Valencia, hoofdstad van de Comunitat Valenciana
In de afgelopen jaren heeft Valencia op zijn eigen wijze de erkenning als Europese en internationale culturele hoofdstad bedwongen. Het heeft gekozen voor de toekomst en technologie in de ‘Ciudad de las Artes y las Ciencias’…. en nog een lange lijst van andere mogelijkheden die het aanzien van een meer dan tweeduizend jaar oude stad positief heeft veranderd.
Wat u interesseert:
Gegevens |
Entiteit | Hoofdstad |
Com. autónoma | La Comunitata Valenciana |
Provincie | Valencia |
Comarca | Ciudad de Valencia |
Oppervlakte | 134,7 km² |
Inwoners aantal Bevolkingsdichtheid |
789.744 inw. 5850,78 inw./km² |
Gesticht | Romeinse tijd (138 v. Chr.) |
Inwonersnaam | valenciano, -a |
Gem. hoogte | 16 m.b.z. |
Postcode | 46001-46026 |
Kengetal tel. | 0034 – 96 |
Patroon | San Vicente Mártir |
Patrones | Virgen de los Desamparados |
Belangrijke feesten | Fallas |
Officiële website |
De stad Valencia is ooit door de Romeinen, als een kolonie, in het jaar 138. v.C. gesticht, met als consul Décimo Junio Bruto Galaico, die het Valentia Edetanorum noemde. Een aantal eeuwen later, in 711, werd de stad door moslims bezet. Zij introduceerde daar hun taal, hun religie en hun gewoonten, maar ook een irrigatiesysteem en een aantal nieuwe gewassen. In 1238 wordt de stad door Jaime I de Aragón veroverd. Hij verdeeld het land onder de edelen die hem hadden geholpen bij de verovering van de stad, zo blijkt uit het Llibre del Repartiment, en voert er ook nieuwe wetten in, los Fueros de Valencia (jurisdictie Valencia), die naderhand werd uitgebreid over de rest van het koninkrijk Valencia. In de 18e eeuw trok Felipe V deze privileges in om de inwoners van Valencia te straffen omdat de bevolking zich aangesloten had bij de Austracistas in de Spaanse Successieoorlog. In 1982 werd Valencia, in de statuten van de autonomie van Valencia, benoemd tot hoofdstad van de Comunidad Valenciana.
Valencia, in het valenciaans València, is een zogenaamde municipio en een stad van Spanje, en hoofdstad van de gelijknamige provincie en de Comunidad Valenciana.

Met een bevolking van 790.000 inwoner, en als we de agglomeratie meetellen komt het tot 1.555.000 inwoners, en is het de derde stad na Madrid en Barcelona, van Spanje.
Voorheen was Valencia ook hoofdstad van de voormalige comarca van Huerta de Valencia, een gebied dat in 1989 uiteenviel in de comarca’s van la Huerta Norte, la Huerta Sur en la Huerta Oeste en de stad Valencia. En dus de enige regio-stad (ciudad-comarca) van de Comunitat Valenciana.
De stad ligt aan de oevers van de rivier de Turia aan de oostkust van het Iberisch schiereiland, in het midden van de golf van Valencia. Toen de Romeinen de kolonie stichtte bevond het zich op een eiland in de rivier de Turia, op ongeveer vier kilometer van de zee. Ongeveer tien kilometer ten zuiden van de stad ligt het Albufera van Valencia, dat sinds 1911 tot het grondgebied van Valencia hoort. De stad kocht het voor 1.072.980,41 peseta’s van de Spaanse Kroon. De lagune is, met zijn 2100 hectare, een van de grootste meren van Spanje. Verder heeft het 14.100 hectare aan moerasgebied dat grotendeels gebruikt wordt voor de rijstteelt (arroz bomba). Vanwege de culturele, historische en ecologische waarde werd dit natuurlijke landschap is in 1986, als eerste natuurpark van de regio Valencia verklaard.
Op dit moment richt de economie van de stad zich op de dienstverlening, aangezien bijna 84% van de beroepsbevolking werkzaam is in deze sector. Maar de basis van de stadseconomie bevind zich, met een percentage van 5,5%, in de industriële sector. Maar ook de landbouw, met een relatief klein aandeel van 1,9% van de actieve bevolking, is van belang voor deze gemeente. Het beslaat qua oppervlakte ongeveer vierduizend hectare die veelal wordt gebruikt voor het verbouwen van citrusvruchten.

Het historisch centrum van de stad is, met ongeveer 169 hectare, één van de grootste van Spanje. Dankzij dit historisch en monumentaal erfgoed en de diverse landschappelijke bezienswaardigheden, heeft deze stad en zijn omgeving een enorme aantrekkingskracht op zowel nationale als internationale toeristen. Onder de meest representatieve monumenten bevinden zich de Miguelete (de klokkentoren van de kathedraal), de torens van Serranos en die van Quart, de Lonja de la Seda (Zijdebeurs), allen in 1996 door Unesco verklaard tot Werelderfgoed, en de Stad van Kunsten en Wetenschappen. Ook vermelden we het Museum voor Schone Kunsten (Museo de Bellas Artes de Valencia) in Valencia dat een belangrijk museum voor de schilderkunst is in de Comunidad Valenciana (één van de eerste in Spanje), net als het Valenciaanse Instituto de Arte Moderno (IVAM), dat tot doel heeft, objectief onderzoek en verspreiding van kunst uit de 20ste en 21ste eeuw.
Vanwege zijn lange geschiedenis is dit een stad met vele festivals en tradities, waaronder ‘Las Fallas‘, dat sinds 25 januari 1965 valt onder de het zogenaamde Fiestas de Interés Turistico Internacional, en het ‘Tribunal de las Aquas‘, dat men in 2009 verklaarde tot immaterieel cultureel erfgoed. Daarnaast was en is Valencia momenteel het toneel van een aantal wereldwijd bekende evenementen die de stad een internationale uitstraling geven, zoals de Exposición Regional van 1909, en de 32ᵉ en 33ᵉ editie van de zeilwedstrijd van de Copa América, de Europese Grand Prix Formula I races, de Open 500 tennis en de Global Champions Tour de Hípica.
Karakteristieke elementen
Toponymie

De naam Valencia is afgeleid van de Latijnse term Valentia Edetanorum, wat ‘versterkte stad van de Edetanen‘ betekend, die de Romeinen aan deze plek gaven. De naam kan worden vertaald als ‘value (kracht of waarde) in het land van de Edetanos’, en is onderdeel van de gewoonte, en gebruiken in het Italië van de 2e eeuw v. Chr. om kolonies te stichten met allegorische plaatsnamen. De Arabieren noemde het مدينة التراب (Madina al-Turab, Stad van het Zand) gelegen aan de rivier de Turia, terwijl men de term بلنسية (Balansia) reserveerde voor de hele Taifa van Valencia. In de tijd dat Abd al-Aziz aan het bewind is hersteld hij de naam Balansïa voor de stad, dat later veranderd in Valencia, en weer later na de herovering van Jaime I in het Valenciaanse València. In 2016 zou de volledige gemeenteraad unaniem instemmen met een onofficieel gemeentelijk besluit uit 1996, waarbij men tijdig begint procedures te formaliseren om deze naam op z’n Valenciaans officieel te maken. Na toestemming van de verschillende instituten wordt de naam officieel veranderd. Gedurende de geschiedenis heeft de stad verschillende bijnamen gehad, zoals de stad van de 1000 torens (ciudad de mil torres), of de hoofdstad van Turia.
Hoofdstad
Door de geschiedenis heen is Valencia de hoofdstad van de taifa Valencia, het koninkrijk Valencia, van de Republiek Spanje en momenteel van de Comunitat Valenciana geweest. Ten gevolge daarvan is er de afgelopen jaren gewerkt aan het opstellen van het Handvest van Valencia, dat van algemeen belang was voor de autonomie en het reguleren van de het bestuur, de organisatie en de bevoegdheden van de hoofdstad om bij te dragen tot het verduidelijken van de verantwoordelijkheden van de gemeenteraad van de stad evenals de budgettaire middelen (begroting) en hoe deze uit te voeren.
Symbolen

Sinds de verovering van de stad door Jaime I tot de heerschappij van Pedro ‘el Ceremonioso’ gebruikt de stad zijn eigen wapen, zo was ‘de ommuurde stad met golven’ (1312). Dit embleem staat afgebeeld op één van de eerste postzegels van de gemeente. In het schild is de gotische deur van de kathedraal uitgesneden. Sinds de 14ᵉ eeuw gebruikt Valencia de koninklijke wapens, omdat koning Pedro ‘el Ceremonioso’, uit dank voor de weerstand die Valencia bood aan Pedro ‘el Cruel de Castilla’ gedurende de Oorlog van de twee Pedro’s, 1356 – 1365 (la Guerra de dos Pedros), de stad Valencia het recht toekent om zijn schild en de vlag van de koninklijke strijdmachten van Aragón en de koninklijke kroon te gebruiken. Daarnaast, als symbool van loyaliteit van de stad die geconfronteerd werd met twee belegeringen in de oorlog met Castilla, voegde de koning links en rechts van het schild een ‘L’ (van ‘lealtad’, trouw) toe, en daarbovenop bestempeld met de koninklijke kroon. Op deze manier stelt de gemeenteraad al in 1377 de samenstelling van het schild al vast:
Origineel: «E es cert quel senyal per los molts alts Reys darago atorgat e confermat a la dita Ciutat era e es lur propri senyal Reyal de bastons o barres grogues e vermelles. […] [L]o molt alt senyor Rey ara Regnant per son propri motiu e sa mera liberalitat tenint se aixi com fon sa merce per molt servit de la dita Ciutat senyaladament en la guerra de Castella prop passada specialment en los dos Setges e pus principalment en lo segon e derrer daquells tenguts sobre aquella per el Rey de Castella enadi la dita corona al dit senyal» |
||
Vertaling: Het klopt dat het wapen door de zeer hoge Koningen van Aragón verleend en bevestigd zijn aan de stad en zijn eigen Koninklijke wapen van gouden en rode stokken of balken […] De zeer hoge heer, nu regerend Koning, die op eigen initiatief en uit loutere vrijgevigheid, ook overweegt, ‘Zijne Aanbidding’ na de hulp die deze stad gaf, met name in de recente oorlog tegen Castilla, en zeker bij twee belegeringen, met name de tweede en de laatste die hen (Valencia) werd opgelegd door de koning van Castilla, de kroon aan het wapen toe te voegen. Handboek van Consells van 1377 (Gemeentelijk historisch archief van Valencia, 1375-1383, n. 17, sig. A) |
Wapen van Valencia

Het huidige wapen is afgeleid van het koninklijke wapen van Aragón. Later zijn daar nieuwe elementen aan toegevoegd zoals de vleermuis (lo Rat Penat, voor de Valenciaanse culturele samenleving) en een ontwikkeling van een wyvern, die ook wordt weergegeven in wapenschild van de Comunidad Valencia, en sinds 1503 werd het ook in het stadswapen gebruikt. De vleermuis die soms gebruikt wordt werd geassocieerd met sommige mythen van de verovering van Valencia door Jaime I, hoewel hij tot de 17ᵉ eeuw niet officieel was. Het laatste element, de lauriertakken werden toegevoegd door Fernando VII die dit toevoegde als beloning voor het verzet van de stad tijdens de oorlog tegen Frankrijk.
Momenteel bevat het wapen de volgende versieringen, ‘het ruitvormige wapen heeft een goudkleurig veld met vier rode balken, twee gekroonde L’en geven steun aan het schild waaronder zich nog twee lauriertakken bevinden. Bovenop het wapen bevindt zich een open koninklijke kroon en daar boven een vleermuis met uitgestrekte vleugels.
Vlag van Valencia
De vlag van Valencia, ook wel ‘Real Señera‘, ‘Sereña Coronada’, of de ‘Señera tricolor’ genoemd, is dezelfde vlag als die van de Comunidad Valenciana. De vlag is ontstaan uit een heraldisch schild, dat ontwikkeld naar de vorm van een vlag met de kroon van Aragón met in het verlengde daarvan de balken van de koningen van de Kroon van Aragon. Dus, nu zien we dat de vlag van Valencia is ontstaan uit de traditionele “Señera”, bestaande uit vier rode balken op een gele achtergrond, met de kroon op een verticale blauwe baan langs de vlaggenmast.
Geografie
Lokalisatie

De stad ligt aan de mediterrane kust van het Iberisch schiereiland, op de brede uiterwaarden van de rivier de Júcar en de Turia, in het midden van de golf van Valencia. De oude stad lag op ongeveer vier kilometer afstand van de zee, op een fluviatiele afzetting van de Turia. De bergen in de buurt van de stad, op ongeveer 12 tot 25 kilometer van de stad, zijn uitlopers van het Sistema Ibérico, zoals de Cabeçol van El Puig en de Sierra Calderona.
Valencia was van oudsher de hoofdstad van de historische en natuurlijke comarca van de Huerta de Valencia. Echter na de gewestelijke verdeling van 1987 vormde de municipio van Valencia een nieuwe comarca die men kende als de stad Valencia. Zodoende groeit de stad uit tot aan het meer van Albufera. De stad grenst in het noorden aan de comarcas Huerte Norte en Campo de Turia, en in het oosten door de Middellandse zee, in het zuiden met de comarcas de Huerta Sur en Ribera Baja, en in het westen met de comarca de Huerta Oeste.
Kijken we naar de gemeentegrenzen van de stad, en haar opgeslokte gemeentes als Casas de Bárcena, Mahuella-Tauladella en Rafalell y Vistabella, dan zien we in het noorden de steden Bétera, Godella, Burjasot, Moncada, Alfara del Patriarca, Vinalesa, Bonrepós y Mirambell, Tabernes Blanques, Alboraya, Masamagrell, Masalfasar, Museros, Albuixech, Albalat dels Sorells, Kolhapur Meliana en Almacera; en in het zuiden liggen de gemeentes Picaña, Paiporta, Sedaví, Alfafar, Masanasa, Catarroja, Albal, Silla, Sollana y Sueca; en in het westen door de plaatsen Paterna, Cuart de Poblet, Mislata en Chirivella.

Topografie
Valencia ligt in het centrum van het dal van Valencia (depresión valenciana) ten zuiden van het Sistema Ibérico. Dit is de grootste vlakte van het hele Spaanse Middellandse Zeegebied. Het ligt in het centrum van de Comunidad Valenciana. De vlakte wordt begrenst door de Sierra Calderona in het noorden, het bergachtige landschap van Turia in het noordoosten, het Caroig massief in het zuidwesten en het de Mondúver in het zuiden.
De oorsprong van dit gebied moet gezocht worden in het inzinken van de Golf van Valencia, zo’n 6 miljoen jaar geleden begon dit proces met sendimentaire afzetting en verzanding door de rivieren Palancia, Turia en Júcar in valleien van Carraixet en Poyo en de ontstane baai. En doordat de Middellandse Zee een rustige zee met weinig temperatuur verschillen is veroorzaakt deze ook maar weinig erosie wat het proces van verzanding in deze baai versnelde. In recentere tijden is er door toedoen van de mens een soort wetland ontstaan.
Niet elk laag gelegen gebied is een perfecte vlakte, gebieden dicht bij de vlaktes van de kust zijn omringt door uitlopers van de bergen zoals het Plana de Cuart of het Campo de Liria. De vlaktes zelf worden ook door kleinere heuvels onderbroken, zoals de Cabeçol van El Puig, de berg Santos bij Sueca, de Seirra Perenchisa van Torrente of de berg Van las Zorras van Cullera. Op deze wijze zijn de grasvelden en de natte zones (zonas humedas), de binnenzee van Valencia en de vennen van Rafalell y Vistabella en van del Moro, de belangrijke bruikbare delen van dit traditionele landschap.
Hydrografie
De rivier die door de stad zelf loopt is de Turia. Een rivier die aan de oostelijke kant van het schiereiland stroomt. Hij ontspringt in de muela de San Juan van de montes Universales, in de gemeente van Guadalaviar (Teruel), en na een 280 km mondt hij uit ten noorden van het strand van Pinedo. Het gebied is berucht om zijn overstromingen, met name die van 14 oktober 1957 de grote overstroming van Valencia, met een stromingssnelheid van 3.700 m³/s overstroomde een groot deel van de stad. Deze overstroming veroorzaakte veel persoonlijk- en materieel leed.

Dit zorgde ervoor dat men een project op startte om het overtollige water van toekomstige overstromingen snel te kunnen afvoeren en tegelijkertijd bouwde men een nieuwe infrastructuur voor de groei van de stad. Dit project kreeg gestalte door de bouw van het zogenaamde ‘Plan Sur’, een nieuw kanaal dat het overtollige water omleid naar het zuiden van de stad. Het kanaal staat normaal droog en alleen als er een overstroming dreigt voert zij het water af, de normale stroom van de rivier wordt gebruikt voor de irrigatie van de vruchtbare vlakte van Valencia (Vega de Valencia) doormiddel van sluisjes in het irrigatie systeem. De oude rivierbedding, die door de stad stroomde is omgevormd tot een ludieke culturele plek, de tuin van Turia (jardin de Turia).
De acht irrigatiekanalen worden door deze rivier gevoed. Aan de rechteroever het kanaal de Quart, van dit kanaal wordt een deel afgevoerd door het kanaal van Benáger i Faitanar. Dit is een kanaal van waaruit weer andere irrigatiekanalen; la acequia de Mislata, la acequia de Favara en het acequia de Rovella voortvloeien. En vanuit de linkeroever het acequia de Tormos; de acequia de Mestalla en de acequia de Rascanya. (acequia = irrigatiekanaal, irrigatiesloot)
Klimaat
Valencia heeft een mediterraan klimaat met zachte winters en hete droge zomers. De gemiddelde temperatuur door het jaar is zo´n 18,5°C. Januari is de koudste maand met temperaturen rond de 16 – 17°C en minimum temperaturen van ongeveer 7 – 8°C. Sneeuwval en temperaturen onder nul zijn zeer zeldzaam in de steden. De heetste zomer maand is augustus met maximum temperaturen rond de 30 – 31°C en minimum temperaturen van 21 – 23°C en een matig hoge luchtvochtigheid. Het temperatuurverschil tussen dag en nacht is hoogstens 9°C dit komt door de invloed van Middellandse Zee.
De jaarlijkse regenval komt neer op zo´n 450 á 500 mm (Nederland 800 á 900 mm) met een minimum hoeveelheid in de zomermaanden juni tot augustus van ongeveer 8 mm en een maximum in het najaar. Vooral in september en oktober dan ligt het gemiddelde op iets lager dan 80 mm. Door een effect van koude lucht hoog in de atmosfeer, wat men in Spanje ‘la gota fria‘, noemt valt er soms op een dag meer dan 150 mm wat dan onherroepelijk voor overstromingen zorgt. Het jaarlijkse gemiddelde van de luchtvochtigheid licht relatief hoog vanwege de invloed van de zee, deze ligt op ongeveer 65% en varieert maar weinig gedurende het jaar.

Natuurrampen

Het grootste risico van Valencia is het overstromen van de rivier de Turia, iets dat, gedurende de geschiedenis, al menig malen is voorgekomen, waaronder een aantal zeer ernstige. De grootste overstroming was die van 14 oktober 1957, de zondvloed van Valencia, waarbij op sommige plaatsen meer dan 300 mm neerslag viel in het stroomgebied van de rivier de Turia en de stad tegelijkertijd werd getroffen door twee vloedgolven. De eerste met 2700 m³/s en een gemiddelde snelheid van 3.25 m/s; en een tweede, meer gewelddadige van 3700 m³/s en een snelheid van 4.16m/s. Deze vloedgolven overspoelen het grootste deel van de hoofdstad met als gevolg, 80 doden en natuurlijk heel veel materiële schade.
Na deze overstroming kwam men met het idee om de stroming van de Turia om te leggen naar het zuiden van Valencia, het project genaamd ‘Plan Sur‘. Dit project geeft de rivier een afvoercapaciteit van 5000 m³/s evenals de verwerking van het water van de kleinere rivieren. De regering werkte het plan nog een tijdje tegen maar burgemeester Tomás Trénor Azcárrga confronteerde Francisco Franco, die het plan eerder had afgewezen, ermee. Met zijn gedrag bereikte deze burgemeester zijn doel ook ten aanzien van de critica’s die hij allen achter het plan kreeg waarna het werk aan de omleiding van de Turia kon beginnen.
Een ander risico wat we vaak tegenkomen in het Middellandse Zeegebied zijn de hitte- en koudegolven. In Valencia wordt elk jaar verscheidene malen gewaarschuwd voor hittegolven, dat volgens het Agencia Estatal de Meteorología (AEMET) een periode tenminste drie dagen met abnormaal hoge temperaturen inhoudt. Deze hittegolven veroorzaken zogenaamde ‘golpes de calor‘ (extreme hittegolven), die elk jaar voor een aantal doden zorgen. Daarentegen, komen er in de wintermaanden ook koudegolven voor, waarbij de temperaturen tot onder de 0°C dalen. Dit is te wijten aan ijzige luchtstromingen afkomstig van Noordpool of Siberië in de regio Valencia. De belangrijkste gevolgen van de koudegolven zijn gevaarlijk door ijsvorming op de wegen maar door onderkoeling van de daklozen.
Aardbevingsrisico’s ook deze ondervindt men in Valencia, want de stad is gelegen in een gebied met gematigde seismisch gevaar. Historisch gezien heeft Valencia verschillende aardbevingen geleden, waarvan één van de sterkste plaatsvond op 16 september 2003, die een magnitude had van 4.2 op de schaal van Richter. Nou is dit nog geen enorme intensiteit maar in 1823 en 1904 kreeg de stad aardbevingen met een intensiteit van 5 te verwerken. In 2010 en 2011 kreeg de stad in totaal 16 aardbevingen te verwerken alle van lage intensiteit, magnitude tussen 1.5 en 2.8 op de schaal van Richter.
Ecologie
Flora

Door dit mediterrane klimaat zijn de typisch mediterraanse bossen ontstaan, terwijl de maquia (een mediterraan ecosysteem waar we bomen en struiken vinden van 50 cm tot ten hoogste 4 meter) optreedt in gebieden waar de boomachtige begroeiing is verdwenen. Dit is ook grotendeels te danken aan de rotsachtige bodem. Het grootste deel van het gebied wordt gedomineerd door stikstofminnende soorten, met uitzondering van de valleien en rivierbeddingen in de buurt van de wetlands langs de kust, de lagune en het moeras Rafalell y Vistabella.
Door dit mediterrane klimaat zijn de typisch mediterraanse bossen ontstaan, terwijl de maquia optreedt in gebieden waar de boomachtige begroeiing is verdwenen. Dit is ook grotendeels te danken aan de rotsachtige bodem. Het grootste deel van het gebied wordt gedomineerd door stikstofminnende soorten, met uitzondering van de valleien en rivierbeddingen in de buurt van de wetlands langs de kust, de lagune en het moeras Rafalell y Vistabella.
De belangrijkste boomsoort die we in deze mediterrane bossen vinden (vooral in Dehesa de Saler) is de kleine steeneik (carrasca), de Aleppoden (Pino carrasco) en de Tamarisk (Taray), en in de onderbebossing of de gebieden van de maquia vinden we struikachtige soorten als de mastiekboom (Lentisco), de jeneverbes (Enebro), de hulsteik (Coscoja), de mirte (Mirto), de tijm (Tomillo), de brem (Aliaga), de rozemarijn (Romero), de Micromeria graeca (een familielid van de lipbloemen, die bij ons niet voorkomt) en de Europese dwergpalm (Palmito).
Anderzijds, vinden we er boomsoorten die behoren tot de rivierbossen zoals de boswilg (Sauce), de els (Aliso), de populier (Chopo of álamo), de fraxinus oftewel de es (Fresno), de iep (Olmo) en de tamarisk (taray). Onder de vaste planten of struikachtige in deze bossen komen de bies (Junco), het helmgras (Carrizo), de lisdodde (Anea), de orleander (Adelfa) en de braam (Zarza) voor. En in de drassige gebieden en langs de sloten vinden we verschillende moerasachtige vegetaties die wortel schieten in modderig zoetwater zoals het riet (Caña), de lisdodde (Anea), de zeegroene zegge (Mansiegas) en het helmgras (Carrizo).
In de duinenrij dichtbij de zee vinden we de pionierssoorten. Sommige van deze soorten zijn uniek voor de zogenaamde mobiele duinen zoals het helmgras (Carrizo) of de zeewinde (Campanilla de mar) en andere typisch voor de gevestigde duinen is een vuilboomsoort die niet voor komt bij ons in Nederland, de Rhamnus alaternus (Aladierno) en de mastiekboom (Lentisco). Tenslotte zijn er in het Parque natural de la Albufera nog succulenten te vinden als, het klein slijkgras (Hierba salada (zoutgras)) of zeekraal (Salicornia in Spanje ook wel Espárrago de Mar, zee-asperge genoemd).
Fauna

Het gebied rond Valencia heeft een grote biodiversiteit, dat in het natuurpark van Albufera nog eens versterkt wordt, door het wildlife herstel centrum “La Granga de El Saler”. Enkele vissoorten die in de provincie van Valencia voorkomen zijn, de tandkarper (el fartet), de Valencia hispanica (el samarugo) zijn endemische soorten. De paling (la anguila), de Mugil cephalus (el mújol) en de Europese zeebaars (la lubina) zijn van groot economisch belang voor deze regio.
U kunt hier ook een buitengewone rijkdom aan gevogelte in het gebied van Valencia observeren. Op het gemeentelijk grondgebied kunt u verschillende watervogels vinden, zoals de krooneend (pato colorado) met zo´n 10.000 exemplaren, de slobeend (cuchara común) met meer dan 20.000 exemplaren of de wilde eend (ánade azulón). Ook opmerkelijk zijn de kolonies reigers (garzas), en u kunt er de koereiger (garcilla bueyera) en de ralreiger (garcilla cangrejera) of de blauwe reiger (garza real) bekijken. Als laatste bijzonderheid merken we de aanwezigheid op van soorten als de visdief (charrán común), de grote stern (charrán patinegro), de himantopus (cigüeñuela común), de marmereend (cerceta pardilla) of de meeuw (gaviota).
Als we kijken naar de zoogdieren in de gebieden rond Valencia dan vinden we er knaagdieren zoals de bruine rat (rata parda), de waterrat (rata de agua), de bosmuis (el ratón de campo). Maar we vinden er ook enkele groepen huisspitsmuizen (musarañas), vossen (zorros) en vleermuizen (murciélagos), zowel de langvleugelvleermuis als de Europese bulvleermuis.

Op het grondgebied van Valencia vindt u ook enkele amfibieën , zoals de vroedmeesterpad (sapo partero común), de gewone pad (sapo común), de rugstreeppad (sapo corredor) de schijftongkikker (sapillo pintojo), de Spaanse knoflookpad (sapo de espuelas), de groengestipte kikker (sapillo moteado), de ribbensalamander (gallipato) en de Iberische meerkikker (rana verde común). Maar vinden we er verschillende soorten reptielen, zoals hagedissen (de Spaanse muurhagedis, de parelhagedis, de Spaanse parelskink, de franjeteenhagedis en de Algerijnse zandloper), slangen (de Moorse wormhagedis, de zuidelijke gladde slang, de hoefijzer slang (Hemorrhois hippocrepis), de hagedisslang en de wipneusadder) en gekko’s (de Europese tjitjak en de muurgekko) en schildpadden en moerasschildpadden (de Europese moerasschildpad en de Moorse beekschildpad).
Natuurgebieden
De stad Valencia heeft op zijn grondgebied verschillende belangrijke ecologische en culturele natuurgebieden en gebieden van landschappelijk belang die grotendeels zijn ontstaan door menselijke activiteiten.
Het natuurpark van Albufera

Deze plek van 21.120 ha. werd door de regering van Valencia op 23 juli 1986 tot natuurpark verklaart, en is 1990 opgenomen in de ‘Lista de zonas húmedas de importancia internacional’ (Lijst van internationale belangrijke vochtige gebieden) omdat dit een belangrijk gebied is voor de vogels, en nu dat deel uitmaakt van de Conventie van Ramsar van 2 februari 1971. Dit drassig gebied ligt op ongeveer 10 km ten zuiden van de stad Valencia, en bestaat uit een systeem gevormd door het Albufera meer met zijn zeer vochtige omgeving, dat grenst aan de kust.
Het moeras van Rafalell y Vistabella

Het moeras van Rafalell y Vistabella heeft een oppervlakte van 102,9 ha, het is een moeras dat zich ten noorden van de rivier Turia bevindt en tussen Alboraya en Sagunto. Het moeras wordt ‘gevoed’ door grondwater en het overgebleven irrigatiewater. De rietvegetatie overheerst het gebied grotendeels, waardoor het een ideale toevluchtsoord is voor verscheidene moeras- en kustvogels, samen met enkele soorten duinvegetaties op semi-vaste duinen en zoutminnende vegetaties, met soorten als het Limonium angustebracteatum (zeelavendel) en zeekraal. In de sloten en open stukken water vinden we onderwatervegetatie zoals het rivierfonteinkruid en het drijvend fonteinkruid. En natuurlijk zitten er vissen in het water zoals paling, zeebaars, mugil cephalus (hardersfam.) en de kleine koornaarvis, ook heeft men er de Valenciaans endemische vissoort Valencia hispanica (killivisjes), de Aphanius iberus (tandkarperfam.), de kleine modderkruiper en de Gambita de acequia (lokaal garnaaltje) terug weten te zetten in deze wateren.
La Huerta

La Huerta de Valencia dateert uit de tijd van het Romeinse Rijk toen Valencia nog diende als een kampement voor het doortrekken en overwinteren van troepen voor de verovering van Iberia. Deze Romeinen introduceerde nieuwe gewassen, zoals granen, olijven en wijnstokken. Deze waren echter, door de beperkingen die de omgeving met zich meebracht, niet productief genoeg.
Nu weten we echter dat deze boomgaard van Valencia pas echt tot ontwikkeling kwam in de Middeleeuwen, toen de islamieten zich ermee gingen bemoeien. Zij maakte in die tijd het belangrijke irrigatie netwerk doormiddel van kanalen met grotere en kleinere dammen, waarbij ze gebruik maakte van het sterke wassen van de rivier de Turia en de ravijnen, door dit systeem werden grote delen van het moerasachtige gebied drooggelegd en andere grote velden bevloeid. Men ontwikkelde tegelijkertijd diverse activiteiten langs dit irrigatiesysteem, men gebruikte watermolens om de stroming en circulatie in de sloten te regelen en zelfs om de wasgelegenheden van de huizen, en boerderijen in de buurt, van water te voorzien.
De stedelijke stranden
Valencia heeft twee stranden met fijn goudkleurig zand, het strand genaamd ‘las Arenas‘ en het strand ‘la Malvarrosa‘ welke in het zuiden worden begrenst door de haven van Valencia en in het noorden door het strand ‘Patacona’ van Alboraya. Het zijn echt stranden met een stedelijke karakter, meteen uitgebreide promenade met talrijke grote locaties, omgebouwde grote badhuizen, met een breed aanbod van horeca accommodaties met veelal lokale gerechten.
De stranden gelegen ten zuiden van de rivier de Turia hebben dat stedelijke karakter niet, zij liggen meer afgezonderd en zijn een stuk rustiger. Vanaf de stranden van Pinedo, met het stuk van Casa Negra, waar men een nudisten strand heeft, tot het strand van Perellonet of van Recatí en de kloof van Perelló, bevindt zich een zandige kusstrook, beschermd door duinen, met velen ruime stranden, omgeven door het natuurpark van Albufera.
Geschiedenis
De Oudheid
Niet zolang geleden vond men nog overblijfselen van de 4e en 3e eeuw v. Chr. Het zijn de tot nu toe oudste bewijzen van menselijke aanwezigheid in deze regio. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat Valencia en zijn omgeving, deel uitmaakte van een handelsroute voor keramiek en luxe artikelen.
Valencia is één van Spanje’s oudste steden, het werd in het jaar 138 v. C. (de tijd van consul Décimo Junio Bruto Galaico) opgericht door een tweeduizend tal Romeinse kolonisten die het Valentia Edetanorum noemde. In zijn tijd was het een Klassiek Romeinse stad omdat het op een strategische plek, dichtbij de zee was gelegen, het was een eiland in de rivier dat doorkruist werd door de Vía Augusta, die de Romeinse provincie Bética (Andalucía) met de hoofdstad van het Romeinse Rijk, Rome verbond. De kern van de stad was gelegen in de buurt van het huidige Plaza de la Virgen. Hier bevond zich het Forum en kruiste het Cardo en het Decumano (twee termen die gebruikt werden in de stedelijke planning van de Romeinse Rijk), dat waren en zijn nog steeds de twee hoofdassen van de stad. Het Cardo correspondeert met de huidige Carrer del Salvador en Plaça de l’Almoina en het Decumano met de Carrer dels Cavallers.
Tijdens de oorlog tussen de Romeinse politicus, generaal Cneo Pompeyo Magno en de belangrijke Romeinse politicus en militair Quinto Sertorio, in het jaar 75 v.Chr. werd de stad Valencia vernietigd, en pas na verloop van vijftig jaar herbouwd. De stad werd weer bewoond en in de eerste helft van de 1e eeuw begon men te bouwen aan de grote infrastructurele projecten, de stad maakte een enorme stedelijke groei door. Maar helaas na een paar eeuwen, om wel te zijn in de 3e eeuw viel er weer een nieuw tijdperk van achteruitgang in. In de laatste jaren van het Romeinse Imperium, de 4e eeuw, ontstond er in de stad een kleine christelijke gemeenschap.
De Middeleeuwen
Het visigotisch tijdperk

Een paar eeuwen later, samenvallend met de eerste golven van de Germaanse volksverhuizing en het machtsvacuüm van de keizerlijke regering, neemt de kerk steeds meer van de stad over en vervangt het de oude Romeinse tempels voor gebouwen van de christelijke eredienst. Met de Byzantijnse invasie (onder het bewind van Justiniano) vanuit het zuidwesten van het schiereiland, in 554, kreeg de stad een meer strategisch belang, en vestigden meer Visigotische militaire mogendheden zich in deze omgeving. Na de verdrijving van de Byzantijnen in 625 valt de stad terug in een donkere periode. Een periode in de geschiedenis van de stad waarvan slecht weinig bekend is omdat er nauwelijks iets gedocumenteerd werd, wat er op wijst dat er weinig veranderde in het stadsleven. Tijdens de Visigotische periode zetelde hier het bisschoppelijke aartsbisdom van de katholieke kerk, suffragaan aan het aartsbisdom van Toledo, welke de voormalige Romeinse provincie Cartaginense in het bisdom Hispania bevatte.
Het Valencia van de moslims

De fase die volgde op de islamitische verovering in 711, is wederom een donkere periode voor Valencia, er is maar weinig informatie over deze periode. Desondanks weten we dat Abd al Rahman I, de eerste emir van Córdoba, bevel geeft tot vernietiging van de stad, hoewel enkele jaren daarna Abd allah al-Balansi, zoon van Abd al-Rahman I, een vorm van zelfbestuur toeliet over de regio Valencia. Onder dit bestuur werd er aan de rand van de stad een luxueus paleis gebouwd, la Russafa, de naam is afkomstig van de omgeving met dezelfde naam. Maar van dit paleis is tot op heden nog steeds niets is terug gevonden. In deze periode kreeg de stad gedurende een paar eeuwen de naam Medina al-Turab (stad van modder of stof) voor de staat waarin de stad zich bevond.
De grootste bloei die de stad meemaakte begon met de koninkrijken van de Taifa’s, (11e eeuw) waarvan de taifa van Valencia er één was. De stad groeide, en in de bewindsperiode van Abd al-Aziz bouwde men een nieuwe muur om de stad met overblijfselen van de Cuitat Vella (de Oude Stad). De edele Castiliaan Rodrigo Díaz de Vivar (el Cid) veroverde Valencia op de moslims en hield de stad in handen van de christenen van 1094 tot 1102. En hoewel de Almoraviden het bewind, na de dood van Díaz de Vivar, weer overnamen en de moslim cultuur weer terug invoerde, verviel hun macht vrij snel met de opkomst van een nieuwe dynastie vanuit Noord-Afrika, de Almohaden uit Marokko, die de controle over het schiereiland vanaf 1145 overnamen. Tot het moment waarop Valencia weer terug viel in de handen van Ibn Mardanis, monarch van Valencia en Murcia. Dit bewind duurde slechts tot 1171 want toen viel de stad definitief in handen van de Noord-Afrikanen.
De herovering door de christenen

In 1238, werd de stad heroverd door Jaime I met hulp van troepen van religieuze militaire orders ((órdenes militares), dat waren troepen vergelijkbaar met de kruisvaarders). Na deze christelijke overwinning werd de moslimbevolking verbannen en de stad werd verdeeld onder diegene die aan de herovering hadden deelgenomen, zoals we terug kunnen vinden in de getuigenissen van het Libre del Repartiment. Jaime I verleende de stad enkele nieuwe wetten, genaamd ‘los Fueros de Valencia‘ (els Furs), die later voor het hele koninkrijk Valencia zouden gelden. Vanaf dat moment begon de stad aan een nieuwe historische fase aan de hand van een nieuwe maatschappij en een oude taal (Valenciaans), waarin de basis werd gelegd voor het Valenciaanse volk van vandaag.
Volgens de gegevens over de capitulatie van de stad, had de stad 120.000 moslims, 65.000 christenen, en 2.000 joden als inwoners en dankzij de capitulatie en de verdragen die ze hadden afgesloten, kon de bevolking van deze regio hun normale leven grotendeels voortzetten. Aldus, volgens de Arabische historicus Hussein Mones van de Universiteit van Caïro, waren dit de woorden van koning Zayan tot Jaime I op het moment dat hij de sleutels van de stad aan hem overhandigde.
De stad Valencia is het thuis van Moslims, nobele mensen van mijn volk, samen met christenen en Joden. Ik hoop dat je weet hoe je hen moet beheersen, zodat ze kunnen blijven leven in harmonie en dit land samen kunnen bewerken. Hier, gedurende mijn bewind, vertrokken processies voor de Heilige Week (Semana Santa) en de christenen belijden hun godsdienst vrij, aangezien onze koran Christus en de Heilige Maagd erkennen. Ik hoop dat u dezelfde behandeling toekent aan de moslims van Valencia.” |
De stad doorstond moeilijke tijden in het midden van de 14e eeuw. Van een kant, door de zwarte dood van 1348 en in het jaar daarop door andere epidemieën, die de bevolking van de stad decimeerde, en aan de andere kant, door een aantal oorlogen en opstanden, zoals de ‘Guerra de Unión’, een burgeropstand tegen de excessen van de monarchie onder leiding van Valencia als hoofdstad van het Koninkrijk. Maar ook de oorlog tegen Castilla, die ertoe dwong, in aller haast een nieuwe muur op te trekken om de stad te behouden. Tot twee keer toe, in het jaar 1363 en 1364, vielen de Castillanen aan. In deze jaren was de co-existentie tussen de drie gemeenschappen (christenen, joden en moslims) in de stad, nogal onrustige. De Joden, woonde in de omgeving van de Calle de la Mar, economisch en sociaal gezien waren ze er flink op vooruit gegaan en breide hun buurt zich, ten koste van aangrenzende gemeente, gestaag uit. Van zijn kant, de moslims hielden zich, na de herovering, meer op in de stad, in een Moorse wijk vlak naast de huidige markt Mosen Sorell. In 1391 bestormde een ongecontroleerde bende de Joodse wijk dat leidde tot het verdwijnen van deze gemeenschap en tot gedwongen bekering van haar leden tot het christendom. En in 1456, werd de Moorse wijk door een soortgelijke bende bestormd, maar hiervan waren de gevolgen minder desastreus voor de bevolking.
De Gouden Eeuw voor Valencia

De 15e eeuw was een tijd van economische, culturele en artistieke hoogtijdagen voor de stad. Gedurende deze eeuw groeide de bevolking van Valencia waardoor het de meest bevolkte stad van het koninkrijk Aragón werd. De lokale industrie (hoofdzakelijk textiel) onderging een geweldige ontwikkeling. In die dagen bedacht men ook de Taule de canvis, een soort wisselkantoor, een tussenpersoon tussen de bankbedrijven en de handel. Aan het eind van de eeuw bouwde men er de Lonja de la Seda y de os Mercaderes (de Zijdebeurs). De stad veranderde in een financieel imperium, dat handelaren uit heel Europa aantrok.
Dit economische hoogtepunt kwam ook tot uiting in het artistieke en culturele vlak. Tijdens deze periode bouwde men er enkele van de meest karakteristieke gebouwen van de stad; zoals de ‘Torres de Serranos‘ (1392) en het eerder vernoemde ‘la Longa‘.(1482), ‘el Miguelete‘ en de Kapel van de Koningen in het klooster van Santo Domingo. In de schilder- en beeldhouwkunst kreeg de Vlaamse – en Italiaanse school invloed op een aantal kunstenaars zoals Lluis Dalmau, Gonçal Peris of Damain Forment. In de literatuur, gesteund door het hof van Alfonso ‘el Magnánimo’, floreerde werken uit de hand van schrijvers als Ausias March, Roig de Corella of Isabel de Villena. Rond 1460 schreef Joanot Martorell het Tirant lo Blanch, een innovatieve roman van ridderlijkheid die vele latere auteurs, zoals Cervantes en Shakeseare beïnvloed hebben. En tussen de jaren 1499 en 1502 stichtte men er de Universiteit van Valencia onder de naam Estudi General.
Moderne tijd
Valencia en het Huis van Oostenrijk

Onmiddelijk na de ontdekking van Amerika was de Europese economie gericht op de Atlantische Oceaan in plaats van de Middellandse Zee. Ondanks de dynastieke unie met Castilla bleef de exploitatie van de Middellandse zee in handen van de voormalige kroon van Aragón, dat wil zeggen Valencianen, Catalanen en Mallorcanen, terwijl de verovering en de exploitatie van Amerika een exclusieve aangelegenheid was van Castilla. Hierdoor kwam Valencia in een acute crisis terecht, en dat manifesteerde zich al snel in de ‘Rebelión de las Germanías‘ ((1519 – 1522) opstand van de Broederschappen) een sociale opstand tegen de adel die de stad waren ontvlucht vanwege de pest epidemie van 1519. De leiders van de opstand waren wreed onderdrukt door de onderkoning Germana de Foix, waardoor zich de autoritaire centralisatie van Carlos I versnelde.
De crisis accentueerde zich in de 17e eeuw met de uitzetting van de Moren en de Joden in 1609, waardoor bijna een derde van de gehele bevolking van het koninkrijk vertrok. De macht van de adel werd steeds dominanter wat leidde tot de ondergang van het land en het faillissement van de Taula de Canvis in 1613. Tijdens de zogenaamde opstand van Cataluña (1640 – 1652), hielp Valencia Felipe IV met milities en geld om zijn zaak te beslechten, wat resulteerde in een periode van economische malaise die nog verergerd werd door de komst van troepen uit andere delen van Spanje.
Valencia en het Huis van de Bourbons.

Het grootste dieptepunt dat de stad meemaakte was de Spaanse Successieoorlog (1702 – 1709), dat het einde van de politieke en juridische onafhankelijkheid van het Koninkrijk van Valencia betekende. Na de slag om Almansa (25 april 1707) gaf Felipe V opdracht tot intrekking van de Valenciaanse jurisdicties, als straf voor de steun die het Koninkrijk had verleend aan Carlos de Austria (Karel van Oostenrijk). Nadat de ‘Decretos de Neuva Planta‘ waren ingesteld regeerde in Valencia de Spaanse jurisdictie. Felipe V maakte, tot woede van Valencia, Orihuela tot hoofdstad van het oude Koninkrijk van Valencia. Tevens gaf hij ‘Valencia’ opdracht om op audiëntie te gaan bij kardinaal Luis de Belluga, die tegen de verandering van de hoofdstad was, gezien de nabijheid van Orihuela als religieus, cultureel en nu ook politiek centrum ten opzichte van Murcia (hoofdstad van zijn andere onderkoningschap en zijn bisdom). Aldus, gezien zijn haat tegen de stad Orihuela liet hij deze tijdens de successieoorlog onophoudelijk plunderen en bombarderen, als protest tegen Felipe V, die uiteindelijk Valencia weer terug tot hoofdstad maakte.
Met de afschaffing van de Valenciaanse jurisdicties en het aanpassen van het Koninkrijk en de hoofdstad aan de wetten en de gewoonten van Castilla, laat de gemeentelijke overheid het na om verkiezingen uit te schrijven en laat deze rechtstreeks door de monarch benoemen. Valencia moest er aan wennen om een drukke stad te zijn, met de aanwezigheid van troepen in het bolwerk naast het klooster van Santo Domingo en andere gebouwen, zoals de Longa, die als kazerne werd gebruikt tot 1762.
De tegenwoordige tijd
De 19e eeuw

De 19e eeuw begon voor Spanje met een oorlog met Frankrijk, Portugal en het Verenigd Koninkrijk, maar het was de onafhankelijkheidsoorlog (Guerra de la Independencia) die het Valenciaanse land het hardst trof en specifiek de hoofdstad.
In de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog tegen het leger van Napoleon – welke ook bekend was als de ‘Guerra del Francés’ (Franse Oorlog) – vond de ‘Primera batalla de Valencia’ (Eerste Slag om Valencia) plaats op 28 juni 1808. (Je kunt nog steeds de kanonnen in de torens van Quart y Serranos gaan bekijken) De stad viel na een lang beleg, op 8 januari 1812, in handen van de troepen van Maarschalk Suchet. Deze bezetting duurde tot het eind van de oorlog in 1814. Na de overgave veranderde de Franse een aantal zaken in Valencia. Het werd de hoofdstad van Spanje toen Jose I hier zijn Hof zetelde in de zomer van 1812.

Toen de Franse zich terugtrokken, organiseerde generaal Elio een algemene militaire opstand die diende om Fernando VII terug op de troon te krijgen waarmee hij een begin maakte aan het absolutistische Sexennium (Restauración absolutista en España) (1814 – 1820). In de daarop volgende jaren, werden er, als gevolg van de wetgeving gesteund door de Spaanse Grondwet van 1812, die de bouw van gemeentehuizen beval in alle steden die het wettelijk minimumaantal buursteden overschreden, (het minimum van de buurgemeente was bepaald door de wet) werden talrijke districten in de buurt van de stedelijke kern van Valencia door de onduidelijke juridische situatie samengevoegd, waaronder Ruzafa en Grao.
Tussen de jaren 1850 en 1851 was Vicente Rodriguez de la Encina y Falco de Belaochaga burgemeester van de stad, hij gaf ook leiding aan het gemeentelijk ‘Casa de Beneficencia’, hij was de drijvende kracht achter de Banco de Valencia (opgericht in 1900), en directeur van de ‘Sociedad Valenciana de Aguas Potables’ (gesticht in 1846). Gedurende het bewind van Isabel II werd de titel van Hertog van Valencia toegekend aan Generaal Ramón María Narváez, het was een adellijke titel zonder enige jurisdictie.
In de vroege jaren 1840 werd de gasverlichting geïntroduceerd en kort daarna begon men de straten te plaveien, een taak die vele jaren in beslag nam door gebrek aan middelen van de gemeente. In 1850 werd het drinkwaternetwerk geïnstalleerd en de elektrische stroom werd in 1882 geïntroduceerd. In de afgelopen jaren consolideerde de groei en werden veel van de oude muren van de stad gesloopt.

In 1860 had de gemeente 140.416 inwoners. In 1858 ontwierpen de architecten Antonino Sancho, Sebastian Monteón Estelles en Timoteo Calvo het ‘Proyecto General del Ensanche de la ciudad de Valencia’ waarin gepleit werd voor de sloop van de muren zodat de stad zichzelf uit kon breiden (een tweede versie werd in 1868 gereproduceerd). Beide projecten kregen geen definitieve goedkeuring maar diende als basis voor de groei van de stad. In 1866 werden de oude muren van de stad in zijn geheel afgebroken zodat Valencia kon groeien.
Tijdens de ‘Revolución cantonal‘ (kantonale revolution) van 1873, formuleerde men het ‘cantón federal de Valencia‘ (het federale kanton van Valencia, afgekondigd op 19 juli en ontbonden op 7 augustus) waarbij de meerderheid van de comarcas (kleinere gemeentes) werden aangesloten bij Valencia. In 1894 stichtte men het ‘Circulo de Bellas Artes van Valencia‘.
De 20ste en de 21ste eeuw
Tijdens de 20ste eeuw was Valencia de derde meest bevolkte stad van Spanje omdat in deze eeuw de bevolking verdrievoudigde van 213.550 inwoners in 1900 naar 739.014 inwoners in 2000. Valencia was tijdens de 20ste eeuw ook de derde industriële economie van het land, dankzij belangrijke mijlpalen zoals het oprichten van de Banco de Valencia in het jaar 1900, de ontwikkeling van de stadsuitbreiding, de bouw van de ‘Mercado Central‘ en de ‘Mercado de Colón‘ (mercado betekend markt, maar deze verschilt zoveel met Nederlandse markt dat je het woord eigenlijk niet kan vertalen), en de constructie van het spoorwegstation Noord dat werd voltooid in 1921. Bovendien bood Valencia in de nieuwe eeuw een groot evenement aan, de Regionale Expositie van Valencia in 1909, een expositie die nationale en universele tentoonstellingen van andere steden over de hele wereld, samenvoegde. Dit evenement werd bevorderd door het literair cultureel handelsgenootschap van Valencia, met name door de voorzitter, Tomás Trénor en Palavicino, en werd tevens gesteund door de regering en de kroon, aangezien het werd geopend door Alfonso XIII.
Op 6 november 1936 werd Valencia, door toedoen van Francisco Largo Caballero, president van de regering, de hoofdstad van de Spaanse Republiek. Op 17 mei 1937 ging de regering over in handen van Negrín, en op 31 oktober van dat jaar verhuisde de regering naar Barcelona.

Op 13 januari 1937 vond vanaf een fascistisch Italiaans marineschip de eerste officiële bomaanslag op de stad Valencia plaats. Vanaf dat moment intensiveerde men de bombardementen en vonden deze plaats op vele gelegenheden, waarmee het aantal bombardement op het eind van de oorlog op 442 kwam te staan. Door de bombardementen raakte 2.831 mensen gewond en stierven er 874. hoewel men aanneemt dat deze getallen vele malen hoger lagen, gezien het gegevens waren die erkend werden door de regering van Franco.
Als gevolg van de zware overstroming van 1957 bouwde Valencia een nieuw kanaal om de rivier Turia (Plan Sur) om te leiden naar de rand van de stad, waarbij de oude bedding omgezet werd tot een speels aangelegd park. Aan het begin van de jaren ’60 van de vorige eeuw begon het economisch herstel. Jaren waarin Valencia een dramatische bevolkingsgroei, als gevolg van immigratie, en de uitvoering van belangrijke stedelijke projecten en infrastructuren, meemaakte.

Met de komst van de democratie, werd het oude Koninkrijk van Valencia omgezet naar een autonome gemeenschap (comunidad autónoma), de Comunidad Valenciana, en werd er in de Statuten van de Autonomie vastgelegd dat Valencia de hoofdstad was. Desondanks vond er in de nacht van 23 februari 1981 een poging tot een staatsgreep plaats die Jaime Milans del Bosch aan de macht moest brengen, maar deze liep op niets uit. De democratie leidde tot herstel van de Valenciaanse taal en cultuur, maar het kon niet voorkomen dat er bepaalde sociale spanningen (bekend als de Slag om Valencia (Batalla de Valencia)) rond de Valenciaanse symbolen ontstond.
Gedurende de eerste 25 jaar van de democratie heeft Valencia een enorme ontwikkeling doorgemaakt, voornamelijk door karakteristieke werken als het Palacio de la Musica, het Palacio de Congresos, de metro, het Ciudad de las Artes y las Ciencias van Santiago Calatrava en Félix Candela, de MuVIM, de IVAM, etc. Dankzij deze werken, evenals het geleidelijke herstel van de Ciutat Vella (de oude stadskern), die alle tezamen, elke dag vele toeristen naar deze stad trekken.
Territoriale organisatie en ruimtelijke ordening
Districten en buurten
De stad Valencia is verdeeld in districten en buurten. De wijken van de stad zijn op hun beurt verdeeld in zeven gedecentraliseerde bestuursorganen genaamd, wijkraden (juntas municipales de distrito). De zeven wijkraden zijn Ciutat Vella, Russafa, Abastos, Patraix, Tránsits, Exposició en Marítim. Sommige buurten en wijken waren voorheen onafhankelijke gemeenten die in de tweede helft van de 19e eeuw zijn opgenomen door de stad. Het overkwam Beniferri, Benimaclet, Patraix en Ruzafa, die in het 1877 aan de lijst van inwoners van Valencia werden toegevoegd; Benimámet en Orriols in 1887; Borbotó, Campanar, Mahuella, Pueblo Nuevo del Mar en Villanueva del Grao in 1897 en Benifaraig, Carpesa en Masarrochos in 1900.
Buurten en wijken van de stad per stadsdeel
Stedelijke structuur
Bruggen over de Turia
De rivier de Turia is een natuurlijke barrière die de stad in tweeën verdeeld, waarover, doorheen de geschiedenis, verschillende bruggen zijn gebouwd, waarvan sommige weer zijn vernietigd, en later weer vaak herbouwd, door de vele overstromingen van deze rivier. De rivier loopt van het westen naar het oosten, vanuit het park de Cabecera tot de haven, de bruggen zijn:
Puente del Bioparc, 21ste eeuw
Puente 9 de octubre, 20ste eeuw
Puente de Campanar, 20ste eeuw
Puente de Ademúz of de las Glorias Valencianas, 20ste eeuw
Puente de las Artes, 20ste eeuw
Puente de San José, 17e eeuw
Puente de Serranos, 16e eeuw
Puente de la Trinidad, 15e eeuw
Puente del Real, 16e eeuw
Pont de Fusta, 21ste eeuw
Puente de la Exposición (la peineta), 20ste eeuw
Puente de Flores, 21ste eeuw
Puente del Mar, 16e eeuw
Puente de Aragón, 20ste eeuw
Puente de Ángel Custodio, 20ste eeuw
Puente del Reino (de waterspuwersbrug), 20ste eeuw
Puente de Monteolivete, 21ste eeuw
Puente de Azud del Oro (de hamhouder), 21ste eeuw
Puente de Astilleros , 20ste eeuw
Parken en Tuinen
De Romeinen stichtte de stad Valencia als een soort rustplaats voor haar troepen, de moslims echter breide de stad uit met veel pleinen en tuinen. Tegenwoordig herbergt de stad verschillende parken en tuinen (el jardín Botánica, el parque del Oeste, el jardín del Turia, met meer dan 6,5 km vegetatie, etc) en ongeveer 90% van de wegen bevat kleinere tuinen of groen stroken. Ondanks dit alles heeft de stad slechts 5,65 m2 groen per inwoner, dat is weinig als we het vergelijken met andere grote Spaanse steden. Enkele van de meest populaire parken en tuinen in de stad zijn:

El Jardín del Turia, ligt in de oude bedding van de rivier met dezelfde naam. De rivier is om de stad heen geleid en haar originele bedding heeft men omgevormd tot een stadstuin van meer dan 6,5 km. Het is verdeeld in verschillende delen.
El Jardín Botánico, wordt beheert door de Universiteit van Valencia, en haar internationale identiteitscode als een botanische instelling is VAL.
De jardines del Real en van Viveros, bevinden zich in de wijk van de Pla del Real rechts van de plaats waar het vroeger het Koninklijk Paleis stond.
Het Paseo de la Alameda was de vroegere toegang tot het Koninklijk Paleis vanaf de zee. Tegenwoordig is het een wandeling van ongeveer één kilometer tussen de puente del Real en de puente de Aragón. Later is het nog verder uitgebreid tot een lengte van 2,5 km maar het bevat geen tuin gedeelte.
De parterre of het Plaza de Alfonso el Magnánimo werd rond 1850 gebouwd op een aantal bestaande percelen van het oude Plaza de la Aduana. Daarna is er maar weinig veranderd in deze tuin. De grootste verandering werd veroorzaakt door de overstroming van 1957 die de tuin zodanig beschadigde, dat men deze opnieuw moest opzetten. Er zijn toen enkele veranderingen qua vorm aangebracht.
Het park Benicalap ligt naast het historisch centrum van de stad, het terrein behoorde tot het Ministerie van Landbouw, en werd jarenlang gebruikt als centrum voor experimenten en onderzoek en op het gebied van tuinbouw.
De Jardín de Ayora, is een tuin met een vrije indeling, met romantische details samen met een modern paleisje (Palacete de Ayora), gebouwd in 1900.
Historisch en artistiek erfgoed
Monumenten en religieuze gebouwen
De Kathedraal

De kathedraal van Valencia is, volgens de tradities van de 13e eeuw en naar de wens van Jaime I, gewijd aan Santa María. Dit gebeurde in 1238 door de eerste bisschop van Valencia na de herovering, Fray Andrés van Albalat. De kathedraal staat op de oude moskee van Valencia, die op zijn beurt op de Visigotische kathedraal was geplaatst. De overheersende bouwstijl van de kathedraal is de Valenciaanse of Mediterrane gotische stijl, met mix van Romaanse, Frans-gotische, Renaissance, barokke en neoklassieke elementen.
Het bevat een aantal van de oudste en tevens beste schilderijen uit de Quattrocento periode van het Iberisch schiereiland, die kwamen uit Rome gemaakt door kunstenaars die werkte voor Alexander VI. Deze laatste Valenciaanse Paus, verzocht toen hij nog kardinaal Rodrigo de Borja was, om het Valenciaanse hoofdkantoor op te waarderen tot de rang van Metropolitan, een categorie die in 1492 door de toenmalige Paus Innocentius VIII werd toegekend. Binnen in de kerk vereerd men de Santo Cáliz een heilige uit de 1ste eeuw, door Alfonso ‘el Magnánimo’ in 1436 geschonken aan de kathedraal.
De klokkentoren is bekend onder de naam ‘el Miguelete‘ of ‘el Micalet’. Men begon met de bouw van deze toren in 1381 en werkte er aan tot 1429. Als gevolg van de complexiteit werd er door verschillende meesters aan deze toren gewerkt. De eerste was Andrés Julia in 1381, gevolgd door José Franch vanaf 1396, Pedro Balaguer 1414 (bouwer van de Torres de Serranos) en als laatste meester (architect) was Martín Llobet in 1425. Later bouwde men de klokkengevel (espadaña) (1660 – 1736).
Basílica de la Virgen

Gedurende de 17e eeuw zijn er in Valencia vele barokke gebouwen gebouwd, waarvan de meeste religieus, en ook werden er, zowel interieur als exterieur, oude gotische gebouwen getransformeerd. De koninklijke kapel van de ‘Virgen de los Desamparados’ (de Maagd van de Hulpeloze), welke vanaf 1872 de klasse van basiliek kreeg, werd gebouwd tussen 1652 en 1666 door Diego Martinez Ponce de Urrana. Het was één van de belangrijkste werken van deze architect in die tijd, met instemming van en mogelijk aangestuurd door Juan Gomez de Mora, grootmeester van de koning.
In het begin van de 20ste eeuw maakte men plannen voor een majestueuze uitbreiding van de basiliek. Daarom schreef de prelaat in 1932 een wedstrijd uit voor deze verbouwing die werd gewonnen door Vicente Traver. Volgens het ontwerp kreeg het nieuwe gebouw de hoogste koepel van de stad en was het de grootste in Europa. Maar tijdens de Burgeroorlog brandde een deel van de basiliek af en werd het werk niet uitgevoerd. Decennia later kwam men terug op het plan, maar aan het begin van het werk aan de achterzijde van de basiliek, ontdekte men oude Romeinse, Visigotische en Arabische ruines, dit betekende het permanente einde voor de plannen van de verbouwing.
Santa Catalina Mártir

De kerk gewijd aan Santa Catalina Mártin, staat ook op een voormalige moskee en verwierf in 1245 reeds de rang van parochie. Het bestaat uit een enkel schip met laterale steunberen die tussen de kapellen werden geplaatst. Het is de enige gotische kerk van de stad met een kooromgang, net als bij de kathedraal.
In de 16e eeuw was het gebouw geheel bedekt met classicistische decoraties, naar de smaak van de toen heersende hoog-renaissance. Na een angstaanjagende brand in 1548 werd de kerk gedeeltelijk gereconstrueerd. In 1785, kreeg de kerk een meer barokke uitstraling, volgens de toen heersende mode. En in de ’50 jaren van de vorige eeuw werd het weer naar de oorspronkelijke gotische staat teruggebracht, waarbij alle muren werden ontdaan van hun barokke en neoklassieke ornamenten.
De klokkentoren werd gebouwd tussen 1688 en 1705 door Juan Bautista Viñes, wiens naam werd gegraveerd op een gedenksteen, die te vinden is aan de basis van de toren. Het Valenciaanse barokke meesterwerk heeft een hexagonaal (zeshoekig) plan en is in de hoogte verdeeld in vier verdiepingen, van elkaar gescheiden door lijstwerk, plus het gedeelte met de klokken met daar bovenop de ‘torenspits’.
Real Parroquia de los Santos Juanes

De eerste kerk van Santos Juanes was, als zovele religieuze gebouwen uit die tijd, gebouwd op de resten van een van een moskee (1240). Ze stond buiten de muren van de Arabische stad, in de buurt van de poorten van Bab al-Qaysariya en die van Culebra. De kerk was toen meer bekend onder de naam Boatella. Toen de christelijke stadsmuur werd gebouwd viel de kerk binnen deze muren van Valencia.
Van de oude Gotische structuur is het schip en het grote ronde verblinde venster, dat bekend is als “de O van Sant Joan”, en dat bedoeld was als een groot roosvenster in de gevel. In 1592 brandde de kerk bijna geheel af waardoor men gedwongen werd haar bijna geheel te reconstrueren. Een werk dat gedurende 17e en de 18e eeuw werd uitgevoerd. Wat opvalt, en toch zeer ongebruikelijk was, is de brede gevel aan de kant van de markt, dat gezien kan worden als een enorm groot stenen altaar op een terras dat domineert over het tegenoverliggende plein met de Lonja van Valencia, om zodanig een uniek stedelijk samenkomend complex te vormen. De sculptuur van de “Virgen del Rosario”, een stukwerk van Jacopo Bertesi, is hier het leidende kunstwerk, met daarboven de kloktoren geflankeerd door twee Santos Juanes (Heilige Johanessen) en bekroond met de beroemde “pardal de Sant Joan” (de vogel van de Heilige Johannes), de windwijzer die, volgens de overlevering, op zoek was naar kinderen die door hun ouders waren achtergelaten op het plein. In het onderste deel van het terras bevonden zich ” les covetes de Sant Joan” (de grotten van Sint Johannes), in het souterain, waar zich ooit tweedehandszaakjes voor metaalwaren of ander soort zaakjes voor tweedehands spul bevonden. In de nieuwe verhoogde kerk (nadat het een moskee was geweest) predikte San Vicente Ferrer, voor het eerst van zijn leven, op de dag van San Juan Bautista.
Het interieur van de kerk is overweldigend gedecoreerd met barok, beelden van Bertesi die personages voorstellen van de Twaalf Stammen van Israël. Alle fresco’s op het gewelf zijn van Antonio Palomino. Deze kerk werd op 26 februari 1947 tot “bien de interés culturele” (van groot cultureel belang) uitgeroepen door middel van Besluit in “Boletin Oficial de Estado” (de Staatskrant).
San Juan del Hospital

De kerk van San Juan del Hospital was de eerste kerk in Valencia, gebouwd na de kathedraal, als en priorij van de ridders van de orde van San Juan de Jerusalén (Maltezer Orde). De stichting dankt zijn bestaan aan een toewijzing van koning Jaume I, ten tijde van de verovering van Valencia, aan de Johannieterorde. Ridder Hugo de Folcalquier, luitenant van de Meester van de Orde van de Kroon van Aragón, kreeg van de koning een stuk grond naast de poort van Xerea om er een priorij op te bouwen. Er werd een variëteit aan gebouwen op het stuk grond geplaatst: een kerk gewijd aan San Juan Bautista; een ziekenhuis, dat overeenkwam met de specifieke zorgtaken van deze militaire orde, dat de naam “de Jeruzalén, del Hospital, de Rodas y de Malta”; een klooster; en een eigen begraafplaats voor de overleden ridders van het hospitaal. Dit alles bouwde men tussen 1238 en 1261. Het klooster werd tot 1316 nog enkele malen uitgebreid.
De kerk bevat een binnenplaats dat is versierd met keramische schilderijen van de Vía Crucis, tevens bewaard men hier de architectonische overblijfselen en losse elementen van gebouwen die deel uitmaakten van deze stichting. De kerk beslaat een oppervlakte van 36 meter lang en 19 meter breed en is samengesteld uit een puntig gewelf met gewelfkappen van steen op dikke gordelbogen die rusten op kraagsteen. Boven het priesterkoor (presbyterium) bevind zich een veelhoekig hoofd van vijf kanten bedekt met gewelven, het werd gebouwd in de 13e eeuw en verlicht door een lange hoge ramen in gotische stijl, het middelste raam is iets breder, met traceringen (raamwerk) en vanbuiten versierd met aangehechte kolommen. De op de stenen gewelfribben, in kruisverband gemetselde bakstenen gewelven en de wandafwerkingen, zijn van een latere tijd. Van de 14e eeuw zijn de twee hoge kapellen die de oude muren perforeren door middel van archivolte spitsbogen die men aanbracht tussen de steunberen.
De zijkapellen zijn geconstrueerd doormiddel van grote arcosoliums om toegang te krijgen tot deze zijkapellen worden de muren van het schip ondersteund door cisterciënzer spitsbogen staande op geschakelde kolommen afgewerkt met een beschermend pleisterwerk. De fresco’s op de stenen gewelven zijn slecht gedeeltelijk bewaard gebleven en in afwachting van restauratie. In het eerste deel zien we het evangelie, de laatste twee zijn een stuk ruimer en bedekt met diagonale kruisribben. Aan het kopeind zien we twee loggia’s met spitsbogen aan de zijkanten van het schip.
Monasterio de San Miguel de los Reyes

Dit klooster is een belangrijk werk voor de Valenciaanse renaissance, dat volgens sommige auteurs gezien kan worden als een voorganger van het klooster van “El Escoral“. Dit Hiëronymite klooster is een cultureel centrum en herdenkingskerk ter herinnering aan zijn stichter. De eerste steen werd in 1548 gelegd door de bisschop en Ferdinand van Aragón, hertog van Calabria. De bouw van het klooster ging door tot in de 17e eeuw, de bouw van de kloosterkerk begon in 1601.
In 1821 werd de Hiëronymite gemeenschap door de secularisatie, na een periode van drie jaar verdrongen. Het gebouw werd in overeenstemming met het Koninklijk Besluit van 2 juli 1821 gekwalificeerd als Casa de Beneficencia y Corrección (Huis van Liefdadigheid en Correctie). In 1823 kwamen de broeders terug om een aantal kleine werkzaamheden te verrichten. In 1835 sloot men het klooster definitief voor de kloosterlingen en werd het klooster eigendom van de staat. Na de secularisatie, werden de kunstwerken en de boeken die overgebleven waren na de plunderingen van de Onafhankelijkheidsoorlog (Guerra de Independencia) overgebracht naar het Museo de Bellas Artes van Valencia, de meeste boeken, waaronder die uit de waardevolle bibliotheek van de hertog van Calabria, gingen naar de Universiteitsbibliotheek.
Cruces de término

Deze kruizen werden in koninkrijk Aragón ‘peirones‘ genoemd en in de rest van Spanje noemt men het ‘humilladeros‘ (bedehuisjes), ze staan langs de wegen om de grenzen van de stad aan te geven. De gemeente Valencia is eigenaar van alle kruizen binnen haar gemeentelijk gebied, evenals enkele kruizen buiten het gebied van Valencia, zoals het kruishuisje op de weg naar Barelona, staande in Almacera en het kruishuisje van Mislata.
Het bedehuisje van de oude “Camino Real de Jávita” (Koninklijke weg van Javita), momenteel noemt men deze de calle San Vicente. Het is een gotisch gebouwtje dat daar in 1376 is neergezet door een onbekende initiatiefnemer. Tussen de jaren 1432 en 1435 vernieuwde de bouwmeester Juan del Poyo en beeldhouwer Johan Llobet het bedehuisje in opdracht van de fabriek van Murs en Valls en in de 16e eeuw wordt het huisje nogmaals hersteld. Daarna wordt het in 1898 door José Aixa nogmaals volledig herstelt. Een ander kruis is dat van Camí del Mar dat op dit moment in een klein parkje aan de Avenida del Puerto staat, dat oorspronkelijk een laat gotisch stenen kruis was, is later na de verdwijning van het origineel, vervangen door een metaal kruis. Men heeft het voetstuk en het decoratieve beeld, hoewel het in een slechte staat verkeerd, geconserveerd. Tussen 1423 en 1428 werd er door Martí Llobet en zijn zoon Joan Llobet aan gewerkt.
Andere kruizen zijn die van Pinedo, dat een moderne reproductie van het originele kruis is. Gemaakt in 1995 door de Valenciaanse beeldhouwer Jesús Castelló. Een ander kruis dat de grens aangeeft is dat van de Avenida de Cataluña, onthuld op 3 mei 1965, het staat langs de afrit van de oude weg van Barcelona naar Valencia. Ook het kruis van Pista de Silla is een grens aangevend kruis dat in 1965 is gemaakt door de beeldhouwer Antonio Sacramento, en zo geeft ook het kruis van de Avenida de la Cortes Valencianas de grens aan.
Monumenten en gebouwen
Gotische gebouwen
Het “Lonja de la Seda” (Zijdebeursgebouw) is een gotisch meesterwerk van Valencia<. Het staat, tegenover de kerk van ‘Santos Juanes’ en de ‘Mercado Central‘, op het Plaza del Mercado, nummer 31, in het historisch centrum van de stad, en werd in 1996 door UNESCO als werelderfgoed verklaard.

Dit Lonja werd gebouwd tussen 1482 en 1548 en de eerste architect die er aan werkte was Perer Compte tussen 1483 en 1498, naar het idee van de Lonja van Palma de Mallorca. Het moest een gebouw worden dat de rijkdom, de sociale ontwikkelingen, en de prestigieuze commerciële revolutie van de Late Middeleeuwen van de Valenciaanse Gouden Eeuw (15e eeuw) aangaf. Iets hoger gelegen en aan de andere kant van de patio vindt u in het Consulat del Mar een hand bewerkte overkapping. Zondags wordt er in het gebouw een verzamelaarsmarkt voor postzegels en munten gehouden, dit is waarschijnlijk de enige activiteit die nog iets gemeen heeft met de originele functie van het gebouw.

Een ander gebouw in de gotisch-renaissance stijl is het Palacio de Benicarló, het huidige hoofdkwartier van het Valenciaanse Parlement. Het gebouw is een aristocratisch herenhuis dat in de 15e eeuw werd gebouwd als residentie van de familie Borja in de hoofdstad van het oude koninkrijk Valencia. Tussen 1485 en 1520, werden er een aantal aanpassingen aan dit huis uitgevoerd door Pere Compte (exponent architect), evenals de constructie van de stenen trappen van de patio. Het was zaak dat er veel aandacht, tijdens de transformatie was gericht, op een grotere leefbaarheid van het gebouw en dat daarom toonaangevende, en toch plaatselijke, architecten en kunstenaars werden gedelegeerd voor dit werk. Kortom, zijn analyse laat ons toe, de ontwikkeling daarvan te begrijpen tussen enkele hoogdravende ambities zijnerzijds en het in vergetelheid geraken.
Het Palacio de la Generalidad Valenciana (Regering van de autonomie Valencia) is ook een laat-gotisch gebouw met renaissance interventies daterend uit de 15e eeuw. De bouw van het paleis begon in 1421 en werd tot in de 16e eeuw uitgebreid onder andere met een grote toren van de architect Montano. In 1831 nam de territoriale rechtbank haar intrek, dat later in 1922 de Provinciale Staten werd. Van 1947 tot 1951 werd het gebouw gerestaureerd.
Plafond Cámara Dorada del Consulado del Mar, Lonja de la Seda.
De poorten en de muren

De Torres de Serranos (Torens van Serranos) is één van de twaalf poorten van de oude stadsmuur van Valencia. Zijn naam lijkt afkomstig te zijn van de ligging van de poort in het noordwesten van waaruit de stad verbonden is met wegen die leiden naar Los Serranos. De gemeente van Valencia, geeft de bouwmeester Pere Balaguer opdracht deze poort te bouwen. Hij werd geïnspireerd door andere Catalonische poorten zoals de Puerta Real del Monasterio de Poblet (de koninklijke poort van het klooster van Poblet) welke zijn oorsprong vond in de Genuese architectonische stijl. Het werk begon op 6 april 1392 op een plek waar voorheen ook een toegangspoort had gestaan, aan het eind van de maand maart 1398 werd de poort in gebruik genomen.
De Torres de Quart, een paar tweelingstorens, maakte ook deel uit van deze middeleeuwse verdedigingsmuur die de stad Valencia omringde. Deze torens liggen op de kruising van de Calle Guillén de Castro en de Calle Quart. De Torres de Quart werden in de 15e eeuw, tussen 1441 en 1460, gebouwd door de “Meesters in de nobele kunst van het steen” (mestres en el noble art de la pedra), Francesc Baldomar en Pere Compte. Bij dit werk waren ook Thomas Oller en Jaume Pérez betrokken. De stijl is van een laat gotische militaire wijze, een imitatie van de Arc de Triomphe van het Castell Nuevo van Napels.
Barokke en Neoklassieke gebouwen

Het Palacio del Marqués de Dos Aguas, zoals we het nu kennen, is het product van een radicale hervorming, uitgevoerd op het oude landhuis van Rabassa de Perellós, eigendom van de Markies de Dos Aguas, in het jaar 1740 in een duidelijke rococo-stijl. Aan de voorkant van het paleis bevind zich de hoofdingang welke is uitgevoerd in albast door Ignacio Vergara op een ontwerp van van Hipólito Rovira. Het is een voorstelling van de Maagd, waaronder twee waterstromen ontspringen, een verwijzing naar de naam van de markies, met aan twee Atlantiërs aan de kant van deze rivieren wat alles bij elkaar een weelderige aspect moet symboliseren. Momenteel herbergt het gebouw het Museo Nacional de Cerámica en de Artes Suntuarias González Martí.
Een ander bekend gebouw uit deze tijd is het Palacio de Justicia van Valencia, wat eigenlijk het Casa de la Aduana Real (Koninklijke Douane gebouw) was, dat tussen 1758 en 1802, in het tijdperk van Carlos III, werd gebouwd. Toen het gebouw werd gebruikt door de Koninklijke Douane passeerde hier alle maritieme handel die bestemt was voor Valencia, want dit was het 18e eeuwse economische centra van Spanje. In 1828 werd het gebouw gebruikt door een sigarenfabriek en in 1914 werd het gebruikt als zetel van het Palacio de Justicia.
Het Plaza de Toros van Valencia werd gebouwd tussen 1850 en 1860 op een plek van een andere arena die door budgettaire problemen eigenlijk nooit voltooid werd. Het is een neoklassiek, op Romeins burgerlijke architectuur geïnspireerd, het theater Flavio Marcelo (Coliseo), en het Amfitheater de Nimes (Frankrijk). Het werd gebouwd door de Valenciaanse architect Sebastián Monleón Estellés. Het is een polygonal gebouw met 48 zijden, 17 meter hoog en met een diameter van de ring van 52 meter. Met deze afmetingen behoort het tot de grootste arena’s van Spanje.
Het modernisme

Het Casa Consistorial (Gemeentehuis) van Valencia is een enigszins trapezoïde (onregelmatige vierhoek) gebouw in een huizenblok, twee constructies, ieders in zijn periode, goed gedifferentieerd: la Casa de Enseñanza, gebouwd op initiatief van aartsbisschop don Andrés Mayoral, tussen 1758 en 1763; en de voorgevel van het gebouw, gerealiseerd tussen de tweede en derde decennia van de 20ste eeuw in een overduidelijke modernistische stijl. Op 1 maart 1962 per decreet 474/1962 (BOE9-03-62) werd het gebouw verklaard zijnde van Interés Cultural (BIC) (van Cultureel Belang), en ondertussen is het ook uitgeroepen tot Nationaal Historisch-Artistiek Monument.
Een van de meest belangrijke modernistische gebouwen van Valencia is het Estación del Norte (station Noord), gebouwd tussen 1906 en 1917, waar men gebruik maakte van de stedelijke transformatie aan het eind van de 19e eeuw door daar een braak liggend stuk terrein voor te gebruiken. Het is een van de meest symbolische monumenten van de burgerlijke architectuur in de stad. Het werk, ontworpen door de architect Demetrio Ribes is onderdeel van de modernistische stijl, waar u kunt genieten van de invloeden van het Europese aspect van de Sezession, gekenmerkt door een modernisme van rechte lijnen in tegenstelling tot de meer typische bochtige vormen van het Valenciaanse modernisme.

De Mercado Central is een ander gebouw in de modernistische stijl waarmee in 1914 werd begonnen met de bouw. Het was een ontwerp van Francesc Guàrdia i Vial en Alexandre Soler i March, beide opgeleid op de School voor Architectuur van Barcelona en werkend in het team van Lluís Domènech i Montaner, een architect die zich kenmerkte door een unieke stijl binnen de lijnen van het modernisme. Dit gebouw combineert metaal, glazen koepels en kolommen als een modernistische herinnering aan de gotiek, als een kathedraal van de handel goed gecombineerd met het naburige Lonja de los Mercaderes. In het midden van het gebouw een enorme koepel bekroond met een windwijzer.
De Mercado Colón is een duidelijk voorbeeld van moderne 20ste eeuwse architectuur. Het was een ontwerp van Francisco Mora Berenguer tussen 1914 en 1916. De Mercado werd op kerstavond 1916 geopend en volgens de kronieken van de lokale kranten, was dit een spectaculair evenement: vanaf het Plaza de Toros liet men een optocht van de Guardia Municipal Montada met trommels en trompetten, samen met de standhouders van de Mercado in verschillende groepen vissen, vogels, vlees, bloemen en groente en fruit en een praalwagen voor de feestkoningin en haar hofhouding, door de stad trekken. Het gebouw van de Mercado is uitgeroepen tot Monumento Nacional.

In het havengebied van Valencia vindt u andere meer belangrijke modernistische werken, de loodsen van de haven van Valencia. De auteur en drijvende kracht achter dit alles was ingenieur Federico G. de Membrillera, adjunct-directeur van de haven van Valencia aan het eind van de 19e eeuw. Tot de tweede helft van de 19e eeuw was de enige infrastructuur in de haven van Valencia een eenvoudige houten pier. Door de toename van het goederenverkeer zag men de noodzaak van uitbreiding wel in en begon men met de constructie van zes loodsen. Hoewel de ingenieurs een versiering op deze loodsen eisen, dwingt het gebrek aan budget op dat moment het project te vereenvoudigen. Desondanks verwijst het modernistische decor met reliëfs naar de handel en navigatie en andere polychrome keramische mozaïeken op typische Valenciaanse onderwerpen.
De werken van Santiago Calatrava
Het complex Ciudad de las Artes y las Ciencas, ontworpen door Santiago Calatrava en Felix Candela is één van de meest populaire gebieden van de stad. Dit complex werd op 16 april 1998 ingewijd tegelijk met de opening van het Hemisférico. Het duurde tot 31 oktober 2009 voordat men het Ágora opende, hoewel men daar nog lang bezig was met het herstellen van enkele details nadat men enkele problemen had gevonden in de constructie van de buitenkant van het gebouw.

De Nueve de Octubre brug werd in de jaren ’80 van de vorige eeuw gebouwd door de toen nog niet bekende architect Santiago Calatrava, het was zijn eerste werk als architect voor Valencia. De brug staat bekend om de originaliteit van zijn vormen de abstracte sculpturen aan het begin van de brug.

Een ander werk ontworpen door Santiago Calatravais het samen met de brug de la Expòsición gevormde metrostation de la Alameda, dat is gelegen onder de oude Turia rivierbedding waar u naar beneden moet om toegang tot het metrostation te krijgen. Deze werken werden ingehuldigd in 1995. Het was opmerkelijk dat beide elementen tegelijkertijd gebouwd werden, het metrostation werd ter plekke gebouwd, terwijl men de brug bouwde op het terrein ernaast, die, na de voltooïng van het station, op het station geplaatst werd.

Cultuur
Valencia is al eeuwen lang bron-, en toevluchtsoord voor cultuur. Het was, bijvoorbeeld het tweede centrum van de productie en verspreiding van stripverhalen in Spanje, na Barcelona en met voorsprong op Madrid, dankzij uitgevers als Valenciana en Maga, waardoor de zogenaamde Valenciaanse School van Cartoons (Escuela Valenciana de historieta) behoorlijk groeit. Op het moment zijn er een groot aantal culturele manifestaties gerelateerd aan de essentie van deze mediterrane stad. Veel van deze manifestaties worden gehouden in openbare ruimtes en worden daardoor ondersteund en ook bevorderd door de verschillende overheidsinstanties.
Musea, archieven en bibliotheken
De stad Valencia, rijk aan monumenten en architectonische ruimtes van belang, heeft meer dan vijftig musea en expositieruimtes, waarvan er vele zijn gerealiseerd dankzij bijdrages en donaties van particulieren.

De belangrijkste musea voor beeldende kunst in de stad zijn het museo de Bellas Artes San Pío V en het IVAM (Institut Valencià d’Art Modern), die over ruimtes beschikken waar u kunt genieten van permanente collecties en tijdelijke exposities en waar men verschillende activiteiten ontwikkeld, bedoeld voor alle burgers en bezoekers die naar de stad komen. Ze worden beheert door verschillende overheden, bedrijven en private samenwerkingen.
Het museum Nacional de Cerámica y de las Artes Suntuarias González Martí, installeerde zich in het voormalig Palacio del Marqués de Dos Aguas, zoals al eerder vermeld een imposant barokke gebouw, dat de meest volledige keramiek collectie van Spanje bevat, en één van de belangrijkste van Europa.
Er zijn ook verschillende historische musea, zoals het Casa de las Rocas, dat reeds in de 15e eeuw werd gebouwd en bedoeld als museum. Het Museo de Historia de Valencia (museum van de Geschiedenis van Valencia), werd op 7 mei 2003 geopend in het gebouw dat van origine het eerste waterdepot van Valencia was, werd gebouwd door Ildefonso Cerdá en Leodegario Marchessaux van een ontwerp van Calixto Santa Cruz. Of het museum Almonia dat op 20 december 2007 werd geopend en dat staat op het gelijknamige plein, de plek waar in de grond vele Romeinse, Visigotische en islamitische vondsten zijn gedaan.
Ook de collecties van paleontologische musea zijn historisch. Vanaf 1908 wordt er in het museum Almudín en momenteel ook het Paleontologisch museum, in de tuinen van Viveros geëxposeerd, waar u unieke geologische en paleontologische stukken kunt zien. Maar ook die van het museum van natuurwetenschappen, het stierenvechters museum (naast de arena) het Rijst museum en het Fallero museum.

Andere musea zijn gewijd aan illustere Valencianen zoals de beroemde schrijver Blasco Ibáñez, waarvan men zijn voormalige strandhuis in Malvarrosa, heeft omgebouwd tot museum. Of het huismuseum Benlliure in de Calle Blanquerías, en het meest recente van alle, het huismuseum Concha Piquer in de Calle Ruaya.
De Avant-garde kunst vond een plek in het aloude Sala Parpalló, dat in het jaar 1980 werd geopend als pionier in de hedendaagse kunst. De sterkste verwijzing naar de moderniteit is de Ciudad de las Artes y de las Ciencias (de stad van Kunst en Wetenschappen) omdat het de verschillende disciplines van kunst en cultuur op dezelfde plaats bijeenbrengt, waaronder diverse musea, aquaria, tentoonstellingshallen, omniversum en recreatieve ruimten, zowel in de openlucht als in geconditioneerde ruimten.
Verder zijn er nog eens 39 gemeentelijke bibliotheken, met een totaal van meer dan 300.000 volumes, zoals de Openbare Bibliotheek van Valencia en de Valenciaanse Bibliotheek, wiens hoofdkwartier is gevestigd in klooster van San Miguel de los Reyes. Daarnaast vindt men in de stad de archieven van het Koninkrijk van Valencia dat zes eeuwen van de Valenciaanse geschiedenis bevat, als koninkrijk en daarna als Comunidad Autónoma, dat beheerd wordt door de Generalidad Valenciana (valenciaanse regering), hoewel de staat het eigendom van de collectie en het gebouw behoudt. En dan is er ook nog het Archivo Histórico Municipal van Valencia, gevestigd in het Palacio de Cervelló, dat de documentaire bronnen van de stad bevat.
Podiumkunsten

Valencia heeft een openbaar netwerk van theaters, met inbegrepen het theater Principal, el Rialto, el Talía en de Sala Moratín, en een aantal prive theaters zoals bijvoorbeeld het theater Olympia. Daarnaast vinden er in Valencia een verscheidenheid aan evenementen plaats die in relatie staan met de wereld van acteer- en podiumkunsten. Eén van deze evenementen is het Festival Internacional de Cine de Valencia-Cinema Jove, een festival dat vanaf 1995 wordt aangestuurd door Ministerie van Cultuur en wat ten doel heeft om een platform te bieden aan jonge filmmakers. Cinema Jove is erkend door de Internationale Federatie van Filmproducenten (FIAPF), en is lid van de Europese Coördinator van filmfestivals.
Het Tirant Avant Festival is het festival van audiovisuele en nieuwe technologieën. Het wordt elk jaar georganiseerd door het Agencia de Información, Formación y Fomento del Audiovisual (Agentschap van Informatie, Opleiding en Ontwikkeling voor de Audiovisuele sector) met steun van Tatzen Gestión y Producción Audiovisual, Feets Gestió de Projectes, en Metadissenyvoluntady. Dit festival is de vrucht van de inspiratie en ervaring van de elf edities van PREMIOS TIRANT van de Industria Audiovisual Valenciana met als doel een brug te staan tussen de traditionele productie en nieuwe formats.

Het meest belangrijke festival van de stad is het Mostra de Valencia, met een verwijzing naar het Mediterane gebied van de film . Vanaf 1980 tot 2011 is het Mostra festival 31 maal onafgebroken gehouden, tot de gemeenteraad besloot te stoppen met de organisatie van dit festival. De verschillende toegekende prijzen in de officiële sectie worden vertegenwoordigd in de vorm van een palmboom, en de naam van de winnaars wordt toegevoegd in de Walk of Fame van Valencia, die tijdens de 25 editie van de Mostra van Valencia op de boulevard aan de kust werd geopend.
In 2003 begon men met een ander evenement van ongeveer hetzelfde type, het Valéncia Escena Oberta (VEO) waarbij het de bedoeling is om de burger in toenemende mate bij de podiumkunsten in de stad te betrekken, en gelijk het initiatief van studenten in deze sector te bevorderen en te ondersteunen. Verspreidt over de stad werden er op allerlei locaties stukken opgevoerd (op straat, in de metrostations, in oude fabrieken, theaters, etc.). De VEO stond, tot 2006, onder leiding van de acteur en politicus Toní Cantó toen hij werd opgevolgd door de journalist Mariví Martín die dit bleef doen tot 2011, waarna het evenement geschorst werd vanwege bezuinigingsmaatregelen vanuit de gemeente.
El Valenciano apitxat
In Valencia, naast het officiële Spaans (Castellaans), spreekt men ook Valenciano, hun eigen semi-officiële taal van Valencia. Dit geheel volgens de autonome statuten van de Comunidad Valenciana. Het intituut dat de regels van het Valenciaans vaststelt is de Académia Valenciana de la Llengua (AVL), die in 2005 een politiek uitspraak deed dat het Valenciaans de naam is die het Valenciaanse volk geeft aan de taal die internationaal bekend is als Catalaans.
Het Valenciaanse apiixat is een plaatselijk dialect dat in deze stad en zijn omgeving wordt gesproken. Het is sterk beïnvloed door Castilliaans, maar het Apitxat bevat een aantal oude karakteristieke die in de rest van de Valenciaanse dialecten verloren zijn gegaan, zoals:
-
-
-
- Alveolaire en palatale klanken (hard klinkende medeklinkers die met het gehemelte worden gevormd), zoals in woorden als tretze, metge en casa. (metXe (arts), tretSe (dertien), Casa (huis))
- Het bevat archaïsche meervoudsvormen, zo wordt de van origine Latijnse n nog steeds gebruikt, zoals in hòmens [homes] (hombres) of jóvens [joves] (jóvenes).
- Het heeft een zekere neiging tot diftongeren (uitspraak van twee klinkers in één lettergreep, tot de vorming van een tweeklank) zoals de au in: aulor [olor] (olor), aufegar [ofegar] (ahogar), aubrir [obrir] (abrir).
- Het harde sissende geluid van medeklinkers. Dat wil zeggen dat de / z / in het Castellaanse “casa” wordt uitgesproken als het affricaat palatale / dƷ / gent of fetge articuleerd men stom (dof) net als het foneem / tʃ / (zoals de “ch” van het Castellaans): generalitat > “chenralitat”, fetge > “feche”.
-
-
Muziek
De muziekgroepen zijn van fundamenteel belang voor deze hoofdstad aan de Turia omdat het een principieel identiteits-element is van de Valenciaanse muziek. Vanaf 1886 wordt er in juli, elk jaar, het Certamen Internacional de Bandas de Música Ciudad de Valencia, een internationale wedstrijd voor Valenciaanse muziek-groepen gehouden. In parade trekken zo’n 2.000 muzikanten, groepsgewijs langs het Palacio de la Música en het Plaza de Toros.

Een ander muzikaal evenement van de stad is de MTV winter, een concert gesponsord door de muziek TV bij uitstek, MTV. Elk jaar, sinds 2008, wordt dit gratis winterconcert op het vlakke terrein van de Ciudad de las Artes y las Ciencias gehouden. Aan dit macroconcert hebben inmiddels deelgenomen, The Cure, in 2008, Franz Ferdinand , in 2009, Arctic Monkeys in 2010, en My Chemical Romance en Sum 41, in 2011.
Daarnaast moet opgemerkt worden dat Valencia in het oude stroomgebied van de Turia nu twee nieuwe gebouwen heeft speciaal voor de muziek. Als eerste vernoemen we het Palacio de Música, thuisbasis voor het Valenciaanse orkest. Sinds haar opening op 25 april 1987, is het uitgegroeid tot een van de belangrijkste muzikale centra van heel Spanje. Het gebouw beschikt over verschillende zalen voor concerten, conferenties, tentoonstellingen, performances en filmvertoningen De akoestiek van het Palacio, en vooral in de José Iturbi zaal, is zeer geprezen door de muzikanten die er in hebben opgetreden. Er hebben inmiddels vele grote namen van internationale bekendheid opgetreden: onder hen, een van de grote orkestleiders van deze tijd, Carlos Kleiber, en een concert met 20 piano’s in 2011 die gezamenlijk de 20ste verjaardag van twee instellingen, die refereren naar de Valenciaanse muziek, te vieren, Clemente Pianos en Cursos de Musikeon.
Het andere gebouw is het Palacio de las Artes Reina Sofía, het theater van de opera, en thuishaven van het Orkest van de Comunidad Valenciana. Het is een werk van Santiago Calatrava en is onderdeel van het architectonische complex van de Stad van Kunsten en Wetenschappen. Hoewel het tot 25 oktober 2006 duurde voordat de eerste opera werd uitgevoerd (de opera Fidelio van Beethoven) werd het gebouw op 8 oktober 2005 door koningin Sofia ingehuldigd.
Internationale evenementen
Doorheen de geschiedenis heeft Valencia verschillende culturele, religieuze of wetenschappelijke evenementen gehuisvest. Een van de eerste culturele evenementen die in de stad werd gehouden was de Exposición Regional van 1909, een commerciële en industriële tentoonstelling georganiseerd door de Ateneo Mercantil uit Valencia en gepromoot door haar voorzitter Tomás Trénor. De tentoonstelling besloeg een oppervlak van 16 ha. De tentoonstellingsruimte bevatte paviljoens en gebouwen rond het Alameda (winkelcentrum, openbare tuin) van Valencia. De openingsceremonie van de tentoonstelling, door Koning Alfonso XIII en de minister-president Antonio Maura, vond plaats op 23 mei 1909. De tentoonstelling was geen uitgesproken succes, de organisatoren weten het aan de Rifoorlog en de gebeurtenissen in Barcelona, en dat was de reden waarom het in het jaar daarop onder de naam National Exhibition georganiseerd werd.

Tot 2014 organiseerde de stad ook jaarlijks het Valencia Fashion Week, dat de Pasarela del Carmen verving, een mode-evenement dat, sinds 2006, twee keer per jaar, het herfst-winterseizoen en de lente-zomerseizoen. De afgelopen edities werden alle gehouden in het Ágora van de Ciudad de las Artes y de las Ciencias.
Elk jaar werd er ook een andere culturele gebeurtenis van de eerste orde gevierd, de Campus Party, dat vanaf 2005 tot 2011 werd gehouden. Dit evenement werd erkend als het grootste evenement van de technologie, creativiteit, ontspanning en digitale cultuur ter wereld. Dit evenement was, sinds 1997, een jaarlijks terugkerend evenement waarbij gedurende zeven dagen, duizenden participanten uit heel Spanje, maar ook andere landen, met hun computers, ervaring uitwisselen, allerlei soorten van computer-gerelateerde activiteiten en nieuwe technologieën delen.
Verder zien we dat de stad de afgelopen jaren, dient als gastheer van verschillende wetenschappelijke evenementen van groot belang, zoals bijvoorbeeld het 27ste vergadering van het Reunión del Grupo Intergubernamental de Expertos sobre el Cambio Climático (IPCC), dat gehouden werd in november 2007, in het Museo de las Ciencias Principe Felipe. Bij deze vergadering kwamen 450 deelnemers bijeen uit meer dan 130 landen om het vierde Assessment Report (meer bekend als het AR4) te ondertekenen.

Ook het International Astronautical Congress (IAC) werd hier in 2006 gehouden, omdat tijdens de conferentie in Bremen in 2003 door professor Victor Reglero, lid van de International Academy of Astronautics, namens de Generalitat Valenciana, de stad Valencia, de Universiteit van Valencia, de Polytechnische Universiteit van Valencia en het SENER, Valencia presenteerde als gastheer van het 57ste IAC. Ten slotte werd dit evenement in 2006 tussen 2 en 6 oktober in het Museum voor Natuurwetenschappen Prince Felipe.
Tot slot, is het opmerkelijk dat Valencia verschillende religieuze evenementen gehost heeft, waaronder het 5e World Meeting of Families dat in 2006 werd gehouden, waaraan ook Paus Benedictus XVI deelnam, het congres bestond uit tal van evenementen, vergaderingen en conferenties die inhoud gaven aan het concept van christelijk gezin. Sommige van deze activiteiten werden opgeschort als gevolg van een tragisch ‘ongeval’ in de metro van Madrid. En dat was ook de reden dat Paus Benedictus een deel van het programma aan te passen om de slachtoffers van het metrostation ter plaatse te herdenken.
Tradities en populaire cultuur
Toeristische feesten van belang
In Valencia worden vele feesten georganiseerd, waarvan een aantal van deze feesten een wereldwijde bekendheid hebben en andere feesten die minder bekende zijn, zelfs een aantal die slechts door enkele bewoners van de stad gevierd worden, maar daarom niet minder belangrijk of significant zijn. Een aantal daarvan zijn uitgeroepen tot Fiestas de Interés Turístico en andere festiviteiten die belangrijk zijn voor de stad.
Las Fallas de Valencia
Een wereldberoemd feest in Valencia dat gevierd wordt van 15 tot 19 maart. Het is een feest dat 24 uur per dag doorgaat, maar vanaf 1 maart wordt er elke dag vanaf 14:00 u. in één van de wijken van Valencia het populaire mascletás afgestoken (als u niet weet wat mascletás zijn, bekijk dan even de video).
Las Fallas van Valencia is een feest met sterke tradities in de verschillende buurten van de stad, waardoor het niet alleen belangrijk is voor de stad zelf maar ook voor de omliggende wijken. Van oorsprong is het een eenvoudig feest dat oorspronkelijk werd gehouden in de nacht van San José, waarbij het afvalhout van de verschillende timmerwerkplaatsen werd verbrand, maar dat door de inventiviteit van de inwoners van Valencia is omgezet in een wereldberoemd feest. Zij brachten hun cultuur en geschiedenis samen tot dit opmerkelijk festijn met zijn satirische karikaturen over actuele onderwerpen, de zogenaamde Monumentos Falleros.
La Semana Santa Marinera

De Semana Santa Marinera, om dit goed te vertalen moet je eerst weten dat « Marinera » hier staat voor de maritieme wijken van Valencia, met name de wijken Grao, el Cabañal y el Cañamelar, kortweg Poblados Marítimos genaamd. Dus vertalen we Semana Santa Marinera in “De Goede Week van Marítimos”. Op dit moment bevat de Semana Santa Marinera 32 genootschappen, broederschappen en corporaties, waarvan er vijf de titel Koninklijk hebben.
Las Feistas de San Vicente Ferrer
De Goede Week wordt uitgebreid met de viering ter ere van San Vicente Ferrer, de patroonheilige van de gemeenschap, heilig verklaard door de Játivaanse Calixto III. Op deze dag is het gebruikelijk om op de geboorteplek van de heilige, waar zich nu “El Pouet de Sant Vicent” (een kapel) bevind, de kinderen drinken te geven van het Heilige water, waardoor stomme gaan spreken, zij niet aan keelontsteking zullen lijden, geen zweren zullen krijgen, noch godslasterlijk zullen zijn. Tijdens dit feest worden de alom bekende wonderen van de Heilige, door groepen van kinderen vertaald. Altijd in het Valenciaanse, de taal die de Heilige zelf ook altijd sprak. Zij beelden de wonderbaarlijke daden van de Dominicaanse Heilige uit. Deze voorstellingen worden gegeven op dertien altaren opgezet in de verschillende wijken van de stad, die altijd worden vergezeld door een afbeelding van de Heilige.
La Festividad de la Virgen de los Desamparados

Op de tweede zondag van mei viert de stad het feest van de Maagd van de Hulpeloze. In de volksmond bekend als “la Geperudeta” een liefdevolle toespeling op de licht gebogen houding van één van de beelden van de Maagd. Op deze emotionele dag moet men er als bezoeker echt rekening mee houden dat de één van de vele duizenden inwoners van Valencia zich tot hen zullen wenden om hulde te brengen aan hun patroonheilige.
Op de vooravond van het feest worden er op het Plaza de la Virgen verschillende acts vertoont, zoals de “Nit d’ Albades of de ‘Dansa’ (traditionele dansen), en ten slotte, vindt er tussen alle andere evenementen door de mis der Descoberta, de mis van de jonge kinderen plaats en ook de overdracht van de Maagd (een massaal evenement waarbij de Valencianen de beeltenis van de Maagd aanraken en bijna schreeuwend lof brengen aan hun patroonheilige) en de grote processie.
La Procesión del Corpus Christi de Valencia

Historisch gezien moet men begrijpen deze Processie van het Lichaam van Christus, het grootste feest van Valencia vanaf de 14e eeuw en dan vooral de laatste tweehonderd jaar. De geschiedenis van dit feest begint, volgens bisschop Hugo de Fenollet, in het jaar 1355. In dat jaar werd er een algemene processie gehouden waarin de burgerlijke en religieuze autoriteiten door de stad trokken met de Heilige Sacramenten, ze volgde een route voorgeschreven door een aantal juristen. Een route die tot op de dag van vandaag grotendeels behouden is gebleven. Vanaf die tijd is het feest elk jaar gehouden, met uitzondering in de jaren van de Tweede Spaanse Republiek (tussen 1931 en 1935), de regering uit die periode beperkt het feest tot het religieuze deel ervan, daardoor kon het alleen in de kerk zelf gevierd worden. En pas echt in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw waren er groepen van mensen die het feest weer nieuw leven in bliezen. De processies en het festival werd doormiddel van «Grup de Mecha» weer in hun oude pracht en praal hersteld.
Het Feria de San Jaime of het Feria de Julio
Tijdens de juli maand wordt er alles aan gedaan om de hoofdstad eens extra in het zonnetje te zetten, er is een jaarmarkt en een tentoonstelling van allerlei producten uit deze omgeving. Zo was er op 21 juli 1871 de eerste Feria de Julio (Julibeurs), met een kleurrijke optocht, een paviljoen, een plantententoonstelling en verkoop van algemene producten. In 1891 stelt men vast dat de Batalla de Flores (bloemenwedstrijd) wordt gehouden op de laatste zondag van juli en wel om 20:00 u. Ook de belangrijkere optredens van groepen, stierengevechten en concerten worden op deze dag gehouden.
De 9e oktober
Zoals in de Statuten van de Autonomie van Valencia vermeld staat, wordt er op deze dag de triomfantelijke intocht van koning Jaime I, en de verbouwing van de Mezquita Mayor (moskee) tot Kerk-Kathedraal. Dit is een feest met een lange traditie. Ergens in de 14e eeuw stelde Jaime II de Aragón deze dag in als nationale feestdag van Valencia. Van belang voor dit feest is, het zingen van het “Te Deum” in de kathedraal, de burgeroptocht van la Señera en het eerbetoon aan koning Jaime I die met het instellen van de Fueros de Valencia (set van wetten voor Valencia, 1261) het koninkrijk Valencia stichtte. Al deze activiteiten worden voorgezeten door het Real Señero.
Het is ook de dag van San Dionisio, patroonheilige van de Valenciaanse geliefde. Daarom is deze dag ook bekend als de dag van de Valenciaanse geliefden. Op deze dag geeft de verliefde de typische Valenciaanse “mocaorà” , enkele marsepeinen figuurtjes in de vorm van vruchten en stukjes vuurwerk verpakt in een zakdoekje, aan zijn grote liefde.
Traditionele kleding

Net als zoveel dingen in Valencia heeft ook de klederdracht veel traditie. De traditionele kleding van de Valenciaanse vrouw kreeg vorm in de 16e eeuw en begon als een kledingstuk voor de werkende klasse van Valencia dat in de loop der tijd werd omgevormd tot een meer eleganter kledingstuk dat werd gebruikt bij speciale gelegenheden. Kortom het huidige kledingstuk is een avondjurk dat nu gedurende enkele eeuwen als zodanig wordt gebruikt. Onder de variaties zien we het, meer verfranste, kostuum uit de 18e eeuw, de coteta, en wat dichterbij huis de huertana (huerta valenciana) en de surgido in de 19e eeuw, ook wel Farolet genaamd door zijn lantaarnvormige mouwen (pofmouwen). De vrouw draagt hierbij altijd een knot (moño) of drie in het haar, één grote achter op het hoofd en twee kleinere aan de zijkant (los “rodetes”). Deze achterste knot word bij elkaar gehouden en gelijk versierd met sierlijke haarspelden en een zogenaamde “peineta”, zo worden ook de knotten aan de zijkant met kleinere “peinetas” en spelden in vorm gehouden.
Het traditionele mannelijke kostuum noemt men het Saragüell, en die naam lijkt op het Andalusische “Sarawil” dat voorkomt in islamitische teksten uit de 10e eeuw. Dit is een kledingstuk dat direct op het lichaam gedragen wordt waarover iets anders gedragen kan worden maar dat is niet noodzakelijk. Het is gemaakt van linnen en wordt gedragen op werkdagen en ook op feestdagen maar wordt dan bedekt met een wollen of zijde broek, die bekend is als “negrilla”. Een ander traditioneel mannelijk kledingstuk is de “Torrentí”, dat wordt gekenmerkt door een strakke broek en een “Xopetí”, een soort vest of jasje. Op zijn hoofd draagt de man een “Mocador” (zakdoek), een “Cofia” of een “Casquete”, een soort gehaakte petten, die men afmaakt met verschillende mutsen en hoeden, zoals de rodina, de cossiol of de montera. Deze laatste is de welbekende stierenvechtersmuts.
El Tribunal de las Aguas

Het Tribunal de las Aguas de Valencia, ookwel bekend als Tribunal de la Vega de Valencia is een tribunaal voor het gebruik van irrigatie. Het is verantwoordelijk voor het oplossen van conflicten over irrigatiewater voor de boeren van de Comunidades de Regantes van de irrigatiekanalen die deel uitmaken van de Vega de Valencia, met uitzondering van de Real de Moncada. Het klinkt vreemd, maar hoe het ontstaan is is onbekend. Waarschijnlijk is het geëvolueerd uit eerdere Andalusische tradities, hoewel sommige historici zoals José Vicente Gómez Bayarri de oorsprong in het Romeinse tijdperk plaatst. In September 2009 werd dit tribunaal, door het UNESCO, uitgeroepen tot Immaterieel (cultureel) Erfgoed.
Dit tribunaal is samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke Comunidades de Regantes (Gemeenschappen van Irrigatieverenigingen) van de Vega de Valencia, die “síndicos” genoemd worden. Eén van die beheerders is de president die voor onbepaalde tijd wordt gekozen. Traditioneel gezien komen de presidenten van het Tribunaal afwisselend van de s’ndicos van Farava en van de Tormos.
Elke donderdag komt het Tribunaal bij elkaar in het Casa Vestuario op het Plaza de la Virgen, maar om 12 ’s middags treffen ze elkaar bij de Puerta de los Apóstoles van de kathedraal van Valencia. Dat is wanneer de bode, met toestemming van de president, afroept welke irrigatiekanalen gesloten worden met de traditionele zin: “denunciats de la sèquia de…..!”. Het vonnis verspreidt zich dan mondeling over Valencia.
Stierengevechten
Het stierenvechten ontwikkeld zich vanaf de 18e eeuw, het moment waarop het stierengevecht een basis legde voor wat later zal worden het “Tauromaquia”, waarbij het stierenvechten beschouwd wordt als kunst en cultus.

In de 19e eeuw consolideert het stierenvechten zich als kunst onderworpen aan regels en voorschriften. De toreadors professionaliseren zich en beginnen te wedijveren met de picadors, die tot dan toe meer bekendheid genoten. De veestapels worden steeds belangrijker en de steden worden voorzien van permanente arena’s, zoals het Plaza de Toros van Valencia dat werd gebouwd tussen 1850 en 1860.
In Valencia heeft men ook een stierenvechtersmuseum dat werd opgericht in 1929 met fondsen van Luis Moróder Pieró en de picador José Bayard Badila, die jarenlang allerlei materialen en voorwerpen verzamelde van het Valenciaanse stierenvechten uit de 19e en 20ste eeuw.
Van belang is dat één van de eerste stierenvechters festivals wordt gehouden in Valencia, het Feria de San José, waarbij men zogenaamde novilladas (stierengevechten met jonge stierenvechters en vaarsen) stierenvechten te paard (rejoneos), en de beste stierenvechters laat zien. Op 21 juli 1871 doet de gemeenteraad een voorstel de Feria de San Jaime of het Feria de Julio op te zetten om daarmee toeristen aan te trekken en te vermijden dat de buurgemeentes hiermee vandoor gaan omdat de stad veel last heeft van de hitte van de Valenciaanse zomer.
Gastronomie
De traditionele keuken van de stad bevat veel van het mediterrane dieet, waarin veel producten als rijst, olijfolie, groenten (uit de “groentetuin” van Valencia, la Huerta,vis en schaaldieren uit de Middellandse Zee voorkomen.

Het meest bekende gerecht is de Valenciaanse paella (Paella is de naam van de pan waarin het gerecht bereidt wordt), was oorspronkelijk een bescheiden gerecht dat gekookt werd door de bewoners van het moeras van de lagune. Dit gerecht is gebaseerd op rijst dat wordt aangevuld met lokale producten, vooral kip, konijn, eend, slakken, groenten. Na verloop van tijd zijn er verschillende varianten op het gerecht ontstaan. Zo is er een variant waarin meer zeevruchten (marisco) worden gebruikt, of een die enkel groente bevat, of waarin de rijst vervangen is voor noedels (fideos), genaamd Fideuá. Alle deze soorten paella en fideuás zijn meestal gegarneerd met citroen, en niet met alioli zoals vaak gebeurt in andere typische rijst en vis gerechten, zoals de arroz a banda en arroz negro.
Een ander gerecht met rijst als basis is het ‘arroz al horno‘, dat bereidt wordt in een aarden pot (cazuela de barro) en de oven en waarvan de belangrijkste ingrediënten tomaten, kikkererwten (carbanzos), paprika, diverse soorten worst (embutido), aardappelen, spek en varkensribben zijn. Dit gerecht is buiten de Comunidad de Valencia niet erg bekend, maar binnen de regio is het één van de meest traditionele gerechten.
Tenslotte de ‘arroz negro’ (zwarte rijst), wat eigenlijk een variant is op de ‘arroz a banda’ waaraan men de inkt van de inktvis toevoegt waardoor het zijn typische zwarte kleur krijgt, en de “arroz con acelgas” (rijst met snijbiet). Als aanvulling op de rijst voegt men witte bonen, aardapelen, gedroogde kabeljauw (bacalao seco) en slakken (caracoles) toe. Of de ‘arroz con alubias y nabos‘ (rijst met bonen en rapen) een rijst op basis van bouillon (arroz caldoso) meer geschikt voor het winterseizoen.
Het ‘all i pebre‘, is een typisch Valenciaanse vissaus (fond) die gebruikt wordt om vis in te koken. De meest bekende variant op dit gerecht is die waarbij men paling stooft in deze fond. (zoek op you tube naar all i pebre daar vindt u meerdere recepten).
Men heeft er ook een grote traditie in gebak en andere zoetigheden. Het is bekend om zijn grote verscheidenheid aan koekjes en gebak, zoals de coca de llanda, coca de sachí, coca cristina, coca de pasas en nueces, de mona de Pascua of de panquemao, verder zijn er de fartones, de buñuelos, het mazapanes, de peladillas of de rosquilletas en nog veel meer. De meest belangrijke ingrediënten zijn veelal amandelen, suiker en honing, waaraan u de Andalusische invloed terug kunt vinden in deze Valenciaanse gastronomische cultuur.
Met betrekking tot de dranken, is “horchata” het meest opmerkelijke. Het wordt bereidt uit water, suiker en aardnoten (Cyperrus esculentus, dat is geen pinda). Het is een typisch Valenciaans drankje, dat ook in de rest van Spanje bekendheid geniet. Een ander typisch drankje is de mistela de moscatel, een likeurwijn met 15% alcohol. Dit alcoholpercentage wordt bereikt door er tijdens de gisting wijn alcohol of cognac toe te voegen waardoor de gisting stopt en dus de wijn zoeter blijft. Ook het “agua de Valencia” is een originele cocktail, gemaakt van cava (Spaanse champagne) met een triple seco likeur en sinasappelsap.
Verwant aan dit onderwerp:
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2022-11-14
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts
These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0
Other references are:
-
-
-
- Website:Franciscanen.nl|http://www.cervantesvirtual.com/nd/ark:/59851/bmcrj4v6| datum=20201207
-
-
The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0, CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3 or Public Domain
If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the licence.
-
-
-
-
- Locatie Valencia. Author – HansenBCN, license Publiek Domein
- het wapen. Author – HansenBCN, license Publiek Domein
- de vlag. Author – Mutxamel, license Publiek Domein
- De optocht “Moros y Cristianos” (Moren en Christenen). Author – Rafa Esteve, license CC BY-SA 4.0
- Torres de Cuart, is een van de twee overgebleven versterkte poorten….. Author – Carquinyol, license CC BY-SA 2.0
- Taifa de Valencia in de periode van Abd al-Aziz. Author – Tyk, license CC BY-SA 3.0
- Het kroonschild van Valencia, van de laat vijftiende eeuw,,,,,. Author – Pere prlpz, license CC BY-SA 3.0
- Gemeente van Valencia, in de regio van de Huerta de Valencia. Author – Unknown, license CC BY-SA 2.0
- Skyline van Valencia. Links de Toren de Francia en de CC Aqua…. Author – Felivet, license Publiek Domein
- Sluisje van het irrigatiesysteem in de Turia Mestalla. Author – Talayuelo, license CC BY-SA 4.0
- Overstroming van de stad door de rivier Turia (1957). Auteur – Federación Valenciana de Municipios y Provincias (FVMP), license GNU Free Documentation License
- Mediterrane bossen van Dehesa del Saler. Author – Dilema, license CC BY-SA 3.0
- Steltkluut en wilde eenden in het reservaat van Racó de l’Olla. Author – Mario Modesto Mata, license CC BY-SA 3.0
- Schijftongkikker. Author – Fabrizio Li Vigni, license CC BY-SA 3.0
- Het meer van Albufera van Valencia. Author – Espencat, license Publiek Domein
- Moeras van Rafalell y Vistabella. Author – Pacopac, license CC BY-SA 3.0
- Playa de El Cabanyal of het Pl. de las Arenas -Valencia. Author – Manuel M. Vicente, license CC BY 2.0
- Romeinse hoorn des overvloed, symbool van Valencia,,,,. Author – KillOrDie, license Publiek Domein
- Romeinse en Arabische muren van Valencia. Author – Nerika, license CC BY-SA 3.0 (Ik, Coralma* heb deze afbeelding van Nederlandse tekst voorzien)
- Het Visigotisch koninkrijk. Author – Chabacano, license CC BY-SA 3.0
- Rodrigo Díaz de Vivar (el Cid). Author – Basilio, license CC BY-SA 3.0
- Triomfale intocht van Jamie I in Valencia. Author –Fernando Richart Montesinos (1858-1884), license Publiek Domein
- Tirant lo Blanch. Author – Anonymous, license Publiek Domein
- Vrede van de Broederschappen (Germanías)). Author – Marcelino de Unceta (1835-1905), license Publiek Domein
- Felipe V van Spanje. Author – Jean Ranc (1674-1735, license Publiek Domein
- Valencia gezien vanaf het klooster van San Pío V. Author – Unknown, license Publiek Domein
- Ramón María Narváez, eerste hertog van Valencia, Vicente López Portaña. Author – Vicent López Portaña (1772-1850), license Publiek Domein
- Kanton van Valencia. Author – Unknown, license Publiek Domein
- Het Paleis van de Generalitat, het symbool van het herstel van…. Author – Felivet, license Publiek Domein
- Oceanografic, ontworpen door Félix Candela,,,,. Author – Coralma*, license CC BY-SA 4.0
- Puente del Mar. Author – Dorieo, license CC BY-SA 3.0
- Puente de las Flores. Author – Sento, license CC BY-SA 2.0
- Puente de l’Assut de l’Or. Author – Fernando Bustamante, license CC BY-SA 4.0
- Jardin de Turia. Author – Falconaumanni, license CC BY-SA 3.0
- Het hoofdaltaar van de kathedraal van Valencia. Author – Joanbanjo, license CC BY-SA 3.0
- Basilica de la Virgen, Valencia. Author – Pere López, license CC BY-SA 3.0
- De kerk van Santa Catalina (Valencia). Author – Davidmj, license CC BY-SA 3.0
- Parroquia Santos Juanes. Author – Felivet, license Publiek Domein
- Voorgevel van het klooster/ziekenhuis San Juan. Author – Millars, license CC BY-SA 3.0
- San Miguel de los Reyes. Author – Joanbanjo, license CC BY-SA 3.0
- Cruz Cubierta van Valencia. (overdekt kruis). Author – Joanbanjo, license CC BY-SA 3.0
- Interieur van de Lonja de la Seda , Valencia. Author – Abraskas, license CC BY-SA 3.0
- Plafond Cámara Dorada van het Consulado del Mar, Lonja de la Seda. Author – Jl FilpoC, license CC BY-SA 4.0
- Torres de Serrano. Author – Karman85, license CC BY-SA 3.0
- Palacio van de Marqués de Dos Aguas. Author – Felivet, license Publiek Domein
- Station Noord. Author – Carquinyol, license CC BY-SA 2.0
- Mercado Central van Valencia, de meest mooie van heel Spanje. Author – Felivet, license Publiek Domein
- Mercado de Colón, Valencia. Author – Sjaak Kempe, license CC BY 2.0
- Het Palacio de las Artes Reina Sofia, met vier grote zalen,,,,. Author – Coralma*, license CC BY-SA 4.0
- Detail Museo de las Ciencias Principe Felip. Author – Coralma*, license CC BY-SA 4.0
- Ciutat de les Arts i les Ciències in Valencia. Author – Coralma*, license CC BY-SA 4.0
- Archeologisch centrum de la Almoina. Author – Joanbanjo, license CC BY-SA 3.0
- Openbare Bibliotheek van Valencia. Author – Espencat, license Publiek Domein
- Teatro Principal de Valencia. Author – Felivet, license Publiek Domein
- 32-Mostra-Cinema. Author – Coentor, license CC BY-SA 3.0
- Het muziekpaleis. Author – Sento, license CC BY-SA 2.0
- Maquette van de Exposición van 1909. Author – Espencat, license Publiek Domein
- Altaar van de 5de Otmoeting van Wereld van de Families. Author – Millars, license CC BY-SA 3.0
- Semana Santa Marinera, Valencia. Author – Jorge Sanz, license CC BY-SA 2.0
- Processie van de Vírgen. Author – Bodria, license CC BY-SA 4.0
- Processie van het Corpus Christi in Valencia. Author – Un valencià, license Publiek Domein
- De traditionele haar- en klederdracht voor de Valenciaaanse vrouwen. Author – Rafa Esteve, license CC BY-SA 4.0
- Tribunal de las Aguas van Valencia. Author – Martinvl, license CC BY-SA 3.0
- De arena van Valencia. Author – Enrique Dans, license CC BY 2.0
- Valenciaanse paella op houtvuur. Author – Jan Harenburg, license CC BY-SA 4.0
- Mona de Pascua. Author – Tamorlan, license CC BY-SA 3.0
- Horchata met fartons. Author – Photocapy, license CC BY-SA 2.0
- Agua de Valencia. Author – Aguadevalencia, license Publiek Domein
-
-
-
Coralma*, is own work that can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.