
Picos de Europa, een indrukwekkend gebergte in het noorden van Spanje
De Picos de Europa, als je het letterlijk vertaald dan wordt het de “Pieken van Europa”. Het is een bergmassief in het noorden van Spanje, onderdeel van het Cantabrisch Gebergte, waarvan het het hoogste deel vormt. Het strekt zich uit over een lengte van zo’n 35 km, ten zuiden van de Spaanse noordkust op de grens van de autonome regio’s Asturias, Cantabria en Castilla y León.
| Locatie |
| Gebergte | Cordillera Cantabrica |
| Geboren | tussen 948 en 953 |
| Beschermd gebied | Parque nacional de Los Picos de Europa |
| Autonome gemeenschappen | Asturias Cantabria Castilla y León |
| Kenmerken |
| Richting | West – Oost |
| Oppervlakte | 646 km² |
| Maximale hoogte | 2650 m.b.z. |
| Geologie |
| Rots soort | Kalksteen |
Hoewel dit gebergte niet erg uitgestrekt is, is het door de nabijheid van de zee rijk aan interessante geografische kenmerken. Op dit moment is het Nationaal Park Picos de Europa het op één na meest bezochte nationaal park van Spanje, na het Nationaal Park Teide (Tenerife). Mijn persoonlijke mening, die ik maar zelden geef op deze website, is dat dit park mooier is. Hier vind je meer natuur, meer (soms ondoordringbare) bosgebieden, en prachtige wandelgebieden, waarvan er een aantal alleen geschikt zijn voor de doorgewinterde wandelaar. En dit is geen flauwekul, bijna elk jaar raken mensen verdwaald, gewond (ook zwaargewond) en zelfs overlijden mensen hier omdat ze onvoorbereid op pad gaan. Dus informeer u goed voor u aan zo’n wandelroute begint en wees niet overmoedig, maar verstandig! Ga nooit alleen wandelen in de bergen, het liefst met een groep mensen.

Deze kalksteenformatie strekt zich uit over Asturias, Cantabria en de provincie León en valt op door zijn hoogte, in veel gevallen meer dan 2.500 m boven zeeniveau, vanwege de nabijheid van de Cantabrische Zee, want op het meest noordelijke punt ligt het op nauwelijks 15 kilometer van de zee. Geografisch gezien liggen de Picos de Europa op de lijn van de Cantabrische bergketen, hoewel ze als een zelfstandige eenheid worden beschouwd vanwege zijn recentere vorming. Ze beslaan een totale oppervlakte van 67.455 hectare, verdeeld over de drie provincies/comunidades autonomas.
De Picos de Europa zijn verdeeld in drie massieven: het westelijke massief of Cornión-massief, het centrale massief of Urrieles-massief en het oostelijke massief of Ándara-massief.
Wat interesseert u het meest:

De hoogste toppen bevinden zich in het Urrieles-massief, dat toevallig het ruigste van de drie is, aangezien veertien van zijn toppen hoger zijn dan 2.600 m, met de Torre Cerredo, op 2.650 m, als top van dit gebergte en de derde hoogste van het hele Iberische schiereiland, na de Sierra Nevada en de Pyreneeën. Een andere berg die deel uitmaakt van dit massief is de Naranjo de Bulnes, van groot historisch belang voor het Spaanse alpinisme. Hij werd voor het eerst bedwongen op 5 augustus 1904 door Pedro Pidal, markies van Villaviciosa, en zijn klimpartner en gids Gregorio Pérez Demaría el Cainejo, een herder uit Caín de Valdeón, een beklimming die wordt beschouwd als de geboorte van het alpinisme in Spanje.
In het westelijke massief of het Macizo Cornión, zo genoemd vanwege het hoornvormige silhouet als je het vanuit het westen bekijkt, springt de Peña Santa eruit, die met 2596 m 110 m hoger is dan de volgende top in dit massief, de Torre de Santa María of Torre Santa de Enol. Vanwege deze twee bergen, de Peña Santa en de Torre Santa, wordt dit massief ook wel de Peñas Santas (Heilige Rotsen) genoemd.
Het oostelijke massief, ook wel het Macizo Ándara genoemd omdat het het keteldal met dezelfde naam bevat, is het meest bescheiden van de drie, zowel in hoogte (de top, de Morra de Lechugales, is 2444 m hoog) als in verticaliteit.
Etimologie
Sommige historici hebben de Picos de Europa zelfs geïdentificeerd met de legendarische berg Vindio, waar volgens de kroniekschrijver Lucius Annaeus Florus de Cantabriërs hun toevlucht zochten voor de Romeinse legioenen en waar ze dachten dat ‘de golven van de zee zouden oprijzen tegen de legers van Rome’. De berg Vindio is een historische naam voor een berg die deel uitmaakt van de Cantabrische bergketen, hoewel de geografische locatie tegenwoordig volstrekt onzeker is.
In de Ora Maritima, een werk van Rufus Festus Avienus (4e eeuw n.Chr.) waarin de Massaliote Periplus van 530 v. Chr. is opgenomen, wordt al beschreven hoe zeelieden die langs de Cantabrische kust richting Bretagne voeren deze bergen onderscheidden.

In 1530 noemde de historicus Lucius Marineus Siculus ze al Rupes Europae (Europese rotsen). In 1572 noemde Ambrosio Morales, kroniekschrijver van Felipe II, ze de Montañas de Europa (bergen van Europa). Fray Prudencio de Sandoval noemde ze in 1601 Peñas (rotsen) of Sierras de Europa, net als de Portugees Rodrigo Méndez Silva, de benedictijn Gregorio de Argaiz, de jezuïet Luis Alfonso de Carballo en de benedictijner monnik Francisco de la Sota.
Er zijn talloze theorieën over waarom de Picos de Europa hun naam hebben gekregen. Traditioneel wordt de oorsprong van de toponymie in verband gebracht met het feit dat het het eerste Europese land zou zijn dat navigators zagen toen ze uit Amerika kwamen, hoewel deze veronderstelling niet door veel geleerden wordt gedeeld.
Andere hypotheses suggereren dat de naam afkomstig is van de verbazing die bezoekers van het Iberisch schiereiland hadden over deze energieke kalksteenrotsen aan de rand van Europa, of dat de naam is bedacht door Midden-Europese pelgrims op de Camino de Santiago, die deze bergen zouden hebben genoemd vanwege hun gelijkenis met de Alpen.
Hoe het ook zij, de realiteit is dat de reden hiervoor niet met zekerheid bekend is, vooral als we rekening houden met het feit dat de inwoners van de nabijgelegen regio’s ze gewoon Picos (bergtoppen) noemen.
Woordenlijst
We gaan hier niet alle woorden vertalen, dat brengt alleen maar verwarring. Als er gesproken wordt over de Mont Blanc dan weet u toch ook wat er mee bedoeld wordt. We geven hier alvast wat vertalingen van veel voorkomende woorden in dit verhaal. En ik beloof u, het went gauw. Woorden als:
-
-
- Aguja = naald, (toren)spits, bergtop.
- Alto(s) = hoogte(s)
- Collada = het laagste punt van een bergrug tussen twee hoogten.
- Cueto = lage bergtop
- Diente = tand, hier spreekwoordelijk gebruikt als piek, punt.
- Horcada = kleine bergpas
- Hoyo = dal
- Jou = Het is een woord dat in Asturische taal gebruikt wordt. De meest letterlijke vertaling is, gat. In de geologie gebruiken we het woord doline. Het zijn holtes die in de loop van duizenden jaren door erosie in de bergen zijn ontstaan.
- Neverón = een altijd met sneeuw bedekte top (weet niet of dat met de klimaatsverandering nog steeds geld).
- Paredón = Zware muur, hier zal het een muur van bergen zijn.
- Peña = rots
- Picos, punta, torre; betekenen allemaal min of meer, berg, bergtop, piek etc.
- Silla = zetel (stoel), maar hier wordt het ook spreekwoordelijk gebruikt om er een berg mee aan te duiden.
- Vegas = (vruchtbare) vlakte, weidegronden
-
Geografie
De Picos de Europa liggen in de west-naar-oost lijn van de Cantabrische bergketen. Ze beslaan een min of meer rechthoekig gebied van ongeveer 20 kilometer van noord naar zuid en ongeveer 35 kilometer van west naar oost, oftewel 550 vierkante kilometer.

Deze Picos de Europa zijn even bescheiden in omvang als rijk in het aantal bergtoppen, met veertien boven de 2600 m, veertig boven de 2500 m en bijna tweehonderdvijftig boven de 2000 m.
De verschillende bergmassieven worden gedefinieerd door de rivieren die ze begeleiden en doorkruisen. Zo wordt de hele Picos de Europa begrensd door de rivieren de Sella en de Dobra in het westen en de Deva in het oosten. Twee andere rivieren, de Cares en de Duje, waren verantwoordelijk voor het vormen van de valleien waar ze nu doorheen stromen en zo ook voor de vorming van de drie massieven gedurende miljoenen jaren. De Cares scheidt het Cornión-massief van het Urrieles-massief en verder naar het oosten scheidt de Duje hen van het Ándara-massief.
Administratief gezien liggen deze bergen in drie verschillende autonome gemeenschappen: het Prinsdom Asturias, Cantabria en Castilla y León (provincie León). Het is vermeldenswaard dat het centrale gebied van de Picos, de Urrieles, praktisch op gelijke afstand ligt van de drie provinciehoofdsteden Oviedo, León en Santander, op zo’n 85-90 km afstand. Ook de Tesorero piek, in het Centraal Massief, is opmerkelijk omdat het een punt is waar de drie provinciegrenzen samenvallen.
Vega de Liordes, een enclave in de Leonese sector van het Picos de Europa National Park dat behoort tot de gemeente Posada de Valdeón, registreerde -35,8 °C op 7 januari 2021.
De drie massieven (macizos)
Het westelijk massief of Macizo Cornión
Het is het grootste van de drie massieven wordt in het westen begrensd door de rivieren Sella en Dobra en in het oosten door de Cares. Administratief gezien ligt het tussen Asturias, de gemeenten Amieva, Cabrales, Cangas de Onís en Onís, en in de provincie León de gemeenten Sajambre en Valdeón.

Het is heel belangrijk om erop te wijzen dat deze berggroep, die ook de meren van Covadonga en de Heilige Grot van Covadonga omvat, deel uitmaakte van het eerste nationale park dat in 1918 in Spanje werd opgericht. Destijds heette het Nationaal Park Montaña de Covadonga, maar in 1995 werd het gerenoveerd, uitgebreid en omgedoopt tot Nationaal Park Picos de Europa. In dit massief kunnen we verschillende gebieden onderscheiden die van noord naar zuid gedetailleerd zullen worden.
Het noordelijke deel

Het meest noordelijke deel van de Cornión wordt gesierd door de meren van Covadonga, waarvandaan we richting het zuiden hoogte winnen en de toevluchtsoorden Vegarredonda (1420 m) en Vega de Ario (1615 m) bereiken. Op grotere hoogte ligt het uitkijkpunt Ordiales, een karakteristiek punt in dit massief en de plek waar de overblijfselen van Pedro Pidal liggen. De Vegarredonda hut is een goed oversteekpunt om het centrale en westelijke gebied te bereiken, terwijl de Vega de Ario hut, ook wel Marqués de Villaviciosa genoemd ter ere van de veroveraar van Naranjo, in het meest oostelijke deel van het massief ligt. Vanaf dit punt, en ook vanaf de naburige toppen Jultayu en Cuvicente, heb je een prachtig uitzicht op de wand van het Centraal Massief. Vanaf deze twee toppen, die ongeveer 2000 m hoog zijn, kun je ook 1500 m lager naar beneden kijken en op de bodem van de vallei het dorp Caín zien liggen. Een tussenstation van de Cares-route die, van zuid naar noord, begint in Posada de Valdeón en eindigt in Camarmeña, maar die de meest spectaculaire uitzichten biedt vanaf Caín. Tussen de schuilplaats Vega de Ario en de top van Jultayu ligt het Jitu-systeem, een reeks zeer belangrijke karstkloven (gouffre) die een diepte van 1135 m bereiken.
Andere opvallende toppen in dit gebied zijn, in het meest noordelijke deel, de Peña del Jascal (1724 m) en de Cabezo Llorosos (1798 m). Richting het zuiden zijn er meer belangrijke hoogten en vanaf Cuvicente richting het zuidwesten (richting het gebied Peñas Santas) zijn er bergen zoals Peña Blanca en Robliza, die beide meer dan 2.200 m hoog zijn.
Het centrale deel
De natuurlijke weg om het centrale gebied van de Cornión binnen te komen, vóór het gebied van de Peñas Santas, is via Vegarredonda (een schuilhut). Het oostelijke deel van dit gebied bestaat uit bergen zoals de Cotalba piek (2026 m), Requexón (2174 m), Porru Llagu (1926 m) en de Tres Poyones toren (2092 m, de hoogste). Speciale vermelding verdient Porru Bolu (2025 m), een kalkstenen massa die ondanks de afstanden lijkt op Picu Urriellu en die interessante klimroutes biedt om de top te bereiken. Los Argaos, een groep toppen waarvan de hoogste de meest zuidelijke is (2152 m), is ook het vermelden waard, op zoek naar de uitlopers van de toren van Santa María of Enol.

Het gebied van de Peñas Santas
De belangrijkste toppen van dit massief liggen rond de Jou Santo, met de Peña Santa (2596 m) die er bovenuit steekt. De op één na hoogste is de Torre Santa de Enol of Torre de Santa María (2486 m), die toevallig de andere grote protagonist van de Cornión is, in het noorden bijgestaan door de aguja de Enol (piek van Enol). Ten westen van de torre de Santa María (berg van Santa María) bevindt zich de groep van de vijf bergen van Cebolleda (torres de Cebolleda), die een hoogte van 2438 m bereikt. Ten zuiden van de torre de Santa María, voorbij de Horcada de Santa María (2346 m), bevinden zich de Noord-Zuid uitlijning van de torre de la Horcada (2455 m), de torre de Enmedio (2467 m), de torre de las Tres Marías (2420 m) en de torre del Torco (2452 m). Alleen de Forcadona (2304 m) scheidt de torre del Torco van de immense muur die van west naar oost de Peña Santa vormt. Ernaast staan andere belangrijke pieken, zoals de aguja del Corpus Christi en de aguja del Gato in het zuidwesten, of de aguja José de Prado, die bijna geïntegreerd is in de imposante zuidelijke muur van het dak van de Cornión.

Vanaf de torre del Torco, de oost-waartse lijn volgend, liggen de toppen van Los Estribos (2300 m), de Cabra Blanca toren (2320 m), El Diente (2301 m) en de Garita Cimera (2276 m).

Ten noordoosten van de jou Santu (jou = bergtop), en gescheiden van de torre de Santa María door de jou Asturianos, ligt de pico de los Asturianos (2274 m), de torre de la Canal Parda (2350 m) en de torre de los Traviesos of del Alba (2393 m).
De sector van La Bermeja

Het zuidelijke deel van het Cornión-massief wordt gedomineerd door de torre Bermeja, die met een hoogte van 2.400 m alle omringende toppen domineert. Daaronder, in het noorden (tussen de Bermeja en de Peña Santa), bergen zoals de torres del Cotalbín, de punta Extremera, Cuetalbo en, verder naar het westen, de Altos del Verde. Al deze hoogten liggen in de buurt van de 2200 meter.
Dichter bij de torre Bermeja, ten westen ervan, liggen de Moledizos I en II, respectievelijk op een hoogte van 2254 en 2295 m. Ten zuiden van de torre Bermeja bevinden zich ook belangrijke hoogten, zoals de Pardo Pescuezo (2302 m), de torres de Parda (2317, 2316 en 2236 m), de torre de Ita (2236 m), de torre Ciega (2240 m) en de torres de las Arestas (2136, 2125 en 2122 m).
Nog verder ten zuiden van deze toppen ligt een gebied met bergen van rond de 2000 m hoogte, zoals Canto Cabronero (1996 m) en Peña Beza (1958 m). De bergen rond Vegabaño zijn bescheidener in hoogte, waar zich op 1300 m nog een berghut bevindt. De Jario piek (1913 m), de Neón piek (1792 m) en de Dobres piek (1796 m), die allemaal in de buurt van het dorp Soto de Sajambre in León liggen, zijn het vermelden waard.
Het Centrale Massief of het Macizo los Urrieles

Tussen de valleien die zijn uitgesleten door de rivieren Cares en Duje ligt het Centraal Massief, ongetwijfeld het meest ruige en verticale van de Picos de Europa. Het heeft de hoogste hoogtes van de drie massieven, want 38 van de toppen zijn hoger dan 2.500 m, waarvan veertien hoger dan 2.600 m. Alleen de Peña Santa, in het westelijk massief, zou tot deze groep van 38 bergen boven de 2.500 m behoren. Hoewel het minder uitgestrekt is dan het Cornión-massief, heeft het Urrieles-massief meer hooggebergteoppervlak dan eerstgenoemd massief, bekroond door de Torrecerredo met zijn 2650 m hoogte. Het is echter niet op dit punt dat de legende van dit massief in het bijzonder en van de Picos de Europa in het algemeen zich concentreert. Om het te vinden moet je naar het oosten, naar het hart van de Urrieles, in de richting van de Naranjo de Bulnes of Picu Urriellu, een waar symbool van de Asturische bergen en de plek waar, sinds de verovering in 1905, de mooiste pagina’s van het Spaanse alpinisme zijn geschreven. Voorbeelden hiervan zijn de opening van de eerste route op de westwand, 550 m kalksteen verticaliteit, door Alberto Rabadá en Ernesto Navarro in 1962, of de route “Sueños de Invierno”, waarvoor José Luis García Gallego en Miguel Ángel Díez Vives 69 dagen zonder onderbreking aan deze wand hingen.
La ruta del Cares
De ruta of senda del Cares, is een prachtige wandelroute vanaf Posada de Valdeón tot het Hostal Poncebos een 21 km lange wandeltocht. En dat is dan alleen heen, want heel veel wandelroutes in Spanje loop je niet in een ronde. Je gaat heen 21 km en dan moet je ook nog eens terug als je je auto aan het begin geparkeerd hebt.
Het mooiste deel van deze route begint vanaf Caín de Valdeón dan is het maar 12 km tot aan Hostal Poncebos. Het is het meest ruige deel van heel het Parque Natural de los Picos de Europa, met steile rotswanden, tunneltjes door de rotswanden, afgronden, bijzondere bomen.
Net als het Cornion kan het Centraal Massief worden onderverdeeld in verschillende zones voor een eenvoudigere en begrijpelijkere analyse.
De groep van Peña Maín
Van noord naar zuid zijn de eerste toppen die van de Peña Maín groep, waaronder de cueto Redondo, de Cabeza la Mesa (die met 1605 m de hoogste van deze groep is) en de Cabecina Quemada. Vanaf elk van deze toppen heb je een spectaculair uitzicht over het hart van de Urrieles.
In het westen ligt Bulnes, een dorp dat misschien wel het beste de aanwezigheid van de mens in deze vijandige omgeving weergeeft, zowel vanwege de ligging als vanwege het isolement waaraan het door de geografie eeuwenlang is blootgesteld. Vanuit Bulnes bereik je, eerst via het kanaal van Balcosín en vervolgens via het kanaal van Camburero, de voet van de bergtop waarmee het zijn naam deelt, de Naranjo de Bulnes.
De groep van Naranjo de Bulnes
De grenzen van deze spectaculaire groep toppen liggen tussen de Santa Ana pas in het zuiden en de peña Castil in het noorden. In het zuiden beginnen de torres de Tiro Navarro (2602 m), een groep van drie toppen waarvan de hoogste als enige boven de 2600 m uitkomt. Verder naar het noorden, door de kleine bergpas (horcada) van de Infanzón (2482 m) vinden we de Campanarios, een andere drievoudige top met een maximale hoogte van 2572 m. Ten oosten van deze groep en langs de jou van Infanzón (zie woordenlijst boven) staat de torre de los Tiros de Santiago en iets verder naar het noorden de Cuchallón de Villasobrada (2416 m).

De Urriellu of Naranjo de Bulnes vormt samen met de omliggende bergen de jou achter de Picu, een cirkel van bergen die binnenin een spectaculair en diep gat (jou) achterlaat. Vanuit het noorden, met de klok mee, komen we bij de torre del Carnizoso (2332 m), de torre del Oso (2461 m), de Risco Víctor en, via de zogenaamde valse collada Bonita, de aguja de los Martínez (2422 m) vanwaar we afdalen naar de Collada Bonita (2382 m), een bevoorrechte plek om de zuidwand van de Picu te observeren. Verder zuidwaarts kom je bij de torre de las Colladetas (2456 m) en dan la Morra, een tweekoppige piek met een maximale hoogte van 2554 m, waarmee het samen met de Naranjo de hoogste is van alle toppen die de jou omringen. Het westelijke deel van de jou achter de Urriellu wordt bedekt door de Tiros de la Torca (2386 m), een voorportaal ten zuiden van de Picu Urriellu (2519 m), vanwaar het Canal de la Celada begint richting de Vega de Urriellu.
Ten oosten van deze groep rest alleen nog de peña Castil-rots (2444 m), een imposante piramide die in het noorden het einde markeert van de grote hoogten van de Urrieles.
De groep van Torrecerredo
Geografisch gezien ligt deze sector ten westen van de picu Urriellu en wordt in het westen begrensd door de rivier de Cares. Van noord naar zuid begint deze bij de Murallón de Amuesa, die snel hoogte wint tot aan de eerste toppen, zoals de cuetos del Trave (2253 m, de hoogste) en, na het passeren van de Collada del Agua, de pico del Dobresengros (2395 m). Het Dobresengros kanaal kreeg dezelfde naam. Deze klim begint in de buurt van Cain en leidt na een daling van 2000 m naar de hoogste toppen in dit gebied (dit is niet de route die we eerder beschreven).

Ten zuiden van de pico de Dobresengros ligt het imposante Cabrones complex. Eerst de agujas de Cabrones (2474 m) en dan de pico de loa Cabrones (2553 m), een prachtige piek met een gestileerd silhouet die in het oosten de Jou de los Cabrones beschut, een bijzonder dor gebied, een plek waar u de schuilhut van José Ramón Lueje (2035 m) vindt, en het Trave systeem, een groep van drie afgronden die met een diepte van 1441 m de belangrijkste in de Picos is.
Bijna zonder pauze bereik je het hoogtepunt van dit gebied, de Torrecerredo (2650 m), het hoogste punt van de Urrieles en het hoogste punt van vele honderden kilometers in de omgeving. Het is ook een bevoorrechte plek om het Peñas Santas-massief te observeren.
Torrecerredo wordt begeleid door twee pieken met unieke namen, want de Risco Saint Saud (2575 m) en, iets lager gelegen, de torre de Labrouche (2525 m) rijzen op uit de bergwanden. Deze pieken zijn vernoemd naar twee illustere figuren van de Picos de Europa, de graaf van Saint Saud en Paul Labrouche, vaak metgezellen en ontdekkers, aan het eind van de 19e eeuw, van veel van de geheimen van deze bergen.
Vanaf de torre de la Párdida richting het noorden ligt de Neverón de Urriellu (2559 m), een ander bevoorrecht balkon vanwaar je de westelijke kant van de Naranjo kunt bewonderen, en de Diente de Urriellu. Verder naar het noorden, en na het oversteken van de Horcada Arenera, komen we bij de Los Albos groep. Deze groep hoogten omvat de Neverón Albo (2442 m), de cueto Albo (2414 m), de pico Albo (2442 m) en de Tres torres Areneras (2445 m de hoogste). Vanaf Los Albos gaan we verder noordwaarts langs het Camburero kanaal en vervolgens het Balcosín tot we het dorp Bulnes bereiken.
De groep van Peña Vieja
Beginnend in het zuidelijke deel van het vorige gebied, dat wil zeggen vanaf Tiro del Oso, en de Asturisch-Leonese scheidslijn volgend, rijzen de picos de Arenizas op, een drievoudige top waarvan het hoogste punt 2515 m bereikt. Ten zuiden van de Urrieles ligt de gestileerde, piramidevormige Tesorero-top (2570 m), die opvalt door zijn schoonheid en bijzonder is omdat het het punt is waar de drie provincies die het grondgebied van de Picos de Europa delen, Asturias, Cantabria en León, samenkomen. Ook spectaculair is het landschap dat het biedt aan degenen die de top bereiken, omdat het bijna alle belangrijke punten van de Urrieles overziet.

Langs de lijn die het van León scheidt en de Asturisch-Cantabrische scheidslijn naar het oosten volgt, rijst de torre de Horcados Rojos (2503 m) op en daarachter de toppen van Santa Ana (waarvan de hoogste de grens van 2600 m met één meter overschrijdt).

In het zuidoosten, al op Cantabrisch grondgebied, staan twee scherpe spitsen, de Canalona en de Bustamante, vooraf aan de Peña Vieja, die met 2619 m de hoogste top van deze berggroep en van heel Cantabria is. In het zuiden, al op de grenzen van dit massief, ligt de Peña Olvidada (2430 m) en in het noordoosten bereiken we vanaf de picos de Santa Ana de al eerder genoemde torres de Tiro Navarro. De Arenizas groep, de Tesorero, Horcados Rojos, Santa Ana en Tiro Navarro, vormen de jou de los Boches, die ten zuiden ligt van de jou Sin Tierre, die op zijn beurt verder naar het noorden uitmondt in de vallei van Urriellu.
In de tegenovergestelde richting, ten zuiden van de Horcados Rojos, ligt de Jou Sin Tierre, aan het noordwestelijke uiteinde waarvan de Cabaña Verónica (2325 m) ligt. De meest unieke schuilhut in de Picos de Europa, omdat de structuur, de metalen koepel, lijkt op die van een luchtafweerbatterij van een vliegdekschip.

Ten noorden van Peña Vieja, waar we de zogenaamde cuetos de San Juan de la Cuadra oversteken om Asturisch grondgebied binnen te gaan, bereiken we de Moñetas vallei, verlaten we de Urriellu berggroep in het westen en bereiken we het pittoreske Moñetas meer op weg naar de vruchtbare vlakten van Sotres (oostelijke grens van de Urrieles).
Enkele belangrijke toppen in deze kleine bergketen zijn Coteras Rojas (2295 m, de hoogste), Garmona (2291 m), Cuetu de la Cuadra (2231 m), de Paredón del Albo (2125 m) en de Escamelláu (2063 m).
Op de oostelijke helling van Peña Vieja liggen de weidegronden van Áliva, waar de rivier Duje ontspringt en die dienen als scheiding tussen het Centraal massief en het Ándara massief. Een mooi gebied maar ook erg druk omdat ze de route vormen tussen het bergstation van de kabelbaan Fuente Dé en het dorp Espinama, en daarom wordt beschouwd als een van de toegangspoorten van Liébana naar de Picos de Europa. Hier vinden we de schuilplaats Áliva, de grootste in de omgeving van de Picos de Europa.
De sector van Llambrión

Llambrión spreek je uit als Jambrión, met de klemtoon op ón. Dit gebied, gelegen in het zuidwesten van het Centraal Massief, herbergt de hoogste concentratie van hoogtes in de Picos de Europa, met verschillende toppen die hoger zijn dan 2600 meter. Het omvat negen van de veertien toppen die hoger zijn dan 2600 m.
Rondom de torre de Llambrión (2642 m en top van dit complex) zijn er een aantal zeer belangrijke hoogten, allemaal zeer dichtbij deze bergtop. De tiro Tirso valt op door zijn hoogte van 2641 m, waardoor het kan wedijveren met de Llambrión. Dan is er ook de torre sin Nombre (2638 m), die momenteel de torre Schulze wordt genoemd, ter ere van deze pionier van de Picos de Europa, de torre Casiano de Prado (2622 m), de torre Llastrias (2621 m), de torre Blanca (2617 m), de torre de la Palanca (2614 m), de torre de Peñalara (2607 m) en de torre del Hoyo Grande (2602 m). Ten zuiden van de torre Casiano de Prado kunnen we ook de torre de Minas del Carbón noemen, die op 2595 m hoogte staat.

Ten zuidoosten van de torre Blanca rijzen belangrijke hoogten op, zoals de tiro Llago, de Madejuno en de tiros de Casares in de omgeving van Cabaña Verónica. Verder naar het zuidoosten naderen andere pieken, zoals de torre del Hoyo Oscuro, de pico San Carlos, de torre del Altáiz of de pico de la Padierna, tot aan Fuente Dé, aan het zuidelijke uiteinde van de Urrieles.
Ten westen van de torre de la Palanca bevinden zich drie belangrijke bertoppen, de Diego Mella toren, de Delgado Úbeda toren en de torre de Peñalba. Als we verdergaan in westelijke richting, beginnen we hoogte te verliezen met minder belangrijke pieken totdat we de bedding van de rivier de Cares bereiken. Het is de moeite waard om, kort na het begin van de route richting de rivier, de torre de la Celada (2470 m) te noemen, zowel vanwege zijn hoogte als vanwege de andere naam waaronder hij ook bekend is, namelijk de torre de Don Pedro Pidal, ter ere van de man wiens naam waarschijnlijk het belangrijkste is in de geschiedenis van deze bergen.
De rotsen van Cifuentes
In het westelijke deel, vlakbij de rivier de Cares, valt de aguja de María del Carmen, gevolgd door de Borracho, de Cantadota en de Torre de las Mojosas. Elk van deze bergen wordt hoger, met de laatste Torre de las Mojosas op ongeveer 2000 meter. Verder naar het oosten, na het ronden van de hoyo (dal) de las Mojosas naar het zuiden, komen we bij de aguja de María Luisa (2386 m) en meteen daarna de torre del Friero(2445 m), die, hoewel hij bij lange na niet de hoogste van deze groep is, de berg is met de meest spectaculaire en moeilijke wanden, vooral op de noordelijke helling.

Verder naar het oosten bereiken we de pas van Cabida of Chavida (2160 m), dat het Friero gebied scheidt van het centrale gebied, met aan het hoofd de torre de Salinas (2446 m). Maar voordat we de top van deze groep bereiken, vinden we de torre del Hoyo Chico (2356 m) en de toren van Hoyo de Liordes (2474 m), de top van deze formatie.
Verder oostwaarts komen we bij de bergpas van Pedavejo (2030 m), dat leidt naar de Alto de la Canal, de peñas de la Regaliz (drievoudige top, waarvan de hoogste 2229 m is), de torre del Alcacero (2247 m) en peña Remoña (2227 m). Verderop dalen we af naar Fuente Dé, duizend meter lager.
Ten oosten van Fuente Dé, buiten de Peñas Cifuentes bergketen, liggen toppen als Joracao en Valdemoro, die rond de 1800 m liggen en het einde van de Urrieles in het zuidoosten markeren.
Het oostelijk massief of het Macizo de Ándara
Zoals hierboven vermeld, is het Ándara-massief het minst uitgestrekte van de drie en ook het minst protserig in termen van hoogte. De hoofdas loopt van zuidwest naar noordoost en verdeelt zich in twee hellingen op het punt waar de grootste hoogten zijn geconcentreerd, rond het Circo de Ándara. Dit massief wordt begeleid door de rivieren Duje in het westen en Deva in het oosten en ligt administratief tussen Asturias en Cantabria.

Beschrijving van het macizo de Ándara
Het Ándara-massief strekt zich uit van zuidwest naar noordoost en verdeelt zich in twee hellingen op het punt waar de grootste hoogten geconcentreerd zijn, rond het keteldal van Ándara. De rivier Duje, in het westen, scheidt dit massief van Los Urrieles en de rivier Deva, in het oosten, markeert de oostelijke grens van de Picos de Europa.
In het gebied zelf zijn verschillende overblijfselen van mijnbouwactiviteiten te zien (mijnen van Mazarrasa, Evangelista, La Providencia,…). Momenteel zijn deze verlaten maar de overblijfselen van de constructies die deel uitmaakten van deze activiteit zijn nog steeds zichtbaar. De oude mijningangen die niet moeilijk te vinden zijn worden soms versperd om te voorkomen dat er vee naar binnen gaat.
Er is een berghut, de Casetón de Ándara, die de toegang tot het massief vergemakkelijkt, en op een paar minuten afstand daarvan, in de richting van de pico Valdominguero, ligt de oude bedding van het Ándara meer. Dit meer, een van de grootste in de Picos de Europa, werd per ongeluk drooggelegd tijdens de eerder genoemde mijnbouwactiviteiten, waarschijnlijk als gevolg van ontploffingen.
De eerste groep bergen die in het zuiden te zien is, zijn de Cumbres Avenas. De meest zuidelijke piek van deze groep is de Castro Cogollos (1692 m), gevolgd door de pico del Buey (1870 m), de Joracón de la Miel (1902 m), de pico de la Canal Arenosa (1882 m) en de pico del Corvo (1878 m).
De kern van het oostelijke massief is toegankelijk via de pas van Cámara. Als je de zuidwest-noordoostelijke lijn volgt, verschijnen de Picos de Cámara (2050 m) als eerste, gevolgd door de pico Pozán (2188 m), ook bekend als El Jiso, waarvan de zuidoostelijke bergkam de belangrijkste klimroute in het Ándara massief vormt.
Als we verder noordwaarts gaan, zien we belangrijke hoogten, zoals Prao Cortés (2288 m) en de pico Cortés (2373 m). Er is ook Cueto la Encina (2193 m), die leidt naar Morra de Lechugales, de hoogste piek in dit massief op 2444 m.
Verder naar het noorden liggen de picos del Jierru (2422 m) en de pica del Jierru (2421 m), ook bekend als Evangelista of Tiro de la Infanta. Op dit punt is er een splitsing, die naar het noorden gaat naar de pico Valdominguero (2265 m), Las Malatas en Cuetu la Vezada, die naar het westen leiden naar de vegas de Sotres.

Vanaf de pico Valdominguero richting het noorden liggen de toppen van Jou sin Tierre (2159 m, de hoogste van de twee), de cuetu Tejau (2129 m), de picu Boro, de cuetu los Clabreros en tot slot de pico de Fuente Soles, die leidt naar Jito de Escarandi, de noordelijke grens van het Ándara massief.
Vanaf de pico Valdominguero naar het noordoosten zijn er andere pieken, zoals de pico Soriano (2161 m) en de pieken van Senderos en Ramazosa (beide rond 1900 m), in de buurt van de berghut van Casetón de Ándara. Aan de andere kant van deze berghut rijst de Pico del Macondíu op, op 1999 m.
De toppen ten oosten van de Morra de Lechugales, zoals de silla del Caballo Cimero (2436 m), en ten zuiden daarvan, de Tabla del Pino (2154 m), zijn ook het vermelden waard.
Vanaf de pica del Jierru strekt zich een heuvelrug naar het noordwesten uit die loopt langs de pico de Grajal de Arriba (2349 m), de pico deGrajal de Abajo (2248 m), het Castillo del Grajal (2091 m), de rasa de la Inagotable (2284 m) en de cueto del Diablo (2267 m), ook bekend als cuetu La Junciana.
Ten oosten van Junciana rijst de pico del Sagrado Corazón (2214 m) op, die van grote betekenis is omdat er sinds het laatste jaar van de 19e eeuw een ceremonie wordt gehouden door de lokale bevolking op de top. Vanaf deze top in oostelijke richting, via de bergpas van Jonfría (1988 m), zijn er de toppen zoals de pico de la Jonfría (2067 m), de Castillín (2042 m), de Alto de los Novillos (2033 m) of, aan het oostelijke uiteinde, de Peña del Roblo (1775 m).
Als we de top van de Sagrado Corazón als referentiepunt nemen, rijzen naar het noorden andere hoogten op, zoals de top van Samelar (2227 m), de Canto de la Concha (2093 m)(2093 m), de Alto de las Verdianas (2024 m) en, al onder de tweeduizend meter, de Becerreras, de cueto de las Becerreras en de Columbros. Vanaf de Alto de las Verdianas en via de Llaguna pas (1948 m), aan het oostelijke uiteinde van het Ándara massief, zijn er toppen zoals de Agudinas piek, die 1976 m hoog is. De volgende toppen (de Acero-top, de Tarabillera-top, de Paña-top, de Ceto de la Llosa en de Ciruenzo Mayor) verliezen geleidelijk hoogte tot ze ongeveer 1.300 meter bereiken en het punt bereiken waar, in het oosten, de Picos de Europa ophouden.
Cultuur
De orografie en klimatologie van de Picos de Europa hebben in de loop der tijd enkele zeer bijzondere kenmerken van de bewoners bepaald. Veeteelt en begrazing in de bergen, voederproductie en hooiopslag voor de winter zijn typische activiteiten in het gebied. Er wordt ook een grote verscheidenheid aan kazen geproduceerd in de verschillende regio’s, zoals Picón, Cabrales, Gamonéu, Liébana en Valdeón.
Fauna
Van de fauna die aanwezig is in de Picos de Europa, springt de Pyrenese gems (Rupricapra pyrenaica parva) eruit. Zijn aanwezigheid in de hoogste gebieden van de bergmassieven is net zo spectaculair als zijn verrassende behendigheid in zulk moeilijk terrein, omdat hij de enige is die zich in de hoogste gebieden van de Picos durft te wagen.

Op meer toegankelijke plekken is er een grotere verscheidenheid aan diersoorten, zoals reeën, herten, wilde zwijnen, vossen, beren en wolven. In de rivieren leven otters, waterspreeuwen, ijsvogels, Atlantische zalm en forel. En bovenal het bijzondere auerhoen, dat, hoewel het meer voorkomt in de Cantabrische Bergen, ook hier te zien en te horen is zingen. Het auerhoen leeft in de bossen, waar het samenleeft met de zwarte specht (Dryocopus martius), de patrijs, de wilde kat, de slaapmuis, de eekhoorn en de genetkat.
Onder de meer dan 100 vogelsoorten die in het natuurpark te vinden zijn, vallen de grote roofvogels op, zoals de steenarend, de slangenarend, de aasgier, de vale gier en de lammergier. De alpenkraai, de alpenkauw en de raaf leven ook in het gebied. En je kunt de vlucht van de heggemus, de piepers en de alpenmus observeren.
Flora
Door de korte afstand van de Picos de Europa tot de kust, ongeveer 30 kilometer, kunnen er zowel Atlantische als Mediterrane plantensoorten groeien. De vegetatie in de Picos kan worden onderscheiden op basis van de hoogte waarop ze voorkomt. Zo kunnen gebieden worden geïdentificeerd die worden gedomineerd door steeneiken, eiken en beuken.
Boven de 1500 m, als gevolg van de hoogte en de steilte van het terrein, is de aanwezigheid van vegetatie, waar de bodem het toelaat, beperkt tot alpenweide. Soorten van het geslacht vetkruid en steenbreek vallen op tussen de rotsspleten. Op lagere hoogten kun je de aanwezigheid van plantensoorten zoals fraxinus, jeneverbes, berk, walnoot en linde waarderen, evenals enkele bloemsoorten, zoals de wilde akelei, de Matthiola fruticulosa en de sempervivum. We vinden er ook vleesetende planten, zoals de vetblad (Pinguicula vulgaris).

In 2017 werden Cuesta Fría en Canal de Asotín, samen met andere beukenbossen in Spanje en Europa, door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed als uitbreiding van de primaire beukenbossen van de Karpaten en andere regio’s in Europa.
Herders van de Picos de Europa: prijs voor voorbeelddorp van Asturias 1994
In 1994 ontvingen de herders van de Picos de Europa de prijs voor voorbeeldige mensen. De Fundación Princesa de Asturias (Prinses van Asturias Foundation) wilde hulde brengen aan deze werkers voor hun ongelooflijke werk in het bewerken van het land in het Picos de Europa gebied en het behouden, voor generaties, van de belangrijke herderstradities, zoals het laten grazen van het vee op grote hoogte tijdens de warme maanden en het laten zakken van het vee in de winter, of het maken van traditionele Asturische kazen, zoals Cabrales, Gamonéu of Beyos. Deze herders hebben dit berggebied jarenlang gebruikt zonder de structuur ervan aan te tasten, en hebben ook reddingsacties uitgevoerd toen sommige bergbeklimmers gewond raakten. Om al deze redenen besloot de jury van de Awards hem 29 jaar geleden deze erkenning te geven.
Lijst van bergtoppen hoger dan 2000 mtr.
De lijst is gerangschikt in aflopende volgorde van hoogte, rekening houdend met het massief waartoe ze behoren en de groep of sector waarin de toppen zich bevinden.
| De hoogste bergtoppen van de Picos de Europa (meer dan 2000 m.) |
Verwant aan dit onderwerp:
Annotations
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2024-09-14
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Sharealike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.
-
-
-
- Spanish Wikipedia|titel=Picos de Europa|pagecode=161048067| date=20240907
- Spanish Wikipedia|titel=Anexo:Montañas de los Picos de Europa|pagecode=157703611| date=20240908
- Spanish Wikipedia|titel=Ruta de Cares|pagecode=160952476| date=20240909
- Dutch Wikipedia|titel=Picos de Europa|pagecode=59980876| date=20240907
- English Wikipedia|titel=Picos de Europa|pagecode=1187457063| date=20240907
-
-
These texts of this story are available under the licence Creative Commons Attribution-Sharealike 4.0 International (CC BY-SA 4.0)
Full information of these photos/images, the author, or the license.
-
-
-
- Gezien vanaf de mirador de Fitu, rechts op de achtergrond de Picos de Europa….. Author – Coralma*, license CC0 1.0
- Locatie van de Picos de Europa. Author – Wikipedia (Picos de Europa) Source:File:Spain location map.svg by NordNordWest, SRTM30, ETOPO1/Author: derivative work Виктор_В, license CC BY-SA 3.0
- Het Centraal Massief of Macizo de los Urrieles van….. Author – No machine-readable author present. Based on copyright claims, author Jlgolis~commonswiki is assumed, license CC BY-SA 2.5
- Zicht op het westelijke massief (met Torre Bermeja en Peña Santa)….. Author – JConnolly74, license Public Domain
- Morra de Lechugales, gelegen in het oostelijk massief van….. Author – César Acebal, license CC BY 2.0
- De Picu Urriellu vanaf mirador de Carreña….. Author – jgfabregas, license GNU General Public License
- De Urrieles, voorafgegaan door de Pico de los Cabrones en Torre….. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Torres de la cebolleda (groep). Links zien we de Torre de Enol,,,,,. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license Public Domain
- Het lago de Enol, één van de twee bergmeren van Covadonga. Author – , license CC0 1.0
- De torre de Santa María of de Enol (2486 m). Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Een hoogte verschil van 2200 m vanaf de top van Torrecerredo….. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license Public Domain
- De eerste sneeuw op de Peña Santa. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license Public Domain
- Herfst in het Vegabaño bos in de uitlopers van de Jario piek. Author – Alfonso Fernandez, license CC BY-SA 3.0
- De Naranjo de Bulnes en de vega de Urriello (vlakte van Urriello). Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Het pad uitgehouwen in de verticale wand. Author – Gabriel González, license CC BY-SA 2.0
- Uitzicht over het pad. Author – El Jim, license CC BY 2.0
- Tunnels en stenen brug over een van de stroompjes….. Author – Gabriel González, license CC BY-SA 2.0
- De zuidelijke want van de Naranjo de Bulnes. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Torrecerredo en Cabrones. Daartussen ligt het westelijke massief,,,,. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license Public Domain
- Het gebied bovenaan de Fuente Dé kabelbaan met….. Author – Carlos Delgado, license CC BY-SA 4.0
- De Torre de los Horcados Rojos (2503 m) is een….. Author – J. Roblear, license CC BY-SA 2.0
- Cabaña Verónica is een kleine berghut gelegen in de….. Author – Tat, license CC BY-SA 2.5
- Het gebied rond de torre de Llambrión. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 3.0
- De piramidevormige Peña Castil (2444 m). Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Het Ándaramassief zien we hier op de achtergrond. Author – No information about the author could be read automatically; it is assumed to be Davidfase according to the claimed copyright, license CC BY-SA 2.5
- Het oostelijk massief gezien vanuit de hermitage van….. Author – Teofrasto820, license CC BY-SA 4.0
- De Pyrenese gems, koning van de Picos. Author – Juan Lacruz, license CC BY-SA 3.0
- Vale gier in vlucht, met ingetrokken nek en vinger-achtige veerpunten. Author – Calo Bescós, license CC BY 3.0
- Uitzicht op de Picos de Europa vanaf de San Glorio pas (1608 m),,,,,. Author – H. Hoffmeister Lanzi, license CC BY-SA 3.0
-
-
Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.





