Het Visigotische volk

De Visigoten (376 – 725)

Overzicht van Visigotische campagnes in de tijd van Alaric I.

De Visigoten waren een Oost- Germaans volk ten tijde van, en vlak na, het Romeinse Rijk. Vanaf 270 n.Chr. begonnen de klassieke geschiedschrijvers onderscheid te maken tussen twee Gotische stammen. De Visigoten worden ook wel Westgoten genoemd ter onderscheiding van de Ostrogoten of Oostgoten.

De Visigoten hadden zich in het gebied van de Karpaten gevestigd, maar velieten het gebied nog voor de inval van de Hunnen en trokken verder naar het westen. In het Romeinse Rijk kregen zij een vestigingsgebied toegewezen.

In 378 kwamen de Visigoten die in de Balkan leefden, in opstand tegen het Romeinse gezag. Bij de slag om Adrianople (tegenwoordig Edirne in Turkije) versloegen zij het Romeinse leger.

Onder leiding van Alarik I plunderde de Visigoten de stad Rome in 410. Na de val van het West-Romeinse Rijk bleven de Visigoten gedurende 250 jaar een belangrijke rol spelen in de Europese geschiedenis.

Wat interesseert u het meest:

Visigotisch koninkrijk en de Visigotische provincies in Hispania, 700 jaar n. Chr.

De Visigoten vielen het Italiaanse schiereiland binnen onder het bevel van Alarik I en plunderden Rome in 410. Ze vestigden zich in Zuid-Gallië als federatie van het Romeinse Rijk. Na de nederlaag tegen de Franken in Vouillé in 507, vestigden ze zich in Hispania waar ze het machtsvacuüm, dat was ontstaan na het verval van het West-Romeinse Rijk, opvulde. De Visigoten vormden een heersende minderheid over de Hispano-Romeinse bevolking, waarvan zij zich vooral door hun geloofsovertuiging onderscheidden, aangezien zij Ariaanse christenen waren, terwijl de plaatselijke bevolking Romeinse christenen waren. De bekering van koning Recaredo I maakte het mogelijk dat de twee volkeren naast elkaar konden bestaan, en het koninkrijk consolideerde zijn macht met de steun van de kerk.

De Grote Volksverhuizing had er voor gezorgd dat niet alleen de Visigoten het Iberisch schiereiland waren binnengetrokken, maar ook Alanen, een volk van Iraanse oorsprong, Vandalen en Sueben. De Vandalen trokken samen met de Alanen naar Noord-Afrika, waar zij een machtige staat stichtten met als centrum Carthago. De Sueben daartegenover hadden grote delen van het schiereiland veroverd.

Wat betreft de Sueben nog even dit. Zij waren het eerste Germaanse volk dat in 411 in West-Europa een christelijk koninkrijk stichtte, dat tot 585 weerstand bood aan een foederati, een stabiel vredesverdrag met de Romeinen, en een eigen koninkrijk stichtte in Gallaecia, dat 174 jaar stand hield, en net als het Gotische Koninkrijk in een voortdurend conflict met de Spaans-Romeinse bevolking verkeerden. Haar hoofdstad was Bracara Augusta, het huidige Braga, en zij bestreek de Romeinse provincie Gallaecia en de helft van Lusitania, met invallen in de provincies Baetica (Emerita, Hispalis) en Tarraconensis (Soria, tot 585, toen zij zich mengde in de strijd om de troon van de Visigoten (Leovigildo/Hermenegildo), waarbij Hispalis (Sevilla) het strijdtoneel was. De Suebische koning Miro steunde Hermenegildo (583), die uiteindelijk trouw zwoer aan Leovigildo, en na de inname van Sevilla, viel hij in 585 Gallaecia aan, waarbij hij de koninklijke schatkist in beslag nam. In de Pyreneeën boden de Vasconen hardnekkig verzet tegen de Visigotische overheersing, evenals de Cantabros en de Astures, hoewel de bronnen schaars zijn. In het gebied van de Carthaagse provincie werd een precair Romeins bestuur gehandhaafd onder Visigotische soevereiniteit, totdat het in de 6e eeuw door het Rijk werd heroverd en het de provincie Spania werd, die na een eeuw weer in handen van de Visigoten viel.

Het Visigotische koninkrijk werd geplaagd door veelvuldige opvolgingsgeschillen, die leidden tot een nederlaag aan de moslims die een invasie pleegden vanuit Noord-Afrika (711). De laatste Visigotische koning was Rodrigo, en hoewel er in Septimania en Asturias nog verzetshaarden waren, verdwenen de Visigoten als zodanig. Zij vermengde zich met de Hispano-Romeinen en werden vervangen door het kalifaat van de Umayyaden.

Tervingis en Greutungis


Gutthiuda, het grondgebied van de Tervingische confederatie van de Donau in de vierde eeuw.

De verdeling van de Goten werd voor het eerst bevestigd in 291, waar de Tervingi worden genoemd. Deze eerste vermelding vond plaats in een eerbetoon aan keizer Maximianus (285-305), uitgesproken in het jaar 291 of kort daarna (of mogelijk uitgesproken in Trier op 20 april 292) en traditioneel toegeschreven aan Claudius Mamertino, die zegt dat de “tervingi, een andere Goths-divisie” (Tervingi pars o.a. Gothorum) zich bij de Taifali heeft gevoegd om de Vandalen en de Gepiden aan te vallen. De term “Vandalen” kan verkeerd zijn en eigenlijk verwijzen naar de “Victohali”, omdat de historicus Eutropius rond het jaar 360 vertelt dat Dacia toen bewoond werd door de Taifali, Victohali en Tervingi.

Teodorico el Grande, koning van de Ostrogoten, van Italië en van de Visigoten.

Hedendaagse verwijzingen naar gotische stammen gebruikten de termen Vesi, Ostrogoten, Tervingi en Greuthungi. De meeste geleerden hebben geconcludeerd dat de termen Vesi en Tervingi beide werden gebruikt om te verwijzen naar een bepaalde stam, terwijl de termen Ostrogothi en Greuthungi werden gebruikt om te verwijzen naar een andere stam. Herwig Wolfram geeft aan dat de belangrijkste bronnen de namen van de volkeren niet mengen: deze noemen aan de ene kant het paar Tervingios-Greutungos en aan de andere kant het paar Vesi-Ostrogodos en niet in een andere combinatie, hoewel de vier namen af en toe als Gruthungi, Austrogothi, Tervingi, Visi worden vermeld. Volgens Herwig Wolfram zijn, in de Notitia Dignitatum, de Vesi gelijkgesteld aan de Tervingi in een verwijzing naar de jaren 388-391; dit is niet echt duidelijk in deze Notitia. Er is een groot wetenschappelijk debat gaande over de identificatie van de Vesi met de Tervingi en de Greutungos met de Ostrogoten. Dat de Tervingi de Visigoten en de Greutungs de Ostrogoten waren, wordt ook aangegeven door Jordanes dat de Visigoten van Alarik I tot Alarik II identificeerde als de erfgenamen van de 4e-eeuwse Tervische rechter Athanarik; en de Ostrogoten van Theodorik de Grote tot Theodahad als de erfgenamen van de Griekse koning Ermanarik. Deze interpretatie is echter niet algemeen, ook al wordt ze op grote schaal verspreid onder de huidige wetenschappers.

Voor Wolfram is er een continuïteit tussen Tervingis en Visigoten, en tussen Greutungis en Ostrogoten. De gotische nederlagen in de tijd van Claudius Gothicus en Aurelianus zouden de Goten hebben doen splijten. Ten oosten van de Dnjestr bleven de Greutungis over en in de Beneden-Donau vormden de Tervingis, samen met andere volkeren zoals de Taifalen of de Sarmaten, een confederatie van volkeren onder leiding van een rechter, Athanarik. Uit deze confederatie van volkeren zouden de Visigoten voortkomen. Voor Heather daarentegen werd de verdeling van de Goten veroorzaakt door de invasie van de Hunnen: de Visigoten zouden het resultaat zijn van een mengeling van Tervingis en Grieken, en aanhangers van Radegast, die zich aan het einde van de 4e-eeuw ten zuiden van de Donau vestigden, terwijl de Ostrogoten het resultaat zouden zijn van de krachtenbundeling tussen Theodorico II en Theodorik de Grote in de late 5e-eeuw. Roger Collins vind dat de Visigotische identiteit is ontstaan uit de Gotische oorlog (376-382) toen een groep Tervingi, Greutungi en andere “barbaarse” contingenten een federaal leger ten oosten van de Balkan vormden dat zich niet in de Romeinse samenleving aanpasten en daarom niet alleen als Tervingi kon worden erkend.

Zogenaamde “Grande Ludovisi” sarcofaag, met gevechtsscène tussen Romeinse soldaten en Germanen (de Gotische Oorlog). De hoofdpersoon is waarschijnlijk Hostilian, de zoon van keizer Decius (d. 251 n.Chr.). Proconnesus marmer, Romeins kunstwerk, ca. 251/252 n.Chr.

Wolfram geeft aan dat “Vesi” en “Ostrogothi” de termen waren die elke stam zou gebruiken om zichzelf te beschrijven, de Vesi waren de goede, en de Ostrogoten waren de goten van de rijzende zon; terwijl “Tervingi” en “Greutungi” geografische aanduidingen waren waarmee de ene stam de andere stam zou omschrijven, wat zou verklaren waarom deze laatste termen niet langer werden gebruikt na 400, toen de Goten waren verdreven na de invallen van de Hunnen.

De term Visigoot is een 6e-eeuwse uitvinding. Cassiodorus, een Romein in dienst van koning Theodorik de Grote, vond de term “Visigothi” uit om te corresponderen met die van “Ostrogothi”, dus, terwijl hij dacht dat de laatste term Oriëntaalse Goten betekende, werd er een term bedacht om West-Goten aan te duiden. De term Visigoten werd, in hun diplomatieke betrekkingen met Italië in de 7e-eeuw, ook in het Visigotische koninkrijk gebruikt.

Geschiedenis


Gotische invasies van het Romeinse Rijk in 267-269.

Gedurende de 3e-eeuw vielen de Greuntungi en Tervingi volkeren herhaaldelijk het Romeinse Imperium binnen. Met als hoogtepunten de invallen in 251 tegen Moesië en Thracië, in 258 – 259 langs de kust van de Zwarte Zee, de Zee van Marmara (Propóntide) en de eilanden van de Egeïsche ZeeEfezeAthene en andere punten, in 269 vielen ze ook KretaCyprus en Thessaloniki binnen. Tussen 270 en 273 trok de Romeinse keizer Aurelianus zich terug uit Dacia (een Romeinse Provincie), de noordelijke regio van de Donau, en begonnen de Tervingis, rond het jaar 300, het gebied als huurlingen, in dienst van de Romeinen, te bezetten (ook wel foederati genoemd).

Het binnendringen van het Romeinse Rijk

Rond het jaar 370 werden de Greuntungis geregeerd door koning genaamd Ermanarik, de eerste historische koning van de dynastie van de Amalos, die in 375 de confrontatie met de Hunnen, onder leiding van Balamber, moest aangaan. Ermanarik, die al oud was, raakte ernstig gewond bij een aanval en pleegde zelfmoord voor een dreigende nederlaag. Vitimiro de opvolger van Ermanarik, mislukte in zijn  poging om zich tegen de Hunnen te verzetten en werd zelf ook gedood, zodat de Greuntungis door de Hunnen werden onderworpen.

Maar de Tervingis onder het bevel van Alavivus en Fritigern, die allen bij elkaar ongeveer tweehonderdduizend mensen telden, verzamelden zich op de noordelijke oever van de Donau. Ze vroegen het Romeinse Rijk, waartegen ze een paar jaar eerder hadden gevochten, hen toe te laten tot hun grondgebied en hun land ter beschikking te stellen om zich daar te vestigen. De groep mocht zich vestigen op de zuidelijke oever van de Donau en de Balkan (Thracië en Moesië). Maar de uitbuiting waaraan ze door keizerlijke ambtenaren en Romeinse militaire leiders werden onderworpen, schepte een onhoudbare situatie. Fritigern en andere grote Visigotische landeigenaren diende klachten in, waarop de Romeinse generaal Lucipino, Fritigern, tijdens een banket, probeerde te vermoorden. De poging mislukte en niet Fritigern, maar Lucipino werd vermoord. Fritigern en de Visigoten kwamen in opstand (377) in Marcianopolis (Neder-Moesië, nu Veliki Preslav) en versloegen de keizerlijke strijdkrachten in de slag om Adrianopolis (9 augustus 378), waarbij keizer Flavius Julius Valens stierf. Zijn opvolger, Theodosius I (beter bekend als Theodosius de Grote), sloot, na enige tijd tegen hen gestreden te hebben, vrede met de Tervingis (381), maar daarvoor moest hij hen wel meer zekerheid in het Rijk verschaffen en hen een meer belangrijke rol in het leger geven.

De Visigoten waren prominent aanwezig in de burgeroorlogen van 388 (tegen Magnus Maximus) en 394 (tegen de heidense Flavius Eugenius). Toen Theodosius I stierf (17 januari 395), werd zijn rijk verdeeld: het Oosten werd nagelaten aan zijn zoon Arcadius en het Westen werd toegewezen aan zijn tweede zoon, Honorius, die nog maar 11 jaar oud was, zodat Theodosius generaal Flavius Stylicho, hoofd van zijn leger, als regent aanstelde was. De Visigoten werden geregeerd door Alarik I, aan wie Jordanes aangaf dat hij tot het geslacht van de Balthi behoorde, als een middel om hun prestige te verhogen. Alarik viel Constantinopel aan en verwoestte Griekenland (395 en 396). Generaal Stylicho slaagde erin hen uit Griekenland te verdrijven, maar de keizer, bang voor de macht van de generaal, benoemde Alarik tot gouverneur van Illyrië, waardoor hij vijf jaar vrede bereikte (396 tot 401).

Alaric I in Athene, de eerste die over alle Visigoten regeert en een belangrijke tegenstander van het Romeinse Rijk. Fotografische reproductie uit 1894 van een schilderij van Ludwig Thiersch.

Galla Placidia, geboren in 391 en dochter van Theodosius was van jongs af aan getrouwd met een zoon van Stylicho, toen de Visigoten onder leiding van Alarik het jaar 401 in het noorden van Italië binnendrongen. Stylicho, werd geëxecuteerd tijdens de opstanden van het jaar 406 en Gala’s verloving was daarmee van de baan. Alarik dirigeerde zijn legers naar Rome en stelden Priscus Attalus aan als heerser van Rome. Hij kon Honorius niet onderwerpen, maar was wel in staat om in augustus 410 Rome binnen te dringen alwaar zijn leger de stad plunderde (dat vrij normaal was in die periode), ook Galla Placidia  was een belangrijkste onderdeel van deze buit. Vervolgens trok hij naar het zuiden om Sicilië te bezetten, met de bedoeling om Afrika, het belangrijkste Romeinse bevoorradingscentrum, te veroveren en te controleren. Hij stierf kort na een poging om de Middellandse Zee over te steken en zijn opvolger, Ataúlfo (Athaulf), verwierp deze poging en keerde terug naar het noorden, maar om een overeenkomst te sluiten met Honorius, om hem te dienen, trouwde hij met zijn gevangene Gala Placidia in Narbonne, in het jaar 414.

De plundering van Rome
Ataulfo, zwager van Alarico, welke hij opvolgde als koning van de Visigoten. (Dit is één van de vele stanbeelden van koningen die te zien zijn op het Plaza de Oriente en in het Parque de Retiro.)

In 401 marcheerde Alarico tegen Rome, maar werd verslagen bij Pollentia (6 april 402) en vervolgens in Verona. Waarschijnlijk onderhandelde Stylicho met Alarico of hij hem zou helpen tegen andere barbaren zoals Radegast, en er wordt aangenomen dat hem de bevestiging werd aangeboden als Magister militum en gouverneur van Illyrië, met grenzen die in strijd waren met de territoriale aanspraken van het Oosten. De Romeinse nationalistische partij, wellicht in gang gezet door de regering van Constantinopel, beschuldigde Stylicho van de voorbereiding van de overdracht van het Rijk aan Alarico en vormde een complot. Er brak een troepenopstand uit die Stylicho dwong zijn toevlucht te zoeken in een kerk. Op het moment dat hij de kerk verliet, nadat hem door Olympus was beloofd dat hij zijn leven zou redden als hij zou vertrekken, werd hij vermoord (22 augustus 408). Alarico keerde terug naar Italië en kreeg nieuwe concessies van Honorius die zich in Ravenna had gevestigd, maar toen de Visigoten zich eenmaal hadden teruggetrokken, hield Honorius zich niet aan zijn beloften. De Visigoten marcheerden naar Rome en steunden de proclamatie van een usurpator genaamd Priscus Attalus (409), die van Ionische afkomst was en waarschijnlijk aanhanger van het Arianisme was. Hij was ook degene die Alarico de titel van Magister militum gaf.

Maar Attalus weigerde of kon zijn beloften niet nakomen en de Visigotische koning keerde terug naar Rome om deze te belegeren. Voor het eerst in haar geschiedenis, sinds de Gallische invasie, valt Rome voor een buitenlandse koning. Nadat Rome door Alarico was ingenomen, werd de usurpator (24 augustus 410 augustus) afgezet en plunderden zijn mannen drie dagen lang de Eeuwige Stad, waarna ze haar in de steek lieten en Attalus en Galla Placidia, de zus van Honorius, meenamen. Vanuit Rome gingen ze naar het zuiden, waar ze Campanië, Apulië en Calabrië verwoestten. Alarico stierf op de plaats van Cosenza (410) en werd opgevolgd door zijn zwager Ataúlfo. Deze stemde met Honorius in om uit Italië te vertrekken, in ruil voor, en met toestemming van de regering, de Gallische gebieden die aan de controle van Rome ontsnapt waren, omdat ze zich aan Constantijn hadden onderworpen, te veroveren. De val van Rome was een harde klap voor de Romeinse wereld van die tijd, omdat men dacht dat de Eeuwige Stad onneembaar was.

De vestiging in Gallië
Walia, koning van de Visigoten in Spanje.

De Visigoten, onder leiding van Ataúlfo, verlieten Italië (412). In ruil voor land en vrede, gingen ze naar het centrum en het zuiden van Gallië. Nog later gingen ze ook naar het noorden van Hispania. Ataúlfo’s lange en complexe strijd om het zuiden van Gallië te domineren heeft hem enkele jaren (411 tot 414) gekost. In 414 trouwde koning Ataúlfo, die na een alliantie met Honorius en Magister militum Constantius III opnieuw op eigen houtje gehandeld had, met Galla Placidia, de zus van Honorius die door Alarico was ontvoerd. Constancio werd naar het gebied gestuurd en de Visigoten werden verslagen in Narbonne. Constancio slaagde erin Ataúlfo af te leiden naar Hispania (waardoor hij Zuid-Gallië kon behouden), waardoor de Visigoten in 415 Tarraconense binnenvielen.

Koninkrijk Toulouse rond het jaar 500 (het beeld is niet exact, maar het is goed vergelijkbaar).

In datzelfde jaar werd Ataúlfo in Barcelona vermoord. Walia, zijn opvolger, probeerde zijn volk naar Afrika te leiden, maar een storm verpestte zijn bedoelingen. De Visigoten, voortdurend in strijd leverend en geen echte vaste plek bezaten, hadden een gebrek aan voedsel. Ze stelden een alliantie voor aan de Romeinen, zodat zij, in naam van de Romeinen, de Sueben, de Alanen en de Vandalen, waaronder de Asdingen, die de provincie Hispania (behalve Tarraconense) bezetten, zouden bestrijden. Tussen neus en lippen door zouden ze ook Galla Placidia weer inleveren. In ruil daarvoor zou Honorio voedselvoorraden aan de Visigoten leveren. De Visigoten maakten een einde aan de Silingos (ook horend tot de Vandalen) van Bética en de Alanen van Lusitania, waarna Honorio wederom van plan veranderde en de Visigoten in 418 opnieuw in Gallië plaatsten.

Het Visigotisch Koninkrijk
Het Visigotisch Koninkrijk van Tolosa

In 418, op grond van een pact, vestigden ze zich in de Romeinse provincie Gallia Aquitania in het zuiden van Gallië en slaagden ze erin een koninkrijk, met Toulouse als hoofdstad, te stichten.

Bekering van Recaredo I van Arianisme tot katholicisme, door de schilder Muñoz Degrain.

Ze grijpen in als bondgenoten van het Romeinse Rijk om andere stammen in Hispania te onderwerpen en in 451 nemen ze deel aan de nederlaag van de Hunnen in de slag om de Catalaunische velden.

Visigotische koningen (Chindasvinto, Recesvinto en Égica) volgens de Codex Vigilano.

Het hoogtepunt van de Visigotische macht werd bereikt tijdens het bewind van Eurico (466-484), die de verovering van Spanje voltooide, met uitzondering van Gallaecia (tot 585 in handen van de Sueben, het jaar waarin Leovigildo het veroverde).

In 507 werd Alarico II in slag om Vouillé verslagen door de Franken van Clovis I en verloor al zijn bezittingen ten noorden van de Pyreneeën, behalve Septimania of Gallia Narbonensis (van de Gallo-Romeinse bevolking). Deze provincie, in die tijd van vitaal belang voor de handel, bleef tot het einde toe in de macht van het Visigotisch Koninkrijk Hispania. De steden Narbonne en Toledo (de hoofdstad van Hispania) vormden de belangrijkste centra van de Visigotische politiek.

Het Visigotisch Koninkrijk van Toledo

Het Visigotische koninkrijk veroverde het Iberisch schiereiland in 415 tijdens de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen.

Wamba die afstand doet van de kroon.

Zij kwamen in 427 onder leiding van Teodorico I het schiereiland binnen met de taak om andere Germaanse volkeren te onderwerpen in ruil voor land. De Sueben werden in Galleacia in het nauw gedreven, de Alanen werden uitgeroeid en de Vandalen werden gedwongen naar Afrika te verhuizen.

Na een periode van Ostrogotische overheersing, herstelde Amalrico de onafhankelijkheid van het koninkrijk en vestigde de hoofdstad in Narbonne, totdat de Franken Narbonne binnenvielen en hij naar Barcelona vluchtten. Later werd Toledo de nieuwe Visigotische hoofdstad van Hispania.

Onder het bewind van Atanagildo vestigden de Byzantijnen zich in de Levante, en werden pas verdreven na het bewind van Suintila in 625. Tijdens het bewind van Leovigildo wordt de Visigotische staat geconsolideerd waarin het Suebenrijk is opgenomen. Zijn opvolger Recaredo bekeerde zich tot het katholicisme en onder zijn bewind vond de Derde Concilie van Toledo plaats.

Votiefkroon van Koning Recesvinto. Een votiefkroon is een offer in de vorm van een kroon , normaal gesproken uitgevoerd in edele metalen en vaak versierd met juwelen. We zien ze vooral in de vroege middeleeuwen, ze hebben een speciale vorm, ontworpen om aan kettingen te worden opgehangen boven een altaar.

Koning Recesvinto legde (rond 654) de Visigotische wet op, die zowel de Goten als de Romeinen gemeen hebben, en die tot dan toe onder verschillende wetboeken geleefd hadden (zie Germaanse wetten). De concilies van Toledo werden de belangrijkste kracht van de Visigotische staat als gevolg van de verzwakking van de monarchie.

Met Leovigildo vond de territoriale eenwording van het Iberisch schiereiland plaats, waardoor huwelijken met Hispano-Romanen mogelijk werden. De religieuze eenwording, zoals eerder vermeld, vond plaats onder Recaredo. Het Arianisme werd verlaten en het koninkrijk werd officieel bekeerd tot het katholicisme, waarbij de vervreemding tot de kerk van Rome (gunstig voor Byzantium, als erfgenaam van het Romeinse Rijk) begon. Vanaf dat moment werden de etnologische verschillen tussen de Goten en de Spaans-Romeinen opgelost en werden verschillende gotische gebruiken losgelaten. Met Recesvinto vond de wetgevende eenheid plaats onder één wetboek, het Liber Iudiciorum.

Het einde van het Visigotisch koninkrijk
Plaat en riemgesp. Brons en gietijzer met versiering in glaspasta volgens de cloisonné- of celmozaïektechniek. Uit de Visigotische necropolis van Castiltierra, Segovia. Museum van Málaga.

Aan het einde van de 7e-eeuw is er een voortdurende interne strijd om de macht tussen twee grote takken van de adel en de geestelijkheid. Bovendien bracht de sociale en economische crisis het Visigotische koninkrijk in een grensverleggende situatie van controle. Koning Wamba, de opvolger van Recesvinto, vocht tegen de Basken in het noorden van het schiereiland toen er een nieuwe opstand ontstond in de Septimania en hoewel hij erin slaagde deze te sussen, werd hij onder vreemde omstandigheden afgezet. Tijdens de regeerperiodes van Egica en Witiza werd de strijd steeds algemener. Toen de laatste koning, Rodrigo, de troon bereikte, deden zijn rivalen een beroep op de Noord-Afrikaanse moslimleider Táriq Ibn Ziyad, die met zijn overwinning (711) in de slag om Guadalete, vlakbij Medina Sidonia, de verovering van het koninkrijk begon. De nog overgebleven Visigotische edelen trokken zich terug, eerst tot in Cataluña maar onder aanhoudende druk van de Moren uiteindelijk tot in Septimania. Maar ook daar kregen ze geen rust. In 762 werd ook Septimania door de Moren bezet; deze bezetting zou echter van korte duur blijken, want in 768 werden de Moren door een Frankisch leger onder Pepijn de Korte verjaagd. Met de heerschappij van de Visigoten was het niettemin gedaan.

Het begin van de Reconquista

De Visigotische edelman Don Pelayo wordt genoemd als aanstichter van de christelijke herovering van Hispania in 718: hij versloeg toen de Omajjadische legers in een veldslag en stichtte het koninkrijk Asturias in het noorden van het schiereiland. In het overige deel van Hispañia, al Ándalus, was van de voormalige aanwezigheid van de Visigoten ondanks hun eeuwenlange heerschappij al spoedig geen spoor meer te bekennen. Ze waren altijd gering in aantal geweest in verhouding met de oorspronkelijke bevolking en hadden voornamelijk de maatschappelijke bovenlaag gevormd. Degenen die achterbleven, zouden binnen enkele generaties opgaan in de Iberisch-Romeinse bevolking.

Cultuur


Visigotisch recht

De Visigotische Rechtscode (Latijn: Forum Iudicum), ook wel Liber Iudiciorum (Ned: Boek van de Rechters) en Lex Visigothorum (Ned: Wet van de Visigoten) genoemd, is een reeks wetten die voor het eerst werd uitgevaardigd door koning Chindavinto (642-653 n.C.), die deel had uitgemaakt van de mondelinge aristocratische traditie, op schrift werd gesteld in het jaar 654 en in twee afzonderlijke codices bewaard zijn gebleven in el Escorial, een koninklijk klooster in de provincie Madrid. De code is gedetailleerder dan een moderne grondwet gewoonlijk is en onthult veel over de Visigotische sociale structuur. De code schafte de oude traditie van verschillende wetten voor Romeinen (leges romanae) en Visigoten (leges barbarorum) af, waardoor alle onderdanen van het Visigotische koninkrijk niet langer Romani en Gothi waren, maar Hispani. Alle onderdanen van het koninkrijk vielen onder dezelfde jurisdictie, waardoor sociale en juridische verschillen werden opgeheven en een grotere assimilatie van de verschillende bevolkingsgroepen mogelijk werd. De Visigotische Code markeert de overgang van Romeins recht naar Germaans recht.

Een van de grootste bijdragen van de Visigoten aan het familierecht was hun bescherming van de eigendomsrechten van gehuwde vrouwen, die door de Spaanse wet werd voortgezet en uiteindelijk uitgroeide tot het stelsel van gemeenschapseigendom dat nu in het grootste deel van West-Europa van kracht is.

Geloof

Vóór de Middeleeuwen volgden de Visigoten, evenals andere Germaanse volkeren, wat nu wordt aangeduid als Germaans heidendom. Hoewel de Germaanse volkeren langzaam en met verschillende middelen tot het christendom werden bekeerd, bleven veel elementen van de voorchristelijke cultuur en het inheemse geloof na het bekeringsproces stevig overeind, vooral in de meer landelijke en afgelegen gebieden.

De Visigoten, Ostrogoten en Vandalen werden gekerstend toen zij zich nog buiten de grenzen van het Romeinse Rijk bevonden; zij bekeerden zich echter eerder tot het arianisme dan tot de versie van Nicea (trinitarisme) dat door de meeste Romeinen werd gevolgd, die hen als ketters beschouwden. Er bestond een religieuze kloof tussen de Visigoten, die lange tijd het arianisme aanhingen, en hun katholieke onderdanen in Hispania. Ook onder de katholieke bevolking van het schiereiland bestond een diepe sektarische verdeeldheid, die bijdroeg tot de tolerantie van de ariaanse Visigoten op het schiereiland. De Visigoten vermeden inmenging onder de katholieken, maar waren geïnteresseerd in decorum en openbare orde. Koning Leovigildo (568-586), probeerde de politieke eenheid tussen de Visigotische-Arische elite en de Hispano-Romeinse Nicene katholieke bevolking te herstellen door een dogmatisch compromis over geloofszaken, maar dit mislukte. Bronnen geven aan dat de Iberische Visigoten hun christelijk arianisme behielden, vooral de Visigotische elite, tot het einde van de regering van Leovigildo. Toen Recaredo I zich tot het katholicisme bekeerde, probeerde hij het koninkrijk te verenigen onder één enkel geloof.

Kapiteel van de Visigotische kerk van San Pedro de la Nave, provincie Zamora.

Terwijl de Visigoten hun Arische geloof behielden, werden de Joden goed getolereerd. De vroegere Romeinse en Byzantijnse wetgeving bepaalde hun status, en die discrimineerde hen al sterk, maar de koninklijke jurisdictie was in elk geval vrij beperkt: lokale heren en bevolkingsgroepen gingen naar eigen goeddunken om met de Joden. We lezen bijvoorbeeld over rabbijnen die door niet-joden werden gevraagd hun akkers te zegenen. De historica Jane Gerber vertelt dat sommige Joden “hoge posten bekleedden in de regering of het leger; anderen werden gerekruteerd en georganiseerd voor garnizoensdienst; weer anderen bleven een senatoriale rang bekleden”. In het algemeen werden zij dus goed gerespecteerd en behandeld door de Visigotische koningen, dat wil zeggen, tot hun overgang van het arianisme naar het katholicisme. De bekering tot het katholicisme in de gehele Visigotische samenleving verminderde veel van de wrijving tussen de Visigoten en de Spaans-Romeinse bevolking. De Visigotische bekering had echter negatieve gevolgen voor de Joden, die onder toezicht kwamen te staan vanwege hun religieuze praktijken.

Koning Recaredo riep het Derde Concilie van Toledo bijeen om godsdiensttwisten in verband met de religieuze bekering van het arianisme tot het katholicisme te beslechten. De discriminerende wetten die op dit concilie werden aangenomen, schijnen echter niet universeel te zijn toegepast, zoals blijkt uit verschillende andere concilies van Toledo die deze wetten herhaalden en strenger maakten. Gedurende de hele 7e eeuw werden de Joden om religieuze redenen vervolgd, werden hun bezittingen in beslag genomen, onderworpen aan zware belastingen, verboden handel te drijven en soms naar de doopvont gesleept. Velen werden verplicht het christendom te aanvaarden, maar bleven privé de joodse godsdienst en gebruiken naleven. Het decreet van 613 luidde een eeuw van moeilijkheden in voor het Spaanse jodendom, die pas door de verovering door de moslims werd beëindigd.

San Pedro de la Nave, een Visigotische kerk in Zamora.

De politieke aspecten van het opleggen van de kerkelijke macht kunnen in deze zaken niet worden genegeerd. Met de bekering van de Visigotische koningen tot het Chalcedonische christendom vergrootten de bisschoppen hun macht, totdat zij op het Vierde Concilie van Toledo in 633 een koning kozen uit de koninklijke familie, een praktijk die voorheen was voorbehouden aan edelen. Dit was dezelfde synode die zich uitsprak tegen degenen die gedoopt waren, maar waren teruggevallen in het Jodendom. Voor de Visigoten was de tijd van religieus pluralisme “voorbij”. Tegen het einde van de 7e eeuw maakte de katholieke bekering de Visigoten minder onderscheidbaar van de inheemse Romeinse burgers van het Iberische schiereiland; toen de laatste Visigotische bolwerken in handen vielen van de moslimlegers, die Spanje vanaf het begin van de 8e eeuw door invasies transformeerden, vervaagde hun Gothische identiteit.

Goudsmederij
De schat genaamd “Gallina con pollitos de oro” (Kip met gouden kuikens), ontdekt in Pietroasele, Roemenië, toegekend aan de Visigoten.

In Spanje is in Guadamur, in de provincie Toledo, een belangrijke collectie Visigotisch metaalwerk gevonden, bekend als de Schat van Guarrazar. Deze archeologische vondst bestaat uit zesentwintig votiefkronen en gouden kruizen uit de koninklijke werkplaats in Toledo, met tekenen van Byzantijnse invloed. Volgens Spaanse archeologen vertegenwoordigt deze schat het hoogtepunt van de Visigotische edelsmeedkunst. De twee belangrijkste votiefkronen zijn die van Recesvinto en van Suintila, tentoongesteld in het Nationaal Archeologisch Museum van Madrid; beide zijn van goud, ingelegd met saffieren, parels en andere edelstenen. De ontdekker van het tweede deel van de schat gaf de Spaanse koningin Elizabeth II enkele van de stukken die hij nog in zijn bezit had, waaronder de kroon van Suintila; deze kroon werd in 1921 gestolen en nooit teruggevonden. Er bevonden zich nog verschillende andere kleine kronen en vele votiefkruisen in deze schat.

Deze vondsten, samen met andere van enkele naburige sites en met de archeologische opgraving van het Spaanse Ministerie van Openbare Werken en de Koninklijke Spaanse Academie voor Geschiedenis (april 1859), vormden een groep bestaande uit:

        • Nationaal Archeologisch Museum van Spanje: zes kronen, vijf kruizen, een hanger en resten van goudfolie en enkele losse elementen (bijna allemaal van goud).
        • Koninklijk Paleis van Madrid: een kroon en een gouden kruis en een steen gegraveerd met de Annunciatie. Een kroon en andere fragmenten van een helmstok met een kristallen bol werden in 1921 uit het Koninklijk Paleis van Madrid gestolen en de verblijfplaats ervan is nog steeds onbekend.
        • Nationaal Museum van de Middeleeuwen, Parijs: drie kronen, twee kruisen, schakels en gouden hangers.
Een paar prachtige arendvormige fibula gevonden in Tierra de Barros (Badajoz, zuidwest Spanje), gemaakt van bladgoud over brons ingelegd met granaten, amythysten en gekleurd glas. Aan de lussen aan de onderkant hingen ooit hangers. De adelaar, een populair symbool tijdens de Migratieperiode, overgenomen van Romeinse keizerlijke insignes, was favoriet bij de Goten.

De aquiliforme (adelaarsvormige) fibulae (broches) die zijn ontdekt in necropolen als Duratón, Madrona of Castiltierra (steden van Segovia), zijn een onmiskenbaar voorbeeld van de Visigotische aanwezigheid in Spanje. Deze fibulae werden afzonderlijk of in paren gebruikt, als sluitingen of spelden in goud, brons en glas om kleding te verbinden, en tonen het werk van de goudsmeden van Visigotisch Hispania.

Visigotische riemgesp. Koperlegering met granaten, glas en toevoeging van lapis lazuli. Het Metropolitan Museum of Art (New York)
De Visigotische riemgespen, een symbool van rang en status dat kenmerkend is voor de Visigotische vrouwenkleding, zijn ook opmerkelijk als werken van goudsmeden. Sommige stukken bevatten uitzonderlijke lapis lazuli inlegwerk in Byzantijnse stijl en zijn over het algemeen rechthoekig van vorm, met koperlegering, granaten en glas.


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annountations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2023-02-18

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

        • Spanish Wikipedia|titel=Pueblo visigodo|pagecode=118162862| date=20190826
        • Dutch Wikipedia|titel=Visigoten|pagecode=63815992| date=20230217
        • English Wikipedia|titel=Visigoths|pagecode=1138079197| date=20230217

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS