Geschiedenis

De geschiedenis van Spanje

Goya’s interpretatie van de 2 mei opstand.

De geschiedenis van Spanje,,, natuurlijk belangrijk om te begrijpen hoe dit land is ontstaan, hoe het zich ontwikkeld heeft, en door het lezen van deze geschiedenis zal je de problemen waarmee Spanje tegenwoordig kampt, beter begrijpen. Het zijn prachtige verhalen, over zijn koningen en hun drijfveren, over legendes en hoe deze ontstaan zijn. Over emirs, en de moslims, maar ook hoe de mensen door de eeuwen leefden.

Hier beschrijven we deze geschiedenis in het kort om daarna dieper op in te gaan met afzonderlijke verhalen. De geschiedenis van Spanje is wereldomvattend. Als de moren Spanje nooit bezet zouden hebben dan had Amerika er nu heel anders uitgezien. Om dit verband te zien moeten we 1300 jaar terug in de tijd. Nu is de geschiedenis van Spanje natuurlijk veel ouder, en ook deze verhalen gaan we je hier vertellen. Maar om te begrijpen wat bepalend is voor de dag van vandaag moeten we terug gaan naar het moment waarop de moren werden uitgenodigd om de Visigotische koningen (leiders) te komen helpen in hun onderlinge strijd.

De geschiedenis van Spanje


In dit hoofdstuk beschrijven we de geschiedenis van het Iberisch schiereiland vanaf de prehistorie tot het hedendaagse Koninkrijk Spanje.

Ga naar:

Introductie


Ongeveer 1,2 miljoen jaar geleden bereiken de eerste mensen (hominiden) het Iberische schiereiland. Verschillende soorten kwamen en gingen, zoals de Homo antecessor, de preneandertalers van de Sima de los Huesos (oorspronkelijk geïdentificeerd als Homo heidelbergensis) en de Neanderthalers (Homo neanderthalers). Tot er zo’n 35.000 v. Chr. ook hier de Homo Sapiens verschijnt. Deze leven samen met de neanderthalers, tot ongeveer 10.000 v. Chr., want dan sterft het ras van de neanderthaler uit. In de daaropvolgende millennia wordt het grondgebied afwisselend bezet door Iberiërs, Kelten, Feniciërs, Carthagers en Grieken. Tot het schiereiland rond 200 v.Chr. een deel werd van het Romeinse Rijk, die hier het ‘Hispania romana‘ stichten. Na de val van Rome werd het Visigotisch koninkrijk opgericht. Deze Visigotische monarchie begon in de 5e-eeuw en duurde tot het begin van de 8e-eeuw. In 711 vond de eerste moslimverovering vanuit Noord-Afrika plaats. Na een paar jaar domineerde de islam, op een klein stukje na, het gehele Iberische schiereiland. De komende 750 jaar werd het koninkrijk Al-Andalus door moslims gedomineerd, en terwijl de rest van Europa bleef hangen in de donkere middeleeuwen, ervoer men in Al-Andalus een glorieuze multiculturele, wetenschappelijke en artistieke bloei.

Door een incrementele aanpak kwam de Reconquista opgang, en namen de christelijke koninkrijken geleidelijk aan het grondgebied van de moslims weer terug in beslag. In 718 had Don Pelayo zich al voor de tweede keer tegen de moslims verzet. Maar in 722 versloeg hij het leger van Munuza, aangevoerd door Al Qama. Waarna Don Pelayo werd uitgeroepen tot koning van Asturias. Vanaf die tijd werd het Iberisch schiereiland langzaam maar gestaag terug veroverd, tot men in 1492 als laatste Granada heroverde op de moslims. Waarna er een opmerkelijke ontwikkeling tussen de christelijke koningen plaatsvond: De vereniging van Castilla en Aragón, in 1469. Het huwelijk van de ‘Reyes Católico’ (de Katholieke Koningen), Isabel I de Castilla en Fernando II de Aragón, maakte de eenwording van Spanje en het einde van de Reconquista mogelijk.

In 1492 financierde Isabel I het project van de zeevaarder Cristóbal Colón (bij ons bekend als Christoffel Columbus) die, via de Atlantische Oceaan op zoek ging naar een nieuwe handelsroute naar Azië, en tevens verkondigde zij de verdrijving van de joden uit Spanje. Hier komt het verband met de moren, waarover we in het begin van dit verhaal spraken, naar voren; de militairen, met hun eeuwenlange ervaring, die mee hadden gevochten in de Reconquista en nu ‘werkeloos’ waren, werden, na de ontdekking van Amerika, met scheepsladingen vol naar de Nieuwe Wereld vervoert om daar Amerika te veroveren. Dit waren twee vliegen in één klap. Het werkeloze gespuis (want dat was het gros van deze soldaten) het land uit, en de rijkdommen uit Amerika, het land in!  De verovering van de Nieuwe Wereld was voor de vorming van Spaanse Imperium enorm belangrijk. In de daaropvolgende eeuwen groeit Spanje uit tot een belangrijke speler in de westerse wereld en de grootste macht uit die tijd. En tussen de 16e en de 17e-eeuw, die bekend stond als de ‘Gouden Eeuw’, kwam de Spaanse kunst en cultuur tot een ongekende hoogte.

Het Spaanse Rijk, in 1580, dat na de éénwording van het Iberisch schiereiland onder één koning, Felipe II viel, bestond uit Zuid-Amerika, Midden-Amerika en het Caribisch gebied, een groot deel van Noord-Amerika, de Filipijnen in Azië en de enclaves van wisselend belang op de kust van Afrika en India. Maar het bevatte ook grote delen van Europa, de Spaanse Lage Landen, het hertogdom van Milaan en het koninkrijk van Napels. De meeste van deze Europese bezittingen gingen in 1713 na de Vrede van Utrecht verloren.

Het katholieke Spaanse imperium was in deze periode in tal van conflicten betrokken, in het bijzonder met het Ottomaanse Rijk, de Lage Landen, het protestantisme, Engeland, Frankrijk. met de dood van Carlos II in 1700 sterft het Huis van Oostenrijk uit, om na de Spaanse Successieoorlog plaats te maken voor het Huis van Bourbon. Geleidelijk aan verliest Spanje zijn militaire dominantie en na een aantal opeenvolgende crises ziet het land langzaamaan zijn macht verminderen; tot het aan het begin van de 19e-eeuw tot een tweederangs mogendheid geworden is.

Goya’s, de volgende dag, 3 mei 1808.

Een paar maanden nadat het Eerste Franse Keizerrijk van Napoleon Bonaparte het schiereiland was binnengevallen, kwam de bevolking op 2 mei 1808 in opstand. Deze volksopstand zou leiden tot de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Het belangrijkste resultaat van deze oorlog, na de verdrijving van de Franse in 1814, was dat Spanje terecht kwam in de Spaans-Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. De volgende eeuw wordt gekenmerkt door politieke instabiliteit en de strijd tussen liberalen en aanhangers van het Oude Regime. Tussen 1873 en 1874 was er sprake van de Eerste Republiek. De komst van de Industriële Revolutie en het Sistema Canovista aan het einde van die eeuw verhoogde de levensstandaard  van de middenklasser die zich begon te vestigen in de groot stedelijke centra. Maar de Spaans-Amerikaanse Oorlog of ‘Desastre del 98’ (ramp van ’98) resulteerde in het verlies van de laatste kolonies van het voormalige imperium, wat een schok was voor de Spaanse samenleving.

Terwijl de levensstandaard en de integratie met de rest van Europa vorderde, markeerde de politieke instabiliteit het begin van de 20e-eeuw. In april 1931 werd bekend dat de Republikeinen de gemeenteraadsverkiezingen hadden gewonnen en op 14 april werd de Tweede Republiek uitgeroepen.  Om een burgeroorlog te voorkomen verliet Alfonso XIII het land. Maar in 1936 na de Verklaring van 17 en 18 juli komt hij terug. In 1939, met Franco aan de leiding, behaald deze de overwinning in de  Spaanse Burgeroorlog. Spanje was officieel neutraal tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de naoorlogse periode, die gekenmerkt werd door schaarste en internationale isolatie, volgde er een periode van sterke economische groei en een zekere openheid gedurende de jaren ’60 en ’70.

Na de dood van Franco, werd de traditionele monarchie van Spanje hersteld in de figuur van het staatshoofd, koning Juan Carlos I en de grondwet van 1978 werd in de loop van de periode, die bekent stond als de ‘Transición’ (de overgang), die de garantie gaf van een geleidelijke ontwikkeling van de natie naar een consolidatie van de monarchie met een democratisch parlement. En in 1986 treed Spanje toe tot de huidige Europese Economische Gemeenschap van de EU en neemt in 2002 de euro als zijn officiële munteenheid aan.

Van Hispania tot Spanje

Het precieze historische moment waarop voor de eerste keer naar Spanje verwezen wordt is niet duidelijk gedefinieerd, na de 6e-eeuw zien we het woord Spanje vermeld als ‘Laus Spaniae’, De geschiedenis van de Goten, Vandalen en Sueven van San Isidoro de Sevilla. In andere landen van Europa werd het bekend dat ‘Los Reyes Católicos’ samen waren gegaan als Spanje en dat het schiereiland, als vanouds, weer één was. De eigennaam Spanje, is laat in de 11e-eeuw geregistreerd bij het Concilio de Constanza, toen bleek dat de koningen van Portugal, Aragón, Castilla en Navarra het schiereiland tot één geheel “de Spaanse natie” te smeden.

Historische kaart van Spanje en Potugal.

Op het Iberisch schiereiland sprak men over de koningen van León, Navarra, Castilla, Aragón en die van Portugal als de Spaanse Koninkrijken, van Hispania, en wanneer om dynastieke redenen of wanneer een van hen door verovering het grootste deel van Spanje onder zijn scepter kreeg, hij zichzelf tot Keizer van Spanje uit zou roepen, net als Alfonso VI en Alfonso VII van León. De Reyes Católicos stonden bekend als Koningen van Spanje (of van de Spanjes). De historicus Hernando del Pulgar toont aan dat in 1479 door de Koninklijke Raad de naam ‘Reyes Católicos‘ werd opgeheven en daar “Reyes de España” voor in de plaats kwam. In 1493 refereert de gemeenteraad van Barcelona aan Fernando als, rey de Spanya, nostre senyor (Koning van Spanje, onze Heer). Nicolas Maquiavelo verwijst in zijn meest bekende werk ‘El Principe’ (1513) naar de koning van Spanje en Lope de Vega citeert Carlos I als koning van Spanje.

Vanaf koning Carlos I, worden al zijn opvolgers Koning van Spanje (of van de Spanjes) genoemd, met gebruik van al zijn titels, als Koning van Castilla tot Heer van Vizcaya en Molina. Tot de 19e-eeuw staat op alle Spaanse munten de naam van de koning en de tekst “Hispaniarum (et Indiarum) Rex”, dat zoveel betekend als “Koning van de Spanjes (en van Amerika)”. Gelijk monarchen als Fernando VII en Isabel II van Spanje gebruiken de titel van Koning of Koningin van de Spanjes zoals die in de grondwet genoemd worden.

Prehistorie

Schedel nr. 5 van de Homo heidelbergensis, gevonden op het platteland in 1992, in Sierra de Atapuerca

De aanwezigheid van hominiden op het Iberisch schiereiland dateert van ten minste 1,3 of 1,2 miljoen jaar. Een van de vindplaatsen is de Sierra de Atapuerca, in de provincie Burgos, hier heeft men een gedateerde onderkaak van ‘Sima de elefante’ (ondersoort van Homo Sapiens) gevonden. De vondst zou overeenkomen met een nog te determineren, meer primitieve, Homo africanus en de Dmanisi mens, maar met enkele eigen karakteristieke trekken. Op een andere vindplaats, Gran Dolina, ook in Atapuerca, heeft men de resten van de 900.000 jaar oude Homo antecessor gevonden, een sleutel in de evolutie van de menselijke evolutie. De volgende ontdekking is gedateerd op ongeveer 430.000 jaar. Het is een enorme hoeveelheid resten van Homo heidelbergensis (voorloper van de soort Homo neanderthalensis) gevonden in de Sima de los huesos de Atapuerca waaronder een uitzonderlijke hoeveelheid zeer goed bewaard gebleven schedels. Er zijn tal van vindplaatsen van stenen werktuigen uit het Achueléen (Achuléen staat voor het tijdperk en de manier van het steenbewerken), zoals Torralba en Ambrona (Soria) of de terrassen van de Manzanares (Madrid). Het zou maar eens heel goed mogelijk kunnen zijn dat boven beschreven, binnenkort helemaal anders blijkt te zijn. Met de tegenwoordige DNA onderzoeken zijn al veel van deze theorieën onderuitgegaan, dus laten we aannemen dat er al meer dan een miljoen jaar geleden mensachtige voorkwamen op het Iberisch schiereiland.

Een van de bizons in de grot van Altamira. De datering is niet precies vastgesteld, er wordt gesproken van 14.000 tot 40.000 jaar oud.

In het Midden-Paleolithicum zien we de aanwezigheid van de Neanderthaler in verband met de Mousterie cultuur (gereedschappen van vuursteen), waarvan we de eerste, ongeveer 60.000 jaar oude, overblijfselen vinden in Gibraltar. In de grot van Nerja (Málaga). Ze zijn gedateerd op 42.000 jaar oud, samen gevonden met sommige organische overblijfselen en een aantal tekeningen van zeehonden, welke gezien kunnen worden als een van de eerste kunstwerken in de geschiedenis van de mensheid.  In het Boven-Paleolithicum komt Homo Sapiens, de “moderne mens” aan op het Schiereiland, dan spreken we over 35.000 jaar geleden. Dit manifesteert zich door overblijfselen van de Gravettien cultuur die gevonden zijn in Cantabria. Ze wonen enkele duizenden jaren samen met de Neanderthalers op het schiereiland. Tot deze laatste uitsterft, de laatst gevonden populaties in het zuiden zijn van ongeveer 27.000 jaar geleden. Dan zien we op ongeveer 16.000 jaar geleden, de aanwezigheid van de Magdalenian cultuur in Asturias, Cantabria en País Vasco, wiens meest opvallende bijdrage, de grotschilderingen van Altamira zijn.

De rotsschilderkunst is ontwikkeld in twee stilistisch en chronologisch verschillende gebieden: de Franken-Cantabrische kunst en de Levantijnse kunst.

De neolithische revolutie, dat in het diffusionisme gezien wordt als een culturele diffusie vanaf zijn aanvang in de ‘Vruchtbare Sikkel’ van het Nabije-Oosten steunend op simultane verspreiding van de Cardiaal-Impressocultuur (zo genoemd om zijn versieringen in de keramiek). Bereikt de Middellandse Zee rond 6000 v. C. en gaf op dat moment zijn traditionele wijze van leven als jager-verzamelaar op voor een meer sedentaire levensstijl, gericht op landbouw en veeteelt. Ze verspreiden zich in de komende twee millennia over het hele eiland. Rond 5.000 v. C ontstaat er op een derde van het westelijke deel van het schiereiland de megalithische cultuur.

Rond 3.000 – 2.500 jaar v. C. verschijnen  de eerste culturen op het schiereiland, die metalen gebruiken. Hun geografische spreiding groeit en men verondersteld dat hun zoektocht naar metalen een belangrijke migratie ingang zet, met nadruk op Los Millares in Almeria, met een groot vestingswerk. Maar ook langs de loop van de rivier de Taag, in  het huidige gebied van Portugal.

De oude tijden


Inheemse en historische nederzettingen

De Dame van Elche. (National Archeologisch Museum, Madrid).

De ijzertijd op het Iberische schiereiland begint met het binnendringen van de Indo-Europese bevolking en hun culturele invloed aan het begin van het eerste millennium v.Chr. Het is bepalend voor de etnische en taalkundige identiteit van de meeste van de inheemse Keltische volkeren van het noorden, het westen en de meer centrale gebieden, met enkele uitzonderingen zoals de Lusitaanse– en Vettones en ook Indo-Europese die worden gekwalificeerd als ´pre-Keltisch´, en dat terwijl de Basken worden gekwalificeerd als ´pre-Indo-Europees´. Ondanks de gelijkenis van de manier van leven met de andere volkeren in het noorden (Galiciërs, Asturianen en Cantabriërs), is de taal (het protoeuskera) vergelijkbaar met die van het oostelijke deel van het schiereiland, de groep die wordt aangeduid als ‘Iberisch’, die een grotere economische ontwikkeling hebben doorgemaakt. Daar tussenin vinden we dorpen die door de klassieke bronnen Kelt-Iberisch werden genoemd (geografisch).

De zuidelijke kust van het schiereiland en het Tartestische gebied (met in het midden de Guadalquivir vallei – het latere Turdetania – en met invloed tot ver afgelegen gebieden, zoals de monding van de Taag naar Segura), is het rijkste gebied wat betreft metalen en ook qua economische en sociale ontwikkeling (een echte beschaving) welke sterk beïnvloed werd door de Fenicische kolonisatie. De mytische stichting van Gadir (Cádiz) is gedateerd in 1104 v.Chr. hoewel er geen archeologische basis is die dit chronologisch weet te ondersteunen na zoveel eeuwen. In de 8ᵉ eeuw v.Chr. is er al bewijs van de aanwezigheid van een grote groep bedrijven en Fenicische koloniën, zoals Malaka (Málaga), Sexi (Almuñécar) en Abdera (Adra).

De Griekse koloniën vestigen zich meer naar het noorden, in Akra Leuké (Alicante) Hemeroskopion (Denia), Emporion (Ampurias) en Rhodes(Rosas). Door hun contact met de Iberische bevolking werden de eerste beschrijvingen van deze bevolking vastgelegd. De zelfde Griekse bronnen geven aan dat Griekse zeelieden contacten hadden gelegd met het “koninkrijk” van de Tastessos en met hun “koning” Argantonio, en dat ze voldoende geld zouden hebben om muren te bouwen om weerstand te bieden tegen de Perzische aanvallen. Dergelijke contacten waren niet succesvol, juist omdat deze route het domein van de Feniciërs was, en dat men tot op heden archeologisch, de daadwerkelijke aanwezigheid van de Grieken, niet kon vaststellen op de mediterrane kust van Malaka (Málaga), met een kolonie die de naam van Mainake zou hebben gehad.

Het Carthaagse Hispania

Luchtfoto van Carthaagse opgravingen.

Carthago en Rome vechten uiteindelijk in een reeks van oorlogen (in totaal drie Punische oorlogen waarvan alleen de eerste twee belangrijk zijn voor het Iberisch Schiereiland) om de hegemonie in de westelijke Middellandse Zee. Na de eerste Carthaagse nederlaag in de Eerste Punische Oorlog, proberen deze hun verliezen op Sicilië, Sardinië en Corsica terug te winnen en hun dominantie over Iberia te verhogen. En met Hamilcar Barca, Hannibal en andere Carthaagse generaals plaatste zij de oude Fenicische kolonies van Andalucía en de Levante (Oosten) onder hun controle om dan verder te gaan met veroveringen of met het uitbreiden van hun invloed op de inheemse bevolking. Aan het eind van de 3e eeuw v.Chr. erkennen de meeste steden en dorpen, ten zuiden van de rivieren Ebro en Duero, en de Baleares eilanden, de dominantie van de Carthagen. Nadat Qart Hadasht (Cartagena) werd gesticht, groeide het snel uit tot de belangrijkste zeehaven uit die tijd, als gevolg van het controlerend belang van de welvaart die voortkwam uit de exploitatie van de zilvermijnen van Cartagena. Met het zilver uit de mijnen betaalde de Carthagers hun huurlingen, en, toen zij deze in 209 v. Chr. verloren, was Hannibal niet meer in staat de Romeinen te weerstaan, zodat Carthagers besloten de oorlog van Hannibal te staken. In het jaar 219 v. Chr.  vond het offensief van Hannibal tegen Rome plaats, met het Iberisch schiereiland als de basis van de operaties en met inbegrip van een groot percentage aan Iberiërs in zijn leger.

Kaart van het middellandse zeegebied aan het begin van de 2e Punische Oorlog.

En tegelijkertijd proberen ze de Griekse kolonie van Sagunto, gelegen in ten zuiden van de Ebro,  in te nemen. Maar dit was een bondgenoot van Rome. Dit leidde tot de Tweede Punische Oorlog, met als hoogtepunt de toevoeging van het beschaafde, Iberische deel van het schiereiland aan de Romeinse Republiek.

Het Romeinse Hispania (206 v. C – 5ᵉ eeuw)

Het Romeinse aquaduct in Segovia (Spanje).

Na de Tweede Punische Oorlog tussen 218 v. C. en 201 v. Chr. kon gezegd worden dat de Romeinen de macht op het Iberisch Eiland hadden overgenomen. De bezetting door de Romeinen, nadat de Carthagers eruit waren gezet, ging snel, behalve in het centrum (Numancia) en de Cantabrische stad die weerstand boden tot de komst van Augusto (Augustus) in het vroege Romeinse Rijk. In 197 v.Chr. verdeelde de Romeinen het Iberische grondgebied in tweeën: het Hispania Citerior (citerior=dichtbij) en het Hispania Ulterior (ulterior=ver weg).

De totale onderwerping van het schiereiland vond plaats in het jaar 19 v.Chr. (na het beëindigen van Cantabrische Oorlogen), waarna men het gebied in drie provincies verdeeld: Bética, Tarraconense en Lusitania. Een verdeling die duurde tot het Late Keizerrijk, toen werd het gebied opnieuw verdeeld in Bética, Cartaginense, Gallaecia, Lusitania en Tarraconensis.

Het romanseringsproces houdt in dat de taal, de gewoontes en ook de Romeinse economie worden overgenomen. Dit begon ongeveer in het jaar 110 v.Chr. en zou op zijn sterks zijn doorgedrongen tot het midden van de 3e-eeuw.

In dit tijdperk werd Iberia gezien als een zeer belangrijk onderdeel van het Romeinse Rijk, ook als we kijken naar de historische personen die afkomstig waren van dit schiereiland. Keizers zoals Trajano, Adriano, Marco Aurelio en Teodosio, en filosofen als Séneca, theologen als Paulo Orosius of Prisciliano, een redenaar als Quintiliano, en dichters als Marcial, Lucano of Prudencio, de agronoom Columela, de geograaf Pomponius Mela of politici als Marco Annio Vero en Lucio Cornelio Balbo.

De Middeleeuwen


De Germaanse invasie en het Visigotische koninkrijk (5ᵉ eeuw – 711)

Het vallen van het Romeinse rijk
Toledo, de Visigotisch hoofdstad.

Net als in andere provincies van het Romeinse Rijk verzwakt de macht van Rome ook op het Iberisch schiereiland. Het deromanisatie-proces van het Romeinse Rijk vond geleidelijk plaats. Het begon in de 3e-eeuw en duurde voort in de 4e en de 5e eeuw. De centrale macht van de Romeinen nam af en de Germaanse stammen namen deze macht over. Zij romaniseerde als het ware, wat duidelijk zichtbaar was in hun Lex Gothorum (de wet van de Goten), waarin we duidelijk het Romeinse recht terugvinden, de bekering naar het christendom, en de affiniteit die enkele koningen hadden voor het Latijn, dat leidde tot het schrijven van poëzie in deze taal.

Ondanks dit alles, weet Justinianus de Grote zich tussen de 6e en de 7e eeuw de macht van het West-Romeinse Rijk te herstellen. Dit herstel wist hij te verwezenlijken tot aan de zuidelijke rand van het Iberisch schiereiland. Dit Bijzantijnse territorium was weggerukt uit het Visigotische koninkrijk en had toegehoord aan het verdwenen Vandaalse volk. De hoofdstad werd het Carthago Spartaria, het huidige Cartagena.

De invasies

In de winter van 406, profiterend van de bevroren Rijn vallen de Vandalen, Sueben en de Alanen het Rijk met grote kracht binnen. Na drie jaar, staken ze de Pyreneeën over en bereikte ze het Iberisch schiereiland en verdeelde onderling de westelijke delen, die ongeveer overeenkomen met het moderne Portugal en het westelijke Spanje tot Madrid. Ondertussen kwamen de Visigoten, die twee jaar daarvoor Rome hadden ingenomen, in 412 naar de regio en stichtte het koninkrijk van Tolosa (Toulouse, Frankrijk) en breidde geleidelijk aan hun invloed over het Iberisch schiereiland uit en verdringen daarbij de Vandalen en de Alanen naar Noord-Afrika, zonder dat ze hun stempel drukken op de Iberische cultuur. Dan, na de veroveringen van Toulouse door de Franken en het verlies van een groot deel van het grondgebied aan wat nu Frankrijk is, verhuisden ze de hoofdstad van het koninkrijk naar Toledo.

   

Tú eres, oh España, sagrada y madre siempre feliz de príncipes y de pueblos, la más hermosa de todas las tierras que se extienden desde el Occidente hasta la India. Tú, por derecho, eres ahora la reina de todas las provincias, de quien reciben prestadas sus luces no sólo el ocaso, sino también el Oriente. Tú eres el honor y el ornamento del orbe y la más ilustre porción de la tierra, en la cual grandemente se goza y espléndidamente florece la gloriosa fecundidad de la nación goda. Con justicia te enriqueció y fue contigo más indulgente la naturaleza con la abundancia de todas las cosas creadas, tú eres rica en frutos, en uvas copiosa, en cosechas alegre… Tú te hallas situada en la región más grata del mundo, ni te abrasas en el ardor tropical del sol, ni te entumecen rigores glaciares, sino que, ceñida por templada zona del cielo, te nutres de felices y blandos céfiros… Y por ello, con razón, hace tiempo que la áurea Roma, cabeza de las gentes, te deseó y, aunque el mismo poder romano, primero vencedor, te haya poseído, sin embargo, al fin, la floreciente nación de los godos, después de innumerables victorias en todo el orbe, con empeño te conquistó y te amó y hasta ahora te goza segura entre ínfulas regias y copiosísimos tesoros en seguridad y felicidad de imperio.

                                     Historias de los Godos, Vadalos Y Suevos de San Isidoro de Sevilla, siglo VI-VII.
                                     Trad. de Rodríguez Alonso, 1975, León, pp. 169 y 171.

U, oh Spanje, heilige en gelukkige moeder van prinsen en van volkeren, de mooiste van alle landen vanaf het westen tot aan India. U, door de wet, bent u nu de koning van alle provincies, van wie het ontleend zijn lichten en niet alleen de zonsondergang, maar ook het Oosten. U bent de eer en het ornament van de wereld en het meest illustere deel van het land, waarvan men kan genieten van de prachtig bloeiende en de glorieuze vruchtbaarheid van de Gotische natie. Met recht verrijk jij het, en was het met jouw tolerante natuur, met een tolerantie van geschapen dingen, je bent rijk aan fruit , en zware druiven, en vreugdevolle oogsten… Jij bevind je op het meest aangename deel van de wereld, jij verbrand niet in de hitte van de tropische zon. Jij kent geen ontberingen van gletsjers, maar, wordt omringt door gematigde hemel boven uw gebied, jij wordt gevoed met gelukkige zachte zephyrs… En daarom, terecht, alweer een poos geleden zoals het gouden Rome, hoofd van de mensen, jij wilde, en hoewel dezelfde Romeinse macht, eerst won, te behouden, maar uiteindelijk, de opbloeiende Gotische natie, na ontelbaar veel overwinningen over de gehele wereld, met vastberadenheid overwon jij, en had jij lief, en tot op heden genoot jij van de zekere  koninklijke allures en overvloedige schatten in zekerheid en geluk van het Imperium.
Religie en het Visigotisch Koninkrijk

Hoewel de Visigotische adel het arianisme beoefend, genoot het weinig populariteit onder de bevolking van het schiereiland die trouw bleef aan de rooms-katholieke leer. (Arianisme is de verzameling christelijke leerstellingen die werden verkondigd door Arius (256 – 336) een priester uit Alexandrië (Egypte), waarschijnlijk van Libische afkomst (Berber etniciteit). Sommige van zijn discipelen verspreidde zijn theologische doctrines, die zeiden dat Jezus de zoon van God was, maar dat hij niet God zelf was (de Heilige drie éénheid)). Vanaf 587, en dan vooral Koning Recaredo I bekeerde zich tot het katholicisme, en probeerde de religieuze hiërarchie tussen het katholicisme en  het arianisme te verzoenen, maar met weinig succes. Waarbij uiteindelijk het katholicisme met harde hand werd opgelegd, en het arianisme werd verdreven.

De islamitische verovering
        • In 696 werd de stad Melilla door de Omajjaden veroverd.
        • In 709 werd de stad Cueta door de Omajjaden veroverd.
        • 711: Na de dood van koning Witiza, kozen de edelen en bisschoppen Roderico (hertog van Bética), tot koning van het schiereiland (in de geschiedenis bekend als Don Rodrigo). De kinderen van Witiza wilde echter dat Aquila (Hertog van Tarragona) tot koning werd verkozen, waarop, Don Juan (graaf van Cueta) een pact vormen met de Arabieren.

Roderico was druk doende met het onderdrukken van een opstand van de Basken toen hij hoorde van de Arabische invasie, waarop hij zijn legers omkeert richting zuiden. Maar dankzij de ontrouw van de familie van Witiza, verliest hij de strijd in Guadalete. Tijdens deze strijd werd Koning Roderico samen met een groot deel van zijn leger gedood. Hierdoor worden de Arabieren aangemoedigd hun strijd voort te zetten.

Táriq ibn Ziyad veroverde met zijn leger Toledo en bereikt daarna León; Muza veroverde Sevilla en rukt verder op naar Mérida (712). Vervolgens bundelen zij hun krachten om Zaragoza in te nemen. De zoon van Muza voltooide de verovering van het schiereiland, met uitzondering van de Cantabrische en Pyrenese berggebieden (716), en trekken ook het Frankische grondgebied in. Carlos Martel weet de Arabische legers bij Poitiers (732) te stoppen.

In 773 verkondigd Abderramán de politieke onafhankelijkheid voor het Emiraat van Córdoba, en in 929 kondigt Abderramán III officieel het califaat van Córdoba aan, dit betekend dat zij definitief onafhankelijk van Bagdad verder gaan. In 1031 valt het kalifaat van Córdoba in stukken uit elkaar. Er vormen zich verscheidenen Taifa Koninkrijken die nogal vijandig tegenover elkaar staan.

Het moslim tijdperk
Hoe de moslims in no time de controle over het schiereiland verkregen.

Na de dood van zijn zoon wordt het kalifaat ondergedompeld in een burgeroorlog en opgedeeld in zogenaamde ‘Taifas Koninkrijken’. De koningen van deze Taifas beconcurreren elkaar  niet alleen in oorlogen, maar ook in de begunstiging van de kunst en cultuur, tijdens de korte momenten van herstel, bestreden ze elkaar. De Taifa Koninkrijken verloren, ten opzichten van de christelijke koninkrijken van het noorden, behoorlijk wat terrein. Na het verlies van Toledo in 1085, nodigen de islamitische heersers met tegenzin de Almoraviden (een zeer wrede, oorlogszuchtige, islamitische groepering) uit het noorden van Afrika uit. Deze vallen Al-Andalus binnen en vestigen daar een nieuw imperium. In de 12e-eeuw valt ook dit Almoraviden rijk weer uiteen, hoewel ze voor de slag bij Las Navas de Tolosa in 1212 een groot leger op de been te weten brengen. maar ondanks hun numerieke overmacht verliezen de islamieten deze beslissende slag.

Lonja de la Seda (Zijdemarkt) of de Kooplieden van Valencia, een manifestatie van de economische en sociale kracht van de laatmiddeleeuwse middenstand.

Het middeleeuwse Spanje was een vrijwel constant strijdtoneel tussen moslims en christenen. De Almohaden hadden in 1147 de controle over de Maghreb (groot deel van Noord-Africa) en het Al-Andalus van de Almoraviden overgenomen. Fundamentalistisch gezien waren zij nog een stukje erger dan de Almoraviden, en behandelde de Dhimmis zeer wreed. (Dhimmis zijn joden of christenen die, onder de “bescherming” van een moslim heerser of Sultan leven). De behandeling van Joden in deze periode hing sterk af van de verschillende islamitische of christelijke koninkrijken. In de 13e-eeuw was het emiraat van Granada, het enige onafhankelijke islamitische koninkrijk in Spanje.

Derhalve de vermindering van de islamitische koninkrijken is het belangrijk om eens te kijken wat deze moslim samenleving qua technologie en cultuur op de lange termijn voor het schiereiland betekend heeft. In die tijd, regeerde de koningen van Aragón niet alleen over gebieden die tot het koninkrijk Aragón behoorden, maar ook over het Prinsdom van Cataluña, en later ook over de Balearen, het koninkrijk van Valencia, Sicilië, Napels en Sardinië. De Compañia Catalana nam de bezetting van het Hertogdom van Athene over, dat onder bescherming van één van de prinsen van het Huis van Aragón kwam te staan, die er tot 1379 over regeerde.

De herovering (8ᵉ tot 15ᵉ eeuw)

De gigantische slag van Las Navas de Tolosa in 1212, markeerde het begin van het einde van de islamitische koninkrijken in Spanje.

In 722 werd er een moslim detachement verslagen door een groep christelijke vluchtelingen in de bossen van Covadonga (Asturias). Deze slag ging de geschiedenis boeken in als de slag om Govandonga en werd aangevoerd door Don Pelayo, waarschijnlijk een Gotische edelman die daarna werd uitgeroepen tot koning van Asturias. Het eerste Hof werd ingesteld in Cangas de Onis. Pelayo stierf in 737. Twee jaar later (739) profiteert zijn schoonzoon Alfonso I, zoon van Pedro de Cantabria, van de strijd tussen de Arabieren en de Berbers en geeft een nieuwe impuls aan de heroveringen door het gebied tot aan de rivieren de La Rioja en de Duero te veroveren op de moslims. Maar het is niet mogelijk dit gebied te herbevolken, het bleef een brede strategische woestijn, een stuk niemandsland in het noordelijke plateau.

Het standbeeld van Don Pelayo in Covadonga.
De verschillende stadia van de herovering:
        1. De grens van het koninkrijk Asturias wordt bepaalt door de rivier de Arlanzón en de midden- en benedenloop van de Duero. Tot aan het begin van de 10e-eeuw.
        2. León en Castilla beide gelegen boven het Sistema Central en het stroomgebied van de Taag. Toledo wordt heroverd in 1085. En de herovering van Zaragoza vindt plaats in 1118.
        3. Dominatie over de Vallei van Guadiana en de passen van Seirra Morena. De slag om Las Navas de Tolosa (1212).
        4. De bezetting van de vallei van Guadalquivir door Fernando III ‘el Santo’ (1252) en Valencia, en de Baleares eilanden door Jaime I van Aragón (1276). Tot er in 1492 het laatste moslim bolwerk werd heroverd.

Tussen de jaren 718 en 1230 werden de belangrijkste christelijke kernen van het schiereiland gevormd door de koninkrijken van Asturias, Navarra, León, Galicia, Portugal, Aragón en Castilla.

In de 13e-eeuw vond er een grote christelijke opmars plaats waardoor het Koninkrijk Aragón zich uitbreidde tot de Middellandse Zee. Castilla en León verenigen zich tot één koninkrijk.

De vereniging van León en Castilla

In het jaar 1037 overleed Bermudo III, koning van León, op het slagveld in de strijd tegen zijn zwager Fernando I. Omdat Bermudo III geen kinderen had, neemt zijn zwager aan dat hij de opvolger zal worden en daarom verenigt hij het Koninkrijk van León en het graafschap Castilla. In 1054 was Fernando I in gevecht met zijn broer koning Garcia Sánchez III de Navarra in de slag om Atapuerca. De Navarraanse vorst komt daarbij om het leven en lijft Fernando onder andere de regio van Montes de Oca, in de buurt van de stad Burgos, in.

Het kasteel van Manzanares el Real (Madird). Het kasteel was minder bedoeld als verdedigingswerk en meer als een goed verdedigbaar herenhuis.

Bij de dood van Fernando I, in 1065 veranderde hij het graafschap van Castilla noodzakelijkerwijs in een koninkrijk dat de eerstgeborene Sancho II zou erven; Alfonso VI erft León en als Sancho II in 1072 vermoord wordt dan erft Alfonso VI, broer van Sancho II, ook de troon van Castilla, en werd daardoor de eerste monarch die over beide koninkrijken regeerde.

Wanneer hij sterft erft zijn dochter Urraca zijn troon. Urraca trouwt dan voor de tweede keer met Alfonso I de Aragón ‘el Batallador‘, koning van Aragón, uit dit huwelijk komt geen opvolger voort en het werd overigens in 1114 door paus Pascual II nietig verklaard vanwege de verwantschap van beide echtgenoten, waarna er weer verscheidene schermutselingen plaatsvonden tussen beide koninkrijken. Alfonso VII haar zoon uit het eerste huwelijk erfde haar troon van Castilla en León in 1126. Alfonso VII slaagde erin gebieden van het koninkrijk Navarra en Aragón (profiterend van de zwakte van deze koninkrijken na de dood van Alfonso I) te annexeren. Door het huwelijk van Petronila en Ramón Berenguer IV, moet hij weer afstand doen van deze veroverde gebieden van de Middellandse Zeekust, want door het huwelijk van deze twee valt het grondgebied van Aragón terug aan het graafschap van Barcelona. In zijn testament geeft hij aan dat hij weer terugkeert naar de koninklijke traditie om zijn koninkrijk te verdelen onder zijn zonen. Opnieuw worden Castilla en León verdeeld, Fernando II wordt koning van León en Sancho III krijgt het bewind over Castilla.

In 1230 werd de vereniging tussen Castilla en León dan toch definitief. In 1217 erft Fernando III ‘el Santo’ het koninkrijk Castilla van zijn moeder Berenguela. Na de dood van zijn vader Alfonso IX in 1230 komt hij met de erfgenamen Sancha en Dulce overeen om het koningschap van León met instemming van het Concordia de Benavente over te nemen.

De crisis van de late middelleeuwen
De slag om Nájera of van Navarette (1367).

Door de samenloop van een aantal ongunstige factoren kwam het dat de 14e-eeuw een wijdverbreide crisis onderging, niet alleen in Spanje ging het slecht, maar heel Europa stond er slecht voor. De ongunstige factoren omvatten een algemene verslechtering van het klimaat, met gevolgen voor de landbouw, de zogenaamde Zwarte Dood (de pest) in 1348 en het uitbreken van talrijke conflicten.

Aan het eind van de 13e-eeuw zijn er vele interne conflicten, die voortkomen uit successie geschillen die dan weer leidde tot voortdurende burgeroorlogen over bijna alle koninkrijken op het schiereiland, zowel bij de moslims als bij de christenen, maar vooral in Navarra (de oorlog van Navarra, de burgeroorlog van Navarra) en de strijd om de kroon van Castilla (tussen aanhangers van Alfonso X ‘el Sabio’ en zijn zoon Sancho, en de aanhangers van de kinderen van Cerda en Fernando IV de Castilla ‘el Emplazado’ en tussen Pedro I ‘el Cruel’ en Enrique II ‘el de las Mercedes’ van de nieuwe Trastamara-dynastie, en tussen Juana ‘la Beltraneja’, en Isabel ‘la Católica’). Vele van deze conflicten waren toe te schrijven aan Europese problemen, zoals de Honderdjarige Oorlog, of oorlogen tussen de christelijke koninkrijken van schiereiland, zoals de oorlog tussen de twee Pedro’s (1356 – 1369 tussen Castilla en Aragón) en de Slag bij Aljubarrota (1385, tussen Castilla en Protugal). De Anglo-Portugese aliantie (1373) liet de buitengewone verwerping zien (een langdurig probleem dat tot op de dag van vandaag doorgaat). Daar er geen directe erfgenaam was voor de kroon van Aragón werd Fernando ‘de Antequera’ (die gerelateerd was aan de Castilliaanse familie Trastamare) door het parlement gekozen als opvolger van Martín I koning van Aragón. (Het Compromiso de Caspe van 1412).

Universiteit van Salamanca. Eén van de oudste van de wereld.

Parallel aan de laatste eeuwen van de Middeleeuwen was er een ware bloei van het intellectuele leven, door een vermenigvuldiging aan onderwijsinstellingen, samen met een concurrerende aanwezigheid van religieuze orders. Voornamelijk dominicanen, franciscanen en augustijnen. Universiteiten en Hogescholen werden veranderd in een mechanismes van vorming van de kerkelijke en bureaucratische elites, door middel van een soort klantenbinding. In Salamanca, Valladolid en Murcia bestonden al instituten als ‘studium arabicum’ en ‘hebraicum’, daarna kwamen daar nog bij de Universiteit van Lleida (1300), Universiteit van Coimbra (1308, overgedragen aan Lissabon), de Universiteit van Perpignan (1350), de Sertoriana Universiteit van Huesca (1353), de Universiteit van Valencia (1414), de Universiteit van Barcelona (1450) en de Universiteit van Santiago de Compostela (1495).

De opkomst van  het Spaans

In de 13e-eeuw werden er vele verschillende talen in de christelijke delen, van wat nu Spanje is, gesproken. Zoals het Castiliaans, het Aragonees, het Catalaans, Baskisch, Galicisch, Aranees en het Asturleonees. Maar gedurende de gehele eeuw, won het Castiliaans (wat tegenwoordig bekend staat als het Spaans) aan bekendheid en in toenemende mate in het Koninkrijk van Castilla, als culturele en communicatieve taal. Een voorbeeld hiervan is El Cid. In de laatste jaren van het bewind van Fernando III de Castilla, begint men het Castiliaans in bepaalde soorten documenten te gebruiken, en tijdens het bewind van Alfonso X werd het de officiële taal. Vanaf die tijd werden alle openbare documenten in het Castiliaans geschreven, en alle vertalingen werden ook in het Castiliaans in plaats van het Latijn gemaakt. Plus, werden er in de 13ᵉ eeuw vele universiteiten opgericht in het koninkrijk van León en Castilla waarvan sommige, zoals Salamanca en Palencia, behoorde tot één van de eerste Universiteiten van Europa. In 1492, onder de ‘Reyes Católicos’, werd er een eerste grammaticale editie van de Engelse taal, door Antonio de Nebrija, uitgebracht.

De geschiedenis van het moderne Spanje


Columbus zet voet op (een van de Caraibische eilanden waarvan hij dacht dat het West Indië was) Amerika.

Tijdens het huwelijk (1469) van Isabel en Fernando, kroonprins van Aragón, vindt de dynastieke unie van de koninkrijken Castilla en Aragon plaats (Fernando erfde de troon van Aragón in 1479), hoewel beide gebieden hun eigen wetten en instellingen behouden, en ja, onder het mandaat van dezelfde monarch (hier staat dus dat één en de zelfde koning (bijv. Felipe II) met twee verschillende wetgevingen, in zijn land, te maken heeft). Tussen 1474, het jaar dat Enrique IV stierf, en 1479, vond er een burgeroorlog plaats tussen aanhangers van Isabel (stiefzus) en aanhangers van Juan la Beltraneja (legitieme dochter van Enrique IV, en getrouwd met de koning van Portugal), voor opvolging van de kroon van Castilla. Als de aanhangers van Juana gewonnen hadden dan had Castilla samengegaan met Portugal. De herovering van Spanje eindigde in 1492, met de herovering van Granada door de Reyes Católicos. In hetzelfde jaar worden de Joden uit Spanje verdreven en ontdekt Cristóbal Colón Amerika; hij voert de door Isabel gefinancierde expeditie aan. Op 12 oktober 1492 komt hij met La Pinta, La Niña en de Santa Maria aan op het eiland Guanahani aan.

De verovering van de Canarische Eilanden

De verovering van de Canarische Eilanden door de Kroon van Castilla vond plaats tussen 1402 (met de verovering van Lanzarote) en 1496 ( met de verovering van Tenerife). In dit proces zijn twee perioden te onderscheiden: de ‘Conquista Señorial’ (de Nobele Verovering), uit gevoerd door de adel in ruil voor een pact van vazalschap, en de ‘Conquista Realage’ (de Koninklijke Verovering), rechtstreeks uitgevoerd door de Kroon, tijdens het bewind van de ‘Reyes Catolica’.

Het was geen eenvoudige militaire onderneming, gezien de oorspronkelijke bewoners flink weerstand boden op sommige eilanden. Politiek gezien was het evenmin interessant, aangezien de specifieke belangen van de adel (vastbesloten om hun economische en politieke macht te versterken door de overname van de eilanden) en die van de staten, met name die van Castilla, te midden van een territoriale expansie en in een proces van versterking van de kroon ten opzichte van de adel zaten.

Voor hun verslag, onderscheiden de historici twee periodes in de verovering van de Canarische Eilanden:

        • De Conquista Señorial: De onder deze naam bekende verovering wordt door de adel uitgevoerd, voor hun eigen voordeel en zonder directe deelname van de Kroon, die het recht van verovering verlenen in ruil voor een vazalschap aan de edele van de Kroon. We onderscheiden onder hen de zogenaamde Conquista Betancuriana of Normanda, uitgevoerd door Jean de Bethencourt en Gadifer de la Salle tussen 1402 en 1405, die de eilanden Lanzarote, El Hierro en Fuenteventura betrof. En de andere fase bekend als de Conquista Señorial Castellana door Castiliaanse edelen die zich de eerder veroverde eilanden, door aankopen, toewijzingen en huwelijken toe-eigende en later het eiland La Gormera in 1450 inlijfde.
        • De Conquista Realenga: Deze term definieert de verovering die rechtstreeks door de Kroon van Castilla werd uitgevoerd, tijdens het bewind van de ‘Reyes Católicos’ die bewapende en financierde de verovering van de eilanden die nog ontbraken aan hun dominantie: Gran Ganaria, La Palma en Tenerife. In  het jaar 1496 eindigde de veroveringen met de overheersing van het eiland Tenerife, waarna de Canarische Archipel met de Kroon van Castilla werd geïntegreerd. Deze Conquista Realenga vond plaats tussen 1478 en 1496.

Het Spaanse Imperium

Het Spaanse Imperium, na de proclamatie van Felipe II, koning van Spanje en Portugal (1580 – 1640)

Het Spaanse Rijk was een van de eerste moderne wereldwijde rijken en een van de grootste ( zo niet de grootste) rijken in de geschiedenis. Het wordt beschouwd als het eerste wereldrijk, het eerste imperium dat bezittingen heeft op alle continenten, behalve Antartica. In tegenstelling tot het Romeinse Rijk en het Karolingische Rijk, geen communicatie over land mogelijk was.In de 15e-eeuw was Spanje op zoek naar nieuwe handelsroutes over de oceanen en opende daarmee de zeeën. In 1492 financierde de Isabel I het project van de zeeman Cristóbal Colón die op zoek was naar een nieuwe handelsroute naar Azië over de Atlantische Oceaan. De aankomst in de Nieuwe Wereld en de daaropvolgende verovering van Amerika is de cement voor de eenheid van het machtige Spaanse Rijk. Gedurende de volgende eeuwen zal Spanje uitgroeien tot een belangrijke speler in de westerse wereld het werd zelf de grootste macht van deze tijd. De integratie van het Koninkrijk Portugal in 1580 markeerde het moment van maximale uitbreiding van het Latijns-Amerikaanse Rijk.

In de daaropvolgende eeuwen zou Spanje uitgroeien tot een belangrijke speler in de westerse wereld en daarbij de grootste macht van die tijd. De Spaanse veroveraars ontdekken en domineren uitgestrekte gebieden die behoren tot verschillende culturen in Amerika en andere regio’s van Azië, Afrika en Australië.

Toen het invloed gebied van Spanje was uitgebreid, werd het de grootste economie van de wereld, de handel bloeide tussen het Iberisch schiereiland en de Amerika´s maar ook over de Stille Oceaan uit Oost-Azië en de Filipijnen komen vele producten en dure specerijen. Maar ook wat betreft het militaire aspect, eeuwenlang domineert het Spaanse Rijk met zijn marine de Zeeën en de oceanen met de marine en op het slagveld met de infanterie van de Tercios. Tijdens de hoogconjunctuur van het rijk, bereikte Spanje grote hoogte van internationale prestige, en wat afkomstig was uit Spanje werd dikwijls nagemaakt. De meest gecultiveerde kunstuitingen in Spanje waren de literatuur, de kunst in het algemeen en de muziek en architectuur, terwijl er kennis werd verzameld en onderwezen aan prestigieuze universiteiten zoals Salamanca en Alcalá de Henares.

Overgave van Breda, het schilderij van Velásquez (1599 – 1660) wordt ook wel ‘De Lanzen’ genoemd.

De gouden eeuw

De Spaanse Gouden Eeuw was een periode waarin de kunst en de Spaanse literatuur die chronologisch gezien liep vanaf de publicatie van het Gramática castellana van Nebrija in 1492 tot aan de dood van Calderón in 1681.

Miguel Cervantes Saavedra schrijver van ‘Don Quijote de la Mancha’.

De Spaanse literatuur met het boek ‘Don Quichot de la Mancha’ van Miguel de Cervantes Saavedra dat werd beschouwd de eerste verlichtte moderne roman. Dit boek is het meest bewerkte en vertaalde universele verhaal; net zoals het picareske genre wiens werk aanving met dat van Lazarillo de Tormes (een anonieme schrijver). In de oneindige lijst van poëten, toneelschrijvers en opmerkelijke proza schrijvers in de Gouden Eeuw vinden we Góngora, Lope, Tirso de Molina, Quevedo, Fernando de RojasCalderón, San Juan de la Cruz, Fray Luis de León, Santa Teresa de Ávila, Mateo Alemán, etc. of humanisten, theologen of filosofen als Jaun Luis Vives, Antonio de Nebrija, Baltasar Gracián, Miguel Servet of Fray Bartolomé de las Casas.

Diego Velázquez, wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke schilders van de geschiedenis, hij ontwikkelde een relatie met Felipe IV en zijn eerste minister, de graaf-hertog van Olivares, die enkele portretten naliet waarmee zijn buitengewone meesterschap en vaardigheid aantoonde. Nadat El Greco zich in Spanje gevestigd had zou hij zijn meest belangrijke maniëristen werken maken. En uit deze periode kennen we ook andere geesteskinderen van grote schilders als Ribera, Murillo of  de barokke schilder Zurbarán. In de beeldhouwkunst zien we figuren als Alonso Berruguete, Alonso Cano, Francisco Salzillo, Gregorio Fernández of Pedro de Mena.

De Habsburgers, zowel in Spanje als in Oostenrijk, waren de grote beschermheren van de kunst in hun land. El Escorial, het grote koninklijke kloosterpaleis ‘gebouwd’ door de architect Juan Bautista de Toledo in opdracht van Felipe II, die vervolgens samen werkte met Juan de Herrera, Juan de Minjares of Giovanni Battista Castello, veroorzaakte bewondering bij enkele van de grootste Europese architecten. Andere opmerkelijke architecten waren Diego de Siloé en Pedro Machuca.

Het Huis van Habsburgers oftewel Oostenrijk

Don Carlos I was de eerste vorst van de dynastie van de Habsburgers ook wel het Huis van Oostenrijk genoemd op het moment dat Spanje, door zijn veroveringen van grote gebieden in Amerika en andere overzeese gebieden, zijn grootste expansie doormaakte. Bovendien werd koning Carlos I tot keizer gekroond van het Heilige Roomse Rijk als Carlos V, waarmee hij Europese gebieden aan de Kroon toevoegde; naderhand breidt Felipe II de gebieden in Amerika uit en omringt de kroon van Portugal met zijn overzeese gebieden. Dit is het begin van een periode (1580 – 1640) waarin de domeinen van de katholieke monarch de grootste economische en militair machtig in de wereld werden. Na de Spaanse Successieoorlog verloor men zijn militaire dominantie in Europa, maar bleef economisch gezien de grootste ter wereld en behield zijn controle over de zeeën tot aan het eind van de 18ᵉ eeuw.

We kunnen deze periode de regende monarchen indelen:

        • Koninkrijk van Carlos I van Spanje  (1516 – 1556)
        • Koninkrijk van Felipe II  (1556 – 1598)
        • Koninkrijk van Felipe III (1598 – 1621)
        • Koninkrijk van Felipe IV  (1621 – 1665)
        • Vrede van Westfalen  (1648). Spanje erkent de onafhankelijkheid van de Nederlanden.
        • Koninkrijk van Carlos II  (1665  – 1700)

Het huis van Bourbon en de Ilustración (de Verlichting)

Portret van Carlos III (1759 – 1788), Monarch die tijdens zijn bewind probeerde de samenleving van Spanje te moderniseren.

Het Huis van Bourbon, begon met de kroning van de Spaanse koning Felipe V in 1700. Kort daarna in 1702 begon de Spaanse Successieoorlog waaraan Aragón deelnam, maar provincies zoals Pais Vasco en Navarra niet deelnamen maar trouw bleven aan Castilla. Hij voerde ook uitgebreide administratieve hervormingen door om zijn nieuwe koninkrijk in een meer gecentraliseerde vorm en dichterbij de mensen en hun land te brengen.

Het staat in Spanje bekend als de ´política Ilustración´ (politieke Verlichting) en bevat de wijze van bewind van de Bourbons van Felipe V in 1700 tot Carlos IV die dit bewind abrupt staakt in 1808, het gevolg van de beweging in het tijdperk van de ´Verlichting´dat begint in Frankrijk en is de vooravond van de Franse Revolutie.

        • Koninkrijk van Felipe V (1700 – 1746) met een korte onderbreking van regeren door Luis I de España in 1724
        • Vrede van Utrecht  (1713)
        • Koninkrijk van Fernando VI  (1746 – 1759)
        • Koninkrijk van Carlos III (1759 – 1788)
        • Koninkrijk van Carlos IV  (1788 – 1808)

Absolutisme en centralisatie van Spanje

Felipe V ondertekend verschillende decreten van Nueva Planta tussen 1707 en 1715, een nieuwe wet die de meeste van de historische rechten en privileges van de verschillende koninkrijken die nu de Spaanse Kroon vormen, met in het bijzonder de rechten en privileges van de kroon van Aragón, worden ingetrokken en de verschillende koninkrijken verenigd onder de wetten van Castilla, waar het parlement meer ontvankelijk was voor de wil van de koning. Spanje volgt cultureel en politiek gezien het absolutistische Frankrijk. Felipe V maakte hervormingen in de regering en versterkte daarmee het centrale gezag in relatie tot de provincies. De hervormingen die eerdere Bourbons hadden doorgevoerd leidde tot andere, veel belangrijker hervormingen van Carlos III. De economie, over het algemeen, is verbeterd in de 18e-eeuw ten opzichte van de depressie in de tweede helft van de 17e-eeuw, maar ook de productiviteit is verhoogt en er zijn minder epidemieën en er is bijna geen hongersnood meer.

Eigentijdse geschiedenis van Spanje


Defensie van het Artillerie park, Monteleon. Joaquin Sorolla.

De Onafhankelijkheidsoorlog  (1808 -1813)

1808:  2 mei, opstand in Madrid
1808 – 1813:  Bewind van Jose I Bonaparte
1808 – 1810:  Junta Suprema Central
1810  – 1814:  Het Parlement van Cádiz
1810 – 1830:  Onafhankelijkheid van Latijns-Amerika

Koninkrijk van Vernando VII  (1814 – 1833)

De drie jarig liberalisme  (1820 – 1823)
De Onheilspellende tien jaren  (1823 – 1833)

Koninkrijk van Isabel II  (1833 – 1868)

Regentschap van Maria Christina van Bourbon-Sicilië  (1833 – 1840)
Eerste Carlistische oorlog  (1833 – 1840)
Regentschap van generaal Baldomero Espartero  (1840 – 1843)
Koninkrijk van Isabel II  (1843 – 1868)
Revolutie van 1868

Agustina de Aragón tegen de troepen van Napoleon. Gravure van Juan Gálvez en Fernando Brambilla, gepubliceerd in Cadiz door de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten on 1812 – 1813.
Moord op de president van de Ministerraad van Spanje, Juan Prim in de Calle del Turco, in de nacht van 27 december 1870.

Zesjarige presidentiële Democratie  (1868 – 1874)

Deze periode staat in Spanje bekend als ‘Sexenio Democrático’ en loopt vanaf het moment dat men de overwinning had behaald in de revolutie, 1868 tot december 1874, en dat weer het begin was van de periode de bekend staat als de ‘Restauración’.

Het bewind van Amadeo de Saboya  (1870 – 1873)

Na de revolutie van 1868 werd er in Spanje een constitutionele monarchie uitgeroepen. Er had een inherente moeilijke verandering van het regime plaats gevonden en er moest een koning gevonden worden die de lading accepteerde. Uiteindelijk  vond men, op 16 november 1870 met steun van een groot deel van het progressieve Parlement, in Amadeo de Saboya een verkozen koning voor Spanje. Koning Amadeo I van Spanje wordt de opvolger van Isabel II.

Amadeo had ernstige moeilijkheden als gevolg van de instabiliteit van de Spaanse politici, als die van de republikeinse samenzweringen, de Carlistische opstanden, het separatisme van Cuba en de geschillen met haar bondgenoten en af en toe een moordaanslag en op 11 februari 1873 deed hij op eigen initiatief afstand van de troon. waarop de regering de Eerste Spaanse Republiek (Primera República Española) uitroept.

De Eerste Republiek van Spanje  (1873 – 1874)

De Eerste Republiek van Spanje werd afgeroepen op 11 februari van 1873 door het Parlement, en dan keldert de natie in een diepe instabiliteit die zich voordoet onder vier presidenten, Figueras, Pi y Margall, Salmerón y Castelar, binnen elf maanden. De zwakte waarmee de geboorte van deze natie gepaard ging provoceerde een onmiddelijke restauratie van de Bourbon monarchie, maar ook de Carlisten lieten zich horen en veroorzaakte verschillende opstanden, ook het ontbreken van een middenklasse, sociale basis en traditie deden geen goed aan de zaak.

De restauratie van het Huis van Bourbon  (1875 – 1931)

Deze periode stond bekend als de Restauración borbónica en omvatte de militaire opstand van generaal Martínez Campos in 1874 en de afkondiging van de Tweede Republiek in 1931. Een periode van institutionele stabiliteit waarin de vorming van een liberaal staatsmodel en de integratie van sociale en politieke beweging centraal stond. Het was het gevolg van de industriële revolutie. En het begin van het verval van de dictatuur van Miguel Primo de Rivera in 1923.

Antonio Canovas del Castillo was een sleutelfiguur in de tweede helft van de 19ᵉ eeuw , hij was de drijfveer achter de grondwet van 1876, die het begin van institutionele stabiliteit markeerde. Hij werd vermoord op 8 aug. 1897, in Mondragón. Doodgeschoeten door de anaarchist Michele Angiolillo.

Ofschoon de voormalige koningin Isabel II nog in leven was, erkende zij dat er teveel verdeeldheid was onder de leiders, en dat zij aftrad in 1870 ten gunste van haar zoon, Alfonso XII. Na het mislukken van de Eerste Spaanse Republiek, waren de Spanjaarden bereid om terug te keren naar een stabiliteit van een regering onder het bewind van een Bourbon. De republikeinse legers en de opstandige Carlisten, verklaren hun loyaliteit aan de nieuwe koning in de winter van 1874 – 1875. De Republiek werd ontbonden en Antonio Canovas del Castillo, politicus en intellectueel kreeg het vertrouwen van de koning en werd benoemd op de vooravond van het nieuwe jaar, 1874, tot Minister-President benoemd. Op 30 juni 1876 werd de nieuwe grondwet afgekondigd.

De Carlistische opstand werd sterk onderdrukt door de nieuwe koning, zij speelde een actieve rol in de oorlog. En de koning kreeg al gauw de ondersteuning van de meeste Spanjaarden. Er  werd een verschuivingssysteem in Spanje ingevoerd waarbij de liberalen, onder leiding van Praxedes Mateo Sagasta en de conservatieven, onder leiding van Antonio Canovas del Castillo, afwisselend de controle van de regering op zich namen. De stabiliteit en de economische vooruitgang in Spanje werd hiermee gerestaureerd tijdens het bewind van Alfonso XII.

Stanbeeld Van Alfonso XII in het Retiro Park, Madrid

Het werd mogelijk om ontwerp statuten op te stellen voor het opzetten van een autonomie voor Cuba en Porto Rico, aangemoedigd en tot een goed einde gebracht door politici als Maura, Abarzuza en Cánovas en dat zich kristalliseerde tijdens de regering van Sagasta. Met Segismundo Moret in het Ministerie van Overzeese gebieden verleende men volledige autonomie met voorbehoud dat men verantwoording aflag aan de gouverneur-generaal, plus dat er goede besluiten genomen moesten worden waarmee de gelijkheid van de Spanjaarden bevestigd werd in de Antillen en de schiereilanden en dat er een algemeen kiesrecht voor mannen kwam in Cuba en Puerto Rico.

In 1885 overlijdt Alfonso XII aan de gevolgen van tuberculose hij heeft het bewind overgegeven aan Alfonso XIII, dat voorafgegaan zou worden door een regentschap van Maria Christina, van het Casa de Habsburgo-Lorena. Maar wat de natie diep zou choqueren was de moord op Canovas del Castillo in 1897, wat onmiddellijke ernstige gevolgen had en leidde tot de Spaans-Amerikaanse oorlog in 1898.

De Spaans-Amerikaanse oorlog

Cuba begint zijn opstand tegen Spanje aan het eind van de Tienjarige Oorlog in 1868, wat resulteerde in de afschaffing van de slavernij in de Spaanse koloniën en in de Nieuwe Wereld. De interesse van de Verenigde Staten voor het eiland en de zorg voor de inwoners van Cuba zorgde voor een verslechterde betrekking tussen de twee landen. Het exploderen van de USS Maine was de aanleiding voor de oorlog van Cuba in 1898, waarin Spanje ernstig benadeeld werd. Waardoor Cuba zijn onafhankelijkheid verkreeg en Spanje zijn laatste kolonies van de Nieuwe Wereld verloor: Puerto Rico, samen met Guam en de Filippijnen werden aan de verenigde Staten afgestaan voor $ 20.000.000,-.  In 1899, verkocht zijn resterende bezittingen als Pacific Islands, Noordelijke Marianen, Carolina Eilanden en Palau, aan Duitsland. En Spanje kreeg zijn koloniale bezittingen: Spaans-Marokkaanse, de Spaanse Sahara en Spaans Guinea, allemaal in Afrika, terug. El “desastre”, De ‘ramp’van 1898 creëerde de generatie ’98, een groep van staatslieden en intellectuelen die een nieuwe liberale regering vormen en verandering opeisen.

De Eerste Wereldoorlog
Alfonso XIII en Primo de Rivera in 1930.

Doordat Spanje neutraal was in de Eerste Wereldoorlog kon zij materiaal leveren aan de deelnemers van deze oorlog, die een economische zeepbel in deze oorlogsjaren veroorzaakte. De Rif-oorlog, zorgde voor het uitbreken van de Spaanse griep in Spanje en elders. Deze oorlog zorgde ook voor een enorme economische terugval van Spanje, die bijzonder hard aankwam, en het land in een diepe crisis deed terechtkomen. Om uit deze bizarre situatie te komen besloot koning Alfonso XIII de dictatuur van Miguel Primo de Rivera te ondersteunen.

        • Oprichting van de CNT. De opkomst van de linkse partijen in deze jaren maakt vrij baan voor anarchistische ideeën dat resulteert in de oprichting van de ‘Confederación de Trabajadores’, de CNT. In tegenstelling tot de communisten, verwierp het CNT het idee van het dat van staten.
        • 1919: de oprichting van de ‘Partido Comunista de España”. Ter gelegenheid van de III Internationaal, opgeroepen door Lenin. De meer radicale sectoren van de politieke partij PSOE (toen van de marxistische ideologie) treden toe tot de PCE.
De dictatuur van Primo de Rivera  (1923 – 1930)
Landing van Alhucemas tijdens de Rif-oorlog.

13 september van 1923, de kapitein-generaal van Cataluña, Miguel Primo de Rivera plaats een staatsgreep met de steun van de meerderheid van de militaire eenheden. Het Parlement had een vergadering geplant om te proberen de problemen met Marokko zo snel mogelijk op te lossen en de betrokkenheid van het leger in deze oorlog te analyseren. Dit laatste leidde tot de coupe. Een belangrijke rol die meespeelt in deze  deze situatie is de ernstige crisis van het monarchale systeem dat niet helemaal past in de snelle 20ᵉ eeuwse industriële revolutie, een factor waarop de bourgeoisie zich verkijkt, en nationalistische spanningen waarmee enkele traditionele politieke partijen niet in staat zijn om het hoofd te bieden aan een volledig democratisch regime.

De “Democratische dictatuur” van generaal Berenguer  (1930 – 1931)

Na de economische crisis van 1927 met de nadruk op 1929, worden de arbeiders en de intellectuelen gewelddadig onder druk gezet en ontbreekt het aan harmonie tussen de bourgeoisie en de dictatuur, en hier was de monarchie medeplichtig aan. In augustus 1930 verenigd de oppositie zich in het zogenaamde pact van San Sebastián. De regering van Damaso Berenguer, de zogenaamde democratische dictatuur, en Juan Bautista Aznar-Canañas, zal niets doen om verval te verlengen, doen niets anders dan het verval vergroten. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 april 1931 werd de Tweede republiek uitgeroepen, waarmee de restauratie van het Huis van Bourbon in Spanje ten einde komt.

Tweede Republiek van Spanje (1931 – 1936)

De Heraldo de Madrid van 13 april 1931.

De verkiezingsoverwinning van de Republikeinen in de steden leidde tot de val van de monarchie. De verandering in het regime kwam op 14 april 1931 tot stand zonder bloedvergieten, na de proclamaties van Madrid, Barcelona en andere steden is de Republiek een feit. Ervan overtuigd dat de gemeenteraadsverkiezingen een nationaal betoog tegen de monarchie was, doet de graaf van Romanones, Minister van Staat, de koning adviseren, dat het beter voor hem is het land te verlaten en onderhandelde met de revolutionaire commissie overdracht van de overheid. En toen generaal Sanjurjo, hoofd van de Guardia Civil, verklaarde dat zijn mannen niet zouden vechten voor de monarchie, vertrok Alfonso XIII uit Spanje.

De Republikeinse ijver had de marginalisatie verlaten en had de ruime gematigde sectoren van de stedelijke middenstand veroverd, zij waren het die, tot dan toe, konden rekenen op de politiek. In de meeste hoofdsteden, werd de verkiezingsuitslag gevierd met vreugdevolle vreedzame demonstraties.

De geschiedenis van de Tweede Republiek is te verdelen in twee fasen:

      • Het eerste biënnium (twee jarige periode) (al dan niet met inbegrip van de Voorlopige Regering), vanaf de afkondiging ervan op 14 april 1931 tot het houden van de algemene verkiezingen in november 1933, waarmee het tweede biënnium begon. Het omvat de volgende belangrijke gebeurtenissen:
          • 1931: Proclamatie van de Catalaanse Republiek in april 1931. Opstelling en goedkeuring van de grondwet van 1931 in december.
          • 1932: Opstand in Sevilla door generaal Sanjurjo. Wet op de grondslagen van de landbouwhervorming. Goedkeuring van het autonomiestatuut van Cataluña. Triomf van de Esquerra Republicana bij de eerste verkiezingen voor het Catalaanse parlement. Francesc Macià, voorzitter van de Generalitat.
          • 1933: Wet op de Religieuze Broederschappen. Anarchistische opstand. Oprichting van de Spaanse Falange. Baskisch statuut.
      • Tweede biënnium: ingeleid door de overwinning van centrumrechts bij de verkiezingen van november.
          • 1933: Lerroux’ eerste regering met de steun van het CEDA.
          • 1934: Revolutie in Asturias. Institutionele breuk met de Generalitat van Cataluña. Repressie in Asturias onder leiding van generaal Franco.
      • Regering van het Frente Popular (Volksfront): na de overwinning van het Frente Popular bij de verkiezingen van 16 februari.

Spaanse Burgeroorlog (1936 – 1939)

De Spaanse Burgeroorlog (17 juli 1936 – 1 april 1939) wordt vergeleken met de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, als opmaat voor de Tweede Wereldoorlog, omdat het een militaire confrontatie was tussen verschillende totalitaire ideologieën, het fascisme en nationaal-socialisme tegen het communisme, socialisme en het anarchisme.

Ontwikkeling van de oorlog

Op 17 juli 1936, haalt generaal Francisco Franco het Spaanse leger van Afrika naar het schiereiland, terwijl een ander leger uit het noorden onder generaal Mola verhuisd naar het zuiden van Navarra. Militaire eenheden werden elders ook gemobiliseerd om overheidsinstellingen over te nemen. Deze bewegingen van Franco waren bedoeld om de macht in een keer te kunnen grijpen, maar het succesvolle verzet van de Republikeinen in plaatsen als Madrid,Barcelona, Valencia, Málaga en Pais Vasco, markeerde het begin van een burgeroorlog, een langdurige broedermoord. In korte tijd, een groot deel van het zuiden en westen was onder controle van het nationale leger, wiens krachten in Afrika de meest professionele troepen in het conflict waren. Beide partijen ontvangen buitenlandse militaire hulp, Nationaal nazi Duitsland, het fascistische Italië en de dictatuur van Portugal, terwijl het Republikeinse Volksleger werd geholpen door de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR), Mexico, onder leiding van Lázaro Cárdenas del Rio voorzitter van de Partij van de Mexicaanse Revolutie en de Internationale Brigades, bestaande uit socialisten, communisten en anarchisten die uit verschillende landen kwamen.

Republikeinse troepen aan het front van Aragón.

De belegering van Alcazar in Toledo aan het begin van de oorlog was een keerpunt. De Republikeinen waren in staat om weerstand te bieden in Madrid tijdens de aanval van de Nationalisten in november 1936, en bij de latere teleurstellende offensieven zoals de veldslagen van Jarama en Guadalajara in 1937.

De slag om Ebro, in juli en november 1938, was de laatste wanhopige poging van de Republikeinen om het tij van de oorlog te keren. Toen Barcelona in de handen van de nationalisten viel, begin 1939, betekende dit het eind van de oorlog. De resterende Republikeinse fronten stortte in en Madrid werd in maart 1939 ingenomen. Het is moeilijk te zeggen hoeveel slachtoffers er precies vielen, maar deze oorlog koste 300.000 tot 1.000.000 mensen het leven en eindigde in een verlies voor de Republikeinen en het begin van de dictatuur van Francisco Franco.

Tijdens het verloop van de oorlog werd er aan beide zijden gemoord en er werden aan beide zijden standrechtelijke executies onder burgers uitgevoerd, zowel kerkelijke als nationalistische, gevangenen en republikeinen. Na de oorlog werden duizenden Republikeinen onder drukt of gevangen gehouden in concentratiekampen, veel republikeinen werden in ballingschap gesteld.

De dictatuur van Francisco Franco  (1939 – 1975)

Kaart van Ifni in 1957, na het conflict van 1958.

Francisco Franco Bahamonde was staatshoofd van het dictator regime, beter bekend als Franco , dat heerste over Spanje van 1939 tot 1975. Tijdens het regime van Franco heeft Spanje steeds geprobeerd Gibraltar terug te krijgen van Engeland en won daarbij ook wel enige steun van de Verenigde Naties. En in de jaren na 1960 begon Spanje beperkingen op te leggen aan Gibraltar met als hoogtepunt de sluiting van de grens in 1969. Deze ging pas weer open in 1985. De Spaanse overheersing in Marokko eindigde in 1967. Ondanks de overwinning op de Marokkaanse invasie door Spanje in 19571958, deed Spanje geleidelijk afstand van haar resterende Afrikaanse kolonies. Rustig aan gaven ze de onafhankelijkheid aan Spaans-Guinea, dat in 1968 veranderde in Equatoriaal-Guinea en dat een jaar later met een acute diplomatieke crisis kreeg te maken. In 1969 stond Spanje ook zijn Marokkaanse enclave Ifni af aan Marokko. Hetzelfde jaar waarin de grenzen met Gibraltar gesloten zouden worden, cierre de la Verja de Gibraltar.In de laatste jaren van het regime van Franco zag men een economische en politieke liberalisering, ook kwam de toeristische industrie opzetten, dit alles tezamen werd het Spaanse Miracel werd genoemd. Spanje begon aan zijn economische inhaalwedstrijd met de rest van Europa. Franco regeerde tot zijn dood op 20 november 1975, toen hij de controle weer terug gaf aan de Koning Juan Carlos I. In de laatste maanden voor de dood van Franco werd Spanje soort verlamming gedrukt. Dit werd nog eens versterkt door dat koning Hassan II van Marokko de “Groene Opmars” in de Westelijke Sahara afkondigde. Het laatste koloniale bezit van Spanje. (Cueta en Melilla?)

De belangrijkste gebeurtenissen
        • Francisco Franco Bahamonde samen met de President van se US Dwight D. Eisenhower in Madrid 1959.

          1942: Ley Constitutiva de las Cortes
        • 1945: De afkondiging van het Handvest van de Spanjaarden en de Ley Referéndum Nacional.
        • 1947: Frankrijk wordt sterker door zijn externe contacte.
        • Ley de Sucesión a la Jefatura del Estado.
        • Spanje sluit het laatste concentratiekamp in Miranda de Ebro.
        • 1950: Spanje wordt lid van de Wereld voedsel org.
        • 1952: Spanje wordt lid van UNESCO.
        • 1955: Spanje wordt lid van VN.
        • 1958: Spanje wordt lid van de IMF   Ley de Principios del Movimiento.
        • 1959: Bezoek van de presidenten van U.S.A.  Dwight D. Eisenhower.
        • 1966: Ley Orgánico del Estado.
        • 1969: Proclamatie voor het Parlement van Prins Juan Carlos de Bourbon, dat hij de opvolger van het staatshoofd, Francisco Franco zal zijn en de titel van koning krijgt.
        • 1973: op 20 december, ETA vermoord de admiraal Luis Carrero Blanco, President van de regering.
        • 1974: Congres van Suresnes.
        • 1975: De laatste executies van het Franco-Regime leidden tot een internationale isolatie van  Spanje.
        • 1775: Generaal Franco sterft op 20 november. Toetreding van Juan Carlos I:

Het bewind van Juan Carlos I  (1975 – 2014)

De overgang naar democratie  (1975 – 1982)    (El Transición a la democracia)
Koning Juan Carlos I met zijn echtgenote Sofia de Grecia.

De overgang naar de Spaanse democratie markeert een nieuw tijdperk, toen Spanje de dictatuur van Francisco Franco inruilde voor een democratische staat en rechten. De overgang, wordt vaak gezegd, begon met de dood van Franco op 20 november 1975, terwijl de voltooiing ervan wordt gekenmerkt door de verkiezingsoverwinning van de PSOE op 28 oktober 1982. Tussen 1978 en 1982 werd Spanje geleid door de regering van Adolfo Suárez, Eerste Premier in de Unión de Centro Democrático. In 1981 was er een poging tot een staatsgreep, die bekend staat als 23-F. Op 23 februari onderbreekt Antonio Terejo, met leden van de Guardia Civil het Congres van Afgevaardigden, en de sessie waar Leopoldo Calvo-Sotelo zou worden aangesteld als Eertse Minister van de regering wordt stopgezet. Officieel is de coup mislukt dankzij de tussenkomst van Koning Juan Carlos I.

Spanje treedt toe tot de NAVO nog voordat Calvo-Sotelo aftreed. Samen met het veranderen van de politiek komt er ook een verandering in de samenleving op gang die een absolute meerderheid geeft aan een sociaal-democratisch regering onder leiding van Felipe González, die het vier termijnen vol weet te houden. Onder Franco was de Spaanse samenleving uiterst conservatief. Maar de overgang naar de democratische liberalisering heeft de samenleving doen veranderen.

Chronologie: Begin  (1975 – 1978)
        • De Spaanse Comunidades autónomas, een van de verbeteringen met de ingang van de grondwet van 1978.
          1975: Na de uitnodiging van het Marcha Verde (november 1975, terwijl de dictator stervende was) ondertekende Spanje en Marokko het verdrag van Tripartitos de Madrid. Daarmee verloor Spanje zijn laatste kolonie, de Westelijke Sahara, onder dwang van de VN, die sinds 1965 gepleit had voor een referendum. Het grondgebied wordt snel binnengevallen door Marokko en Mauritanië.
        • 1976: Op 15 december is er een referendum over politieke hervorming, die leidt tot de democratisering van Spanje.
        • 1977: 24 januari vindt de aanslag plaats op Atocha waarbij vijf arbeidsrecht gespecialiseerde advocaten van de PCE omkomen. Een aanslag door groep rechts extremistische gewapende mannen.
        • 1977: Eerste algemene verkiezingen na de dictatuur van Franco, die de Unión de Centro Democrático (UCD), een partij geleid door Adolfo Suárez aan de macht brengen.
        • 1977: Pactos de Moncloa.
        • 1978: De Spaanse grondwet van 1978. Die per referendum werd goedgekeurd en op 29 december in werking trad.
Chronologie: Consolidering van de democratie (1979 – 1982)
        • Congreso de los diputados.

          1979: Nieuwe wetgevende verkiezingen, waarbij de UCD de relatieve meerderheid behoudt en in het Congres de absolute meerderheid van het senaat behoudt.
        • 1981: Ontslag van Adolfo Suárez als president van de regering.
        • Op 23 februari, tijdens de stemming bij de inhuldiging van Leopoldo Calvo-Sotelo als nieuwe president van de regering, probeert luitenant-kolonel Antonio Tejero met een aantal handlangers een staatsgreep te plegen, dat door sommige sceptici als een schijnvertoning wordt omschreven, vooral in de geopolitiek gespecialiseerde Britse pers.
        • Op 25 februari wordt Leopoldo Calvo-Sotelo met overgrote meerderheid van het parlement, ingehuldigd als president van de regering, mede naar aanleiding van de poging tot de staatsgreep.
        • 1982: Spanjes toetreding tot de NAVO
        • De electorale overwinning van de PSOE, die een meerderheid wint in het Congres en de Senaat. Eerste socialistische regering onder leiding van Felipe González Márquez.
Huidige geschiedenis  (1982 – heden)
        • 1986: 1 januari, treed officieel toe tot de EEG. op 22 juni worden er algemene verkiezingen gehouden: en opnieuw behaald de PSOE de volstrekte meerderheid. Felipe González blijft de tweede socialistische regering leiden.
        • 1987: Twee ETA terreur aanslagen markeren dit jaar op kwalijke wijze: 19 juni bombardement van de Hipercor in Barcelona, de grootste slachting van de organisatie waarbij 21 burgers worden gedood vindt plaats in een dit winkelcentrum. En de aanval van 11 december op een huis op het hoofdkwartier van Zaragoza, waarbij 5 kinderen en 6 volwassene omkwamen.
        • 1989: Algemene verkiezingen: nieuwe volstrekte meerderheid van de PSOE, derde socialistische regering.
        • 1992. Olympische Spelen van Barcelona. Wereldtentoonstelling in Sevilla, Madrid, culturele hoofdstad van Europa. Begin van de AVE.
        • 1993: Algemene verkiezingen: Relatieve meerderheid voor de PSOE waarbij Felipe González Márquez werd gekozen als Minister President door het vormen van een coalitie tussen CiU en de PNV. Het vierde sociaal democratische bestuur op een rij.
        • 1996: Algemene verkiezingen : relatieve meerderheid voor de Partido Popular (PP) waarbij Jose María López werd gekozen tot premier van de coalitie tussen CiU,PNV en CC. De eerste Partido Popular regering.
        • Kosovo oorlog.
        • 1998: met een jaarlijkse immigratie van + 0,28% begint het fenomeen van immigratie in Spanje sterker te worden. In de komende zeven jaar immigreren er 3.730.600 mensen naar Spanje dat is een vijfvoudig aantal buitenlandse inwoners.
        • 2000: Algemene verkiezingen, met een absolute meerderheid voor de PP. José María Aznar gecontinueerd als premier van de regering. Tweede regering van de Partido Popular.
        • 2001: Afghanistan oorlog.
        • 2 euro muntstuk.2002: Op 1 januari wordt de euro de officiële munteenheid van het land waarmee men de peseta verlaat. Salamanca, Culturele hoofstad van Europa. Spaans voorzitterschap van de EU in de eerste helft van het jaar.
        • Incidenten op het eiland Perejil.
        • 2003: Overheid steunt de oorlog in Irak, dit lokt protest demonstraties op door het hele land.
        • 2004: Op donderdag 11 maart vindt de ergste terroristische aanslag in de geschiedenis van Spanje en Europa plaats. De explosies in verschillende stoptreinen in Madrid. er vallen 192 doden en duizenden gewonden. Het incident schok de gehele Spaanse samenleving. De aanvallen zijn gepleegd door toedoen van de bittere verdeeldheid in het politieke landschap.
        • Op 14 maart wint de PSOE de verkiezingen waarvoor José Luis Rodríguez Zapatero, na diverse convenanten premier wordt. Naast hem staat María Teresa Fernández de la Vega, die als eerste vrouwelijke Vice Premier van Spanje aantreed. Dit is de vijfde socialistische samenwerkende regering.
        • 2008: Begin van de economische crisis.
        • Op 9 maart wint opnieuw de PSOE de algemene verkiezingen met 169 zetels (5 zetels meer dan bij de vorige verkiezingen van 2004) in vergelijking met de PP die maar 154 zetels heeft weten te behalen. Zesde socialistische regering.
        • Van 14 juni tot 14 september vindt er in Zaragoza de Internationale Expositie plaats, met als centraal thema “Water en duurzame ontwikkeling”.
        • 2009: Verergering van de economische crisis toen deze de vier miljoen werklozen voor de eerste keer in de geschiedenis bereikte, die in 2013 zou oplopen tot zes miljoen.
        • 2010: Vierde Spaanse voorzitterschap van de EU in de eerste helft van het jaar.
        • Aanpassings plan van de overheid (12 mei).
        • 2011: 15-M Indignados, Spanish Revolution. Demonstratie in 58 Spaanse steden om de ernst van de economische maar ook de sociale crisis aan te tonen.
        • Libische interventie.
        • De ETA kondigt de definitieve stopzetting van haar gewapende activiteiten aan.
        • Op 20 november wint de PP de verkiezingen met een absolute meerderheid en wordt Mariano Rajoy tot premier gekozen. Derde democratische regering PP.
        • Felipe VI koning van Spanje vanaf 2014.

          2014: Op 2 juni, kondigt Juan Carlos I op televisie zijn aftreden ten gunste van zijn zoon Felipe aan.
        • Op 19 juni wordt Felipe VI door het Parlement uitgeroepen tot Koning van Spanje.
        • 2016: 14-9-2016 Spanje zit nu al meer dan 8 maanden zonder regering. De overwinning van de PP is te klein om tot overeenkomst te komen.
        • 2017: 16 mensen gedood tijdens een dubbele jihadistische aanslag gepleegd door de terroristische organisatie Islamitische Staat in Las Ramblas in Barcelona en Cambrils (17 en 18 augustus).
        • Op 1 oktober organiseert de regering van de Generalitat de Catalunya, onder voorzitterschap van Carles Puigdemont, een referendum dat door het Constitutionele Hof illegaal is verklaard wegens de onafhankelijkheid van Cataloña.
        • Op 10 oktober, Carles Puigdemont voert de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring in het Catalaanse parlement, maar verlangt bovendien dat de gevolgen ervan in de wet op te schorten, in een constante puls met de Spaanse regering onder leiding van Mariano Rajoy.
        • Op 21 oktober, voor het eerst in 40 jaar democratie, beginnen de procedures om artikel 155 van de Grondwet toe te passen.
        • Op 27 oktober verklaart het Parlement eenzijdig de onafhankelijkheid van Cataloña en de Senaat keurt met absolute meerderheid de toepassing van artikel 155 goed om de controle over de Autonome Gemeenschap te verkrijgen. De leden van de regering vluchten naar België of gaan een voorlopige gevangenis binnen voor de misdaad van rebellie.
        • 2018: Op 25 maart wordt de ex-president, Carles Puigdemont , in Duitsland gearresteerd , maar de rechtspraak van dat land weigert zijn uitlevering aan Spanje.
        • Totale ontmanteling van de ETA op 3 mei.
        • Op 1 juni werd de motie van afkeuring van Pedro Sánchez goedgekeurd , waarin hij tot president van de regering werd gekozen en daarmee de eerste werd die werd goedgekeurd sinds het begin van de Spaanse democratie.
        • 2019: Algemene verkiezingen op 28 april: de PSOE wint de verkiezingen, die door president Pedro Sánchez waren uitgeschreven naar aanleiding van de verwerping door het Congres van de algemene staatsbegroting. Aanzienlijke val van de Volkspartij, die haar zetelaantal halveert. Ingang van de extreem-rechtse partij, Vox. De toetreding van Vox tot het Congres draagt bij tot de val van de Volkspartij.
        • 2020: COVID-19 pandemie in Spanje. afkondiging van de alarmtoestand en beperking van de bewegingsvrijheid van de burgers.
        • De afgetreden koning Juan Carlos I – tegen wie een gerechtelijk onderzoek loopt wegens vermeende illegale activiteiten – verlaat Spanje en gaat in Dubai wonen.
        • 2021: De Europese Unie hecht haar goedkeuring aan het economisch herstelplan dat de Spaanse regering heeft ingediend om toegang te krijgen tot de Europese fondsen in verband met de crisis als gevolg van het coronavirus.
        • Spanje wordt het zesde land ter wereld dat euthanasie legaliseert.

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2022-12-31

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3 or Public Domain

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the licence.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.



Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS