Gran Canaria, Canarisch eiland behorend tot de provincie Las Palmas
Gran Canaria is een van de Canarische Eilanden in de Atlantische Oceaan. Het tot Spanje behorende eiland is van vulkanische oorsprong. De hoofdstad is Las Palmas de Gran Canaria, de dichtstbevolkte stad van de Canarische Eilanden en een van de tien grootste steden van Spanje.
Gegevens |
Hoofdstad | Las Palmas de Gran Canaria |
Comunidad autónoma Provincie |
Canarias Las Palmas |
Officiële taal | Spaans |
Onderverdeling | Het eiland is verdeeld in 21 municipios (gemeentes) |
Hoogte • Gemiddeld • Maximaal • Minimaal |
156 m.b.z. 1956 m.b.z. 0 m.b.z. |
Oppervlakte | 1560 km² |
Bevolking (2020) Bevolking tot. Bevolkingsdichtheid |
855.521 inw. 548,41 inw/km² |
Bevolkingsnaam | grancanario, -a canarión, -a (in de volksmond) |
Patroonsheilige | San Pedro de Verona en Virgen del Pino |
Officiële website |
Samen met de eilanden Lanzarote, Fuerteventura en La Graciosa vormt het de provincie Las Palmas, en omvat het ook de eilandjes Alegranza, Montaña Clara, Roque del Este, Roque del Oeste en Islote de Lobos. Gran Canaria, met een oppervlakte van 1560,1 km² en een hoogte van 1956 meter (de Morro de la Agujereada), is het op twee na grootste en hoogst gelegen eiland van de archipel.

In 2020 telde het eiland 855.521 inwoners, waarmee het het op één na meest bewoonde eiland van de Canarische Eilanden is, daarmee is het wel het dichtstbevolkte eiland. De hoofdstad van het eiland, Las Palmas de Gran Canaria, is met 378.675 inwoners de dichtstbevolkte stad van de Canarische Eilanden, en is tevens de hoofdstad van de oostelijke provincie (Las Palmas) en van de Autonome Gemeenschap van de Canarische Eilanden, samen met Santa Cruz de Tenerife. De stad, gesticht in 1478, werd tot de 17e eeuw beschouwd als de enige de facto hoofdstad (zonder juridische en reële betekenis) van de Canarische Eilanden. De bevolkingscentra die aan de hoofdstad grenzen, vormen een grootstedelijk gebied met ongeveer 680.000 inwoners, het eerste van de Canarische Eilanden en het negende van Spanje. De stad heeft een van de belangrijkste havens van Spanje en de Europese Unie, de Puerto de la Luz y de Las Palmas.
Het eiland is een van de belangrijkste toeristische bestemmingen in Spanje, met ongeveer vijf miljoen toeristen per jaar. In 2012 werd voor het eerst in Spanje de Werelddag van het Toerisme gevierd in het toeristische centrum van Maspalomas. Het Carnaval van Las Palmas de Gran Canaria, uitgeroepen tot Festival van Nationaal Toeristisch Belang, is een van de belangrijkste evenementen op het eiland en geniet een belangrijke nationale en internationale uitstraling. In 2019 werd het eerste en enige Unesco Werelderfgoed van Gran Canaria en de provincie Las Palmas uitgeroepen tot “Paisaje Cultural del Risco Caído y los Espacios Sagrados de Montaña de Gran Canaria” (Het culturele landschap van het Risco Caído en de Espacios Sagrados de Montaña van Gran Canaria), met een oppervlakte van 18.000 ha in de gemeenten Artenara, Tejeda, Gáldar en Agaete.

Als we kijken naar de natuur van dit Canarische eiland is dit het eiland met de meest bijzondere en magische flora van Macaronesië. Het bevat een schat aan planten en bloemen die zich onafhankelijk van de rest van de wereld hebben ontwikkeld. Het heeft een variëteit aan bergachtige landschappen. Het midden van het eiland is een enorme krater, de Caldera van Tejeda. Vandaaruit stroomt het regenwater via een fijnmazig netwerk van valleien, riviertjes en ravijnen naar de zee. De vele hoogteverschillen zorgen voor een veelvoud aan microklimaten en dus een groot verschil in landschappen. Variërend van duinachtige woestijnlandschappen tot weelderig begroeide ravijnen. Deze verscheidenheid zorgt ook voor een grote rijkdom aan leven zowel onder de zeespiegel als op het land. Dat is ook de reden dat Unesco een groot deel van dit eiland in 2005 heeft uitgeroepen tot biosfeerreservaat.
Wat interesseert u het meest:
Gran Canaria heeft ook een belangrijk historisch, cultureel en artistiek erfgoed, waaronder het museum Casa de Colón, dat met 165.000 bezoekers in 2017 het populairste museum van de Canarische Eilanden is. Dit museum werd hier opgericht ter nagedachtenis van Columbus (Cristobal Colón in het Spaans) die hier in 1492 aanmeerde om voor de laatste keer te foerageren vóór zijn eerste reis naar Azië, via een westelijke route, waarbij hij Amerika zou ontdekken. Maar ook van belang is de kathedraal van dit Canarisch eiland, die wordt beschouwd als het belangrijkste monument van de Canarische religieuze architectuur.
Toponymie
Geschiedkundigen zijn het niet eens over de oorsprong van de naam van het eiland of de herkomst van de benaming. Er is een populaire theorie dat de oorspronkelijke naam Tamerán, Tamarán of Tamarant was, soms vertaald als het land van de palmen of vaker nog als het land van de dapperen. De voor-Spaanse oorsprong van dit toponiem is echter in twijfel getrokken, aangezien de naam Tamarán voor het eerst voorkomt in de 19e eeuw, zonder bewijs van zijn aanwezigheid in klassieke of veroveringsbronnen, en er wordt gespeculeerd dat Canaria de gelatiniseerde versie zou kunnen zijn van de echte oorspronkelijke naam van het eiland of van de etnische groep die het bewoonde (canari). Anderzijds suggereren recente filologische studies dat de naam Tamarán een zekere historische authenticiteit zou kunnen hebben.
In hoofdstuk XXXII van boek VI van de Naturalis historia, geschreven in de 1e eeuw door de Romein Plinius de Oudere, vermeld hij de exploratie-expedities onder leiding van koning Juba II van Mauritanië, waarbij de naam Canaria verschijnt, geassocieerd met een van de Fortuinlijke Eilanden of Canarische Eilanden, die deze naam rechtvaardigt door de overvloed van grote woeste honden aldaar. In een andere context van hetzelfde werk, in het eerste hoofdstuk van Boek V, citeert Plinius het verslag van de Romeinse generaal Gaius Suetonius Paulinus over de door hem geleide oversteek van het Atlasgebergte, waarin de militair verklaart dat de bossen in de buurt van het Atlasgebergte worden bewoond door de Canariërs, die hun voedsel delen met de honden. Andere taalkundige en historische studies wijzen erop dat de etymologische oorsprong van Canaria te vinden is in het antroponiem Canarii, dat verwijst naar deze Berberstam.

De naam Canaria, die met de verovering en wegens de centrale rol van dit eiland in die tijd, mogelijk in het meervoud werd uitgebreid tot de gehele archipel (Canarische Eilanden), bleef lange tijd gebruikt worden om het eiland aan te duiden. De naam Gran Canaria bestaat echter al sinds de 15e eeuw naast de naam Canaria, en beide termen zijn eeuwenlang geldig gebleven.
Pedro López de Ayala, in zijn Crónicas de los Reyes de Castilla, verwijst naar Canaria la grande in de tekst die is gewijd aan de regering van Enrique III, en verwijst naar het jaar 1393, hoewel de eerste uitgave ervan plaatsvond in de 15e eeuw, na de dood van de auteur, die het onvoltooid had nagelaten. Het is dus niet duidelijk of de naam van het eiland werkelijk bestond in 1393 of dat hij later is toegevoegd door degenen die verantwoordelijk waren voor de voltooiing van het werk, tot ver in de 15e eeuw.
Jean IV de Béthencourt en Gadifer de La Salle gebruiken de naam Gran Canaria voor het eerst in hun campagnedagboek van de expeditie om de Canarische Eilanden te veroveren. Le Canarien, is de Franse kroniek van de veroveringscampagne van de archipel die werd bewerkt en gewijzigd in de vorm van ten minste twee versies. En aangezien de aantekeningen van de oorspronkelijke auteurs van de kroniek niet beschikbaar zijn, is het niet bekend of de naam reeds bestond tijdens de veroveringscampagne, dan wel of hij door deze auteur van bovengenoemd manuscript werd toegevoegd.
In elk geval biedt geen van de bovengenoemde klassieke bronnen een verklaring voor de oorsprong van de kwalificatie Gran of Grande, zodat er verschillende stromingen over dit onderwerp bestaan, waarvan er enkele zijn die zeggen:
-
-
- Dat het een indicatie was van het strategische, politieke en economische belang van het eiland vanaf het einde van de 14e eeuw.
- Dat het een eerbetoon van de conquistadores was aan de dapperheid van de inboorlingen bij de verdediging van het eiland tegen invasiepogingen. De historicus Fray Juan de Abréu Galindo was de eerste die deze hypothese aan het eind van de 16e eeuw naar voren bracht en de titel toeschreef aan Jean IV de Béthencourt, hoewel de Franse kronieken deze theorie bevestigen noch weerleggen, die overigens ook in tegenspraak is met wat in de Crónicas de los Reyes de Castilla staat.
- Dat deze kwalificatie aan de naam van het eiland werd toegevoegd als gevolg van een foutieve schatting van zijn fysieke afmetingen, waardoor het impliciet als het grootste van de archipel werd aangemerkt, blijkt uit deze fout in Le Canarien. Deze theorie is op controversiële wijze gebruikt door sectoren die betrokken zijn bij het zogenaamde Pleito Insular (eilandgeschil).
-
De bevolkingsnaam
Volgens de Real Academia Española (Koninklijke Spaanse Academie) is de naam van de bewoners van Gran Canaria, grancanario (-ria). De oude bewoners van het eiland werden canarios genoemd, een naam die tot enkele decennia geleden is gebruikt om de bewoners van Gran Canaria aan te duiden (het is nog steeds mogelijk om, op andere eilanden van de archipel en op Gran Canaria zelf, oudere mensen deze naam te horen gebruiken). Het in de omgangstaal gebruikte bijvoeglijke naamwoord canarión (-ona), wordt ook gebruikt, maar dan voornamelijk op andere eilanden van de archipel.
Hymne
Historisch gezien was het volkslied van het eiland de Marcha de Batallón de la Granadera Canaria, uit 1809, het werk van José Palomino. Op 28 november 2008 keurde de plenaire vergadering van het Cabildo van Gran Canaria unaniem het lied “Sombra del Nublo” goed als het officiële volkslied van Gran Canaria, het werk van de folklorist, musicus en historicus Néstor Álamo, officieel kroniekschrijver van het eiland. Het College van Woordvoerders gaf aan dat het volkslied de prestatie van het lied als “gevoel van eilandidentiteit” en “zijn status als authentiek volkslied” erkent.
Geschiedenis
Oorspronkelijke bewoners: onbekend v.Chr. tot 1483
Net als in de rest van de archipel is het niet bekend wanneer de eerste kolonisten op Gran Canaria aankwamen. De meeste archeologen menen echter dat zij ergens in het midden van het eerste millennium v.Chr. zijn aangekomen, vanuit het nabijgelegen Afrikaanse continent.
De eerste contacten met Europeanen: 1341 – 1478
De Spaanse verovering (1478 – 1483)
De inlijving van het eiland in de Castiliaanse kroon was een proces dat vijf jaar in beslag nam en waarin drie fasen kunnen worden onderscheiden:
De beginfase (juni tot december 1478)
Op 24 juni 1478 ontscheepte de expeditie onder leiding van Juan Rejón en de deken Bermúdez, vertegenwoordiger van de bisschop van Rubicón Juan de Frías, een van de financiers van de verovering, in La Isleta. Op die dag werd, naast de Guiniguada, de Real de Las Palmas opgericht. Enkele dagen later vond de eerste confrontatie plaats in de buurt van de Real, waarbij de eilandbewoners werden verslagen. Deze eerste overwinning gaf de Castilianen de controle over de noordoostelijke hoek van het eiland.
Verzet van de oorspronkelijke bewoners en Castiliaanse verdeeldheid (eind 1478-1481)
Het verzet van de eilandbewoners in het bergachtige gebied van het binnenland, het gebrek aan manschappen en materiële hulpbronnen en de eveneens belangrijke interne onenigheid binnen de organisatie van de veroveraar waren kenmerkend voor deze periode. In deze periode werd Juan Rejón op bevel van de Katholieke Vorsten (Reyes Católicos)ontslagen. Zijn plaats werd ingenomen door Pedro Fernández de Algaba. Rejón werd naar Sevilla gestuurd waar hij gratie kreeg en weer terug keerde naar het eiland, waar hij Algaba arresteerde en terechtstelde. Met het oog op de excessen van Rejón werd Pedro de Vera aangesteld als nieuwe gouverneur van het eiland, die zijn voorganger arresteerde en een einde maakte aan de interne conflicten die tot 1481 hadden geduurd.
Einde van het verzet van de oorspronkelijk bewoners en de verovering van het eiland (1481-1483)
Pedro de Vera, nu de onbetwiste leider van de Castilianen, hervatte de verovering van het binnenland van het eiland en de Guanartemato van Gáldar. (Gran Ganaria was in die tijd in tweeën verdeeld, Guanartemato van Gáldar en het Guanartemato van Telde, die elk door een eigen leider (Guanarteme) geleid werd). Hij rekende op de komst van nieuwe menselijke versterkingen, geleverd door Diego García de Herrera, die een groot contingent Gomeros stuurde. De Castiliaanse overwinningen vonden plaats in de Slag bij Arucas, waarbij de inheemse leider Doramas sneuvelde. De gevangenneming van Tenesor Semidán, Guanarteme van Gáldar, door Alonso Fernández de Lugo, was een beslissende factor in het hoogtepunt van de verovering. Tenesor Semidán werd naar Castilla gestuurd, waar hij zich bekeerde en als Fernando Guanarteme werd gedoopt. Nadat Fernando el Católico het Handvest van Calatayud ondertekend had, werd hij een loyale en waardevolle bondgenoot van de veroveraars, wiens daden door geschiedenisanalisten verschillend zijn beoordeeld: verrader van de inheemse zaak voor sommigen, en een bekwaam onderhandelaar die vele levens wist te redden voor anderen. Tenslotte vond op 29 april 1483, naast het fort van Ansite, de ongelijke actie plaats van de overgave van sommigen, zoals Guayarmina Semidán (dochter van Guanarteme Tenesor Semidán), of de zelfmoord van anderen, zoals die van de Canarische leider Bentejuí, samen met de Faycán van Telde, door het roepen van Atis Tirma (voor mijn Land).
16e eeuw – vorming van de koloniale Canarische samenleving
Na de verovering werd het eiland gekoloniseerd en vond er een langdurig proces van acculturatie van de inheemse bevolking plaats. Er werd een koloniaal systeem opgezet. De Castiliaanse veroveraars, die de verovering hadden gefinancierd, verdeelden het land van het eiland en eigenden zich de meest bevoorrechte gebieden toe, en vooral de putten en ravijnen die als watervoorziening dienden. Dit zal gedurende de hele geschiedenis van Gran Canaria een belangrijke factor zijn, vanwege de grote macht van degenen die de waterbronnen beheersen.
In dezelfde tijd kwamen Portugese kolonisten aan, die de eerste suikerfabrieken onder hun hoede namen, evenals Genuese, Vlaamse en Aragonese kooplieden.
De inheemse bevolking van haar kant werd gedwongen de door de conquistadores opgelegde voorwaarden te aanvaarden. Zij werden gedwongen zich te laten dopen en bekeren tot het christelijk geloof, waardoor zij ertoe werden aangezet hun gewoonten en godsdienst, die door de inquisitie streng werden vervolgd, op te geven. Bovendien werd het gebruik van de Insulo-Amazigh-taal op Gran Canaria gediscrimineerd, evenals hun gebruiken. De inheemse bevolking werd door de nieuwe heersers vervolgd als zij niet aan hun eisen gehoorzaamde. Desondanks bleven sommige groepen in de meest verborgen bergen in het binnenland van het eiland wonen, waar zij hun gewoonten behielden en weigerden deel uit te maken van de nieuwe koloniale maatschappij die hen discrimineerde. Zij noemden zichzelf Inekaren, wat “rebellen” betekent, en decennia lang bevolkten zij het binnenland van het eiland waar de Castiliaanse aanwezigheid bijna niet bestond. Zij wijdden zich aan landbouw en veeteelt en waren zich niet bewust van de sociale veranderingen die na de verovering plaatsvonden. Vele Canarische eilandbewoners werden vervolgd, geëxecuteerd, gedeporteerd naar plaatsen als Madeira of, in de ergste gevallen, tot slaaf gemaakt om te worden verkocht op de Europese markten.
Slavernij werd al snel een alledaags verschijnsel op de Canarische Eilanden. Tot het edict, gesteund door koningin Isabel de Castilla, dat de slavernij van zowel inheemse Amerikanen als van Canarische eilandbewoners verbood, werden zij als slavenarbeiders gebruikt. Later kwamen er schepen aan met een massa slaven uit de Golf van Guinea en Noord-Afrika om op de suikerplantages te werken of om in Amerika te worden verkocht.
Het was in de 16e eeuw dat de huidige Canarische samenleving vorm begon te krijgen, het resultaat van de kruising tussen de inheemse bevolking, Europese kolonisten en slaven, waarbij een gelaagde samenleving werd gevormd met aan de top de Castiliaanse conquistadores, die het land en het water voor irrigatie beheersten. Daarna kwamen bepaalde Creoolse families die afstamden van de inheemse-lijnen die voor de verovering waren, en Europese kolonisten die zich met handel bezighielden. Een stap lager stonden de Canariërs die gedwongen waren hun taal en gewoonten achter te laten, evenals groepen Moren en Sefardim die naar het eiland waren geëmigreerd nadat zij Spanje hadden verlaten. Onderaan stonden de inheemse rebellen en slaven.
Fysische geografie
Het eiland Gran Canaria is het op twee na grootste (bijna 1560 km²), na Tenerife en Fuerteventura, en het op twee na hoogste (na Tenerife en La Palma) van de Canarische archipel. Het hoogste punt is de Morro de la Agujereada op 1956 m. Het ligt op 28º noorderbreedte en 15º 35′ westerlengte. Het is wel een “miniatuurcontinent” genoemd vanwege de diversiteit van zijn klimaat, geografie, flora en fauna. Het heeft een ronde vorm met een bergmassief in het midden. Het hoogste punt is de Morro de la Agujereada, 1956 m boven de zeespiegel, evenals enkele natuurmonumenten zoals de Roque Nublo (1813 m) en de Roque Bentayga.
Op 29 juni 2005 werd een deel van het eiland Gran Canaria uitgeroepen tot UNESCO Biosfeerreservaat. Het door deze verklaring beschermde gebied vertegenwoordigt 46 % van het grondgebied van het eiland, naast 100.458 ha zeegebied.

Op het eiland kunnen twee geomorfologische zones worden onderscheiden:
Neocanaria (in het noord-oosten)
Van recentere formatie, waar zich enkele sedimentaire en onderzeese terreinen bevinden. In dit gebied vinden we terrassen en enkele vulkanische kegels zoals Montaña de Arucas en de Pico en Caldera de Bandama, alsmede andere erosiekaldera’s zoals Tenteniguada, Temisas en Tirajana. Er zijn ook enkele vlaktes. Hier bevinden zich de ravijnen van Telde, Guayadeque en Tirajana. Aan het noordoostelijke uiteinde ligt een klein schiereiland, La Isleta genaamd, dat met de rest van het eiland is verbonden door de Guanarteme Isthmus, met aan weerszijden de stranden van Las Canteras en Las Alcaravaneras.
Tamaran (in het zuid-westen)

Het is het oudste deel van het eiland, wat te zien is aan het aantal ravijnen dat het doorkruist. Dit gebied omvat ook het midden van het eiland, waar de hoogste hoogten te vinden zijn. Het Tamadaba massief, met zijn kliffen, springt er ook uit. Ongeveer 14 miljoen jaar geleden vond er een uitbarsting plaats dat ongeveer een vijfde van het toenmalige grondgebied van het eiland naar de bodem van de zee deed zinken, wat resulteerde in de vorming van hoge, imposante kustkliffen die van de zee tot de top van het eiland reiken, evenals een holle boog aan de kust die van Punta de Sardina tot Punta de La Aldea loopt. De Risco de Faneque, op enkele meters van de kust, heeft een hoogte van 1096 meter boven de zeespiegel en is daarmee de hoogste klif van Spanje en Europa en een van de hoogste ter wereld. In dit gebied bevinden zich onder andere de ravijnen van La Aldea, Agaete, Arguineguín en Fataga. Vermeldenswaard is ook het speciale natuurreservaat van de Dunas de Maspalomas (Duinen van Maspalomas), een van de belangrijkste toeristische gebieden van de Canarische Eilanden, samen met het nabijgelegen strand Playa del Inglés.
Gran Canaria telt 33 natuurgebieden die volgens het Canarische netwerk van beschermde natuurgebieden onder verschillende beschermingsformules vallen, waaronder het landelijke park van Nublo, het bos van Doramas, het ravijn van Azuaje, Tamadaba, Pino Santo, Inagua, enz. De rotsen zijn vulkanische formaties van een rotsachtig type die opvallen in het landschap: Roque Nublo, met een hoogte van 1813 m (symbool van het eiland), El Cura (ook bekend als El Fraile), La Rana, El Dedo de Dios, Bentayga, Roque de Gando, en Peñón Bermejo springen in het oog. Enkele van de stranden van het eiland zijn Maspalomas, Playa del Inglés, Las Canteras strand, Puerto Rico, La Laja, San Agustín, enz.

Klimaat
Gran Canaria kent een grote klimatologische diversiteit, die zowel te danken is aan de hoogtegradiënt als aan het effect van de passaatwinden, die zorgen voor duidelijke verschillen in het landschap tussen loefzijde en lijzijde, waardoor het ook wel “het miniatuurcontinent” wordt genoemd. De hoofdstad van het eiland, Las Palmas de Gran Canaria, wordt volgens een studie van de Universiteit van Syracuse beschouwd als de plaats met het beste klimaat ter wereld, terwijl Mogán, in het zuiden van het eiland, de plaats in de Europese Unie is met de meeste heldere dagen.
Het klimaat van Gran Canaria zorgt voor een opmerkelijke ecologische diversiteit: het eiland telt meer dan honderd endemische plantensoorten, en nog eens vijfhonderd die de rest van de Canarische Eilanden met elkaar gemeen hebben.
Flora en Fauna
Oorspronkelijk was Gran Canaria een van de Canarische eilanden met de grootste bosmassa. Na de verovering van de Canarische Eilanden heeft het eiland echter te lijden gehad van een ernstig ontbossingsproces als gevolg van voortdurende houtkap, landverdeling en andere intensieve exploitatie. Als gevolg daarvan is de bosmassa gereduceerd tot slechts 56.000 hectare, waarmee het eiland het meest door de mens ontboste eiland van de archipel is. In de 20e eeuw is men echter begonnen met herbebossing op de top van het eiland, waardoor een deel van de verloren gegane bosmassa is teruggewonnen.

Net als op de andere hoger gelegen Canarische eilanden, is er ook op Gran Canaria een gelaagdheid in vegetatieniveaus. Een bezoek aan de botanische tuin van Viera y Clavijo, of Jardín Canario, is aan te bevelen om een staalkaart van deze verschillende vegetatieniveaus te bekijken. Op Gran Canaria kan het volgende worden onderscheiden:
Tabaibal-Cardonal
Bevat hoogtes tot zo’n 700 meter. Het is een halfwoestijnachtig gebied, met weinig neerslag. Het wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van xerofytisch struikgewas met soorten van het geslacht Euphorbia zoals de Cardón, verschillende soorten tabaibas zoals de tabaiba dulce (Euphorbia balsamifera) of de tabaiba salvaje (Euphorbia regis-jubae) en de verodes (Kleinia neriifolia). Op de hellingen en aan de uitmondingen van ravijnen komen vele andere soorten voor, waaronder struiken die enkele meters hoog kunnen worden, zoals de balos en tarajales (Tamarix Canariensis) of de tajinastes blancos, die wijd verspreid zijn over het eiland.

Wat de fauna betreft, zijn de ongewervelden zeer goed vertegenwoordigd, met het hoogste percentage endemische soorten. Anderzijds is dit ecosysteem arm aan gewervelde dieren, vertegenwoordigd door enkele reptielen, waaronder de reuzenhagedis van Gran Canaria en vogels zoals de canario (kanarie), de apupu (hop) of de cernicalo (torenvalk).
Thermofiel bos

Het thermofiele bos bevind zich op hoogtes tussen de 200-500 tot 1000 meter, afhankelijk van de oriëntatie. Dit is een gebied met een hogere graad van vochtigheid en regenval, en minder zonneschijn. Het wordt gekenmerkt door thermofiele boomsoorten zoals palmen, drakenbomen, wilde olijfbomen, mastiekbomen, Pistacia atlantica, jeneverbessen en andere endemismen van Macaronesië zoals mocanes en barbusanos (Apollonias barbujana), en uitsluitend Canarische soorten zoals guaidiles. Hoewel dit een sterk door de mens bewoond gebied is, zijn er nog goede voorbeelden van dit type vegetatie te vinden op plaatsen als de Cernícalos-kloof.
Wat de vogelstand betreft, kunnen we de kwartel of de tortelduif noemen en de insectenetende vogels zoals de Afrikaanse pimpelmees en het roodborstje.
Vochtige bossen of monteverde
Laurisilva

Van 500 tot 1200 meter boven zeeniveau en in gebieden die rechtstreeks door de passaatwinden worden beïnvloed. In het noorden van het eiland is het een ‘regenwoud’, dicht en met grote bomen, dat mogelijk wordt gemaakt door de waterhuishouding van de wolkenzee en de horizontale regen. De meest voorkomende plantensoorten zijn de laurier, de tiles, de vinatigos, de barbusanos, en andere kleinere soorten zoals de bicácaro, de cresta de callo, en een grote verscheidenheid aan varens. Op Gran Canaria zijn als gevolg van de antropogene druk nog slechts enkele kleine beschermde gebieden van laurisilva en fayal-brezal overgebleven in plaatsen als Los Tilos de Moya en El Brezal de Santa Cristina. Dit zijn de overblijfselen van een oud laurierbos, zeer uitgestrekt in het verleden, bekend als de Selva de Doramas.
Wat de zoogdierenfauna betreft, is de Osorio-spitsmuis het vermelden waard, en onder de vogels kunnen we de capirote, enz. noemen.
Fayal-brezal
Tussen 1000 en 1500 m is deze strook iets droger en soortenarmer en bestaat zij hoofdzakelijk uit fayas en heide die als bescherming dienen voor meer veeleisende soorten. De blauwe tajinaste van Gran Canaria is aanwezig in symbiose en vervangt zelfs de monteverde in gebieden met meer zon.
Onder de fauna is er een sociaal insect dat niet onopgemerkt blijft, de Canarische hommel (abejorro canario), die overal op het eiland en vooral op deze hoogten aanwezig is.
Pinar
Van 600 tot 1000-1956 m, afhankelijk van de oriëntatie. De Canarische den bezet grote, over het algemeen open gebieden, met exemplaren van meer dan 20 meter hoog, en een ondergroei die bijna altijd spaarzaam is, zelden in combinatie met andere boomsoorten. Er is minder invloed van de vocht brengende wolkenzee, en een geleidelijke afname van de neerslag op hoogte. De ondergroei kan bestaan uit fayal-brezal op de noordelijke helling; retama amarilla (gele brem) en codesos (bremstruiken) op de top; en Cytisus (striatus), jaras en jarones (Cistus (symphytifolius)) op de zuidelijke helling.
De fauna is niet erg divers, maar er zijn twee bijzonder aantrekkelijke endemische vogels, een blauwe vink (Fringilla polatzeki) en de grote bonte specht (Dendrocopos major thanneri).
Natuurlijke symbolen van het eiland
Volgens een wet van de regering van de Canarische Eilanden zijn de natuurlijke symbolen van Gran Canaria sinds 1991, de Perro de Presa Canario, die we ook zien op het wapen van Gran Canaria, en de cardón.


Beschermde natuurgebieden

Algehele natuurgebieden
- Reserva natural integral de Inagua
- Reserva natural integral de Barranco Oscuro
Speciale natuurreservaten
- Reserva natural especial de El Brezal
- Reserva natural especial de Azuaje
- Reserva natural especial de Los Tilos de Moya
- Reserva natural especial de los Marteles
- Reserva natural especial de las Dunas de Maspalomas
- Reserva natural especial de Güigüi
Natuurparken
- Parque natural de Tamadaba
- Parque natural de Pilancones
Landelijke parken
- Parque rural del Nublo
- Parque rural de Doramas
Natuurmonumenten
- Monumento natural de Amagro
- Monumento natural de Bandama
- Monumento natural del Montañón Negro
- Monumento natural del Roque Aguayro
- Monumento natural de Tauro
- Monumento natural de Arinaga
- Monumento natural del Barranco de Guayadeque
- Monumento natural de los Riscos de Tirajana
- Monumento natural del Roque Nublo
- Monumento natural del Barranco del Draguillo
Beschermde landschappen
- Paisaje protegido de La Isleta
- Paisaje protegido de Pino Santo
- Paisaje protegido de Tafira
- Paisaje protegido de las Cumbres
- Paisaje protegido de Lomo Magullo
- Paisaje protegido de Fataga
- Paisaje protegido de la Montaña de Agüimes
Wetenschappelijk belangrijke sites
- Sitio de interés científico de Jinámar
- Sitio de interés científico de Tufia
- Sitio de interés científico del Roque de Gando
- Sitio de interés científico de Juncalillo del Sur
Demografie
Municipios

Het eiland is verdeeld in 21 municipios, het Spaanse woord voor gemeenten.
De bevolking van het eiland Gran Canaria is zeer ongelijkmatig verdeeld, vooral in de hoofdstad en de aangrenzende gemeenten, d.w.z. in het oostelijk deel van het eiland is zeer dichtbevolkt, terwijl het eiland in het centrum en het westen dunbevolkt is. Het eiland heeft een getelde bevolking van 855.521 inwoners (2020), daarmee is het op een na meest bevolkte eiland van de Canarische Eilanden, maar het eerste in termen van bevolkingsdichtheid met 545,12 inwoners/km. Gran Canaria is ook het op twee na meest bevolkte eiland van Spanje, na Tenerife en Mallorca.
Cultuur
Musea
Gran Canaria heeft verschillende musea van verschillende types die onder het beheer staan van verschillende instellingen. Enkele van de meest opmerkelijke zijn:
-
-
Dit is een zittende vrouwenfiguur, met de benen gekruist en de armen boven haar middel geheven. De armen zijn gescheiden, maar de afdrukken die aangeven waar zij rustten, zijn op de figuur te zien. De biceps en de dijen van het beeldje zijn volumineus, schijnbaar niet in verhouding tot zijn grootte: ongeveer 26 cm hoog en bijna 24 cm breed. Het heeft een lange nek waaruit een klein hoofdje met schematische trekken tevoorschijn komt. De merktekens die zijn gemaakt om de navel, de vulva, de neusgaten en de ogen aan te geven, zijn zichtbaar. De neus, mond en ogen werden omlijnd door insnijdingen. Rode oker (almagre) werd gebruikt om het grootste deel van het afgodsbeeld te beschilderen. Het werd ook gepolijst om het glans te geven, vooral op de onbeschilderde delen.
Museo Canario, gevestigd in Las Palmas de Gran Canaria, is een wetenschappelijke en culturele instelling die in 1879 werd opgericht en waar collecties van archeologisch en etnografisch materiaal en artistieke creaties worden bewaard, bestudeerd en tentoongesteld, samen met een bibliotheek en een archief gespecialiseerd in Canarische thema’s. - Casa de Colón, gelegen in de historische wijk Vegueta, dit architectonische complex, dat het voormalige huis van de gouverneurs van het eiland omvat, bezocht door Christoffel Columbus tijdens de Eerste Reis naar Amerika (1492), toont de rol van de Canarische Eilanden bij de Ontdekking, evenals schilderijen uit de 16e tot de 19e eeuw.
- CAAM – Centro Atlántico de Arte Moderno, eveneens gelegen in de historische wijk Vegueta, heeft als missie de interpretatie van de historische avant-garde en de meest actuele uitingen van kunst. Daartoe onderhoudt het een ononderbroken reeks tijdelijke tentoonstellingen, alleen of in samenwerking met de belangrijkste kunstcentra van de wereld, waarin essentiële stromingen en kunstenaars van de kunst van de 20e eeuw aan bod komen.
-
Primavera een schilderij van Néstor Martín-Fernandez de la Torre.
Museo Néstor, gelegen in Las Palmas de Gran Canaria, stelt het werk tentoon van Néstor Martín-Fernández de la Torre (1887-1938), een van de meest prestigieuze Canarische symbolistische schilders, en een van de meest bijzondere van de Europese beweging. Naast zijn belangrijkste doeken worden in het museum portretten, landschappen, theaterontwerpen, architectuur, kunstnijverheid, tekeningen en schetsen tentoongesteld. Het Museum maakt deel uit van het architectonische complex Pueblo Canario, dat ook een restauratiedienst en winkels omvat, in een stijl die bekend staat als “neo-Canarisch”, ontworpen door de broer van de kunstenaar, Miguel Martín-Fernández de la Torre. - Museo Elder de la Ciencia y la Tecnología, gelegen in de hoofdstad van Gran Canaria, maakt deel uit van dit interactieve wetenschapscentrum, waarvan het motto is “verboden niet aan te raken”, door het interactieve en didactische karakter van het merendeel van de meer dan twintig ruimten die gewijd zijn aan het reconstrueren en reproduceren van de grote wetenschappelijke vorderingen van de mensheid.
- Museo y Parque Arqueológico Cueva Pintada, gelegen in Gáldar, biedt een museumvoorstel rond een van de meest representatieve archeologische vindplaatsen van het eiland Gran Canaria. Het is een kunstmatige grot, uitgegraven in vulkanisch tufsteen, waarvan de muren versierd zijn met friezen met geometrische motieven. Niet minder spectaculair is de nederzetting die er omheen is ontdekt na meer dan twintig jaar archeologische opgravingen.
-
Geometrische grotschildering, in het Cueva Pintada Museum en Archeologisch Park, Gáldar.
Museo de Guayadeque, gelegen in het ravijn van Guayadeque, tussen Ingenio en Agüimes, op een plaats van grote archeologische waarde, waar verschillende elementen van wat er in dit gebied te vinden is worden getoond: archeologie, architectuur, geologie, fauna, flora en tradities. - Museo de la Zafra, gelegen in Vecindario, Santa Lucía de Tirajana, toont in dit museumcomplex de geschiedenis van de landbouw in dit deel van het eiland, met de nadruk op de tomatenteelt.
- Casa-Museo Antonio Padrón, midden in het centrum van de stad Gáldar en niet ver van de Cueva Pintada. Het museum is gevestigd in het huis van de Canarische kunstenaar, waar zijn werken en andere delen van het vroegere bezit van de schilder worden tentoongesteld.
- Casa-Museo Pérez Galdós, gelegen in het hart van het stadscentrum van Las Palmas de Gran Canaria, is het geboortehuis van Benito Pérez Galdós, waar hij tot zijn negentiende jaar heeft gewoond. In de zalen worden meubels, kunstwerken, foto’s, decoratieve voorwerpen, muziekinstrumenten enz. tentoongesteld, die toebehoorden aan Pérez Galdós en die ons een inzicht geven in de fysieke ruimten van de dagelijkse omgeving van de romanschrijver en ons in de sfeer van de 19e eeuw plaatsen.
-
Historische monumenten
De meeste monumenten die op Gran Canaria te zien zijn, dateren van na de verovering, hoewel sommige plaatsen en plekken die toebehoorden aan de inheemse bewoners van het eiland bewaard zijn gebleven, zoals de beschilderde grot van Gáldar en het Cenobio de Valerón in Santa María de Guía.
Enkele opmerkelijke monumenten zijn:
-
-
- De kathedraal van de Canarische Eilanden, gelegen in Las Palmas de Gran Canaria.
- De Basiliek van Nuestra Señora del Pino, beschermheilige van het Bisdom van de Canarische Eilanden.
- De Basiliek van San Juan Bautista (Telde).
- De parochiekerk van San Francisco de Asís (Las Palmas de Gran Canaria).
- De kerk van San Juan Bautista (bekend als de kathedraal van Arucas, hoewel het geen kathedraal is).
- De kerk van Santiago de Los Caballeros, de enige Jacobeaanse zetel op de Canarische Eilanden.
-

Ook in de hoofdstad van het eiland, in de historische wijk Vegueta, zijn monumenten van betekenis te vinden:
-
-
- Het Canarisch Museum.
- Het Rectoraat van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria.
- Het Plaza Mayor de Santa Ana.
- De Plaza del Espíritu Santo.
- Het Columbus Huis.
- De kapel van San Antonio Abad (waar Christoffel Columbus bad voordat hij zijn eerste reis naar Amerika voortzette).
- Het Diocesaan Museum van Heilige Kunst van Las Palmas de Gran Canaria.
- Het Casa Regental, naast het stadhuis (van oudsher de residentie van de kapiteins-generaal van de eilanden en de regenten van het koninklijk hof van de Canarische Eilanden; tegenwoordig de zetel van de raadkamer van het hoge gerechtshof van de Canarische Eilanden).
-
Andere gebouwen van belang zijn de vestingwerken:
-
-
- De kastelen van La Luz, Mata, San Francisco en San Cristóbal, allemaal in de hoofdstad.
- Het Casa Fuerte de Agaete of Casa Roma (gebouwd in 1481 en daarmee een van de oudste Castiliaanse bouwwerken op het eiland).
-
Feesten
Feest van Nuestra Señora del Pino

Het belangrijkste feest van het eiland is op 8 september ter ere van de Virgen del Pino in Teror, beschermheilige van het Bisdom van de Canarische Eilanden, waartoe ook de provincie Las Palmas behoort. Tijdens dit feest vinden zeer karakteristieke en zelfs unieke gebeurtenissen plaats, zoals het neerlaten van de beeltenis van de Virgen del Pino (de Maagd van Pino). Elk jaar op 5 september wordt de beeltenis van de Virgen del Pino vanuit haar kleedkamer (haar Camarín) naar haar processietroon neergelaten om de festiviteiten van haar feestdag voor te zitten. Dat gebeurt via een mechanisme van rails dat voor deze gebeurtenis in de basiliek is geïnstalleerd. Een ander belangrijk evenement op de Canarische Eilanden is het traditionele bedevaartsoffer dat op 7 september wordt gehouden met deelname van alle gemeenten van het eiland en met een vertegenwoordiging van elk van de Canarische Eilanden. De Villa Mariana de Teror is ook het zenuwcentrum van Gran Canaria, zoals blijkt uit de talrijke officiële bedevaarten die het hele jaar door worden gehouden, met speciale nadruk op de vooravond van het feest van Onze Lieve Vrouw van El Pino, wanneer mensen van over de hele Canarische Eilanden de bedevaart naar de Villa de Teror maken.
Exaltación de la Santa Cruz
(De verheffing van het Heilige Kruis)
Op Gran Canaria draait dit liturgische feest om de Cristo de Telde (de Christus van Telde), die elke 14e september in de Ciudad de Telde wordt gevierd.
Semana Santa
(De Heilige Week)
De belangrijkste en meest karakteristieke Semana Santa van het eiland Gran Canaria is de Semana Santa van Las Palmas de Gran Canaria.
-
-
- Op Palmzondag (Domingo de Ramos) vindt de processie van La Burrita plaats vanuit de parochiekerk van San Telmo. In de namiddag vertrekken de Koninklijke en Illustere Broederschap en Broederschap van Nazareeërs van Nuestro Padre Jesús de la Salud en María Santísima de la Esperanza de Vegueta vanaf de kerk van Santo Domingo de Guzmán in de Veguetawijk van de hoofdstad, voor een processie met de boeteplaats bij de kathedraal van de Canarische Eilanden.
- Op Heilige Woensdag (Miércoles Santo) vindt de processie van María Santísima de los Dolores de Triana plaats met haar Hermandad Sacramental y Cofradía de María Santísima de Los Dolores de Triana, Nuestra Señora de las Angustias y San Telmo, die vanuit de parochiekerk van San Telmo optrekt en de processie bij uitstek is van de middag van Heilige Woensdag in de stad. Op dezelfde avond wordt traditiegetrouw de processie van de Koninklijke, Illustere en Historische Broederschap van de Heilige Ontmoeting van Christus met het Kruis op de schouders en Onze-Lieve-Vrouw van Smarten gehouden, waarin de beelden van Christus met het Kruis op de schouders en Onze-Lieve-Vrouw van Smarten, bekend als “la del Miércoles” (van José Luján Pérez), Sint Jan de Evangelist, Sint Veronica en Sint Maria Magdalena vanuit de Parochiekerk van Santo Domingo de Guzmán in de wijk Vegueta van de hoofdstad naar buiten treden. Deze Processie van de Ontmoeting maakt haar boeteplaats in de kathedraal van de Canarische Eilanden, na de officiële troonsontmoeting op het Plaza de Santa Ana. (Dit zijn heel belangrijke processies waarbij enige kennis van processies nodig is om dit te goed te begrijpen).
- Op Goede Vrijdag (Viernes Santo) zijn de straten van Las Palmas de Gran Canaria gevuld met religieuze handelingen en processies die de hele dag door op een vurige manier plaatsvinden. Op Goede Vrijdag bij zonsopgang vindt vanuit de hermitage van de Heilige Geest de Via Crucis-processie (Processie van de Kruisweg) plaats met het beeld van de Heilige Christus van het Goede Einde door de straten van de historische wijk Vegueta.
-
’s Ochtends vindt vanaf de kathedraal van de Canarische Eilanden de processie van Las Mantillas plaats met de beelden van de Santísimo Cristo de la Sala Capitular en de Dolorosa de Luján Pérez.
Op de middag van Goede Vrijdag vindt de Processie van de Heilige Begrafenis plaats, algemeen bekend als de “Magna Interparroquial”, waarin de processies van de parochies van Santo Domingo de Guzmán, San Agustín en San Francisco de Asís plaatshebben. Vanuit de kerk van Santo Domingo de Guzmán processie: de Santísimo Cristo Predicador en Santa María Magdalena, de Santísimo Cristo del Granizo, de Señor de la Caída, Santa Verónica en Santa María Magdalena. Vanaf de kerk van San Agustín processie: de Santísimo Cristo de la Vera Cruz, San Juan Evangelista en Nuestra Señora de los Dolores ook bekend als La Genovesa. Van de parochiekerk van San Francisco de Asís en het Mariaheiligdom van Nuestra Señora de la Soledad processie: Santísimo Cristo de la Agonía en el Huerto, Santísimo Cristo de la Humildad y Paciencia bekend als Lágrimas de San Pedro, la Santa Cruz desnuda con San Juan Evangelista y Santa María Magdalena, el Santo Sepulcro y Nuestra Señora de la Soledad de la Portería Coronada con su Pontificia y Real Archicofradía. Nuestra Señora de la Soledad de la Portería is het meest vereerde beeld in de stad Las Palmas de Gran Canaria en geniet grote devotie van mensen uit verschillende delen van de eilanden. Het is ook het enige canoniek gekroonde droevige beeld in de Canarische Archipel met pontificale rang en het enige beeld van de Heilige Maagd Maria in het Bisdom van de Canarische Eilanden dat de canonieke bekroning van deze rang heeft ontvangen.
In de nacht van Goede Vrijdag vindt in de kerk van Santo Domingo de Guzmán de zogenaamde Processie van de Terugtocht plaats met de beeltenis van Nuestra Señora de los Dolores del Miércoles; en in de parochiekerk van San Francisco de Asís met de beeltenis van Nuestra Señora de la Soledad de la Portería Coronada, waarbij de processie van de Terugtocht en de Stilte van Nuestra Señora de la Soledad de processie bij uitstek is.
Het Carnaval van Las Palmas de Gran Canaria
Het carnaval van Las Palmas de Gran Canaria is een van de belangrijkste van de archipel, evenals die van andere gemeenten op het eiland, zijn zeer populair en kunnen worden beschouwd als een van de belangrijkste feesten van Spanje.
Rama de Agaete
Dit is een van de populairste feesten op de Canarische Eilanden. De Feesten van Agaete, met de veelvuldige act van de Bajada de la Rama, werden in 1972 uitgeroepen tot Interés Turístico Nacional (Nationaal Toeristisch Belang) en sinds april 2018 is het een Bien de Interés Cultural.
Gastronomie
Wijnen

De wijnbouw op Gran Canaria gaat terug tot het einde van de 15e eeuw, toen de eerste wijnstokken vanuit Kreta aankwamen. In de 16e eeuw begon men de wijnen van de Canarische Eilanden, vanwege hun kwaliteit te ëxporteren naar Engeland, Vlaanderen, Hamburg en de Nieuwe Wereld. Tegen het midden van de eeuw speelde wijn op Gran Canaria een fundamentele rol in de economie van het eiland, en werd het het belangrijkste exportproduct ten opzichte van de teruglopende suikerrietteelt. Deze bevoorrechte situatie werd echter al snel ondermijnd door de internationale situatie: La guerra de sucesión española (de oorlog om de opvolging van de Spaanse kroon). De Engelsen zouden de voorkeur geven aan Portugese wijnen, waardoor de productie van, en de handel in Canarische wijnen tot op de dag van vandaag praktisch stilviel.
De huidige oorsprongsbenaming Gran Canaria werd verkregen in januari 2006, na de samenvoeging van de twee oorsprongsbenamingen die voordien op het eiland bestonden; D.O. Monte Lentiscal en D.O. Gran Canaria, respectievelijk verkregen in november 1999 en mei 2000.
Kazen
Kaas is een van de meest geconsumeerde producten van de archipel. Op Gran Canaria bestaat een grote verscheidenheid aan kazen, die gewoonlijk met de hand worden gemaakt en die, afhankelijk van de gebruikte melk of melkmengeling, het stremsel dat voor de bereiding wordt gebruikt en ook van de tijd die daarvoor nodig is, een verscheidenheid aan Gran Canarische kazen opleveren. Sommige daarvan, in de noordwestelijke regio, hebben een beschermde oorsprongsbenaming. Deze kazen zijn kenmerkend voor de gemeenten Gáldar, Santa María de Guía en Moya.
-
-
-
-
Deze Queso de flor de Guía lijkt wel op Brie maar daar houdt de vergelijking dan ook gelijk mee op. Deze kaas wordt gemaakt van een mengsel van schapen- en koemelk van de Canarische Eilanden en heeft een dunne, geelachtige korst en een romige, vette binnenkant met een licht bittere smaak. Queso de flor: een product met een oorsprongsbenaming, dat een eigenaardig systeem voor het stremmen van de melk volgt, waarbij de distelbloem of het distelpluis als plantaardig stremsel wordt gebruikt, wat een zeer broze kaas oplevert door zijn dunne, elastische korst, die kleine scheurtjes kan vertonen. De kaas heeft een zeer romige textuur, bijna smeltend naarmate hij rijpt, met aroma’s en geuren die doen denken aan grassen en soms aan noten. In de mond is de smaak overwegend bitter, en er kan een kruidige nasmaak ontstaan.
- Queso de media flor: met oorsprongsbenaming, hij wordt gemaakt met 50% plantaardig stremsel en 50% dierlijk stremsel. De textuur van de kaasmassa is romig bij jonge kazen en wordt vaster naarmate de rijping vordert; de aroma’s en geuren zijn melkachtig, zoals verse boter en groentetonen. De bittere smaak en nasmaak zijn niet zo intens als die van de “queso de flor”, met pittige, branderige en samentrekkende sensaties die opduiken bij de rijpere kazen.
- Queso de guía: eveneens met oorsprongsbenaming, en volledig bereid met dierlijk stremsel. De textuur is zacht in het geval van half belegen kazen, hard in het geval van belegen kazen en bros in het geval van oude kazen. Bij het proeven zullen we aroma’s van de melkfamilie (melk, wrongel, boter) en dierlijke (leer, stremsel) waarnemen, met hier en daar een vleugje van de plantaardige familie (droog stro, grassen). De smaak is evenwichtig, licht zout en zuur met een vleugje bitterheid. Hij heeft een kruidige en vurige nasmaak, soms ook samentrekkend, die intenser wordt naarmate hij rijpt.
-
-
-
Verwant aan dit onderwerp:
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
Last updated 2022-12-19
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts
-
-
- Spanish language Wikipedia|titel=Gran Canaria|pagecode=142910134| date=20220417
- Spanish language Wikipedia|titel=Cristóbal Colón|pagecode=142377549| date=20220417
- Spanish language Wikipedia|titel=Le Canarien|pagecode=124009207| date=20220418
- Spanish language Wikipedia|titel=Guanarteme|pagecode=125584676| date=20220419
- Canari Wiki|titel=Viñátigo|pagecode=648| datum=20220420
- Canari Wiki|titel=Barbusano|pagecode=2222| datum=20220420
- Dutch language Wikipedia|titel=Gran Canaria|pagecode=60966344| date=20220417
- English language Wikipedia|titel=Gran Canaria|pagecode=1071426533| date=20220417
-
These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0
Other references are:
-
-
- Source reference: Website
Naturaleza Post: Abejorro o Abejón canario Auteur – Néstor Domínguez Hernández.
- Source reference: Website
-
The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0, CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GPL3 Free Software or Public Domain
If you click on one of the links below, you will see the full information of these photos/images, the author, or the licence.
-
-
- Locatie Gran Canaria. Author – Miguillen, license CC BY-SA 3.0
- het wapen. Author – HansenBCN, license Publiek Domein
- de vlag. Author – Porao, license Publiek Domein
- Een satellietfoto van het eiland. Author – Mololo, license CC BY-SA 4.0
- Zicht op het centrale gedeelte van het eiland, met de rotsen Nublo en Bentayga. Author – Malpei, license CC BY 2.5
- Kaart van Gran Canaria uit de 18e eeuw. Author – Tomás López (1730-1802), license Publiek Domein
- Roque Bentayga, centro de Gran Canaria. Author – Martin Wiesheu, license CC BY 2.0
- Op deze speciale afbeelding heeft een ongekende bosbrand,,,,,. Author – European Space Agency, license CC BY 2.0
- Het stuwmeer van Chira, Gran Canaria. Author – JARexGon, license CC BY-SA 2.5
- Het natuurmonument Roque Nublo (rechts) en in het midden El Fraile (de monnik). Author – Bgabel, license CC BY-SA 3.0
- De Canarische reuzenhagedis. Author – Juan Emilio, license CC BY-SA 2.0
- De Afrikaanse pimpelmees. Author – Juan Emilio, license CC BY-SA 2.0
- De Tajinaste Azul de Tenteniguada. Author – Soront, license CC BY-SA 4.0
- Presa of Dogo Canaria. Author – Cgpresadog, license CC BY-SA 3.0
- Euphorbia canariensis L. is een phanerogam-soort die tot….. Author – Frank Vincentz, license CC BY-SA 3.0
- De duinen van Maspalomas. Author – Marc Ryckaert, license CC BY-SA 3.0
- Natuurreservaat van Barranco Oscuro. Author – Teknad, license CC BY-SA 4.0
- Het speciale natuurreservaat van Güigüí. Author – Olo72, license CC BY-SA 4.0
- Het landelijke natuurpark van de Nublo. Author – DailosTamanca, license CC BY 3.0
- Het natuurmonument Roque Nublo dat nu niet meer dan…. Author – jtoledo, license CC BY-SA 2.0
- Idool van Tara, in El Museo Canario, Las Palmas de Gran Canaria. Author – Rémi Stosskopf , license CC BY 2.5
- Geometrische grotschildering, in het Cueva Pintada Museum en Archeologisch Park, Gáldar. Author – Personal, license Publiek Domein
- De kathedraal van Gran Canaria. Author – El observante, license CC BY-SA 2.0
- Virgen del Pino, beschermheilige van Gran Canaria. Author – DVP19, licentie CC BY-SA 3.0
- Logo van het D.O. Gran Canaria. Author – Soront, license CC BY-SA 3.0
- Queso flor de Guía. Author – Fedac, license CC BY-SA 3.0
-
Coralma*, is own work that can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.