Algemeen woordenboek. (I – P)

Ichtyologie

Wetenschap van vissen.

Iconoclasme

De  leer, praktijk of houding van iemand die godsdienstige beelden vernietigd of zich verzet tegen iemands eerbied daarvoor. Ook te gebruiken voor de specifieke periode uit de Byzantijnse geschiedenis. Gebruik ‘aniconisme’ voor het verzet tegen het gebruik van afgoden.

Iconografie

De iconografie gaat in op de diepere en voor leken verborgen betekenis van het onderwerp en de details van een kunstwerk. Dit kan gaan om duidelijk aanwezige voorstellingen zoals: die man aan het kruis is Christus, maar ook om kleinere verwijzingen die expliciet door de kunstenaar zijn aangebracht. Een bekend voorbeeld hiervan is het afbeelden van een hond (zoals in het Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw), waarbij de hond symbool staat voor trouw tussen de echtelieden. Volgens sommigen is dit een iconografische interpretatie.

Ideeëngeschiedenis

Ideeëngeschiedenis is een onderzoeksgebied binnen de geschiedenis, dat zich bezighoudt met de uitdrukking, bewaring en verandering van menselijke ideeën in de loop der tijden. Ideeëngeschiedenis is verwant met of een stroming binnen de intellectuele geschiedenis.

Ideologie

Het woord werd gelanceerd door Destutt de Tracy. Hij omschreef in zijn boek ‘Les élements de l’ideologie’ de ideologie als wetenschap van de ideeën. Op het politieke vlak pretendeert de ideologie alle essentiële vragen van mens en samenleving te beantwoorden. Toen Napoleon onaangenaam getroffen werd door de weerspannigheid van Destutt en de zijnen tegenover zijn staatkundige plannen, gaf hij het woord zijn negatieve betekenis van doctrinaire bevangenheid. De drie grote ideologieën van de 20e eeuw zijn het communisme, het nationaalsocialisme en in mindere mate het fascisme. Ook buiten het marxistische kamp worden bepaalde religies wel als ideologie voorgesteld, bijvoorbeeld het shintoïsme en de keizerverering in het Japan van voor 1945. De democratie is geen ideologie, zij is in gerealiseerde vorm een rechtsstaat waarbinnen verschillende stromingen (eventueel ideologieën) tot hun recht kunnen komen.

Imāla

In de taalkunde is imela of imala (van Arabisch imāla = verbuiging) de naam die gegeven wordt aan het fonetische fenomeen dat voorkomt in bepaalde oude en moderne Arabische dialecten, waarbij het geluid [a] wanneer lang – [a:] of [ā] – wordt uitgesproken in bepaalde omstandigheden als ē of ī. De imela kwam veelvuldig voor in Al-Andalus, met name in het Arabische dialect dat in het gebied van het Koninkrijk Granada wordt gesproken, en er zijn veel voorbeelden daarvan in de Arabismen die in de Spaanse taal en in de toponymie zijn opgenomen.

Immanentie

Tegenover ‘Transcendente’ staat het begrip ‘Immanentie’, waarmee bedoeld wordt dat het goddelijke in onze werkelijkheid aanwezig is, in onze wereld woont.
Immanentie (letterlijk: er in blijvend) is de filosofische aanduiding voor dat wat tot de structuur van iets behoort en deze niet overschrijdt. In de kennistheorie is immanent bijvoorbeeld dat wat het bewustzijn niet te boven gaat maar binnen de ervaring of het bewustzijn blijft.

Imperialisme

Het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen.

Incorporatie

1) Inlijving 2) Opneming 3) Vermenging

(taalkundig) Incorporatie is in de taalkunde het verschijnsel dat een bepaalde vorm van het werkwoord meerdere betekenissen tegelijk uitdrukt, doordat een of meerdere argumenten – vooral zelfstandige naamwoorden – in het werkwoord zelf worden opgenomen. Het werkwoord of de werkwoordsvorm verandert hierdoor in een soort samenstelling.

Voor meer, zie: Wikipedia

Incrementeel

Die of dat groeit in aantal of omvang.

Incunabelen

Eerste of vroegste drukken na de uitvinding der boekdrukkunst.

Een incunabel of wiegendruk is een boek of geschrift dat gezet is met losse letters en gedrukt vóór 1 januari 1501 in Europa. Het woord ‘incunabel’ is rond 1640 bedacht door de Westfaalse geleerde Bernhard von Mallinckrodt en stamt van het Latijnse ‘incunabula’ dat windsels (om een baby mee in te bakeren) of luier betekent. Wiegendruk is de letterlijke vertaling daarvan: uit de babytijd van de boekdrukkunst.

Indicatief

Aanduidend; Aantonend; Aantonende wijs; Taalkundige term; Vorm van een werkwoord; Werkelijkheidswijs.

Inert

De eigenschap van lichamen om te volharden in de toestand van rust of beweging waarin zij zich bevinden.
Traag, inactief, nier reagerend, niet werkzaam.

Infante

1) Kinderlijke 2) Koninklijke prinses in spanje en portugal 3) Kroonprins 4) Kroonprinses 5) Pretendent 6) Pretendente 7) Prins 8) Prinses in spanje of portugal 9) Prinses van den bloede 10) Spaanse prinses 11) Succeseur 12) Troonopvolger 13) Troonpretendent.

Infant (vrouwelijk: infante) is een dynastieke titel die sinds de 13e eeuw wordt gedragen door de jongere kinderen van de Spaanse monarchen. Ook de kinderen van het hoofd van de voormalige Portugese koninklijke familie dragen deze titel.

Infant komt van het Latijnse infans en betekent kind (van fari, spreken, dus letterlijk: die nog niet kan spreken). Oorspronkelijk was het in het Spaans de term die voor een kind onder de 7 jaar werd gebruikt.

Voor meer, zie: Wikipedia

 
Infantado de San Pelayo

In de stad León werd de gemeenschap van Dominas del Infantado opgericht in het klooster van Palat del Rey , gebouwd in de 10e eeuw door koning Ramiro II, speciaal voor zijn dochter Elvira .

In 966 van de koning Sancho I stichtte het klooster van San Pelayo in de stad Leon , ingewijd ter ere van de Cordoba martelaar San Pelayo , waarvan de resten werden door de koning gebracht naar de hoofdstad van het koninkrijk , maar later werden naar Oviedo . Gelegen naast aan het Pantheon der Koningen van San Isidoro de Leon , dit klooster verving het klooster Palat del Rey als een hoveling klooster en werd de “hoofd van infantazgo ‘, waar infantas nemen van de gewoonte en weduwen koninginnen worden gerekruteerd. Jaren later, in 1148, het klooster verplaatst naar Carbajal de la Legua , bij besluit van de Infanta Sancha , zus van koning Alfonso VII en sindsdien stond bekend als het klooster van Santa María de Carbajal en de benedictijnse nonnen die daar woonden, de “Carbajalas”.

Infiltratie

1) Binnendringen 2) Doorsijpeling 3) Geheim binnendringen van vijanden 4) Indringen 5) Indringing 6) Indruppeling 7) Insluiping 8) Intrekking 9) Inzuigen 10) Inzuiging 11) Langzame indringing 12) Tersluiks binnendringing 13) Vochtafzetting 14) Waterwintechniek
Het proces waarbij regenwater, of water van een beek of rivier, wegzakt in de bodem. Aanvulling van het grondwater door aangevoerd rivierwater in de grond te laten zijgen.

Institutioneel

Als iets te maken heeft meet een of meerdere organisaties.

Insulair

De eilanden betreffende, eilanden betreffend, van de aard van een eiland.

Integraal

Als iets alles omvat. Volledig, in zijn geheel.

Integratie

Opname in een geheel, met name van bepaalde personen of bevolkingsgroepen in de maatschappij.

1) Aanpassingsproces 2) Eenmaking 3) Eenwording 4) Harmonisatie 5) Het opnemen in een geheel 6) Inburgering 7) Opname in een geheel 8) Opname in het geheel 9) Opneming in een groter geheel 10) Samensmelting 11) Wiskundeterm 12) Wiskundige term.

Een belangrijk kenmerk van integratie is dat de opname van personen of bevolkingsgroepen van beide kanten komt. Zowel de binnenkomende partij als de ontvangende partij passen zich aan de ander aan en daarmee ontstaat samensmelting tussen die twee personen of bevolkingsgroepen. Daarmee onderscheidt integratie zich nadrukkelijk van assimilatie waarbij aanpassing slechts van één kant komt. Niet alleen personen of bevolkingsgroepen kunnen zich integreren ook landen, bedrijven of systemen kunnen een proces van integratie ondergaan zoals in: “de integratie van de Europese landen tot de Europese Unie” of “de integratie van de bedrijfsonderdelen ICT en Communicatie.” De meest gebruikte synoniemen voor integratie zijn eenwording en harmonisatie.

Integrator
      • Orgaan dat de verschillende componenten van iets coördineert en op elkaar afstemt; coördinerend orgaan.
      • Iets wat integratie van allochtonen in een gemeenschap teweegbrengt of bevordert.
      • Onderdeel van een geluidsversterker dat fungeert als filter voor de hoge frequenties
Integreren

rechtswetenschap: in een eenheid, bijv. samenleving, opgaan. ….

1) Een worden 2) Eenworden 3) Gebruiken onder de knie krijgen 4) Heeft geïntegreerd 5) In een eenheid opgaan 6) In het geheel doen opgaan 7) Samengaan 8) Samenvloeien 9) Samenvoegen 10) Volledig maken 11) Zich aanpassen

Intendant

1) Ambtenaar die verantwoordelijk is voor het beheer van de huishouding ambacht 2) Officier der intendance (hoofd van een quarantaineplaats)

Intermitterend

Als iets met onderbrekingen gebeurt.
Iets dat met tussenpozen verschijnt of optreedt.

Interpoleren

1) Inlassen 2) Inschuiven 3) Tussenvoegen

Interveniëren

Actief handelen om een probleem, vooral tussen partijen, op te lossen.
1) Als bemiddelaar optreden 2) Bemiddelen 3) Ingrijpen 4) Interfereren 5) Interrumperen 6) Tussenkomen.

Interventie

Een interventie is een doelbewuste ingreep om een bepaalde zaak te verbeteren. Het is op meerdere gebieden van toepassing en het hangt dan ook sterk af van de context waarin het wordt geplaatst.

Bij een economische interventie stelt de overheid bijvoorbeeld een minimum- of maximumprijs vast om zodoende in te grijpen in het systeem van vraag en aanbod. Consumenten zijn er bij een maximumprijs van verzekerd dat zij niet teveel voor een bepaald goed betalen; anderzijds wordt bij een minimumprijs voorkomen dat producten onrendabel worden verkocht. Maar ook centrale banken interveniëren in een poging om een bepaalde valuta op de juiste koers te houden. Dit doen zij door de nationale valuta te verkopen (wisselkoers omlaag) of te kopen (wisselkoers omhoog). Verder wordt met een interventie ook een medische ingreep bedoeld. Een dieetinterventie is daar een voorbeeld van, waarbij middels een aanpassing van het voedingspatroon wordt getracht om de patiënt op het juiste gewicht te krijgen.

Interventie is ook de tussenkomst van een staat of land in de aangelegenheden op binnenlands vlak van een andere staat of land. Een interventie kan zowel gebeuren door politieke, economische of militaire motieven. Meestal zal de huidige regering van het te interveniëren land hiertoe vragende partij zijn.

Bemiddeling. Bemoeienis. Ingreep. Ingrijpen. Inmenging. Mediatie. Tussenkomst.

Intonatie

1) Verloop van de toonhoogte van een zin als je praat. 2) Het juist spelen van een toon wat betreft toonhoogte.

Intrinsiek

Als iets uit jezelf komt.  [medisch] wezenlijk, innerlijk.

Introspectie

Het nadenken over je eigen gevoelens en gedrag.

1) Innerlijke zelfwaarneming 2) Inwendig onderzoek 3) Term uit de psychologie 4) Waarneming van eigen innerlijk 5) Zelfbeschouwing 6) Zelfwaarneming

Innerlijke zelfbeschouwing: aandacht gericht óp en onderzoek ván de eigen tegenwoordige ideeën, gedachten en gevoelens. Wie dit doet ten opzichte van gedachten en gevoelens uit het verleden bedrijft retrospectie en geen introspectie.

Isotherm

Een isotherm is een isolijn van constante temperatuur op een kaart.

Isothermen worden veel gebruikt op weerkaarten om grootschalige temperatuurverdelingen aan te duiden. Ook in de thermodynamica, met name in fasediagrammen worden isothermen gebruikt.

Inversie

1) Meetkundige term 2) Omkering 3) Omkering van de gewone orde 4) Omstulping 5) Omzetting 6) Stijlfiguur 7) Woordverplaatsing 8) Woordvolgorde 9) Zinsomzetting 10) Zinswoordenomzetting

Investituur

Investituur komt van het Latijnse woord vestitura, dat ‘aankleden’ of ‘bekleden’ betekent.

Bij de ambtsaanvaarding ontving een bisschop in de middeleeuwen van de keizer de ‘investituur’ (bekleding), die bestond uit een ring voor zijn geestelijk werk en een staf voor zijn wereldlijke arbeid. Na het Concordaat van Worms (1122) mocht de keizer nog slechts de tekenen van de wereldlijke arbeid aan de bisschop overhandigen, waarmee een lange machtsstrijd tussen de Rooms-Duitse keizer en de paus van Rome grotendeels ten einde kwam. Deze staat bekend als de Investituurstrijd.

Ook: Tekst uit 1864;  plechtige huldiging bij de aanvaarding eener nieuwe waardigheid; plechtige aanbieding of omhanging van de onderscheidingsteeken eener waardigheid, de nieuwe ridders der Kousenbandorde zullen morgen de – ontvangen.

Kanton

Onderverdeling van het grondgebied van de staat, kleiner dan een arrondissement.

Karst

Kalksteenerosievorm, karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door de chemische verwering door de zure eigenschappen van regenwater, maar ook de oplosbaarheid van kalksteen onder invloed van koolzuur in de atmosfeer. Karstgebied wordt vaak gekarakteriseerd door grotten, zinkputten en ondergrondse afvoer. Een gebied met karst trekt vaak veel toeristen.

Klerikaal

1) Behorende tot de geestelijkheid 2) Geestelijk 3) Japneus 4) Kerkelijk 5) Kerkelijk gezind.

Klerikalisme

Onder klerikalisme wordt gewoonlijk verstaan de bemoeienis van de (rooms-katholieke) kerkelijke autoriteiten met zaken die het wereldse gezag aangaan.

Kloostergang

Een kloostergang, kruisgang, pandgang, claustrum of ambulatorium is een arcade (gaanderij) rond de binnenplaats van een klooster of van een kerk waar kanunniken huizen. Het is meestal een vierkant van overdekte gangen met arcades rondom een open binnenplaats, de klooster- of pandhof.

Zie verder wikipedia: Kloostergang

Klopsteen

Een klopsteen, hamersteenklopper of percuteur is een stuk handgereedschap uit het stenen tijdperk.

Het betreft een rondachtige steen die van uiteenlopende materalen gemaakt kan zijn, en die door de vuursteenbewerker werd gebruikt om stenen werktuigen te vervaardigen. Ook andere voorwerpen van hout, steen of been konden hiermee worden bewerkt. Ook konden hiermee harde stoffen worden vermalen.

Koorheer (Kanunnik, domheer)

Priesterlid van kathedraal kapittel met soms bepaalde voorrechten, zoals vaste plaats in de kanunnikenbanken, het dragen van paars, enz.

Kosmopolitisch

Op de wereld gericht. Wereldburgerlijk. Verspeid over (bijna) alle delen van de wereld.

Krengen

Een droogvallend schip op de kiel scheef laten vallen, of een drijvend schip via een lijn aan de mast scheeftrekken, om onderhoud of reparatie aan het onderwaterschip te plegen. Ook bekend als kielen, kenteren, kielhalen, overwerpen of opzij halen.

Kwartair

De jongste geologische periode die 2.500.000 jaar geleden is begonnen en die tot op heden doorloopt. Onderverdeeld in de tijdvakken pleistoceen en holoceen.Legati iuridici

De Legatus Iuridicus was een ambt van het provinciaal bestuur van het Romeinse Rijk, opgericht om recht te spreken in een conventus iuridicus van de drie provincies van Romeins Hispania, Tarraconensis, Lusitania en Baetica, en in Dalmatië.

Hij werd rechtstreeks door de keizer benoemd uit de jonge senatoren en werd geplaatst onder de gouverneur van de provincie. Zij werden opgericht ergens tussen de regeerperioden van Augustus en Claudius, met als precedent het bestaan van legati als hulppersonen van de republikeinse provinciegouverneurs en ook in de senatoriale provincies van het Hoge Rijk.

Zij verdwenen aan het einde van de 3e eeuw, met de hervormingen van Diocletianus.

Lateraal

Met lateraal wordt de zijkant van iets bedoeld. Het is een term die afgeleid is van het Latijnse lateralis wat zoveel betekent als: ‘de zijkant betreffend.’ Vooral in de medische wereld en in de scheepvaart wordt het woord nog gebruikt. In de medische context is lateraal vaak een aanduiding binnen de anatomie.

Legaat

Bezit van een overledene dat volgens zijn of haar testament wordt verdeeld.

1) Afgevaardigde 2) Afgezant 3) Afgezant van de paus 4) Boedel 5) Deel van een erfenis 6) Dotatie 7) Erfboedel 8) Erfdeel 9) Erfenis 10) Erfgift 11) Erfgoed 12) Erfmaking 13) Erfstelling 14) Gevolmachtigde 15) Gezant 16) Gift 17) Nalatenschap 18) Onderbevelhebber 19) Pauselijk gezant 20) Pauselijke gevolmachtigde.

Een goed of een bepaald geldbedrag dat je aan iemand nalaat.

De legaten werden ten getale van 3 tot 10 aan de Romeinsche veldheeren toegevoegd, om hen in alles wat betrekking had op den oorlog of op het legerbestuur behulpzaam te zijn. Onder de verantwoordelijkheid van den veldheer voerden zij zijne bevelen uit.

Legatus luridicus

De Legatus Iuridicus was een ambt van het provinciaal bestuur van het Romeinse Rijk, opgericht om recht te spreken in een conventus iuridicus van de drie provincies van Romeins Hispania, Tarraconensis, Lusitania en Baetica, en in Dalmatië.

Hij werd rechtstreeks door de keizer benoemd uit de jonge senatoren en werd geplaatst onder de gouverneur van de provincie. Zij werden opgericht ergens tussen de regeerperioden van Augustus en Claudius, met als precedent het bestaan van legati als hulppersonen van de republikeinse provinciegouverneurs en ook in de senatoriale provincies van het Hoge Rijk.

Zij verdwenen aan het einde van de 3e eeuw, met de hervormingen van Diocletianus.

Legislatuur

Een legislatuur (van het Latijn: lex, legis: wet) is het wetgevend lichaam of de wetgevende macht van een bepaald land.

In België, maar ook in Spanje, wordt de term legislatuur ook gebruikt als verkorte vorm van legislatuurperiode. Het is dan een synoniem voor zittingsperiode of regeerperiode, de periode waarin een parlement of een andere regelgevende vergadering (provincieraad, gemeenteraad enz.) geïnstalleerd is. De legislatuurperiode start bij de installatie van de vergadering na de verkiezing, en eindigt bij de ontbinding van de raad of het parlement.

De maximale duur van een legislatuurperiode is meestal grondwettelijk vastgelegd. Vaak bestaat de mogelijkheid om een legislatuur voortijdig te beëindigen (ontbinding van het parlement).

In de meeste landen is de lengte van de legislatuur van een parlement vier of vijf jaar. Soms is ze beduidend korter, zoals bij het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, dat elke twee jaar wordt vernieuwd.

Lex

Is een begrip uit het Romeinse Rijk, dat in brede zin elk rechtsvoorschrift betekent, in enge zin echter slechts die rechtsvoorschriften, die bepaalde procedures hebben doorlopen. De herkomst van het woord moet worden teruggevoerd op de werkwoorden legere (lezen, ihb. (uit)kiezen) of ligare (binden).

Liga

Organisatie opgericht om samenwerking van gelijkgestemden te bevorderen en gemeenschappelijke belangen te behartigen.

Linguïst

Gramaticus, beoefenaar van de taalwetenschap, kenner van de taal, kenner van taalkunde, taalgeleerde, taalkenner, taalkundige, taalvorser, wetenschappelijke beoefenaar van de taal, woordvorser.

Linguïstiek

1) Kennis van talen 2) Studie van de taal 3) Taalgeleerdheid 4) Taalkunde 5) Taalwetenschap 6) Tak van wetenschap.

Lithische periode

grofweg het stenen tijdperk

Lithologie

Lithologie betekent letterlijk “gesteente” of “gesteentekunde”. In de geologie wordt de term gebruikt om aan te geven met wat voor soort steen men te maken heeft.

Voorbeelden:

De lithologie van een zandsteen is (vanzelfsprekend) zandsteen. De lithologie van een bekken of een tektonische eenheid kan een aantal verschillende soorten steen bevatten, dus de lithologie wordt dan een langere beschrijving. De lithologie van een xenoliet kan worden beschreven om het verschil met het omringende gesteente (dat een andere lithologie kan hebben) aan te geven.

Liturgisch

1) Naar kerkgebruik 2) te maken hebbend met het (vaste) verloop van een kerkdienst.

Loefgierig

Een zeilschip is loefgierig wanneer het, tijdens het zeilen, de neiging heeft, de kop naar loef, dus tegen de wind in, te draaien.

Navigatie : neiging van het schip om in de windrichting te draaien.

Het tegenovergestelde heet lijgierig.

Loefzijde

Zijde ‘boven’ de wind (‘in’ de wind), windzijde.
De naar de windrichting toegekeerde zijde, zijde waar de wind op staat.

Logograaf

Een logograaf was in de Klassieke oudheid een soort advocaat die tegen betaling redevoeringen en pleidooien schreef voor andere mensen, bijvoorbeeld beklaagden bij de rechtbank. Tegenwoordig zou men een logograaf een ghostwriter noemen.

De logografen waren ook de oudste geschiedschrijvers. Ze maakten Logoi (verhalen in proza). Een bekende logograaf was Hecataeus van Milete. Deze schrijver was een belangrijke bron voor Herodotus.

Andere logografen waren:

    • Helanicus
    • Isaeus, was actief in de 1ste helft van de 4de eeuw v.C. Hij schijnt vrijwel alleen redevoeringen voor processen over erfeniskwesties te hebben geschreven. Van hem zijn 12 logoi volledig bewaard.
    • Isocrates (436-338 v.C.). Hij was naast logograaf ook pedagoog en redenaar en werkte in Athene en op Chios. Er zijn van hem 21 redevoeringen integraal bewaard.
    • Lysias, die had voorgesteld een gratis rede te schrijven ten behoeve van Socrates.
Lijgierig

Een zeilend schip is lijgierig, wanneer het de neiging heeft om tijdens het zeilen de kop van de wind af te draaien. Vroeger sprak men ook wel van afvallig. Het tegenovergestelde is loefgierig.
Toelichting: Om haar op koers te houden moet de helmstok dan naar lij worden gehouden.

Lijzijde

Zijde ‘onder’ de wind (‘uit’ de wind), luwtezijde.
[scheepvaart] de kant van het schip die uit de wind ligt.

Macedonisch Falanx

Macedonische Falanx was een infanterieformatie die door Filipo II ontwikkeld en gebruikt werd, en later door zijn zoon Alexander de Grote tot het toppunt van zijn doeltreffendheid gebracht en werd in de Griekse wereld beschouwd als een onoverwinnelijk vechtsysteem, tot de nederlagen van Cinoscephalas (197 v. Chr.) en vooral Pidna (168 v. Chr.). Deze formatie overheerste in de strijd gedurende de Hellenistische periode totdat zij werd verdrongen door de Romeinse legioenen.

Magistraat

Lid van de rechterlijke macht. Bijv. de strafrechter en officier van justitie zijn magistraten, de raadsman niet.
1) Ambtenaar 2) Bewindsman 3) De overheid 4) Gerechtelijk ambtenaar 5) Hoogwaardigheidsbekleder 6) Juridisch ambtenaar 7) Overheid 8) Overheidspersoon 9) Rechter 10) Rechterlijk ambtenaar 11) Rechterlijke ambtenaar 12) Regering 13) Stadsregering

Maillardreactie

Ook wel niet-enzymatische bruinkleuring genoemd is de verzamelnaam voor een complexe reeks chemische reacties die optreden tussen reducerende suikers en aminozuren (bijvoorbeeld in eiwitten) onder invloed van warmte.
Tijdens het bakken worden voedingsmiddelen bruin en dit bruinen wordt de maillardreactie genoemd. Het bruinen is een chemische reactie tussen reducerende suikers en aminozuren. Omdat er altijd wel eiwitten en suikers aanwezig zijn in ingrediënten, bedrijft iedere kok onwillekeurig maillard-chemie. In principe verloopt de maillardreactie op iedere temperatuur, maar hoe lager de temperatuur hoe langzamer de reactie verloopt.

Mansiones

In het Romeinse Rijk was een “herenhuis” aan een Romeinse weg een officiële stopplaats of herberg voor hoge hoogwaardigheidsbekleders of ambtenaren die door verschillende provincies reisden. Rond deze plaatsen werden de villa’s van provinciale ambtenaren gebouwd, waaruit later steden konden ontstaan.

In een stad in het oude Rome konden de patriciërshuizen zeer uitgebreid en luxueus zijn. De herenhuizen op een heuvel in Rome werden zo uitgebreid dat de term paleisachtig werd afgeleid van de naam van die heuvel, Palatijn, en de etymologische oorsprong is van “paleis”.

Maquis

Begroeiing in het Middellandse Zeegebied bestaande uit doornige struiken met harde altijd groene bladeren. Deze vegetatie is ontstaan door het kappen en afbranden van het oorspronkelijke bos en het beweiden door geiten.

Markizaat

1) Gebied van een markies 2) Het gebied van een markies 3) Mark-graafschap 4) Markgraafschap

Matrilineair

In een matrilineaire samenleving wordt je verwantschap bepaald via je moeder.

Mecenaat

De meeste middeleeuwse auteurs die werken van grote omvang schreven, werkten in opdracht van een mecenas, die een vergoeding over had voor hun werk en hun de financiële middelen verschafte om de schrijfbenodigdheden (perkament was kostbaar) te betalen.

Medievist

Kenner van de middeleeuwse geschiedenis

Medina

1) Arabisch stadscentrum 2) Arabische bedevaartplaats 3) Arabische hoofdstad 4) Arabische plaats 5) Arabische stad 6) Arabische wijk in tunis 7) Bedevaartplaats 8) Bordspel 9) Deel van een arabische stad 10) Heilige islamitische stad 11) Heilige plaats 12) Heilige stad van de mohammedanen 13) Heilige stad van de moslims.

Mercantilisme

Het mercantilisme is een economische stroming die is ontstaan in de 17e eeuw. De Mercantilisten zagen de internationale handel als de grootste bron van welvaart, waarbij rijkdom werd gemeten in hoeveelheden goud en zilver. Het streven was meer te exporteren dan te importeren met als doel de goud- en zilvervoorraden verder aan te vullen.

In deze stroming werd met inflatie niet of nauwelijks rekening gehouden.De leer van het Mercantilisme moet gezien worden in het licht van een maatschappij waarin nog sprake was van feodale hiërarchie (alleenheerschappij van de adel) en een geringe economische groei. Als reactie op deze stroming ontstond in de 18e eeuw de Fysiocraten.

Mesozoïcum

Het geologische tijdperk waarin de dinosaurussen leefden  De derde era in de geschiedenis van de Aarde, van 230 tot 65 miljoen jaar geleden. Het era dat tussen het Paleozoïcum en het Kenozoïcum ligt.

Mesofyl

Het mesofyl is het parenchymatische weefsel in een blad en bestaat aan de bovenkant uit het palissadeparenchym en aan de onderkant uit het sponsparenchym. Ook zijn er schimmels, zoals meeldauw en aardappelziekte die door de huidmondjes naar binnen dringen en tussen het mesofyl schimmeldraden maken.

Mesomediterrane

Mesomediterrane , bioklimatologische bodem die kan worden gevonden in elk gebied van het mediterrane klimaat, gelegen tussen de thermomediterrane beneden en de supramediterrane boven.

Afhankelijk van de breedtegraad en andere factoren, is de hoogte waarop het wordt gevonden variabel, hoewel het in alle gevallen een typisch mediterraan klimaat is, met vorst in de winter en hoge temperaturen in de zomer waarin waterstress optreedt . Vegetatie wordt meestal gekenmerkt door bossen van sclerofiele soorten , zoals steeneiken .

Metaforisch

1) Figuurlijk 2) In beeldspraak 3) Leenspreukig 4) Oneigenlijk 5) Overdrachtelijk 6) Verbloemd 7) Zinnebeeldig

Metamorfe gesteente

Sediment- of stollingsgesteente dat door temperatuur- en-of drukverhoging van samenstelling en structuur is veranderd.

      1. Metamorf gesteente is gesteente dat onder invloed van temperatuur, druk of hydrothermale vloeistoffen is gerekristalliseerd of gemetamorfoseerd.
Metallurgie

Is een deel van de metaalkunde, en behelst de technische praktijk en achterliggende wetenschap van het vinden/delven van ertsen en van hun bewerking tot bruikbaar metaal.
Studie van de structuur van metalen en legeringen in relatie tot eigenschappen die belangrijk zijn bij hun technologisch gebruik.

Metathese

Metathese, beter bekend als metathesis (van het Grieks meta, na en tithenai, plaatsen) is een fonologisch proces waarbij er transpositie (verwisseling van plaats) van klanken (fonemen) of syllaben (lettergrepen) in woorden plaatsvindt.

Methodologie
      • Studie van de wetenschappelijke methoden en werkwijzen, waarmee kennis wordt verworven en waarmee de wetenschap vooruit wordt geholpen.
      • Studie van methodes en principes volgens welke de vraag naar waarheid en kennis benaderd wordt.

1) Leer van de systemen 2) Tak van psychologie

Metten

Eén van de canonieke uren (’s nachts, zeer vroeg): eerste gedeelte van het dagelijkse breviergebed, hoofdzakelijk bestaand uit psalmen en lessen.

Milities

Modaliteit is een ander woord voor “manier, wijze” (Latijn: modus) en wordt in deze zeer uiteenlopende betekenissen gebruikt:

  • in de muziektheorie: het gebruik van toonladders en die toonladders zelf.
  • in de logica: een voorstellingswijze van de werkelijkheid: is iets mogelijk? is iets noodzakelijk?
  • in de taalkunde: het uitdrukken van zo een voorstellingswijze met een hulpwerkwoord.
  • een groepering binnen de Nederlands Hervormde Kerk of de Protestantse Kerk in Nederland.
  • een vervoerwijze, bijvoorbeeld auto, trein, fiets, lopen, schip, vliegtuig of pijpleiding.
Mobiele Kunst

In de Spaanse archeologie spreekt men wel eens van Arte Mueble, waarmee men prehistorische kunst bedoeld die qua gewicht en grote door één man gedragen kan worden. In Spaanse verhalen vertaal ik dit Arte Mueble tot Mobiele Kunst.

Monastiek

1) Het kloosterleven betreffend 2) Het kloosterleven betreffende 3) Kloosterleven 4) Menselijk gedrag 5) Monachaal

Monoftong

Uit de woordenlijst van de uitspraak; (ook eenklank) een enkele klinker, die lang of kort kan zijn. De i, e, a, o, u en ?? zijn korte monoftongen. De ee, aa, oo, uu, eu en ?? zijn lange monoftongen. De ie en oe zijn in oorsprong lange monoftongen, die in het AN verkort zijn behalve wanneer ze voor een r staan (bv. biet – bier – boek – boer).

Monografie

Verhandeling over een enkel onderdeel van een wetenschap of over een bepaald feit of een bepaald figuur.

Monotheïstisch

Gelovend in één god.

Morisken

De morisken (Spaans: Moriscos = Moren) is de aanduiding van de Moren die na de inneming van Granada in 1492 niet uitweken en (in schijn) christen werden.

Mozaraben

Mozaraben is de benaming voor de christenen die leefden onder moslim-dominantie tijdens de Moorse bezetting van het Iberisch schiereiland, het tegenwoordige Spanje en Portugal, vanaf 711.

Mycologie

Kennis over schimmels, zwammen en paddenstoelen

Narratief

Op de manier van een verhaal, met een begin, midden en einde.
1) Verhalend 2) Vertellend

Necropolis

Het woord necropolis wordt vooral gebruikt voor begraafplaatsen vlak bij het centrum in oude beschavingen, zo had elke Romeinse stad een necropolis buiten haar muren liggen.

Neolithisch

Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.

Neolithicum

Het neolithicum of de jonge of nieuwe steentijd is een prehistorische periode die ca. 11.000 v.Chr. begon, en duurde tot de bronstijd. Deze periode wordt gekenmerkt door technische en sociale veranderingen. Deze kwamen voort uit de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die in nederzettingen woonden (sedentarisme) en aan landbouw en veeteelt deden. Zij legden voorraden aan voor slechte tijden. Men spreekt ook wel van de neolithische revolutie.

Meer over het Neolithicum, lees Wikipedia

Neologisme

Woord dat, of uitdrukking die, in een bepaalde taal nog niet eerder bestond. Een taalnieuwigheid. Afgeleid van het Griekse neô (nieuw) en lôgôs (woord). Denk aan woorden als ‘vliegenier’ of ‘googelen’.

Niëllo

Niëllo is een legering van zilver, koper en zwavel en soms lood met een diepzwarte kleur. Het begrip kan ook verruimd worden en dan doelen op een voorwerp gedecoreerd met niëllo. Het woord komt van het Latijnse nigellus: zwartachtig. Het gebruik van niëllo was al in het Oude Egypte bekend. Het wordt gebruikt om zilveren voorwerpen te decoreren. In een zilveren oppervlak wordt een decoratie gegraveerd waarvan de lijnen worden geaccentueerd door ze te vullen met niëllo. Hiervoor worden de ingrediënten samengesmolten, waarbij zilversulfaat wordt gevormd dat voor de zwarte kleur zorgt. Na afkoeling wordt de legering verpulverd en het poeder aangebracht op het zilveren oppervlak dat eerst met water en wat borax bevochtigd is. Aangezien het smeltpunt van de legering veel lager ligt dan dat van zilver kan de niëllo eenvoudig op het oppervlak worden gesmolten. Hierna wordt het geheel geschuurd waardoor de niëllo alleen in de graveringen achterblijft. Dan kan het geheel gepolijst worden. Het grote verschil met email is dat niëllo metaaleigenschappen, zoals plooibaarheid, heeft en email in feite glas is en dus breekbaar.

Nomenclatuur

Nomenclatuur betekent in het algemeen: naamgeving. Onder wetenschappelijke nomenclatuur verstaat men het op systematische wijze benoemen van allerlei zaken. Zo worden eenduidige namen gegeven aan planten, dieren, chemische stoffen, etc.

Nominaal

De naam betreffende, naamwoordelijk.

Numismatiek

Numismatiek is de studie van munten of penningen.

1) Beoefening van de penningkunde 2) Leer van de munten 3) Munt- en penningkunde 4) Muntkunde 5) Penningkunde 6) Wetenschap der munten 7) Wetenschap van de munten

Wilt u meer weten over Numismatiek: Zie Wikipedia

Nuptialiteit

Dit begrip betreft huwelijkssluiting en huwelijks- ontbinding. Het gaat hierbij m.n. om de mate waarin beide voorkomen en wat de kenmerken zijn van de (ex) huwelijkspartners.
Aantal huwelijken per 1000 inwoners.

Oenologie

Wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de bereiding en de bewaring van wijn, vooral in biochemisch opzicht.

Zie verder: Wikipedia

Officium

Officium is een politiek-juridische term die door de Romeinen werd gebruikt om de groep mensen aan te duiden die aan een magistraat, gouverneur, administrateur of generaal was toegewezen om zijn functie naar behoren uit te oefenen.

Aangezien Rome nooit een bureaucratisch-administratief apparaat heeft gehad dat vergelijkbaar was met dat van hedendaagse staten, was het officium van de verschillende politieke en administratieve ambten altijd zeer klein, en een deel ervan bestond, volgens een traditie die begon onder de Republiek, uit persoonlijke vrienden van de persoon die het ambt bekleedde, bestond uit persoonlijke vrienden van degene die het ambt bekleedde – Cohors amicorum – en uit leden van zijn eigen familie, slaven, vrijgelatenen en klanten, zodat verwarring tussen de privé-sfeer en de openbare sfeer gebruikelijk was, van de nederigste magistraat van een kleine provinciestad tot de keizer zelf.

De ambten binnen het officium die uit de openbare financiën werden betaald, waren gering en werden gereduceerd tot enkele klerken – scribae – en stadsomroepers – praecones – en vaak, vooral in de administratieve ambten van het keizerlijk bestuur, zoals gouverneurs van provincies of financiële procuratoren, werden zij aangevuld door soldaten van de in de demarcatie of in aangrenzende gebieden gelegerde eenheden, met name uit de legioenen, die begeleiders en politieagenten – Beneficiarii consularis – en gespecialiseerde bureaucraten leverden.

Pas tijdens het Late Keizerrijk nam het bureaucratische apparaat van de Romeinse staat toe met de instelling van talrijke ambten, zoals vermeld in de Notitia Dignitatum, zij het met zeer beperkte doeltreffendheid.

Oligarchie

Regering van slechts weinig personen die behoren tot de bevoorrechte klasse.
Regeringsvorm waarbij een kleine groep de macht uitoefent en deelname van anderen uitsluit.

Oneirisch

Dromerig

Opportunistisch

Als je je handelingen laat bepalen door dat waar je het meeste voordeel uit haalt. Gedrag waar je het meeste voordeel uit haalt.

Optimates en populares

Deze labels werden toegepast op politici, politieke groepen, tradities, strategieën of ideologieën in de late Romeinse Republiek. Er bestaat een “verhitte academische discussie” over de vraag of de Romeinen een ideologische inhoud of politieke splitsing in het label zouden hebben herkend.

Optimates werden onder meer gezien als voorstanders van het behoud van het gezag van de senaat, als politici die vooral in de senaat opereerden, of als tegenstanders van de populares. Zij wilden dat er minder macht vanuit de volksvergaderingen en volkstribunen kwam. Deze politieke beweging lijkt vooral met de opkomst van de Gracchen (Tiberius Sempronius Gracchus (tribunus plebis in 133 v.Chr.) en Gaius Sempronius Gracchus) vorm te hebben gekregen als een soort van tegenbeweging tegen de populaire, progressieve landhervormingen van de Gracchen.

Populares werden gezien als gericht op het opereren vanuit de volksvergaderingen, meestal in tegenstelling tot de senaat, met “het volk, eerder dan de senaat, als middel [voor voordeel]”. De populares waren degenen die op ingrijpende politieke hervormingen aanstuurden, zoals de gebroeders Gracchus, Gaius Marius, Catilina (voorheen lid van de optimates), Clodius en Caesar. Zij ondervonden veel tegenstand van de optimates en werden vaak het slachtoffer van een politieke moord.

Verwijzingen naar optimates (ook wel boni, “goede mannen” genoemd) en populares komen voor in de geschriften van Romeinse auteurs uit de 1e eeuw v.Chr. Het onderscheid tussen de termen is het duidelijkst vastgelegd in Cicero’s Pro Sestio, een toespraak gehouden en gepubliceerd in 56 voor Christus, waarin hij de twee etiketten tegenover elkaar plaatste.

“Twee groepen van hen, die zich hebben toegelegd op politiek actief zijn en in deze een vooraanstaande positie innemen, zijn (er) steeds in deze stad geweest: van deze groepen hebben de enen zich uitgegeven voor populares, de anderen voor optimates (om aldus ook) te worden beschouwd en te zijn. Die wilden dat al wat ze deden en al wat ze zeiden voor de massa aangenaam is, werden als populares, die echter zich zodanig gedroegen dat hun adviezen bij iedere beste man goedkeuring wegdroegen, als optimates werden beschouwd.”

Oratorium

1) Bidplaats 2) Bidvertrek 3) Bidvertrek met altaar 4) Bidvertrek met een altaar 5) Bijbels muziekdrama 6) Bijbels muzikaal drama 7) De oratorianen 8) Dramatisch toonstuk 9) Episch dramatische compositie 10) Episch lyrische compositie 11) Episch muziekstuk 12) Episch-dramatische compositie 13) Gebedslokaal 14) Gebedsruimte 15) Kleine kapel

Organisch gesteente 

Organische gesteenten zijn sedimentgesteenten die zijn gevormd uit afzettingen van voornamelijk organische oorsprong, d.w.z. de overblijfselen van levende organismen. Typische organische gesteenten zijn krijt, steenkool, koraal, olie en turf.

Een bijzonder geval is kalksteen, een gesteente dat kan ontstaan door chemische neerslag, maar dat meestal het product is van de werking van levende organismen. Calciumcarbonaat maakt deel uit van het biologisch materiaal van de meeste levende wezens. Het vormt hun harde delen. De fossilisatie van de resten van deze levende wezens vormt kalksteen. Onlangs is het belang van de eencellige alg Emiliania huxleyi bij de koolstofsynthese aangetoond, waaruit blijkt hoe CO2 uit de atmosfeer in levende wezens wordt vastgelegd; en hoe het leven een beslissende rol heeft gespeeld bij de vorming van de atmosfeer en het reliëf van de aarde.

Organieke wet

In Frankrijk en Spanje wordt de term ‘organieke wet’ gebruikt voor een aparte wetgevingscategorie tussen de grondwet en de gewone wet in. De grondwet wijst aan welke aangelegenheden bij organieke wet moeten worden geregeld. Organieke wetten worden op een afwijkende wijze vastgesteld. Zo moeten ze in Spanje op grond van art. 81 van de Grondwet door het Congres van Afgevaardigden met een absolute meerderheid worden goedgekeurd.
…Wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en waarvan de basis in de Grondwet is geregeld.

Ornithologie

1) Kennis van vogels 2) Leer van de vogels 3) Studie van de vogels 4) Vogelkunde 5) Wetenschap omtrent de vogels

Orogeen

Geplooid gebied van de aardkorst. Plooiingsgebied

Orogenese

Gebergtevorming, ontwikkeling van een gebergte.

Orologie

1) Gebergtekunde 2) Gebergteleer 3) Leer van de gebergte 4) Leer van de gebergten 5) Leer van het gebergte 6) Vergelijkende gebergteleer

Oromediterrane

Oromediterrane , bioklimatologische bodem die kan worden gevonden in elk gebied van het mediterrane klimaat, gelegen tussen het supramediterrane beneden en het cryo-mediterrane boven.

Afhankelijk van de breedtegraad en andere factoren, is de hoogte waarop het wordt gevonden variabel, hoewel het in alle gevallen een bergklimaat is , met frequente vorst in de winter en hoge temperaturen in de zomer. De vegetatie wordt typisch gekenmerkt door bossen van coniferen.

Orthografie

De kunst om woorden op de juiste wijze te schrijven.

Orthostaten

Rechtop staande, stenen plaat, tussen fundering en muur, die dient als sokkel voor de daarop te bouwen muur.

Oscillatie

(natuurkunde) Het rond een vast punt heen en weer gaan van massa of energie.  Voorbeeld: `Er is niet veel energie voor nodig om een vrij bewegende slinger in een toestand van oscillatie te houden.

Beving, slingering, schommeling, trilling.

Osmose

Osmose is een proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een semipermeabele wand) stroomt, dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen

Ottomaanse rijk

Het Ottomaanse of Osmaanse Rijk was een islamitisch rijk dat gesticht werd door Osman I, de stamvader van de Ottomaanse dynastie en naamgever van dit rijk.

Pactisme

(politiek, sociologie) Neiging om bepaalde politieke of sociale situaties op te lossen door middel van een compromis of pact.

Palatale

Gehemelteletter (uitspraak).

Palatijn

1) Ambtenaar 2) Een van de zeven heuvelen van rome 3) Één van de zeven heuvels in Rome 4) Een van de zeven heuvels van rome 5) Heuvel in rome 6) Paltsgraaf

Palimpsest

Kan verwijzen naar:

    • Palimpsest (manuscript), een hergebruikt stuk perkament
    • Palimpsest (planetologie), het restant van een inslagkrater op een hemellichaam
    • Palimpsest (compositie), suite voor strijkseptet van Simeon ten Holt (1993)
    • Palimpsest (boek), de titel van een boek van H.D. (Hilda Doolittle)
    • Palimpsest (archeologie), een vindplaats waar in meerdere perioden bewoners dezelfde bodemlaag gebruikten, waardoor de sporen stratigrafisch door elkaar lopen.
Paleobotanie

Paleobotanie is de wetenschap die onderzoek doet naar fossiele planten. De naam is afgeleid vanuit het Grieks Palaios = “uit vroeger tijden” gecombineerd met “botanie” = plantkunde.

Voor meer: zie Wikipedia

Paleolithicum

Het paleolithicum (van het Oudgrieks: παλαιός, palaios = oud, λίθος, lithos = steen) of de oude steentijd is de oudste periode in de voorgeschiedenis van de mens en zijn materiële cultuur.

Zie Wikipedia

Paleolithische kunst

Paleolithische kunst is de kunst van de oude steentijd of paleolithicum.

Zie Wikipedia

Paleozoölogie

Paleozoölogie is een subdiscipline van de paleontologie die fossiele overblijfselen van dieren bestudeert. Het onderzoek richt zich onder andere op morfologie, vergelijkende anatomie, evolutie, structuur, samenstelling en ontwikkeling van populaties, ecologische betekenis van soorten en populaties (paleo-ecologie), biostratigrafie, etc. Paleozoölogie kent vele specialisaties die meestal verdeeld zijn langs de lijnen van de verschillende diergroepen. Belangrijke specialisaties zijn mollusken, zoogdieren en foraminiferen. Hoewel onderzoek aan spectaculaire vondsten van fossiele vogels, dinosauriërs en hominiden vaak veel aandacht krijgt in de pers, wordt het meeste paleozoölogisch onderzoek verricht aan ongewervelden en eencelligen.

Paradigma

Met een paradigma wordt in het algemeen een zienswijze bedoeld. Meer in het bijzonder wordt deze term gebruikt voor:

    • Paradigma (wetenschapsfilosofie), een samenhangend stelsel van modellen en theorieën
    • Paradigma (taalkunde), een groep in zeker opzicht gelijksoortige taalkundige vormen
    • Programmeerparadigma, een programmeerstijl in de informatica
    • Experimenteel paradigma, een in de gedragswetenschappen toegepaste empirische methode

In de wetenschapsfilosofie duidt paradigma op het stelsel van modellen en theorieën dat, binnen een gegeven wetenschappelijke discipline, het denkkader vormt van waaruit de werkelijkheid geanalyseerd en beschreven wordt. Langer bestaande paradigma’s worden vaak niet meer bewust beleefd. Onderwijs maakt een paradigma vanzelfsprekend. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paradigma_(wetenschapsfilosofie)

In de taalkunde is paradigma de benaming voor een groep verschijningsvormen van een of enkele woorden, die tot op zekere hoogte als alternatieven voor elkaar kunnen worden beschouwd. Zulke taalvormen staan tot elkaar in “paradigmatische relatie”, hetgeen wil zeggen dat in een bepaalde context steeds één van de vormen wordt gekozen. De keuze kan dwingend zijn opgelegd door het taalverband, wat in het bijzonder geldt voor synthetische talen. De keuze kan ook min of meer vrij zijn.
Eén woord kan soms meerdere vormen aannemen, en de mate waarin dit mogelijk is, is afhankelijk van het soort woord in kwestie, maar vooral ook van de taal waarin dat woord voorkomt. Talen als Latijn en Grieks kennen vele vormen voor hetzelfde woord: een werkwoord met vele vervoegingen, een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord met veel verbuigingen.

1) Model 2) Modelwoord 3) Schema 4) Schema van verbuiging of vervoeging 5) Schema van vervoeging 6) Taalkundige term 7) Voorbarig 8) Voorbeeld

Paria’s

De paria’s, tijden de Spaanse Middeleeuwen, waren een vorm van eerbetoon, betaald door de taifa’s van al-Andalus aan de christelijke koninkrijken van het noorden.

Particularisme

De strijd van standen, steden en gewesten voor het behoud van hun privileges en tegen de politiek van uniformering en centralisatie van de koning of hertog.

Is het bevorderen van het eigen belang boven, en zo nodig ten koste van, de belangen van anderen. Het is de exclusieve wijding aan de eigen groep of de eigen interesse. Het begrip legt de nadruk op de eigen ideologie, de eigen staat en de eigen cultuur. Particularisme en cliëntelisme waren in West-Europa schering en inslag tot de tijd van de invoering van het algemeen kiesrecht.

Passaatwind

De passaatwind is de overheersende wind in de tropen. Op het noordelijk halfrond waait de passaatwind uit het noordoosten; op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten. De naam is afgeleid van het Spaanse woord voor overtocht en verwijst naar de tijd van de zeilscheepvaart.

Paternalisme

Paternalisme is het beperken van de vrijheid of autonomie van een persoon of groep in naar wat wordt aangenomen hun eigen bestwil. Dit kan een overheid zijn tegenover het volk, of van een overheersend volk tegenover een kolonie. Dit kan een achtergrond hebben van een expliciet of impliciet gevoel van superioriteit van het gezag ten opzichte de persoon of groep. Het is de neiging om alles van bovenaf -als een autoritaire vader- te regelen en te beslissen.

Patriciër

Patriciër of Patricius in het Latijn is oorspronkelijk de naam voor de leden van enkele Romeinse geslachten. Men geloofde in het begin van de stichting dat de patriciërs de Romeinen waren die afstamden van Romulus, de legendarische stichter van het Romeinse Rijk; het hoofd (pater of vader) van zo’n familie was lid van de Senaat. Patriciërs waren met andere woorden dus leden van de Romeinse adel, en die betekenis heeft het woord de dag van vandaag nog in vele landen. Lijnrecht tegenover de patriciërs staan de plebejers of het plebs. De benaming voor het geheel van alle patricische families tezamen is het patriciaat.
Andere, meer hedendaagse, betekenissen voor patriciër zijn: Burger met aanzien, adellijke burger, welgestelde inwoner.

Patrimonium

Het woord patrimonium betekent eigenlijk “vaderlijk erfdeel”. Soms wordt dit echter gehanteerd in de zin van “vaderlands erfgoed”. Hier is het vaak het cultureel erfgoed van een land, streek, of stad

Peditatae of cohors quinquagenaria

De cohors quinquagenaria was een hulpeenheid van het Romeinse keizerlijke leger bestaande uit soldaten zonder Romeins staatsburgerschap. Deze eenheden werden opgericht om de tekortkomingen van de legioenen van het keizerlijke leger, die bijna uitsluitend uit zware infanterie bestonden, aan te vullen met lichte en gespecialiseerde infanterie-eenheden, zoals boogschutters of slingerraars.

Peerage

Peerage is een systeem van adellijke titels, gebruikt in Groot-Brittannië. De naam peerage wordt algemeen gebruikt als verzamelnaam voor alle adellijke titels, een drager van een adellijke titel wordt daarom ook gezien als “peer”.

Peniplanización

Peniplanización, ik weet niet wat de Nederlandse vertaling van dit Spaanse woord is. Wel weet ik wat de betekenis is.
Het is een fenomeen dat zich voordoet als gevolg van de interactie van verschillende geomorfologische processen en in bepaalde klimatologische en fyto-topografische omstandigheden (coating van de grond door de vegetatie), dat leidt tot de algemene vernietiging van het reliëf, dat een golvend erossieoppervlak vormt met lichte hellingen.

Perceptie

Zoals iemand iets ervaart en beoordeelt.
1) Apperceptie 2) Beleving 3) Heffing 4) Inning 5) Inzameling 6) Inzicht 7) Observatie 8) Ontvangst 9) Voorstelling 10) Waarneming 11) Waarneming in de geest 12) Waarnemingsvermogen

De individuele, subjectieve ervaring van de werkelijk. B.v.: de aantrekkings- en afstotingsfactoren worden door iedereen verschillend beoordeeld- ervaren. De perceptie wordt mede bepaald door milieu, opvoeding, leeftijd, geslacht, opleiding.

Periferie

Buitenkant, buitenrand, buitenomtrek, buitenkant van een stad, cirkelomtrek, deel van een cirkel, omgeving. omtrek, randgebied, rand, uiterste rand.

Perigrinus

Peregrini (mv). Peregrinus was een term die in het Romeinse Rijk van 30 v. Chr. tot 212 werd gebruikt om een vrije provinciale onderdaan in het Rijk aan te duiden, die echter geen Romeins burger was. Met het Edict van Caracalla in 212 werden peregrinos ook normale burgers.

Periodisering

Periodisering is een manier om de geschiedenis en de archeologie in te delen. Vanwege de enorme omvang van het beschikbare bronnenmateriaal is zonder ordening het bestuderen van beide wetenschappen in hun totaliteit onmogelijk. Elke historicus of archeoloog is genoodzaakt een periodisering aan te brengen door in het materiaal – en daarmee in de weergave van de geschiedenis – een onderverdeling te maken op basis van gemeenschappelijke kenmerken. Deze ordening kan chronologisch, thematisch of een combinatie van beide aspecten zijn.

Voor meer info ga naar: Periodisering

Persistentie

1) Aanhouden (het) 2) Blijven aandringen 3) Doorzettingsvermogen 4) Het aanhouden 5) Volharding
Verwijst ook naar de tijd dat een stof in het milieu blijft, nadat deze daar is ingevoerd.

Pidgin

Een pidgintaal is een (meestal simpele) taal die ontstaat wanneer mensen met verschillende talen samenkomen en die elementen van beide talen bevat.

Planisfeer

Ronde of ovale voorstelling van de aarde in een plat vlak.
Kaart die de aardse of hemelse bol weergeeft.

Plebejer

Plebejer (Lat. plebs: volk, menigte) in de Romeinse maatschappij was een gewoon burger, niet-patriciër, veelal boeren en vaklieden die, in tegenstelling tot de proletariërs (capite censi), grond bezaten. Plebejers hadden burgerrechten en werden door het Romeinse recht beschermd. De animositeit tussen plebejers en patriciërs is een terugkerend thema in de geschiedenis van de Romeinse Republiek.

Plenair

Waar iedereen bij is; voltallig, compleet, volledig.

Plosief

Een plosief of occlusief, ook wel plofklank genoemd, is een medeklinker die gekenmerkt wordt door een belangrijke graad van obstructie. De plosieven behoren tot de ruimere klankencategorie van de obstruenten en stopklanken. Spraakklanken worden gevormd doordat lucht via mond- of neusholte het lichaam verlaat.

Pluvio-nivale

Het is een hydrologisch regime met een overheersende trend van neerslag (regen) aangevuld met sneeuwval. Het wordt gekenmerkt door:  een periode van hoogwater in de herfst-winter, gekoppeld aan de neerslag;  vervolgens een stroming die sterker wordt in het voorjaar wanneer de sneeuw smelt.

Nivo-pluviaal

Het is gebaseerd op sneeuwval en regenval, met een overwicht van de eerste.

Podomorfe

Podomorfen, ook podomorfe gravures of petroglyfen genoemd, zijn inscripties (meestal op rotsen) in de vorm van een voet, of twee of meer voeten, die samengevoegd zijn.

Op het Iberisch schiereiland zijn zij kenmerkend voor de oude culturen van Galicië en Portugal, en in het bijzonder voor de Keltische cultuur. In Portugal hebben ze meestal een ronde vorm, al dan niet gesegmenteerd, en komen ze meestal voor in de buurt van waterlopen. Hun precieze betekenis is nog voor verschillende interpretaties vatbaar.

Podomorfen zijn ook typerend voor de inheemse cultuur van de Canarische Eilanden, verwant aan die van de Berbercultuur van Noord-Afrika. Het grootste aantal is te vinden op de berg van Tindaya (Fuerteventura), met 312 gecatalogiseerde gravures, hoewel ze ook op andere eilanden in verschillende vormen zijn aangetroffen. Van de sites op de andere eilanden springt de Piedra del Majo op Lanzarote eruit. Auteurs als José Carlos Cabrera Pérez interpreteren gravures van andere eilanden als podomorfen, waaronder die van de vindplaatsen El Julan op El Hierro, Barranco de Balos op Gran Canaria en El Roque de Bento en El Roquito op Tenerife.

De best geïdentificeerde Canarische podomorfen zijn vierhoekig van vorm met afzonderlijke strepen om de tenen voor te stellen, hoewel bepaalde ovaalvormige gravures met of zonder digitaties ook tot deze categorie worden gerekend. De streken binnen de omtrek van de gravure zouden een schematische manier kunnen zijn om schoeisel voor te stellen.

Zie Wikipedia

Polychroom

In verschillende kleuren, bont, kleurrijk, veel.kleurig

Polychromie

Polychromie is een term die in de kunst wordt gebruikt om het gebruik van schilderingen in veel kleuren aan te geven, in het bijzonder van beelden en bouwwerken. Het woord is afkomstig van de Griekse woorden poli (veel) en chromos (kleur).

Zie voor meer: https://nl.wikipedia.org/wiki/Polychromie

Polytheïsme

Het polytheïsme is het geloof in meerdere goden. Dit is het tegenovergestelde van monotheisme (het geloof in één God). Het polytheïsme zie je bijvoorbeeld in het Hindoeisme in India, waar meerdere goden worden aanbeden. Dien de goden goed en je gaat naar het paradijs. Ook de oude Egyptenaren geloofden in meerdere goden.

Populares en Optimates

Deze labels werden toegepast op politici, politieke groepen, tradities, strategieën of ideologieën in de late Romeinse Republiek. Er bestaat een “verhitte academische discussie” over de vraag of de Romeinen een ideologische inhoud of politieke splitsing in het label zouden hebben herkend.

Optimates werden onder meer gezien als voorstanders van het behoud van het gezag van de senaat, als politici die vooral in de senaat opereerden, of als tegenstanders van de populares. Zij wilden dat er minder macht vanuit de volksvergaderingen en volkstribunen kwam. Deze politieke beweging lijkt vooral met de opkomst van de Gracchen (Tiberius Sempronius Gracchus (tribunus plebis in 133 v.Chr.) en Gaius Sempronius Gracchus) vorm te hebben gekregen als een soort van tegenbeweging tegen de populaire, progressieve landhervormingen van de Gracchen.

Populares werden gezien als gericht op het opereren vanuit de volksvergaderingen, meestal in tegenstelling tot de senaat, met “het volk, eerder dan de senaat, als middel [voor voordeel]”. De populares waren degenen die op ingrijpende politieke hervormingen aanstuurden, zoals de gebroeders Gracchus, Gaius Marius, Catilina (voorheen lid van de optimates), Clodius en Caesar. Zij ondervonden veel tegenstand van de optimates en werden vaak het slachtoffer van een politieke moord.

Verwijzingen naar optimates (ook wel boni, “goede mannen” genoemd) en populares komen voor in de geschriften van Romeinse auteurs uit de 1e eeuw v.Chr. Het onderscheid tussen de termen is het duidelijkst vastgelegd in Cicero’s Pro Sestio, een toespraak gehouden en gepubliceerd in 56 voor Christus, waarin hij de twee etiketten tegenover elkaar plaatste.

“Twee groepen van hen, die zich hebben toegelegd op politiek actief zijn en in deze een vooraanstaande positie innemen, zijn (er) steeds in deze stad geweest: van deze groepen hebben de enen zich uitgegeven voor populares, de anderen voor optimates (om aldus ook) te worden beschouwd en te zijn. Die wilden dat al wat ze deden en al wat ze zeiden voor de massa aangenaam is, werden als populares, die echter zich zodanig gedroegen dat hun adviezen bij iedere beste man goedkeuring wegdroegen, als optimates werden beschouwd.”

 
Positivisme

Het positivisme is de opvatting dat alleen de empirische wetenschappen geldige kennis opleveren. Kennis kan dus enkel verworven worden door het correct toepassen van de wetenschappelijke methode en hierdoor wordt elke klassieke vorm van metafysica en andere kennisgronden verworpen: kennis is alleen mogelijk aangaande de wereld der verschijnselen.

Potentaat

Autoritair persoon;  Bazig type;  Bazige type;  Dictator;   Dwingeland;   Gekroond hoofd;  Gezaghebber;  Heerschap;  Heerszuchtig iemand;  Machthebber;  Sterk verlangen;  Tiran;  Vorst;  Willekeurig heerser

Potentieel

1) Als mogelijkheid bestaande 2) Beschikbaar vermogen 3) Eventueel 4) In aanleg 5) In aanleg aanwezig 6) Kracht 7) Latent 8) Mogelijk 9) Mogelijk afzetgebied 10) Vermogen 11) Verschrikkelijk 12) Virtualiter

Praetor

Een praetor (tegenwoordig ook gespeld als pretor) was een belangrijk magistraat in het Romeinse Koninkrijk en in de Romeinse Republiek. De naam praetor kan letterlijk vertaald worden als “voorganger” en heeft mogelijk een militaire oorsprong. Praetores waren geen beroepsrechters, maar duidden een iudex of rechter aan, die de rechtszaak behandelde.

Pragmatisch

Praktisch, nuttig en bruikbaar. Vanuit de praktijk gericht op het tot stand brengen van concrete oplossingen.
1) Algemeen nuttig 2) Didactisch 3) Feitelijk 4) Leerrijke oplossing gevend 5) Nuttig 6) Handelend optreden 7) Doelgericht

Preambule

Inleiding van een verdrag. Hierin worden veelal de doelstelling en overwegingen van de akte beschreven.

Prefect

Het hoofd van een departement.

Prefecturen

Gebieden onder het bestuurlijk gezag van een prefect.

Prelaat

Titel die verleend wordt aan een bisschop of priester met bijzondere bestuursmacht.

Prerogatieven

Voorrechten die aan bepaalde personen toekomen op basis van hun functie, hoedanigheid of status.

Presbyter

Ouderling, priester.
In de Spaanstalige katholieke kerk wordt het veel gebruikt als ‘paters’ ).

Pretendent

Aanspraakmaker; Aanzoeker; Dinger; Eiser ; Iemand die aanspraak maakt; Iemand die ergens een beroep op doet; Iemand die op iets aanspraak maakt; Infante;  Kandidaat voor huwelijk ; Kroonprins; Kroonprinses; Man die de troon claimt; Minnaar; Opvolger; Pretendente; Prins ; Succeseur ; Troonopvolger

Primaire sector

De belangrijkste activiteiten van de primaire sector zijn: landbouw, veeteelt, bosbouw, de bijenteelt, aquacultuur, jacht, visserij, houtkap en mijnbouw, zoals zoutwinning, olie- en gaswinning. Meestal worden de primaire producten, gebruikt als grondstof voor de industriële productie.

Primus pilus

Primus pilus (letterlijk “De Eerste Speerman”) was in het Romeinse leger de bevelhebbende centurio van het eerste cohort en de oudste centurio van het hele legioen.

Wanneer de Primus Pilus afzwaaide kreeg hij gegarandeerd toegang tot de klasse van Equites. Hij kreeg 60 keer het basissalaris. Zijn rang is vergelijkbaar met de moderne majoor, maar van de hoogste orde.

Priscillianisme

Het Priscillianisme was een beweging in de christelijke kerk, ontstaan in de 4e eeuw op het Iberisch Schiereiland, die door velen als een ketterij werd beschouwd. De naam van de stroming is afgeleid van Priscillianus van Ávila, een Spaans geestelijke en bisschop.

Proclamatie

1) Aankondiging 2) Afkondiging 3) Bekendmaking 4) Kennisgeving 5) Mededeling 6) Melding 7) Openbaarmaking 8) Openbare aankondiging 9) Openbare bekendmaking 10) Openlijke afkondiging 11) Openlijke bekendmaking 12) Publicatie 13) Verkondiging

Proconsul

In het Romeinse Rijk was een proconsul een magistraat die consul geweest was. De senaat benoemde deze ex-consuls vaak tot gouverneurs van een provincia. Deze proconsuls verrijkten zich vaak schaamteloos ten koste van de plaatselijke bevolking. Ze mochten ook legioenen aanvoeren, totdat Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus) deze allemaal zelf cumuleerde en delegeerde aan legati Augusti pro praetore.

Procurator

Onder de Romeinse magistraturen was de procurator of procurator de naam die gegeven werd aan hen die een ambt bekleedden, dat gewoonlijk verband hield met financieel beheer. Van degenen die, zoals de procurator Augusti, bevoegd waren voor privé-aangelegenheden, ontwikkelde zij zich tot een steeds grotere macht, vergelijkbaar met die van de landvoogd.

De titel ontstond aan het einde van de Republiek en evolueerde in verschillende vormen tijdens het Empire.

Procureur

Iemand die in burgerlijke zaken de gedingvoerende partijen vertegenwoordigt zonder als raadsman op te treden.
Iemand die de aanklager in een rechtszaak vertegenwoordigt vb: de procureur eiste een hoge gevangenisstraf.

Proletariërs

Rechtsfilosofie: arbeidersklasse; arme bevolkingsgroep die afhankelijk is van diegenen die de productiemiddelen bezitten. Volgens het Marxisme strijdt het proletariaat tegen de klassemaatschappij.
Arbeider zonder eigen bezit uit de armste klasse van de samenleving.

Proletariaat

 Armste klasse van de samenleving van bezitloze arbeiders.

1) Arbeiders 2) Arbeidersklasse 3) Arbeidsklasse 4) Bezitloze klasse 5) Klasse van bezitloze arbeiders 6) Marxistisch begrip 7) Sociale groep 8) Vierde stand

Proletarisch

1. Als iets te maken heeft met de bezitloze arbeidersklasse. Voorbeeld: ‘de revolutionaire proletarische beweging’, proletarisch winkelen. 2. Het deel van de arbeidersklasse dat onderaan de sociale en economische ladder staat.

Promotor

Een promotor is een hoogleraar die de begeleiding verzorgt van een promovendus en diens proefschrift. Als begeleider wordt de promotor zelf ook vaak aangekeken op het werkstuk van zijn-haar leerling. Vaak wordt een deel van de begeleiding door een copromotor verzorgd.

Proost

Een proost (lat: praepositus) is een geestelijk leider van een rooms-katholieke instelling, tegenwoordig vooral in Vlaanderen maar in het verleden ook in Nederland

Proselitisme

Aanduiding voor opdringerige bekeringsijver.

Protagonist

Hoofdrolspeler, Hoofdpersoon (in boek, film e.d.), Held, Persoonsbenaming, Voorstander, Vertolker, Voorvechter.

Protectionisme

Protectionisme is een interventionistisch economisch beleid dat door een staat of een groep staten wordt gevoerd om binnenlandse producenten te beschermen tegen en te bevoordelen ten opzichte van de concurrentie van buitenlandse producenten. Het is een vorm van regulering van de buitenlandse handel van een land. Protectionisme is gekant tegen vrijhandel (waarvan het belangrijkste resultaat momenteel de globalisering van de handel is) en tegen de theorie van het comparatief voordeel.

Protectoraat

Een protectoraat is een staat of territorium, of een deel van een staat, waarover een andere staat gedeeltelijk het gezag voert. Meestal wordt dit geformuleerd als bescherming (protectie) tegen andere agressieve staten. Het kan ook zijn dat het protectoraat de eigen externe belangen (nog) niet zelf voldoende kan behartigen. Meestal heeft het land dat het protectoraat uitoefent bepaalde voordelen bij deze situatie, zoals exploitatierechten van bodemschatten, exclusief recht om handel te drijven met het protectoraat of er militaire steunpunten te vestigen. De interne zaken van het protectoraat worden gewoonlijk geregeld door de inheemse bestuurders en het ‘beschermende’ land beslist alleen over de buitenlandse zaken en betrekkingen.

Proterozoïcum

Het Proterozoïcum beslaat de tijdspanne van 2,5 miljard (Ga) tot ongeveer 541 miljoen jaar (Ma) geleden. Het is onderdeel van het Precambrium en wordt onderverdeeld in drie tijdperken: Neoproterozoïcum, Mesoproterozoïcum en Paleoproterozoïcum.

Protohistorisch

Verwijst naar de periode van het eerste begin van historische geschreven verslagen van een volk in een bepaald gebied.

Protonotarius

Lid van een geestelijk college te Rome.

Providentialisme

Providentialisme is het geloof dat God de ware protagonist en het onderwerp van de geschiedenis is. De mens is alleen zijn object, een instrument in de handen van God.

 

Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS