candelaria), Magec (de Zonnegod) en Guayota (de duivel), maar er waren nog vele andere goden en geesten van de voorouders. Vooral opmerkelijk was de cultus van de doden, de mummificatie van de lijken, in dat opzicht bereikte men op het eiland Tenerife een hoge mate van perfectie. Ook opmerkelijk was de fabricage van de afgodsbeelden van klei of steen.

Herontdekking en verovering

Jean de Béthencourt

In de 14e eeuw worden de eilanden ‘herontdekt’ door de Europeanen, gevolgd door vele bezoeken van Marrokanen, Portugezen en Genuezen. Dit past in het proces, van het zich richten, op de expansie op de Atlantische Oceaan van de Europeanen, die zijn hoogtepunt zou hebben in de aankomst van Columbus naar Amerika. De vooruitgang in de navigatie maakte dat deze prestatie mogelijk was. De belangrijkste motivatie hiertoe, in dit vroege stadium, is de meest directe toegang tot het goud van centraal Afrika. In dit verband ging de Genuese zeevaarder Lancelloto Malocello in 1312 aan land in Lanzarote en de uit Vizcaya afkomstige Martin Ruiz de Avendaño in 1377. De Mallorcanen vestigde een missie op de eilanden (Bisdom van Telde), dat doorging van 1350 tot 1400. Hetzelfde ging door onder het toeziend oog van de koningen van Castilla, waarbij Paus Clemente VI de jonge Don Luis de la Cerda het ‘Koninkrijk van de Canarische Eilanden’ of het Vorstendom Fortuna in 1355 aanbiedt.

In 1402 begon men met de verovering van Lanzarote met een expeditie onder leiding van de Normandiërs, Jean de Berthencourt en Gadifer de la Salle, gemotiveerd door de mogelijkheid van de exploitatie van orchilla (Roccella canariensis is een korstmos bekend als orchilla, waaraan een paarse kleurstof wordt onttrokken). Deze eerste fase van verovering van de Canarias vond plaats op initiatief van individuen, en niet door de Kroon, vandaar dat deze vernoemd wordt als een verovering onder heerschappij, hoewel Bethencourt tot vazal van de koning van Castilla was gemaakt. Bij de verovering waren inbegrepen de eilanden: Lanzarote, Fuerteventura, La Gomera en El Hierro. Het waren de minst bevolkte eilanden van de archipel, die zich vrij eenvoudig overgaven. La Gomera, onderhield een gemengde organistaie waarin veroveraars en inheemse vertegenwoordigd zaten tot de zogenaamde ‘Opstand van de Gomeros‘, van 1488, wat resulteerde in een effectieve verovering van dit eiland.

Alonso Fernández de Lugo presenteert de gevangengenomen menceyes van Tenerife aan de ‘Katholieke Koningen’. De menceys waren de hoogste autoriteit van de hiërarchische Guanche-samenleving en hadden de absolute macht in burgerlijke, religieuze en militaire aangelegenheden.

De volgende fase van de verovering, oftewel de verovering van het kroondomein (conquista de realengo), werd uitgevoerd in opdracht van de Kroon van Castilla nadat de edelen van de Eilanden hun rechten op Gran Canaria, La Palma en Tenerife, eilanden die nog veroverd moesten worden, hadden afgestaan, aan de ‘Katholieke Koningen‘ in 1477. Dan begint men met het moeilijkste deel van het proces, omdat deze eilanden meer bevolkt en beter georganiseerd waren en orografisch gezien, een moeilijker terrein hadden om te veroveren. De verovering van Gran Ganaria begint in 1478 met de oprichting van de ‘Real de Las Palmas’ naast de kloof van Guiniguada, en eindigde met de overgave van Ansite in 1483.

Alonso Fernández de Lugo, had deelgenomen aan de verovering van Gran Canaria, kreeg het recht om ook La Palma en Tenerife te veroveren. De invasie van La Palma begint in 1492 en eindigt in 1493 met het bedrog en gevangenneming van de inheemse leider Tanausú. Tenerife is het laatste eiland dat nog veroverd moet worden. Bij de Eerste Slag om Acentejo, komen de Guanches er als winnaars uit, er volgt een guerrilla-oorlog met bovennormale Castiliaanse overwinningen als de Slag om Aguere en de Tweede Slag om Acentejo. De verovering eindigt officieel met de Vrede van Los Realejos van 1496, hoewel sommige inheemse bewoners, de zogenaamde ‘guanches alzados’ doorgaan met het verzet in de bergen.  Uiteindelijk, op 7 december 1526, geven Keizer Carlos I en Koningin Juana de España een Koninklijk Besluit af dat recht geeft tot oprichting van een Hof van Beroep (vglb Gerechtshof) met zijn zetel in Gran Canaria, dit voor een betere samenwerking met de Kanselarij van Granada, dat uiteindelijk een eind moest maken aan veranderingen in de superieure gemeenschappelijke hiërarchie van alle Cabildos (Eilandsraden) om zodoende de authentieke overheid van de eilandengroep te laten functioneren, gepatenteerd vanaf 1556 tot men in 1589 de eerste Capitán General de las Islas (Kapitein Generaal van de Eilanden) aanstelde. Dit consolideerde zich tot 1625 toen de graaf-hertog de Olivares naar de Canarias kwam om de markies de Valparaíso te benoemen als Comandante General.

Canarias in de Moderne Tijd

De basiliek van Nuestra Señora del Pino, Teror, Gran Canaria.

Het proces van vermenging van menselijke rassen en cultuur karakteriseert de eilanden na de Spaanse veroveringen en resulteert in een moderne samenleving. Er komen behoorlijk wat emigranten naar de Canarias, andersom zijn er ook nogal wat emigranten naar Amerika, dat zelfs in bepaalde tijden een gedwongen karakter had. De nakomelingen. Bij de nakomelingen van de inheemse voegde zich een groot aantal Portugezen, nieuwe kolonisten komend van Castilla kregen stukken land, en Normandiërs, Noord-Afrikaanse berbers, zwarte slaven werden hier naartoe gebracht om te werken op de suikerplantages, verder kwamen er nog Joden Genuese kooplieden, Vlamingen, Engelse etc. Het werd een menselijke en culturele mengelmoes die werd samengevoegd volgens de nieuwe wetten en instellingen van Castiliaanse oorsprong (Fueros, Concejos of Cabildos, Real Audiencia, Gobernadores, (te veel termen om in korte tijd uit te leggen)) en religieuze gebruiken van het katholicisme. Het bisdom van de Canarias in de stad Las Palmas de Gran Canarias, is tot de oprichting van het bisdom Tenerife in 1819, het enige kerkelijke centrum van Canarias.

Het schild van Canarias gedurende de 17e eeuw.

Het economisch model van de eilanden baseerde zich op export producten als Orchilla (paarse kleurstof), wijn en suikerriet, maar ook op landbouw en veeteelt consumptie. Suiker was het eerste export gewas in de geschiedenis van de Canarias. Deze suiker en rum worden vanaf Canarias naar Amerika geëxporteerd. Door de competitie met de Indiase suiker is er een daling van deze export.

Voordat Columbus aan zijn ontdekkingsreis naar Amerika begon ging hij eerst naar de Gran Canaria. In Gran Canaria meerde hij het schip Pinta aan om het roer te laten herstellen en het tuigage te verwisselen. Vanaf Gran Canaria vaarde hij naar het eiland La Gomera naar de haven van San Sebastián en vertrok van daaruit voor zijn eerste expeditie naar Amerika. Vanaf die tijd werd het normaal om naar de Nieuwe Wereld te varen via de Canarias. In feite waren de eilanden een uitzondering op het monopolie dat de Kroon van Spanje aan Sevilla had toegekend. Vanaf de Canarias vertrokken de schepen met Europese producten, maar ook producten van de eilanden zoals wijn, naar Amerika. Dit veranderde de eilanden en hun havens in commerciële kernen tussen de twee oevers van de Atlantische Oceaan. Het negatieve effect daarvan was dat het gebied rond de Canarias ideaal was voor piraten en kapers. De suiker crisis zorgde ervoor dat de wijnstok en de wijnproductie zich verder ontwikkelde op de eilanden. De Canarische Malvasia wijnen worden vooral gewaardeerd in Engeland, en daardoor was de handel met dit land tot de 18e eeuw vooral gebaseerd op deze wijnen. In deze periode waren de handelsbetrekkingen met Spanje schaars als gevolg van een gebrek aan bestuurlijke samenwerking tussen de eiland en het schiereiland.

Hedendaagse tijd

Leopoldo O’Donnell, Canarische voorzitter van de Raad van ministers van Spanje en een van de belangrijkste politieke figuren van zijn tijd.

De 18e eeuw begint voor de Canarias met een lange reeks van aanvallen van zeerovers op de eilanden. De aanval van de beroemde Engelse admiraal Nelson was in de geschiedenis van Canarias een van de meest beslissende. De Britse marine kon met een troepenmacht van 4.000 man het niet voor elkaar krijgen om Santa Cruz op Tenerife te veroveren, dat door slechts 500 gewone Spaanse soldaten, een Frans detachement en wat lokale milities werd verdedigd. Op 25 juli 1797 werd Nelson door de verdedigende krachten verslagen. Deze dag wordt nu elk jaar in Santa Cruz wordt herdacht als de dag waarop het lot van de archipel heel anders had kunnen zijn.

Benito Perez Galdos, schrijver. In zijn National Episodes, de geschiedenis van Spanje tussen 1805 – 1880.

De crisis die Canarias onderging in 18e eeuw op de export van landbouwproducten, veroorzaakte een diepe recessie, wat nog eens verergerd werd door het onafhankelijk worden van de Amerikaanse koloniën en de draai die de Spaanse economie richting protectionisme maakte. Dit werd desastreus voor de Canarias, die nooit eerder nauwe handelsbetrekkingen onderhield met de Iberische gebieden. Daarop volgde, vooral op de kleinere eilanden, nog enkele periodes van droogte, die zorgde voor honger en plagen. Dit bracht de autoriteiten ertoe om een verbod van emigratie naar de grotere eilanden op te leggen, dit om de hongersnood op deze eilanden in te perken. In de context van deze ellende kwam er een authentieke exodus opgang richting Cuba, Puerto Rico en de jonge Amerikaanse republieken. In het midden van deze crisis, die zou duren tot de 19e eeuw, stabiliseert de theoretische basis van het zogenaamde vrijhandel voor de eilanden en zetten zij in op een ander economisch systeem dan de rest van de staat. Politieke druk van oligarchieën op het eiland gaven als eindresultaat het Decreet van Puertos Francos van 1852, die een vrijhandelszone vaststelde over de Canarias. De eerste opbrengst die ten voordelen van hen uitviel was die van de Cochinilla, een insect dat leeft op cactussen, waaraan men een natuurlijke karmijnrode kleurstof kan onttrekken. Hiermee werd de handel met Engeland nieuw leven ingeblazen daar zij deze kleurstof nodig hadden voor hun industrie. Maar nadat men in 1870 een kunstmatige superieure kleurstof wist te maken kwamen de eilanden wederom in een acute crisis terecht. Aan het eind van de 19e eeuw wordt op Canarias door de Britten de tomaat en de banaan geïntroduceerd, waarvan de export in handen is van commerciële bedrijven als Fyffes. Het Europese kolonialisme in Afrika en de groeiende commerciële instellingen maken dat de havens van de eilanden strategisch gezien weer aantrekkelijk worden voor de Atlantische routes.

De haven van La Luz en Las Palmas in 1912.

Een ander cruciaal fenomeen om de hedendaagse geschiedenis van de Canarias te begrijpen was de rivaliteit tussen de elite van de steden van Santa Cruz van Tenerife en Las Palmas  van Gran Canaria als hoofdstad van de eilanden. Met de oprichting van de Provincie Canarias in 1833 werd de stad Santa Cruz aangewezen als de hoofdstad van Tenerife. Maar na tientallen jaren onenigheid, in 1927, tijdens de dictatuur van Primo de Rivera, ging men over tot de oprichting van de provincie Las Palmas, het bij elkaar brengen van de oostelijke helft, van wat tot dan toe de enige provincie van Canarias was, de ‘Provincia de Canarias’. De westelijke helft werd officieel ‘Provincia de Santa Cruz de Tenerife‘ genoemd. De insulaire rechtzaak verzwakte de kans op een nationalisme op de Canarias, tot de laatste jaren van de dictatuur van Franco woonde er maar weinig mensen op de eilanden omdat een groot deel van de bewoners was geëmigreerd naar Amerika. Hier in dit continent ontwikkelde Secundino Delgado, die werd gezien als de vader van het Canarische nationalisme, veel van zijn politieke werk. Het was ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, in het bijzonder in Havanna, waar de Nationalistische Partij Canario, in 1924, door José Cabrera Díaz werd opgericht.

Op 17 juli 1936, generaal Franco, toen commandant generaal van de Canarias, vanaf Gran Canaria ging hij naar het protectoraat Spaans-Marokko om daar het bevel van het rebellerende leger op zich te nemen en op te staan tegen de regering van de Tweede Republiek (die een jaar later geleidt zal worden door Juan Negrín  uit Gran Canaria). Dit is het begin van de Spaanse Burgeroorlog. Daarna begint de dictatuur die duurt tot na de dood van generaal Franco in 1975. De naoorlogse periode en een groot deel van de militaire dictatuur was, zeker voor Canarias, een nieuwe onderbreking voor de seculiere verhouding tot andere economieën buiten het Spaanse gebied. Het was opnieuw een periode van ellende en  vele emigreerde naar voornamelijk Venezuela. Vanaf de jaren ’60 barst, als een nieuw alternatief, het massatoerisme los op de eilanden en dat duurt tot op de dag van vandaag.

’t Veer (correíllo) “La Palma”, uit 1912, een stoomschip dat een lijn onderhield tussen de eilanden, het wordt bewaard op Tenerife.

In 1972 vaardigt men de wet van Régimen Económico y Fiscal van de Canarias uit.., dit vormde een kader voor zelf-ontwikkeling van de eilanden, waarin niet alleen de traditionele Canarische concessies worden bijgewerkt, maar wordt ook uitgebreid worden met een breed scala van economische maatregelen en een insulaire belastingsdienst.

De dictatoriale situatie, voorafgaand aan de vorming van de huidige democratische staat, en de Spaanse regionen, en de economische onderontwikkeling van de eilanden tot de komst van het toerisme, het handhaven van bepaalde onrechtvaardige structuren in de machtsverhoudingen, en de gebruikelijke bezetting van politieke standpunten, het bezetten van werkgelegenheid voor buitenstaanders ( te wijten aan een adequaat onderwijssysteem op de eilanden, de grote rol van het leger tijdens de dictatuur, en het bestaande autoritaire centralisme onder Franco) en de dekolonisatie van de Afrikaanse domeinen, leidden in de laatste jaren van het Franco-regime tot het begin van de democratie, en bepaalde linkse bewegingen, ambities voor onafhankelijkheid met Pan-Afrikanistische aanspraken, en de bereidheid te vechten tegen de ‘koloniale bezetting’ van de eilanden door het Spaanse  ‘moederland’. Enkele van deze, soms zelf terroristische groeperingen moesten door de politie onderdrukt worden. De Pan Afrikanistische tendens botst echter met de Europese roeping van de eilanden, en deze tegenstrijdigheid, samen met de overheersende pretenties van Marokko, openbaren zich in de Oorlog van de Sahara, de economische ontwikkeling, en de democratische en autonome politieke normalisatie van de eilanden maakte dat het momentum van dergelijke bewegingen verloren ging.

Transitie en Autonomie

Het auditorio de Tenerife “Adán Martín”. de typische stijl van Santiago Calatrava.

Het beleid ten aanzien van de democratie op Canarias zorgt voor een overgang die wordt gekenmerkt door een aantal belangrijke kwesties: a) het debat over het economische model, dat begint jaren eerder met het debat over het ‘Régime Económico y Fiscal de Canarias‘ (REF), en later, met het proces van toetreding tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG), waardoor het min of meer gedwongen werd om te kiezen voor de Europese Unie en het gemeenschappelijk douane beleid(met alle gevolgen die dit zou hebben op het economisch en fiscaal regime); b) de inlijving van de Canarias in de autonome staat, de relatie en de verdeling van de bevoegdheden tussen de bestaande eiland raden en de nieuwe “regio”, en c) het kiessysteem, dat zonder de representatieve en democratische lijn te verlaten, moest voorkomen dat één provincie over een andere domineerde (en helpen aan de overwinning van de seculiere “insulaire rechtspraak”), en van de andere kant, geven de kleinere eilanden een zekere oververtegenwoordiging om te helpen hun invloed te vergroten en de nadelen van de zogenaamde “dubbele insulaire positie” te elimineren (dat wil zeggen, het te compenseren voor de afstand en kleinheid en de nadelen daarvan), en uiteindelijk het plaatselijke machtsmisbruik te beperken.

Na de goedkeuring van de Spaanse grondwet, begint het debat over de uitwerking van de autonome status van de Canarias, dat uiteindelijk in 1982 wordt goedgekeurd. Het was niet in staat om voor de staatsgreep van Franco een statutair project in te dienen, dat maakte dat de Canariërs hun weg tot autonomie vanaf nul moesten beginnen. Het proces wordt in artikel 143 van de Grondwet uiteengezet (of wel de langzame weg), en in artikel 151 (de snelle route). Echter de behoefte van een groot deel van de sectoren was voor een autonome gemeenschap met meer bevoegdheden voor Canarias, op hetzelfde niveau als de zogenaamde “historische nationaliteiten”, dat resulteert in gespannen debatten tussen bestuurlijke politieke groepen, die doormiddel van een formule van overeenstemming kwamen tot la LOTRACA (Ley Orgánica de Transferencias a Canarias, (Organieke Wet ter Overgang van de Canarias): dat een autonomie mogelijk moet maken op een niveau van ontwikkeling. Een gedeeltelijke hervorming van de statuten in 1996 geeft Canarias de mogelijkheid tot eigen bestuur.

Met de democratie en de toetreding tot de Europese Unie, begint de invoering van een autonome regeling en vrijheden voor de eilanden, en de economische en educatieve ontwikkeling, het links nationalisme of de hang naar onafhankelijkheid is nagenoeg verdwenen, wat resulteerde in meer partijen van matig centrum-rechtse nationalisme of partijen die er naar streven de links-rechtse tweedeling te overwinnen en ingedeeld te worden in het Spaanse partijen systeem, en daarmee een rol willen gaan spelen in het Spaanse parlement.

Geografie


Reliëf

Canarias is geologisch gezien een zeer recente vulkanische eilandengroep van slecht 30 miljoen jaar oud. De grote door eruptie ontstane bergen (eilanden) steunen op grote blokken van de oceanische korst. De opstelling van de eilanden weerspiegelt het netwerk van huidige breuken in de oceaankorst.

El Teide op Tenerife, ligt op 3.718 mtr boven de zeespiegel, het hoogste punt van Spanje.

De geologische geschiedenis van de eilanden is zeer complex. Er zijn verschillende fasen van lavastromen gevonden die een typisch vulkanisch reliëf te zien geven. Tijdens de grote ijstijden heerst er op de Canarias een droog klimaat dat bijdraagt aan de erosie en zorgt voor de ravijnen en veel  puin op de hellingen.

De kusten zijn het meest blootgesteld geweest aan de dynamiek van de erosie door de mariene activiteit, Er zijn maar weinig gebieden van accumulatie, dat daarmee aangeeft dat er zo weinig natuurlijke stranden zijn. Grote kliffen overheersen. Het is opmerkelijk dat Canarias de Spaanse regio is met de langste lengte van de kustlijn, 1583 km.

De ravijnen zijn kenmerkend door de Canarias het zijn de sporadische kanalen waardoor water op de eilanden stroomt. De route is kort en hebben over het algemeen een sterk rechtlijnig profiel. De bedding is bekleed met steenslag dat door het water is meegesleept.

In de onderstaande tabel de hoogste bergen van elk eiland.

Berg (Vulkaan) Hoogte Eiland
Teide 3.718 mtr. Tenerife
Roque de los Muchachos 2.426 mtr. La Palma
Pico de las Nieves 1.949 mtr. Gran Canarias
Pico de malpaso 1.500 mtr. El Hierro
Garajonay 1.487 mtr. La Gomera
Pico de la Zarza 812 mtr. Fuerteventura
Peñas del Chache 670 mtr. Lanzarote
Caldera de Alegranza 289 mtr. Alegranza
Las Agujas 266 mtr. La Graciosa
La Mariana 256 mtr. Montaña Clara
La Caldera of La Herradura 127 mtr. Lobos

Klimaat

Canarias onzichtbaar door het Sahara stof vanuit Afrika.

Het subtropisch klimaat is oceanisch, met het hele jaar door zachte temperaturen ook wat betreft het zeewater. In de zomer heeft men er de passaatwinden. Wat van belang is zijn de variaties in regenval. In sommige gebieden van het eiland Las Palma, bijvoorbeeld, kan er meer dan 1.200 ltr. vallen. Op de oostelijke eilanden valt veel minder regen dan op de westelijke eilanden. Eilanden als Fuerteventura en Lanzarote worden gekenmerkt door een semidesert droog klimaat. Het gebrek aan regen heeft geleid tot de installatie van een onziltingsinstallatie om de stedelijke gebieden als Las Palmas en Santa Cruz de Tenerife van water te voorzien. De eerste ontziltingsinstallatie in Spanje is geïnstalleerd op het eiland Lanzarote in 1964 en vandaag de dag wordt dit eiland en dat van Fuerteventura volledig voorzien van ontzilt water uit zee. De porositeit van de vulkanische bodem maakt het moeilijk om regenwater op te vangen met dammen of in stuwmeren, hoewel ze een zeker belang hebben in Gran Canaria en La Gomera. Op de westelijke eilanden exploiteert men ondergrondse waterhoudende lagen, met uitzondering van het El Hierro waar putten en reservoirs belangrijker zijn. Een van de kenmerken op sommige plekken van de eilanden is de aanwezigheid van bergen in de buurt van de zee die luchtmassa’s condenseren, een fenomeen dat bekend staat als “mar de nubes” (zee van wolken), dit vocht komt ten goede aan de vegetatie in deze gebieden. Echter, als gevolg van de bestaande microklimaten op één en hetzelfde eiland kunnen we er verschillende zones vinden met regenwouden waar even verderop een zone met een veel droger karakter te vinden is.

De wind waait meestal vanuit het noordoosten, deze wind bevat meestal geen neerslag. Als ze echter wel vocht met zich meebrengen zijn het vaak wolken van het eerder genoemde type, “mar de nubes” die zich op middelgrote of grote hoogte bevinden.`De wind uit het oosten, de zogenaamde sirocco, gaat gewoonlijk gepaard met een waas van stof (zand) afkomstig uit de woestijn van de Sahara, soms met een hoge dichtheid.

De eilanden missen rivieren hoewel er veel beddingen aanwezig zijn. Het regenwater dat valt stroomt snel vanuit de hooglanden naar de kust en dan staat de bedding weer droog. Er zijn echter een paar continue stromende riviertjes op La Palma, La Gomera, Tenerife en Gran Canaria.

Flora


De vegetatie varieert afhankelijk van de ligging en de hoogte. Op de noordelijke en noordwestelijke hellingen vinden we de mesofiele planten en op de zuidelijke en zuidwestelijke hellingen de xerofiele planten. Ze hebben een rijke endemische vegetatie en een verscheidenheid aan vogels en ongewervelde dieren

Een laurierbos in het Parque nacional de Garajonay, in La Gomera.

We kunnen er de verschillende type van vegetatie aantreffen, maar dat is niet op elk eiland hetzelfde:

      • Xerofiele vegetatie
      • Tabaibal-cardonal; laaggelegen (kustgebieden) gemengd bos van de Canarische Eilanden, tot een hoogte van 700 mtr.
      • Thermofiel bos: Een soort bos, met een vegetatie die veel voorkomende op deze eiland, een soort bos dat vergelijkbaar is met het mediterane bos. (Palmen, drakenbloedbomen en juniperussen)
      • Laurisilva en Fayal-Brezal (laurierbos): voorkomend in het noorden en oosten van de eilanden.
      • Pinus canariensis
      • Alta montaña (hoog in de bergen): bremstruiken op de Teide, echium wildpretii etc.

Fauna


De fauna van de Canarias vertegenwoordigen een grote diversiteit, hoofdzakelijk doordat het een groep eilanden betreft, dat het ook weer mogelijk maakt dat er een opmerkelijk aantal inheemse soorten aanwezig zijn, zo maken de microklimaten het makkelijker voor bepaalde soorten te overleven.

Maculada canaria (Pararge xiphioides). Endemische vlinder Tenerife, Gran Canaria, La Gomera en Palma.

Al met al een gunstige situatie voor de vestiging van een interessante vogelvariëteit hoewel de endemische en Macaronesische

Verder zijn ook de reptielen en hagedissen van belang door hun aantal endemische soorten. Voor de komst van de originele bevolking, werden de Canarias bewoond door endemische soorten, enkele daarvan stierven uit zoals onder andere de reuzenhagedissen (Gallotia goliath), de reuzenratten (Canariomys bravoi en de Canariomys tamarani) en de reuzenschildpadden (Geochelone burchardi en Geochelone vulcanica).

Natuurlijke symbolen van de archipel


In 1991 besloot de regering van Canarias dat de kanarie (Serinus canaria) en de dadelpalm van Canarias (Phoenix canariensis) natuurlijke symbolen zijn van Canarias.

Serinus canaria
Phoenix canariensis

Nationale parken van Canarias


Canarias is de Comunidad Autónoma met de meeste nationale parken van Spanje, vier in totaal, waarvan er twee zijn uitgeroepen tot Werelderfgoed van UNESCO en drie tot Wereld Biosfeer Reservaat. Deze nationale parken zijn:

Ten zuiden van de mirador de la Cumbrecita, achter la Caldera de Taburiente, in het Parque nacional de la Caldera de Taburiente (La Palma). Een van de oudste nationale parken op de archipel.
      • Parque nacional de la Caldera de Taburiente (La Palma): Opgericht in 1954 en uitgeroepen tot World Bioshere Reserve in 2002 samen met de rest van het eiland. Momenteel heeft het een oppervlakte van 46.9 km², samen met de Zona Periférica de Protección (omliggende beschermingszone) wordt dit 59,6 km². Het ligt in het midden van het eiland, de geologische formatie van ‘La Caldera de Taburiente’ heeft een doorsnede is ongeveer 7 km. De depressie die de caldera vormt ligt op ongeveer 600 a 900 mtr. boven de zeespiegel, terwijl de kraterrand op het hoogste punt 2424 mtr bereikt, het wordt de Roque de los Muchachos genoemd, het is tevens de plek waar het Observatorium Roque de los Muchachos is  gevestigd.
      • Parque nacional de Garajonay (La Gomera): Geopend in 1981 en in 1986 tot Werelderfgoed van UNESCO verklaard, het gebied is 39,7 km² groot en haar grondgebied strekt zich uit over alle municipios van La Gomera, gesitueerd in het centrum met uitlopers naar het noorden van het eiland. Het gebied waarin het park ligt is vaak gehuld in een vochtige mist, de bodem bestaat uit bazaltachtig materiaal, als gevolg van lavastromen en pyroklasten (ook wel tefra genaamd), het is de verzamelnaam voor al het materiaal dat tijdens een vulkanische uitbarsting uit de lucht naar beneden valt) met diverse stenen en rotsblokken (Roque de Agando). In het park bevindt zich het “Monumento de la Esencia de la flor”. Het park is sinds 2012 ook een Biosfeer Reservaat samen met de rest van het eiland.
El Teide en het rotsblok Cinchado, in het Parque nacional de Teide op het eiland Tenerife, het tweede meest bezocht nationale park van de wereld.
      • Parque nacional de Timanfaya (Lanzarote) Gesticht in 1974 en tot Biosfeer Reservaat verklaard in 1993, samen met de rest van het eiland. het beslaat een oppervlakte van 57,1 km² en is gelegen in het zuidwesten van het eiland. Het is een vulkanisch park, dat slechts gedeeltelijk open is voor publiek, verderop leest u waarom. De laatste uitbarstingen vonden plaats in de 18e eeuw, in de jaren 1730 en 1736. De hoogste krater is 510 meter en heet Timanfaya. Deze krater is vernoemd naar het dorp dat als eerst werd vernietigd door de uitbarsting van 1730. Het is een landschap dat meer dan 25 kraters bevat en vol ligt met rotsblokken en stenen. De vlaktes bestaan uit zwart gestold lava. Al met al een onheilspellend, dramatisch landschap, met een verwoestende schoonheid waaraan het zijn enorme aantrekkingskracht ontleend. Enkele van de meest bekende kraters zijn: Montaña de Fuego, Montaña Rajada of de Caldera del Corazoncillo. De vulkanische activiteiten spelen nog steeds een rol, zo bestaan er nog enkele hotspots waar de oppervlaktetemperatuur waardes bereikt van 100 tot 200° C en op een diepte van 13 mtr. zelfs 600° C.
      • Parque nacional del Teide (Lanzarote) Opgezet in 1954 en in 2007 tot Werelderfgoed van UNESCO verklaard. Na diverse wijzigingen en uitbreidingen, bevat het gebied nu 189,9 km² en is daarmee het grootste en oudste nationale park op de Canarias. Het ligt in het geografische centrum van het eiland en is het meest bezochte nationale natuurpark van Spanje en het meest bezochte op één na van de wereld. In het park ligt het “Observatorium van de Teide” ook bekend als het “Izaña Observatory”, van het Instituut voor Astrofysica van Canarias. Het hoogtepunt van het park is de aanwezigheid van de vulkaan de Teide met een hoogte van 3718 mtr. is dit het hoogste punt van Spanje en de derde hoogste vulkaan ter wereld. Het Parque Nacional del Teide is in 2007 tot één van de 12 Tesoros de España (Schatten van Spanje) benoemd.

Bestuurlijke organisatie


In totaal heeft Canarias 88 municipios, verdeeld over twee provincies. De provincie Las Palma en de provincie van Santa Cruz de Tenerife zijn beide in 1927 opgericht om de eerdere provincie van de Canarische Eilanden, met als hoofdstad Santa Cruz de Tenerife, te verdelen.

Elk eiland wordt geregeerd door een eigen lokale overheid, genaamd “Cabildo insular“, met uitzondering van het eiland La Graciosa dat behoort tot de Cabildo van Lanzarote. De leden worden gekozen door rechtstreekse algemene verkiezingen van de burgers van beide eilanden.

Kaart met alle municipios van Canarias

De eilanden met de daar bijbehorende hoofdstad, oppervlakte en bevolkingsaantal.

Eiland vlag schild Hoofdstad Oppervlakte Bevolking
El Hierro Valverde 268,71 km² 11.147
Fuerteventura Puerto del Rosario 1.659,74 km² 119.732
Gran Canaria Las Palmas de Gran Canaria 1.560,10 km² 855.521
La Gomera San Sebastián de La Gomera 369,76 km² 21.678
Lanzarote Arrecife 845,94 km²  152.289
La Palma Santa Cruz de la Palma 1708,32 km² 83.458 
Tenerife Santa Cruz de Tenerife 2.034,38 km² 928.604

Vlag en wapen van Canarias


De vlag

Vlag van de Canarias.

De vlag van Canarias is het officieel embleem van deze autonome gemeenschap (comunidad autónoma) sedert 1982 door de Organieke Wet 10/1982 van 10 augustus op “Estatuto de Autonomía de Canarias”.

Men gebruikt het wit en blauw van de vlag van Tenerife en het geel en blauw van de vlag van Gran Canaria en dat wordt dan gerangschikt op geografische indeling van de eilanden, dat wil zeggen wit aan de linkerkant, wat overeenkomt met het westen, geel aan de rechterkant dat overeenkomt met het oosten en blauw in het midden. Tevens in het midden staat het wapen van Canarias.

Het schild

Het schild van Canarias

Het officiële schild van de Canarias werd ingevoerd in 1982, dankzij de Organieke Wet 10/1982 van 10 augustus op “Estatuto de Autonomia de Canarias”.

In het azuurblauwe veld worden de zeven eilanden in het zilver weergegeven, twee aan twee en de laatste alleenstaand. Met als zegel een koninklijke gouden kroon met daarboven een zilveren lint met het woord ‘océano’ in ’t zwart (sable) en als dragers van het schild, twee ingekleurde honden.

Cultuur


Rassenvermenging

Het standbeeld van de Mencey guanche Bencomo, op het Plaza Patrona de Canarias, Tenerife.

De samenleving en de bewoners van Canarias zijn het product van meerdere invloeden met duidelijk verschillende inbreng. De culturele elementen die de Canarische bevolking karakteriseren zijn het resultaat van een geschiedenis van openheid en vermenging van rassen dat kenmerkend is voor de ontwikkeling van de eilanden. De Canarische cultuur is een mengsel van de drie aangrenzende continenten van de Atlantische Oceaan, Afrika, Europa en Amerika, het zijn de eilanden waar vele eeuwen lang scheepsladingen vol met emigranten aankwamen. Al deze inbreng is ‘gewend’ aan de karakteristieke kenmerken van eilanden en zijn bevolking, die een rijke gevarieerde culturele identiteit vormen. Hier vloeien drie belangrijke elementen samen, een inheems substraat, van Berber afkomst, het Europese element, dat hoofdzakelijk bestaat uit Castilianen, Andalusiërs en Galiciërs, zij het met een belangrijke Portugese inbreng en, in mindere mate, Italianen, Vlamingen, Britten of Fransen; en ten slotte, de Amerikaanse invloed, het product van commerciële en migrerende betrekkingen met Latijns-Amerika, in het bijzonder van Cuba en Venezuela, landen waar veel Canariërs een speciale genegenheid voor voelen.

Het autochtone element

Lucha canaria, originele guanche sport.

Ondanks de immigratie, de rassenvermenging en het daaruit voortvloeiende proces waarbij de cultuur van de ene groep wordt overgenomen door een andere groep, dat volgde op de verovering, dat resulteerde in het verloren gaan van de inheemse talen en een groot deel van hun cultuur, een klein deel van deze inheemse ondergrond is terug te vinden in bepaalde herdersvaardigheden en in traditionele sporten en spelen zoals, Canarisch worstelen, stokvechten en salto de pastor (zie video) en enkele folkloristische muziekstijlen (tajaraste, sirinoque) en kunstvormen, die zich voornamelijk uiten in het traditionele Canarische aardewerk (een overgeleverde kunstvorm van de originele bewoners van de eilanden), en de Canarische spraak welke lexicon voornamelijk afkomstig is van de herdersbevolking, waarvan men elementen terugvindt in de natuur (flora en fauna) en in de voor- en familienamen en plaatsnamen. Maar ook in hun gastronomie, Gofio is zo’n gerecht, een pre-Spaans voedsel, geïntroduceerd door de Berbers, maar dat nu een fundamenteel onderdeel is van het dieet van de inheemse bevolking. Maar ook de oude religies die, in sommige manifestaties, gemengd worden met de christelijke rituelen zoals het “Virgen de Candelaría“, “Fiesta de la Rama” in Agaete en het “brugería” (heksenfeest). Ook in het collectieve geheugen, of verzameld door de kroniekschrijvers uit de tijd van de veroveringen of  daarna vinden we oude verhalen en legendes die verwijzen naar de pre-Spaanse wereld, de legende van Gara en Jonay, de legende van Prinses Ico en “Árbol santo de Garoé” (De Heilige Boom van Garoé) etc.……Prominent onder de inheemse bijdragen aan de Canarische cultuur is onder andere het ‘Silbo gomero‘, een unieke fluittaal die op de eilanden, sinds de pre-Spaanse tijd, wordt bewaard, hoewel op dit moment aangepast aan de Spaanse taal. En daar bovenop de bijdrage aan de originele Canariërs, de zogenaamde ‘el guanche”, die een fundamentele symbolische waarde heeft gekregen in de constructie van de Canarische identiteit als primitief en bindend element.

De Europese afdruk

De Canarische samenleving die ontstond na de verovering en kolonisatie van de archipel wordt beheerst door parameters geïmporteerd door Europa, voornamelijk afkomstig uit de Castiliaanse metropool (Spaanse taal, instellingen van Castiliaanse oorsprong, godsdienst, etc.). De inbreng van verschillende Iberische volkeren is aanwezig in tal van Canarische culturele evenementen, maar aangepast aan de interne ontwikkeling van de eilanden en de lokale wensen. Deze invloed blijkt bijvoorbeeld in de muzikale folklore (in genres zoals de Sequidillas, Isas of Malagueñas en op instrumenten zoals de timple), in traditionele klederdracht, in de architectuur, de gastronomie, het Canarische dialect en het lokale handwerk.

De Portugese invloed is vooral terug te vinden in de Canarische spraak, waarvan men een belangrijk deel van de lexicon heeft overgenomen. Ook de Canarische architectuur is een voorbeeld van deze fusie tussen de verschillende Iberische elementen, die daarmee hun inbreng hebben achtergelaten, zoals te zien is aan de houten ‘Canarische’ balkons, die daarna ook werden toegepast in Zuid-Amerika.

Santa Cruz de la Palma, een voorbeeld van een traditionele Canarische stad.

Doorheen de geschiedenis, was het op de eilanden een komen en gaan van mensen uit verschillende delen van Europa, hoofdzakelijk gedreven door commerciele activiteiten. Degenen die een grotere stempel op de Canarias hebben achtergelaten zijn de Engelsen, de Vlamingen en de Frans-Normandiërs en de Genuanen, hun invloeden zijn terug te vinden in de architectuur en beeldhouwkunst. De invloeden van deze in het dagelijks leven van de mensen op de archipel was minimaal.

Een speciale vermelding verdient het culturele belang van de christelijke godsdienst, een essentieel element voor de kolonisatie van het eiland. Nu zijn het vaak belangrijke festiviteiten ter ere van één van de zeven patronessen van de eilanden (Heilige Maagden van de eilanden). De bedevaarten zijn uitgegroeid tot grote manifestaties met een Canarisch karakter. Festivals van religieuze oorsprong waarin de eigenschappen worden verheven tot de traditionele cultuur zijn terug te vinden in de klederdracht, folklore, gastronomie, etc. Echter, veel van de hedendaagse elementen van de bedevaarten zijn relatief recent, een goed voorbeeld daarvan is de typische klederdracht die louter probeert vernieuwend te zijn en niet echt bedoeld is als de traditionele kledij.

Samen met de tradities christelijke feesten, is het carnaval het grootste feest op de Canarias. Gehouden op de zeven eilanden van de archipel. Het carnaval op Canarias kende periodes van beperking en verbod, gedurende de dictatuur van Franco noemde men het carnaval van Santa Cruz de Tenerife het “Winter Festival”.

De Amerikaanse invloed

De culturele relatie tussen de Canarias en Amerika is er een van zoals ze dat typerend op z’n Spaans zeggen “ida y vuelta”, heen en weer (een retourtje), twee richtingverkeer. De Canarische cultuur speelt een belangrijke rol bij de constructie van bepaalde nationale identiteiten zoals die van Cuba, de Dominicaanse Republiek, Puerto Rica, Venezuela of Urugay, doordat hun prille steden bewoond werden door deze eilandbewoners. Steden als Montevideo (Urugya) en San Antonio, Texas (VS), één van de oprichters van San Paulo en Rio de Janeiro en een aantal gemeentes van Puerto Rico. Canarias had, gedurende de 18e eeuw, een grote invloed op de economische ontwikkeling van de provincie Santo Domingo (Dominicaanse Republiek). In omgekeerde richting erfde Canarias uit Latijns-Amerika veel manifestaties en culturele genoegens, met name doormiddel van de sterke band tussen de eilanden aan de ene kant en de landen aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Zo wordt de Canarische spraak in verband gebracht met het de dialecten van de Spaanse Caribische gebieden, zowel in termen van uitspraak en hun lexicon.

Casa de Colón, Las Palmas de Gran Canaria.

Gastronomisch gezien is de aardappel uit Amerika best belangrijk in de keuken van deze eilanden, zowel door het grote aantal variëteiten maar ook door de vele verschillende bereidingswijzes. Daarnaast is er op sommige eilanden  een wijdverbreid gebruik van typisch Latijns-Amerikaanse gerechten zoals ‘arepa’.

Sommige festiviteiten doen denken aan de tijden van emigratie, zoals het “Carnaval de Lo Indianos” (Caranaval van de Amerikanen) op het eiland La Palma. Ook de muziek op de eilanden heeft Hispano-Amerikaanse invloeden, zowel in “géneros de la emigración” (emigratie genre) als in populaire ritmes van de eilanden dat momenteel veelal het repertoire vormt van de bekende groepen van “música canaria”, zoals de Sabandeños of de Gofiones (joropo, bolero, son, etc.).

Op dit moment is Canarias een van de favoriete bestemmingen van de nieuwe Latijns-Amerikaanse emigranten naar Spanje. De Latijns-Amerikanen vinden de temperatuur op de Canarias net als in de rest van Spanje, een belangrijk reden om juist daar naar te emigreren.

Recente invloeden

Reeds eerder vernoemde we de invloed van de dictatuur van Franco in de opbouw van de nieuwe “tradities”, dat vooral te zien is in culturele evenementen zoals bedevaarten of zogenaamde Canarische folklore.

Puerto del Rosario, hoofdstad van Fuerteventura.

De opkomst van een nationalistische linkse beweging in de jaren ’60 van de 20ste eeuw, leidde tot het herstel van de identiteit in verband met de guanche of pre-koloniale wereld, met een zeker pan-Afrikaans karakter, in tegenstelling tot de officiële heersende cultuur op dat moment. Vandaar het gebruik van de bepaalde symboliek van kunstenaars Martín Chirino of Tony Gallardo (drijvende kracht achter Manifesto de El Hierro) en dat verspreidde zich uiteindelijk over de Canarische bevolking, het verloor daarmee veel van zijn oorspronkelijke politieke betekenis. Het raderwieltje en het spiraal als symbool van de identiteit, het herstel van de gebruiken was in onbruik geraakt net als het Salto de Pastor, nu gebruikt als vrijetijdsbesteding.

Toerisme


Canarias is de tweede Spaanse regio met het hoogste aantal buitenlandse toeristen, Cataluña gaat daar nog  aan vooraf. Canarias ontving in het topjaar meer dan 11,5 miljoen buitenlandse toeristen. En volgens de gegevens van het AENA is Tenerife, met maar liefste 37% van het totaal, de belangrijkste toeristische bestemming, gevolgd door Gran Canaria met 31%, daarna volgen Lanzarote en Fuerteventura met 16,3% en 13,3%. La Palma handhaaft zich met 1,3%. De belangrijkste Noord-Europese toeristen die de eilanden bezoeken zijn met name de Engelse en Duitsers.

Ook Canarias biedt meer dan alleen zon zee en strand.

De Canarias hebben een internationale reputatie wat betreft het onderzoek, analyse en opleiding in het toerisme, via de twee universiteiten, zoals blijkt uit de erkenning van de “Campus de Excelencia Internacional: Universidad de La Laguna (ULL)” en de “Universidad de Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC)”. Deze ULPGC sluit zich aan bij het Instituut voor Toerisme en duurzame economische ontwikkeling, dat daarmee behoort tot de top 30 van de wereld in de wetenschappelijke productie van het toerisme.

Religie


Net als in de rest van Spanje zijn de meeste bewoners van Canarias katholiek. Sinds de verovering van de Canarias (meer dan 5 eeuwen geleden) is het katholieke geloof op de archipel de meest belangrijk. Er werden twee belangrijke katholieke heiligen op de Canarias geboren, namelijk: Pedro de San José Betancur en José de Anchieta. Beide geboren op het eiland Tenerife. Het waren zendelingen, de een in Guatamala en de ander in Brazilië. Echter doordat er meer immigranten naar de eilanden komen, groeit ook het aantal religies op de eilanden, zoals moslims, protestante en beoefenaars van het hindoeïsme. Belangrijke religieuze minderheden op de Canarias zijn : Afro Amerikaanse godsdiensten, Chinese godsdiensten, Boeddhisten, het Bahá’i-geloof en het jodendom. Verder  bestaat er op de archipel ook een inheems heidendom, de kerk van het Pueblo Guanche (Guanchevolk).

Onder de volgelingen van de islam, bestaat er op de eilanden het “Federación Islámica de Canarias”, dat is de organisatie die de moslimgemeenschappen van de Canarias bij elkaar brengt.

De verdelingen van de overtuigingen is ongeveer als volgt verdeeld:

  • 85% Katholiek
  • 7,5% Zonder geloof
  • 4,5% Atheïsten
  • 1,7%  Andere gelovigen

Katholieke bisdommen


Canarias is verdeeld in twee katholieke bisdommen, elk bestuurd door een bisschop. Beide behoren tot de kerkprovincie van Sevilla:

  • Diócesis de Canarias, ook genaamd Diócesis Canariense-Rubcense: Dit omvat de eilanden Gran Canaria, Fuerteventura en Lanzarote. De zetel is gevestigd in de stad Las Palmas.
  • Diócesis de San Cristóbal de La Laguna, ook wel Diocesis de Tenerife of Diócesis Nivariense genaamd: Deze omvat de eilanden Tenerife, La Palma, La Gomera en El Hierro. De zetel van dit bisdom is gevestigd in San Cristobal de La Laguna.
Basiliek van Nuestra Señora de la Cabdelaria, Ptrones de Canaria) in Tenerife.
 Kathedraal van Canarias, Las Palmas de Gran Canarias.

Musea

Veel van de musea van de eilanden zijn archeologische museums met materialen en menselijke resten uit de pre-historie van de archipel. Andere musea gaan in op de Canarische geschiedenis, wetenschap en technologie. In Tenerife is er het “Organismo Autónomo de Museos y Centros de Tenerife“, een lokaal autonome instantie, die behoren tot de Cabildo de Tenerife. Enkele van de belangrijkste musea van de archipel zijn:

      • Voorgevel van het Museo de la Naturaleza y el Hombre.

        Museo de la Naturaleza y el Hombre: Het is een tentoonstelling die deel uitmaakt van de “Organismo Autónomo de Museos y Centros”, gelegen in het hart van de stad Santa Cruz de Tenerife, gelegen in het hart van de stad Santa Cruz de Tenerife.  Het is geïntegreert met het Museo Arqueológica van Tenerife en het Instituto Canario de Bioantropología en het Museo de Ciencias Naturales van Tenerife. Het staat bekend om het feit dat ze een formidabele collectie Guanche mummies herbergt en voor de wijze waarop deze geconserveerd zijn, ze bewaren tevens een grote collectie gerelateerde  objecten van de oude inheemse bevolking van de eilanden. Het heeft een systeem van conserveren en tentoonstellen van gemummificeerde menselijke resten welke de meest nauwgezette ter wereld is. Het is ook de wereldleider als het gaat om instandhouding van mummies.
      • Voorgevel van het Museo Canario.

        Museo Canario: Het is een wetenschappelijke en culturele instelling die gevestigd is in de stad Las Palmas de Gran Canarias. Het is één van de belangrijkste culturele instellingen van de archipel. Binnen de geconserveerde verzameling bevinden zich vermeldenswaardige stukken keramiek wat betreft de variëteit aan typologie en decoratieve schoonheid; de afgodsbeeldjes zijn in ruime mate representatief voor Gran Canaria; en de zogenaamde ‘pintaderas‘ (guanche decoraties op het keramiek) waarvan men er meer dan 200 stuks heeft. Dit museum heeft ook een grote collectie skeletachtige overblijfselen van de oude bewoners van het eiland. Het werd opgericht in 1879 op initiatief van Dr. Gregorio Chil y Naranjo.

      • Museo Arqueológico del Puerto de La Cruz: Werd opgericht in 1953, in de stad Puerto de la Cruz (Tenerife). Het werd opgericht door het “Instituto de Estudios Hispánicos de Canarias”. Het herbergt een belangrijke collectie van inheemse Guanche aardewerk van Canarias met unieke stukken op Tenerife.
      • Voorgevel van het Museo Arqueológico del Puerto de la CVruz.

        Museo de la Cueva Pintada de Gáldar: Een museum gevestigd in het ‘Parque Arqueológico Cueva Pintada’. Deze grot werd ontdekt in de 19e eeuw. Het is een prachtig voorbeeld van de oude bewoners van Gran Canaria. Het museum werd heropend op 26 juli 2006, na een restauratie van 20 jaar.

      • Museo de Antropología de Tenerife: Het behoort tot de “Organismo Autónomo de Museos y Centros”. Het bevindt zich in het ‘Casa de Carta‘ in de ‘Valle de Guerra‘ (in de gemeente San Cristobal de La Laguna, Tenerife) en de belangrijkste functie van dit museum is het onderzoeken, bewaren en verspreiden van de populaire Canarische cultuur.
      • Museo Elder de la Ciencia y la Tecnología: In Las Palmas met een oppervlakte van 4500 mtr², waar u hallen vol met wetenschappelijke artikelen en interactieve modules vindt.  Wetenschappelijke workshops voor live screening van groot formaat film.
      • Museo de la Ciencia y el Cosmos: Behoort ook tot het”Organismo Autónomo de Museos y Centros”. Het werd geopend in 1993 op initiatief van de Cabildo zelf en van het “Instituto de Astrofisica”van Canarias. Het hoofdkwartier is gevestigd in San Cristóbal de La Laguna in Tenerife en het doel is om het publiek de bevindingen van de onderzoeken van het universum bij te brengen.
      • Centro Atlántico de Arte Moderno: Een museum gewijd aan de hedendaagse kunst gevestigd in Las Palmas. De belangrijkste culturele beleid is gestructureerd op het concept van “Tricontinental”. Het werd geopend op 4 december 1989.
      • Museo de Cetáceos de Canarias.

        Museo de Historia de Tenerife: Wederom een museum dat behoort tot het “Organismo de Autónomo de Mudeos y Centros”. Het werd geopend in december 1993 in het gebouw dat bekend staat als Casa Lercaro in San Cristobal de la Laguna (Tenerife). Het is een museum opgericht met als doel de verspreiding van de geschiedenis van het eiland Tenerife. Het biedt een overzicht van de institutionele, economische en culturele ontwikkeling van het eiland, van de 15e tot de 20ste eeuw.

      • Museo de Cetáceos de Canarias: Gelegen in Puerto Calero, in de gemeente Yaiza (Lanzarote). Het werd opgericht om de kennis, het behoud en het onderzoek van het natuurlijke erfgoed van de zeebodem van de Canarische Eilanden te promoten. Dit museum is het eerste museum in Spanje dat exclusief is gewijd aan de walvisachtigen.

Carnaval

Carnival Las Palmas, Gran Canaria

Carnaval is zeker de meest bekende en internationale festival van de archipel, het trekt mensen uit alle hoeken van Spanje, maar ook uit andere delen van de wereld. Het carnaval wordt gevierd op alle eilanden en in alle gemeenten. Het meest populair zijn het carnaval van Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas de Gran Canaria, de twee hoofdsteden van Canarias. Maar de rest van de eilanden hebben zo hun eigen tradities als het gaat om carnaval vieren.

Fiesta de los Carneros de El Hierro; De jonge mannen van het dorp van La Frontera tooien zich met huiden van de rammen, ze hollen daarmee achter de kleintjes en de iets mindere kleintjes, om hen te laten schrikken en hen vol te smeren met een zwarte kleurstof.

Fiesta de los Diabletes de Teguise op Lanzarote; Men gebruikt een populaire traditie om inheemse Canarische geloven te mengen met Castiliaanse elementen en deze te verbinden met een heksenritueel. het feest stamt uit de 15e eeuw. Het figuur van de ‘diablete’ verschijnt in Teguise. het reïncarneerd in de ‘Macho cabrio’, symbool van viriliteit en vruchtbaarheid. Tijdens dit feest zijn een aantal dorpelingen vermomd als duivels (diabletes). Een ander bijzonder kenmerk van de carnaval in Lanzarote zijn de ‘buches de Arrecife‘.

Los Indianos de la Palma: Ongetwijfeld de belangrijkste act van de Carnaval van Santa Cruz de La Palma. Deze traditie gaat terug tot de 19e eeuw. Het is een festiviteit die men vierde wanneer de schepen terug kwamen van Cuba en Latijns-Amerika. Het werden “Indianos” genoemd, het waren eilandbewoners die geëmigreerd waren en terugkeerde naar het eiland snoevend over hun rijkdom en verhalen over de welvaart. Momenteel is het traditie dat degene die zich vermommen als indianen, zich bezighouden met het gooien van talkpoeder naar deelnemers en bezoekers.

Carnaval de Las Palmas de Gran Canaria: Dit is het oudste en drukste festival en een van de hoofdstad van het eiland Gran Canaria, het is ook een van de belangrijkste feesten van het land. Hier wordt het “Gala de Elección de la Reina” en het “Gala de Elección del Drag Queen” tijdens het carnaval gehouden.

Carnaval de San Sebastián de La Gomera y Carnaval de Puerto del Rosario: (Fuenteventura): De carnaval van de hoofdstad van het eiland La Gomera en Fuenteventura is vergelijkbaar zijn met de carnaval van Tenerife en Gran Canaria. Er worden parades en Verkiezingen van de Carnavalskoningin gehouden.

Carnaval de Santa Cruz de Tenerife: Werd op 18 januari 1980 uitgeroepen tot Feista de Interés Turistico Internacional, dat naast het carnaval van Cadíz (Andalucía) het benige carnaval van Spanje dat deze onderscheiding heeft ontvangen. Het carnaval van Santa Cruz de Tenerife wordt beschouwd als de op een na grootste carnaval ter wereld. Rio de Janiero is nog groter. Een van de mooiste evenementen is de Verkiezing van de Carnavalskoningin maar er wordt ook een veelheid aan parades gegeven, “el Carnaval de Día en “el entierro de la Sardina” (de begrafenis van de Sardine).

Gastronomie


Kazen van Fuerteventurra.

De Canarische keuken is een belangrijk onderdeel van de culturele identiteit van de Canarische Eilanden. Het wordt gekenmerkt door zijn eenvoud, verscheidenheid, rijk aan bestanddelen,  die per eiland verschillend zijn door bodemgesteldheid en invloeden vanuit zee, zijn eclectische karakter, dat door de meervoudige culturen door de geschiedenis heen is aangedragen, moge het duidelijk zijn dat andere keukens de Canarische gastronomie sterk is beïnvloed. In het bijzonder door de Guanches en de Latijns-Amerikaanse keuken, vooral die uit Venezuela, een land waarmee de archipel sinds de 19e eeuw, en zeker in de eerste helft van de 20ste eeuw, een historische en culturele band heeft gehad. En de invloed van de Afrikaanse keuken mag zeker niet vergeten worden.

Geschiedenis

Volgend de meest geaccepteerde theorie, waren de Guanches een berbersvolks die met hun schapen en gewassen, waarvan gerst zo’n beetje het belangrijkste was, overgestoken waren naar de eilanden.

Handmolen voor het malen van de gerst.

De gofio is een gerecht gemaakt van geroosterd gerstemeel. het was het meest belangrijke voedsel van de eilanden, en het gerecht is tot op de dag van vandaag nog steeds een essentieel onderdeel van de Canarische keuken. Het wordt tegenwoordig op verschillende manieren bereidt en ook gebruikt men tegenwoordig verschillende soorten meel zoals tarwe en zelfs maïs. Traditioneel gezien nam de herder het geroosterde meel mee de bergen in, in zijn herderstas, tegen etenstijd mengde hij dat met water en kneedde het tot een pasta dat gofio werd genoemd.

Bij de inheemse bevolking van de eilanden was vlees een belangrijk onderdeel van de het dieet, dat voornamelijk afkomstig was van de schapen, geiten en varkens. Ze dronken ook de melk van de dieren en men kende reuzel. Het dieet werd verder aangevuld met dadels en een bepaald soort vijgen, evenals schelpdieren die men langs de kust van de eilanden vond.

Het is bekend dat de Romeinen sporadisch contacten onderhielden met de inheemse bevolking, waardoor deze andere producten, zoals vijgen en olijven, uit andere gebieden leerde kennen.

Solanum tuberosum, de aardappelplant die via Canarias Europa binnen kwam.

Na de Spaanse verovering van de eilanden in de 15e eeuw, werden er verplichtte stops gemaakt door de schepen die naar en van Amerika kwamen. Daarmee kwam een massale toestroom van handelaren uit beide zijden van de Atlantische Oceaan opgang die allen hun culinaire gewoonten met zich meebrachten. Dat was voor een groot gedeelde de keuken afkomstig van het Iberisch Schiereiland maar natuurlijk ook de verschillende keukens en recepten uit Amerika, samen met de producten uit Amerika, zoals de aardappelen en maïs, dat ‘millo’ (afgeleid uit het Portugees) wordt genoemd op de eilanden.

De geschiedenis van de Canarische Eilanden wordt gekenmerkt door een opeenvolging van verschillende exportgewassen waarop de moderne, hedendaagse economie is gebaseerd. Al deze producten hebben hun sporen achtergelaten in de keuken van deze eilanden, zoals in het geval van het suikerriet, waar men hier rum mee maakt, de druiven- of de bananenteelt.

Voorafjes, tapas  en vleeswaren

Op de Canarias kent men een grote variëteit aan gerechten die vaak als voorgerechten of als tapas worden gepresenteerd. Op de eilanden worden het ‘enyesques’ genoemd.

Papas arrugadas con mojo rojo.

Papas arrugadas con mojo: Gerimpelde aardappeltjes met Mojo, onderscheiden zich door hun originaliteit en eenvoud. Het zijn, met veel zout in de schil gekookte, gerimpelde aardappelen. Het gerecht toont de nauwe relatie tussen de Canarias en Amerika aan. De kenmerkende klimatologische diversiteit van de eilanden verklaart de verscheidenheid van de aardappelen op de eilanden. Er worden ook veel aardappelen gegeten. De aardappelen worden gegeten met mojo, een traditionele gekruide saus , die op elk eiland verschillen. Bekend zijn, mojo verde, mojo picón en mojo suave.

Plato de gofio escaldado

Gofio: Dit onvervalste gerecht van bloem kan men opdienen als voorgerecht, kneden met water of vermengen met bouillon (gofio escaldado of esgaldón). Het wordt ook gebruikt als ontbijt. Gofio is een typisch gerecht van de eilanden, hoewel het gebruik ervan zich heeft verspreidt over andere landen waarnaar de Canariërs zijn geëmigreerd, zolas Cuba, Venezuela, Uruguay en de Westelijke Sahara. Onlangs heeft een Japans bedrijf besloten om gofio te importeren voor de Japanse markt.

Kaas: De cabra is de meest voorkomende kaassoort op het eiland, gezien het belang van de geitenfokkerijen. Net als de Palmero kaas van La Palma en de Majorero kaas van Fuerteventura voeren een eigen herkomstbenaming. Andere belangrijke kaassoorten zijn de “Queso de flor”uit Santa Maria de Guía, op Gran Canaria, en de verschillende soorten queso tierno  (zachte kaas). Op het eiland La Gomera maakt men een speciale soort paté, genaamd Almogrote, waarvan het belangrijkste ingrediënt een harde kaas is. Op sommige eilande is het een traditie om gegrilde kaas met mojo te eten.

Chorizo: Onder de vleeswaren vervaardigd men op  de eilanden verschillende soorten chorizo (Chorizo de Teror op Gran Canaria, de Chacón op Lanzarote, Palmero etc). En ondanks de verschillende benamingen en bereidingen zijn het allemaal zachte en gemakkelijk smeerbare pastas van de sappigste delen van het varken. Meestal oranje tot rood van kleur, door de bereiding met paprika.

Morcilla: Op Canarias vinden we de “Morcilla dulce”. Iedereen kent Morcilla als een Spaanse soort bloedworst die in elke regio van Spanje op verschillende wijze wordt bereid, alleen in Canarias maakt men een zoete variëteit. Maar het moge ook hier duidelijk zijn dat de receptuur op elk eiland weer verschillende is, omdat men op elk eiland wel één of meerdere elementen weglaat of toevoegt, maar het zoete element komt hier telkens terug omdat men deze worst hier gebruikt als nagerecht.

Pata asada: Is een van de meest populaire soorten varkensvlees die hier op Canarias gegeten wordt. Vaak in de vorm van een sandwich of een enyesque (Canarische tapas). Het been van het varken (pata de cerdo) wordt op eenvoudig wijze gekruid en in de oven geroosterd, waarna het in plakjes gesneden wordt.

Mariscas en visproducten: Het meest  geserveerde product uit zee zijn de zeepokken, welke gewoonlijk bereidt worden in een pan en begeleid worden door een groene saus; de schelpdieren (los burgados (bígaros)); de inkvis (el pulpo) bereid in een saus, of in zijn eigen vocht, of met een mix van groente en een vinaigrette; pejines of gueldes (een klein soort witvis, familie van de ansjovis en sardines) welke gebakken of gedroogd worden geconsumeerd.

Andere voedingsmiddelen die als voorgerecht worden geserveerd “las carajadas” (lever bereid in een marinade), Garbanzas compuestos op Canarische wijze (kikkererwten) en een grote verscheidenheid aan salades.

Voorgerechten

Potajes: Een groentegerecht dat wordt opgediend met veel vocht, maar het is geen soep zoals wij dat kennen. Het zijn gekookte groenten, bonen of linzen, of een mix daarvan waaraan een saus of bouillon is toegevoegd. dankzij dit gerecht eet men veel groentes op de Canarias. Een van de meest traditionele is de “potaje de berros” (waterkers).

Caldo de papas: Dis is een eenvoudig gerecht dat ontstaan is in tijden van armoede. Het een gerecht waarvan aardappelen en koriander de meest belangrijke ingrediënten zijn.

Caldo de Pescado: Een vissoep met als  belangrijkste ingrediënt meestal een van de vissoorten uit de Canarische wateren zoals, mero (tandbaars, onderfamilie van de zaagbaarzen), sama (familie van de zeebrasem) en cherne (wrakbaars).

Rancho canario: Recept gemaakt van kikkererwten (garbanzos), dikke noedels, aardappelen en vlees.

Caldo de millo: Een smakelijk en eenvoudig gerecht op basis van maïs, kikkererwten en knoflook.

Caldo de Trijo: Bevat tarwe, uien, tomaten en verschillende soorten vlees.

Visschotels

Dankzij de rijkdom van de Canarische wateren zijn er vele soorten vis te koop. Een van de meest gebruikte zijn de wrakbaars (cherne), ombervis (corvina), de goudgestreepte zeebrasem (salema), sama of de Pagrus pagrus (bedreigde zeebrasem soort). Ze worden op verschillende wijze geserveerd, in de oven gebakken, gezouten,   , gemarineerd, in de olijfolie gebakken, gegrilleerd met huid (a la espalda) of in de olie gesmoord (escabeche), etc.

Sancocho canario van wrakbaars , typische schotel van deze eilanden met als basis gezouten vis, aardappelen, zoete aardappelen, mojo en gofio.

Sancocho  canario: Schotel van gezouten vis, geblancheerd (soms ook gekookt), met aardappelen, gofio en mojo. In Tenerife wordt het gerecht opgediend in de cazuela (aardewerk braadpot).

Pescados secos: Het klimaat van de eilanden is zeer gunstig voor de traditionele manier van conserveren, het drogen van vis, zoals die van de “tollos” (in reepjes gesneden en daarna gedroogde hondshaai), die geserveerd worden in een saus, of de “jareas” (opengesneden door de wind gedroogde en gezouten vis) deze vis wordt meestal geroosterd gegeten.

Vleeschotels

Voor de bereiding van vleeswaren gebruikt men veelal varkensvlees, kip, konijn en geit.

 
Puchero canario

Puchero canario: Dit is de Canarische equivalent van de Spaanse cocidos (gestoofde mix van stukken vlees, varken, rund, kip, geit etc). DeCanarische  puchero canario is vleesschotel die begeleidt wordt door ananas. maïskolf, zoete aardappelen, aardapelen en groenten zoals wortel en kool.

Conejo en salmorejo: Een gerecht van een in salmorejo gemarineerde konijn.

Carne de cabra: Opvallend aan deze schotel is dat deze gegeten werd door de eerste bewoners en dat deze tot op heden, en op grote schaal, wordt geconsumeerd door de Canarische families. Geitenvlees is vooral afkomstig van het eiland Fuerteventura, daar heeft de geitenfokkerij een grote traditie. Het geitenvlees, op de Canarias “baifo” genaamd, is erg in trek bij belangrijke vieringen zoals Kerstmis.

Carne de cerdo: Varkensvlees is de basis voor andere gerechten zoals dat het geval is bij; ‘la carne fiesta’ , ‘las costillas con piñas’ en ‘el compuesto de carne’, etc.

Nagerechten en fruit

Bienmesabe: is een van meest bekende onder de traditionele desserts, het is een gerecht op basis van suiker, amandelen en ei. El frangollo bereidt met maïsmeel, suiker, amandelen en rozijnen. En de forel die men voornamelijk tijdens de kerstdagen eet, wordt bereidt in bladerdeeg met verschillende vullingen zoals een creme van zoete aardappelen of “cabello de ángel” (letterlijk vertaal “engelenhaar” wordt gemaakt van pompoen of vijgenbladpompoen). Andere bekende nagerechten zijn: Quesadilla herreña, Los rosquetes, Quesillo el Principe Alberto, las Rapaduras of Leche asada.

Een typisch ingrediënt voor de Canarische nagerechten is de ‘miel de palma’ (palmhoning), een donkere honing, verkregen door het inkoken van het sap van palmbomen.

Gofio is een ander ingrediënt dat in sommige desserts zoals in ‘huelos mole’ (een nagerecht met een romige textuur), of custards en in ‘mousse de gofio’ wordt gebruikt.

Onder de vruchten vinden we enkele tropische varianten die op de eilanden worden gekweekt. Vruchten die het meest geconsumeerd worden zijn: de bananen van Canarias, vijgen, avocado’s, mango’s, papaya’s, cactusvijg en seizoengebonden fruit.

Wijnen en likeuren

Op de Canarias verbouwd men 33 verschillende types wijn, 14 rode en 19 witte. De hoge kwaliteit van de wijnen is te wijten aan het feit dat er zich op de eilanden nooit een plaag heeft voorgedaan die de planten aantastte. Na de Spaanse verovering van de eilanden begon men met de teelt en productie van wijn, welke vooral bekend werd door zijn ‘vino de malvasía’ (Malvasia wijn, een geurige, zoete, witte wijn van hoge kwaliteit).

Op de eilanden gebruikte cultivars zijn:

La Geria een gebied van het eiland Lanzarote.

Op Lanzarote vinden we de zogenaamde La Geria een unieke wijze van wijnteelt die men alleen hier en verder nergens op de wereld, aantreft. El Grifo is een in 1775 opgerichte bodega die beroemd is om zijn, op deze wijze verbouwde wijn. Op het eiland bevindt zich een wijnmuseum waarbij de geschiedenis van de wijnteelt van dit eiland centraal staat. Andere beroemde bodega’s van dit eiland zijn Mozaga, Reymar, Barreto en La Geria. De blauwe druivensoorten die op de eilanden geteeld worden zijn de, Listán Negro en de Negramoll. Onder de witte soorten vinden we de Listán Blanco, Malvasía, Moscatel en Diego. Op Lanzarote wordt in totaal 2.300 hectaren voor de teelt van wijnstokken gebruikt.

Op Tenerife vinden we vele bodegas, Bodegas Insulares de Tenerife S.A., Brumas de Ayosa, Presas Ocampo, Mocanero, …. Onder de meest beroemde wijnen bevinden zich; Viña Norte, “Maceración Carbónica”  ( een proces dat lijkt op de beaujolais primeur) van de bodegas Insulares “Ayosa”. Van de ‘vino dulce of ‘dormido’ is belangrijk de Humboldt tinto  en de “Humboldt blanco”. En onder de likeuren de Fayal en de “Brezal de Hierbas”en de Brezal de Miel’. De bebouwde oppervlakte van eiland bedraagt 7.950 ha. Het is het eiland met de meeste Denominaciones de Origen, het zijn er welgeteld vijf, verdeeld over de verschillende zones van het eiland.

Op  Gran Canaira is ongeveer 550 ha besteed aan de Vinos del Monte.

Op La Palma heeft men een Denominación de Origen van 1995. Het grootste wijnhuis is de Bodega Teneguia dat zich bevindt in Fuencaliente. Andere merken zijn Vitego Garafia, Vina Las Toscas, Puntallana, Carballo en Viña Sur in Fuencaliente, Hoyo de Mazo in Mazo, Las Breñas de Brena Alta en Tamanca  de Los Llanos in Aridane. Uit de “madres del vino” (de laatste restjes wijn uit het vat, wijn die wat bezinksel bevat) distilleert men de wel bekende “Mistela”, een likeur die 22% alcohol bevat.

Op La Gomera is de wijnproductie beperkt, de wijnbouwers brengen hun productie naar de Cooperativa Insular in Vallehermosa waar men er wijn van maakt.

Op El Hierro verbouwt men wijn in de baai. Op ongeveer 300 ha. verbouwt men vooral het ras Vjariego Blanco. Het belangrijkste merk is Viña Frontera dat twee door twee bodegas gevoerd wordt.

Wijnen met een Denominación de Origen
      • D.O. Abona (Tenerife)
      • D.O. Tacoronte-Acentejo (Tenerife)
      • D.O. Valle de Güimar (Tenerife)
      • D.O. Valle de La Orotava (Tenerife)
      • D.O. Ycode-Dante-Isora (Tenerife)
      • D.O. El Hierro
      • D.O. Lanzarote
      • D.O. La Palma
      • D.O. La Gomera
      • D.O. Gran Canaria
De Canarische rum
      • Ron Miel
      • Ron Blanco
Honing
      • D.O. Miel de Tenerife

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

Last updated 2022-12-17

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3GPL3 Free Software or Public Domain

If you click on one of the links below, you will see the full information of these photos/images, the author, or the licence.

Coralma*, is own work that can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

Hans Brongers Buitenfotografie

VOOR DAG EN DAUW IN DE NATUUR / BEFORE DAY AND DEW INTO NATURE

%d bloggers liken dit: