Galicië

De autonome gemeenschap Galicia

Castro del Monte de Santa Tecla (La Guardia), Galicia.

het wapen
de vlag

Galicia een unieke regio met zijn eigen taal en eigen cultuur. Met als hoofdstad het wereldberoemde Santiago de Compostela. Het doel van honderdduizenden mensen die jaarlijks op weg zijn via de legendarische pelgrimsroute, de Camino de Santiago.

Gegevens
Hoofdstad Santiago de Compostela
Officiële taal
Andere talen
Castellano (Spaans)
Gallego
Entiteit Comunidad aut.
Onderverdeling     4 provincies
  53 comarcas
248 municipios (gem.)
Oppervlakte 29.575 km²
Hoogste punt Peña Trevinca   2127 m.b.z.
Bevolking (2020) Bevolking tot.
Bevolkingsdichtheid
2.701.819 inw.
91,35 inw/km²
Bevolkingsnaam Gallego, -a
Bbp totaal
Bbp per hoofd
67.550 milj. € (2019)
27.658 €
ISO 3166-2 ES-GA
Overweging Historische nationaliteit
Patroon Apostel Santiago
Statuut van autonomie 28 april 1981
Officiële feestdag Nationale dag van Galicia
Officiële website

Dit Santiago is een van de mooiste en meest magische steden van steden van Spanje en een uitzonderlijke goede reden voor elke reiziger, pelgrim of niet, om even een uitstapje naar de uiterste noordwestelijke hoek van Spanje te maken. Maar Galicia is natuurlijk meer dan alleen Santiago. De wild gerafelde kustlijn van 1200 km lengte, met zijn majestueuze rías (breed uitmondende rivieren), kliffen, stranden, eilanden en vissershavens, waar u nog echte verse vis kunt eten. In het binnenland vindt u een doolhof van diepe groene valleien en heuvels, bezaaid met kleine dorpjes, oude kloosters, wijngaarden en boerderijen. En buiten Santiago vindt u ook in steden als La Coruña, Vigo en Lugo culturele centra met allerlei mogelijkheden bieden.

Galicia (in het gallego, Galiza) is een Comunidad autónome van Spanje. De provincies van deze Comunidad zijn: La Coruña, Lugo, Orense en Pontevedra, die weer zijn onderverdeeld in 314 verschillende municipios (gemeenten) verdeeld over 53 comarcas. Santiago de Compostela, gelegen in de provincie La Coruna, is de politieke hoofdstad van Galicia. Geografisch gezien is Galicia in het noorden begrenst door de Cantabrische Zee, in het zuiden door Portugal, in het westen door de Atlantische Oceaan en in het oosten door het Prinsdom Asturias en Castilla y León, met de provincies Zamora en León.

Er wonen tegenwoordig ongeveer 2,7 miljoen mensen in Galicia die hoofdzakelijk langs de kust wonen in steden als Ferrol en La Coruña in het noordwesten en in Villagarcia, Pontevedra en Vigo in het zuidwesten.

De vissershaven van Vigo.

Tot Galicia behoren ook de Cíes-eilanden, de eilanden van Ons en de archipel van Sálvora met nog enkele andere eilanden als Cortegada, Arosa, las Sisargas en las Malveiras. Al deze eilanden samen vormen het Nationaal Park van de Atlantische Eilanden (Parque National de las Islas Atlánticas) van Galicia.

Galicia wordt in het eerste artikel van de “Estatuto de Autonomía” (Statuten van Autonomie) omschreven als een “historische nationaliteit“, dat een sterke band heeft met het koninkrijk Galicia.

Etymologie


Een graanschuur in La Coruña. Een typische schuur in het noorden van Spanje.

In de oudheid noemde de Grieken het noordwesten van het Iberisch schiereiland, kalekoi (καλλαικoι), en ook de bewoners kregen deze naam. Het gebied was een stuk groter dan het huidige Galicia. De naam komt van de Keltische mensen die daar in twee opeenvolgende golven het Iberisch schiereiland binnenkwamen. De eerste golf Kelten kwam rond 1800 v.Chr. en de tweede golf kwam rond 400 v.Chr. (Kelten van Hallstatt). Onder het Romeinse bestuur veranderde de naam naar Gallaecia en in de middeleeuwen werd het een onafhankelijk koninkrijk onder de naam, Koninkrijk van Galicia (Reino de Galicia), dat later weer deel uitmaakte van het Koninkrijk van León (Reino de León). Maar het behield zijn formele karakter van koninkrijk. De huidige autonome regio bevat dezelfde grondgebieden, en provinciale indeling zoals die in 1833 zijn gecreëerd, welke zijn gebaseerd op de traditionele territoriale indeling van Galicia, terwijl het oude koninkrijk formeel verdwenen is. In de overgangsperiode tussen de Oudheid en de Middeleeuwen werd het gebied ook nog wel eens Suevia genoemd, omdat dit gebied het centrum van de Sueben koninkrijk was. De Sueben waren tijdens de volksverhuizing uit het tegenwoordige Duitsland vertrokken en vestigde zich in de noord-westelijke hoek van het Iberisch schiereiland .

De benaming Galiza

De naam Galiza werd in het middeleeuwse galleco, samen met de naam Galicia gebruikt. De vorm Galiza raakte in onbruik tijdens een periode van enkele eeuwen waarin de eigen Galicische taal verzwakte, zowel in cultureel als wetenschappelijk opzicht en dat terwijl deze Galiciaanse vorm de enige is die in de geschiedenis van de gesproken taal nog steeds gebruikt wordt. In de 19e eeuw, gedurende de ‘rexurdimento‘ (in het Spaans, resurgimiento (heropleving)), waarin de Gaicische taal zich weer ontwikkelde, wordt de naam Galiza in ere hersteld en weer gebruikt door intellectuelen en schrijvers. Momenteel zijn de orthografische en morfologische regels van de Galicisch taal zo, dat men de naam Galiza accepteert als een legitieme vorm, samen met de vorm Galicia. Echter, de enige officiële manier om te verwijzen naar de autonome regio is Galicia. Ook in de gesproken taal overheerst de vorm Galicia.

Symbolen


De vlag

Eeuwen lang had de Galicische vlag een blauwe achtergrond met gouden kruisen, en een ciborie (hostiekelk), als wapen, in het midden. De huidige vlag van Galicia werd laat in de 19e eeuw ontworpen door de historische Galicianen van de rexurdimento, als een Nationaal vaandel, dat wapperde vanaf 1891. Het heeft een blanco achtergrond met een blauwe streep die loopt van linksboven naar rechtsonder.

Het wapen

De kelk, een wapenkundig figuur dat Galicia voorstelt. Het werd voor het eerst gebruikt op het schild van de koningen van Galicia (roys de Galyce) van het Amorial Segar van Engeland in 1282. In de geschiedenis heeft het verschillende wijzigingen ondergaan. Het huidige schild van Galicia is beschreven in het artikel 3 van de Wet van Symbolen van Galicia:

 
  Het schild van Galicia draagt in het veld van azuur, een kelk van goud, waaraan toegevoegd een zilveren hostie, vergezeld door zeven kruisen getrimd in hetzelfde metaal, drie aan elke kant en een boven in het midden. Bezegeld met een koninklijke kroon, gesloten, bestaande uit een cirkel van goud, bezet met edelstenen, samengesteld uit 8 acanthusbladeren, waarvan 5 zichtbaar geïnterpoleerd met parels, met vanaf de bladeren verwerkt een diadeem met daarop parels, die samenkomen bij een azuurblauwe wereld met een semimeridiaan en een equator van goud, met daar bovenop een gouden kruis. De kroon is gevoerd met de heraldische kleur keel.
De hymne
Eduardo Pontal, de auteur van het gedicht (hymne) Queixumes dos pinos.

Het Galicische volkslied, Os Pinos, is het meest plechtige, akoestische symbool van Galicia als politieke gemeenschap. In de tekst vinden we de eerste twee delen van het gedicht Queixumes dos pinos van Eduardo Pondal, en de muziek werd gecomponeerd door Pascual Veiga. De tekst verwijst naar Galicia als de natie van Breogán, een Keltische mythologische held. Het werd voor het eerst uitgevoerd in Havanna (Cuba), op 20 december 1907.

Geschiedenis


Prehistorie
Het paleolithicum

Het eerste bewijs van menselijke aanwezigheid in Galicia zijn enkele stenen werktuigen die zo´n 300.000 jaar oud zijn, afkomstig uit het vroegpaleolithicum (oude steentijd). Het paleolithicum in zijn geheel duurt in dit gebied tot ongeveer 5000 v.Chr. en er zijn verschillende plaatsen, zoals die van Camposancos (La Guardia), Gándares de Budiño (Porriño), Monte del Castro (Vigo) en Pena Grande (Villalba). Er zijn ook opmerkelijke ontdekkingen gedaan in een deel van de rivier de Miño aan Portugese zijde, vanaf Caminha tot Melgaço, en die van Cueva Eirós, gelegen in de gemeente van Triacastela (provincie Lugo), waar dierlijke resten en stenen werktuigen van de Neanderthalers uit het Middenpaleolithicum werden gevonden.

De megalitische cultuur

De Neolithische periode (5000 – 2000 v.Chr.) werd gekenmerkt door de mogelijkheid tot architectonische bouwwerken die samengaan met religieuze ideeën op basis van een doodcultus tussen de mens en de goden. Dit religieuze gevoel is tot op de dag van vandaag heel belangrijk gebleken.

De dolmen van Axeitos in Riveira, La Coruña.

Er wordt gezegd dat de samenleving georganiseerd is volgens een typische clanstructuur. Vanaf de Megalithische periode liggen er verspreidt over het grondgebied duizenden grafheuvels (túmulos) over het algemeen aangeduid als ‘mamóas’ (een soort hunebed, dolmen) van Galicia. Binnen deze terpen liggen grotere of kleinere grafkamers verborgen, gebouwd met platte stenen, die bekend staan als dolmen.

De bronstijd

De bronstijd in Europa ontwikkeld zich tussen 2250 v.Chr. en 700 n.Chr. Vanuit de bronstijd bereiken deze mensen de metallurgische ontwikkeling gedreven door de minerale rijkdom. En het lijkt erop dat als gevolg van de klimaatverandering zich nieuwe kolonisten naar Galicia verplaatsen en dat door deze toename van de bevolking hevige conflicten tussen de volkeren ontstaan.

De kop van een krijger uit Rubiás. IJzertijd.

Het was een tijd waarin verschillende gebruiksvoorwerpen en sieraden, van goud of brons, gemaakt werden en die ook geëxporteerd werden tot over de Pyreneeën. Een ander ding uit deze tijd zijn rotstekeningen (inscripties op de granieten rotsen in de openlucht) die zijn geconserveerd in bergen van Galicia, in het bijzonder in de bergen van Pontevedra. Bekend zijn die van Campo Lamiero. De oorsprong en de betekenis ervan is nog onbekend, maar de archeologen denken dat ze deel uitmaken van een soort rituele of religieuze taal.

De laatste eeuwen van deze periode, die bekend staan als de Late Atlantische Bronstijd, was Galicia onderdeel van een cultureel geheel van frequente handel met andere landen waaronder Portugal, Frankrijk maar ook Engeland en haar eilanden.

De oudheid
De Castro-cultuur

De Castro-cultuur ontwikkelde zich tussen 700 v.Chr. en het jaar 1 n.Chr. De grootste ontwikkeling vindt plaats in de tweede helft van de ijzertijd, het is het resultaat van het samensmelten van de bronstijd met andere daaropvolgende culturen, deels ook door het samenleven met de Romeinen. Enkele historische studies suggereren dat met de komst van de Kelten er ook nieuwe veerassen en gedomesticeerde paarden meekwamen en waarschijnlijk ook rogge. Deze Kelten ook wel Sefes of Saefes genoemd (of Kelten van Hallstatt) bevolkte dit gebied met voldoende mensen. Volgens de meest geaccepteerde theorieën werden ze door de inheemse bevolking gezien als elite krijgers, edelen en stamhoofden, ze handhaafde een status van superioriteit of een sociale stratificatie, zoals later ook zou gebeuren met de invasie van de Sueven en Alanen.

De castro van Santa Trega.

Een onderzoek uit 2006 heeft aangetoond dat de Keltische bevolking een genetische band had met het noorden en noordwesten van het Iberisch schiereiland, maar ook met Bretagne, Wales en Ierland.

Op dat moment werden er in Gallaecia (zoals het door de Romeinen werd genoemd) de zogenaamde castros gebouwd. Het waren versterkte, cirkelvormige behuizingen voorzien van één of meerdere concentrische wanden, en gewoonlijk voorafgegaan door een waterput. Deze behuizingen stonden binnen een ‘stadsmuur’ bovenop een heuvel of in de bergen. Deze castros ontstonden voordat de Romeinen grote delen van Spanje veroverde.

Bekende castros langs de kust zijn die van Fazouro, Santa Tecla, Baroña en O Neixón. In het binnenland noemen we de castros Castromao en die van Viladonga.

Er zijn veel castros, daar staat vreemd genoeg tegenover dat er maar weinig tempels zijn. De enige tempel die de archeologen hebben gevonden is die van Elviña. In de Castro Meirás hebben ze een necropolis gevonden en in andere castros vonden ze cistas (kleine megalitische graven) waarin de as van de overledenen bewaard werd in urnen. Er zijn ook andere, gedeeltelijk ingegraven, constructies gevonden die een reservoir hebben om water te bewaren, waarin sporen van vuur zijn gevonden dat diende om lijken te verbranden.

De economie van de castros was gebaseerd op landbouw en veeteelt waarbij het bezit van weide gebieden onontbeerlijk was.

De romanisatie van Gallaecia

De Romeinen hadden zich al gevestigd in de meeste delen van het Iberisch schiereiland (Hispania), en nu kwamen ze naar Galicia om ook daar de bodemschatten op te eisen. De onderwerping van Galicia, samen met Asturias en Cantabria door de Romeinen deed zich pas laat (23 v.Chr) voor in vergelijking met andere delen van het schiereiland. Dat was grotendeels te wijten aan hun sterke weerstand, hun samenwerking en de kennis van hun territorium. Dit waren typische kenmerken voor de volkeren die woonde in dit Atlantische gebied.

De muren van Lugo.

Nadat het noordwesten was onderworpen verdeelde Augustus de regio in drie Romeinse subprovincies: Lucus Augusti (Lugo), Bracara Augusta (Braga) en Asturica Augusta (Astorga). Met de hervorming die keizer Diocletianus in het jaar 298 doorvoerden werden deze drie provincies samengevoegd tot één provincie, Gallaecia, dat gescheiden was van Tarraconense

Met de komst van de Romeinen verloren de castros hun oude verdedigingswaarden, hoewel er velen nog eeuwenlang bewoond bleven. De Romeinen brachten nieuwe technieken, nieuwe wegen, nieuwe vormen van organisatie van eigendommen en een nieuwe taal, het Latijn.

Het christendom kwam later naar Galicia, dit gebeurde nog tijdens de heerschappij van de Romeinen. Geleidelijk aan werd het heidendom vervangen. De katholieke kerk, die enorm groeide vanaf het moment dat deze officieel werd in het koninkrijk. Het Galicia van de 4e eeuw werd geconfronteerd met het Priscillianisme, een christelijke doctrine gebaseerd op de idealen van soberheid en armoede dat in eerste instantie grote steun van de bevolking had, maar vervolgens werd veroordeeld als ketterij.

De komst van de Sueben, uit het noorden van Europa, in de 5e eeuw, maken een eind aan de Romeinse overheersing.

De Middeleeuwen

Aan het begin van de Middeleeuwen waren de meesten Sueben volgelingen van het arianisme, een andere christelijke ketterij. Zij richtte, in Galicia, een onafhankelijk koninkrijk op dat het 170 jaar volhield.

In 585 vallen de Visigoten, die al domineerde over de rest van het Iberisch schiereiland, Galicia binnen en namen het Sueben koninkrijk in.

Kathedraal van Santiago de Compostela, La Coruña.

Rond het jaar 715, valt de islamiet, genaamd Al-Yalalika, het zuiden van Galicia binnen. Hun aanwezigheid zou slechts enkele decennia duren want vanuit Asturias begint Don Pelayo met het verzet tegen de moslims. Dit groeide uit tot wat men noemt de Reconquista waarbij het grondgebied van Galicia al gauw werd heroverd op de islam dat kort daarna zijn eigen politieke entiteit, bekend als het Reino de Galicia (Koninkrijk van Galicië), verkreeg. De kroon werd vrijwel continu gedeeld met het koninkrijk Asturias en later met dat van León. Het deel van Galicia dat ten zuiden van de rivier de Minho lag zou na 1139 afzonderlijk verder gaan onder de naam Portugal.

In de 9e eeuw ontstaat de cultus rond de figuur van de apostel Santiago (Jacobus) in Santiago de Compostela. Galicia hecht een groot belang aan het versterken van de ideologische Iberische christelijke koninkrijken tijdens de Reconquista. Santiago de Compostela ontwikkeld zich tot een religieus centrum en is de bestemmingsplaats van vele pelgrims die op hun beurt de band met Europa versterken. De “Camino de Santiago, was de culturele as die onder andere zorgde voor de verspreiding van Romaanse kunsten en de poëzie van de troubadours.

Met deze precedenten, en na een moeilijke 10e eeuw (gewelddadige invallen van de Vikingen en Arabieren) bereikt Galicia in de 11e en 12e eeuw de gouden eeuwen in opzicht van politiek, religie en cultuur. Gegevens uit die tijd laten zien dat er een aantal grote kloosters werden gebouwd (Osiera, Sobrado de los Monjes…). Bijna gelijktijdig begon men aan de bouw van de kathedraal van Santiago. Deze pracht en praal reikt tot halverwege de 13e eeuw waarna het in verval raakt en het centrum van de macht verlegt werd naar het Castilla van Fernando III.

De Middeleeuwen van Galicia werden afgesloten met de Opstand van Irmandiña, een opstand van de massa tegen de onderdrukking van de edelen. Deze opstand werd uiteindelijk onderdrukt met de steun van de Spaanse monarchie, maar het leidde tot een aanzienlijke verzwakking van het feodale systeem in het voordeel van de monarchale macht.

De Nieuwe tijd

Na de eenwording van het schiereiland in de Monarchie van Hispaña (Monarquía Hispánica oftewel Monarquía Católica of Monarquia de España), kwam het bestuursorgaan van het koninkrijk Galicia onder de Junta do Reyno (Koninklijke Raad), opgericht in 1528, te vallen. Tot het moment van opheffing kon men dit orgaan zien als de politieke stem van het koninkrijk, maar het bestaan ervan was niet echt betekenisvol gedurende het Oude Regime. Gedurende deze periode bleef men de Raad van Castilla vragen om inspraak, tot dat het koninkrijk van Galicia vertegenwoordigd werd door de stad Zamora.

Basiliek van Santa Maria la Mayor in de hoofdstad Pontevedra.

Op sociaal-economisch niveau, geven de politieke stabiliteit en het ontbreken van de adel drie kenmerken weer van deze periode, zoals de welvaart van de fidalgos ((edelmannen), die woonde in pazo’s, traditionele Galicische herenhuizen, van adellijk karakter, welke zij zich konden veroorloven dankzij de geïnde gelden van de boeren), de opkomst van de kloosters en een ongekende groei van de bevolking, die mogelijk was door de grote opbrengsten van de maïs en aardappelen uit Amerika.

De economische groei werd in bepaalde periodes onderbroken, zoals gebeurde bij de Spaans-Engelse Oorlog (1585 – 1604, Slag bij Rande of de belegering van La Coruña) en de oorlog met Portugal (1640 – 1688).

In de culturele sector, zien we de oprichting van de Universiteit van Santiago (1495) en de artistieke pracht van de barokke architectuur en beeldhouwkunst dat ook twee mijlpalen uit deze periode zijn. Daar staat tegenover dat Alfonso X, al lang daarvoor, de regelgeving opschreef in het Castiliaans omdat de Galicische taal al snel in het onmin raakte door het proces van standaardisatie van Spanje in de zogenaamde ‘séculos escuros‘ (Dark Ages, Donkere tijden) waarbij de overleving alleen werd doorgegeven via de gesproken taal.

De Hedendaagse tijd
19e eeuw
De slag om Elviña in La Coruña, 16 januari 1809.

Na de invasie van Napoleon, begonnen de populaire guerrilla´s als eerste het Spaanse grondgebied van Galicia te heroveren op het Franse Leger (1809). Dat neemt niet weg dat de liberale impuls, overgenomen van de Franse revolutie, en tegen het beleid en de waarden van het oude regime, ook hier aanwezig was. Uitingen van dit nieuwe klimaat zijn terug te vinden in de Grondwet van 1812 en het verdwijnen van de absolute monarchie na de dood van Fernado III (1833).

De eliminatie van het feodale regime en de kerkelijke confiscatie zijn twee fundamentele hervormingen van de regering van Isabel II. Op het sociale vlak in Galicia moeten we enkele opmerkelijke fenomenen constateren, zoals de opkomst van de lokale caciques (wordt in Spanje ook gebruikt om er een politiek leider, die de totale controle heeft over een samenleving in een landelijk gebied, mee aan te duiden), de uittocht naar de steden als gevolg van de industriële revolutie en de emigratie naar Amerika in de tweede helft van deze eeuw, alle in de context van een slechte economische achterstand en een te langzame modernisering van de productie technieken.

Ondertussen verloor Galicia zijn representatie als zijnde een bestuurlijke eenheid en daarbij verdween ook de ‘Junta del Reino de Galicia’ (de Koninklijke Raad van Galicia). Op dat moment werden de vier Galiciaanse provincies opgericht en viel dit grondgebied voortaan onder het bestuur van de centrale overheid. Verdere hervormingen van deze gecentraliseerde omwenteling vroegen om de opkomst van de eerste politieke bewegingen die Galicia verdedigde tegen het verlies van zijn macht (het carlisme, provincialisme, het federalisme en het regionalisme…).

Een dramatische episode, met betrekking tot deze strijd was de uitspraak van Miguel Solis, die daarna de wapens opnam, en met een deel van het leger op trok tegen het autoritaire regime van Narvaez. Hij werd verslagen bij de slag van Cacheiras, op 23 april 1846, de overlevende werden gefusilleerd. Deze stonden later bekend als de Martelaren voor Vrijheid of de Martelaren van Carrel.

In de tweede helft van deze eeuw, vindt de Rexurdimiento plaats ( resurgimiento (heropleving) in het Spaans). Een poging om het Galiciaanse beleid rond de culturele differentiatie gekoppeld aan een politiek ideaal te verstevigen en te verdedigen. Dit leidde tot het herstel van de Galicische culturele en sociale expressie en bracht schrijvers voort als Rosalia de Castro, Manuel Murguía, Manuel Leiras Pulpeiro of Eduardo Pondal.

20ste eeuw
Vicente Risco.

Na de Galicische nationalistische  en liberale bewegingen van de 19e eeuw, kwam de fase van de Galicische Solidariteit, van 1907 tot de Eerste Wereldoorlog, met als doel het bereiken van een verenigd electoraat om het caciquisme te elimineren en verder te gaan met een Galicische vertegenwoordiging, dat eindigde in een mislukking.

De eerste fase tot Primo de Rivera werd gekenmerkt door Irmandades da Fala (in het Spaans, Hermandades del Habla (Broederschap van Sprekers)) die een belangrijke zorg droegen voor het behoud van de Galicische taal. Aldus werkten Vicente Risco en Otero Pedrayo aan de culturele aspecten en hadden als tegenhanger de politici Portiera en Lois Peña Novo. Ze richtte een groep op genaamd Xeración Nós en verspreide een magazine met dezelfde naam, dat samen met de Tweede Republiek van 1920 streefde naar een creatie van gecontroleerde en instrumentele autonomie van Galicia onder een centrale politieke macht.

Plakkaat voor Otero Pedrayo.

In de tweede Republiek waren er twee belangrijke trends: de overeenkomstige Organización Republicana Gallega Autónoma (ORGA) en de tegenpartij de Partido Galeguista (PG). De PG is een samengaan van verschillende stromingen waarin figuren als Vicente Risco, Ramon Otero Pedrayo, Ramón Cabanillas, Ramon Suarez Picallo, Alfonso Daniel, Rodriguez Castelao etc. zijn vertegenwoordigd. In 1936 probeert de PG door samenwerking met ‘el Frente Popular’ (het Volksfront) een ontwerp statuut voor de autonomie van Galicia op te stellen. Dit lukte net voordat de Spaanse Burgeroorlog uitbrak en trad Galicia toe aan het Parlement.

De burgeroorlog en het Franquisme
Juana Capdevielle, bibliothecaresse van het Ateneo de Madrid.

Galicia was één van de regio´s, die samen met het Castilla la Vieja, León, Navarra en twee derde van Zaragoza en Cáceres, waar de staatsgreep die de  burgeroorlog teweegbracht, zegevierde. De onderdrukking van Franco die toen ontstond maakte een eind aan het partijenstelsel, de vakbonden en de democratische republiek. Galicia, dat nooit voor de oorlog was, waar de geestelijke een grote invloed hadden op het terneergeslagen platteland, en waar weinig weerstand werd geboden tegen de staatsgreep, leed onder de druk van de rebellen. Het dodental door de executies na het snel berechten van delicten als ‘verraad’ en ‘steun aan de onderdrukking’, loopt snel op naar 4560, waarvan 836 werden uitgevoerd op basis van een proces en de andere allemaal buiten het gerecht om. Mensen uit alle lagen van de bevolking, met verschillende ideologie werden slachtoffer van de onderdrukking: de vier bestuurders ten tijde van de opstand, de vrouw van de gouverneur van La Coruña, Juana Capdevielle, een vooraanstaand intellectueel feministe die zwanger was op het moment van uitvoering, Galicische burgemeesters als Ángel Casal van Santiago de Compostela, socialisten als Jaime Quintanilla en Ferrol, of Emilio Martínez Garrido van Vigo, leden van het Frente Popular (Antonio Bilbatúa, José Miñones, Diaz Villaamil, Ignacio Seoane of voormalige leden als Heraclio Botana), militairen die trouw bleven aan de Republiek, zoals de generaals Rogelio Caridad Pita, Enrique Salcedo Molinuevo en de schout bij nacht Antonio Azarola of de stichters van de Partido Galeguista, de katholieke en conservatieve, Alexandre Bóveda Iglesias en Victor Casas. Parallel daaraan werden vele mensen die een link hadden met de republiek verbannen.

Sommige linkse bewegingen creëerde kleine guerrillagroepen met leiders als El Piloto (Jose castro Veiga) of Foucellas (Benigno Andrade) die uiteindelijk werden gearresteerd en geëxecuteerd. In de jaren ’60 van de vorige eeuw, introduceerde ministers zoals Manuel Fraga Iribarne een zekere openheid (liberalisering) terwijl de technocraten van het Opus Dei de bestuursvorm moderniseren en de Spaanse economie openen naar een meer kapitalistische economie. Galicia draagt aan deze economie bij met zijn grondstoffen en waterkrachtcentrales en speelt een belangrijke rol in de industrialisatiepolitiek van de staat dat leidde tot het zogenaamde ‘Spaanse economische Wonder‘. Dit kwam tot uiting in initiatieven als de bouw van de Citroën fabrieken in Vigo, de modernisering van de conservenindustrie en de vissersvloot en een poging om de kleine boeren bedrijven te moderniseren, vooral de geitenfokkerij en de melkproductie in het rundveebedrijf. In de provincie Orense versterkt de zakenman en politicus, Eulogio Gómez Franqueira de agrarische sector met zijn ervaring en als groot voorstander van de coöperatie katapulteerde de productie en commercialisatie van de voedingsmiddelenindustrie. In de jaren ’70  kwam er voor een aantal universiteiten een onrustige periode aan. In 1972 braken er in de industriële kernen van Vigo en Ferrol enkele stakingen uit, tijdens een demonstratie doodde de politie twee arbeiders van de scheepswerf Bazan. Over deze feiten schreef de bisschop van Mondoñedo-Ferrol, Migueñ Angel Araujo Iglesias, een pastorale die niet goed werd ontvangen door het Franco-regime.

Overgang naar de democratie
Het interieur van het Galicisch parlement.

De dood van generaal Franco in 1975 leidde tot het proces van overgang naar de democratie, waarbij Galicia zijn status van autonome regio in Spanje herwon met het Statuut van Autonomie van 1981. De nieuwe politieke status is een compromis tussen de centralistische staat daarvoor, en een grotere mate van onafhankelijkheid opgeëist door nationalistische krachten als de Galicische nationalistische Bloc (BNG, Bloque Nationalista Galego). De nieuwe regionale regering, de Junta de Galicia, werd sindsdien geleidt door de Partido Popular de Galicia, met Manuel Fraga Iribarne als president tussen 1990 en 2005 met de PSdeG-PSOE (Partido dos Socialistas de Galicia-PSOE) als coalitie partij. Vandaag de dag is het de PP (Partido Popular) met de figuur Alberto Núñez Feijóo die leiding geven aan de regering.

Bestuurlijke indeling


Kaartje met alle municipios van Galicia, waarvan de hoofdstad Santiago de Compostela rood is ingekleurd.

Historisch gezien was Galicia in zeven provincies verdeeld; La Coruña, Santiago, Betanzos, Mondonedo, Lugo, Orense en Tuy, in het schild van Galicia verwerkt als de zeven zilveren kruisen. Maar tegenwoordig is Galicia in vier provincies verdeeld:

La Coruña (A Coruña op zijn gallego´s)
Lugo
Orense (ourense op zijn gallego’s)
Pontevedra

En op deze kaart zien we alle parochies (parroquias) van Galicia. Hoe donkerder de kleur des te dichter bevolkt.

In Galicia vind je ook comarcas. Elke comarca bestaat uit verschillende municipios die op hun beurt weer uit diverse parroquias bestaan. Bestuurlijk gezien is Galicia verdeeld in vier provincies, 53 comarcas (districten), 314 municipios (gemeenten) en 3778 parroquias (parochies). De parochie is de traditionele territoriale indeling van de gemeenten. In dit proces van creëren zijn er twee grootstedelijke gebieden ontstaan, één in het noorden, La Coruña Ferrol, en één in het zuiden, Vigo – Pontevedra.

In Galicia zijn er 45 gerechtelijke arrondissementen, waarvan er 14 behoren tot de provincie La Coruña, 9 tot Lugo en 9 tot Ornese en nog eens 13 tot de provincie Pontevedra.

Cultuur


Talen

De twee officiële talen van Galicia zijn het castellano (Castilliaans of Spaans) en het gallego. Het gallego wordt als taal erkend in de statuten van Galicia, en hebben hiermee een band met de Portugezen (galaico-portugués). Door de Portugese onafhankelijkheid in de Middeleeuwen was er de oorzaak van dat de taal zich op verschillende wijze ontwikkelde en momenteel anders is als in de 15e eeuw.

Op deze kaart is aangegeven de mensen die Galicisch als hun moedertaal hebben.

Een klein deel van de taalkundige beweging, het zogenaamde ‘reïntegrationisme‘, zegt dat het Gallego en Portugees, verschillende variëteiten zijn van de Galicisch-Portugese taal, en dat de huidige scheiding van Portugese richtlijnen, en Galicische richtlijnen alleen te wijten zijn aan de Galicische legalisering van de Gallego (unieke Galicisch-Portugese variëteit met spelling die lijkt op die van Castiliaans) .

Onlangs heeft men het oudste, in Galicisch geschreven, document gevonden en geconserveerd. Het dateert uit 1228, het gaat om ‘el Foro do bo burgo do Castro Caldelas‘ (de Bevoegdheden van Castro Caldelas) door Alfonso IX in april van dat jaar aan de stad Allariz in de provincie Ourense verleend.

In de loop der jaren is het gebruik van het Galicisch, vooral in de stedelijke gebieden, afgenomen door de invloed van het Castiliaans. Volgens een telling gehouden in 2001 kan toch meer dan 91% van de bevolking Galicisch spreken en 99% begrijpen. In percentages gezien is het de meest gesproken taal van de specifiek historische nationaliteiten van Spanje. Dankzij de wet op Taal Standaardisatie (Wet 3/1983 van 15 juni) is het gebruik van Galicisch aanzienlijk toegenomen bij de bevolking omdat het nu ook vanwege de autonomie van de regio wordt onderwezen op de scholen. Er zijn echter cijfers waaruit blijkt dat 20% van de jongere tussen 14 en 19 jaar, analfabeet zijn als het om de Galicische taal gaat.

Op 25 mei 2010 werd er in het ‘Diario Oficial de Galicia’ (het Officiële Dagblad van Galicia) het Besluit 79/2010, van 20 mei, voor meertaligheid in niet-universitair onderwijs in Galicia uitgeschreven, waarin de verdeling wordt aangegeven voor de op dat moment geldende onderwerpen die moeten worden onderwezen in het Galicisch, en dat dan in balans is met de onderwerpen die in het Spaans worden gegeven. Het besluit was het onderwerp van een groot aantal protesten zelfs tot op het moment van goedkeuring waren volgens sommige gegevens, 90 % van de vakbonden van leraren tegen, en 100% van de studentenverenigingen was er tegen, net als de federatie van ANPAS, een onderwijsvernieuwende beweging.

Het Gallego van vandaag heeft een norm die door de Koninklijke Galicische Academie is opgesteld vanuit de literaire traditie. De hedendaagse Galicische taal, als officiële taal heeft een meer ontwikkelde variant die zowel gebruikt wordt in de media van Galicia als in het lager, middelbaar en universitair onderwijs. Galicisch wordt door meer dan 3 miljoen mensen gesproken en het is voor 85% verstaanbaar voor Portugezen. In verhouding tot het aantal sprekers staat het Galicisch op de 146 plaats in de wereldranglijst van talen waarin 6700 talen zijn opgenomen.

Literatuur
Rosalia de Castro.

De eerste literaire manifestaties in het Galicisch-Portugees dateren uit de middeleeuwen, Zoals dit met de meeste Romaanse talen het geval was. De literaire traditie van deze tijd kent men als de Galicisch-Portugese lyriek, en is verzameld in verschillende gezangenbundels, welke de volgende dichters bevatten: Bernardo de Bonaval, Airas Nunes, Pedro da Ponte, Pero Amigo, Martín Codax, en de Portugese koning Don Dinis. Het literaire gebruik van het Gallego-Portugees blijft niet beperkt tot het westen van het schiereiland, maar het werd ook ruimschoots ontwikkeld door de koninkrijken van Castilla en León. Koning Alfonso X ‘el Sabio’, componeerde zijn ‘Cantigas de Santa María‘ en verscheidene ‘cantigas de Escarnio e Maldizer‘ in het Galicisch-Portugees.

Na de middeleeuwen, krijgen we een periode van drie eeuwen die bekend staan als de ‘Donkere Eeuwen’ (escuros séculos). Alles stond zo´n beetje stil, cultureel, wetenschappelijk, artistiek, er werd maar weinig vooruitgang geboekt, ook de Galicische taal en het gebruik ervan stond stil. Met de Rexurdimento (de herleving), die aan het begin van de 19e eeuw plaatsvond, en samenviel met de cultureel heersende stroming van de romantiek en het nationale bewustzijn, de Galicische literatuur volgde de toen opkomende namen als Rosalía de Castro, Eduardo Pondal, Curros Enríquez en Manuel Murguía.

In de 20ste eeuw, voor de burgeroorlog zijn bijzonder belangrijke intellectuele groepen zoals Xeración Nós en de Irmandades da Fala, waarin schrijvers zoals Vicente Risco, Ramón Cabanillas en Castelao vertegenwoordigd zijn. Dit is een begrensde groep, daarna, zijn er twee periode met meer overeenstemming, waarvan er één min of meer samenvalt met het Franquisme en een andere periode die begint met de komst van de democratie maar die tot op de dag van vandaag doorloopt. Beroemde auteurs van de hedendaagse Galicische literatuur zijn Xosé Luis Méndez Ferrín, Manuel Rivas, Suso de Toro en Carlos Casares.

Ramón Maria del Valle-Inclán.

Een aantal van de Galicische auteurs realiseerde hun literaire werk in de Spaanse taal, ook daar waren verschillende mensen van grote statuur bij. Zo is één van de belangrijkste auteurs van de 20e eeuw de in Galicia geboren Ramón María del Valle-Inclán. Hij was een toneelschrijver, dichter en Spaanse romanschrijver, die deel uitmaakte van literaire beweging die in Spanje bekend is als een modernistische beweging, dat dichtbij zijn daaropvolgende werk stond genaamd ‘Generación del 98‘. Hij werd beschouwd als de vader van de literaire beweging van het ‘esperpento‘. En verder had je nog Camilo José Cela een academicus die 45 jaar lang les gaf aan de Koninklijke Spaanse Academie en in 1987 de ‘Premio Principe de Asturias de las Letras’, in 1989 de Nobelprijs voor Literatuur, en in 1995 de Premio Cervantes won.

Een ander opmerkelijk figuur in de Spaanse literatuur, ook uit Galicia, is Emilia Pardo Bazán. Zij kwam uit een adellijke familie en was een romanschrijfster, journaliste, essayiste en literatuurcritica die het naturalisme in Spanje introduceerde. Haar bekendste werk is Los pazos de Ulloa. Dit is als het gaat om het Spaanse literaire realisme, het beste voorbeeld van het huidige naturalisme, dit als gevolg van de aanvaarding van de positivistische theorieën toegepast op de literatuur door de Franse schrijver en vader van het naturalisme, Emile Zola.

Een andere Galicische vrouw  met een grote naam in de Spaanse literatuur is Concepción Arenal. Een belangrijke realistische schrijfster, verbonden met de baanbrekende feministische beweging van de laat 19e eeuw.

Ook vermelden we nog de diplomaat, schrijver, historicus en Spaanse pacifist Salvador de Madariaga, die tijdens de Tweede Spaanse Republiek minister van Openbaar Onderwijs en Schone Kunsten was en in 1949 mede-oprichter was van het College van Europa. Naast zijn belangrijke werk als publicist, publiceerde hij ook opmerkelijke essays over de geschiedenis van Spanje en haar rol in de wereld.

Ramón Menéndez Pidal was een filoloog (taal/cultuur wetenschapper), historicus, folklorist en Spaans mediëvist (kenner van de middeleeuwen). Verder was hij de oprichter van de Spaanse school voor filologica, en hij was een erudiet lid van de Generación del 98.

Benito Jerónimo Feijoo y Montenegro was een essayist en polygraaf (veelschrijver), samen met de Valenciaanse Gregorio Mayans vormde hij het meest prominente duo van de eerste Spaanse Verlichting.

Kunst

De eerste artistieke of symbolische uitingen die in het noordwesten van het schiereiland bewaard zijn gebleven, stammen uit de periode van het Stenen Tijdperk en bevatten begrafenis structuren zoals hunebedden en tal van rotstekeningen. Later verscheen er de cultuur van de Castros (versterkte woongebieden in de IJzertijd) die een rijke erfenis van Celtisch-Galicische juwelen en goud achterlieten (koppels, oorbellen, armbanden….). Maar ook stenen beelden van krijgers of dieren.

Voorportaal van de kathdraal van Santiago, (La Coruña).

Uit de Romeinse tijd vinden we er een aantal belangrijke monumenten van internationaal erkende waarde zoals de Romeinse Muur van Lugo, de Toren van Hercules in La Coruña (beide uitgeroepen tot Werelderfgoed), of de Romeinse brug van Orense. Zo zijn er ook tot op de dag van vandaag enkele mozaïken, sculpturen, grafstenen en votieve altaren bewaard gebleven.

De Middeleeuwen beginnen wanneer de Visigoten en de Sueben al aanwezig zijn in Spanje, die mooie voorbeelden van kerkelijke architectuur achterlieten zoals de kerk van Celanova en Santa Comba de Bande, en kloosters zoals het San Julian de Samos. Tussen de 11e en de 13e eeuw werd er enorm veel in de Romaanse stijl gebouwd in Galicia, wat resulteerde in vijf Galicische kathedralen, inclusief de kathedraal van Santiago, een van de  meest belangrijke bezienswaardigheden in Europa en einddoel van de meest bekende pelgrimstocht die ook zorgde voor het contact met de Europese Cultuur. Ook enkele kloosters uit deze tijd, erg populair om hun architectuur, zoals het klooster van Sobrado en Oseira. Ook vinden we er, verspreidt over de vier provincies, nog zo´n honderdtal kerken uit die tijd, net als een aantal karakteristieke stenen kruisbeelden, her en der op het platteland kan vinden. Met name op het gebied van sculpturale figuren was Maestro Mateo,  een uitstekend beeldhouwer/architect uit de 12e eeuw die ook het portiek van de kathedraal van Santiago, ‘el Portico de la Gloria’, een meesterwerk van Romaanse beeldhouwkunst, ontwierp.

Renovaties en uitbreidingen in latere eeuwen maakte dat een aantal van de bovengenoemde romaanse gebouwen elementen bevatten van de gotische stijl zoals de kathedraal van Tuy, of de barokke stijl, als we kijken naar de gevel van de kathedraal van Santiago de Compostela, en de neoklassieke stijl, met als voorbeeld de kathedraal van Lugo.

De wagen met zeewier, van de schilder Sefarin Avendaño.

Aan het begin van de moderne tijd, liet de Renaissance ons gebouwen als de Basiliek van Santa Maria la Mayor in Pontevedra na, of het Colegio del Cardenal in Monforte en het Hostel de los Reyes Católicos in Compostela, net als de Maniëristische schilderkunst. Daarna, in de 17e en 18e eeuw, kregen we de barok met al zijn pracht en praal, ook hier zijn prachtige voorbeelden van te vinden in Galicia. Heel opmerkelijk zijn de ‘Fachada del Obradoiro’ van de kathedraal van Santiago de Compostela en het klooster van San Martin Pinario, en de talrijke retables zoals die van San Martin Pinario, die van de kloosterkerk van Celanova, en die van de kathedraal van Lugo…….. Ook de burgelijke architectuur is van belang als we kijken naar de landhuizen en de statige herenhuizen, gebouwd door de landelijke families of hidalgos (edellieden van lagere rang in Spanje) van Galicia. Een belangrijke Galicische schilder uit die tijd was Antonio de Puga.

Werkend aan een stuk kantwerk, Camariñas.

Al in de 19e en 20e eeuw waren het bewegingen als het eclecticisme, regionalisme en modernisme die uitdrukking gaven aan de Galicische architectuur. Zeker door figuren als de architect Antonio Palacios Ramilo uit Porriño, en op het gebied van de schilderkunst artiesten als Pérez Villaamil, Serafín Avendaño, Luis Seoane, Maruja Mallo, Eugenio Granell, Manuel Colmeiro, Laxeiro en Arturo Souto. En bij de beeldende kunst zijn het figuren als Asorey, Francisco Leiro en Loepoldo Nóvoa.

Als laatste kunnen we dit deel niet afsluiten zonder iets te vermelden over de Galicische kleine kunsten, zoals het aardewerk van Sargadelos, het kantwerk van Camariñas en de edelsmeedkunst en het typische azabache (een carbón soort uit de Krijt periode)van Santiago de Compostela.

Muziek
De gaita gallega (de Galicische doedelzak), het meest populaire intstrument in Galicia.

Galicia heeft een uitgebreide muzikale traditie en deze rijkdom ligt in de verscheidenheid aan verschillende ritmes en instrumenten. De instrumenten die men gebruikt bij de Galicische muziek zijn meestal blaas of percussie instrumenten. Van alle blaasinstrumenten is de doedelzak (gaita gallega) de meest bekende en gebruikte. Tegenwoordig wordt er ook veel aandacht besteed aan het herwaarderen van een aantal vergeten instrumenten, waaronder verschillende Galicische fluiten en de draailier (zanfona). Kijken we naar de percussie, dan zien we een verscheidenheid aan instrumenten als de trommel (tamboril), de bass drum en de tamboerijn. En de verschillende ritmes zijn de basis voor de diverse Galicische volksdansen en volksliederen.

Religieuze tradities

– De steden van het oude koninkrijk Galicia offreren aan de permanent tentoongestelde Sacramenten (waarschijnlijk een kelk) in de kathedraal van Lugo, een ritueel dat al sinds de Romeinse tijd  elk jaar plaatsvindt.-
– Offergave aan de apostel Jacobus (in het Spaans is dat de apostel Santiago), waarvan men zegt dat hij begraven ligt onder de kathedraal van Santiago de Compostela.
– De Heilige week van Vivero, werd uitgeroepen tot een Feest van Internationaal Toeristisch Belang in 2014.
– De Heilige week van Ferrol, is eveneens uitgeroepen tot Feest van Internationaal Toeristisch Belang in 2014.

Populaire feesten

De volgende feesten zijn enkele van de meest populaire festivals in Galicia:

        • Het feest van de Apostel Santiago: Feesten ter ere van de beschermheilige van Galicia. Dit soort feesten duren een week of twee. Er worden verschillende religieuze evenementen gevierd, en op 24 juli wordt er een groots vuur werk ontstoken.
        • Het feest van San Froilán: Dit is een feest gewijd aan de patroonheilige van Lugo, tussen 4 en 12 oktober. Ook dit feest heeft het predicaat Interés Turistico Nacional, en trekt als zodanig elk jaar vele bezoekers naar zich toe. In 2008 trok het feest meer dan 1 miljoen bezoekers. Het feest staat bekend om de vele hutjes (voortgetrokken op karren) waarin men de inktvis kan proeven.
        • Arde Lucus: één van de meest bezochte feesten van Galicia, waar de bewoners van Lugo hun Romeins – Keltische afkomst vieren. De mensen zijn veelal als Romeinen en Kelten verkleed en ook de stad wordt als zodanig aangekleed. En er worden ook Romeinse circus gevechten gehouden, er zijn slaven ‘te koop’ en er worden Keltische bruiloften gevierd.
        • Het feest van de zeevruchten (Feista del marisco): Elk jaar in oktober wordt dit feest, vanaf 1963 in El Grove gevierd. In de jaren 80 werd het uitgeroepen tot ‘Fiesta de Interés Turístico Nacional’. Het proeven van de verse zeevruchten tegen een redelijke prijs is zonder twijfel de hoofdattractie van dit evenement.
        • Fiesta da Dorna: Dat ook op 24 juli in Riviera wordt gehouden en dat ook, in 2005, tot Feista de Interés Turístico de Galicia werd uitgeroepen. Het werd voor het eerst gehouden in 1948, oorspronkelijk bedoeld als een grap van een groep vrienden ten opzichte van hun buren. Dit wordt nu elk jaar herhaald. Er worden zeepkistenraces gehouden, een spel gelijkend op het bij ons welbekende  ‘Ter land, ter zee en in de lucht’.
        • Feira Franca: Dit wordt gevierd in Pontevedra in de eerste weekend van september, het is een jaarmarkt die vanaf 1467 wordt gehouden. Op deze markt vertoont men de periodes van voorspoed van de stad Pontevedra, de periode vanaf de 15 tot eind van de 16ᵉ eeuw. Men ziet er het theater uit die tijd, de entertainment, en demonstraties van oude ambachten uit die tijd. De eerste keer dat men dit feest organiseerde zoals het nu gevierd wordt was in het jaar 2000. Het is nu één van de meest belangrijke historische feesten van Galicia in het noordwesten van Spanje.
        • Festival de Ortigueira: het wordt, 4 dagen lang, gevierd in het centrum van Ortigueira (La Coruña). Het werd eerder gevierd tussen 1978 en 1987, en daarna viert men het vanaf 1995. Het feest is gebaseerd op de Keltische cultuur, met volksmuziek waarbij de verschillende mensen elkaar ontmoeten die van dit feest iets bijzonders maken doordat ze bekend zijn met de verschillende culturen of volkeren uit veel andere delen van Spanje en de wereld. Het evenement, dat bijna 40 jaar traditie, wordt dit festival gedurende enkele dagen – het tweede weekend van juli – gehouden in de stad Ortigueira, in het noorden van de provincie La Coruña.
        • Romeria Vikinga de Catoira (Viking volksfeest): Dit is een feest dat op de eerste zondag in augustus, in Catoira gevierd wordt. Het herinnerd aan de verdediging van Galicia tegen de invallen van de Noormannen en de Saracenen die op zoek waren naar de schat van Compostela. Ook dit feest, dat voor het eerst gehouden werd in 1960, is uitgeroepen tot Fiesta de Interés Turística Internacional.

Defilé door de staten van Lugo tijdens het Arde Lucus.

Fiesta da Dorna.

Noche de San Juan.

Carretilla Ferrari.

Intenational Keltisch festival.

        • Het feest van San Pelayo: Dit feest wordt in juni in La Estrada gevierd. Gedurende drie dagen worden er religieuze diensten en processies gehouden, er wordt gedanst en er is een groots vuurwerk. Het is het patroonsfeest van La Estrada.
        • Fiesta de Corpus Christi de Puenteareas: Dit feest is ouder dan de meeste hier vernoemde feesten. Het wordt gevierd in het weekend na Sacramentsdag en dat al vanaf 1857. Wat we bij ons kennen als de bloemencorso’s (met wagens) bedekt men hier de straten met prachtige bloemtapijten. In 1968 werd dit feest benoemd tot Fiesta de Interés Turistico en in 1980 tot Interés Turistico Nacional.
        • De viering van de herovering van Vigo: Dit feest wordt elk jaar op 28 maart in Vigo gevierd. Het herinnerd aan de bewoners aan de verdrijving van de Franse uit hun stad als onderdeel van de Onafhankelijkheidsoorlog. De bewoners worden betrokken bij de vele activiteiten.
        • Feistas de Maria Pita in La Coruña: Dit zijn één van de meest populaire en meest bezochte feesten in Galicia. Het wordt gehouden ter ere van de figuur van Maria Pita, een heldin die met heel veel lef de stad in 1589 hielp verdedigen tegen de belegering van de Engelse Armada. Gedurende de maand augustus genieten zowel de inwoners als de toeristen van de diverse activiteiten zoals onder andere het Noroeste Pop-Rock muziekfestival, het Viñetas desde el Atlántico stripfestival (het grootste in zijn categorie in het land), en de Trofeo Teresa Herrera van het voetbal, het oudste en meest prestigieuze zomertoernooi van Europa.
        • Noche  de San Juan: Ook dit feest, dat gehouden wordt in de stad La Coruña, heeft het predikaat Fiesta de Interés Turístico Internacional behaald. In de hele stad wordt deze magische nacht gevierd, in alle wijken van La Coruña worden er vreugdevuren ontstoken en vooral op de stranden van Riazor en Orzan, als in het centrum van de stad vindt men er grote concentraties mensen. De traditie van dit feest ligt geworteld in de oude Keltische vieringen van Beltaine, naderhand in de afgelopen eeuwen is het steeds meer geworden tot het feest van San Juan, waarmee men de komst van de zomer wordt gevierd. Aan het eind van de zomer viert men dan, het feest van de Samhain, een ander diep geworteld festival in deze stad.
        • Rali de Carretillas: Een originele wedstrijd gehouden in de Villa de Cruces een gemeente in de provincie Pontevedra. Het gaat hier om versierde en ‘getunede’ kruiwagens die vervolgens worden ingezet in de verschillende onderdelen van de rally. Het is een sport voor paren waarvan er één duwt en de ander zit op/in het transportmiddel. De wedstrijd wordt gehouden in het eerste weekend van augustus, dat samenvalt met de patroonsfeesten van de gemeente. Doordat het een aantrekkelijk schouwspel oplevert, heeft dit festijn de afgelopen jaren veel aan publiciteit gewonnen.

Gastronomie


Wijnen met het predikaat, Denominacion de Origen de Galicia.

De Galicische gastronomie valt op door de diversiteit en kwaliteit van haar producten, dit zien we vooral in de hoeveelheid Galicische producten (30) die aangeboden worden met Denominación de Origen waarvan enkele met Denominación de Origen Protegida (DOP). De Galicische keuken maakt veel gebruik van vis- en schaaldieren. De Galicische empanada is een typisch streekgerecht, gevuld met vlees of vis. De Galicische bouillon is een hartige soep waarvan de belangrijkste ingrediënten aardappelen en raapstelen zijn. Raapstelen ( el grelo) worden ook gebruikt in het, lacón con grelos (varkensvlees met raapstelen) een typisch carnavalsgerecht van deze streek. Het bestaat uit varkensvlees, raapstelen aardappelen en chorizo. Ook de grote spinkrab (centolla) is heel typerend voor deze keuken, ze worden levend gekookt waarna men het hoofdlichaam opent gelijk een schelp en men het vlees grondig mengt met de ingewanden. Een ander populair gerecht is de Galicische inktvis (pulpo a la gallega), gekookt in een traditionele koperen pot en geserveerd op een houten plaat, in kleine stukken gesneden en besprenkeld met olijfolie, zeezout en paprikapoeder (pimentón).

Inktvis á feira of Pulpo a la gallega.

Men heeft er verschillende regionale kaassoorten. De meest bekende is de zogenaamde ‘queso de tetilla‘ (tepelkaas), zo genoemd naar zijn vorm omdat deze vergelijkbaar is met de vrouwelijke borst. Andere beroemde variëteiten op deze kaas is de ‘queso San Simón‘ (San Simonkaas) uit Villalba en de zogenaamde Arzúa-Ulloa. In dit laatste gebied wordt ook veel kwaliteits-rundvlees geproduceerd. Een klassiek nagerecht zijn de filloas (pannenkoeken, maar meer op flensjes gelijkend) gemaakt van bloem, melk en eieren. Tijdens het doden van het varken vangt men het bloed op dat voor verschillende gerechten wordt gebruikt. In Santiago de Compostela maakt men de wereldberoemde amandeltaart, la Tarta de Santiago.

Galicia maakt enkele wijnen van hoge kwaliteit waaronder zich vijf D.O.’s (denominaciones de origen) bevinden: Ribeiro, Rias Baixas, Ribiera Sacra, Monterrei en Valdeorras. De druivenrassen die men hier gebruikt zijn echt lokale rassen die men slechts zelden buiten Galicia of het noorden van Portugal tegenkomt.

Geografie


Playa de catedrales.

Het grondgebied van Galicia heeft een totale oppervlakte van 29.574 km². Het ligt tussen de 43° 47′ N (Estaca de Bares) en 43° 47′ N (grens met Portugal in het Parque del Xurés) breedtegraad, en tussen 6° 42′ W (grens tussen Orense en Zamora om precies te zijn de skipiste van Trevinca (Orense)) en 9° 18′ W (over Kaap de la Nave (Finisterre) en Kaap Touriñan) lengtegraad.

Het geografisch centrum van Galicia ligt in de bossen van een klein dorp genaamd A Vila, van de parochie (parroquia) Borraxeiros, in de gemeente (municipio) Agolada (Pontevedra). Dit punt werd berekend door het gemiddelde van de maximale en minimale waarden van de lengte- en breedtegraden te nemen:

– Noord 43,792404112 Estaca de Bares (La Coruña)
– Zuid 41,8072541522 Feces de Abaixo (Orense)
– Oost -6,734324529 Estación Interval de Trevinca (Orense)
– West -9,29885967 Cabo de Nave (La Coruña)

Reliëf

Bij de Galicische geografie valt het contrast tussen het kustreliëf en dat van het binnenland erg op, dit is veel hoger dan het eerste. Ook de morfologie tussen de noordelijke hoogvlakte en de bergen en dalen in het zuiden vertoont grote contrasten.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, Kaap Finisterre is het meest westelijke punt van het vasteland van Spanje.

Als we het binnenland van Galicia moeten beschrijven dan zien we vaak lage, stompe bergen met veel rivieren, stromingsstructuren als de rivier Miño in het binnenland, en Atlantische – en Cantabrische stroomgebieden, veel korte rivieren (met name die rivieren die naar de Golf van Biskaje stromen). Soms maken de lichte hellingen plaats voor meer ruige hellingen, zoals in de Cañones del Sil. In andere delen van Galicia zien we brede valleien, hoewel deze ver in de minderheid zijn.

Ria de Arosa is de grootste ria in heel Spanje.

De Galicische kust, met een lengte van 1.500 km, wordt gekenmerkt door zijn brede getijdenrivieren, ook wel estuaria genaamd. Deze brede riviermondingen  zijn traditioneel verdeeld in de Rías Altas (Ribadeo, Foz, Vivero, Barquero, Ortigueira, Cedeira, Ferrol, Betanzos, La Coruña, Corme y Lage en Camariñas) en de Rías Bajas, de meest brede vindt men zuidelijk van Finisterre, het meest westelijke punt van Galicia (Corcubión, Muros y Noya, Arosa, Pontevedra en Vigo). Onder de Rías Altas maakt men altijd een verschil tussen de zogenaamde Rias Altas (ten oosten ven Estaca de Bares) en de Rías Medias.

De estuaria leveren een belangrijke bijdrage aan de visserij van Galicia, het helpt eraan mee dat de Galicische kust één van de belangrijkste visserijgebieden ter wereld is. Men komt hier vanuit Japan om vis te kopen en te exporteren!

De kaap Ortegal en Cariño, La Coruña.

De erosie veroorzaakt door de Atlantische Oceaan  heeft de Galicische kust gevormd tot wat het nu is, een veelal ruwe kust met gevaarlijke kapen. Vooral het meest noordelijkste punt van Galicia waar de scheiding van Atlantische Oceaan en de Golf van Biskaje ligt, daar bevinden zich de Cabo Ortegal, Cabo Prior, Punta Santo Adrao, Cabo Vilán, Cabo Touriñan, Cabo Finsterre, wat bij de Romeinen bekend was als het einde van de wereld. En in het zuiden hebben we de Cabo Silleiro en het estuarium de Vigo. (Cabo = Kaap)

De rivier Avia, bij het passeren van Ribadavia (Ourense), Kort daarna mondt de rivier uit in de Miño.

Langs de Galicische kust bevinden zich, ingesloten in de estuaria, vele eilanden en archipels waaraan we ook de gesteldheid van de zeebodem af kunnen lezen. Deze eilandengroepen zijn heel belangrijk voor de vele vogelkolonies die hier te vinden zijn. Het aantal eilanden, eilandjes en rotsen dat voor de Galicische kust liggen, worden volgens een telling gehouden in 2007, geschat op zo’n 316 stuks. De belangrijkste eilandengroepen zijn de archipelen van Cíes, Ons, Sálvora en de eilanden van Cortegada, die samen met de overige drie archipels, Arosa, Sisargas en Malveiras, het Parque Nacional de las Islas Atlanticas van Galicia vormen.

Als we de bergen in het binnenland van Galicia beschrijven dan spreken we over niet al te hoge, stompe bergen. De licht glooiende hellingen wijken soms voor ruige hellingen, zoals we zien in de cañones del río Sil (canyons van de rivier de Sil). Ergens anders zien we brede valleien, hoewel deze in de minderheid zijn.

Galicia wordt van noord naar zuid door breuklijnen doorkruist en deze verdelen de Galicische bodem in karakteristieke delen. Eén van deze breuken vormt een rechtlijnige scheur in de zuidwestelijke kust van Galicia tussen Kaap Silleiro en de riviermonding van de Miño, waar je de driehoekige facetten waar kan nemen die de scheiding tussen het vasteland en de zee duidelijk laten zien. Bovendien vindt men in verschillende delen van Galicia (bijv. Orense) thermale bronnen die laten zien waar de breuken het territorium van Galicia doorbreken. Ook wordt er vooral rond Porriño veel graniet gedolven, een overvloedig voorkomende rots soort in een groot deel van Galicia, maar in het uiterste noordoosten is er nergens graniet te vinden. Dit graniet is overal in de architectuur terug te vinden: in de defensieve gebouwen (forten en verdedigingsmuren), bruggen en burgerlijke – en religieuze werken. Van oudsher worden deze granieten blokken gebruikt voor allerlei bouwwerken soms in combinatie met andere bouwmaterialen zoals in de Romeinse muur van Lugo, die gebouwd is in combinatie met platen leisteen. De belangrijkste bergketens van Galicia zijn de Sierras de O Xistral (ten noorden van Lugo), Los Ancares (met de grens tussen León en Asturias), O Courel (de grens met León), O Eixo (grens tussen Orense en Zamora; waar men op 2.127 mtr de Peña Trevinca vindt), O Faro (met de grens tussen Lugo en Pontevedra), Cova de Serpe (de grens tussen Lugo en La Coruña), Montemayor (in de provincie La Coruña), Montes do Testeiro (tussen Pontevedra en Orense), A Peneda, en die van O Xúres en O Larouco (grens tussen Orense en Portugal).

De hoogste toppen van Galicia zijn Peña Trevinca 2.127 mtr., Peña Negra 2.121 mtr., Peña Surbia 2.095 mtr. Deze drie vindt men terug in de Sierra do Eixo, het Peña Trevinca massief. De Alto do Torno 1.944 mtr. (Sierra Segundeira, Peña Trevinca massief), de Mostallar 1.935 mtr. (Sierra de Ancares) de Maluró 1.925 mtr (Peña Trevinca massief), de de Penalonga 1.858 mtr., de Peña Rubia 1. 822 mtr., de Tres Obispos 1.798 mtr. deze ligt in het Sierra de Ancares, en de Cabeza de Manzaneda 1.778 mtr.

Hydrografie

Galicia heeft vele rivieren, die over het algemeen vrij klein zijn, behalve de Miño met zijn grote monding en de vele stuwmeren. De rivieren zijn niet bevaarbaar, behalve dan de kleine bootjes die in het laatste stuk, ten gunste van de semi-aquatische festivals, genaamd ‘zaleas’, varen.

De rivier de Sil die de provincies Lugo en Orense scheidt.

Een van de hoogtepunten, gerelateerd aan de hydrografie is het biosfeer-reservaat genaamd Terras do Miño dat de bovenloop van de rivier overspant, in de provincie Lugo. Het omvat de gebieden die behoren tot de gemeenten Orol, O Valadouro, Muras, Alfoz, Mondoñedo, Abadin, Germade, Vilalba, Pastoriza, Riotorto, Guitiriz, Cospeito, Meira, Begonte, Rábade, Castro de Rey, Otero de Rey, Pol, Lugo, Friol, Castroverde, Guntín, O Corgo, Baralla, Páramo en Láncara.

Rivieren die op hellingen aan de Cantabrische kant liggen zijn korter dan de rivieren die aan de Atlantische kant liggen, met als uitzondering de Miño en de Sil die beide lengtes hebben van enkele honderden kilometers.

In Galicia heeft men veel stuwmeren aangelegd voor de productie van elektriciteit. De sterke stroming, de hellingen en versmallingen, zorgen voor vorming van de canyons, zoals de beroemde canyons van Sil.

Klimaat

Het klimaat van Galicia is door de invloed van de oceaan mild te noemen. Echter door de onregelmatige topografie bestaan er vele microklimaten met sterke schommelingen in gebieden met oppervlaktes van net iets meer dan 200 km².

In grote lijnen onderscheiden we de volgende gebieden:

      • Rias Altas en het binnenland van La Coruña heeft een vochtig zeeklimaat. Hier registreert men de meeste depressies van Galicia.
      • Het noordelijke deel van de provincie Lugo, heeft een milder zeeklimaat met lagere temperaturen het hele jaar door.
      • Het binnenland, heeft een zeeklimaat dat neigt naar een continentaal klimaat.
      • Rias Bajas heeft een zacht zeeklimaat.
      • De grensstreek rond de rivier Miño, benadert het mediterrane klimaat.
      • Ribiera Sacra, heeft een zeer warm continentaal klimaat dat heel goed uitvalt voor de vallei van de rivier Miño en verschillende heuvels rond de stad Orense. In de zomer meet men maximumtemperaturen die ook in de rest van het schiereiland voorkomen, het is er dan 40 °C of meer.

De regio Galicia heeft een gemiddelde temperatuur van 13, 3 °C. Tijdens de winter is de gemiddelde temperatuur 8,5 °C, in het voorjaar haalt het gemiddelde zo’n 15 °C, dat loopt op in de zomer tot een gemiddelde van 19 °C en terug in de herfst tot 11 °C. Het is daarom in de eerste drie maanden van het jaar dat men deze laagste temperaturen ervaart in de grootste delen van Galicia. In de Atlantische zone met de provincies La Coruña en Pontevedra worden de hogere gemiddelde temperaturen gemeten die uitkomen op zo’n 14 °C waarbij de temperatuur rond Lugo en Orense  1 a 2 °C hoger liggen. De koudste gemiddelde waarden worden gemeten hoog in de oostelijke en zuidoostelijke bergen (Los Ancares en O Eixo) daar ligt de gemiddelde temperatuur op -6 °C en het maximale gemiddelde ligt op ongeveer 15 °C voor de lager gelegen kustgebieden als Rías Bajas.

Klooster van Santa Cristina de Ribas de Sil, in de gemeente Parada de Sil. Eén van de vele voorbeelden van religieuze gebouwen van de romaanse architectuur. Sinds 876 aanwezig in deze natuurlijke regio en men neemt aan dat dit de aanleiding was voor de middeleeuwse naam ´Riviora Sacrata´.

De natuur


Flora
Oeverbos langs de rivier Eume.

Een groot gedeelte van het oppervlak van Galicia is bedekt met ruigtes en bossen (68,96%), het is één van de gemeenschappen (comunidades) met de meeste bossen. In 2008 schatte men het aantal bomen in Galicia op 600 miljoen, en dat deze bomen een totale waarde hadden van 28.000 miljoen euro. Anderzijds is een groot deel van deze bossen slecht onderhouden en wordt een groot deel van deze bossen overwoekerd door kreupelhout en onkruid. Het is maar net hoe je naar de natuur kijkt. De meningen daarover lopen uiteen. Er zijn groepen die menen dat dit de echte bossen zijn met een hoge variëteit en kwaliteit. In de Galicische bossen groeien belangrijke soorten in hun natuurlijke staat, maar in de afgelopen decennia trad er een belangrijke verandering op met de introductie van de eucalyptus in deze bossen.Hierdoor verminderd het aantal ruig begroeide terreinen met name in het noordelijk centrum van de provincie Lugo en het noorden van de provincie La Coruña (Fragas del Eume).

Op het land worden steeds meer verschillende gewassen gekweekt, maar dat staat onder  druk van het meer economische gebruik van weilanden voor de veeteelt.

Galicia loopt voorop wat betreft de hoeveelheid bos en dat is belangrijk voor de rest van Spanje. Ondanks de vele hectare die verloren gaan aan bosbranden is de houtproductie, alsmede pulp van naaldbomen, een belangrijke vorm van inkomsten voor Galicia. De regio is een overgangsvorm tussen de drie klimaten en haar biotopen:

      • Zeeklimaat, met zijn eikenbossen, berken, zwarte els, etc.
      • Mediterrane klimaat, met name in de valleien van het binnenland en de grote rivieren, met belangrijke elementen zoals de steppen, kurkeikenbossen en arbutus, etc.
      • Continentaal klimaat (zacht), met zijn specifieke elementen als taxus, hulst sommige sparren (allochtone) grove dennen, etc.
De rotskust van de Cíes eilanden.

Als gevolg van het milde klimaat en veel regenval en een hoge luchtvochtigheid krijgen ook subtropische en tropische planten een kans, zoals palmen, orchideeën, etc. In Galicia hebben drie omwentelingen in de botanische bosbouw plaatsgevonden, in drie verschillende tijden en met zeer verschillende resultaten.

      • De komst van de tamme kastanje (Castanea sativa) die meekwam met de Romeinen, die snel gewend raakte en nu beschouwd wordt als inheems.
      • De herbevolking van de maritieme den (Pinus pinaster) die na verloop van tijd pino de Galicia of pino de gallego genoemd werd. Sinds de ontdekking van Amerika, vooral voor de scheepsbouw gebruikt.
      • De komst van de eucalyptus (Eucalyptus globulus), uit de tijd van het Francoregime. Het hout van deze snelgroeiende was bestemd om grondstof te leveren aan de elektriciteitscentrales. Hij wordt nog steeds als uitheems beschouwd.
Fauna
Een autochtoon kippenras uit de municipio Mos.

Galicia herbergt 262 verschillende gewervelde diersoorten, waarvan 12 zoetwatervissen, 15 amfibieën, 24 reptielen, 152 vogels en 59 zoogdieren.

Een puur Galicisch paardenras.

De dieren die gezien worden als topisch en kenmerkend zijn voor Galicia zijn binnenlandse dieren, daaronder vallen ook de dieren die leven op de boerderijen. Echter de bossen en de Galicische bergen huisvesten een verscheidenheid aan kleine zoogdieren (hazen, konijnen) en een aantal minder kleine, zoals wilde zwijnen en herten, waarop gejaagd wordt in het jachtseizoen.

Onder de vogels, vinden we er een aantal die er de winter doorbrengen in gebieden zoals bijvoorbeeld de monding van rivier Ribadeo/span>.

Je hebt er ook een inheems paardenras, de Galicische pony, en een inheemse Galicische kip die met uitsterven bedreigt werd. De afgelopen tien jaren is hun aantal gelukkig aanzienlijk toegenomen.

Demografie


Volgens het Regionaal Register van 2014, dat door het Nationaal Instituut voor Statistiek wordt gepubliceerd, heeft Galicia 2.748.695 geregistreerde inwoners. Maar volgens de berekeningen zijn er ook ongeveer 3 miljoen Galiciërs geëmigreerd naar Argentinië, Colombia, Venezuela en andere Spaanse regio’s. Ook in Uruguay, Cuba, Brazilië en Mexico vindt men belangrijke concentraties van Galiciërs. En een aantal Europese Landen zoals Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk werden in de jaren 60 en ’70 belangrijke bestemmingen voor de Galiciërs.

De verspreiding van de bevolking

Galicia is de vijfde autonome gemeenschap vanSpanje als we kijken naar het aantal inwoners. De bevolkingsdichtheid van 93,9 inw/km² ligt iets hoger dan het gemiddelde in Spanje.

De toren de Hércules samen het beeld van Breogán, in La Coruña.

De traditionele organisatie van de populatie is wezenlijk verschillend van de rest van Spanje, behalve van Asturias. Zo wordt het grondgebied van elke gemeente verdeeld in parochies (parroquias), die op hun beurt weer uit verschillende locaties bestaan.

De bevolking van Galicia is voornamelijk geconcentreerd in de kustgebieden. Gebieden als die van Rias Baixas en de Golfo Ártabro (grootstedelijke gebieden van La Coruña enFerrol) zijn het meest dichtbevolkt. De stad Vigo is de gemeente met het grootste aantal inwoners van deze autonome regio.

Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsgroei tussen 1998 en 2008.
Bevolkingsgroei tussen 2008 en 2018.
De 20 grootste gemeenten van de Galicia
Vigo Plaatsnaam >inw.   Plaatsnaam inw. Lugo
Vigo
La Coruña
Orense
Lugo
Santiago de Compostela
Pontevedra
Ferrol
Narón
Villagarcía de Arosa
Oleiros
Arteijo
Ames
296.692
247.604
105.643
98.519
97.848
83.260
65.560
39.056
37.565
36.534
32.738
32.104
Carballo
Culleredo
Redondela
Riveira
Cangas de Morrazo
Cambre
Marín
Puenteareas
La Estrada
Lalín
Porriño
Moaña
31.429
30.685
29.241
26.848
26.582
24.594
24.242
22.940
20.351
20.207
20.100
19.452
La Coruña Santiago de Compostela
Orense Pontevedra
bron: INE 2020
De demografische evolutie van Galicia

De demografische geschiedenis van Galicia verliest het qua gewicht voortdurend ten opzichte van de rest van Spanje. Dat was het gevolg van emigratie naar landen van Latijns-Amerika of andere delen van Spanje. Zo was de bevolkingsdichtheid in 1857 in Galicia de grootste van alle Spaanse regio’s, goed voor 11.5% van de Spaanse bevolking. Echter, in 2006 woonde nog maar 6,2% van de Spanjaarden in Galicia.

Een pleintje aan de Rua Bispo Lago,Tuy.

Het aantal buitenlanders dat in Galicia leeft is, na Extremadura, het laagste, 2.9% van Spanje. Het nationaal gemiddelde van buitenlandse inwoners ligt rond de 10%, dat is drie keer zoveel als in Galicia. De overheersende groep buitenlanders zijn Portugezen 17,95%, gevolgd door Colombianen 10.9% en Brazilianen 8,7%. De laatste jaren groeit het aantal immigranten vanuit Amerika gestaag, met name uit landen waar in het verleden vele duizenden Galiciërs naar toe trokken, zoals Argentinië, Brazilië, Venezuela en Uruguay. De nakomelingen van deze voormalige migranten komen nu terug naar Galicia.

Volgens de telling van 2006, is het vruchtbaarheidsniveau van de Galicische slechts 1,03 kinderen per vrouw in vergelijking van 1,38 gemiddeld in de rest van Spanje. En dan te bedenken dat er 2,1 kinderen per vrouw nodig zijn voor een generatie vervangingsniveau. Onder de Galiciërs zijn het de inwoners van Lugo (0,88) en Orense (0,93) die het minste aantal kinderen krijgen. Over geheel Spanje gezien worden hier het minste aantal kinderen geboren.

De laatste jaren, vanaf 1999 groeit het aantal geboortes in Galicia elk jaar een beetje. Sinds 1981 is ook de levensverwachting in Galicia dankzij de verbeterde kwaliteit van het leven met 5 jaar is verlengd.


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annotations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2024-03-31

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.

        • Spanish Wikipedia|titel=Galicia|pagecode=94307635| date=20210916
        • Dutch Wikipedia|titel=Galicië|pagecode=59957636| date=20211007

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0.

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3, GNU Free Documentation License 1.2 or Public Domain


Full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS