Castilla y León

de autonome gemeenschap Castilla y león

Gegevens
Hoofdstad Niet benoemd
Meest bevolkte stad Valladolid
Officiële taal
Andere talen
Castellano (Spaans)
Leones en Gallego
Onderverdeling         9  provincies
2248  municipios (gem.)
Gesticht Territoriale indeling van 1833
Oppervlakte 94.226 km²
Bevolking (2021)
Bevolking tot.
Bevolkingsdichtheid
2.376.739 inw.
25,22 inw/km²
Bevolkingsnaam castellanoleonés, -a
castellano y leonés, -a
Autonome statuten 30 november 2007
ISO 3166-2 ES-CL
Officiële feestdag Dia de Castilla y León (23 april)
Officiële website

Castilla y León is de grootste Comunidad autónoma van Spanje. Het bestaat uit negen provincies, Ávila, Burgos, León, Palencia, Salamanca, Segovia, Soria, Valladolid en Zamora en onderscheidt zich als één van de regio’s met de grootste culturele, patrimoniale, etnografische en natuurlijke rijkdommen.

Castilla y Leon heeft een aantal punten die door UNESCO zijn uitgeroepen tot werelderfgoed: El Camino de Santiago, de kathedraal van Burgos, de opgravingen van Sierra de Atapuerca, het natuurmonument Las Medulas in León, de steden Ávila, Salamanca, Segovia en de prehistorische rotskunst van Siega Verde (Salamanca).

In Castilla y León bevindt zich meer dan 60% van al het erfgoed – architecturaal, artistiek, cultureel, enz. – dat in Spanje bestaat. Dit betekent: 8 werelderfgoederen, bijna 1800 geclassificeerde cultuurgoederen, 112 historische ensembles, 400 musea, meer dan 500 kastelen, waarvan er 16 als van grote historische waarde worden beschouwd, 12 kathedralen, 1 co-kathedraal, en de grootste concentratie Romaanse kunst ter wereld, evenals 23.000 archeologische vindplaatsen. Met 8 cultuurgoederen op de Werelderfgoedlijst is Castilla y León de regio ter wereld met de meeste cultuurgoederen. Het heeft ook een honderdtal festiviteiten die zijn uitgeroepen tot regionaal, nationaal of internationaal toeristisch belang, waarvan het religieuze Semana Santa (de Heilige Week) het meest opvallende is, het is een van de cultureel populaire manifestaties met meer roots en toeristische aantrekkingskracht.

Castilla en León wordt in zijn Autonome Statuten vaak aangeduid als de cultuur historische comunidad, constitutioneel opgericht in 1979, tot het in 1983 zijn volledige status innam. Het gebied ligt in het noordelijke deel van het schiereiland en bevat het grootste deel van het stroomgebied van de rivier de Deuro.

Hier zien we de Duero Zamora passeren

Al vanaf het begin van het federale debat in Spanje dat in de 19ᵉ eeuw tijdens de Eerste Spaanse Republiek plaats vond, waren er projecten voor autonomie van de regio Castilla y León, waarbinnen het huidige Cantabria en La Rioja zouden vallen. Dit zelfde project bleef bestaan tijdens de Tweede Republiek en werd uiteindelijk uitgevoerd na de invoer van de Spaanse grondwet van 1978, maar dan zonder Cantabria en La Rioja, want deze vormden hun eigen regio’s.

De autonome regio Castilla y León is het resultaat van de vereniging van negen provincies in 1983:  het zijn de drie provincies die na de indeling van 1833 samengingen en deel uitmaakte van de Región de León, en zes provincies van het oude Castilla la Vieja. Zonder de provincies Santander, dat tegenwoordig bij Cantabria hoort en Logroño dat nu bij La Rioja hoort.

Het Autonomie Statuut van Castilla y León stelt in haar inleidende bepalingen (preambule):

    De Comunidad Autónoma van Castilla y León komt voort uit een moderne unie van de historische gebieden en dankt haar naam aan het oude koninkrijk León en Castilla. Elfhonderd jaar geleden had men het koninkrijk León dat was losgekoppeld van de koninkrijken Castilla en Galicia. Dat duurde tot de IIᵉ eeuw wanneer in 1143 Portugal onafhankelijk wordt. Gedurende deze twee eeuwen bereiken de monarchen, die dit land regeren de status van Keizer, blijkt uit de titulatuur van  Alfonso VI en Alfonso VII.
                                                                                                                                  Autonomiestatuut van Castilla y León. 2007
Het centrum van de viering is de stad Villalar de los Comuneros in Valladolid, waar de verjaardag van de Slag van Villalar wordt herdacht, een beslissende veldslag in de Oorlog van de Gemeenschappen van Castilië die op 23 april 1521 eindigde met de onthoofding van de drie leiders van de Comuneros: Juan de Padilla, Juan Bravo en Francisco Maldonado.

Het Estatuto de Autonomía definieert een set van essentiële waarde en symbolen van de inwoners van Castilla y León, zoals hun taalkundig erfgoed met een verwijzing naar de Spaanse taal (Castellana) en de andere dialecten zoals het Leonees en het Galicisch. Maar ook zaken als het historisch, artistiek of natuurlijk erfgoed worden hierin beschreven. Onder symbolen verstaan we, het wapen, de vlag en b.v. het volkslied (hymne), dat in dit geval niet bestaat. 23 april is uitgeroepen tot de Dag van Castilla y León, ter herdenking van de nederlaag die de legers van de comuneros van de Castiliaanse Gemeenschappen van Villa y Tierra bij Villalar leden tijdens de Guerra de Comunidades (Opstand van de comunidades) in 1521.

Van alle architectonische, artistieke en culturele erfgoederen in Spanje, is 60 % terug te vinden in Castilla y León. Wat zich vertaald in 8 Werelderfgoedlocaties, ongeveer (daarmee is Castilla y León het meest vooraanstaande gebied van Unesco), 1800 classificaties van ‘Cultureel Erfgoederen’, 112 historische gebieden, 400 musea, meer dan 500 kastelen waarvan er 16 beschouwd worden als, van hoge historische waarde. Een 12-tal kathedralen en één ‘concatedral‘ (een christelijke kerk met de status van kathedraal die de zetel van de bisschop met een andere kathedraal deelt). Daar komt nog eens bij dat Spanje ’s werelds hoogste concentratie aan romaanse kunst herbergt. Het staat ver boven gebieden als Toscane en Lombardijen in Italië met beide maar 6 Culturele Werelderfgoederen.

Maar ook Montes de Valsaín en de Sierra de Francia, in het Sistema Central. De valleien van Laciana, Omaña en Luna en de Picos de Europa en Los Ancares, en het Cordillera Cantábrica (het Cantabrisch gebergte) zijn door UNESCO uitgeroepen tot biosfeerreservaten en zijn sterk gerelateerd aan twee van de registraties van de Memory of the World van UNESCO, de uitvaardiging van het Cortes de León van 1188 en het Verdrag van Tordesillas.

Symbolen


Het schild

De statuten van Castilla y León geven de beschrijving van de officiële symbolen van de gemeenschap: het heraldisch schild en de vlag. Het blazoen, of het schild wordt als volgt beschreven:

Het wapen van Castilla y León is een wapenschild bestempeld met een open koninklijke kroon, gevierendeeld in kruis- of contralegaal. Het eerste en vierde kwartier: op een veld van keel, een kasteel van goud gekanteelde met drie kantelen, gemetseld in sabel en geklaard in azuur. Het tweede en derde kwartier: op een zilveren veld, een klimmende leeuw van purper, getongd, en gewapend met nagels van keel, gekroond met een gouden kroon.   Het blazoen van Castilla y León is een schild, met daarboven een open kroon, en door een kruis in vieren gedeeld. Het eerste en het vierde kwartaal, in een roodkleurig veld, een goudkleurig kasteel met drie gekanteelde torens, metselbladvormige blauw ingekleurde ramen. Het tweede en derde kwartaal, in een zilverkleurig veld, een klimmende paarse leeuw, gewapend met nagels en tong in rood en met een gouden kroon.
                                                                                      Statuten van de autonomie van Castilla y León, 2007.

De Vlag

De beschrijving van de vlag is als volgt:

  De vlag van Castilla en León is in vieren gedeeld en bevat de symbolen van Castilla en León, zoals is beschreven in de vorige paragraaf. De vlag zal wapperen in alle centra en bij alle officiële handelingen van de gemeenschap, hij hangt altijd rechts van de Spaanse vlag.
                                                                             
                                                                              Statuten van de autonomie van Castilla y León, 2007.

Geschiedenis


Schedel nr. 5 van de Homo heidelbergensis, gevonden op het platteland in 1992, in Sierra de Atapuerca.

Door de archeologische vondsten gedaan in dit gebied weten we dat dit deel van Spanje al in de prehistorie was bewoond. In Sierra de Atapuerca werden tal van beenderen gevonden van de voorouders van Homo sapiens, door deze vondsten veranderde er wel het een en ander in de geschiedenis van de evolutie van de mens. De belangrijke vondst zorgde er voor dat deze streek internationale bekendheid kreeg, dit was te danken aan de overblijfselen van Homo heidelbergensis.

Bekend is dat voor de komst van de Romeinen, het gebied dat deel uitmaakt van Castilla y León bewoond werd door verschillende Keltische volkeren, zoals Vacceos, Austrigones, Vetones, Astures of Celtiberos.

Reconstructie van een Keltisch huis in Numancia.

De komst van de Romeinse troepen, roept verzet op bij de volkeren die zich hier reeds eerder gevestigd hadden. Bekend uit de geschiedenis is het verzet van Numancia, in de buurt van Soria. De romanisering was echter niet te stoppen, en tot op de dag van vandaag zijn de grootste (kunst)werken van Romeinen nog zichtbaar. Het aquaduct van Segovia is hier een goed voorbeeld van. Maar ook vele andere archeologische overblijfselen, zoals de oude Romeinse ruïnes van Clunia, de Salinas de Poza de la Sal (oude zoutmijnen) en de via de la Plata die loopt van Astorga (Asturica Augusta, zoals de Romeinen het noemde) richting het westen naar de hoofdstad van Extremadura, Mérida (Augusta Emerita).

Het aquaduct van Segovia, gelegen aan het emblematische Plaza del Azoguejo, is het kenmerkende symbool van de stad; de datum van de bouw ervan, die aan het eind van de 1e of het begin van de 2e eeuw kan hebben plaatsgevonden, is onbekend, en het is het belangrijkste Romeinse civieltechnische werk in Spanje. Het is gemaakt van zo'n 25.000 granieten asbaltblokken die zonder mortel met elkaar zijn verbonden. Het is 818 meter lang op het meest zichtbare deel, hoewel niet mag worden vergeten dat de totale lengte zo'n 15 km bedraagt vanaf de stuwdam bij het stuwmeer van Puente Alta. Het bestaat uit meer dan 170 bogen en het hoogste gedeelte meet 29 meter, wat het bereikt bij de Azoguejo, het meest bezochte gedeelte.
Het Romeinse aquaduct van Segovia.

Met de val van Rome, werd het land militair bezet door de Visigotische volkeren. De latere komst van de moslims en de daaropvolgende herovering hebben veel te maken met de huidige etnische samenstelling van het Iberisch schiereiland. In het bergachtige gebied van het huidige Asturias vormde zich een klein christelijk koninkrijk dat zich verzette tegen de aanwezigheid van islamieten op het schiereiland. Deze weerstand was een Visigotisch-Romeins erfgoed dat ondersteund werd door het christendom en steeds sterker werd. Het breidde zich gestaag naar het zuiden uit, langs de hoofdstad León, waardoor het koninkrijk León ontstond. Om de herbevolking van de nieuwe veroverde gebieden te bevorderen, werd de bevolking, door de monarchie op grond van juridische bevoegdheden of door pachtbrieven, soms gesommeerd om dit land te gaan bewerken.

In de Middeleeuwen werd de pelgrimstocht van de christenen naar Santiago de Compostela erg populair. De Camino de Santiago loopt door de regio en draag bij aan het feit dat de Europese cultuur zich uitbreidt over het schiereiland. Tot op heden is deze weg een toeristische en culturele trekpleister van de de eerste orde.

In 1188 werd, voor het eerst in de geschiedenis, het Cortes van León bijeen gebracht. De basiliek van San Isidoro van León stond druk in de belangstelling omdat zij fungeerde als gastheer voor deze bijeenkomst. Dit eerste Parlement van Europa was bijeen geroepen door Alfonso IX.

De juridische grondslag was het Romeinse recht, als gevolg waarvan de koningen meer macht wilde, gelijkend op dat van de Romeinse keizers. Deze achtergrond werd al duidelijk in de Siete Partidas (een regelement opgesteld door Alfonso X) van Alfonso X ‘el Sabio’ waarin hij het keizerlijke monisme (wanneer er geen sprake van een zeker machtsevenwicht is, zoals bij dualisme wel het geval is.) prefereert. Niet dat hij een ‘primus inter pares‘ wilde zijn (dat hij het Romeinse Rijk wilde doen herleven), maar dat de koning de bron van het recht werd.

In dezelfde periode wilde één van de graafschappen van het christelijke Koninkrijk León autonomie voor zichzelf en breidt zich daarna onafhankelijk uit. Het gaat hier om het oorspronkelijke graafschap van Castilla, dat op het christelijke schiereiland zal uitgroeien tot een groot en krachtig koninkrijk. De eerste graaf van Castilla was Fernán González.

Standbeeld van El Cid, in Burgos

Zowel León als Castilla breiden zich zuidwaarts uit en steken de rivier de Duero over met als doel de islamitische overheersing te bestrijden. In de Middeleeuwen vertellen de heldendichten ons over de grote daden van de christelijke edelen in de strijd tegen de islamitische vijand. Niettemin onderhouden de christelijke en moslim koningen diplomatieke betrekkingen. Een duidelijk voorbeeld is Rodrigo Diaz de Vivar, de Cid. Deze modelridder uit de christelijke middeleeuwen vocht zowel aan de kant van christelijke koningen als aan de kant van de moslims.

De basis van de dynastieke éénwording van de koninkrijken van Castilla en León, dat slechts zeven decennia geleden gerealiseerd was, vond plaats in 1194. Alfonso VIII de Castilla en Alfonso IX de León tekenen in Tordehumos het verdrag dat vrede bracht voor het gebied van Tierra de Campos en daarmee de basis legde voor de toekomstige hereniging van de beide koninkrijken. Dit verdrag is de geschiedenis in gegaan als het Verdrag van Tordehumos. Maar Fernando III ‘el Santo’ (de Heilige) gaf dit koninkrijk in 1230 pas echt vorm, door  Castilla y León definitief tot één koninkrijk samen te brengen. Maar ook voor zijn tijd waren de twee koninkrijken al eerder korte tijd bij elkaar gebracht.

Panteón de Reyes in de Basiliek van San Isidoro. Alfonso IX riep in 1188 de Raad van León bijeen met de leiders van Europa, wat uitmonde in de eerste documentatie van het Europese Parlement. In deze basiliek wordt ook de Kelk van Doña Urraca bewaart, Sommige onderzoekers verwijzen naar de Heilige Graal

Tijdens de late middeleeuwen was er een economische en politieke crisis ontstaan doordat een aantal jaren van slechte oogsten en geschillen om de macht tussen de edelen en de kroon plaatsvonden, maar ook doordat er verschillende kanshebbers op de troon waren. Het Hof van Valladolid erkend in 1295, Fernando IV als koning. Het schilderij María de Molina, presenteert haar zoon Fernando IV aan het Hof van Valladolid‘ (geschilderd door Antonio Gisbert Perez), dat nu samen met het doek van het ‘Cortes de Cadiz’ in het Congreso de los Diputados hangt benadrukt het belang van de gehele parlementaire ontwikkeling van het Hof van Castilla y León ondanks zijn latere verval. De kroon werd meer autoritair en de adel meer afhankelijk hiervan.

De verdere heroveringen van dit sterk groeiende koninkrijk Castilla eindigde met de overgave van het Moorse koninkrijk Granada, het laatste islamitische bolwerk op het schiereiland. In dat tijdperk hadden de koningen al een grote macht verworven, gestoeld op het tijdperk van de autoritaire monarchieën.

Het rijk van de Reyes Católicos breidt zich verder uit via de nieuwe scheepvaartroutes naar de Nieuwe Wereld samen met het Portugese koninkrijk in het Verdrag van Tordesillas.

Kloosterkerk van San Pablo en College van San Gregorio, waar men de raad van Valladolid ontwikkelde, en waar het eerste proefschrift over de rechten van de mens werden opgesteld, (Wetten van Burgos) en het Palacio de Pimentel, de geboorteplaats van koning Felipe II.

Voorafgaand aan de autonomie

In juni 1978, kreeg Castilla y León uiteindelijk de kans om te gaan werken aan zijn autonome regio (zoals Cataluña op het eind van 1977 had verkregen). Dit was een gevolg van de aanname van het Koninklijk Besluit 20/1978, van 13 juni.

In tijden van de Eerste Republiek (1873 – 1874) dachten de federale Republikeinen over het creëren van een gefederaliseerde deelstaat over de elf provincies van de Spaanse vallei van de Duero te creëren waarin ook de provincies Santander en Logroño waren inbegrepen. Een paar jaar eerder, in 1869, als onderdeel van een manifest van de federale republikeinen, stelde de vertegenwoordigers van de 17 provincies van Albecete, Ávila, Burgos, Ciudad Real, Cuenca, Guadalajara, León, Logroño, Madrid, Palencia, Salamanca, Santander, Segovia, Soria, Toledo, Valladolid en Zamora, de vorming van een entiteit in voor het zogenaamde Pacto Federal Castellano, gevormd door twee verschillende “staten”: de regio van Castilla la Vieja, dat zou bestaan uit de actuele provincies van de huidige Castiliaans-Leonese regio plus Logroño en Santander, en de regio Castilla la Nueva, dat zou bestaan uit de huidige provincies van Castilla-La Mancha plus de provincie van Madrid. Op het eind van de Republiek, in het begin van 1874, liep het initiatief op niets uit.

De Romeinse muren van Ávila.

In 1921, op de  vierhonderdste verjaardag van de slag om Villalar, pleitte de gemeenteraad van Santander voor een samenwerkingsverband van de elf Castilliaans-Leonese provincies. Een idee dat in de latere jaren zou blijven bestaan. In het najaar van 1931 en begin 1932, produceert Eugenio Merino, uit León een tekst dat de basis lag voor een Castiliaans-Leonees regionalisme. De tekst werd gepubliceerd in de Diario de León (Dagblad van León).

Tijdens de Tweede Republiek, in 1936, was er vooral veel te doen rondom het pro-regionalistische idee om de elf provincies samen te voegen tot een autonome regio. Er werd zelfs een basisontwerp voor de Autonome Statuten ontwikkeld. In het dagblad van León werd opgeroepen tot formalisering van dit initiatief, en oprichting van een autonome regio, met de volgende woorden.

    Verenig León y Castilla la Vieja rond het grote stroomgebied van de Duero, zonder dit vervalt het in een parochiale rivaliteit.
                                                                                                                                                        Dagblad van León, 22 mei 1936

Aan het eind van de Burgeroorlog en het begin van het Franco-regime kwam er een einde aan de aspiraties van de autonomie voor de regio.

Na de dood van Francisco Franco ontstonden er opnieuw regionale organisaties, zowel autonome als nationalistische, zoals het Alianza Regional de Castilla y León (1975) en het Instituto Regional de Castilla y León (1976) of de Partido Autonómico Nacionalista de Castilla y León (1977). Na het uitsterven van deze formaties ontstond er vervolgens in 1993 het Unidad Regionalista de Castilla y León.

Naast dit alles kwamen er ook groeperingen met een meer Leonees karakter naar voren zoals de Grupo Aotonómico Leonés (1978) of de Partido Regionalista del País Leonés (1980), zij propagandeerde meer voor een autonome regio van León bestaande uit de provincies León, Salamanca en Zamora. De populaire en politieke steun die de provinciale autonome unie behield werd zeer belangrijk in die stad.

Als gevolg van de inwerkingtreding en samenstelling van het Castilla-Leonese autonome lichaam , ontstond er op 16 april 1980 de Provincie van León, maar dit wordt al op 13 januari 1983 ingetrokken. Na veel juridische, grondwettelijke en gerechtelijke omwegen komt er op een gegeven moment toch een autonome regio uit voort. Een regio met een eigen karakter.

Geografie


Locatie

Reliëfkaart van de Comunidad Autónoma.

Castilla y León is een autonome gemeenschap zonder aan zee grenzende gebieden. Het ligt in het noordwestelijke kwadrant van het Iberisch schiereiland. Het grondgebied wordt in het noorden begrensd door het Principado de Asturias en Cantabria met daarnaast het País Vasco (met de provincies Vizcaya en Álava); in het oosten grenst het aan La Rioja en Aragón (met de provincie Zaragoza), in het zuiden ligt het tegen de comunidad Madrid, Castilla-La Mancha  (met de provincies Toledo en Guadalajara) en Extremadura (Cáceres) en in het westen Galicia (met de provincies Lugo en Ourense) en Portugal.

Cordillera de Cantabria….een gebergte dat min of meer de noordelijk grens van Castilla y León vormt.

Orografie

Orografie beschrijft met name de bergketens die van invloed zijn voor de weersomstandigheden. De morfologie van Castilla y León wordt grotendeels gevormd door het plateau en een riem van bergachtig terrein. Het plateau is een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte van 800 m, het is bedekt met een kleiachtig materiaal dat daar in de loop der tijden is gedeponeerd, het heeft ertoe geleid dat het landschap nu droog en dor is.

El Pico Almanzor, gelegen ten zuiden van Castilla y León, de hoogste berg in de Sierra de Gredos en van het Sistema Central.

Kijkend naar de morfologie van het gebied zien we in het noorden de bergen van de provincies Palencia en van León met hoge (smalle) pieken, en de bergen van de provincie Burgos die in tweeën wordt verdeeld door de bergpas van Pancorbo, de verbindingsweg tussen Pais Vasco en Castilla. In het noorden hebben we het Cantabrisch gebergte dat aan zijn zuidkant strekt tot de stad Burgos. En de bergen in het oost-zuidoosten behoren tot het Sistema Ibérico. In het noordwestelijke deel strekken zich de bergen van Zamora met hun door erosie afgetopte pieken. Als we naar het oosten kijken zien we de bergen van Soria, in het Iberische systeem, met als hoogste top de Moncayo.  Het plateau wordt gescheiden in een noordelijk en zuidelijk deel. In het zuiden van Castilla y León verrijst het Sistema Central met in het westelijke deel de Sierra de Gata en de Sierra de Gredos, en de Sierra de Guadarrama en Sierra de Ayllon in de oostelijke helft.

Geologie

Het noordelijke plateau bestaat uit een Paleozoïsche ondergrond (paleozoïcum of primair is 540 miljoen tot 250 miljoen jaar geleden). Aan het begin van het Mesozoïcum (250 tot 60 miljoen jaar geleden) voltooide zich de Hercynische plooien die het huidige, verhoogde Centraal-Europa vormen, en de bergen in het Galiciaanse deel van Spanje, de gedeponeerde materialen werden meegesleurd door de eroderende werking van rivieren.

Gedurende de alpine plooiing, zijn de materialen die het plateau vormde op verschillende plaatsen doorbroken. Eén van deze breuken vormde de bergen van León, bergen van niet al te grote hoogte die als het ware de ruggengraat van het Plateau vormen. Het Cantabrische gebergte en het Sistema Central, werden gevormd met materialen zoals graniet en metamorfe leisteen.

In de geologische omgeving komt ook veel geneeskrachtig mineraalwater en/of thermisch water naar boven, nu o.a. geëxploiteerd door Almeida de Sayago, BonarCaladorCaldas de Luna, Castromonte, Cucho, Gejuelo del Barro, Morales de Campos, Valdelateja en Villarijo.

Hydrografie

Het stroomgebied van de Duero
De meanderende rivier de Duratón, een zijrivier van de Duero.

Het belangrijkste waterwegennetwerk van Castilla y León wordt gevormd door de rivier de Duero en haar zijrivieren. Vanaf de bron in de Picos de Urbión, Soria, tot de monding in de Portugese stad Porto, heeft de rivier een afstand van 897 km afgelegd. Vanaf het noorden dalen de rivieren Pisuerga, de Valderaduey en de Esla. Met minder water dan de vorige, vloeien uit het oosten de zijrivieren, Adaja en de Duratón. Nadat de rivier Zamora passeert is de Duero ingeklemd tussen de canyons van het natuurpark van Arribes de Duero, op de grens met Portugal. Links van de rivier stromen belangrijke rivieren zoals de Tormes, de Huebra, de Águeda, de Cõa en de Paiva, allemaal vanuit het Sistema Central, de rivier in. Vanaf de rechterkant stromen de Sabor, Tua en Tamega de rivier in, welke hun oorsprong vinden in het Galiciaanse Massief. Na het gebied van Arribes, draait de Duero dieper Portugal binnen om daarna uit te monden in de Atlantische Oceaan.

Andere stroomgebieden

Andere rivieren in het gebied die het water afvoeren zijn de Ebro, in Palencia, Burgos en Soria (de rivier de Jalón), de Miño-Silin León en Zamora, de Taag in Avila en Salamanca (de rivieren Tiértar en Alberche en Alagón, respectievelijk) en het  Cantabrische stroomgebied in de provincies waar de Cantabrische bergketens zich uitstrekken.

Meren en stuwmeren
Het stuwmeer van Riaño.

In aanvulling op de rivieren vinden we in het stroomgebied van de Duero ook meren en lagunes zoals het Laguna Negra, en de Picos de Urbión, het Laguna Grande, en Gredos, en het meer van Sanabria in Zamora of het Laguna de la Nava en Palencia. Ook bevat het gebied veel stuwmeren, die door regen- en smeltwater van de met sneeuw bedekte toppen worden gevoed. Hierdoor heeft Castilla y León, ondanks dat er maar weinig regen valt, stuwmeren die over het algemeen beter gevuld zijn dan in de rest van Spanje.

Veel van deze natuurlijke meren worden gebruikt als economische hulpbronnen, ze bevorderen het plattelandstoerisme en ze helpen het ecosysteem te behouden. Het meer van Sanabria is een van de pioniers van dit systeem.

Het Klimaat

Castilla y León heeft een continentaal mediterraan klimaat met lange, koude winters. De gemiddelde temperatuur tijdens deze winters ligt ergens tussen de 3 en 6º C in januari. De zomers zijn kort en heet, gemiddeld ligt de temperatuur tussen de 19 en 22º C. In totaal zijn het 3 á 4 maanden droogte, karakteristieke voor de continentale mediterraanse zomers. Zoals eerder gezegd is regen schaars in dit gebied, vooral in de laaglanden. Gemiddeld valt er per jaar slecht 450-500 mm, in Nederland ligt dit gemiddelde op 700 tot 900 mm.

De gevolgen van het droge klimaat van Castilla y León.
Klimatologische factoren

De intense “koude golven” van de centrale wintermaanden zijn typerend, en vertonen een bijzondere neiging om op te treden vanaf de tweede helft van december tot 1 februari. Tijdens zijn loop komen de meest extreme minimumtemperaturen voor, waarvan de waarden variëren tussen -10 ° en -13 ° C van zijn meest westelijke sector en -15 ° en -20 ° C van de centrale vlaktes en hoogveengebieden. De hoge hoogte van het plateau en zijn bergen accentueert het contrast tussen winter- en zomertemperaturen, evenals dag en nacht.

Het dorp Peñaranda de Duero in de provincie Burgos.

Door de bergachtige barrières van Castilla y León, worden de maritieme winden tegengehouden en valt er landinwaartse van deze ketens bijna geen regen. Er zit ook geen regelmaat in de regenval van dit gebied en ook de verdeling van de regen is zeer onregelmatig. Terwijl men in het centrum van het stroomgebied van de Duero een gemiddelde registreert van zo´n 450 mm, valt er in de westelijke regio´s, de bergen van León, in het Cantabrische gebergte en de provincies ten zuiden van Ávila en Salamanca, waardes van wel 1500 mm per jaar, met een maximum aan neerslag van 3400 mm per jaar in het westelijke deel van de Sierra de Gredos en de bergen van Candelario-Bejar, wat dit gebied tot het meest regenachtige van Spanje maakt.

Natuur


Flora

Castilla y León heeft vele beschermde natuurgebieden. Waarbij actief wordt samengewerkt met het programma van de EU, Natura 2000 netwerk. Ook zijn er enkele speciale beschermingszones voor vogels (Zona Especial Protección para las Aves, oftewel ZEPA). De eiken (Quercus ilex) en jeneverbessen (Juniperus secc. Sabina) zijn solitairen die nu de laagvlakte van Castilla y León tekenen. Het zijn de overblijfselen van de bossen die vroeger deze gebieden bedekte. De exploitatie van boerderijen, vraagt om de benodigde grond voor graanteelt en grasland voor de grote kuddes van het Castiliaanse schapenhoudersgilde, dat leidt tot de ontbossing van deze gebieden in de Middeleeuwen. De laatste Castiliaans-Leonese jeneverbossen zijn te vinden in de provincies León, Soria en Burgos. Het zijn weinig weelderige bossen die gemengde gemeenschappen met eiken, Portugese eik (Quercuus Faginea) of den (Pinus) kunnen vormen.

De gieren van de Vallei van Duratón.

De Castiliaanse en Leonese kant van het Cantabrische gebergte en de uitlopers van het noordelijke deel van het Sistema Ibérico zijn voorzien van een rijke vegetatie. De meest vochtige en frisse hellingen zijn begroeid met de grote beuken, deze gebieden kunnen reiken tot een hoogte van 1.500 m. op hun beurt zijn de beukenbossen een mengsel met taxus (Taxus baccata), lijsterbes (Sorbus), hulst (Ilex aquifolium) en berk (Betula). Op de zonnige hellingen doen de wintereik (quercus petraea), de zomereik (Quercus robur), de es (Fraxinus), linde (Tilia), kastanje (Castanea sativa), berken en de grove den (Pinus sylvestris) het heel goed.

Natuurpark van Arribes de Duero, ook een park waar de vogels worden beschermd.

Op de lagere hellingen van het Sistema Central staan grote eikenbossen, op een iets hoger niveau, zo tussen de 1000 en 1100 meter nemen de kastanjes het over. Hierboven, tot 1700 m, overheerst de Pyreneese eik (Quercus pyrenaica) deze is zeer goed bestand tegen de kou. Toch zijn er veel eiken verdwenen, geveld door de mens en vervangen door de pijnboombossen. De belangrijkste inheemse dennenbossen in de Sierra de Guadarrama. Op de subalpiene gebieden, tussen de 1700 en 2200 m staan struiken als de brem (Cytisus oromediterraneus) en de jeneverbes (Juniperus).

Een groot deel van de provincie Salamanca, vooral in de regio Campo Charro en Ciudad Rodrigo, is bedekt door weilanden, en een type bos dat lijkt op de Afrikaanse savanne, met eiken, kurkeiken (Quercus suber), Portugese eiken en bergeik (Quercus pyrenaica). De provincie Salamanca en Valladolid in de regió de Rueda vinden we ook de unieke Castiliaans-Leonese olijfboom, die in geen enkel ander gebied van de gemeenschap groeit. Ook opmerkelijk zijn de wijnstreken met wijnen van hoge kwaliteit zoals die van Toro, en die van Ribera del Duero (Valladolid, Burgos, Soria), de Rueda of die van de Cigales.

Fauna
De Iberische wolf. Niet alle Spanjaarden zijn er blij mee.

Castilla y León heeft een hoge faunadiversiteit. Er zijn vele soorten, waarvan sommige van groot belang door hun zeldzaamheid zoals sommige endemisch species, of door de schaarste zoals die van de bruine beer. Er worden in dit gebied 418 verschillende soorten geteld, dat 63% van alle gewervelde dieren die we in Spanje vinden. Dieren die zich aangepast hebben aan het leven in de bergen, die steile rosten bewonen, de vissen in de rivieren, en de soorten die op de vlaktes en in de bossen wonen vormen het mozaíek van de Castiliaans-leonese fauna.

De isolatie die ontstond door de hoge bergen maakt dat er een groot aantal endemische soorten rondlopen, zoals de steenbok (Capra pyrenaica victoriae) in Gredos een unieke ondersoort op het Iberisch schiereiland. De sneeuwmuis (Microtus nivalis) is een grappig minizoogdier met een bruine grijsachtige kleur en een lange staart die leeft in de open ruimte boven de boomgrens.

Steenbok.

Kleine en grote zoogdieren als eekhoorns, slaapmuizen (eikelmuis), mol, boommarter, steenmarter, vos, wilde katten, de wolf heel overvloedig in sommige gebieden, wilde zwijnen, herten, reeën en alleen in het Cantabrische gebergte enkele exemplaren van de bruine beer die de bladverliezende bossen bezochten, hoewel enkele zich ook uitbreidde naar de naaldbossen en het struikgewas. De wilde kat is iets groter dan een huiskat en heeft een korte stevige staart met donkere ringen en gestreepte vacht. De Iberische Lynx (Lynx pardina, zeer zeldzaam, maar naar ik gelezen heb, groeit de populatie weer) echter leeft bijna uitsluitend in gebieden met struikgewas.

Bruine beer komt voor in de Pyreneeën.

Ook zijn er in deze gebieden kleine reptielen gevonden zoals de trapslang (Zamenis scalaris) en de zuidelijke gladde slang (Coronella girondica) en de Esculaapslang (Zamenis longissimus). De gladde slang (Coronella austriaca) kan worden gevonden van zeeniveau tot 1.800 m. en hier hebben ze de neiging om nog hoger te overleven. Nog hoger, in de rotsachtige gebieden van de subalpiën, op ongeveer 2.400 m. leeft de berghagedis (Lacerta monticola Cyreni) een van de weinige reptielen die zich aan deze hoogte hebben aangepast.

In de rivieren in de bergen leven otters en de Pyrenese desman. In de riviertjes vangt men de forel, paling, elrits en een deel van de slinkende populatie van inheemse rivierkreeften. De otter (Lutra lutra) en de desman (Galemys pyrenaica) zijn twee zoogdieren die in het water leven en zeer goed kunnen zwemmen. De otter voedt zich voornamelijk met vis, terwijl de desman zich voedt met ongewervelde waterdieren die veelal op de rivierbodem leven. in de benedenloop van de wat kalmere wateren leeft de barbeel en de karper. Onder de amfibieën vinden we er een aantal bijzondere exemplaren van de salamander zoals: de Almanzor salamander (Salamandra salamandra almanzoris) en de Gredos pad (Bufo bufo gredosicola), twee endemische ondersoorten van het Sistema Central.

Waar de rivieren ingeklemd zitten vormen ze kloven en ravijnen. In dit soort gebieden vinden we vogels als de gier, de vale gier, de monniksgier, de aasgier, de steenarend en de slechtvalk. De aasgier (Neophron percnopterus), is een gier van klein formaat met een geel-witte kop. In de benedenstroom en op de oevers in de weelderige vegetatie vinden we kolonies kwakken (ook wel nachtreigers genaamd) en blauwe reigers, maar ook het goudhaantje en de buidelmees, de hop en het ijsvogeltje.

 

Onder de vogels die de open mediterrane bossen bewonen vinden we twee bedreigde soorten: de zwarte ooievaar (Ciconia nigra) en de Spaanse keizerarend (Aquila adalberti). De zwarte ooievaar, veel zeldzamer dan zijn verwant de witte ooievaar (Ciconia ciconia), heeft een solitair bestaan en leeft ver van de mens verwijderd. De Spaanse keizerarend nestelt in bomen en voedt zich met konijnen, maar ook vogels, reptielen en aas staan op zijn menu.

In de naaldbossen woont onder andere de boomkruiper, de zwarte mees en de boomklever (Sitta europaea) een vogeltje met een grijze rug en rood-oranje flanken die nestelen in gaten (oude spechtnesten) in de bomen. Hij bouwt zijn nest niet zelf. Hij sluit de ingang met modder net zover dat hij er zelf nog maar net door kan. De auerhoen (Tetrao urogallus) is een zeer donkere en grote haan die leeft in bosrijke omgevingen, dus is het erg moeilijk om hem waar te nemen. Als we kijken naar de roofvogels in de bossen dan zien we accipiters (een geslacht van vogels uit de havikachtigen), de sperwer en de bosuil, die vaak andere kleine vogels zoals de gaaien, groene specht, vinken, grote bonte specht en sylvias vangen. (Het geslacht Sylvia bestaat sinds de herziening uit 8 soorten, waarvan 2 in Europa voorkomen).

De grote trap (Otis tarda) leeft op de kale, dorre vlaktes. Het is een grote vogel met een grijze kop en nek en een bruine rug. In de waterrijke gebieden vinden we veel van de grauwe ganzen (Anser anser) die broeden in Noord-Europa en in de winter concentreren zij zich in deze gebieden.

In de bergen van Palencia, in de gemeente San Cebrián de Mudá, is er een programma om de Europese bizon te herintroduceren, een dier dat men na duizend jaar afwezigheid probeert terug te brengen op het Iberisch schiereiland.

Religie


Processie van “Christo de la Buena Muerte”, in Zamora. Dit zijn processies die altijd in de paasweek (Semana Santa) worden gehouden.

Er is een 3 jarig onderzoek geweest onder 2500 inwoners van Castilla y León waarvan 2092 mensen aangaven dat ze katholiek waren, 31 personen hingen een ander geloof aan, 277 mensen waren ongodsdienstig en er waren 100 atheïsten.

In procenten ziet dat er als volgt uit:

– 83,7% katholiek
– 1,2% ander geloof
– 11,1% ongodsdienstig
– 4,0% atheïst
– 47,3% praktiserend

Talen


Op deze kaart van het Iberisch schiereiland, in het jaar 1030, zien we hoe het koninkrijk León zich heeft uitgebreid. Het koninkrijk Pamplona, met het graafschap Aragón, en het graafschap Barcelona dat nog sterk verbonden is aan het Frankische koninkrijk . Maar ook het door opstanden geteisterde kalifaat van Córdoba dat begint te tanen.
Het schiereiland in 1030. Geregeerd door Sancho III El Mayor, begraven in het klooster van San Salvador de Ona, in Bardulia. In dezelfde regio worden de Cartularios de Valpuesta en Emilia Glossen. Baskisch substraat (oorspronkelijke taal) in Romaanse talen.

Over het algemeen gebruikt men in Castilla y León  het Castellano ook omdat men het belangrijk vindt dat daarmee aangegeven wordt dat hier de oorsprong van het land ligt en van hieruit de taal ontwikkeld is. In de provincie Burgos begint deze zoektocht naar de geboorteplaats van de moderne taal als gevolg van het beroemde Cantar de Mio Cid die men hier schreef. Opmerkelijk voor Valladolid was dat daar de schrijver van Don Quijote, Miguel de Cercvantes woonde net als enkele andere auteurs van maat zoals José Zorilla of Miguel Delibes, maar ook  de stuwkracht van de universiteit was van belang. In Ávila vallen de mystieke schrijvers Santa Teresa de Jesús en San Juan de la Cruz op. Tenslotte geeft de Universiteit van Salamanca de oorsprong, en hun belang voor de Castiliaanse taal aan van grote werken als Lazarillo de Tormes en La Celestina. Ook docenten van de universiteit, zoals Miguel de Unamuno, geven ook het belang van de stad voor de ontwikkeling van de taal aan. Tot slot , Campos de Castilla, van de Andalusische schrijver Antonio Machado, waarin hij zijn bewondering voor de Castilliaanse landerijen laat zien, waarbij vooral veel aandacht voor Soria.

Klooster van Santo Domingo de Silos.

In het klooster van Santo Domingo de Silos bewaart men het antieke schrift, Beato de Silos, en in hetzelfde klooster vinden we ook de Glosas Silenses. In het klooster van San Pedro de Cardeña dat ook op Castiliaanse grond staat,  werd de Beato de Cardeña geschreven.

Naast het Castiliaans worden er in kleine gebieden van Castilla y León nog twee andere talen, of taalvarianten gesproken: het Leonees dat is onderworpen aan een speciale bescherming door zijn bijzondere waarde binnen het taalkundig erfgoed van de gemeenschap. En het galisisch, dat, zoals is vastgelegd in de Statuten van de Autonomie; respect geniet en bescherming wordt op plaatsen waar het veel gebruikt wordt, vooral in gebieden grenzend aan Galicia en de graafschappen van El Bierzo en Sanabria. In een deel van de provincie van Salamanca, El Rebollar, wordt een dialect van Extremadura gesproken. En in de provincie van Burgos spreekt men een Castiliaans vermengt met een aantal Asturiaanse dialectische kenmerken.

Territoriale organisatie


De Comunidad Autonóma wordt gevormd door de negen provincies: Ávila, Burgos, León, Palencia, Salamanca, Segovia, Soria, Valladolid en Zamora. Iedere provincie heeft zijn eigen hoofdstad.

De provincies van Castilla y León.

Men erkend de samenloop van enkele bijzondere geografisch, sociale, historische en economische kenmerken in de leonese regio El Bierzo (León), creëerde men in 1991 een gelijknamige regio.

Autonome instituten

In de Autonome Statuten staat niet expliciet vast wat de hoofdstad van Castilla y León is. Aanvankelijk vestigde het Hof zich tijdelijk in Burgos; de mogelijkheid om Tordesillas als hoofdstad aan te wijzen werd ook besproken, maar uiteindelijk is gekozen om de rechtbanken voorlopig in het Castillo de Fuensaldaña te installeren.

Tenslotte worden de regionale wetten van 13/1987 en 14/1987 aangenomen en daarin wordt tevens besloten dat de Junta van Castilla y León, de regering van de Comunidad en zijn President, hun hoofdkwartier vestigen in Valladolid. En dat het Tribunal Superior de Justicia van Castilla y León zich zal vestigen in Burgos. De belangrijkste regionale instellingen zijn:

  • Junta de Castilla y León met zijn zetel in Valladolid
  • Cortes de Castilla y León met zijn zetel in Valladolid
  • Tribunal Superior de Justicia de Castilla y León met zijn zetel in Burgos
  • Consejo Consultivo de Castilla y León met zijn zetel in Zamora
  • Conseja de Cuentas de Castilla y León met zijn zetel in Palencia
  • Procurador del Común met zijn zetel in León
  • Consejo Económico y Social de Castilla y León met zijn zetel in Valladolid
Bevolkingsdichtheid per gemeente in de comunidad autónoma Castilla y León in 2018.
Bevolkingsgroei per gemeente in de comunidad autónoma van Castilla y León tussen 1998 en 2008.
Bevolkingsgroei per gemeente in de comunidad autónoma van Castilla y León tussen 2008 en 2018.

Toerisme

In de jaren ’90 neemt de toestroom van toeristen naar Castilla y León toe, vooral onder invloed van de historische en culturele waarde van hun steden maar ook de attractieve natuur en zijn prachtige landschappen van de verschillende regio’s zijn hier debet aan. In 2001 kreeg Castilla y León 315.000 toeristen, waarvan 42.000 buitenlanders, over de vloer. Werelderfgoedsteden als: Ávila, Salamanca en Segovia; en de Camino de Santiago die door de provincie Burgos, Palencia en León loopt, en het hertogelijke stadje van Lerma, dat zijn de belangrijke pijlers voor de culturele toerist in Castilla y León.

Segovia is een belangrijke stad bij het toerisme, en net als Salamanca en Ávila een Wereldefrgoed.

Ook wintersporttoerisme doet het goed in skigebieden als La Covatilla in de Sierra de Bejar, San Isidro en Leitariegos in León of Pinilla in Segovia.

Een andere booming attractie is het plattelandstoerisme (Turismo Rural). In grote getallen trekken de mensen uit de steden naar de vakantiehuisjes, een alternatieve vorm van toerisme in plaats van de “zon en strand” vakantie, meestal in de buurt van natuurgebieden of gebieden met een hoge culturele erfenis of ecologische waarde.

 

Castilla y León hebben een aantal steden die vooral in de Paasvakantie wordt beschouwd als zijnde van International Toeristisch Belang (Interés Turístico Internacional). Dit zijn steden zoals: León, Salamanca, Valladolid en Zamora.

Palacio Episcopal de Astorga. Een ontwerp van Gaudi. Deze stad maakt deel uit van de route van de Camino de Santiago en de Via de la Plata.

De regio heeft ook een uitgebreid netwerk van ‘Paradores Nacionales‘, hotels van hoge kwaliteit, die meestal te vinden zijn op de toplocaties en gehuisvest zijn in historisch waardevolle gebouwen. Het zijn echt hotels ter stimulering van het toerisme.

Het klooster van San Marcos is een van de grote architectonische juwelen van León. Tegenwoordig is het omgebouwd tot Parador de Turismo de España, een gewijde kerk en een monumentaal bijgebouw van het Museum van León, en is het een van de belangrijkste monumenten van de Spaanse Renaissance.

Sinds 1988 heeft de stichting ‘Las Edades del Hombre‘ (Het menselijke tijdperk) verschillende tentoonstellingen  van religieuze kunst georganiseerd in verschillende delen van het land en in het buitenland. Het idee voor deze tentoonstellingen is ontstaan in een bovenkamer in Alcazarén met de schrijver José Jiménez Lozano en de priester José Velicia uit Valladolid. De eerste “Edades del Hombre” kwam tot stand in de kerk van Santiago Apóstol de Alcazarén, met een kleine tentoonstelling van schilderijen van Heilige. In 2012 werd het initiatief ontwikkeld met de naam Monacatus met Oña als locatie, één van de meest bezochte tentoonstellingen met meer dan 200.000 bezoekers. En de tentoonstelling van 2013, genaamd Credo trok nog meer publiek, hier kwamen meer dan 226.000 mensen op af.

Cultuur

De Comunidad Castellano y Leonesa is heel rijk aan historisch en cultureel erfgoed, vandaar dat de laatste herziening van het Statuut van Autonomie verklaart dat deze rijkdommen  met de noodzakelijke voorzichtigheid bewaard zullen blijven voor de regio.

Plaza Mayor van Salamanca

Tevens verklaard Castilla y León dat het zal participeren met internationale organisaties als UNESCO dat meer mogelijkheden biedt tot het uitdragen van zijn cultureel karakter.

De comunidad heeft zich met 8 items ingeschreven voor het Werelderfgoed. Eén daarvan was het Siega Verde een plek waar in het zuidwesten van de regio een van de eerste artistieke uitingen, rotstekeningen, van de mens te bezichtigen zijn.

De Castilla-Leonese kunst, veel architectuur, maar ook literatuur, beeldhouwkunst, film of schilderkunst, zijn demonstraties van historische momenten van het leven in de regio. Zo zien we de pre-romaanse en Romaanse kunst, plus het rijke middeleeuwse, renaissance en barokke erfgoed in verschillende gebieden van het Castilla y León die nu nog steeds van groot belang zijn.

Literatuur

Santa Teresa de Jesús.

Castilla y León heeft door de eeuwen heen grote schrijvers voortgebracht. vanaf de geboorte van de Castiliaanse taal is er aandacht voor schrijvers als Santa Teresa, Miguel Delibes of José Zorrilla. Ook heeft deze streek inspiratie voor veel schrijvers gebracht. Als voorbeeld geven we Salamanca voor Fernando de Rojas en La Celestina of de anonieme auteur van El Lazarillo de Tormes. Ook de verschillende Castiliaanse landschappen waren een bron van inspiratie voor Juan Ramón Jiménez en Antonio Machado.

Al vanaf de pre-renaissance, in de tijd van de Ferdinand en Isabel staat Juan Encina bekend als een van de aartsvaders van het Spaanse theater.

Bovendien maakt Jorge Manrique uit Paredes de Nava, deel uit van de pre-renaissance in Spanje. Zijn werk ‘Coplas a la muerte de su padre’ (Verzen over de dood van zijn vader) is een klassieker in de Castiliaanse literatuur.

Monument van José Zorrilla in Valladolid
Monument van José Zorrilla in Valladolid

Santa Teresa de Jesús is opgenomen in de ´Catalogus van autoriteiten van de Taal´, gepubliceerd door de Real Academia Española. Het is een mystieke schrijfster bij uitstek. Haar verzen hebben een gemakkelijke, vurige en gepassioneerde stijl, geboren uit een ideale liefde die in haar brandde. Dit was de onuitputtelijke bron van inspiratie voor haar mystieke verzen. Enkele van haar werken zijn  onder meer: Camino de perfección (de weg van perfectie) of Conceptos del amor de Dios (Concepten van de liefde van God) en Castillo Interior (Het innerlijke kasteel). Tijdgenoot van Santa Teresa en ook een groot mystiek schrijver en Castiliaan was San Juan de la Cruz.

Een andere goede schrijver maar deze keer uit Valladolid is José Zorilla. Binnen de Spaanse literatuur erkend als de vader van de grote literatuur, die van Don Juan. Niet voor niets, een van zijn grootste werken is Don Juan Tenorio.

Maar ongetwijfeld de bekendste Castilla-Leonese schrijver, in het bijzonder voor zijn werk in de twintigste eeuw was Miguel Delibes. Beschouwd als een van de toneelschrijvers die het beste uit zijn Castiliaanse taal wist te halen. Hij was een kenner van het landelijke leven en van de jacht, twee factoren die hem in zijn literaire carrière hebben geholpen. Enkele van zijn bekendste werken zijn: El hereje, Los santos inocentes, Cinco horas con Mario of Diario de un cazador.

Nog een grote schrijfster uit de 20ste eeuw was Carmen Martín Gaite uit Salamanca of Jorge Guillén van Valladolid behorend tot de beroemde Generación del 27 (een groep Spaanse poëten).

Podiumkunsten

Als we kijken naar de filmwereld dan is het Internationaal Filmfestival van Valladolid één van de jaarlijkse hoogtepunten. Het is een van de oudste festivals in Spanje. Voor het eerst opgezet in 1956 als de “Week van de religieuze cinema van Valladolid”, en het werd gehouden in de Paasweek. Het ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste filmfestivals van Spanje, met als doel, het verspreiden van de artistieke film en daarmee de kennis van de filmwereld te bevorderen. Momenteel wordt het in de maand oktober en omvat het ook een nieuw festival, genaamd Seminci TV, dat in juni gehouden wordt.

Enkele gerenommeerde actrices uit de regio zijn, Concha Velasco en Lola Herrera en de humoriste Eva Hache. Imanol Arias is zeer bekend in Spanje, hij doet mee aan de TV serie Cuéntame como pasó (Zeg me hoe het gebeurt is) is ook een Castilla-Leonese. En de uit Palencia afkomstige Elena Anaya die frequent meespeelt in zowel nationale als internationale films.

Voor het theater zijn van groot belang de toneelspelers Calixto Bieito of José Luis Alonso.

En op tv zijn erg populair Patricia Conde, Jesús Calleja en Deborah Ombres.

Beeldhouwkunst

Nationaal Museum van de beeldhouwkunst
Kloosterkerk van San Pablo en College van San Gregorio, waar men de raad van Valladolid ontwikkelde, en waar het eerste proefschrift over de rechten van de mens werden opgesteld, (Wetten van Burgos) en het Palacio de Pimentel, de geboorteplaats van koning Felipe II.

De beeldhouwkunst is een artistieke tak van kunst waarvan een aantal kunstenaars uit de regio zeker vernoemd mogen worden. Van belang zijn de religieuze voorstellingen, uit de hand van Juan de Juni, Alonso Berruguete of Gregorio Fernández. Het zijn beeldhouwers van de “Castiliaanse school” en de meeste van hun beeldhouwwerken zien we in de straten van Valladolid tijdens de Paasweek.

In de tijd van de katholieke contrareformatie tegen de protestante gaven de koningen en bisschoppen opdrachten voor grote werken aan deze beeldhouwers, dat moest de religieuze hartstocht van de burger bevorderen. Grote barokke werken zijn er voortgekomen uit deze tijd. Tevens vinden we het ‘Museo National de Escultura‘ in het “Colegio de San Gregorio”, hier in de stad Valladolid, waar veel van deze werken geëxposeerd worden.

Andere beroemde beeldhouwers, vooral van altaarstukken, waren de Mirandesen (gebied dicht tegen de Portugese grens) Diego de Marquina en Pedro López de Gámiz; of de renaissance beeldhouwers Diego de Siloé, die altaarstukken zoals in de kapel van Santa Ana in de Kathedraal van Burgos maakte. Andere namen zijn Rodrigo de la Haya en zijn broer Martín de la Haya uit de provincie Burgos.

Daar staat tegenover het hoofdaltaar van de kathedraal van Palencia dat het werk is van Juan Balmaseda.

Architectuur

De Castilla-Leonese architectuur is van groot historisch belang. Het artistiek-architectonische erfgoed van Castilla y León heeft een verzameling gebouwen van ´s werelds allerhoogst niveau. Met hoogtepunten niet alleen in de religieuze maar ook de burgerlijke architectuur. Hieronder bevinden zich talrijke kathedralen, kloosters, kerken, waarvan de grootste collectie ter wereld van kerken in Romaanse stijl en dan vooral in de provincie Palencia. Als voorbeeld noemen we hier de basiliek van San Vicente in Ávila.

Kerk van San Martín de Frómista, vertegenwoordigd de Romaanse kunst in Palencia.

Binnen de militaire architectuur zien we paleizen als dat van Segovia. Maar zonder twijfel, het meest representatieve is het immense aantal kastelen in Castilla y León. Het is het land van de kastelen waarvan we hier vernoemen: het kasteel van Peñafiel, en Friás, Fuensaldaña, Simancas, van Coca, dat van Enrique II de Trastámara, Ponferrada en Ampudia, Cuellar, los Comuneros en van Benavente.

Fernando III de Castilla heeft in 1221 de eerste steen gelegd van de kathedraal van Burgos, pionier voor de gotische kunst in Spanje.

Daarbovenop heeft Castilla y León drie steden die behoren tot het Werelderfgoed van UNESCO. Dat zijn Ávila, Salamanca en Segovia. Het Plaza Mayor van de hoofdstad van Salamanca wordt beschouwd als het beste voorbeeld van Churriguereske bouwstijl (Spaanse bouwstijl herkenbaar aan zijn speciale ornamenten, is vernoemd naar de architect José de Churriguera).

Ook als we kijken naar de Mozarabische stijl, deze heeft ook een belangrijk erfdeel achtergelaten. Talrijk zijn de Mozarabische kerken uit de tijd van de christelijke herbevolking aan beide oevers van de Duero, zoals het klooster van San Miguel de Escalada of de hermitage van San Baudelio de Berlanga. Een andere voorbeeld is het Koninklijke klooster van Santa Clara in Tordesillas.

Binnen de renaissance architectuur is het paleis van Santa Cruz, waarin tegenwoordig het rectoraat van de Universiteit van Valladolid is gehuisvest. Uit dezelfde tijd stammen de paleizen van de Castiliaanse adel in deze gemeenschap. Ook in Valladolid vinden we het paleis van Fabio Nelli, tegenwoordig gebruikt als museum, het paleis van Pimentel, waarin nu de Raad van Valladolid is gehuisvest, het was ook de plek waar Felipe II is geboren, of het paleis van Vivero, voormalige Kanselerij van Valladolid en het kasteel waar Fernando en Isabel (el Reyes Católicos) getekend hebben voor hun verloving.

Palacio de Monterrey in Salamanca is een belangrijk voorbeeld van de architectuur van Spaanse Renaissance paleizen.

Dan hebben we ook nog het Casa de las Conchas, gebouwd in de renaissance tijd, gotisch en met platereske elementen. En in dezelfde stad het Paleis van Monterrey in de platereske stijl en eigendom van het Huis van Alba. Salamanca is een concentratie van een aantal zeer belangrijke werken in deze stijl, zo ook het klooster van San Estaban.

In Burgos staat het Casa del Cordón en daarbinnen het Elizabethaanse kunstwerk Cartuja de Miraflores, het hoogst mogelijke bereikbaar in deze stijl. Ook belangrijk is het cisterciënzer klooster van Santa Maria la Real de Las Huelgas, belangrijk om zijn architectuur en geschiedenis maar ook vinden we hier het muzikale Codex de Las Huelgas.

Ook de Herrerastijl is hier in deze regio aanwezig, het meest representatieve werk in deze stijl is het hertogelijk paleis van Lerma.

Kastelen (enkele) van Castilla y León
Castilla de la Mota.
Castillo de Coca
Castillo Peñafiel.
Museo Histórico de las Merindades.
Castillo de Frías.
Castillo de Enrique II van Trastámara.
Castillo de Ponferrad.

Schilderkunst

De Romaanse schilderkunst vinden we natuurlijk vooral in de kerken, op de muren. Een mooi voorbeeld hiervan vinden we in het Panteón de los Reyes de León. De meest bekende zijn die van de Hermitage van San Baudelio de Berlanga in de provincie Soria, waarop we evangelische afbeeldingen en jachttaferelen uit de 12ᵉ eeuw zien. Ook uit de Middeleeuwen, maar nu in de gotische stijl zijn de glas in loodramen van de kathedraal van León.

Uit de renaissance tijd zien we twee grote meesters uit de schilderkunst, Juan de Flandes en Pedro Berruguete.

Uit de barokke tijd is van belang Diego Valentín Díaz uit Valladolid en Antonio de Pereda.

Musea

Er zijn vele musea in Castilla y León met thema´s van allerlei aard, kunst, archeologie, gastronomie, noem het maar op….

Regionale musea
Museum van de Menselijke Evolutie.

Het Etnografisch Museum van Castilla y León in Zamora, het Mijnbouw en metallurgie museum in Saberro, het museum van Eigentijdse Kunst in León en het museum van de Menselijke Evolutie in Burgos.

Het ‘Museo de Arte Contemporáneo de Castilla y León‘ ( Eigentijdse Kunst) is zoals de naam al laat vermoeden het museum voor de hedendaagse kunst in al zijn verschijningsvormen.

Het ‘Museo de la Evolución Humana‘ in Burgos. Opende zijn deuren op 13 juli 2010. Momenteel is het het meest bezochte museum van Castilla y León, maar behoort ook tot de 10 meest bezochte musea van Spanje. Centraal staat de Menselijke Evolutie, maar ook het gebouw op zich heeft architectonisch gezien, al meer dan 40 nationale en internationale onderscheidingen ontvangen.

Nationale Musea
Het Musac Museum.

Museo Nacional Colegio de San Gregorio (Valladolid). Waar we beeldhouwwerken uit de late Middeleeuwen tot het begin van de 19ᵉ eeuw vinden, evenals een aantal schilderijen van grote meesters als Rubens, Zurbarán of Meléndez.

Museo Numantino (Soria). Dit museum verteld over de geschiedenis van de provincie Soria door middel van kunst en archeologie, met bijzondere aandacht voor de geschiedenis van het nabijgelegen gebied van Numancia, zonder de andere gebieden, met name Tiermes en Uxama, tekort te doen.

Palacio Real de la Granja van San Ildefonso

Het Palacio real de la Granja (San Ildefonso). Het is een van de residenties van de Spaanse koninklijke familie en is gelegen in de provincie Segovia, San Ildefonso. Het wordt beheerd door het Patrimonio Nacional en is open voor het publiek.

Museo Casa de Cervantes (Valladolid). Het huis waar Miguel de Cervantes Saavedra in 1605 woonde.

Museo de Art Nouveau y Art Déco (Salamanca), ook bekend als Casa Lis. Dit is een museum gewijd aan de Jugendstill met een groot aantal belangrijke, representatieve objecten als meubels en decoratieve kunststukken. Voor het eerst geopend in 1995 na de gulle gift aan de stad, van verzamelaar Manuel Ramos Andrade. Het museum heeft helaas geen echte bekendheid en dat is heel jammer want het is een echte aanrader, zowel de collectie als het gebouw zijn van onschatbare waarde.

Palacio Episopal of het Museo de los Caminos (Astorga). Ontworpen door de Spaanse Architect Antoni Gaudí  (1887 -18 93) Het grootste exponent van het Catalaanse modernisme. Het staat in Astorga, provincie León. Samen met Casa Botines (León) en El Capricho de Comillas (Santander) zijn dit de enige gebouwen van deze architect buiten Cataluña. Nu is het een museum gewijd aan de Camino de Santiago.

Andere musea zijn: Museo de Ávila, Museo de Burgos, Museo de León, Museo de Palencia, Museo Histórico de las Merindades, Museo minero de Barruelo, Museo de Salamanca, Museo Nacional de la Energia de Ponferrada, Museo de Segovia, Museo Zuloaga, Museo de ValladolidMuseo de Zamora, Museo oreintal, Museo Patio Herreriano de Arte Contemporáneo Español of het Museo de los Dinosuarios de salas de los Infantes, waar meerdere beenderen, skeletten en plantaardige fossielen, samen met wat voetafdrukken, uit het Mesozoìcum worden geèxposeerd.

Folklore

Dansgroep Las Casas

La jota castellana (Spaanse jota). Zowel de castellano-leonesa als die van Madrid en die van castellano-manchega gaan meestal gepaard met muziek van gitaren, mandolines, luiten, dulziana (lijkt op een soort blokfluit) en trommel. En dat terwijl de dansers dansen met hun handen boven het hoofd, soms vergezeld met castagnetten. De Jota Castellana, danst men met karakteristieke sprongstappen, een beetje schokkerig, en is over het algemeen iets soberder en minder levendig dan die van Aragón. De muziek gaat vaak gepaard met liederen die ‘coplas‘ (verzen) worden genoemd. Ze gaan dikwijls over de liefde, bruiloften (met advies en lof voor het echtpaar), het leven of de godsdienst, maar bijna altijd gekenmerkt door een picaresk en groot gevoel voor humor.

Het Nationaal Festival van de Jota is een wedstrijd die sinds 1968 elk jaar wordt gehouden in het dorp Cuéllar. Het eerste jaar werd het georganiseerd door la Peña la Plaga, maar het jaar daarop werd de organisatie al overgenomen door de gemeenteraad van Cuéllar, heden ten dagen gedelegeerd door voor dit doel opgerichte dansgroep ‘Grupo de Danzas Villa de Cuéllar’. Het festijn wordt jaarlijks gehouden op de binnenplaats van het kasteel van Cuéllar en het evenement dient tevens als de officiële presentatie van de ´Corregidora y damas de las ‘Fiestas de los Encierros‘ (De vrouw van de stadshouder en de bruidsmeisjes van het feest van de bezetting).

Decennia lang is de groep Nuevo Mester de Juglaría al bezig met het uitvoeren van de Spaanse volksmuziek.

Gastronomie

“Lechadzo asado” een typisch Castiliaansleones gerecht.

De Castiliaans-leonese keuken staat bekend om zijn wijnen en zijn vleesgerechten. Enkele van deze wijnen zijn inmiddels wereldberoemd. Er zijn negen wijnen met een zogenaamde ´Denominacion Origen´ oftewel D.O., hieronder vinden we onder andere D.O. Ribera del Duero, D.O. Toro of D.O. Rueda. Worstjes en vleeswaren, met 16 verschillende Indicaciones Geográfic as Protegidas I.G.P (beschermende geografische aanduidingen) en kwalileitsmerken, waaronder Guijuelo ham, Lechazo de Castilla y León, Cochinillo de Segovia, Cecina de León of Chorizo de Cantimpalos.

Wijngaard D.O. Ribera del Duero.

Enkele typische gerechten zijn: el Lechazo asado (gebraden lamsvlees), el Cochinillo asado (geroosterd speenvarken), la Sopa de ajo (knoflooksoep), las Patatas a las importancia (belangrijke aardappels), las Alubias de Saldaña (Saldana bonen), las Judías de El Barco de Ávila (bonen uit El Barco van Ávila), los Judiones de la Granja (bonen van La Granja), la Gallina en pepitoria (kip fricasse) of verschillende worstjes uit Burgos zoals de Morcilla de Aranda (Aranda worstje).

De provincie Soria is een belangrijke producent van de zwarte truffel. Helaas hebben deze nog geen D.O. of I.G.P. ontvangen voor hun product.

De streek heeft ook verscheidene zoetigheden en dessert, zoals las Yemas de Santa Teresa (dooierkoekje). En afhankelijk van de religieuze kalender (Pasen, Allerheiligen….) zijn er nog meer traditionele zoetigheden.

Er zijn nog restaurants die nog steeds gebruik maken van houtgestookte ovens. Dit heeft geleid tot een ontluikend culinair toerisme in deze streken. Maar ook de typische streekgebonden pinchos (tapas) zijn een aanrader. Soms zijn er wedstrijden wie de beste of meest originele pinchos maakt. Als u dan toevallig in zo´n week daar verblijft laat u dit dan zeker smaken. Ook hier maakt men nog steeds gebruik van het traditionele ontbijt, chocolate con churros (warme chocolade met churros een in de olie gebakken beignet,vooral op zondag).


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2022-09-02

Coralma*

Spanish language Wikipedia|titel=Castilla y León|pagecode=94167438| date=20161019
Dutch language Wikipedia|titel=Castilië en León|pagecode=56764825| date=20220831
English language Wikipedia|titel=Castile and León|pagecode=1105946264| date=20220831

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, of Publiek Domein

If you click on one of the links below, you will see the full information of these photos/images, the author, or the licence.

Coralma*, is own work that can be found as a CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS