Cádiz (stad)

Cádiz, hoofdstad van de gelijknamige provincie van Andalucía


het wapen
de vlag

Cádiz gelegen in zuidwest-Spanje is een typisch Andalusische stad met goed bewaarde historische bezienswaardigheden. Cádiz is gelegen in de autonome gemeenschap (dat ze in Spanje een comunidad autónoma noemen) Andalucía, aan de Golf van Cádiz en telde in 2019 nog zo’n 116.000 inwoners. En dus zien we ook hier het inwonersaantal terug lopen. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. 

Gegevens
Comunidad autónoma Andalucía
Provincie Cádiz
Comarca Bahía de Cádiz
Mancomunidad Bahía de Cádiz
Ligging
   •  Minimaal
   •  Gemiddeld
   •  Maximaal
    0 m.b.z.
   13 m.b.z.
  23 m.b.z.
Oppervlakte 12,3 km²
Bevolking
Bevolkingsdichtheid
113.066 inw. (2022)
9597,4 inw/km²
Bevolkingsnaam gaditano, – a
Gesticht 1104 v.Chr.
Postcode 11000
Kengetal tel. (+34) 956 en 856
Belangrijke feestdagen Semana Santa
Carnaval
Patroonsheilige San Servando y Germán
Patrones Nuestra Señora del Rosario
Officiële website

Cádiz ligt eigenlijk op een eiland en wordt omring door de zee, op een smalle landstrook na dat de verbinding is met het eiland León. Dat eiland León wordt op zijn beurt van het vasteland gescheiden is door een smal slingerend kanaal, Caño de Sancti Petri genaamd, dat de omliggende moerassen doorkruist. De stad kende jarenlang een enorm mobiliteitsprobleem. Dat is verholpen door de bouw van de Puente de la Constitución de 1812 (Brug van de Grondwet van 1812). Een 1400 meter lange verkeersbrug over de Baai van Cádiz die de stad Cádiz verbindt met het vasteland bij Puerto Real. De bouw van deze brug is in 2015 afgerond.

Cadiz is een van de Andalusische havensteden die niet aan de Middellandse Zee liggen, noordwestelijk van de Zuilen van Hercules, en dus aan de Atlantische Oceaan is gelegen. De stad ligt aan de monding van de rivier Guadalete en ligt in het natuurpark van Bahía de Cádiz.

De economie is voornamelijk gebaseerd op de handelssector, door de aanwezigheid van het havengebied en de vrijhandelszone. De goed beschutte haven is een in- en uitvoerhaven en fungeert als vissers- en passagiershaven, met onder meer een veerdienst op de Canarische Eilanden. De industrie omvat scheepsbouw en -reparatie (een van de grootste werven van Spanje) maar ook machine- en vliegtuigindustrie. De andere basissector van de economie van Cádiz is het toerisme, vanwege de stranden, de plaatselijke festiviteiten en het belangrijke historische erfgoed.

Panoramisch zicht op de Puerta Tierra van Cádiz.

Historisch gezien was het grondgebied van Cádiz oorspronkelijk een kleine archipel (Gadeiras genaamd), als een enkel eiland, een situatie die vandaag de dag nog steeds ter discussie staat. Deze eigenaardigheid maakt het moeilijk om de geografische toestand te definiëren, hoewel het tegenwoordig als een eiland wordt behandeld. Het werd door Lord Byron gedoopt als de “Zeemeermin van de Oceaan” en staat in de volksmond bekend als de “Tacita de Plata” (Het Zilveren Kopje).

Tegenwoordig staat Cádiz vooral bekend om zijn lange en invloedrijke geschiedenis, niet alleen op nationaal niveau, maar ook om zijn belang in processen zoals de Punische oorlogen, de romanisering van Iberia, de ontdekking en verovering van Amerika of de vestiging van het liberale regime in Spanje met zijn eerste grondwet.

Toponymie


Numismatische inscripties in de Fenicische taal vermelden dat de Feniciërs de plaats kenden als een Gádir of Agadir(in Fenicische spelling 𐤂𐤃𐤓(𐤀), (ʾ)gdr), d.w.z. “kasteel”, “vesting” of, in het algemeen, “ommuurde behuizing” in het Fenicisch. Geleend door de Berbertalen werd dit het agadir dat veel voorkomt in veel huidige toponiemen in Noord-Afrika, bijvoorbeeld Agadir in Marokko. Zelfs vandaag de dag betekent agadir bij de Berbers “ommuurde behuizing” volgens het Tamazight en “graanschuur” of “versterkte markt” volgens Tashelhit. Gádir was de belangrijkste Fenicische enclave uit de oudheid op het Iberisch schiereiland. De Carthagers bleven deze naam gebruiken en alle latere namen zijn ervan afgeleid.

Later stond de stad in het Attisch Grieks (Grieks dialect) bekend onder een soortgelijke naam: τὰ Γάδειρα (Gádeira). In het Ionisch Grieks wordt de naam iets anders gespeld: Γήδειρα (Gẽdeira) en zo komt hij ook voor in de geschiedenissen van Herodotus. Af en toe komt de spelling ἡ Γαδείρα (Gadeíra) voor, zoals bijvoorbeeld in de geschriften van Eratosthenes. Dit wordt bevestigd door Stephanus Byzantius. In het Latijn heet de stad Gades en in het Arabisch قادس (Qādis), waarvan het Spaanse Cádiz is afgeleid.

Volgens Plato’s verslag van Atlantis in Critias komt de naam van de stad van de Atlantische koning Gadirus, heerser over de regio Gadeira, zoon van Poseidon en broer van Atlantis (ook Atlas genoemd, maar niet te verwarren met de door Zeus veroordeelde titaan).

Het historische en commerciële belang van de stad heeft geleid tot exoniemen die de stad in het Italiaans Cadice noemen; in het Frans Cadis; in het Portugees Cádis; in het Engels Cádis; de vorm Cáliz komt vaak voor op middeleeuwse kaarten.

Symbolen


Het wapen van de stad Cádiz heeft de volgende heraldische beschrijving:

Op een veld van azuur, Hercules staand, in zijn  natuurlijke kleur, gekleed in een leeuwenhuid, in zijn natuurlijke kleur, twee passerende leeuwen vastgrijpend (dit symboliseert een van de daden die hij vermoedelijk heeft uitgevoerd in het gebied van de baai van Cádiz) en vergezeld van twee zilveren zuilen, die Afrika (de berg Hacho in Ceuta) en Europa de (Rots van Gibraltar) symboliseren (de zuilen van Hercules), met een gouden band beladen met de inscriptie “PLUS” aan de rechterkant van het schild en “ULTRA” aan de linkerkant, dit alles verwijzend naar de oude spreuk van de Zuilen van Hercules waarin de Romeinen aan de begrenzing van het continent non plus ultra (“niet verder”) toekenden, in goud geaccentueerd met een gouden rand beladen met de spreuk HERCULES FUNDATOR GADIUM DOMINATORQUE (“Hercules stichter van Cádiz en heerser”), geschreven in letters van sabel. Het geheel omgeven door een krans gevormd door twee lauwertakken.

De rangkroon is de oude Spaanse koninklijke kroon, open en zonder diademen, is een cirkel van goud, bezet met edelstenen, samengesteld uit acht fleurons van acanthusbladeren, waarvan er vijf zichtbaar zijn, geïnterpoleerd met parels. De open koninklijke kroon, ook van de Infantes van Spanje, is de traditionele vorm waarmee de koninklijke waardigheid werd toegekend tot de introductie in de 16e eeuw van de zogenaamde gesloten koninklijke kroon. Hij wordt vaak gebruikt in de heraldiek van kleinere territoriale entiteiten en minder vaak in gemeenten en andere entiteiten. De elementen van het wapen van de stad Cádiz zijn overgenomen door het wapen van Andalucía.

De vlag van Cádiz is goedgekeurd bij de resolutie van 12 januari 2009 van het directoraat-generaal Lokaal Bestuur (Dirección General de Administración Local), waarmee het wapen en de vlag van de gemeente Cádiz zijn ingeschreven in het Andalusische register van lokale entiteiten (BOJA 23/1/2009). De vlag is “rechthoekig, karmozijnrood van kleur en met het gemeentewapen in het midden”.

Het heeft de titels Zeer Edel, Zeer Trouw en Zeer Heldhaftig (Muy Noble, Muy Leal y Muy Heroica). Zeer Edel werd toegekend door de Katholieke Koningen, toen Cádiz aan het eind van de 15e eeuw veranderde van een herenstad van de Markiezen van Cádiz Ponce de León in een koninklijke stad van de Kroon. Zeer Loyaal is een titel die werd toegekend door de grote Carlos I voor hun loyaliteit tijdens de opstand van de Gemeenschappen in 1521. De titel Zeer heldhaftig werd toegekend door Fernando VII voor hun acties tegen het Franse leger tijdens de invasie van Napoleon.

Geschiedenis


Fenicische ring van Casa del Obispo.

Cádiz werd rond 1100 v.Chr. gesticht door kolonisten uit het Fenicische Tyrus, en was daarmee een van de oudste Fenicische nederzettingen in het westen. Het is een van de oudste continu bewoonde steden in West-Europa. Sinds de stichting door de Tyriërs, volgens de klassieke overlevering tachtig jaar na de Trojaanse oorlog (1104 v.Chr.), was het een stad gewijd aan de zee en de handel.

De huidige landtong was destijds nog een eiland, gelegen op de grens tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. De stad, die op de noordwestelijke punt van eiland lag was relatief eenvoudig te verdedigen. Het was een stad van groot strategisch, en commercieel belang. Het hoofddoel van de stichters was door middel van handel het zilver te verkrijgen dat in de streek rond het huidige Huelva door de lokale heersers, volgens sommigen de legendarische stadstaat Tartessos, gewonnen werd. Omstreeks 500 v.Chr. nam Carthago, oorspronkelijk eveneens een kolonie van Tyrus, de stad over. Hannibal vertrok van hier om Italië te veroveren.

Later werd het deel van het Romeinse Rijk en kreeg het de naam Gades (209 v.Chr.). Julius Caesar zelf gaf het de titel civitas foederata (federale stad) het hoogste type autonome stad of lokale gemeenschap onder Romeinse heerschappij. De stad bereikte grote welvaart in de Romeinse tijd. Er werden amfitheaters en aquaducten gebouwd en het werd voor korte tijd de op één na dichtstbevolkte stad van het Rijk in het Westen. In deze periode woonden er meer dan vijfhonderd equites in de stad, vergelijkbaar met Padua en Rome zelf.

Thoracata beeld van een Romeinse keizer gevonden op het eilandje Sancti Petri.

Tijdens de crises van het Romeinse Rijk in de 3e eeuw, de val van het Romeinse Rijk zelf en de Visigotische veroveringen, die de stad verwoeste raakte de stad in verval. Het ging een donkere periode tegemoet en verloor haar positie als provinciale hoofdstad, en haar commerciële belang. De ineenstorting van de handelsnetwerken van het Romeinse Rijk, net zo noodzakelijk voor Gades als voor elke kuststad, richtte de meeste schade aan. De grote open stadsstijl van de oudheid maakte langzaam plaats voor een kleinere ommuurde stadsstijl die gebruikelijk was in de Middeleeuwen. Uit economische noodzaak werden veel van de voormalige inwoners van Gades gedwongen om basisrechten op te geven om bescherming te krijgen van grootgrondbezitters en te vertrekken naar steden in het binnenland, bijvoorbeeld Asido Caesarina Augusta (plaatst in de provincie Ulterior Betica). De eersten werden een klasse van halfvrije burgers die colonus werden genoemd.

De stad werd tussendoor nog veroverd door de Byzantijnen in 522, door de Visigoten in 620 en, na de slag bij Guadalete, door de troepen van Tariq Ibn Ziyad in 711. Tijdens deze periode werd het standbeeld van Hercules in de Tempel van Hercules gesloopt. Onder het beheer van de Moren werd het weer een belangrijke uitvoerhaven.

Volgens de De itinere frisonum werd de stad in 1217 geplunderd door een groep Friese kruisvaarders die op weg waren naar het Heilige Land als onderdeel van de Vijfde Kruistocht. De verovering van Cádiz maakte deel uit van de herovering van de Guadalquivir (1243-1262) en in 1264 werd de stad opgenomen in de kroon van Castilla, toen de stad tot het sultanaat van Benimerín behoorde. De komst van Alfonso X naar Cádiz betekende de opleving voor de stad omdat de vorst hier de mogelijkheid zag om van hieruit zijn huzarenstuk, de fecho de Allende te verwezenlijken. Onder de privileges die de Castiliaanse vorst verleende waren een grote alfoz, belastingvoordelen, de toekenning van de titel van stad, de vestiging van een bisschoppelijke zetel en vooral het monopolie op de handel met Afrika, dat de stad tot het begin van de 16e eeuw zou behouden. Dit zou de stad voorzien van een proto-bourgeoisie en sterke banden met Genua hebben en de benodigde middelen om zichzelf te positioneren als een essentieel punt in de Europese handel, wat als basis zou dienen voor de latere pracht en praal die bereikt zou worden met de ontdekking van Amerika.

Cádiz in de 19e eeuw in de ‘Voyage pittoresque et historique de l’Espagne’.

Pas na de herovering, toen de koninklijke scheepswerven van de kroon van Castilla in de baai van Cádiz werden gevestigd, en het begin van het tijdperk van de ontdekkingen, leefde de stad op met een grote impuls. Talloze ontdekkingsreizigers vertrokken vanuit haar havens, zoals Christoffel Columbus of Álvar Núñez Cabeza de Vaca, en conquistadores in het koloniale tijdperk, die meer dan 10.000 slaven naar de stad brachten. Dit verrijkte de stad en maakte het eeuwen later mogelijk om een burgerlijke, liberale en revolutionaire samenleving te creëren. Als stad met een monopolie op de handel met Amerika was het de zetel van de Casa de Contratación en de Zilvervloot vanaf 12 mei 1717, toen Felipe V het decreet ondertekende waarmee de Casa de Contratación van Sevilla naar Cádiz werd overgeplaatst, en op dat moment had de stad ongeveer 30.000 inwoners.  Als thuisbasis van de Zilvervloot werd het vele malen door de Engelsen en Nederlanders aangevallen. hiermee werd Cádiz de belangrijkste haven van het Spaanse vasteland en had tot 1778 vrijwel het monopolie op de handel met Amerika. In 1766 bevorderde Carlos III definitief de emancipatie van het eiland León met de oprichting en benoeming van de eerste raad in de nieuwe onafhankelijke stad bij Koninklijk Besluit onder de naam Villa de la Real Isla de León. In de volkstelling van 1787 had de stad 71.080 inwoners.

Kaart van de stad en zijn omgeving uit 1762.

Officieel mochten alleen Spanjaarden handelen met de koloniën, maar veel buitenlanders wilden hiervan meeprofiteren. Zij kwamen naar Cádiz en maakten gebruik van stromannen, tegen een vergoeding lieten deze Spanjaarden de lading op hun naam zetten. Verder kwamen veel van de goederen voor de koloniën uit het buitenland, zoals Engeland, Nederland en Frankrijk. De handelsbedrijven hadden vertegenwoordigers in Cádiz om hun belangen te behartigen. Tijdens de 16e, 17e en 18e eeuw verbleef in de stad ook veel Vlamingen en Brabanders. Hun aanwezigheid was het grootst rond de 17e eeuwwisseling. De plaatselijke archieven omvatten immers een kleine 700 testamenten van deze toenmalige kooplieden, merendeels uit de steden Antwerpen, Brugge en Gent, maar ook uit andere kleinere plaatsen zoals Koekelare, Zonnebeke, Rupelmonde en Okegem.

Tussen 1810 en 1812 werd Cádiz belegerd door Napoleontische troepen, maar nooit ingenomen. Terwijl werd hier de eerste Spaanse grondwet, geschreven en afgekondigd in 1812, werd opgesteld tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Tijdens dit gewapende conflict werd Cádiz het toevluchtsoord van de Spaanse politieke leiders uit die tijd. Tijdens deze periode van de Onafhankelijkheidsoorlog telde de stad en het Isla de León 115.000 inwoners tussen ingezetene, vluchtelingen en troepen die er gelegerd waren.

 
Constitutioneel Hof van Cádiz 1812, en de Afkondiging van de Grondwet van 1812.

De stad raakte in verval na haar betrokkenheid bij de Onafhankelijkheidsoorlog en stortte in na het verlies van Cuba, maar bleef groeien in bevolking (in die zin profiterend van de plattelandsvlucht, vooral uit de comarca La Janda), wat leidde tot een periode van aanzienlijke stedelijke ontwikkeling. Dit zou doorgaan tot het begin van de jaren 1990 en vooral van 1996-2010, een periode waarin ongeveer 20.000 inwoners van Cádiz de stad verlieten. Tot nu toe heeft de stad haar belang op nationaal niveau niet herwonnen.

In de Spaanse Burgeroorlog viel Cádiz al redelijk vroeg in de handen van de Nationalistische factie. Het speelde een belangrijke rol in de aanvoer van militairen en militair materieel uit Spaans-Marokko. Later, in 1947, valt de explosie op van een kruitmagazijn op Isla Cristina, waarvan de ontploffing minstens 120 km verderop te horen was. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw zijn er kunstwerken uitgevoerd om de toegang tot de stad uit te breiden en te verbeteren; in 1969 werd de José León de Carranza brug ingehuldigd, die een verbinding vormt met Puerto Real, in 2002 werd de spoorweg voltooid en in 2015 werd de tweede brug over de baai, de Puente de la Constitución de 1812, ingehuldigd.

Geografie


Satellietfoto van de stad.

De stad Cádiz ligt op wat geografisch een tombolo wordt genoemd, de naam die wordt gegeven wanneer een eiland met het vasteland is verbonden door een zeer dunne landengte. In het specifieke geval van Cádiz sluit deze tombolo niet direct aan op het vasteland, maar op wat historisch gezien Isla de León werd genoemd, waar de stad San Fernando ligt.

66,91% van het land, inclusief moerassen, behorend tot het Natuurpark van de Baai van Cádiz, en stranden, is onbebouwd. 4,4 km² van het land is bewoond.

Historisch gezien varieert het geheel van een kleine archipel tot een eiland. Er wordt over gediscussieerd of het op dit moment zinvol is om het geheel van Cádiz en San Fernando als een eiland te definiëren, omdat het kanaal dat het eiland van het vasteland scheidde, het kanaal van Sancti Petri, in de loop der tijd is volgestroomd met sediment.

Noord-westen:
Atlantische Oceaan
Noord:
Bahía de Cádiz en Rota
Noord-oosten:
Bahía de Cádiz en El Puerto de Santa María
West:
Atlantische Oceaan
Schematische tabel met in het midden een blauwe windroos. Oost:
Bahía de Cádiz en Puerto Real
Zuid-westen:
Atlantische Oceaan
Zuid:
San Fernando
Zuid-oosten:
San Fernando en Bahía de Cádiz

Dit hele complex ligt ondergedompeld in een labyrint van duinen, kwelders en stranden en vormt wat bekend staat als de Baai van Cádiz, een natuurgebied van grote ecologische waarde.

Panoramisch uitzicht op de baai van Cádiz gezien vanaf El Puerto de Santa María. De stad Cádiz is te zien op de achtergrond van de baai.
Klimaat

Cádiz heeft een subtropisch mediterraan klimaat. De gemiddelde jaartemperatuur in het observatorium van Cádiz in de periode 1991-2020 is 18,8 °C, waarmee het de op twee na warmste hoofdstad van Spanje is, na Sevilla en Almería. De gemiddelde maximumtemperatuur in de warmste maand (augustus) is 27,9 °C, terwijl de gemiddelde minimumtemperatuur in de koudste maand (januari) 9,5 °C bedraagt. In 2007 was Cádiz, samen met Granada, de op drie na zonnigste stad van Spanje, met 3016 zonuren, volgens de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (het INE) in zijn statistisch jaarboek.

Flora en fauna
Murex brandaris, beter bekend als cañailla, is een roofzuchtig en vleesetend buikpotig weekdier.

We kunnen de verschillende omgevingen onderscheiden waarin de flora zich ontwikkelt, voornamelijk door het type substraat waarop ze worden aangetroffen. In het moerassige gebied ontwikkelt zich een lage vegetatie die bestand is tegen het zoutgehalte. De meest voorkomende soorten zijn Sarcocomia perennis en Sarcoconia fructicosa. In de middelgrote moerasgebieden overheersen droge en zoute bodemsoorten zoals Limoniastrum monopetalum, Caroxylon vermiculata en Suaede vera.

In de hoge moerasgebieden, een van de meest representatieve van het gebied, begint een lichte onafhankelijkheid van de getijden en hun zoute bijdrage aan de bodem op te treden. Het wassen gebeurt in het zomerseizoen met de komst van de regens. De dominante soorten zijn Arthrocnemun macrostachyum, Limoniastrum monopetalum, Inula critmoides, Suaeda splendens, Limonium algarvense en Limonium ferulaceum.

Duinmilieus worden gedomineerd door meerjarige grassen Elymus farctus en Ammophila arenaria (helmgras) en Carpobrotus edulis (hottentotvijg, invasieve soort en ecologisch probleem. In Spanje ook wel bekend als ‘diente de león’ of ‘uña de gato’.).

Op het intergetijdengebied vind je vaak graslanden van Zostera noltii (klein zeegras) en de algen Enteromorpha linza (Breed darmwier), Ulva lactuca (zeesla) en Codium tomentosum.

De Feniciërs noemden een van de twee buitenste eilanden van Cádiz, Cotinusa vanwege de overvloed aan wilde olijfbomen (Olea europea sylvestris) die er stonden. Vandaag de dag is er nog maar één exemplaar over, die spontaan is gegroeid naast het kasteel Cortadura. In de tuinen staan nog enkele exemplaren van de drakenbloedboom – Dracaena draco, in Spanje ook wel bekend als de arbol Geryon, een langlevende boom die typisch is voor tropische of subtropische klimaten.

De fauna omvat de soorten die goed gedijen in de menselijke en kusthabitat: passer (fam. mussen), gierzwaluwen, duiven, zomertortel, meeuwen, aalscholvers, scholeksters, enz. Er is ook een overvloedige kolonie Argentijnse papegaaien (monnikparkieten) in de parken en tuinen van Cádiz.

De zeebodem wordt gekenmerkt door een overvloed aan weekdieren en vissen. Onder de weekdieren zijn Turritella communis (penhoren), Nassa reticulata (gevlochten fuikhoren) en Murex brandaris (brandhoren, in Spanje bekend als cañailla) overvloedig. Onder de vissen vallen de tarbot (Psetta maxima, in Spanje genaamd, rodaballo), de tong (Solea solea, in het Spaans lenguado), de grote pieterman (Trachinus draco), de sargo (Diplodus sargus sargus), de zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), de goudbrasem (Sparus aurata), enz. op.

In het duingebied vallen de franjeteenhagedis Acanthodactylus erythrurus en de parelskink Chalcides bedriagai op. Zoogdieren zijn nauwelijks vertegenwoordigd, behalve de zwarte rat en het konijn (respectievelijk Rattus rattus en Oryctolagus cuniculus cuniculus).

Een zwerm opstijgende meeuwen, op het strand.

Goudbrasem (dorado), veel gegeten in de Spaanse keuken.

Daarnaast vinden we in de stad een aantal, over het algemeen, kleine parken waar exotische planten bloeien, waaronder reusachtige bomen die naar verluidt vanuit de Nieuwe Wereld naar het Iberisch schiereiland zijn gebracht.

Erfgoed


Het oudere deel van Cádiz, binnen de overblijfselen van de stadsmuren, wordt meestal de Oude Stad (Spaans: Casco Antiguo) genoemd en vertegenwoordigt een groot deel van de totale omvang van de stad. Het wordt gekenmerkt door de oudheid van de verschillende wijken (barrios), waaronder El Pópulo, La Viña en Santa María, die een duidelijk contrast vormen met de nieuwere delen van de stad. Terwijl het stratenplan van de oude stad bestaat uit smalle, kronkelende steegjes die grote pleinen met elkaar verbinden.

Er zijn veel dingen die opvallen aan Cádiz: de stranden en de feesten. Maar het ideale om te doen op een zomeravond is jezelf verliezen in de wijk La Viña of de wijk Pópulo voor tapas. Ook de rijke geschiedenis, want Cádiz wordt beschouwd als een van de oudste steden van het westen, met een rijk artistiek en monumentaal erfgoed, maakt Cádiz tot een groot centrum voor cultureel en stedelijk toerisme.

Monumenten

Cádiz heeft een groot aantal monumenten van burgerlijke, militaire en religieuze architectuur.

Puerta de Tierra
De zuidelijke kant van de Puerta de Tierra.

De Puerta de Tierra is een architectonisch monument dat voorheen een compleet bolwerk was waarvan de toegangsmuur tot de stad Cádiz is overgebleven. De poort werd in de 18e eeuw gebouwd door de academische architect Torcuato Cayón, is uit marmer gehouwen en meer ontworpen als een religieus altaarstuk dan als een militaire versterking.

Ervoor staan de barokke beelden in wit marmer van de beschermheiligen Saint Servant en Saint Germain, op Ionische zuilen met gecanneleerde schachten op versierde bases, door Andreoli (1705).

Telégrafo Principal

De toren van de Gobierno Militar de Cádiz (Militaire Regering van Cádiz), nu het Cultureel Centrum Reina Sofia, was de eerste optische telegraaf in Andalucía. De optische toren werd in 1805 gebouwd in opdracht van gouverneur Francisco Solano, om te functioneren als hoofdtelegraaf voor de telegraaflijnen van Cádiz. De ingenieur-kolonel Francisco Hurtado organiseerde vier lijnen tussen Cádiz en de belangrijkste steden in de omgeving: Sanlúcar de Barrameda, Jerez de la Frontera, Medina Sidonia en Chiclana de la Frontera. Tijdens het beleg van Cádiz (1810-1812) werd alleen de telegraaflijn Cádiz-La Isla de León (het huidige San Fernando) onderhouden. In 1820, na het verhinderen van de intocht van Quiroga en Riego in Cádiz, werden deze militaire telegraaflijnen ontmanteld.

Torreón de la Puerta de Tierra

De toren van de Puerta de Tierra stond vroeger bekend als de Mathé-toren, ter nagedachtenis aan de bedenker van de optische telegraaflijnen, brigadier Mathé, die later de initiatiefnemer was van het Telegraafkorps in 1855. Het was de 57e optische toren van de Andalusische telegraaflijn, die werd gebouwd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken om te communiceren met de civiele gouverneur van Cádiz (1851-1857). Het telegraafsysteem van Mathé, dat zich op het dak van de toren bevond, verzond zijn berichten door middel van een visuele code die werd herhaald in elke toren van een telegraaflijn (ongeveer één om de 15 km). Vanaf de optische toren in Cádiz bleef de telegraaflijn Madrid-Cadiz zijn berichten herhalen door de Andalusische provincies Sevilla en Córdoba, om vervolgens door de provincies Ciudad Real en Toledo te gaan en te eindigen bij de Puerta del Sol in Madrid. Hij communiceerde ook met de Torregorda toren (toren nr. 58) en, vanaf 1853, met de Torrechica (toren nr. 59 en hoofd van de lijn) in San Fernando, om de communicatie met het Maritieme Departement te verbeteren. Deze toren lijkt niet op het ontwerp van de typische Mathé-toren, zoals de gerestaureerde toren in Arganda del Rey.

Gran Teatro Falla
Gran Teatro Falla de Cádiz met posters die het FIT (Festival Iberoamericano de Teatro) aankondigen.

De bouw van het Gran Teatro Falla de Cádiz begon in 1884, volgens het project van Adolfo Morales de los Ríos. In 1886 nam het stadsbestuur de leiding van de werken over, maar door geldgebrek werden de werken verschillende keren stilgelegd en dit betekende dat het werk pas in 1905 werd voltooid. Het werd gebouwd op de plaats van het oude Gran Teatro de Cádiz, dat van hout was gemaakt en in 1881 afbrandde. De gemeentelijke architect Juan Cabrera de la Torre leidde de werkzaamheden, waarbij hij het oorspronkelijke project grotendeels wijzigde.

Het theater heeft een neo-Mudéjar stijl, met rode bakstenen gevels en drie grote hoefijzerboogdeuren op de hoofdgevel, met afwisselend rode en witte voussoirs. Het grondplan heeft de vorm van een hoefijzer, waaraan de verdiepingen zijn aangepast, elk omringd door een galerij die aansluit op de toegangstrappen, die vertrekken vanuit een grote foyer die in de jaren 1920 werd gerenoveerd. Het podium is 18 meter lang en 25,5 meter diep en het plafond toont een allegorie van het Paradijs, het werk van Felipe Abárzuza y Rodríguez de Arias.

Onder de vele voorstellingen die het hele jaar door worden gehouden, is het de moeite waard om de officiële carnavalsgroepswedstrijd van Cádiz te noemen, die wordt gehouden volgens de Pastorale Kalender en een van de grootste attracties van het carnaval van de stad is. Tijdens het carnaval tonen de verschillende carnavalsgroepen al hun kunst en genialiteit in verschillende modaliteiten in het Gran Teatro Falla.

Kathedraal van Santa Cruz

Ook wel Santa Cruz sobre el Mar genoemd, hoewel de inwoners van Cádiz het la Catedral Neuva noemen in tegenstelling tot de Oude Kathedraal (iglesia de Santa Cruz (Cádiz)), die werd gebouwd door Alfonso X ‘el Sabio’. Het is de bisschopszetel van het bisdom Cádiz. De bouw begon in 1722 en werd pas op 28 november 1838 voltooid.

Het heeft een Latijns kruisplan en drie schepen, waarbij de ruimte wordt afgebakend door zuilen. Het hoofdaltaar bestaat uit een neoklassieke tempel gewijd aan de Onbevlekte Ontvangenis (Inmaculada Conceptión). Rondom de tempel zijn kapellen (die ten tijde van de bouw werden gebruikt om de werkplaatsen te huisvesten die nodig waren voor het werk aan de tempel) gewijd aan de figuur van de Ecce Homo (het werk van La Roldana) of aan de beschermheiligen van de stad; onder andere San Servando en San Germán.

De kathedraal van Santa Cruz.

Op 17 september 2022 vierde de Lokale Raad van Broederschappen en Broederschappen van Cádiz, ter herdenking van het 3e eeuwfeest van het begin van de werkzaamheden aan de kathedraal, de Magna Cádiz 2022, met deelname van 17 broederschappen en hun respectievelijke praalwagens (pasos).

Museums van Cádiz

Museum van Cádiz, dit bevindt zich op het Plaza de Mina. Het is gebouwd op land dat in de 19e eeuw van de franciscanen werd geconfisqueerd. Het gebouw is het werk van Juan Daura en werd in 1838 ingewijd in neoklassieke stijl. Het museum werd gerenoveerd en heeft nu drie afdelingen: Archeologie, Schone Kunsten en Etnografie. Werken van Zurbarán, Salvador Viniegra en Adolf Ulrik Wertmüller vallen op.

Museo de las Cortes van Cádiz.

Museum van de Cortes de Cádiz, is een historisch museum in de Santa Inés Straat in Cádiz. Het werd opgericht als onderdeel van de evenementen die in de stad werden gehouden ter herdenking van de eerste honderdste verjaardag van de grondwet van 1812, de eerste in de geschiedenis van Spanje. De collectie omvat een maquette van de stad ontworpen door Carlos III dat een oppervlakte heeft van 12,52 x 6,92 m². 

In juni 2010 werd het Museum van de Lithografische Werkplaats (Museo Taller Litográfico): Dit museum werd in 2010 geopend. Het is  gelegen aan de Puerta de Tierra, het bevat het lithografische erfgoed dat sinds de eerste helft van de 19e eeuw in Cádiz bestaat.

Archeologisch erfgoed

Romeins theater

Het ligt in de Barrio del Pópulo en werd gebruikt voor voorstellingen van Griekse en Romeinse toneelstukken. Het werd in 1981 bij toeval gevonden bij een brand in een pakhuis en werd gebouwd in opdracht van Lucius Cornelius Balbus (minor) in de 1e eeuw v.Chr. Het is het op één na grootste theater in de hele Romeinse wereld, na het theater van Pompeius in Rome.

Het Romeins theater van Cádiz.

De diameter van het gewelf is 120 meter en er zouden ongeveer 20.000 toeschouwers kunnen zitten. Cicero spreekt in zijn brieven aan familieleden over het gebruik ervan voor de persoonlijke propaganda van Balbus. Volgens archeologen bevestigt deze ontdekking de grootsheid van de stad Gades, die meer dan 80.000 inwoners telde toen de stad de mediterrane handel domineerde en een van de meest welvarende steden van het Romeinse Rijk was.

Een cryptografische inscriptie met de tekst Latro, Balbe (Balbo, dief) werd gevonden op de plek die Balbo zou gaan gebruiken (hier leest u meer over deze inscriptie). Er is een project om een ontvangst- en interpretatiecentrum voor het Romeinse theater van Cádiz te bouwen op dezelfde plek waar nu een deel van het colosseum staat.

Archeologische vindplaats Gadir

De site van Gadir ligt in het hart van het historische centrum van de stad, onder het Teatro del Títere, in de straat San Miguel. De schaarste aan architectonische overblijfselen van Fenicische nederzettingen in het hele Middellandse Zeegebied maakt de site uniek in Europa. De site is gestructureerd in verschillende plattegronden die overeenkomen met de verschillende bewoningsperioden van de nederzetting, waarbij de lay-out van straten, woningen en gebruiksvoorwerpen uit de 9e eeuw v. Chr. naar voren komt. In totaal zijn er acht woningen bewaard gebleven, verdeeld over twee terrassen en georganiseerd rond twee geplaveide straten.

Het centrale thema van het bezoek draait om de figuur van Mattan, een Feniciër die omkwam bij een grote brand in de stad in de 6e eeuw voor Christus. Zijn overblijfselen vormen een belangrijk onderdeel van het thema van de rondleiding.

Naast deze Fenicische overblijfselen zijn er constructies van een Romeinse visfabriek bewaard gebleven.

Gezouten visfabriek

De fabriek voor gezouten vis ligt in het centrum van Cádiz, in wat vroeger het oude kanaal was dat de stad in twee eilanden verdeelde. Volgens de gegevens dateert de bouw uit de 1e eeuw v.Chr. en is het vervolgens verlaten aan het begin van de 5e eeuw n.Chr.

Andere monumenten
Civiele architectuur
    • Monumento a la Constitución: Monument voor de Grondwet van 1812. Dit monument werd gebouwd om de honderdste verjaardag van de afkondiging van de Grondwet van 1812 te herdenken. Het project was het werk van de architect Modesto López Otero (1885-1962) en de beeldhouwer Aniceto Marinas (1866-1953). Het werd ingehuldigd in 1912.
    • Torre Tavira is een wachttoren en het hoogste punt van de stad Cádiz, 45 meter boven de zeespiegel. Het bevindt zich in het barokke paleis van de Markiezen van Recaño, gebouwd in de 18e eeuw. De officiële wachttoren van de haven van Cádiz in 1778 werd vernoemd naar de eerste wachter, Antonio Tavira. Het communiceerde via een systeem van vlagsignalen met Torre Alta, in San Fernando (Cádiz), om het verkeer van schepen en goederen in de haven van Cádiz te controleren; de waarnemingen werden elke dag gepubliceerd, het officiële deel van de uitkijkpost.
    • Stadhuis van Cádiz is gebouwd op de fundamenten en het terrein van de vorige Casas Consistoriales (1699) en is het resultaat van twee fasen: de eerste, neoklassieke, waaraan Torcuato Benjumeda in 1799 begon, en een tweede die overeenkomt met de Elizabethaanse stijl, het werk van García del Álamo in 1861 en dat gevolgen zou hebben voor het interieur. In 1936 werd voor het eerst de Andalusische vlag gehesen.
    • Elektriciteitsmasten (Pilones de Cádiz).
    • Casa del Almirante (Huis van de Admiraal): Gelegen aan Plaza de San Martín nr. 3, in de wijk Pópulo, is dit een barok paleis-huis.
    • Palacio de la Aduana (douanepaleis)
    • Cárcel Real, dit is een van de emblematische gebouwen die in Cádiz werden gebouwd tijdens het tijdperk van de Verlichting. Het is tegenwoordig het Casa de Iberoamérica, dat wordt beheerd door de Sociedad Municipal Cádiz.
    • Castillo de Santa Catalina
    • Castillo de San Lorenzo del Puntal
    • Castillo de San Sebastián. Het is een fort in Cádiz gelegen aan een uiteinde van La Caleta op een klein eilandje waar, volgens de klassieke traditie, de Tempel van Kronos stond. De werkzaamheden begonnen in 1706 en resulteerden in een versterkte ommuring met een onregelmatig grondplan dat de noordelijke flank van de stad verdedigde.
    • Bastion Candelaria
    • Museum van Cádiz. Het is een van de meest bezochte musea in Andalucía.
    • Arco de los Blanco
    • Arco de la Rosa
    • Hospital de Nuestra Señora del Carmen
    • Torre Tavira II, ook wel bekend als de Pirulí de Cádiz, is een communicatietoren van 114 meter hoog.
    • Puente de la Constitución de 1812. Het is de brug met de langste overspanning in Spanje met 540 meter, ingehuldigd op 24 september 2015.
    • Antigua Fábrica Nacional de Tabacos. De voormalige nationale tabaksfabriek van Cádiz, nu het conferentie- en expositiecentrum.
Religieuze architectuur
    • Catedral de Santa Cruz de Cádiz
    • Iglesia de San José
    • Oratorio de la Santa Cueva
    • Iglesia de Santa Cruz.
    • Primitiva catedral medieval de la ciudad
    • Oratorio de San Felipe Neri
    • Iglesia del Carmen
    • Iglesia de San Lorenzo Mártir
    • Real Capilla de Nuestra Señora del Pópulo
    • Iglesia de la Conversión de San Pablo
    • Iglesia Conventual de Santo Domingo
    • Capilla de la Divina Pastora
    • Iglesia de Santiago Apóstol
    • Iglesia de Ntra. Sra. de la Merced
    • Capilla Sagrario de María Santísima de los Dolores
    • Iglesia de Ntra. Sra. del Rosario
    • Iglesia Conventual de San Francisco
    • Iglesia de Santo Tomás
    • Capilla del Beato Diego José de Cádiz
    • Santuario de María Auxiliadora Coronada
    • Iglesia de Ntra. Sra. del Pilar
    • Iglesia Conventual de Santa María
    • Iglesia Castrense del Santo Ángel Custodio
    • Iglesia de Ntra. Sras de La Palma
    • Convento de las Hermanas de la Cruz
    • Hospital de Nuestra Señora del Carmen
    • Iglesia de San Agustín
Tuinen en groene zones

Casa de las 5 Torres, (Huis van de 5 torens).

Monument voor de Cortes van Cádiz.

Cárcel Real, neoklassieke stijl.

Masten van Cádiz.

Iglesia de San Agustín.

Monument van Emilio Castelar.

Plaza de las Tortugas.

    • Monumentos a Cayetano del Toro
    • Monumento a Emilio Castelar
    • Monumento a José Celestino Mutis
  • Jardín Botánico
  • Alameda Apodaca
  • Parque Genovés
Stranden
Playa de Santa María del Mar, Cádiz.

Alle stranden van Cádiz zijn stedelijk, behalve een stuk van ongeveer twee kilometer van het Cortadura-strand. Het zand van de stranden is fijn en goudkleurig, hoewel het van kiezelhoudende aard is. De stranden van Cádiz zijn;

          • Playa de La Caleta. Het kleinste strand van de hele stad en geïsoleerd van de rest. De belangrijkste attractie is de ligging, in het centrum van Cádiz. De inwoners van Cádiz beschouwen het als een van de meest emblematische plekken van de stad en het is een terugkerend thema in carnavalsliedjes. Het wordt verdedigd door de kastelen van San Sebastián en Santa Catalina.
          •  

            Playa de Santa María del Mar (Playita de las Mujeres, (Strandje van de vrouwen))

          • Playa de la Victoria. Het beste stadsstrand van Europa. Het is ongeveer 3 kilometer lang en heeft sinds 1987 onafgebroken de blauwe vlag gekregen. Het is ook het eerste strand in Spanje dat het AENOR-certificaat voor goed milieubeheer en het Q-zegel voor toeristische kwaliteit heeft gekregen.
          • Playa de Cortadura. Het langste strand van Cádiz, 3,9 kilometer lang.
          • Torregorda Strand. Het strand grenst aan het Camposoto strand in San Fernando. Het is het verste strand van het stadscentrum en is behoorlijk ontmenselijkt, hoewel er enkele gezinnen wonen in de landelijke wijk Torregorda naast de militaire installaties, Centro de Ensayos de Torregorda. Het zand is goudkleurig en schoon.

Cultuur


Muziek en dans

Al in de oudheid waren de puellae gaditanae (de meisjes of de meisjes van Cádiz, zoals de beroemde Telethusa), samen met de Egyptische en Syrische meisjes, de meest gewaardeerde in Rome voor hun dansen en liederen (cantica gaditanum). Het oosterse karakter van hun dansen, gekarakteriseerd door het belang van de beweging van de armen (het cliché dat ze zittend dansten komt steeds terug), evenals het uitgesproken en eigenaardige gevoel voor ritme, lijken door de eeuwen heen niet aan continuïteit te hebben ingeboet, ondanks de vele beschavingen die het gebied van Cádiz hebben bewoond.

Su cuerpo, ondulando muellemente,
se presta a tan dulce estremecimiento,
a tan provocativas actitudes,
que harían excitarse al casto Hipólito.

                                                    Marcial (XIV.203)

Haar lichaam, veerkrachtig golvend,
leent zich voor zulke zoete huiveringen,
voor zulke uitdagende houdingen,
die de kuise Hippolytus zou opwinden.

                                             Marcial (XIV.203)

In 1787 gaf de Santa Cueva van Cádiz, Franz Joseph Haydn de opdracht om het oratorium (passie) ‘De zeven laatste woorden van onze redder Jezus Christus aan het kruis‘, op. 51 te schrijven.

In de 19e eeuw schreef Léo Delibes het lied Les filles de Cadix (Meisjes van Cádiz). Binnen het Spaanse muzikale nationalisme componeerde Isaac Albéniz verschillende werken met de naam Cádiz, waaronder het vierde deel van de Suite española, voor piano (1886) getiteld Cádiz (lied), Puerta de Tierra (bolero) en Rumores de la Caleta, opgenomen in Recuerdos de viaje, op. 71. Ook opmerkelijk zijn de zarzuela Cádiz (1886) en de pasodoble La Marcha de Cádiz, een van de populairste uit die tijd, en La Boda de Luis Alonso, dat zich afspeelt in Cádiz. Er zijn talloze populaire liedjes waarin de stad in de tekst wordt genoemd, zoals het kinderliedje De Cádiz a El Puerto, En Cádiz hay una niña (romance over het martelaarschap van Santa Catalina) en De Cádiz vengo (romance over de drie dochters van de koopman en de prins).

En wat te zeggen over de karakteristieke muziekgroepen van het carnaval van Cádiz: de koren, de comparsas, de chirigotas en de kwartetten. De karakteristieke instrumenten van de carnavalsgroepen zijn de carnavalsfluit (mirlitón, kazoo, güiro of pito de caña), de basdrum en cimbaal, de snaartrom, de gitaar en de rondalla. De tanguillo comparsero Los duros antiguos, met tekst en muziek van Antonio Rodríguez, el tío de la tiza, is een echt onofficieel volkslied van het carnaval van Cádiz.

Flamengo

Cádiz ligt, vanuit het oogpunt van de “geografie van de flamencozang”, in het gebied Cádiz y los Puertos, een gebied waarvan de meest karakteristieke palos een feestelijk karakter hebben, zoals de cantiñas (een groep palos waartoe ook de alegrías behoren, cantes afkomstig uit de Aragonese folklore), evenals de tangos, tanguillos en bulerías de Cádiz. Andere meer serieuze of “jondo” cantes zijn ook kenmerkend, zoals de seguiriyas en soleares de Cádiz. De boeken van Fernando Quiñones, zoals De Cádiz y sus cantes (Barcelona, 1964), zijn klassiekers voor de studie van flamenco in Cádiz.

Flamenco uit Cádiz werd gesmeed in de “cuartos de cabales”, “ventas”, “colmaos” en “tablaos” van Cádiz. Tot de belangrijkste namen behoren Ignacio Espeleta, Aurelio Sellé, la Perla de Cádiz, Fosforito, Enrique el Mellizo, Pericón de Cádiz en Chano Lobato. De danser uit Alicante, Antonio Gades, ontleende hun artistieke achternaam aan de Romeinse naam van de stad, een duidelijke verwijzing naar het prestige dat de stad had in de danswereld tijdens de Oudheid.

Lokale feesten

De feesten van Semana Santa (Heilige Week) zijn erg populair in de stad, net als in de rest van de provincie. Maar het populairste en meest toeristische festival van cultureel belang is Carnaval. De stad viert ook de dag van de beschermheilige, Nuestra Señora del Rosario, Todos los Santos (Allerheiligen), bekend als los tosantos (gevierd door dieren te verkleden) en, net als in de rest van Spanje, Corpus Christi (Sacramentsdag).

Carnaval

Het carnaval van Cádiz is een van de belangrijkste van Spanje, een van de bekendste ter wereld en uitgeroepen tot festival van internationaal toeristisch belang. Onder de vele evenementen van het carnaval is de officiële wedstrijd van groepen, met een geschiedenis van meer dan 100 jaar, waaraan elk jaar meer dan honderd groepen deelnemen, waaronder chirigotas, comparsas, kwartetten en koren. Een ander evenement dat het carnaval van Cádiz symboliseert zijn de heuse carrousels van koren.

Carnavalsaffiche 1906.

De oorsprong van het carnaval van Cádiz is niet erg duidelijk. Het kan te maken hebben met een verre oorsprong zoals de bacchanalia, de saturnaliën (op de god Saturnus) en lupercalia, feesten die bekend waren in zowel het oude Griekenland als het klassieke Rome. De oudste documenten die over deze festiviteiten spreken zijn de Synodale Constituties van 1591 en de Statuten van het Seminarie van Cádiz uit 1596, die aanwijzingen bevatten dat de religieuzen niet op dezelfde manier aan de festiviteiten mochten deelnemen als leken. In een brief van generaal Mencos uit Cádiz van 7 februari 1652 klaagt hij dat de arbeiders in Cádiz weigerden zijn schip te repareren omdat het Carnestolendas was.

De komst van de Italiaanse kooplieden betekende dat het carnaval van Cádiz maskers, slingers en confetti overnam, elementen die werden overgenomen van het Italiaanse carnaval.

Culturele evenementen
          • Festival Iberoamericano de Teatro de Cádiz in oktober.
          • Tía Norica
          • Atlantisch filmfestival van Alcances.
          • Spaans Muziekfestival van Cádiz (november).
          • Internationaal Marionettenfestival van Cádiz (december).
          • Encuentro de Coros Parroquiales Almas Jóvenes (november) (Bijeenkomst Jonge Zielen, Parochiekoren).
          • Cádiz 2017 Viering van de Tachtigste verjaardag van de overdracht van het Casa de Contratación naar Cádiz (mei).
          • Fiestas de los Cañonazos in de wijk Puntales, elke 24 augustus, ter ere van de strijd van de vrijwilligers van Extramuros in het kasteel van San Lorenzo del Puntal.
          • De begrafenis van de Makreel in de wijk La Viña.

Gastronomie


Schaal met cigalas (Noorse kreeftjes).

Een traditionele taverne in het historische centrum van de stad.

Omelet met garnalen (Tortillita de camarones).

De typische gastronomie van Cádiz omvat stoofpotten en zoetigheden die typisch zijn voor de regio en typisch voor de stad. Net als in de rest van Andalucía zijn ook de tapas populair. Zeevruchten zoals pescaíto frito (dat bestaat uit verschillende soorten  in beslag gedompelde en in olijf olie gebakken vis die het hele jaar door wordt gegeten), bienmesabe of gemarineerde hondshaai, zeevruchten (gekookt, gegrild of gebakken), gemarineerde murene, garnalenomeletten, gegrilde makreel, enz. vallen op. Onder de zeevruchten zijn de belangrijkste langoustines, coquinas, muergos (scheermessen), cañaillas (brandhoren), kreeft, kokkels, gambas, spinkrabben, en verschillende soorten garnalen.

Ook opmerkelijk zijn de stoofschotels waarin producten uit de zee en van het land worden gemengd, zoals atún encebollao (tonijn met uien), makreel met babetas (dikke noedel), vis en sobrehúsa (stoofpot van vis), cazón en amarillo (ruwe haai in safraansaus ), papas con chocos (aardappelen met inktvis), albóndigas de pescado (visballetjes), etc.; maar ook de typische stoofschotels van het land, zoals puchero con su pringá (verschillende worsten, vlees en spek) en ropa vieja (kip, kalfsvlees en kikkererwten), linzen met rijst, stoofschotels met bonen, etc.

De beroemde kool (berza) uit Cádiz, een stoofpot van kikkererwten met vleesproducten (potage de garbanzos), en zijn variant, traditioneel voor het “tosantos” festival, de “berza de tosantos”, zijn ook erg populair. In de zomermaanden worden meestal versere producten gegeten, zoals “huevas aliñás” (heekkuit), “papas aliñás” (aardappelen gekookt en gekruid met verschillende kruiden, olie en azijn), “doblaillo” (een naam die komt van de manier waarop dit broodje met vis en kruiden moet worden gegeten om geen vlekken te krijgen), “gazpacho”, enz.

Tot de typische traditionele zoetigheden uit Cádiz die deel uitmaken van de Andalusische banketbakkerij behoren panizas, tocino de cielo, pestiños, poleá, piriñaca, pan de Cádiz en piñonate.

Piñonate
Tocinillo de cielo
Pan de Cádiz

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annotations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2022-08-27

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

        • Spanish Wikipedia|titel=Cádiz|pagecode=155425562| date=20231119
        • Dutch Wikipedia|titel=Cádiz (stad)|pagecode=64078788| date=20201206
        • English Wikipedia|titel=Cádiz|pagecode=1182541864| date=20231119

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0.  CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS