Andalusië

de autonome gemeenschap Andalucía

Kaart van Spanje met daarop in rood ingekleurd de Comunidad autónoma Andalucía, gelegen in het zuiden van Spanje.

Het wapenschild van Andalucía staat als volgt omschreven: De figuur van Hercules prominent tussen twee leeuwen die de krachten van dierlijke instincten weergeven. Een inscriptie aan de voet van een legende die luidt: Andalusië door zichzelf, voor Spanje en de Mensheid, op de achtergrond een boog in de kleuren van de Andalusische vlag met de Latijnse woorden, Dominator Hercules Fundator. Deze boog verbind de twee kolommen.
Het wapen van Andalucía
De vlag is samengesteld uit drie horizontale strepen (groen - wit - groen). Deze kleuren doen denken aan de schakeringen van het Andalusische landschapen symboliseren de waarden van zuiverheid en hoop voor de toekomst, in het midden van de vlag is het wapenschild van Andalicía geplaatst. De groene kleur wordt "Verde Omeya" (het Omajjaden Groen) genoemd.
het wapen

Wat u het meest interesseert:

Gegevens
Hoofdstad Sevilla
Officiële taal Castellano (Spaans)
Entiteit Comunidad autónoma
Onderverdeling 8 provincies:
Almeria, Cádiz, Córdoba, Granada, Huelva, Jaén, Málaga, Sevilla.

 

785 Municipios

Oppervlakte 87.599 km²
Hoogste punt 3478 m.b.z. Pico Mulhacén
Bevolking (2021)
Bevolking totaal
Bevolkingsdichtheid
8.476.718 inw.
96,63 inw/km²
Bevolkingsnaam andaluz, -a
Postcode AN
ISO 3166-2 ES-AN
Overweging Historische Nationaliteit
Officieel feest Dag van Andalucía
Autonome Statuten 30 december 1981
19 maart 2007
Officiële website

Andalucía is het land van citrusvruchten, olijven en zonnebloemen, maar ook van de witte bergdorpjes en de diepe valleien.

Andalucía, zoals de officiële Spaanse benaming luidt is tevens het punt waar zich de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee ontmoeten, het is de buurman van Afrika en de streek die het langs onder moslim heerschappij heeft geleefd. Een comunidad met prachtige steden als Granada, Córdoba, Sevilla en Málaga, maar ook een gebied met heel veel natuurschoon.

Andalucía is één van de 17 Comunidades Autónoma van Spanje, met een status van historische nationaliteit (nacionalidad histórica), volgens de nu  geldende Autonome Statuten. De comunidad Andalucia is verdeeld in 8 provincies, te weten Almeria, Cadiz, Córdoba, Granada, Huelva, Jaén, Málaga en Sevilla. De hoofdstad is Sevilla, door de “Estatuto de Autonomía” erkend als de zetel van de Junta de Andalucía. De zetel van het Tribunal Superior van het Hooggerechtshof van Andalucía bevindt zich in de stad Granada.

In de artikelen van het autonome statuut krijgt Andalusië de status van historische nationaliteit, die de politieke identiteit van het Andalusische volk weerspiegelt als gevolg van zijn historische en culturele eigenheid. In het vorige statuut, het Autonoom Statuut van 1981 of het Carmonastatuut, werd het gedefinieerd als “nationaliteit” .

Het prachtige zicht vanonder uit de canyon op de Puente Nuevo van Ronda, Een plek in Andalucía die half Nederland bekend voorkomt. Op deze foto zien we de steile groen begroeide hellingen met in het midden de Puente Nova met de enorm hoge romaanse boog in het midden van de brug.
Een foto die de meeste Nederlanders en ik denk ook veel Belgen wel herkennen. De Puentre Nova in Ronda.

De geografische samenhang is een van de elementen die uniciteit en een eigen persoonlijkheid geven aan Andalucía. Vanuit geografisch  oogpunt gezien, kunnen we drie grote milieu gebieden onderscheiden, gevormd door de wisselwerking van de verschillende fysieke factoren die het milieu beïnvloeden: Sierra Morena die Andalucía afscheidt van de Meseta, het Sistema Béticos en de Depresión Bética die Alta Andalucía afzondert van het Baja Andalucía.

Het is de gemeenschap met de meeste inwoners, 8.411.207 volgens de telling van januari 2016, en qua oppervlakte de op één na grootste, dat verklaart zijn gewicht in het geheel van Spanje. Het ligt in zuiden van het Iberisch schiereiland, in het westen begrensd door Portugal, in het noorden door de comunidades van Extremadura en Castilla-La Mancha, in het oosten door Murcia en in het zuiden door de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en Gibraltar. De Straat van Gibraltar, op z’n smalst zo’n 14 km breed, scheidt het schiereiland van Marokko en Ceuta (de Spaanse enclave) op het continent van Afrika. In 1981 bracht men deze autonome gemeenschap bijeen door gebruikmaking van bepalingen in het tweede artikel van de Spaanse grondwet van 1978, dat het recht op autonomie van Spaanse nationaliteiten en regio’s erkend en garandeert. Het proces van politieke autonomie via de beperkende procedure van het artikel 151 van de Grondwet, waardoor Andalucía de enige Spaanse gemeenschap is die toegetreden is doormiddel van deze procedure. In de inleiding van de ‘Estatuto de Autonomía’ van Andalucía van 2007 wordt letterlijk vermeld:

    Het Andalusische Manifest van Córdoba beschrijft Andalucía, in 1919, als een nationale realiteit, in wiens geest de Andalusiërs leidde tot het proces van zelfbestuur dat vervat zit in de Grondwet. In 1978 gaven de Andalusiërs een brede steun aan de constitutionele cansescus. Vandaag de dag erkent de Grondwet, in artikel 2, Andalucía als nationaliteit in het kader van de onverbrekelijke eenheid van de Spaanse natie.
Uitzicht op de rivier de Guadiato in de buurt van Santa María de Trassierra. We zien de rivier rustig door een bosrijke vallei stromen.
De rivier de Guadiato vlakbij Trassierra.

De geschiedenis van Andalucía is het resultaat van een complex proces waarin, na verloop van tijd, een aantal verschillende volkeren en culturen, met hun sociaal-economische en politieke verschillen, met elkaar fuseerden. Ondanks dat dit samenviel met de formatie van de autonome staat Andalucía, mag men niet vergeten dat de volkeren die Andalucia ooit bezette een behoorlijk stempel achterlieten op dit gebied, volkeren bestaande uit Iberiërs, Feniciërs, Carthagenen, Romeinen, Byzantijnen, Andalusiërs en Castilianen.

De huidige Andalusische economie wordt vandaag de dag voornamelijk gekenmerkt door de nadelige ligging van Andalucía ten opzichte van Europa en de rest van Spanje, in het kader van internationale initiatieven, is mede de late aanvang van de industriële revolutie van invloed. Met als gevolg dat er relatief minder ruimte is voor industrie en economie, omdat deze nog steeds voor het grootste deel wordt ingenomen door de landbouw en de bovenmatige groei van de dienstensector.

De Andalusische cultuur is het resultaat van het samengaan van verschillende volkeren en beschavingen die, na verloop van tijd, de culturele identiteit gevormd hebben. Deze, soms zeer verschillende volkeren hebben langzaamaan hun stempel achtergelaten op de bevolking.

Toponymie


Oude kaart (1770) van Spanje, zie tekst onder de afbeelding.
Kaart van het Iberisch schiereiland gedateerd in 1770, waarbij het Koningkrijk Sevilla, Córdoba en Jaén benoemd worden als zijnde Andalucía, Terwijl het Koninkrijk Granada een aparte staat heeft.

De naam Andalucía werd in de 13e eeuw in de Spaanse taal geïntroduceerd in de vorm van “Andalucía”. Dat is de Castilianisatie van al-Andalusiya, het geografische Arabisch bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar al-Andalus, de naam gegeven aan de gebieden van het Iberisch schiereiland tijdens de heerschappij van 711 tot 1492. Er zijn verschillende etymologieën voorgesteld voor deze naam: De zogenaamde Vandaalse thesis is al-Andalus afgeleid Vandalia of Vandalusia (Land van de Vandalen) en hoewel het sinds de 16e eeuw veelal werd aangenomen ondervindt het momenteel geen wetenschappelijke onderbouwing. De Visigoten bezette deze gebieden en verdeelde ze door middel van loterijen; de landerijen die ze daarmee wonnen noemde ze “sortes Gothica”, die in de geschreven bronnen in het Latijns werden omschreven als “Gothica sors” (enkelvoud) als aanduiding van het Gotische Rijk als geheel. De overeenkomstige Gotische aanduiding, Landahlauts (“tierra de sorteo”) (verlootte gebieden)) werd volgens deze thesis omgezet in al-Andalus. Een derde stelling, de Atlantische thesis legt de benaming uit als een verbastering van het Latijnse Atlanticum. Verschillende bronnen zoals de Engelse Encyclopaedia en studies als die van Dietrich Schwanitz en Heinz Halm, bevestigen theorieën van naamgeving van voor de Arabische bezetting.

Voor wat betreft het gebruik van de term “Andalucía” verwijst deze niet altijd precies naar het gebied dat tegenwoordig als zodanig bekend staat. Tijdens de laatste fase van de christelijke Reconquista, werd deze naam al gegeven aan het zuidelijke deel van het schiereiland onder  de islamitische heerschappij. De naam bleef behouden ook nadat het als laatste territorium van de Reconquista werd heroverd. In de Primera Crónica General van Alfonso X ‘el Sabio’ (de Wijze), geschreven in de tweede helft van de 13e eeuw, gebruikt men de term Andalucía voor drie verschillende betekenissen:

      1. Simpelweg als vertaling van al-Andalus. De naam van al-Andalus verschijnt al in de Arabische overleveringen en hun poëzie vlak na de islamitische verovering. Het verschijnt in deze oosterse bronnen en de eerste vertellingen na de verovering van Hispania als de naam van een eiland, Chazirat al-Andalus, of een zee, Bahr al-Andalus.
      2. De naam wordt ook gebruikt om de door de christenen heroverde gebieden, in de vallei van Guadalquivir het koninkrijk Granada en de taifa Murcia, te benoemen. De regerende Alfonso X werd in de documenten van 1253, vernoemt als Koning van Castilla, León en geheel Andalucía.
      3. Het wordt ook gebruikt om het door de christenen veroverde land in de Vallei van de Guardalquivir (het Koninkrijk Jaén, Córdoba en Sevilla) te benoemen. Deze derde betekenis zou de meest voorkomende zijn tijdens de late Middeleeuwen en de Vroegmoderne tijd. Vanuit bestuurlijk oogpunt handhaafde men de naam en de uniciteit van het koninkrijk Granada, vooral om haar iconische karakter als hoogtepunt van de Reconquista, en als zetel van de Koninklijke Kanselarij van Granada. Door het feit dat de herovering en de herbevolking van het vernoemde koninkrijk voornamelijk door de Andalusiërs zelf werd uitgevoerd in de Vroegmoderne tijd, verspreidde zich het begrip Andalucía over alle vier de koninkrijken, dat ook wel “de vier Andalusische koninkrijken” werd genoemd, althans tot het midden van de 18e eeuw.

Symbolen


We zien het portret van Blas Infante, gemaakt op wandtegels. Het portret is in groen/wit  over twaalf tegels getekend (3X4). Daaronder zien we twee tegels met daarop de tekst  "Al padre de la Patria Andaluza Jerez, 11 de Agosto, de 2004. het geheel is omlijst met groene siertegeltjes.
Portret van Blas Infante, gemaakt op tegels, te vinden op de Avenida Blas Infante de Jerez.

Het schild van Andalucía toont de figuur van een jonge Hercules tussen de twee kolommen van Hercules die volgens de overleving langs de Straat van Gibraltar stonden. Hercules zelf wordt geflankeerd door twee getemde leeuwen. Daaronder staat een inscriptie op de Andalusische vlag, dat zegt: “Andalucía por sí, para España y la  Humannidad ” (Andalucía voor zichzelf, voor Spanje en de mensheid). De twee kolommen worden verbonden door een boog met daarop de Latijnse woorden “Dominator Hercules Fundador” (de Heerser Hercules de Stichter), deze boog is ook uitgevoerd in de kleuren van de Andalusische vlag.

De officiële vlag van Andalucía bestaat uit drie banden, groen, wit en groen, horizontale banden van gelijke breedte. Op de middelste witte band staat het schild van Andalucía afgebeeld. De vlag werd ontworpen door Blas Infante, en ter goedkeuring aan geboden aan het Assemblee van Ronda in 1918. Infante koos groen als symbool van hoop en eenheid, en wit als een symbool van vrede en dialoog. Blas Infante kiest voor deze kleuren omdat hij van mening is dat het de meest gebruikte kleuren in de geschiedenis van Andalucía zijn geweest. Volgens hem was het vaandel van de Andalusische Omajjaden-dynastie groen en vertegenwoordigd het een oproep aan de bevolking. Het wit, echter, onder de Almohaden, symboliseert het vergeven, en in de Europese heraldiek wordt het uitgelegd als kleur voor onderhandeling of vrede. Andere historische informatie rechtvaardigen de keuze van de kleuren van de vlag. De Andalusische nationalisten noemen de vlag de “Arbonaida”, dat “blanquiverde” betekend in het Mozarabisch.

