Castro-Urdiales

Luchtfoto van het langgerekte Castro Urdiales.

Castro-Urdiales, een vissersdorp met een rijke traditie

het wapen
de vlag
Gegevens
Comunidad autónoma Cantabria
Provincie Cantabria
Comarca Costa Oriental
Oppervlakte 96,72 km²
Bevolkingsaantal
Bevolkingsdichtheid
33.225 (2023)
328,96 inw/km²
Bevolkingsnaam castreño, -ña
Postcode 39700
Patroonheilige San Pelayo
Patrones Virgen de la Asunción
Officiele website

Castro-Urdiales, vroeger, in de tijd van de Romeinen beter bekend als Flavióbriga. Dit kleine vissersdorp omgeven door de sierra de Hoz heeft een rijke traditie. De mooie stranden en zijn langgerekte boulevard geflankeerd door statige huizen maken Urdiales tot een van de toeristische trekpleisters van het noorden. In het oude centrum van het stadje vindt u de vele barretjes met hun pintxos, die in het seizoen maar zeker tijdens de feestdagen barsten van de energie.

Castro-Urdiales soms gespeld als Castro Urdiales, of gewoon Castro, is een gemeente in de Spaanse regio Cantabria. Castro-Urdiales is tot op heden een vissershaven gelegen aan de Golf van Biskaje. Het is een moderne stad, hoewel het kasteel en de gotische parochiale kerk van Santa María de la Asunción dateren uit de Middeleeuwen. De belangrijkste industrieën zijn toerisme, visserij en visconserven, vooral sardines en ansjovis, ingelegd in olijfolie. De ansjovisconservenfabrieken van Lolin en La Castreña herinneren aan de nauwe band van de stad met deze industrie en de nabijheid van de zee.

Haven van Castro Urdiales met op de achtergrond de kerk van Santa María de la Asunción, de vuurtoren, het kasteel van Santa Ana en de middeleeuwse brug.

Hoewel het aantal geregistreerde inwoners van de stad rond de 32.000 ligt, kan de zomerse bevolking dit aantal verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. De stad is enorm populair vanwege de stranden en zijn schilderachtige haven.

De stad grenst in het oosten en zuidoosten aan de gemeenten Musques, Sopuerta, Trucíos en Arcentales van de provincie Viscaya, in het westen en zuidwesten aan de Cantabrische gemeente Liendo en in het zuiden aan de gemeente Guriezo. De stad ligt op 75 km van de regionale hoofdstad Santander en op 35 km van de stad Bilbao (Viskaya, In Nederland en België noemen we dat Biskaje).

Met een oppervlakte van ongeveer 96 km² een een inwonersaantal van ± 33.000 is het een van de dichtstbevolkte kustgemeenten van Cantabria; in Cantabria hebben alleen Santander en Torrelavega meer inwoners.

Een van de vissersschepen van Castro-Urdiales.

Toponymie


De naam Castro-Urdiales bestaat uit twee woorden. Over de eerste bestaat geen twijfel, want die komt van het Latijnse woord castrum, “kasteel”. 

Het woord Urdiales roept echter meer twijfels op. De hypothese van hordeales is voorgesteld, dat wil zeggen plaats van gerst (hordeum in het Latijn). Valeriano Yarza weet zeker dat het komt van Fortunalis, een antroponiem waaraan -icus zou worden toegevoegd, de genitief van -ici. Het zou dezelfde betekenis hebben als Urduliz, een gemeente in Vizcaya. Het toponiem zou dus door *(F)ortu(n)alic(i) > *Ortualiz > *Urdualiz > *Urdialis > Urdiales zijn gegaan, en zou “het kasteel van Fortunalis” betekenen.

Een tijdlang werd ook een Baskische oorsprong voorgesteld. Federico Krutwig (Spaans politicus, academicus en schrijver) stelde in zijn boek Vasconia: Estudio dialéctico de una nacionalidad Urdialaitz, Urdialaitz voor als toponiem in het Baskisch, en Txillardegi (politicus, linguïst, schrijver en een van de oprichters van de Baskische afscheidingsbeweging ETA) beschreef in zijn Euskal Herria Helburu (essay uit 1994) dat van Urdializ. Geen van beide voorstellen worden verdedigd door de Koninklijke Academie voor de Baskische Taal, die de benaming van Castro Urdiales voorstelt als een topografische naam in een andere taal dan de plaatselijke taal.

Geschiedenis


Prehistorie

De grotschilderingen die zijn gevonden in de Peña del Cuco grot (grot met afbeeldingen van herten, bizons, geiten en paarden (25.000 jaar oud) ) in de Urdiales grot, in de La Lastrilla grot, in de La Dársena grot en in de Macizo de Juan Gómez grot laten zien dat het gebied al in de prehistorie werd bewoond. Deze manifestaties van rotskunst hebben het ook mogelijk gemaakt om archeologische materialen en overblijfselen te ontdekken.

Er zijn Pre-Romeinse forten gevonden bij de Santullán rots, Cotolino, Monte Cueto en Rebanal punt.

Deze menselijke activiteiten zijn mogelijk begonnen in het eerste millennium v.Chr., in de Austrigonische nederzetting Peña de Sámano, waar de Romeinse kolonie Portus Amanum werd gevestigd en door keizer Vespasianus werd omgezet in een civitas, onder de naam Flaviobriga, in 74 n.Chr.

Taalfamilies van het Iberisch schiereiland vóór de Romanisering A2: Vascones C1: Galaicos / C2b: Brácaros / C3: Cántabros / C4: Astures / C5: Vacceos / C6: Turmogos / C7: Autrigones-Caristios / C8: Várdulos / C9: Berones / C10: Pelendones / C11: Belos / C12: Lusones / C13: Titos / C14: Olcades / C15: Arévacos / C16: Carpetanos / C17: Vetones / C18-C19: Célticos / C20: Conios / L1: Lusitanos / I1: Ceretanos / I2: Ilergetes / I3: Lacetanos / I4: Indigetes / I5: Layetanos / I6: Ilercavones / I7: Sedetanos / I8: Edetanos / I9: Contestanos / I10: Oretanos / I11: Bastetanos / I12: Turdetanos / G21: Galliërs / G1: Griegos / P1: Fenicios/Carthageners / B1: Bereberes..
De Romeinse periode
Figuur van een jonge Neptunus uit het heuvelfort van Pico Cueto, te zien in het MUPAC (Santander).

Al in de Romeinse tijd (3e eeuw v.Chr. tot ongeveer de 4e eeuw n.Chr.) spreekt Plinius de Oudere in zijn Naturalis historia over het bestaan van de Portus Amanum oftewel de haven van de Amanos, een van de stammen die samen de Autrigones vormden, en het Castrum Vardulies of castro (versterkte nederzetting) van de Varduli. Deze inheemse nederzetting werd bevolkt door een pre-Romeinse stamgroep, de Sámanos, waar de naam van de vallei van Sámano en de rivier vandaan komt. Men denkt dat dit volk een hoog cultureel niveau had, zoals blijkt uit het 14 cm hoge bronzen beeld genaamd “Neptuno cántabro (Cantabrische Neptunus)”, dat mogelijk een inheemse godheid voorstelt die in de ene hand een dolfijn en in de andere mogelijk een drietand vasthoudt. Deze groep hield zich bezig met visserij, landbouw en veeteelt, omdat het gebied gunstig was voor deze praktijken. Er zijn verschillende overblijfselen gevonden van aardewerk, bronzen en ijzeren voorwerpen en resten van tarwe, schelpen en uitwerpselen.

Claudius Ptolemaeus (Grieks astroloog, astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus) zegt dat dit deel van de kust tot het land van de Autrigonen behoorde. Een mogelijke verklaring voor deze discrepanties is dat de Caristianen en Autrigonen deel uitmaakten van de Varduli. In het jaar 74 werd in dit gebied de Romeinse kolonie Flaviobriga gesticht, genoemd naar de Romeinse keizer Titus Flavius Vespasianus. De uitgang op briga duidt op een onmiskenbare Keltische oorsprong, een voorafgaande geschiedenis dus. Het was een legale Colonia en Convento, met jurisdictie over negen steden: Uxama, Segisamunculo, Antecuja, Deóbriga, Vindelia, Salionica, Tritium, Metallum en Viruesca.

De Middeleeuwen

Het is niet bekend of Flaviobriga tijdens oorlogen verdween, of dat het gewoon niet verdween. De Chronicon van Haubertus Hispalense zegt dat het in 585 werd hersteld of herbouwd door de Cantabriërs.

Het werd waarschijnlijk aangevallen door de Noormannen, die in 846 met hun schepen de Golf van Biskaje overstaken. Daarna is er geen betrouwbaar historisch nieuws meer tot 1037, toen Castro-Urdiales deel ging uitmaken van het koninkrijk van Pamplona; op 28 mei 1040 schonk García Sánchez III van Pamplona, Sámano en Castro, naast andere gebieden, met de bijbehorende heerlijkheden, aan zijn vrouw Estefanía; In 1102, ter gelegenheid van het bezoek van de bisschop van Burgos. Dit is te vinden in een document onder de naam Castrum Ordiales. Het was aan deze nederzetting dat Alfonso VIII van Castilla in 1163 het privilege van villazgo en fuero verleende, naar het voorbeeld van Logroño, om de maritieme communicatie van Castilla met Engeland en Frankrijk te ondersteunen, waardoor het de eerste Castiliaanse maritieme stad werd. Het lijkt erop dat de persoon die deze beslissing aan de vorst voorstelde Lope Díaz de Haro was, voormalig heer van Vizcaya en luitenant van Castro-Urdiales en de Merindades van Castilla Vieja.

Het kasteel van Santa Ana.

De belangrijkste activiteit van Castro-Urdiales in de Middeleeuwen was voornamelijk maritiem. Van scheepsbouw in de scheepswerven van Sámano, aan de rivier de Brazomar, tot de deelname aan de Reconquista, waarbij schepen en manschappen werden geleverd aan de Castiliaanse marine, evenals visserij, walvisvaart en zeehandel.

Alfonso VIII van Castilla, genaamd ‘el Noble’ (31 aug. 1158 – 6 oct. 1214)

In 1163 kende Alfonso VIII Castro-Urdiales in de stad Burgos de titel van villa (stadsrechten) toe via de Fuero de Logroño. Het is de moeite waard om te wijzen op het belang van de stad in die tijd en de diensten die aan de kroon werden verleend, want het was de eerste stad aan de Cantabrische kust die het ontving. Santander kreeg het pas in 1187, Laredo in 1201, Bermeo in 1236 en Bilbao in 1300.

In de tijd van Fernando III ‘el Santo’ namen schepen uit Castro-Urdiales deel aan de verovering van Sevilla.

In 1262, ten tijde van Alfonso X ‘el Sabio’, speelde het samen met de Cuatro Villas een belangrijke rol in de herbevolking van Cádiz, dat kort daarvoor was heroverd.

In 1296 werd in Castro-Urdiales de Hermandad de la Marina de Castilla con Vitoria of Hermandad de las Marismas opgericht, met deelname van San Vicente de la Barquera, Santander, Laredo, Castro-Urdiales, Bermeo, Guetaria, San Sebastián en Vitoria. Het belangrijkste doel van de Broederschap was om de maritieme handel te beschermen en een bondgenootschap aan te gaan met de koning om de privileges te behouden en misbruik door de adel te voorkomen. Dit Broederschap had voortdurend conflicten met de Engelsen, vooral met degenen die zich in Bayonne vestigden.

De kerk van Santa María de la Asunción werd gebouwd in de 13e eeuw.

In die tijd werd het motto van de stad bedacht, dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. De originele tekst luidt als volgt:

  Castro soy y Castro he sido
Asiento en firme Montaña (Montaña is in dit geval een andere, historische, naam voor Cantabria)
Y a la Corona de España
Con lealtad siempre he servido.
Villa del mar de Castilla
primer fuero el de esta villa.
Armas, Escudo y Señal
Castillo, Puente y Santa Ana
Naos, Ballena y mar llana
Son de Castro la Leal

Er bestaat ook een andere versie, waarin het begin van het motto is veranderd:

  Castro soy y siempre he sido,
Vizcaya firme en mi asiento,
Y a España con noble aliento
Y lealtad siempre he servido

Deze laatste werd gebruikt tussen 1394 en 1471.

In 1360 kwam de Zwarte Prins koning Pedro I ‘el Cruel’ helpen in zijn strijd tegen Enrique van Trastámara, broer van Pedro I en bondgenoot van Karel V van Frankrijk. Pedro I verplichtte zich om alle campagnekosten voor de troepen van de Zwarte Prins te betalen, het recht op losgeld voor alle gevangenen die door zijn troepen werden genomen en om de steden Bermeo, Castro-Urdiales en Bilbao en het gebied tussen de laatste twee, dat zich twee mijlen van de kust naar het binnenland uitstrekte, aan hem af te staan. Eduard (de Zwarte Prins), met een machtig leger bestaande uit Engelse troepen en Franse onderdanen, en vergezeld door zijn broer de hertog van Lancaster, versloeg de legers van Enrique van Trastamara in de Slag bij Nájera in 1367. Koning Pedro I van Castilla weigerde hem het geld te betalen dat hij had toegezegd voor zijn hulp, dus verliet de Zwarte Prins Castilla en liet Pedro I alleen achter in de strijd, dat uiteindelijk zou leiden tot de nederlaag van Pedro I.

De ruïne van het kasteel van Allendelagua. Een kasteel dat waarschijnlijk rond de 14e en 15e eeuw door de Orde van de Tempeliers gebouwd is.

In 1394 sloot Castro-Urdiales zich aan bij de heerlijkheid Vizcaya op zoek naar bescherming tegen de Guerra de Bandos (Oorlog van de Partijen). Op 26 augustus 1463 werd het Oude Handvest van Vizcaya uit 1452 ondertekend in het Casa de Juntas in Guernica. Het behoorde tot de heerlijkheid Vizcaya tot 1471, toen het de afscheiding aanvroeg en verkreeg door middel van een certificaat van Pedro Fernández de Velasco, heer van het Huis van Salas, graaf van Haro en hoofdkamerheer van Juan II van Castilla.

Middeleeuwse torens

De torens van Vitoria, de toren van de Amorosen, de toren van de familie Marca en de toren van de familie Castillo stonden binnen de ommuurde ommuring van de stad. In 1445 drong Lope García de Salazar de stad binnen met zijn mannen, opgeroepen door de Amorosen, die vochten tegen de familie Castillo, die, gesteund door de markiezen, de toren van Vitoria, gelegen op het stadsplein en eigendom van Lope García de Salazar, in beslag had genomen. De gevechten tussen de twee partijen duurden enkele dagen in de straten van de stad totdat de graaf van Haro een wapenstilstand beval.

Vroegmoderne tijd

Met de ontdekking van Amerika kwam Castro’s commerciële heropleving, waarbij het zich bijna uitsluitend wijdde aan de handel met de overzeese koloniën en de handel met de kustgebieden van Europa praktisch opgaf.

Aan het einde van de 16e eeuw werd de stad door diverse pestepidemieën verwoest, samen met de voortdurende stormen, de bevolking van de stad daalde aanzienlijk. Als gevolg hiervan verloor Castro geleidelijk aan belang en vormde samen met de steden Laredo, San Vicente de la Barquera en Santander de corregimiento (gebiedsindeling) van de vier steden van de Marina de Castilla, waarvan de corregidor in Laredo woonde.

In 1588 nam het deel aan het avontuur van de Onoverwinnelijke Armada met 15 schepen en zo’n 400 man onder leiding van Antonio Hurtado de Mendoza.

In 1796 werden de stad Castro-Urdiales en andere oostelijke gebieden, die niet waren uitgenodigd voor de eerste junta, opgenomen in de provincie Cantabria van 1778.

Van 1799 tot 1801 maakte het deel uit van de maritieme provincie Santander. In 1833 werd het onderdeel van de provincie Santander.

De Moderne tijd

Op 11 mei 1813 werd het na hevig verzet ingenomen door de Frans-Italiaanse troepen van Napoleon onder generaal Foy. De stad werd praktisch verwoest en een deel van de verdedigers wist te ontsnappen op Engelse schepen.

Tekening van de haven van Castro-Urdiales uit een boek van 1884.

In 1924, na een separatistisch proces, besloot de corporatie met 14 stemmen tegen 1 om de regio bij Vizcaya te voegen. Omdat de afgevaardigde voor Castro in de provinciale raad en de rest geen overeenstemming konden bereiken, trad de raad in plenaire vergadering af. Dit verzoek tot annexatie kwam voort uit het falen van het provinciebestuur van Santander om medicijnen te distribueren tegen de verschrikkelijke Spaanse griep in 1918, waardoor de regio Castro in de vergetelheid raakte. De gemeente ontving hulp van de autoriteiten van Vizcaya en het was deze situatie die ertoe leidde dat de lokale bevolking verzocht om annexatie bij de Baskische provincie. Het daaropvolgende gemeentebestuur, aangesteld door de dictatuur Miguel Primo de Rivera, en de nieuwe provincieraad verwierpen het verzoek van het vertrekkende Castro-bestuur. Tegenwoordig is het een toeristische en residentiële stad. Begin 2007 had Castro-Urdiales een geregistreerde bevolking van 29.660 inwoners, waarmee het in datzelfde jaar de 30.000 inwoners overtrof. Castro-Urdiales is de op twee na dichtstbevolkte gemeente in Cantabria (na Camargo).

Geografie


Castro-Urdiales ligt in de stedelijke en toeristische regio van de oostkust van Cantabria,  Castro grenst aan de Baskische provincie Vizcaya.

Noord-westen:
Liendo
Noord:
Golf van Biskaje
Noord-oosten:
Golf van Biskaje
West:
Guriezo
Oost:
Musques (Vizcaya)
Zuid-westen:
Guriez0
Zuid:
Arcentales (Vizcaya), Sopuerta (Vizcaya)
Zuid-oosten:
Galdames (Vizcaya)
Hydrografie

De belangrijkste rivier in de regio is de Agüera, die uitmondt in de monding van de Oriñón en waarvan de benedenloop door de mooie van natuur omgeven vallei van de Guriezo loopt. Deze riviermonding verdeelt de gemeente in tweeën, waardoor de dorpen Sonabia en Oriñón zelf als een exclave in het westen liggen. Andere rivieren die door de gemeente stromen zijn de Mioño en de Sabiote, evenals talrijke beken, zoals de Sámano, Tabernilla en Brazomar.

Orografie

De sierra de Hoz is een bergketen in het westen die een natuurlijke grens vormt met de Agüera vallei, met als hoogste punt de Alto de Cerredo (643 meter). In het zuiden rijzen andere bergen op tussen de Sámano- en Otañés-vallei, met een hoogte van 731 meter op de top van Ventoso. In het uiterste zuiden is het hoogste punt van de gemeente de Betayo piek (749 meter), gelegen op de grens met de provincie Vizcaya. De historische wijk van de stad ligt 7 meter boven de zeespiegel.

De kustlijn

De kustlijn van de gemeente is bijna 20 km lang en daarmee is Castro-Urdiales de langste kustlijn van Cantabrië. Hier vinden we verschillende geografische kenmerken:

De rotsachtige kustlijn van Castro-Urdiales.
Het opgespoten strand van Ostende.
Klimaat

Castro-Urdiales heeft een vochtig zeeklimaat, met overvloedige en aanhoudende regenval gedurende het hele jaar, beïnvloed door de nabijheid van de zee. De nabijheid van de Cantabrische Zee werkt als een thermische buffer, waardoor de temperatuur overdag niet te sterk stijgt en ’s nachts niet te sterk daalt. Op dezelfde manier helpt de Golfstroom om de temperaturen te verzachten ten opzichte van de temperaturen die echt overeenkomen met de breedtegraad waarop het ligt. Daardoor komen de temperaturen meestal niet boven een maximum van 30 °C uit, met gemiddelden onder de 20 °C en een temperatuurbereik tussen 8 en 15 °C.

Stranden

Oriñón
Arenillas
Ostende

Brazomar
Dícido (Mioño)
El Berrón

.
Kleine kapen(en rotspunten)

Punta Lanzadoiro
Cabo Cebollero (Ballena de Oriñón)
Punta de Islares
Punta Cotolino

Punta de los Cuervos (punta Estebanot)
Punta de Mioño (punta de la Gorda)
Punta de Ontón (punta de la Garita)

Punta de Cerdigo
Punta de Rebanal
Punta de la Pepina

Eilanden

Isla de los Conejos

Isla de las Gaviotas

Riviermondingen

Kustvlakten die eindigen in kliffen
Ría de Oriñón (riviermonding van de rivier Agüera)

Ensenada de Urdiales
Ensenada de Brazomar

Locaties

De gemeente Castro-Urdiales bestaat uit de stedelijke kern van de stad en andere locaties daar omheen. Negen daarvan zijn pedanía, dat wil zeggen dat ze een lokaal bestuursorgaan hebben op een lager niveau dan het gemeentelijke: de wijkraad.

Allendelagua
Cerdigo
Islares
Lusa

Mioño
Ontón
Oriñón
Otañes

Sámano
Santullán
Sonabia
Talledo

Casa de los Chelines. Over het restaurant wat zich op de begane grond bevind kan ik helaas weinig goeds vertellen.

Monumenten en andere interessante plekjes


Het monumentale complex van Castro-Urdiales, ook wel bekend als Puebla Vieja (Oude dorp), heeft een middeleeuwse oorsprong en ligt aan zee. Het werd in 1978 uitgeroepen tot Historisch-Artistieke Site vanwege het rijke erfgoed, dat bestaat uit verschillende monumenten.

Kerk van Santa María de la Asunción

De kerk van Santa María de la Asunción is gotisch van stijl. Gebouwd onder bescherming van koning Alfonso VIII van Castilla in de 13e eeuw (hoewel het in de 15e eeuw werd voltooid), is het een basiliekvormige tempel met drie schepen. Binnen kunnen we de beelden zien van de Virgen Blanca (Blanke Maagd) en de Cristo Yacente (Liggende Christus), en de drie gotische houtsnijwerken van de Reyes Magos (Drie Wijzen). Het werd in 1931 uitgeroepen tot Nationaal Monument (gepubliceerd in de Madrid Gazette van 4 juni 1931) en op 7 augustus 2002 gepubliceerd in het BOE (Officieel staatsbulletin).

De kerk heeft de typische kenmerken van de gotische stijl (brede schepen, hoge gewelven, vliegende steunberen (luchtbogen) en steunberen die het gewicht van het gebouw ondersteunen) is de kerk van Santa María de la Asunción een religieuze tempel van katholieke eredienst onder het beschermheerschap van Santa María de la Asunción (Maria-Tenhemelopneming). Het behoort tot de parochie Castro-Urdiales, in het Bisdom Santander.

De luchtbogen van de Kerk van Santa María de la Asunción.
De kerk van Santa María de la Asunción gezien vanaf de achterkant. Het meest fotogenieke beeld van de kerk.
Castillo de Santa Ana

Een oud kasteel naast de haven en de kerk van Sta. Mª de la Asunción, waar in de moderne tijd een vuurtoren heeft geplaatst.

Activa van cultureel belang

Naast de kerk zijn er nog andere culturele bezienswaardigheden in Castro-Urdiales, zowel monumenten als archeologische vindplaatsen:

Monumenten
      • Paleis, kasteel-observatorium en tuinen van de familie Ocharan, beschermd sinds 1985. De kasteel-observatorium dateert uit 1914, is het werk van de architect Eladio Laredo uit Castro, is neogotisch van stijl en bevindt zich in Calle Leonardo Rucabado. Het Paleis van Ocharan of Toki-Eder werd in 1901 gebouwd, ook door de architect Eladio Laredo. Het is een gebouw in eclectische stijl: het heeft een portiek met zuilen en andere elementen in Griekse stijl en een fries van veelkleurige tegels ontworpen door Daniel Zuloaga.
      • Huis “Sotileza” (bekend als Chalet “Sotileza”), tegenwoordig gerenoveerd voor bewoning. Het is gebouwd door Leonardo Rucabado en ligt aan het begin van het strand van Brazomar.
      • Huis van “Isidra del Cerro”.
      • Casa de los Chelines, beschermd sinds 1991. Het is ontworpen door Severino Achúcarro en gebouwd onder leiding van Leonardo Rucabado aan het begin van de 20e eeuw. Het is een gebouw in neogotische stijl aan de Plaza de España. Het is momenteel privébezit en werd in 1991 uitgeroepen tot Goed van Cultureel Belang.
      • Casa de los Chelines, beschermd sinds 1991. Het is ontworpen door Severino Achúcarro en gebouwd onder leiding van Leonardo Rucabado aan het begin van de 20e eeuw. Het is een gebouw in neogotische stijl aan de Plaza de España. Het is momenteel privébezit en werd in 1991 uitgeroepen tot Bien de Interés Cultural.
      • Villa van de familie San Martín.
      • Residentie Pedro Velarde.
      • Laadperron voor erts, in Mioño.
      • Ruïnes van de middeleeuwse toren van de Tempeliers in Allendelagua, op de flank van een heuvel. De toren behoorde toe aan de Orde van de Tempeliers en is momenteel in slechte staat.
Archeologische plekken
      • Cueva de “El Cuco”, ook wel Cueva de la Peña del Cuco genoemd, ligt ten westen van de stad. Binnen kun je gravures en grotschilderingen uit het Boven-Paleolithicum zien met dieren als herten, geiten en paarden.
Palacio de Ocharan.
Monument voor de vissers op de boulevard van Castro Urdiales.
Kerk , kasteel, oude gotische brug, de vuurtoren en de ermita van Santa Ana allemaal gevangen in een beeld.
      • Grot van “La Lastrilla
      • Grot “Grande of de los Corrales”.
      • Grot “Aurelia
      • Castro Monte Cueto: een Cantabrische nederzetting gelegen op de berg El Cueto. Er zijn delen van de muur bewaard gebleven en de nederzetting kan gedateerd worden uit de ijzertijd en zou zelfs samen kunnen vallen met de Romeinse bezetting. De locatie wordt aangetast door radiozendantennes, elektriciteitsmasten en moderne eucalyptusplantages, ondanks het feit dat het beschermd wordt door de algemene verklaring van het decreet van 22 april 1949 en Wet 16/1985 op het Spaans historisch erfgoed.
      • La Peña de Sámano heuvelfort.
      • Gebied van Castro-Urdiales waar de overblijfselen van Flaviobriga en de middeleeuwse stad, beschermd sinds 1996, te vinden zijn. De vindplaats van Flaviobriga ligt onder de oude stad, op een diepte van 2 meter. Het is mogelijk geweest om overblijfselen van een Romeinse kolonie uit het jaar 74 te vinden, die bezocht kunnen worden in het Regionaal Museum voor Prehistorie en Archeologie van Cantabria.
      • Conducción de Aguas de El Chorrillo. In 2006 werd het uitgeroepen tot Bien de Interés Cultural (Goed van Cultureel Belang), in de categorie archeologische vindplaats, omdat het een waterbouwkundig werk uit de Romeinse periode is.
De vuurtoren op het kasteel van Santa Ana
Kasteel van Santa Ana met daarop de vuurtoren. Op de voorgrond zien we ook nog de Oude brug wat men Castro ook wel de Romeinse brug noemt.

Het kasteel met daarop de vuurtoren, staan in het oude gedeelte van de stad, naast de gotische kerk van Santa María. Het werd gebouwd in de 13e en 14e eeuw. Het heeft een vijfhoekige plattegrond en versterkte muren op de hoeken. 

De vuurtoren werd voor het eerst ontstoken op 19 november 1853, tijdens het bewind van Isabel II. Het brandvlak bevindt zich 49 m boven de zeespiegel en 16,5 m boven de grond. Aanvankelijk had het een verlichtingssysteem gebaseerd op een olielamp met vaste catadioptrische optiek, waaromheen twee verticale lenzen met een rood filter draaiden op een ronde slede, aangedreven door een klokmechanisme. De olielamp is later natuurlijk vervangen door een modern vuurtorenlicht.

Andere interessante plekken zijn

      • Het stadhuis (ayuntamiento)
      • Casa de naturaleza
      • Edificio González
      • Casa-Torre de Cerdigo
      • Ruïnes van de kerk van San Pedro (Ruinas de la iglesia de San Pedro)
      • Ermita de Santa Ana

Cultuur


Feesten
      • Festividad de Viernes Santo (Festiviteit van Goede Vrijdag): gehouden op Goede Vrijdag bestaat het festival uit de voorstelling van de Levende Passie, een evenement dat al sinds 1984 wordt gevierd en dat plaatsvindt in de straten van het oude gedeelte van de stad.
      • Festividad de San Juan (Feest van San Juan): dit wordt gevierd op 24 juni, wanneer de Semana Grande de Fiestas in Castro-Urdiales begint, met een traditionele sardinada in La Atalaya. 
      • Festividad de San Pelayo Mártir (Feest van San Pelayo Mártir): San Pelayo Mártir is de beschermheilige van Castro-Urdiales. Het wordt gevierd op 26 juni en het belangrijkste moment van de dag is de bedevaart die plaatsvindt in La Atalaya. Samen met San Andrés is het een van de populairste en meest gevierde feesten.
      • Een van de praalwagens in de Coso Blanco in Castro Urdiales in 2006.

        Festividad del Coso Blanco (Feest van de Coso Blanco): het wordt gevierd op de eerste vrijdag van juli en is een feest van kleur en muziek. Het is misschien wel het populairste feest van de stad en wordt beschouwd als een feest van nationaal toeristisch belang. De artistieke creaties van de praalwagens worden tentoongesteld in de parade die om 23.00 uur plaatsvindt in het Amestoy Park, waar het wordt opgeluisterd door de aanwezigheid van het stadsbestuur, groepen en een groot aantal mensen die samenkomen om ter plekke een strijd van confettiballen en slingers te volgen. Naast de parade van praalwagens wordt er vuurwerk afgestoken, een voorbode van de lange nacht. Twee monumentale openluchtdansen, waaronder een vuurstier, geven de nacht een sfeer van magie en kleur.

      • Festividad de la Virgen del Carmen (Feest van de Maagd Carmen): dit wordt gevierd op 16 juli en is een zeevaardersfeest, waarbij de baai in het middelpunt van de belangstelling staat omdat het een kleurrijk spektakel is met alle uitgedoste boten die klaar liggen om de Virgen del Carmen naar volle zee te begeleiden waar een bloemenoffer wordt gebracht.
      • Festividad de Santa Ana: dit wordt gevierd op 26 juli in de ermita die aan haar naam is gewijd, gelegen in het historische centrum, waar een eucharistieviering wordt gehouden. De verbena die in het onderste gedeelte van de ermita wordt gehouden is het belangrijkste evenement op deze dag gewijd aan de heilige.
      • Fiestas de Santa María de la Asunción: zij is de beschermheilige van Castro-Urdiales, gevierd op 14 augustus en herdenkt ook San Roque. Het is een feest met een van de oudste tradities van de stad. Het feest begint op 14 augustus met de zogenaamde Processie van de Vellilas, een nachtelijke processie waarbij de beeltenis van de Maagd uit de kerk van Santa María wordt gehaald en door de oude wijk van de stad paradeert, en waarbij de mensen die haar begeleiden een brandende kaars dragen. Op de 15e is het belangrijkste evenement de marmita popular (stoofpot van zeevruchten) die wordt gehouden op het plein van het stadhuis, waar talloze groepen mensen samenkomen om hun eigen marmita marinera (stoofpot van zeevruchten) te bereiden, die wordt onderworpen aan een strenge culinaire jury. De cucañas marítimas (maritieme cucañas) zijn typisch voor deze feesten. De vrolijke sfeer, de verbena en de vuurstier zorgen voor een puur zomerse sfeer.
      • Festividad de San Andrés Apóstol: het wordt gevierd op 30 november en is, samen met de Coso Blanco, een van de populairste en meest karakteristieke feesten van de stad. De zeilers spelen tijdens deze dagen een bijzondere rol, omdat hij hun beschermheilige is. Het verplichte menu tijdens deze dagen zijn slakken en zeebrasem a la preve. Bootraces, openluchtdansen en wedstrijden die het zeemansleven oproepen worden tijdens de dagen ter ere van de heilige gehouden.
      • Fiesta de los Carnavales: de kleurrijke kostuums, het licht in de optocht en de behoefte om plezier te maken kenmerken deze dagen, die eindigen met de begrafenis van de sardine in het havendok.

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annotations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2024-05-18

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 4.0.

Other references are:


Full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Eetsnob

eten met passie

Jan Woordenaar Bontje - CULTUUR

Aforismen, bontjes, columns, gedachten, gedichten, haibun, haiku, kyoka, literatuur, poëzie, proza, snelsonnetten, tanka.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, reizen, foto's, gedachten en meer.

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

MONTSE ANTARES BLOG CINEMA

BANDAS SONORAS.. SOUNDTRACKS.. Y MÁS