De hymne van Andalucía is een muzikale compositie van José del Castillo Díaz, dirigent van de Banda Municipal de Sevilla, algemeen bekend als Maestro Castillo met tekst van Blas Infante. De muziek is geïnspireerd op Santo Dios, een populair religieus lied dat de boeren en arbeiders in de provincies Málaga, Sevilla en Huelva zongen tijdens het oogsten. Blas Infante heeft de harmonie en de melodie van dit lied handig aangepast tot het nu alom bekende Maestro Castillo. De tekst van de hymne doet een beroep op de Andalusiërs om zich te mobiliseren en zich af te vragen wat zij kunnen doen voor “land en vrijheid” door middel van een landbouwhervorming en een statuut voor politieke autonomie voor Andalucía als onderdeel van Spanje.

Het Andalusische parlement keurde in 1983 unaniem de inleiding van de Estatuto de Autonomía voor Andalucía goed. Men erkende Blas Infante als “Padre de la Patria Andaluza” (Vader des vaderlands Andalucía), erkend en gevalideerd bij de hervorming van het statuut, onder voorbehoud van het populaire referendum op 18 februari 2007.

De Dag van Andalucía wordt op 28 februari gesteld, de dag waarbij men het referendum van 1980 herdenkt, de dag die  de Comunidad Andalucía volledige autonomie gaf. Na een lange strijd dwong men dit met behulp van het artikel 151 van de Grondwet voor enkele gemeenschappen, zoals Andalucía af. Zij hadden tijdens de Tweede Republiek, na het uitbreken van de Burgeroorlog, geen kans hun statuten te laten keuren.

De eretitel “Hijo Predilecto de Andalucía” (Favoriete Zoon van Andalucía) wordt verleend door de Junta van Andalucía, het is een erkenning voor mensen die via hun werk of wetenschappelijke, sociale of politieke activiteiten hebben ingezet voor Andalucía. Het is de hoogste onderscheiding van de autonome regio Andalucía.

Geografie


Satelietfoto waarop we het zuiden van  het Iberisch schiereiland zien.
Satelietfoto van Andalucía in juni 2010.

De geografische samenhang is één van de elementen die Andalucía zijn uniciteit en eigen persoonlijkheid geeft. De Sevilliaanse historicus Dominguez Ortiz geeft een samenvatting van deze situatie waarin staat dat:

    […..] we moeten de essentie van Andalucía zoeken in haar geografische realiteit aan de ene kant, en het geweten van haar inwoners aan de andere kant. Vanuit geografische oogpunt, is het geheel van de zuidelijke gebieden te uitgebreid en gevarieerd om in één alles omvattend geheel te beschrijven. Eigenlijk zijn er geen twee, maar drie verschillende Andalucías: de Sierra Morena, de Vallei en de Penibética […..]

Deze drie grote milieu-eenheden zijn het resultaat van de combinatie van verschillende fysische factoren, waarbij het reliëf een belangrijke rol speelt.

De ligging
Deze foto is genomen vanaf een boot in het midden van de rivier de Guadiana. we kijken stroomafwaarts. Ayamonte aan de Spaanse kant is te zien op de achtergrond. Daarvoor zien de Puente Internacional del Guadiana (een waaiervormige tuibrug met twee pijlers).
De internationale brug over de Guadiana tussen Andalucía en Algarve.

Andalucía heeft een oppervlakte van 87.268 km², wat overeenkomt met 17,3% van het Spaanse grondgebied, wat vergelijkbaar is met een groot aantal Europese landen, zowel qua oppervlak als interne complexiteit. In het oosten en het westen grenst Andalucía aan de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan en daaropvolgend aan Portugal, terwijl het in het noorden grenst aan Sierra Morena die Andalucía afscheidt van de Meseta, in het zuiden wordt ze door de Straat van Gibraltar afgescheiden van het Afrikaanse continent.

Andalucía bevindt zich tussen de 36° en 38°44 ‘N breedte, de zone waarbinnen de warme gebieden van de aarde liggen, en dat zorgt voor bepaalde klimaatkenmerken, zoals windstilte, hoge temperaturen en droge zomers. Echter, binnen het brede kader, bepaald door haar grenzen, zijn er een aantal belangrijke interne tegenstellingen. Zo stroomt de rivier de Guadalquivir van één van de hoogste gebieden van Spanje, de Sierra Nevada naar zeeniveau waar hij de zeer brede kustvlakte oversteekt om dan uit te monden in de Atlantische Oceaan. Contrasten als de droge woestijn van Tabernas en het Parque Natural de la Sierra de Grazalema, het natste deel van Spanje, zijn in Andalucía normaal. Nog belangrijker, zo mogelijk, is de overgang van de besneeuwde toppen van Mulhacén naar de subtropische kust van Granada, deze liggen op slecht 50 km van elkaar.

Klimaat

Andalucía bevindt zich volledig binnen het domein van het Mediterrane klimaat, gekenmerkt door een overwicht aan zomerse hogedrukgebieden in de zomers – de hogedrukzone van de Azoren – met als gevolg typische droge zomers, af en toe onderbroken door zware regenbuien en tropische temperaturen. In de winter, verplaatsen de tropische hogedrukgebieden zich naar het zuiden en laat het polaire front binnendringen in Andalucía. De instabiliteit neemt toe en zo ook de periodes van regenval. Deze concentreren zich in de herfst, winter en lente. De temperaturen zijn zacht.

Kaartje van Andalucía met daarop ingekleurd de verschillende klimatologische omstandigheden. Mediterraan Oceanisch (licht oker, brede kustrook zuidwesten), Mediterraan sub-continentaal met warme zomers (donker-oker, gelegen achter het mediterraan oceanische deel), dunne strook Mediterraan subtropisch (licht bruin, langs de zuidelijke kust),  Mediterraan sub-woestijn (bruin, zuidwestelijke kuststrook). Bergklimaat (paars) op de hogere delen van de bergen en in de rest van Andalucía, mediterraan sub-continentaal (violet).
Locaties van de belangrijkste klimatologische types van Andalucía.

Er is echter een grote verscheidenheid aan klimatologische verschillende gebieden in Andalucía dat resulteert in rijke en contrasterende landschappen dat nog eens versterkt wordt door de orogene gebieden en de ligging tussen twee watermassa’s met verschillende eigenschappen.

De neerslag neemt af van west naar oost, met als meest natte plek de Sierra de Grazalema (met een in 1963 geregistreerd historische maximum aan neerslag op het hele Iberische schiereiland van 4.346 mm) en het minst regenachtige gebied van het vasteland van Europa (Cabo de Gata, Andalucía, 117 mm per jaar). Het “natte Andalucía” valt samen met de hoogste punten van de gemeenschap in het bijzonder met gebieden als Serrania de Ronda en de Sierra de Grazalema. In de vallei van de Guadalquivir rivier valt er een gemiddelde hoeveelheid aan neerslag. In de provincie Almería is de Tabernas woestijn, de enige woestijn in Europa. Het aantal regenachtige dagen per jaar ligt rond de 75 dagen per jaar en dat naar 50 dagen voor de meest droge gebieden. Het grootste deel van het jaar (300 dagen) schijnt de zon in Andalucía en dan vooral rond de gebieden van Malaga en Almeria, twee Spaanse steden met de meeste uren licht per dag, 8,54 per dag, volgens de gegevens  van het INE (Instituto nacional de Estadística), dat in 2017 neerkwam op 3.820 uren zonneschijn in beide steden.

De gemiddelde temperatuur van Andalucía ligt boven de 16° C Met stedelijke waarden variërend tussen de 18,5° C in Málaga en 15,1° C in Baeza. In een groot deel van de Guadalquivir vallei en de Middellandse Zee, ligt het gemiddelde rond de 18° C. De koudste maand is januari (6,4° C gemiddeld in Granada) en de heetste zijn juli en augustus (28,5° C gemiddeld). De warmste stad is Córdoba gevolgd door Sevilla.

In de vallei van Guadalquivir registreert men de hoogste temperaturen van Spanje, en het schiereiland van Europa met een historisch maximum van 46,6° C in Córdoba en Sevilla (volgens het AEMET). De Sierras de Granada en Jaén registreerde de meest lage temperaturen in het zuidelijke deel van het Iberisch schiereiland. Bij een koudegolf kwam het in januari 2005 tot -21° C in Santiago de la Espada (Jaen) en -18° C in Pradollano (Granada). Sierra Nevada heeft de laagste gemiddelde jaarlijkse temperatuur in het zuiden van het schiereiland (3,9° C in Pradollano). Op de bergtoppen blijft de sneeuw het grootste deel van het jaar liggen.

Reliëf

Het reliëf is een van de belangrijkste factoren die de natuurlijke omgeving vormgeven. De vorm van de bergketens hebben een speciale invloed op het klimaat, het netwerk van rivieren, de bodem en hun erosie, de bioklimatische hoogtes, het beïnvloed ook de wijze van ontginning van de natuurlijke hulpbronnen.

Het Andalusische reliëf wordt gekenmerkt door sterke contrasten in de hoogte verschillen en de hellingen. Binnen haar grenzen bevinden zich de grootste hoogtes van het Iberisch schiereiland en bijna 15% van het gebied ligt boven de 1.000 m. in vergelijking met de laag gelegen gebieden, zoals het Depresión Bética met minder dan 100 meter boven de zeespiegel.

Wat betreft de Andalusische kust wordt het Atlantische deel daarvan gekenmerkt door  overwegend uitgestrekte, zeer brede stranden en lage kusten, daartegenover hebben de kusten aan de Middellandse Zee heel veel, belangrijke rotsachtige kusten, met name de kusten in Axarquía malagueña, Granada en Almeria.

De vlakte van Granada met daarachter de Sierra Nevada na de sneeuwval van 29 januari 2006. In de vlakte zien we buiten de sneeuw ook plekken waar geen sneeuw ligt, maar de bergen van de Sierra Nevada zien er dik besneeuwd uit.
Sierra Nevada en de vlakte van Granada.

De asymmetrische kenmerken zijn zodanig dat er een natuurlijke verdeling qua vormgeven bestaat tussen Hoog en Laag Andalucía. Hier volgen de belangrijkste reliëfeenheden.

Sierra Morena, (met de Bañuela als hoogste piek van 1.323 m) markeert een storing tussen Andalucía en de Meseta, Het laat een grote scheiding tussen de Sierra  en de Camiña de Huelva, Sevilla, Córdoba en Jaén zien. Een gebied waar maar weinig mensen wonen. De hoogte is echter gering en de Sierra Madrona komt met alleen de Bañuela boven de 1.300 m. uit. Binnen dit systeem bevindt zich de belangrijke bergpas van Despeñaperros. Het systeem vormt tevens de natuurlijke grens met Castilla.

In deze afbeelding zien we de opvolgende bergketens van Andalucía aangegeven. Beginnend in het zuiden met het Sistema Penibéticos, gevolgd door het Sistema Subbéticos en als laatste Sierra Morena. Tussen deze bergketens liggen dan nog het Surco intrabético en de Depresión Bética.
Reliëf van Andanlucía.

– Het Cordilleras Béticas (Penibética en Subbética) loopt evenwijdig, maar niet rechtlijnig aan de Middellandse Zee, en daarachter ligt dan weer de Surco Intrabético. De Subbético is onderbroken en heeft dus ook vele doorgangen die de communicatie vergemakkelijken. Daarentegen functioneert  het Penibético als een isolerende barrière tussen de Middelllandse Zee en het binnenland. De hoogste toppen van Andalucía vindt men in Sierra Nevada, in de provincie Granada, waar zich de hoogste toppen van het Iberisch schiereiland bevinden; de Mulhacén (3.478 m) en de Veleta (3.392 m).

– De Depreción Bética bevindt zich tussen de twee systemen. Het is een bijna volledig vlak gebied, het opent de Golf van Cadíz in het zuidwesten. Door de geschiedenis heen is het de ruggengraat van de Andalusische bevolking geweest.

Hydrografie

In Andalucía lopen rivieren richting Atlantische Oceaan en richting Middellandse Zee. Aan de Atlantische kant behoren de rivieren, Guadiana, Odiel-Tinto, Guadalquivir, Guadalete en de Barbate daartoe, terwijl aan de Middellandse Zee kant daartoe de rivieren Guadiaro, Guadalhorce, Guadalmedina, Guadalfeo, Andarax (of de rivier Almería) en Almanzora behoren. Waarbij opgemerkt dat de rivier de Guadalquivir met zijn 657 km. de langste van Andalucia, en de vijfde langste van het Iberisch Schiereiland is.

Kaartje van het stroomgebied van de de Guadalquivir en zijn zijrivieren, en nog enkele andere, voor Andalucia belangrijke rivieren. Zoals de in het westen van Andalucía gelegen rivier de Gudiana, en de dan meer naar het oosten gelegen rivieren de Odiel, de Tinto, de Guadelete, de barbate, de Guadiaro, de Guadalhorce , de Guadalfeo, de Andarax en de Almanzora.
Rivieren en stroomgebieden van Andalucía.

De rivieren van het Atlantische bekken hebben als kenmerk dat ze vrij breed zijn, dat komt doordat ze grotendeels door vlak terrein en uitgestrekte valleien stromen. Dit karakter maakt dat de rivieren breed uitmonden en moerassen vormen, zoals de moerassen van Doñana gevormd door de rivieren de Guadalquivir en de moerassen van Odiel. De rivieren van het Middellandse Zeegebied zijn korter, meer seizoengebonden en de helft steiler, waardoor ze minder breed zijn en daardoor minder schade toebrengen aan de landbouw.

De Andalusische rivieren zijn in vijf verschillende stroomgebieden te verdelen: het stroomgebied van de Guadalquivir, het Atlantisch Andalusisch stroomgebied, dat de sub-stroomgebieden van de Guadalete-Barbate en Tinto-Odiel vormt, en het stroomgebied van de Guadiana, die allen aan de Atlantische kant liggen. Aan de kant van de Middellandse Zee monden de rivieren Guadiario, Guadalhorce, Guadalfeo en Andarax uit. Bovendien bevindt een klein deel van het stroomgebied van de Segura zich in Andalucía.

De bodem

Bodemvorming is een synthetisch proces, waarbij natuurlijke factoren betrokken zijn, biotische en abiotische. Het is daarom niet verrassend dat de overheersende bodemsoort van Andalucía kunnen worden onderverdeeld in drie landschapseenheden.

Op deze afbeelding zien we de rivier de Guadalquivir net buiten de stad Códoba, de rivier heeft net als de meeste rivieren zien natuurlijke uiterlijk behouden, hier zie je geen zomer- of winterdijken lags de rivieren. Op dit punt is de rivier wat breder omdat het om twee eilandjes heen stroomt, daar achter zien we in de verte Córdoba liggen.
De Guadalquivir rivier op het moment dat hij Córdoba passeert.

In Sierra Morena, als gevolg van haar morfologie en haar zure gronden, die zich vooral ontwikkelde als ondiepe arme bodems waarop geen bosbouw plaats kan vinden. In de valleien en de kalksteen gebieden zijn er door aanslibbing diepere gronden ontstaan, waarop graangewassen geteeld kunnen worden als men dit samen met veeteelt doet, zodat de gronden enigszins bemest kunnen worden. Iets dergelijks gebeurt er in de Sistemas Béticos. De complexe morfologisch structuur maakt van dit gebied met zijn bodem een meer heterogeen landschap van Andalucía. Een andere groot bergachtige gebied in Andalucía, dat ook uit één overwegend basismateriaal bestaat is de bergketen Subbética (cordillera Subbética) dit genereerde in de loop der tijden in zijn valleien diepere gronden met grotere agrarische capaciteiten, deze worden hoofdzakelijk gebruikt voor de olijfteelt. En tot slot de Depresión Bética (Bética Depressie) en de Surco Intrabético waar zich de bodem heeft ontwikkeld tot een diepe, rijke grond met grote agrarische capaciteit. We moeten wel onderscheidt maken tussen aangeslibde bodems en bodems met een meer open structuur in het bijzonder geschikt voor intensief geïrrigeerde gewassen, waarin de vallei van de Guardalquivir en de vallei van Granada uitblinken.

Wat de gebieden met een golvend landschap betreft, is er een dubbele dynamiek: in de stroombeddingen, die zijn gevuld met oudere kalkhoudende materialen, waar zich heel diepe kleihoudende gronden gevormd hebben, de zogenaamde “suelos de bujeo” of “tierras negras andaluzas” (zwarte Andalusische kleigronden) waar ze typische regenafhankelijke akkerbouwgewassen telen. In de gebieden met heuvelruggen heeft zich een andere typische bodem ontwikkeld, “la abariza” (een bijna witte kleigrond, die het regenwater heel goed opneemt en heel lang en heel diep vasthoudt), dit is een grondsoort die zeer geschikt is voor de druiventeelt (Jerez).

De zandgronden, vooral die langs de kust van Huelva en Almería, zijn in de afgelopen decennia behoorlijk gecultiveerd, het gaat hier om een vervroegde teelt onder plastic van aardbeien, frambozen, bosbessen en ander klein fruit.

Ecologie


Flora en Fauna
Flora
 Chorologische of fitogeografische provincies van Andalucía. (plantengeografie in relatie tot de bodem en de verspreidingsgebieden van planten).

Andalucía, biogeografisch gesproken, maakt deel uit van het Boreale Koninkrijk, met name het Middellandse Zee gedeelte, de subregio Westelijke Middellandse Zee, deze zijn onder te verdelen in vijf phytogeografische sectoren (phyto = plant): de sector Mariánico-Monchiquense, de sector Gaditano-Aljíbico en Onubense, de sectoren Béticos, de sector Almeriense en de sector Manchego. Deze sectoren behoren tot andere provincies of chorologische (chorologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de ruimtelijke spreiding van organismen over het aardoppervlak) sub provincies van het Iberisch schiereiland.

Over het algemeen is de meest typerende vegetatie van Andalucía het Mediterrane bos dat gekenmerkt wordt door groenblijvende en xerophyte vegetatie. Er zijn gebieden met een climaxvegetatie. De meest dominante soort is de eik, maar ook soorten zoals dennen en sparren komen voor en natuurlijk de olijf en amandelbomen maar dan als gecultiveerde soorten. De dominante ondergroei van het bos bestaat uit houtachtige, stekelige en aromatische soorten zoals rozemarijn, tijm, en cistus zijn typisch Andalusisch. In de nattere en zure gronden zijn de meest voorkomende soorten de eik en de kurkeik, als gecultiveerde soort is ook de eucalyptus van belang. Ook overvloedig aanwezig zijn de galerijbossen met loofbomen zoals populieren en iepen.

Fauna
De Lince Ibérico, die we op deze foto zien ziet eruit als een kat met pluimpjes op zijn oren en een soort bakkebaarden aflopend langs zijn wangen en onder z'n wangen. verder is hij okerkleurig met een zwarte tekening. Men is er niet zeker van of dit dier nog voorkomt in het wild.
Lince Ibérico.

De bestaande biodiversiteit in Andalucía wordt uitgebreid met dieren in het wild. Meer dan 400 soorten gewervelde dieren, van de 630 in Spanje voorkomende soorten leven in deze regio. De strategische ligging tussen de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en de Straat van Gibraltar, maakt dat Andalucía de ideale plek is voor trekvogel om de oversteek te maken naar Afrika en terug. De Andalusische wetlands, herbergen een rijke avifauna doordat Afrikaanse soorten zoals de knobbelmeerkoet, de purperkoet en de flamingo, zich mengen met Noord-Europese soorten zoals ganzen. Onder de roofvogels zien we de steenarend, de vale gier en havikachtige.

Wat betreft de herbivoren, zien we er herten, damherten, reeën, moeflons en steenbokken, van deze laatste loopt het aantal terug ten opzichte van het manenschaap, ingevoerde soorten vanuit Afrika die nu een ware invasie voeren, er moet nu op gejaagd worden om ze onder knie te houden. Onder de kleine herbivoren ligt de nadruk op de hazen en de konijnen, die het basis voedsel zijn voor het grootste deel van de carnivoren in de mediterrane bossen.

Grote roofdieren zoals de Iberische wolf zijn is slecht vertegenwoordigd in dit deel van Spanje en de Iberische lynx is zeer bedreigd, men is er zelfs niet zeker van of hij nog wel voorkomt in het wild. Het wilde zwijn wordt goed beschermd vanwege zijn belang voor de jacht. Overvloedig en goed beschermd op verschillende plaatsen treffen we kleinere carnivoren aan, zoals de otter, heel veel vossen, dassen, bunzing, kleine marters, pardellynx, genetkat en de Egyptische ichneumon.

Andere opmerkelijke soorten zijn wipneusadders, Aphanius baeticus (visssoort) of ook wel “salinete andaluz” genaamd, deze laatste is zeer zeldzaam.

Binnendringende soorten

Volgens de “Catalogus van het Andalusisch Programma ter bestrijding van binnendringende (invasieve) uitheemse soorten” is er in Andalucía een groot aantal planten en dieren die in het Andalusische ecosysteem zijn ingevoerd. Onder hen zijn er een aantal zeer gevaarlijke voor het behoud van de biodiversiteit van de Andalusische ecosystemen.

Het natuurpark Doñana, een moerasachtig park gelegen in het kustgebied van Andalicía. Vanaf een grote plas zien we een duinenstrand met veel parasoldennen.
Doñana

Invasieve soorten die er in slagen zich aan te passen aan de nieuwe leefomgeving, en sterk genoeg zijn kunnen de populatie van de inheemse soorten sterk decimeren. Deze exotische soorten kunnen via verschillende wegen binnenkomen, door bijvoorbeeld huisdieren die op de een of andere manier tegenvallen en dan losgelaten worden in een voor hen vreemd ecosysteem, of doordat de mens zijn vroegere ecosysteem heeft vernietigd, of dat de mens hem in een ander ecosysteem uitzet om daarmee een probleem op te lossen…..  er zijn verschillende redenen, maar de oplossingen zijn vergelijkbaar in alle gevallen waarbij men geleidelijk tracht de populatie van de invasieve soorten te verminderen.

Onder de invasieve soorten, in Andalucía, vinden we zowel dieren als planten, bijvoorbeeld:

Een plant uit de ijskruidfamilie (Aizoaceae),ngevoerd vanuit Zuid-Afrika en is nu in veel Europese landen te vinden.De bloemen staan alleen op een gezwollen steel en bloeien van april tot juli. De bloem is donkerroze of soms geel en heeft een doorsnede van maximaal 5 cm. Er zijn vijf kelkblaadjes en veel gele meeldraden.
Carpobrotus edulis  (Hottentotvijg).

Hottentotvijg: (Carpobrotus edulis). Heeft zich verspreid over de kust van West-Andalucía (vooral Huelva en Cádiz). Werd gebruik als decoratieve plant en voor het vasthouden van duinen en dijken langs de kust. Verdrijft andere soorten van de kustduinen, verminderd het invallende licht op de grond en daarmee de kieming van de inheemse soorten.

Eucalyptus: Heeft zich, sinds de invoering voor de bosbouw, over het gehele gebied van Andalucía uitgezaaid. Het overwoekerd andere gewassen en daarmee de diversiteit van de biotoop, de soort maakt  een overmatig gebruik van waterhoudende grondlagen.

Opuntia: (behoort tot de cactusfamilie) heeft zich over de gehele comunidad verspreid, met name aan de kust. Hij werd geïntroduceerd ter versiering, maar werd ook gebruikt als een ondoordringbare omheining. In de tweede plaats wordt de plant als veevoer gebruikt, en enkel de vruchten worden door mensen gegeten. Deze plant drong binnen bij de ecosystemen van de kuststreken zoals de duinen, bossen en struikgewassen aan de kust alwaar hij concurreerde met de inheemse flora.

Op deze afbeelding zien we een rode rivierkreeft.
Procambarus clarkii (Rode rivierkreeft).

Rode rivierkreeft (Cangrego de río americano): Ook dieren zoals deze rode rivierkreeft hebben zich over geheel Andalucía verspreidt. Hij is geïntroduceerd door de vissers die er wel brood inzagen. Maar helaas heeft ook dit initiatief voor veel negatieve effecten op de inheemse flora en fauna gezorgd. Hij concurreert met andere inheemse krabsoorten door zijn snelle ontwikkeling en een natuurlijke weerstand heeft tegen bepaalde ongedierte en een schimmel genaamd Aphanomices astaci waarvan hijzelf drager, maar ook resistent is. De inheemse rivierkreeft hier vreselijk onder te leiden. Daarnaast graven ze gangen in de oevers van de rivieren dat de erosie van deze verhoogt.

Europese Karper: Komt voor in alle rivieren van Andalucía, en is veelvuldig aanwezig in de stuwmeren en de middelste en onderste delen van rivieren met veel stroming. Is langgeleden geïntroduceerd door de vissers. De Europese karper veroorzaakt ernstige ecologische onevenwichtigheden. Hij wordt gerelateerd aan de toename van de troebelheid van het oppervlakte water door hun uitwerpselen maar ook het omwoelen van de bodem. Door de verhoogde troebelheid dringt er minder zonlicht door in het water en daarmee verdwijnen veel waterplanten en dat heeft weer indirecte gevolgen voor ongewervelde dieren en watervogels.

De halsbandparkiet is een opvallend groen gekleurde, vrij grote vogel met een lange, puntige staart en een rode snavel. De totale lengte is circa 42 centimeter. Hij heeft een heel opvallende, luide lokroep (kraa, kraa). Vormen paartjes en leven in groepen.
Cotorra de kramer (Halsbandparkiet)

Halsbandparkiet: Kwam ook in de jaren ’80, net als een aantal andere exotische vogels, naar Spanje. Ook hierbij was spraken van vrijwillige als onvrijwillige vrijlating van gefokte huisdieren. Ze voeren een grote competitie voor nesten met vleermuizen en spechten. In de voedselketen concurreren ze met de gemeenschappelijke merel, de zwartkop en andere zaad- fruit etende soorten.

Roodwangschildpad: Werd in de jaren ’80 van de vorige eeuw in Spanje geïntroduceerd. Tegenwoordig is hij in verschillende wetlands aan de Andalusische kust, maar ook in meren en vijvers gesignaleerd. Deze “huisdieren” zijn zowel vrijwillig als onvrijwillig in de natuur terecht gekomen. In werkelijkheid is het een vraatzuchtig roofdier dat ongewervelde dieren, vissen en amfibieën, alsmede waterplanten eet. Ze wedijveren met andere zoetwaterschildpadden zoals de Europese moerasschildpad. Hij heeft zich goed aangepast aan het milieu, hij weet te overleven in natuurlijke omstandigheden waarin andere soortgenoten intolerant zijn (hogere vervuiling en menselijke aanwezigheid).

Natuurlijke soorten

Andalucía heeft een groot aantal natuurgebieden en ecosystemen met een grote ecologische waarde en uniciteit. Het is noodzakelijk om, hun waarden te behouden en hun economisch gebruik met elkaar te verzoenen en daarvoor is het nodig de bescherming van deze meest representatieve landschappen en ecosystemen van Andalucía te bevorderen.

Kaartje van Andalucía met daarop aangegeven  alle natuurgebieden van deze comunidad.  In het noorden Sierra de Aracena y Picos de Aroche, Sierra Norte de Sevilla, Sierra de Hornachuelos, Sierra de Cardeña y Montoro, Sierra de Andújar, Despeñaperros, Sierra de Cazorla, Segura y Las Villas, Sierra del Castril. In het midden Sierras  Subbeticas, Sierra M´gina, Sierra María- Los Vélez, Sierra Huétor, en Sierra de Baza. In het zuiden Doñana, Bahía de Cádiz, La Breña y Marismas del Barbate, Los Alcornocales, Grazalema, Sierra de Las Nieves, Montes de Málaga, Sierras de Alhama, Tejeda y Almijara, Sierra Nevada, Cabo de Gata-Níjar.
Natuurgebieden van Andalucía.

De verschillende vormen van bescherming zijn opgenomen in de Red de Espacios Naturales Protegidos de Andalucía (RENPA) (netwerk van beschermde natuurgebieden van Andalucía) dat alle natuurgebieden in Andalucía beschermd door  niet alleen gemeenschappelijke wetgeving maar ook door regionale, landelijke wetgeving en zelfs internationale overeenkomsten. De RENPA omvat 150 beschermde gebieden, bestaande uit: 2 nationale parken, 24 natuurparken, 21 randstedelijke parken, 32 natuurlijke streken, 2 beschermde landschappen, 37 natuurmonumenten, 28 natuurreservaten en 4 gebundelde natuurreservaten. allen op Europees niveau verzameld in de Red Natura 2000. Op internationaal niveau zijn van belang: 9 biosfeerreservaten, 20 Conventies van Ramsar (Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor watervogels), 4 speciaal beschermde gebieden van Mediteraan belang – ZEPIM – en 2 geoparken.

In totaal staat bijna 20 % van het Andalusische grondgebied onder bescherming van een aantal regels, wat neerkomt op ongeveer 30% van de beschermde gebieden in Spanje. Belangrijke gebieden zijn het ‘Parque Natural de la Sierra de Cazorla‘, ‘Segura y Las Villas‘, het grootste park van Spanje, en tweede grootste van Europa ‘el Parque nacional de Sierra Nevada‘, Doñana en de semi-woestijngebieden van de ‘Desierto de Tabernas‘ en het ‘Parque Natural del Cabo de Gata-Níjar‘.

Geschiedenis


De Oso de Porcuna (Beer van Porcuna) op deze afbeelding  is een beeldhouwwerk uit de Iberische periode door het Túrdulo- volk. De beer, een dier van het graftype, zit en heeft zijn linker voorpoot opgeheven, rustend op een herma (pilaartje met daarop de kop van Hermes). De herma, de kop van Hermes met gekrulde lokken. Door het verstrijken van de tijd is het menselijk hoofd niet in een goede staat van bewaring, maar je kunt nog steeds de zeer duidelijke ogen en wenkbrauwen zien, evenals de mond, evenals de vorm van de oren.
Iberisch figuur van de Oso de Porcuna (de Porcuna Beer), in het Museo Arqueológico Nacional, Mardid.

De geschiedenis van Andalucía eerst als regio van de Kroon van Castilla en daarna van Spanje, begon in de 13e eeuw met de verovering van de koninkrijken Córdoba, Sevilla en Jaén, en ging daarna verder met de verovering van het Emiraat Nazari van Granada in de 15e eeuw en bereikte zijn hoogtepunt in 1833 met de territoriale indeling van Spanje en de constitutie van Andalucía als autonome gemeenschap van Spanje, na het referendum op initiatief van het autonoom proces van Andalucía 1980. Het is echter ook belangrijk om in het kort de voorgeschiedenis van het gebied, dat nu deel uitmaakt van deze historische nationaliteit, te vertellen.

De geostrategische positie van Andalucía in het zuidelijkste puntje van Europa, tussen dit en Afrika, tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, alsmede de minerale en agrarische rijkdom en zijn enorme oppervlakte van 87.597 km² vormen een combinatie van factoren die van Andalucía, sinds het begin van het bronstijd, een attractie maakte voor iedere andere beschavingen.

In feite is zijn geografische positie een schakel tussen Afrika en Europa. Sommige theorieën wijzen erop dat de eerste mensachtige, na het passeren van de Straat van Gibraltar, zich in Andalucía bevonden. De eerste culturele ontwikkelingen in Andalucía (Los Millares, El Argar en Tartessos) hadden een duidelijke oriënterende nuances. Doordat deze volkeren uit het oostelijke deel van de Middellandse Zee zich op de Andalusische kust vestigde, op zoek naar de hier veelvuldig voorkomen mineralen, beïnvloede hun beschaving de manier van leven in deze streek. Het proces van overgang van de prehistorie tot de geschiedenis, staat bekend als de protohistorie en was gekoppeld aan de invloed van deze volkeren, dat hoofdzakelijk Grieken en Feniciërs waren die hier lang genoeg verbleven en de stad Cadíz stichtte, de oudste stad van West-Europa, gevolgd door een andere oude stad van Andalucía; Málaga.

Hier zien we een heel klein stukje van de ruínes van de oude Romeinse stad Baelo Claudia. Op deze foto, een paar muurtjes en wat zuilen, maar er is veel meer, zelfs een amphitheater.
Gedeeltelijk uitzicht op de ruïnes van Forum Baelo Claudia.

Andalucía werd volledig opgenomen en geromaniseerd door het Romeinse Rijk. Zij creëerde de provincie Bética, dat een onderdeel van het door de Romeinen veroverde Hispania Ulterior was. Het was de enige provincie van Hispania die zich, vanwege zijn hoge mate van romanisering, kon beroepen op zijn status als senatoriale provincie. Het had een grote economische en politieke waarde in het Imperium, dat vele magistraten en senatoren voortbracht, evenals een opmerkelijk aantal keizers, Trajanus en Hadrianus.

Ondanks de Germaanse invasie van Vandalen en vervolgens Visigoten behield de provincie Bética (Andalucía) zijn culturele en politieke rol en gedurende de 5e en de 6e eeuw bleven de Beticoromaanse groot grondbezitters nagenoeg onafhankelijk van Toledo. In deze periode waren figuren als San Isidoro en San Hermenegildo populair.

In 711 ontstond er een belangrijke culturele breuk met de islamitische verovering van het Iberisch schiereiland. De regio Andalucía was het belangrijke politieke centrum van de verschillende islamitische staten van Al-Ándalus, waarbij Córdoba als hoofdstad, op dat moment, een van de belangrijkste culturele en economische centra in de wereld was. Het was de periode waarin het Omajjaden Kalifaat van Córdoba floreerde en dat Abderramán III of Alhakén II belangrijke figuren waren. De 11e eeuw was een ernstige crisis periode  die door de christelijke koninkrijken uit het noorden van het schiereiland gebruikt werden om hun veroveringen te consolideren, en daarop volgend, door te gaan met hun veroveringen op de verschillende Noord-Afrikaanse rijken zoals die van de Almorávides en Almohades die hun invloed uitoefende op al-Ándalus en die hun machtscentra respectievelijk gevestigd hadden in Granada en Sevilla. Deze periode van gecentraliseerde macht was de oorzaak van de politieke fragmentatie op het schiereiland, die was verdeeld in een eerste, tweede en derde Taifa koninkrijk. Onder deze laatste, viel het Nazari Koninkrijk van Granada op door zijn historische rol en zinnebeeldig belang.

Dit schilderij 'La Rendición de Bailén' (De Overgave van Bailén),  toont het moment van overleg (op het slagveld) tussen generaal Castaños , links, en generaal Dupont , rechts, om overeenstemming te bereiken over de voorwaarden van de overgave van het Franse leger na de slag bij Bailén , die plaatsvond op 19 juli 1808 nabij de stad Bailén .
Overgave van Bailen, van Casado del Alisal.

De Kroon van Castilla veroverde geleidelijk de zuidelijke gebieden van het schiereiland. Fernando III personificeerde, in de 13e eeuw, de verovering van de hele vallei van de Guadalquivir. Het Andalusische gebied werd verdeeld in het christelijke en het islamitische deel, totdat in 1492 de herovering van het schiereiland eindigde met de verovering van het koninkrijk Granada.

Het was de 16e eeuw, toen Andalucía zijn geografische ligging exploiteerde omdat het zijn handel met de de Nieuwe Wereld centraliseerde, door middel van de “Casa de Contratación de Indias” (vergelijkbaar met onze VOC) dat zich eerst in Sevilla had gezeteld en daardoor de meest bevolkte stad van het Spaanse Rijk werd. Twee eeuwen later werd dit overgenomen door Cádiz maar dat was maar van korte duur omdat in diezelfde eeuw de handel met deze “Nieuwe Wereld” instortte. Na de komst van Columbus naar Amerika speelde Andalucía een belangrijke rol in de latere ontdekkingen en kolonisatie van deze Nieuwe Wereld. Er zat echter geen reële economische ontwikkeling voor Andalucía in, vanwege de vele problemen in Europa die de Kroon van Spanje veel geld kostte.  De sterke sociale en economische aftakeling bereikte zijn hoogtepunt in de 17e eeuw, toen de Andalusische adel, in 1641, in opstand kwam tegen de regering van Caspas de Guzmán y Pimentel.

In het midden van de 16e eeuw migreren een aantal inwoners van Extremadura en Andalucía naar het Neuva España. Onder invloed van Carlos I (voor ons Karel V) en later zijn zoon Felipe II (Filips de II) vestigen zij zich in de huidige staten Veracruz, Hidalgo en de Staat México (dit zijn enkele van de eenendertig staten die samen de Verenigde Mexicaanse Staten of kortweg Mexico vormen) en de socioculturele regio El Bajío. Hiermee werd er een begin gemaakt aan de Spaanse cultuur van Mexico.

Hier zien we het barokke paleis San Telmo in Sevilla. De belangrijkste elementen zijn de hoofdgevel, de belangrijkste binnenplaats en de kapel. De hoofdgevel werd voltooid in 1734, waarvan het onderste deel zuilen met verschillende reliëfs bevat. Daarboven bevindt zich een balkon ondersteund door figuren van Atlantis en, aan weerszijden daarvan, Ionische zuilen met twaalf allegorische figuren van de scheepvaart. In het derde gedeelte bevinden zich Korinthische zuilen en figuren van de vorsten San Fernando en San Hermenegildo en, in een boog in het midden staat de figuur van San Telmo. Daarboven zien we nog twee zittende figuren met in hun handen de hoorn des overvloed.
Paleis San Telmo in Sevilla, het hoofdkwartier van de Junta de Andalucía.

De hervormingen die de Bourbons in de 18e eeuw doorzette, leidde niet tot herstel van Spanje in het algemeen of Andalucía in het bijzonder. In Europees en mondiaal opzicht verloor het juist in politiek en economisch aanzien. Ook het verlies van de overzeese Spaanse kolonies kwam slecht uit voor het economische stelsel van Andalucía.

Gelukkig verbeterde de situatie in de daaropvolgende eeuw. De Andalusische industrie van de 19e eeuw, lag meer gewicht in de Spaanse economie. In 1856 was Andalucía de tweede Spaanse regio in mate van industrialisatie. Een eeuw later stond het nagenoeg achteraan in de rij, de industrialisatie verminderde met een zo’n 50% ten opzichte van de rest van Spanje, terwijl Andalucía tussen 1856 en 1900 een hoger percentage haalde dan het landelijk gemiddelde, zeker in takken als metallurgie, chemie en keramiek. Na 1915 verloor Andalucía zijn overmacht en werd de industrie teruggebracht tot  die van voedsel- en chemische industrie.

Na deze expansieve eeuw, slaagt Andalucía, gedurende een groot deel van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw, en ondanks het feit dat het in 1981 de status van autonome gemeenschap behaald, er niet in om zich verder te ontwikkelen. In 21ste eeuw loopt Andalucía hopeloos achter op de rest van Spanje. Het heeft te maken met één van de hoogste werkeloosheidscijfers en het  laagste inkomen per hoofd van de bevolking, van alle EU landen.

Territoriale organisatie


De provincies van Andalucía

Andalucía is verdeeld in acht provincies, gecreëerd door Javier de Burgos en door middel van Koninklijk Besluit vastgelegd op 30 november 1833. De provincies zijn:

Kaart van Andalucía met daarop alle provincies van de comunidad. Linksboven Huelva met daarnaast Sevilla, Córdoba en Jaén. Linksonder Cádiz met daarnaast Málaga, Granada en Almería.
Provincies van Andalucía.

Provincie Bevolking Oppervlakte >Gemeenten Arrondissementen
De vlag van de provincie Sevilla heeft een groene kleur met in het midden het wapen van de provincie Sevilla. Sevilla  1.939.887 14.042 106 15
De vlag van de provincie Malaga is hemelsblauw. Het middelste deel is wit met daarin het wapen van de provincie Málaga. Málaga 1.641.121 7.308 103 11
De vlag van de provincie is groen van kleur, omzoomd met 28 vlakjes linksboven beginnend met een roodvlakje met daarop een goudkleurig kasteel, gevolgd door een wit vlak met een rode, gekroonde leeuw, dan weer een kasteel, en dan weer een leeuw, enz. In het midden van de vlag het wapen van de provincie Cádiz. Cádiz 1.238.714 7.436 45 14
De vlag van de provincie Granada is olijfgroen van kleur met in het midden het wapen van de provincie Granada. Granada 912.075 12.531 174 9
De vlag van de provincie Córdoba is paars van kleur met op eenderde vanaf de stok het wapen van de provincie Córdoba. Córdoba 785.240 13.550 77 12
De vlag van de provincie Almería is wit van kleur, een rood kruis verdeeld de vlag in vier gelijke delen. In het midden van de vlag (in het midden van het kruis) staat het wapen van de provincie Almería. Almería 709.340 8.774 103 8
De vlag van de provincie Jaén. Een paars doek met daarop in het midden het wapen van Jaén Jaén 638.099 13.489 97 10
De vlag van de provincie Huelva is blauw met in het midden het wapen van de provincie Huelva. Huelva 519.932 10.148 80 6
De municipios van Andalucía
Kaartje van Andalucía met daarop alle gemeentegrenzen aangegeven.
Kaartje van Andalucía waarop alle municipios staan aangegeven.

Andalucía is verdeeld in 8 provincies met in totaal 778 municipios (vergelijkbaar gemeente). De gemeentelijke entiteiten in Andalucía wordt geregeld door de “Estatuto de Autonomía de Andalucía”, waarin staat dat de municipio de fundamentele territoriale eenheid van Andalucía is, waarbinnen het een eigen wettelijke persoonlijkheid geniet, en op het gebied van zijn belangen, volledig autonoom is. Ze wordt vertegenwoordigd door een regering en een bestuur corresponderend met de betreffende gemeenten die ieders zijn eigen bevoegdheid heeft ten aanzien van, ruimtelijke ordening, gemeentelijke sociale diensten, watervoorziening, afvalverwerking, bevordering van het toerisme, cultuur en sport.

Locale entiteiten

De afzonderlijke bevolkingscentra’s binnen een gemeente hebben toegang tot zelf beslissing over hun eigen belangen, bestaande uit lokale autonome entiteiten onder de naam van districten, steden, dorpen, of andere erkende bestuurlijke entiteiten, binnen de overeenstemming met het principe van maximale geslotenheid van het bestuurlijk beheer aan de burgers.

Comarcal  (gewestelijkbestuur)
Comarcas de Andalucia.

De comarca’s (gewesten) van Andalucía hebben nooit een officieel status gekregen  zoals in de andere regio’s, maar worden erkend door geografische, culturele of bestuurlijke redenen. Dit is het gevolg van de nieuwe Autonomie Statuten waarin, in Artikel 97, Titel III waar men de betekenis van comarca definieert en deze een basis geeft voor de toekomstige wetgeving.

De huidige gedaante ligt dichter bij de definitie van de comarca dan dat het statuut geeft voor de mancomunidad (samenwerkende gemeenten), dus is het mogelijk dat dit de aanzet is tot toekomstige comarca’s van Andalucía. Van de andere kant kan het ook zo zijn dat het leidt tot de vorming van gewesten die met behulp van Europese steun het platteland meer ontwikkelen. Momenteel behoren bijna alle Andalusische municipios tot een van de groepen, met uitzondering van de provinciale hoofdsteden en de stedelijke agglomeraties. Deze groepen worden gevormd door vrije municipios die zich vereniging door hun gezamenlijke economische belangen en in veel gevallen zijn voorzien van fondsen om zich een bepaalde  bekendheid te verwerven.

Mancomunidades (Samenwerkende gemeentes)

De Andalusische mancomunidad is een instrument voor de sociaal-economische ontwikkeling van de comarca of comarcas waarbij zij handelen in overleg met de raden van de municipios die zodanig de “Junta de Andalucía” (de Raad van Andalucía) vormen, die weer georganiseerd zijn in de “Administración General de España”, welke is vertegenwoordigd in de Europese Unie.

Niettegenstaande het voorgaande, is Andalucía traditioneel verdeeld in twee grote deelgebieden, Andalucía Alta of Oriental (met de provincies Almería, Granada, Jaén en Málaga) en Andalucía Baja of Occidental (met de provincies Huelva, Sevilla, Cádiz en Córdoba).

Belangrijkste steden
De 20 grootste gemeenten van de provincie Andalucia
Op deze foto zien we de Torre del Oro en Teatro de La Maestranza gezien vanaf de San Telmo Brug in Sevilla.Sevilla Plaatsnaam inw.   Plaatsnaam inw. We zien het Alhambra een gefortificeerd paleizencomplex in de gemeente Granada.Granada
Sevilla
Málaga
Córdoba
Granada
Jerez de la Frontera
Almería
Marbella
Huelva
Don Hermanas
Algericas
684.234
577.405
322.071
231.775
212.801
200.753
147.958
142.538
136.250
122.982
Cádiz
Jaén
Roquetas de Mar
San Fernando
El Puerto de Santa María
Chiclana de la Frontera
Mijas
El Ejido
Vélez-Málaga
Fuengirola
114.244
111.932
98.725
94.867
89.060
86.306
86.744
84.005
82.967
82.585
Een foto van een panoramisch uitzicht over Malaga bij zonsondergang vanaf Muelle Uno. De kathedraal op de achtergrond en andere emblematische gebouwen met de maan boven het tafereel.Málaga Uitzicht over de stad Almeria.Almería
Een foto met zicht op de Romeinse Brug, de Moskee en de Puerta del Puente, Cordoba (Spanje).Córdoba Zicht vanaf de zijkant van de oostelijke toren van de kathedraal van Cadiz. Het is een barok en neoklassiek gebouw. Cádiz
bron: INE 2021

Toerisme


Een foto van het klooster van La Rábida. Palos de la Frontera (Huelva). Een middeleeuws gebouw  dat door de eeuwen heen veel aanpassingen en uitbreidingen heeft ondergaan, maar waarvan de basis gotisch is.
Klooster val La Rábida. Palos de la Frontera (Huelva).

In 2011 komen 7,2 miljoen buitenlandse bezoekers naar Andalucía. Die worden gezien als de vierde Spaanse gemeenschap in termen van internationaal toerisme (met uitzondering van de binnenlandse toeristen, waarmee het op de eerste plaats komt te staan). De belangrijkste bestemmingen binnen de regio zijn: Costa del Sol en de Sierra Nevada. Andalucía is gelegen in het zuiden van het Iberisch schiereiland, één van de warmste streken van Europa. Het mediterrane klimaat heerst over de gehele regio, de zon schijnt er bijna altijd en dat samen met de stranden, dat zijn de voorwaarde die de ontwikkeling van een toerisme van “zon, zee en stranden” mogelijk maakt.

Het meest belangrijke, uit het oogpunt van toerisme, is de kustlijn van Andalucía, maar het intensieve karakter van deze bezigheid heeft een grote impact op het milieu.

Het landschap van het natuurpark Cabo (Kaap) de Gata-Nijar.  Wezien een strandje met mensen. Het ligt ingeklemd tussen afgevlakte rotsen, die hier om de kaap heen liggen.
Landschap van het natuurpark van Cabo de Gata-Nijjar.

De kust wordt in het westen omgeven door de Atlantische Oceaan waar zich de Costa de la Luz bevindt, en de Middellandse Zee, waar de oostkust is verdeeeld in de Costa del Sol, Costa Tropical en de Costa Almería. In 2004 zijn er 84 blauwe vlaggen zijn uitgereikt (66 stranden en 18 havens, in 2004) uitgereikt, dat aangeeft dat de stranden goed onderhouden worden, op het gebied van duurzaamheid, toegankelijkheid en kwaliteit, hoewel er andere organisaties zoals Ecologistas en Acción of Greenpeace zich in de tegenovergestelde richting manifesteren.

Wat betreft het culturele toerisme, beschikt de gemeenschap over een grote rijkdom aan historisch patrimoniaal erfgoed. Andalucía beschikt over een aantal zeer aantrekkelijke monumenten, zoals de moskee van Córdoba, het Alhambra (Granada) of de Giralda van Sevilla. Maar ook opmerkelijk zijn de kathedralen, de kastelen en burchten, de kloosters en historische stadskernen van monumentale steden, zoals die van Úbeda en Baeza die tot Werelderfgoed verklaard zijn.

De diepe kloof van Ronda, met in het midden van de foto de Puente Nuevo , genomen vanaf de Virgen de la Cabeza zodat je de kloof in kijkt. Aan beide zijde van de brug zien de gebouwen van de stad Ronda.
Uitzicht op Ronda.

Elke provincie toont een verscheidenheid aan architecturale stijlen (van de islamitische architectuur tot de Renaissance, de Barok etc). Een andere culturele attractie zijn de ‘Lugares Colombinos‘ (Palos de la Frontera, La Rábida en Moguer) in Huelva. Het zijn plaatsen vooral gekoppeld aan de eerste reis van Columbus, welke resulteerde in de ontdekking van Amerika. Als u meer interesse hebt voor het archeologische toerisme, dan heeft Andalucía een aantal archeologische sites van groot belang, zoals Italica, de Romeinse stad, waar de keizers Trajanus en Hadrianus vandaan kwamen. Of plaatsen als Baelo Clauida of het beroemde, veel bezochte Medina Azahara de paleis-stad gebouwd door de Cordobaanse kalief Abderramán III, waarvan nog steeds niet alles is opgegraven.

Anderzijds, zijn er in Andalucía grote schilders geboren zoals Picasso (Málaga), of Murillo en Velázquez (Sevilla). Vanuit toeristisch oogpunt zijn ook dit belangrijke gebeurtenissen. En als gevolg daarvan heeft men er instellingen voor in het leven geroepen die zorgde voor musea zoals het Fundación Picasso Museo Casa Natal of hetzelfde Museo Picasso Málaga, en het Museo Casa de Murillo in Sevilla, ontworpen om meer bekendheid aan deze kunstenaars te geven. Bovendien vindt u er een aantal musea gewijd aan de geografie van deze regio, die niet alleen schilderijen, maar ook archeologische resten, sieraden, keramiek, aardewerk en kunstwerken tonen om de tradities en typische ambachten van de streek te laten zien.

Door de Consejo de Cobierno (Raad van Bestuur) uitgeroepen toeristische steden in Almería, zijn: Roquetas de Mar; in Cádiz: Chiclana de la Frontera, Chipiona, Conil de la Frontera, Grazalema, Rota en Tarifa; in Granada: Almuñécar; in Huelva: Aracena; in Jaén: Cazorla; in Málaga: Benalmádena, Fuengirola, Nerja, Rincón de la Victoria, Ronda en Torremolinos; en in Sevilla: Santiponce, zijn door de Consejo de Gobierno (Raad van Bestuur) tot Toeristische steden verklaard.

Cultuur


De bijzondere historische omstandigheden, de geografische condities, en de complexe bevolking van Andalucía, het zijn allemaal factoren die hebben meegewerkt aan de vormgeving van de aparte Andalusische cultuur. In Andalucía hebben de verschillende volkeren en beschavingen na verloop van tijd een bepaalde culturele identiteit gevormd. Deze volkeren, waarvan een aantal zeer verschillend van elkaar, hebben in de loop der tijd hun stempel achtergelaten onder de bevolking. Eerst kwamen er de handelaren uit het oosten, Feniciërs, Carthagers, Romeinen. Later werd dit deel van het land meer dan zevenhonderd jaar bezet door de islamieten waarna het, na de herovering, wederom werd gekerstend. Een mix van invloeden die het ‘costumbrismo andaluz‘ heeft gevormd.

We kijken op deze foto door een smeedijzeren hek naar een van de patios (binnenplaatsen ) van een Córdobaans huis. Het is hier traditie om deze, soms best grote binnenplaatsen, volte zetten en de muren vol te behangen met bloempotten met daarin veelal fel gekleurde bloeiende planten.
Andalusische patio in Córdoba.

In het klassieke tijdperk van de Andalusische cultuur, werkte deze invloeden in hoge mate door in de Spaanse cultuur. Mede dankzij de visie van de romantische reizigers, die in Andalucía de meest traditionele, karakteristieke, geaardheid van Spanje vonden, zijnde het meest exotische gezien vanuit het oogpunt van de buitenlander.

Of zoals José Ortega y Gasset het uitdrukte:

    Andalucía heeft nooit de neiging, noch de ijdelheid tot particularisme gehad; De bevolking van Andalucía gedroeg zich nooit op een wijze alsof zij een aparte staat zouden zijn ten opzichte van alle andere Spaanse regio’s die vaak zeggen dat zij een radicaal andere cultuur zouden hebben……
Gedurende de 19e eeuw heeft Spanje onder de hegemoniale invloed van Andalucía geleefd.Deze eeuw begint met de Cortes de Cádiz en eindigt met de moord op Canovas del Castillo, uit Málaga, en de verheerlijking van Silvela, ook uit Málaga. De overheersende ideeën komen van Andalucía. Als men Andalucía schilder, een plat dak, een aantal potten en een blauwe hemel. Men leest boeken van de zuidelijke schrijvers. Men praat constant over het “land van María Santisima”. De dief van Seirra Morena en de smokkelaars zijn nationale helden. Heel Spanje vindt het gerechtvaardigd, en een eer dat Andalucía deel uit maakt van hun land. Tot dat in 1900, zoals bij zoveel zaken, de dingen veranderen, het wordt opgenomen door het noorden……
                                                                                                                                                                                      Teoria de Andalicía, 1927
Kunst
Zonsondergang over het Alhambra, (Granada (Spanje)), gezien vanaf het uitzichtpunt van San Nicolás.
Het Alhambra van Granada.

Andalucía is altijd de bakermat van grote kunstenaars geweest. Daar bovenuit steken schilders als Velázquez, Murillo, Valdés Leal, en beeldhouwers als Martinez Montañes en Alonso Cano. Meer recent en wereldwijd bekend zijn schilders als, Pablo Picasso, Vázquez Díaz. Componisten als Manuel de Falla uit Cádiz die typische Andalusische melodieën opneemt in zijn werk, net als de uit Sevilla afkomstige Joaquin Turina. Verder is van belang de zanger  Camartón de la Isla, geboren in San Fernando (Cádiz).

Architectuur
De toren van de kathedraal van Sevilla (mudejar-stijl), La Giralda, gezien vanaf het Plaza Virgen de los Reyes in Sevilla. De kathedraal is een mix van stijlen waaronder, almohaden , laatgotiek (islamitische architecteur), renaissance en barok.
Algemeen beeld van de Giralda in de kathedraal van Sevilla.

Belangrijke goed bewaarde voorbeelden van neolithische hunebedden, zoals de dolmen van Menga en Viera. De eerste voorbeelden van stadsplanning uit de bronstijd in Los Millares en El Argar.

Belangrijke archeologische vindplaatsen uit de Oudheid in Andalucía zijn onder andere Doña Blanca, Cerro del Villar, en de ruïnes van Baelo Claudia en Itálica.

Tot de Hispanoárabe of Andalusische architectuur behoren enkele van de meest representatieve gebouwen van Andalucía zoals het Alhambra, de moskee van Córdoba, het Alcazaba van Málaga, de Giralda, het kasteel van Santa Catalina (Jaén) of het Alcazaba van Almería en haar muren.

De voorafgaande Romaanse architectuur, heeft een opmerkelijke invloed op de latere Andalusische architectuur, zeker op de Mudejar architectuur, waarvan de meest belangrijke voorbeelden het Koninklijke Alcazar van Sevilla en de parochiekerken van het koninkrijk Córdoba en Sevilla (iglesias parroquiales del reino de Córdoba of Sevilla) die de Andalusische wortels combineren met andere kenmerken van de romaanse en gotische architectuur.

Het interieur van de Moskee-kathedraal van Córdoba, lijkt een woud van rood/wit gekleurde hoefijzerbogen op pilaren te zijn.
Interieur van de Moskee-kathedraal van Córdoba.

Later bouwde men de kathedraal van Sevilla, de grootste gotische kerk ter wereld, dat tevens de toon zette voor andere gebouwen in de koninkrijk, zoals de Parroquia de San Miguel van Jerez, de Prioral del Puerto de Santa María en Las Covachas de Sanlúcar van Barrameda.

Van fundamenteel belang zijn de Capilla Real, het Paleis van Karel V (Carlos I) te  Granada, dat van belang is door haar purisme voor de  Italiaanse Renaissance, en de kathedraal van Granada met haar gotische plattegrond en renaissance bouw. Zo vinden we verder ook in Málaga enkele gebouwen die er toe doen, zoals het Palacio de los Condes de Buenavista, de kathedraal van origine een gotische gebouw is, maar door de architecten Diego de Siloam en Andrés de Vandelvira omgezet werd tot een renaissance project. Eén van de belangrijkste centra van de renaissance architectuur was het Koninkrijk Jaén met de bouw van de kathedraal door Andrés de Valdelvida, die de kathedraal van Guadix als voorbeeld liet dienen. met monumentale steden als Úbeda en Baeza, later door Unesco tot Werelderfgoed vernoemd. Maar ook het koninkrijk Sevilla was een belangrijk  renaissance centra, zoals te zien is aan het stadhuis van Sevilla en het Hospital de las Cinco Llagas of het Cartuja de Jerez de la Frontera.

Hier zien we het bijna 1000 jaar oude Alcazaba van Almería (tweede helft 10e eeuw). Het is een mix van civiele, militaire, Arabische en christelijke architectuur, die grotendeels gerestaureerd is. Het beslaat een oppervlakte van meer dan 37.500 hectare en is daarmee de op één na grootste Arabische citadel op het Iberisch schiereiland.
Alcazaba de Almería.

Barokke architectuur zoals het Palacio de San Telmo vinden we in Sevilla, of de kerk van Nuestra Señora del Reposo in Campillos, la Cartuja van Granada, de kathedraal van Merced en Huelva of het Casa de Consulado in Málaga, of Academische werken als la Fábrica de Tabaco in Sevilla en het Neoclassicistische Palacio de la Aduana van Málaga of de gebouwen in de kern van Cádiz, zoals het stadhuis van Cádiz of de Koninklijke Gevangenis (Cárcel Real) en la Santa Cueva.

In de Calle Marques de Larios van Málaga zien we een mix van allerlei architectonische stijlen die toch, mede door de aankleding van de straat, erg Spaans aandoet.
Calle Marques de Larios Málaga, beroemd voorbeeld van Stedenbouw van de 19e eeuw.

In de negentiende-eeuwse architectuur is het historisch centrum van Málaga weer belangrijk, met als voornaamste slagader, de Calle Marqués de Larios, geflankeerd door een reeks van gebouwen geïnspireerd op de Escuela de Chicago, of het Alameda Principal, dit is een duidelijke voorbeeld van negentiende-eeuwse stedelijke planning.

De façade van het Jabalquinto Baeza gebouw in Úbeda is uitgevoerd in de stijl van de katholieke vorsten. Het meest in het oog springende deel van de façade is de gecentreerde deuropening omlijst door gotische pinakels op de wijze van een arrabá - een golvende boog, doorkruist door twee boomstammen, waarlangs veertien menselijke figuren sierlijk omhoog klimmen. Het tweede deel heeft vier ramen, waarvan de middelste twee aan twee, eveneens tussen pinakels en voorzien van fijne zuiltjes. Daarboven zijn acht wapenschilden "a la valona" (schuin) met helmen, wapenschilden en lambrequins: vier van de Heer van Jabalquinto (Benavides, Manrique, Mendoza en Rojas) en vier van zijn echtgenote (Valencia, Bracamonte, Acuña en Mendoza). Al deze fantasie wordt omlijst door twee cilindervormige steunberen die uitkomen in muqarnas.
Het Palacio Jabalquinto Baeza, samen met de stad Úbeda door Unesco tot Wereld erfgoed benoemd.

Binnen de eigen historische architectonische stijl van de 19e en 20ste eeuw, is de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van Sevilla in 1929 van groot belang, zeker het Plaza de España, op neomudejar wijze, dat ook wel historicistisch regionalisme wordt genoemd, en het Museo provincial de Huelva gebouwd in 1973. Tegelijkertijd herbergen ze een industrieel erfgoed die tijdens verschillende economische activiteiten zijn gerealiseerd.

Traditionele architectuur onderscheidt zich door zijn mediterraanse karakter dat zijn wortels heeft in de Romaanse en Moorse architectuur en sterk beïnvloed is door het klimaat. De traditionele stedelijke woningen zien eruit als aan elkaar geschakelde woningen waardoor ze van de hoge buitentemperaturen geïsoleerd worden. Het zijn woningen met dikke, massieve,  witte muren om de open ruimtes, om het overmatige zonlicht buiten te sluiten. Afhankelijk van het klimaat en de tradities van het gebied, kunnen de doorlopen overkappingen van de rijtjeshuizen terrassen vormen, vaak gebruikt men voor deze daken de zogenaamde “tejas árabes” (Arabische tegels, een speciaal soort dakpannen). Een van de meest karakteristieke elementen is de binnenplaats (patio). De patio’s van Córdoba (los cordobeses) zijn wereldberoemd. In de woningen en in de patio’s wordt veel smeedijzer en tegelwerk gebruikt als decoratieve elementen. Planten, bloemen en water, zijn essentiële onderdelen van de Andalusische architectuur. Naast deze algemene elementen, gebruikt men ook unieke architecturale typologieën, zoals de architectuur van Alpuljarra (een streek in de provincies Granada en Almería) en de grotten van Hoya de Guadix en van Sacromonte of de traditionele architectuur van Marquesado de Zenete.

Op het gebied van landelijke architectuur zien we huizen of boerderijen zoals de hoeves (cortijos), grote boerenbedrijven (haciandas) en alleenstaande boerderijen (alquerías)

Beeldhouwkunst
"Llanto por cristo muerto" (droevenis om het lichaam van Christus) is een polychroom beeldhouwwerk van Pedro Millán. We zien drie vrouwen (waaronder Maria en Maria Magdalena) en vier heren, bedroeft boven het dode lichaam van Christus. Het lichaam van Christus ligt op een bank waarop we de doornen kroon en de spijkers waarmee hij aan het kruis was genageld, afgebeeld.
Droevenis over Christus, een werk van Pedro Millán, Museo de Bellas Artes van Sevilla.

De Iberische beelden van Osuna, de Dame de Baza, de León de Bujalance, de Fenicische sarcofagen van Cádiz en de Romeinse beeldhouwkunst, stukken uit Andalusische (Bética) historische steden als Italica, getuigen van een cultuur die al sinds de oudheid de beeldhouwkunst beoefend. Uit de tijd van al-Andalus is maar weinig bewaard gebleven en dat wat er is heeft weinig tot geen waarde. De islam is een grotendeels iconoclastische beschaving. De leeuwen van het Alhambra in Granada en Maristán vormen een opmerkelijke uitzondering op de regel.

Gedurende de Vroegmoderne Tijd speelde de Sevilliaanse – en Granadaanse School een belangrijke rol in de beeldhouwkunst, met auteurs als Mercadante van Bretañe, Pedro Millán, Juan Martínez Montañés, José de Mora, Pedro Roldán, José de Arce, Jerónimo Balbás, Alonso Cano en Pedro de Mena. Beide scholen wijde zich hoofdzakelijk aan de religieuze kunst met het vervaardigen van religieuze beelden en altaarstukken meestal gemaakt van hout.

Sinds de oudheid bestaat in Andalucía ook de niet religieze beeldhouwkunst, zoals blijkt uit de marmeren beelden van de renaissanceschool van het Casa de Pilatos en de mythologische beelden van Diego de Pesquera. Maar tot de 19e eeuw was het  niet iets algemeens, zoals in het geval met Antonio Susillo.

Schilderkunst
La Chiquita Piconera (Het kleine kooltjes verkoopstertje). Een schilderij van Julio Romero de Torres dat een diepe erotiek uitstraalt. Het model, uit zijn maniëristische periode, trekt onze aandacht met een medeplichtige blik. Romero's fetisjisme is waarneembaar in de hooggehakte schoenen, de zijden kousen, de oranje kousenbanden, de blote schouder en de borstplunje.
La Chiquita Piconera, werk van de Cordovaanse schilder Julio Romero de Torres, 1930.

Ook in de geschiedenis van de schilderkunst heeft de Granadaanse – en Sevilliaanse School van Andalucía een belangrijke rol gespeeld. De Sevilliaanse School is een van de grote Spaanse en Europese scholen van de schilderkunst die lange tijd gebezigd werd, variërend van de 15e tot de 19e eeuw. Belangrijke kunstmakers zoals Velázquez en Murillo gebruikte deze technieken evenals Francesco Pacheco die tevens kunsttheoreticus was.

Gezien het onderwerp, is er een speciale Andalusisch schildergenre dat een aparte vermelding verdient, namelijk de Romantiek, ontwikkeld door schilders als Manuel Barrón, José García Ramos, Gonzalo Bilbao en Julio Romero de Torres en is heel goed vertegenwoordigd in de collectie van Carmén Thyssen-Bornemisza. Een groot deel van deze collectie is te zien in het Museo Carmen Thyssen te Málaga.

In de context van de hedendaagse schilderkunst is fundamenteel de figuur van Pablo Picasso, wiens werk goed vertegenwoordigd is in het Museo Picasso Málaga.

Literatuur en Filosofie
Zwart/wit foto van Pablo Picasso.
Pablo Picasso

Ook het gewicht van Andalucía in de geschiedenis van de literatuur in het Castiliaans is groot te noemen. In 1492 publiceerde Antonio de Nebrija zijn beroemde Gramática castellana (Castiliaanse grammatica), de eerste in Europa, die in normale volkstaal werd geschreven. In 1528 schreef Francisco Delicado zijn Lozana andaluza, een roman in vervolg op de komedie ‘La Celestina’, terwijl de in Sevilla geboren Mateo Alemán zijn Guzmán de Alfarache schreef, de eerste schelmenroman van deze bekende schrijver.

Maar ook de Sevilliaanse humanistische literaire school was belangrijk met schrijvers als Juan de Mal Lara, Fernando de Herrera, Gutierre de Cetina, Luis Barahona de Soto, Juan de la Cueva, Gonzalo Argote de Molina en Rodrigo Caro. Binnen het culturanismo van de barokke poëzie van de Gouden Eeuw was de Cordobaanse Luis de Gónzora de grootste exponent.

De literaire Romantiek van Spanje is een van de fundamentele standaards in Andalucía, met auteurs als Duque de Rivas, José Cadalso en Bécquer. Het Andalusische costumbrismo (19e eeuws lit. genre) wordt het beste uitgedrukt in de  Escenas andaluzas van Sefarín Estébanez Calderón en in de werken van Pedro Antonio de Alarcón.

Retrato de joven mujer andaluza (Portret van een jonge Andalusische Vrouw). De jonge vrouw is frontaal afgebeeld met haar hoofd lichtjes schuin over haar rechterschouder, schuin omlaag kijkend naar de linker benedenhoek van het schilderij. Het is een buste-achtig portret dat zich uitstrekt tot de lijn van de schouders zonder de romp te tonen. De figuur tekent zich af tegen een neutrale achtergrond om haar gelaatstrekken te benadrukken. Haar zwarte haar is in de middenscheiding gekamd en met bloemen getooid in de zuiverste Andalusische stijl volgens de mode van het midden van de 19e eeuw. De jonge vrouw draagt een kleurige zijden jurk geborduurd met bloemen en een bijpassende sjaal over haar schouders in een uitgesproken Andalusische mode en sfeer. Gesigneerd A. Ortiz. in het midden links van het schilderij. Gesneden en vergulde houten lijst.
Portret van ‘Andalusische Vrouw’. Het werk van Ángel Ortiz, schilder uit Cádiz.

De belangrijkste Andalusische schrijvers tussen de 19e en de 20ste eeuw zijn Ángel Ganivet, Manuel Gómez Moreno, Manuel en Antonio Machado en Francisco Villaespesa, traditioneel ingedeeld bij de zogenaamde Generación del ’98. Daarbinnen, de gebroeders Alvarez Quintero, trouw aan de zelfportretten van de eigen geaardheid in hun intermezzo’s, waar hun personages vaak gebruik maken van het Andalusische dialect, in het kielzog van hun leraar José López Pinillos, Parmeno. Vooral belangrijk was Juan Ramón Jiménez uit Moguer, Nobelprijswinnaar van de literatuur, een eenvoudige, transcendente persoonlijkheid binnen de Spaanse poëzie van alle tijden.

Titelpagina van een uitgave van de Latijnse grammatica ( Introductiones latinae ) door Antonio de Nebrija in een revisie door zijn zoon Xanthus.
Uitgave van de Latijnse grammatica ( Introductiones latinae ) door Antonio de Nebrija.

Een groot deel van de leden van de Generación del ’27,  dat in werkelijkheid de  Zilveren Tijd van de Spaanse cultuur was, die zich verzameld hadden rond de hommage van Gongora in het Ateneo de Sevilla, waren Andalusiërs, zoals Federico García Lorca, Luis Cernuda, Rafael Alberti, Manuel Altolaguirre, Emilio Prados en Vicente Aleixandre, die de nobelprijs in 1977 ontving.

Er zijn ook verschillende literaire personages met een Andalusische sfeer die zijn veranderd tot authentieke archetypes van de wereldliteratuur zoals Carmen, de zigeunerin van Prosper Merimée, Figaro, De barbier van Sevilla van Pierre-Augustin de Beaumarchais en Don Juan, de verleider van Sevilla van Tirso de Molina.

Het belangrijkste instrument in de populiare Andalusische poëzie is de romantiek, dit is overigens in de meeste poëzie van Spanje het geval, hoewel er ook eigen Andalusische strofen zoals soleá of soleariya (dit zijn bepaalde dichtvormen). Er zijn ballades, de weigeliedjes, de kreten (gezongen aankondigingen), de kenwijsjes (jingles), de werkliedjes en vele andere liedjes.

Een hoofdstuk apart is de hispanoárabe literatuur, literatuur in het Andalusische dialect geschreven door schrijvers geboren in het huidige Andalucía, zoals Ibn Hazm, Ibn Zaydun, Ibn Quzman, Abentofail, Al-Mutamid, Ibn al Khatib, Ibn al Yayyab en Ibn Zamrak.

Onder de filosofen en denkers, geboren in Andalucía vinden we bekende namen als Séneca, Ibn Gabirol, Mainónides, Averroes, Fernán Pérez de Oliva, Sebastián Fox Morcillo, Angel Ganivet, Francisco Giner de los Ríos en Maria Zambrano.

Muziek
Op de foto zien we het hoofd van een Andalusische danser, hij draagt een hoed een witte bloes en een zwart vest. In beide handen draagt hij castagnetten en houdt zijn armen op schouder hoogte.
Danser van Málaga, Festiviteiten van Verdiales.

De Andalusische muziek staat niet bekend alleen bekend om zijn traditionele muziek maar ook om een specifiek type muziek, zowel de populaire als het cult genre, elk gedefinieerd door zijn eigen kenmerken in het metrische als melodische en harmonische veld. Daarom kan men met recht spreken van Andalusische muziek die door niet Andalusiërs is gecomponeerd. Op het gebied van musicologie, wordt deze ontwikkeling vaak ‘Andalucismo musical’ of ‘Pintoresquismo musical’ genoemd.

Een feestje in een zaaltje, met op de voorgrond twee dansende (flamengo) vrouwen met Andalusische kleding.
Dansende vrouwen uit Sevilla.

De flamenco wordt momenteel als inmaterieel etnologisch cultureel erfgoed beschouwd. De flamenco is een soort muziek en dans die is ontstaan en ontwikkeld in Andalucía die, zoals we het heden ten dagen kennen, dateert uit de 18e eeuw, het is gebaseerd op de Andalusische muziek en dans, waarvan de ontwikkeling in belangrijke mate is beïnvloed door de Andalusische zigeuner. Zingen, spelen en dansen zijn de belangrijkste facetten van de flamenco die is uitgegroeid tot een van de belangrijkste verwijzingen naar de Andalusische en Spaanse cultuur over de hele wereld. Momenteel wordt de Andalusische stad, Jerez de la Frontera beschouwd als de bakermat van de moderne flamenco.

Het statuut van autonomie van Andalucía weerspiegeld het belang van de flamenco in zijn artikel 37.1.18° en 68:

    “Principios rectores de las políticas públicas: 18º La conservación y puesta en valor del patrimonio cultural, histórico y artístico de Andalucía, especialmente del flamenco. ……………………………………………….                                                                                                                                                                                                                                                   …..Extracto del art. 37.1.18º
“Corresponde asimismo a la Comunidad Autónoma (Andaluza) la competencia exclusiva en materia de conocimiento, conservación, investigación, formación, promoción y difusión del flamenco como elemento singular del patrimonio cultural andaluz.” …………………………………                                                                                                                                                                                                                                                                        …………                                                 …..Extracto del art. 68 
    “Leidende beginselen van het overheidsbeleid: 18º behoud en versteviging van het culturele historische en artistieke erfgoed van Andalucía, in het bijzonder de flamenco”. ………………………………………………………………………………………….  ………..                                                                                                                                     …………….Extracto del art. 37.1.18º
“Beschrijft ook de exclusieve bevoegdheden die de autonome gemeenschap (Andalucía) heeft tot de kennis, het behoud, het onderzoek, de opleiding, promotie en verspreiding van de flamenco als een bijzonder element van het Andalusische culturele erfgoed”. ……………………………………………………………………………………………..                                      ……………..            ..                                                                                                     .       ….Extracto del art. 68     

Van fundamenteel belang voor de geschiedenis van de Andalusische muziek zijn Cristóbal de Morales, Francisco Guerrero, Francisco Correa  de Arauxo, Manuel García, Manuel de Falla, Joaquin Turina, Manuel Castillo en de gitarist Andrés Segovia, vader van de moderne klassieke gitaar componisten.

Eigentijdse grote folkloristische artiesten van de copla (vierregelig versje) en de cante hondo (bep. flamenco zang) zijn, Estrellita Castro, Rocío Jurado, Lola Flores (bekend om zijn  temperament en artistieke persoonlijkheid als La Faraona), Juanito Valderrama en de revolutinaire Camaron de la Isla, door een groot deel van de gespecialiseerde critici beschouwd als de beste zangers in de geschiedenis. En onder de gitaristen moet zeker de onlangs overleden Paco de Lucía (25-2-2014) vernoemd worden.

Op het gebied van de moderne zang en dichtwerk zijn belangrijk om te vernoemen de dichter Joaquin Sabina, en de uit Granada afkomstige José Ignacio Papido (leider van de band 091), Isabel Pantoja, en Rosa López die Spanje vertegenwoordigde op het Euro visie Songfestival in 2002 en aan David Bisbal.

Film
Foto genomen tijdens het Festival de Málaga de Cine Español (Spaanse Film Festival te Málaga). We zien de acteur Alberto San Juan voor een grote poster met daarom heen tientallen fotograven die een mooie shot proberen te maken.
Festival de Málaga de Cine Español.

De geschiedenis van de Andalusische cinema is historisch gezien terug te brengen tot het archetype van Andalucía (Flamenco, stierenvechten, godsdienst, bandieten, de typische Andalusische gentleman, de emigranten of het imago van de grappige en/of slampamper), dat enorm uitvergroot werd gedurende de decades van 1940 tot 1960 en dat uiteindelijk consolideerde  in het actuele beeld van Andalucía. Aan de andere kant werd het landschap van de provincie Almería vaak als decor voor legendarische westernfilms van Amerikaanse of Italiaanse makelij gebruikt.

De Andalusische film heeft wortel geschoten in het begin van de 20ste eeuw, refererend naar José Val del Omar, maar ook nu beleven we weer een opbloeiende periode mee met regisseurs als Antonio Cuadri (The Heart of the Earth), Jesús Ponce (15 dias contigo), Chus Gutiérre (Poniente), Chiqui Carabante (Carlos contra el mundo), Alberto Rodriguez (7 Vírgenes), Antonio Banderas (El Camino de los Ingleses), Benito Zambrano (Solas) of Manuel Martín Cuenca (La flaqueza del bolchevique0, gewaardeerd door de nationale en internationale critici.

In 2007 werden er in Andalucía meer dan duizend opnames gemaakt. Hoewel film het meest karakteristieke genre vanuit industrieel oogpunt is, worden de tv-reclames en TV opnames in de audiovisuele industrie steeds meer gezien als de snelst groeiende sector van de regionale economie.

Het filmarchief van Andalucía, gevestigd in Córdoba, is de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor onderzoek, het verzamelen en verspreiden van het Andalusische filmerfgoed, activiteiten die in belangrijke mate bijdragen aan het slagen van de jaarlijkse festivals zoals het Festival de Málaga de Cine Español, Fancine, het Festival de Cine Europeo de Sevilla SFCE, het Festival internacional de Cortometrajes Almería in Corto, het Festival de Cine Iberoamericano de Huelva, het Muestra Cinematográfica del Atlántico Alcances van Cádiz, het Festival Internacional de Cine Inédito de Islantilla, het Festival de Cine Africano de Taifa of het Festival Internacional Música de Cine van Úbeda.

Populaire Cultuur van  Andalucía
El Andaluz
Kaartje van Andalucía waarop met kleuren staat aangegeven welke dialecten er in welk gebied gesproken wordt. Rood, (west, zuid) Overheersend Seseo. Groen (midden noord en westen), overheersend Ceceo. Wit (Oosten, midden noord en westen) variable.
Kaartje dat in grote lijnen de dialecten van Andalucía laat zien.

In Andalucía wordt voornamelijk het Andalusisch dialect gesproken. De Andalusische spraak is er een van grote rijkdom en variëteit. Het behoudt veel Arabische – en woorden van andere talen. Het is niet uniform en heeft een grote interne verscheidenheid van kenmerken, die een homogene geografische spreiding hebben. De isoglossen die de grenzen tussen de karakteristieke taalverschijnselen van het Andalusisch aangeven, overlappen een netwerk van vormen van uiteenlopende grenzen die geen duidelijke grenzen toestaan en van het Andalusisch een gevarieerde dialectale eenheid maken.

Mythologie en religie
Eerbetoon aan de Virgen María Santísima del Amor van San Fernando (Cádiz).

Het land dat we nu kennen als Andalucía was ooit het toneel van een aantal mythes die vele culturen van het Middellandse-Zeegebied gemeen hadden in de geschiedenis. Met de Fenicische kolonisatie verspreidde zich de verering van Baal en Melkart die voortleefde in de Romeinse tijd onder de naam Hercules, de mythische stichter van onder andere de steden Cádiz en Sevilla. De beroemde tempel van Hercules Gaditanus getuigd van het belang die de verering van Hercules in Andalucía had. Het is een van de twaalf werken die aan hem gewijd waren, het tiende werk hiervan bevond zich in het huidige Andalucía. Het betreft hier de diefstal van de runderen van Geryon, een personage die vaak wordt beschouwd als een van de koningen van Tartessos. De Zuilen van Hercules, meestal aangeduid met Calpe (rots van Gibraltar en Abila (Ceuta) dat van oudsher wordt beschouwd als een monument of de herinnering aan de heldendaden van Hercules. Ook de Romeinse weg die Gades met Rome verbind kreeg de bijnaam van Via Heraclea, in de veronderstelling dat dit de weg terug was die Hercules nam na het roven van de runderen van Geryon. Tegenwoordig zien we op het schild van Andalucía de figuur van Hercules tussen twee leeuwen.

Het meest voorkomende geloof van Andalucía is het katholicisme, net als in de rest van Spanje. Het belangrijkste kenmerk van deze populaire religie is de toewijding aan de Maagd Maria, dat maakt dat Andalucía bekend staat als “het land van de Heilige Maria”. Een ander fundamenteel aspect is de viering van de “Semana Santa” (Heilige week), met zijn processies waaraan duizenden boetelingen deelnemen en saetas zingen.

Un Cantar Andaluz door de Catalaanse Joan Manuel Serrat “La Saeta”, een Andalusisch flamencolied dat tijdens de “Semana Santa ” (Heilige Week) gezongen wordt.

Ook belangrijk zijn de bedevaarten zoals die van de ‘Virgen de la Cabeza‘, de bedevaart van Rocío en de bedevaart van de ‘Virgen de Araceli‘ van Lucena (Córdoba). San Juan de Ávila staat bekend als de Apostel van Andalucía en Doctor de la Iglesia Universal (Dokter van de Universele Kerk).

Stierenvechten

Het belang van het stierenvechten in Andalucía dateert uit de 15e en 16e eeuw, een periode waarin de regio de leider was in het fokken van het Andalusisch runderras. Vandaag de dag is het een regio die de hoofdrol speelt bij de stierengevechten in Spanje. De  227 rundveebedrijven van Andalucía beslaan samen een oppervlakte van 146.917 ha. In het jaar 2000 werden er in Andalucía 1.139 stierengevechten gehouden, verdeeld over 100 ‘plaza de toros‘ (arena’s) in deze regio. De Junta van Andalucía heeft een programma opgezet met de naam ‘Rutas de Andalucía taurina’ (De Andalusische stierenvechters route). Het stierenvechten is (zeker onder de jongeren) populariteit aan het verliezen in Spanje, maar of dat ook voor deze regio geld weet ik niet zeker.

Feestelijkheden
Een foto uit de oude doos. Een señorita in amazonezit  achter de caballero (de ruiter). Beide in traditionele kledij.
April festival in Sevilla, 1935.

Kunst en populaire gewoontes komen bijeen op de beroemde beurzen van Andalucía. Een van de meest bekende is de feria de Abril van Sevilla (een beurs die zich heeft uiitgebreid naar Madrid en Barcelona door het grote aantal Andalusische immigranten), de beurs van Caballo de Jerez, Feria de Agosto in Málaga, de Corpus Christi in Granada, Feria de Nuestra Señora de la Salud van Córdoba, Fiestas Colombinas van Huelva, Feria de la Virgen del Mar van Almería of de Feria de San Lucas in Jaén. De viering van religieuze festiviteiten hebben een diepe Andalusische traditie en zijn enorm populair. De meest populaire Paasvieringen zijn ‘la Romeria in El Rocío, op deze bedevaart komen elk jaar ongeveer één miljoen mensen op af, en de ‘Romería de Neustra Señora de la Cabeza van Andújar die wordt gehouden in de maand april.

Andere festiviteiten met veel traditie zijn het carnaval van Cádiz, ‘Las Cruces de Mayo‘ te Córdoba (maar ook die van Granada is goed bekend) tijdens dit festival vindt ook de wedstrijd van de Cordobaanse patio’s plaats.

Andere kunsten en gewoontes
Het Arabische stucwerk dat nog in een aantal oude gebouwen te wonderen is. Hier op de foto boven een lambrisering  van Arabisch tegelwerk, een stukje Arabisch stucwerk te zien. Het is uitgesneden pleisterwerk, ragfijn met typisch Arabisch decoraties en Arabisch schrift.
Een stukje tegel- en stucwerk in het Alhambra.

De traditionele kleding van Andalucía had in de 18e eeuw een grote invloed, binnen het traditionalisme, purisme, we zouden het tegenwoordig cool noemen, dankzij het model van ‘majo’ en ‘maja’ (mannelijk, vrouwelijk schoon) in een persoonlijke kledij, samen met de Andalusische bandelero (struikrover) en de kledij van zigeunervrouwen.

Het Museo de Artes y Costumbres Populares te Sevilla heeft een grote collectie van de Andalusische kledij door de eeuwen heen, met veel aandacht voor de verschillende hoofddeksels, zoals de ‘cordobés’ (Cordobaanse hoed), de calañes (Calanese ‘muts’ (hoed)), de catite of pavero (gelijkend op de cordobes), net als het ‘traje corto‘  (een kort jasje) of de flamenca (Andalusische jurk).

Ook onder de Andalusische ambachten vinden we grote tradities zoals azulejería (tegels) en alicatado (plavuizen), het cordobán (bedrukt leer), het Jarapa (dik weefsel gebruikt voor tapijten, dekens etc.) en het keramiek uit Jaén, Granada en Almería, en het encaje (kloswerk) van Granada en Huelva, de bordadoas (bordeerwerk) uit Andévalo, het artesanía del hierrop (smeedwerk), het houtsnijwerk of het maken van rieten manden (Cestería) of manden of meubels van bijvoorbeeld wilgentenen, in veel gevallen zijn deze ambachten een immaterieel erfgoed van de lange periode van islamitische heerschappij in Andalucía.

De Andalusische paardrijkunst, geïnstitutionaliseerd aan de Koninklijke School van Andalucía van de Paardrijkunst (Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre) in Jerez de la Frontera. Deze school heeft een enorme prestige in het buitenland verkregen dankzij de plastisch schoonheid van het Andalusische paard dat zich manifesteert in artistieke prestaties van groot succes: Hoe Andalusische paarden dansen.

Gastronomie van Andalucía


Salmorejo, een koude tomatensoep (maar dat is oneerbiedig) die geserveerd wordt met hardgekookt gehakt ei en gesnipperde serranoham.
Salmorejo, meestal geserveerd meteen tropezones (gekookt ei en gehakte serranoham).

De traditionele Andalusische keuken is zeer gevarieerd. Er zijn verschillen tussen de keukens van het kustgebied in die van het binnenland. Producten als olijfolie, granen, peulvruchten, groenten, vis, noten en vlees maken deel uit van dit mediterrane dieet, samen met een grote traditie in de wijnconsumptie.

Gebakken vis en schaaldieren wordt zowel in de kustgebieden als in het binnenland gegeten. Van belang zijn de rode tonijn in de tonijnvangstgebieden van de Golf van Cádiz, de garnalen van Sanlúcar, de witte garnalen uit Huelva en Málaga, de ansjovis en de chanquetes (glasgrondel) ook van Málaga, voor deze laatste twee geld overigens een visverbod daar deze kleine vissen niet kunnen uitgroeien tot volwassen exemplaren.

De gedroogde ham (Jamon curado) maakt men in de bergachtige gebieden van de Sierra de Morena en Sierra Nevada, zoals de Jamón de la Sierra de Huelva, de Pedroches, de Trevélez. Het zijn alle drie producten met een ‘Denominacion de Origen’ en hebben dus een bewezen kwaliteit. In het geval van hammen uit Huelva en Pedroches is het vlees van het Iberisch varken gebruikt en in het geval van Trevélez is het vlees van het Cerdo blanco. Het drogen in het microklimaat van de noordkant van de Sierra Nevada zorgt voor een uitzonderlijke kwaliteit. Ook de ‘plato alpujarreño‘ is een van de meest bekende gerechten uit de Andalusischehooglanden.

Op de grenen tafel zien we een kopje warme chocolade en een bordje churos. Churos zijn gebogen stervormige deegstaafjes die in de zonnebloemolie zijn gebakken. met doopt ze eerst in de warme chocolade voordat men ze eet.
Warme chocola met churros. ¡Hoe Spaans wil je het hebben!

De patisserie heeft veel invloed uitgeoefend op de Andalusische keuken met het gebruik van Amandelen en honing, zeer bekend is het kerstgebak dat in de kloosters wordt bereidt; mantecados, polvorones, pestiños, alfajores, yemas, net als churros of tejeringos, las bizcotelas merengadas en de amarguillos.

Wat betreft de gerechten op basis van granen, in het oosten van Andalucía is de ‘migas de harina‘ een zeer gewaardeerd gerecht, dat meer lijkt op de  ‘gachas de manchegas‘ dan op de migas zeggen ze zelf. In West-Andalucía wordt deze plek ingenomen door de ‘poleás’.

Groenten zijn de basis van de gerechten zoals ‘alboronía’ en ‘pipirrana’ of ‘piriñaca’. Zeker de koude en de warme soepen bereid met olie, azijn, knoflook, brood, tomaten en paprika, zoals de gazpacho, de salmorejo, de porra antequerana, de ajo caliente, de sopa campera of zonder tomaat maar met amandelen wordt het dan ajoblanco.

De wereldberoemde Tio Pepe reclame op de Puerta del Sol in Madrid. Het is een fles Tio Pepe met een sombrero op de dop en een fel rood gekleurd jasje en een gitaar in de hand. Rechts daarvan in grote witte letter, Tio Pepe, daaronder met kleine rode letters 'sol de andalucía embotellado en daar weer onder in iets grotere groene letters Gonzalez Byas. De reclame stond vroeger op veel prominentere plaats van het Puerta del Sol.
Het bekende beeld van het bekende sherrymerk. De reclame heeft helaas een andere plek gekregen!

In de Andalusische keuken neemt de wijn een speciale plek in. De wijnbouw en de bereiding van de wijn hebben een grote vlucht genomen. Traditioneel gezien zijn de meest karakteristieke wijnen van hoge kwaliteit en zoetbereid doormiddel van processen als de criaderas en soleras. Ze bevatten veel alcohol en toch delicaat van smaak. De grote diversiteit, binnen een eigen stijl is een van de huidige kenmerken van productie: fino, manzanillas, amontillados, olorosos, palo cortado, dulces en moscateles.

De meeste wijnen van Andalucía vallen onder een van de zes Denominaciones de Origen. Jerez – Xeres -Sherry, Condado de Huelva, ManzanillaSanlúcar de Barrameda, Málaga, Montilla – Moriles en Sierra de Málaga. Er zijn ook andere historische wijnen die niet onder de bescherming van de Denominación de Origen of een andere geografische aanduiding, zoals Tintilla de Rota, el Pajarete, el Moscatel de Chipiona of de Mosto de Umbrete.

Andalucía is ook belangrijk in de productie van azijn en sterke drank, waarvan een aantal met een oorsprongsbenaming zoals Vinagre de Jerez, Brandy de Jerez en Anis de Rute.


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

          • Last updated 2022-11-30

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

          • Spanish language Wikipedia|titel=Andalucía|pagecode=98992089| date=20170512
          • Dutch language Wikipedia|titel=Andalusië|pagecode=60681937| date=20220330
          • English language Wikipedia|titel=Andalusia|pagecode=1079075854| date=20220330

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3GPL3 Free Software or Public Domain

If you click on one of the links below, you will see the full information of these photos/images, the author, or the licence.

Coralma*, is own work that can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

Hans Brongers Buitenfotografie

VOOR DAG EN DAUW IN DE NATUUR / BEFORE DAY AND DEW INTO NATURE

WordPress.com News

The latest news on WordPress.com and the WordPress community.

%d bloggers liken dit: