
Teodorico I (c. 390/393-451): Koning der Visigoten en de val van Rome

| Koning van de Visigoten |
| Voorganger | Walia |
| Opvolger | Turismundo |
| Geboren | c. 390 of 393 |
| Gekroond | 418 |
| Overleden | 20 september 451, tijdens de slag op de Catalaunische Velden (Onderdeel van de nvasie van de Hunnen). Naar verluidt door een speer van een Ostrogotische leider. |
| Begraven | Tombe van Teodorico, Poix, Marne, Frankrijk |
| Geloof | Arianisme |
| Familie |
| Dynastie | Baltinga |
| Vader | Flavio Alarico I |
| Moeder | Flavia Valiana |
| Kinderen | Turismundo, Teodorico en Flavio Eurico |

Teodorico, is een Germaanse naam samengesteld uit de woorden theud (stad) en ric (macht, soeverein) wat “soeverein van de stad” betekent, was de koning van de Visigoten tijdens de periode van het koninkrijk Toulouse, tussen de jaren 418 en 451. Vermoedelijk de onwettige zoon van Alarico I, werd hij gekozen als de nieuwe monarch na de dood van Walia. Zijn regering werd gekenmerkt door de ondertekening van de alliantie met de Romeinen in 418, waarmee aan het einde van de vorige regering een foederati werd gevestigd. Ondanks alles respecteerde Teodorico niet altijd deze alliantie, die hem ondergeschikt maakte aan de Romeinse keizer, en streefde hij naar een grotere politieke onafhankelijkheid. Tegelijkertijd probeerde hij de Visigotische domeinen uit te breiden tot buiten de regio’s van Zuid-Gallia, rond Toulouse. De mislukte militaire acties tegen de Romeinen in de jaren 420 en 430 werden stopgezet door de actie van de Romeinse generaal Flavius Aëtius. Teodorico probeerde vervolgens zijn macht tegen de Romeinen te consolideren door middel van een buitenlands beleid met andere barbaarse volkeren (niet Romeinse, vaak Germaanse volkeren) in het westelijke deel van het Romeinse rijk, ontwikkeld in de daaropvolgende tien jaar door huwelijksallianties die min of meer succes hadden.
Wat interesseert u het meest:
Aan het einde van zijn regering sloot hij zich, als gevolg van de dreiging van de Hunnen in Noord-Gallia, uiteindelijk aan bij een militaire coalitie met het Romeinse leger onder leiding van Flavius Aëtius, net als veel andere barbaarse legers. In deze context werd hij een van de deelnemers aan de slag op de Catalaunische Velden in de zomer van 451, waarin hij stierf, naar verluidt door een speer van de bondgenoten van de Hunnen. Hij werd opgevolgd door zijn kinderen, in de eerste plaats door de eerstgeborene, Turismundo, waardoor hij in zekere zin een erfelijke opvolging onder zijn nakomelingen bereikte. Deze koninklijke opvolging verliep echter niet vreedzaam, maar vol intriges en moorden tussen familieleden.
Zijn oorsprong
Volgens de Romeinse historicus, dichter, filosoof en diplomaat Olympiodorus van Thebe zou Teodorico een natuurlijke of bastaardzoon van Alarico I zijn geweest. Volgens Herwig Wolfram (History of the Goths) werd Teodorico ook wel “de jonge Balt” genoemd en had hij zes zonen: Turismundo, Teodorico, Frederico, Eurico, Recimiro en Himnerith. Afgezien van deze informatie zijn de gegevens over de jonge jaren van Teodorico onbekend. Ana M. Jiménez (Nuevas gentes, nuevo Imperio: los godos y Occidente en el siglo V) twijfelt echter aan de afstamming van Teodorico, aangezien er geen documenten zijn die dit kunnen ondersteunen. Zij stelt dat de dynastieke opvolging van de Balti-dynastie alleen verifieerbaar is, vanaf het moment dat zij regeren, omdat de auteurs alleen vanaf de zesde eeuw over hen schrijven, mogelijk als een manier om de stabiliteit en eenheid van het koninkrijk te garanderen en de verschijning van nieuwe militaire leiders te vermijden.
Zijn regering (418-451)
Het begin
Teodorico werd tot koning gekozen bij de dood van Walia eind 418, kort nadat deze koning instemde met een hospitalitas, een soort alliantie, met de Romeinse keizer Honorius. De alliantie was in werkelijkheid het werk van de patriciër Constantius III, die niet wilde dat de Visigoten meer macht zouden verwerven. Hiermee hield het Rijk dit barbaarse volk theoretisch onder controle. In ruil voor militaire bijstand aan het Romeinse leger kregen de Visigoten een eigen vestigingsgebied, Aquitania Secunda, toebedeeld binnen het West-Romeinse rijk. De Visigoten zouden later ook delen van andere landen bezetten, zoals Novempopulania of Gallia Narbonesis, dat in die tijd gebieden waren met veel conflicten. Ook slaagden ze er in de doorgangsgebieden naar Hispania onder controle te krijgen.

Met deze overeenkomst op zak konden de Visigoten het land cultiveren, de natuurlijke hulpbronnen van het gebied exploiteren, dieren kopen en verkopen en hun wapens, in dienst van het Romeinse Rijk, behouden. Voor de Visigoten betekende dit echter wel dat ze zich militair moesten onderwerpen aan het Romeinse Rijk en hen moesten bijstaan waar dat nodig was, en dus bleef Teodorico onder het bevel van de Romeinse keizer staan. Het verdrag gaf hem gezag in de Romeinse provincie die Visigoten was toegewezen, macht over zijn eigen volk, niet over de Callo-Romeinen in het gebied. Zijn volk leefden hier grotendeels gescheiden van de Romeinse bevolking die onder hun eigen wetgeving vielen en bestuurd werden door eigen leiders. Het eerder genoemde Toulouse fungeerde als hoofdplaats. Deze situatie was natuurlijk zeer kwetsbaar en al snel probeerde koning Teodorico een grotere politieke onafhankelijkheid na te streven.
In 421 – 422 vervulde Teodorico de alliantie en stuurde een militair contingent naar het Romeinse leger, onder bevel van de magister militum Flavius Castinus, om tegen de Vandalen te vechten. Tijdens de beslissende slag, uitgevochten in Baetica, stonden de Vandalen op het punt verslagen te worden door uithongering, maar de Visigotische hulptroepen lieten de Romeinen in de steek en bezorgden de Vandalen de overwinning. Volgens Herwig Wolfram zou het bevel door Teodorico zelf zijn gedicteerd, maar ondanks het overtreden van de overeenkomsten van de alliantie en het verraden en verlaten van het Romeinse leger, had deze actie geen gevolgen voor de Visigoten, daar deze van hun kant bleven oprukken naar het zuiden, richting de Middellandse Zeekust.
Binnenlands beleid
Hoogstwaarschijnlijk werd tijdens de eerste jaren van Teodorico’s regering de verdeling van het land tussen de Romeinse bevolking die zich in de regio vestigde en de nieuw aangekomen Visigoten besproken en geëxecuteerd, en dat ging waarschijnlijk niet zonder problemen. Hospitalitas stond niet alleen de controle over het land af, maar gaf de Visigoten ook een aantal bezittingen, die van de Romeinen moesten worden onteigend. Olympiodorus zegt dat de Visigoten zowel de proviand ontvingen die ze nodig hadden als wel het land om te cultiveren en zelfvoorzienend te zijn.

Ondanks het feit dat de kroniekschrijvers van die tijd niet veel informatie geven over de manier waarop de gronden werden verdeeld, is de meest wijdverspreide theorie die welke voortkomt uit de Visigotische wetboeken, zoals de Códico de Eurico (Codex Euricianus) of het Liber Iudiciorum (Lex Visigothorum): de zogenaamde sortes gothicae et tertiam romanorum. Met dit systeem werd een derde van het land aan de Visigoten gegeven en de Romeinen hielden de rest. Volgens Rosa Sanz Serrano (Historia de los Godos (en castellá)) ontvingen de Visigoten in het geval van de Códico Eurico tweederde van het land, samen met hun slaven en gezinsleden. Er wordt beweerd dat dit zowel de grote, de middelgrote en kleine eigenaren zou hebben getroffen, en laatstgenoemde in negatieve zin, te midden van een onzeker politiek, sociaal en economisch klimaat, dat hen ertoe zou hebben gebracht de bescherming van de grootgrondbezitters te zoeken. Er wordt echter ook beweerd dat kleine eigendommen buiten dit proces werden gelaten, evenals gemeenschappelijke goederen, die openbaar bleven. Aan de andere kant wijst Walter A. Goffart (Barbarians and Romans, A.D. 418-584: The Techniques of Accomodation) erop dat de gronden die werden verdeeld in werkelijkheid de gronden waren die verlaten waren of geen eigenaar hadden als gevolg van de laatste oorlogen, of de woestenijen die niet in gebruik waren. Hij verwerpt een mogelijk conflict met de Romeinen ten tijde de verdeling, omdat het mogelijk is dat de Visigoten, gewend aan het vechten, zich niet wijdden aan landbouwtaken. Een theorie die Rosa Sanz niet deelt, omdat duizenden mensen zich in Aquitania vestigden (mannen, vrouwen, kinderen…) en hij betwijfelt of zij zonder enige vorm van productieve activiteit bleven, omdat Orosi stelt dat de barbaren, toen ze zich vestigden, ze hun wapens achterlieten en ze zich wijdden aan de landbouw, waarbij ze te allen tijde de Romeinen in de regio respecteerden.
Militaire campagnes tegen het Romeinse Rijk

De eerste jaren van Teoderico’s semi-autonome bewind verliepen vreedzaam. Hierin kwam verandering met de dood van de West-Romeinse medekeizer Constantius III in 421. De Romeinse macht die Constantius na de invasies door Germaanse volken het decennium daarvoor in Gallia had hersteld, wankelde ten voordele van de nieuwkomers in het rijk. De plotselinge dood van Constantius bracht een situatie teweeg die Teoderico in staat stelde zijn plannen voor meer macht te verwezenlijken. De wanorde was compleet met dood van keizer Honorius in 423. De opvolging van Honorius leidden tot een politieke crisis waardoor een groot deel van het Romeinse leger zich in Italië bevond en Teodorico een meer expansionistisch beleid zou gaan voeren. Teoderico schoof eigenhandig het vredesakkoord van Constantius terzijde en kwam in opstand. Zonder noemenswaardige tegenstand van de Romeinen nam hij heel Aquitania in bezit en voorzag zich van een toegang tot de Middellandse zee.
Uiteindelijk kwam Teoderico in moeilijkheden bij Arles, omdat Rome in 426 de generaal Flavius Aëtius naar Gallia stuurde om de zaak te herstellen. In een veldslag bij de stad werd hij door Aëtius verslagen en hoewel er geen gegevens zijn over de strijd, werd Teodorico gedwongen zich terug te trekken naar Toulouse. In de vredesbesprekingen die hierop volgden werd het eerder gesloten verdrag met de Romeinen hernieuwd. Zo bereikte de Romeinse generaal een min of meer duurzame vrede, waarbij in de loop van een decennium een krachtenevenwicht tussen de barbaarse volkeren tot stand werd gebracht. Deze vrede ontstond nadat de Visigoten soevereiniteit, de landen die zij oorspronkelijk bezetten, Aquitania Secunda en het noordwestelijke deel van Callia Narbonensis terugkregen in ruil voor de landen die ze veroverd hadden. Nadat de Visigoten zich teruggetrokken hadden in hun nederzettingen werden er over en weer gijzelaars uitgewisseld ter versterking van het verdrag. De latere keizer Avitus was een van deze gijzelaars. Deze verbleef aan het hof van Teoderico en leerde daar diens zonen kennen. Hij werd bevriend met de gelijknamige zoon van de koning, Teoderico (II).
In 433 vroeg Galla Placídia, voormalige Visigotische koningin en daarna ook regentes van het West-Romeinse Rijk (425-437), de Visigoten om hulp tegen generaal Aëtius. Ze voerde het bevel over de voormalige bucellarii (priveleger) van haar echtgenoten, maar was niet succesvol omdat ze werd verbannen naar Constantinopel, en Aëtius lijkt in latere jaren zijn positie en gezag aan het hof niet te hebben verloren, waarschijnlijk dankzij de hulp van de Hun-huurlingen. Het vormde echter een groot gevaar toen een groot aantal Visigoten, verenigd vanuit Toulouse, gehoor gaven aan de oproep van hun oude koningin.
In 435 is er een opstand van bagaudae in Gallia. Het jaar daarop kwamen de Bourgondiërs, die als bondgenoten in de regio woonden, in opstand en vielen Gallia Belgica binnen. Het is weer de generaal Aëtius die orde op zaken gaat stellen samen met een contigent Hun-huurlingen valt hij verschillende keren de Bourgondiërs aan tot hij het koninkrijk Bourgondië verwoestte. Volgens de gegevens van Hidaci (bisschop, historicus c. 400-469) stierven ongeveer 20.000 Bourgondiërs. De overlevenden sloten vrede met Aëtius en vestigden zich op een andere plaats, vlakbij het Meer van Genève.
Teodorico profiteerde hiervan door wederom de overeenkomst met de Romeinen te verbreken en leidde persoonlijk zijn troepen naar Narbonne, om het te belegeren. Hij veroverd de stad en krijgt het kustgebied in handen. Om de opstand te beteugelen stuurt Aëtius een leger onder aanvoering van generaal Litorius naar het zuiden. Teoderico wordt in het defensief gedrukt en moet zich terugtrekken in het centrum van zijn macht, hij verschanst zich in de hoofdstad Toulouse dat door de Romeinen wordt belegerd. Na een lang beleg geeft hij zich uiteindelijk gewonnen en wordt opnieuw gedwongen het verdrag met de Romeinen na te leven.
Deze overwinning voor de Romeinen kwam niet zonder slag of stoot. Omdat Teodorico in Toulouse geen enkele kans had om met geweld de overwinning te behalen, moest hij zijn toevlucht nemen tot onderhandelingen, waarbij hij zelfs katholieke bisschoppen als bemiddelaars gebruikte. In feite was de hoofdstad waarschijnlijk de plek waar het grootste deel van de Visigotische bevolking woonde, dus voor Teodorico was het een kwestie van overleven. Niettemin weigerde Litorius te onderhandelen met de Visigotische koning en zette de belegering van de stad voort. Hoewel de Romeinse generaal aanvankelijk enkele overwinningen behaalde, slaagden de Visigoten er in een wanhopige actie in hem gevangen te nemen. Desondanks wonnen de Romeinen uiteindelijk, maar het kostte hen een aanzienlijk verlies aan manschappen. Een paar dagen later werd Litorius geëxecuteerd. Om te voorkomen dat Gallia aan de genade van de Visigotische invallen zou worden overgeleverd, onderhandelde de nieuwe praetoriaanse prefect van 439, Avitus , die bij eerdere onderhandelingen contact had gehad met Teodorico, over vrede aan Romeinse zijde, mogelijk gunstig voor de Visigoten.
Buitenlands beleid

In het decennium van 440 zette Teodorico zijn beleid van consolidatie voort en versterkte hij zijn macht door een belangrijke diplomatieke taak te ontwikkelen van toenadering tot andere barbaarse koningen die zich in het westelijke deel van het rijk vestigden. Het was een zoektocht naar een bondgenootschap die de alliantie tussen de Romeinen en de Hunnen kon verbreken, en ook diende als een methode om territoriaal uit te breiden. Het huwelijk was het belangrijkste instrument voor het vormen van allianties, een traditionele methode, die de autonomie en/of onafhankelijkheid versterkte waar Teodorico naar op zoek was, waarmee hij zijn status als federatie van het Rijk kon overwinnen.
Tijdens zijn bewind waren de Vandalen in 429 de provincie Afrika binnengetrokken en vestigden ze hun hoofdstad in Carthago. Jordanes (Romeins historicus) legt uit dat een van Teodorico’s dochters trouwde met Hunerico (Vandaalse koning (477-484), zoon van Genserico, koning van de Vandalen en Alanen (428-477). Deze alliantie had echter geen voordelen. Terwijl Hunerico als gijzelaar in Ravenna leefde, was er in 442 een opstand van de Vandaalse edelen tegen de koning, waarbij de Visigotische prinses waarschijnlijk betrokken was. Genserico vermoedde dat het meisje hem wilde vergiftigen, verminkte haar door haar neus en oren af te snijden, en gaf haar in 445 terug aan haar vader in Toulouse, wat de vijandschap van de Visigoten opleverde.
Met het mislukken van de eerste alliantie kreeg Teodorico een tweede kans bij het koninkrijk van de Sueben, waar de koningen vanaf het decennium van de jaren ’30 probeerden hun macht te consolideren en stabiliteit aan het koninkrijk te geven door hun invloedsgebied in Hispania uit te breiden.
In Hispania waren diverse Visigotische troepen actief voor de Romeinen. Zij verleenden in 446 bijstand aan de Romeinse generaal Vitus in diens campagnes tegen de Suebische koning Requila. Het sterke optreden van Requila tegen de Romeinen bracht Teodorico ertoe zijn buitenlandse politiek te veranderen en banden aan te gaan met de Sueben. En hoewel Teodorico in 431 eerder contacten had gehad met de Sueben, hadden deze onderhandelingen geen effect. Het waarschuwde wel de Romeinen voor een mogelijke alliantie tussen de twee volkeren.
Eind jaren ’40 meldt Hidatius (bisschop van Aquae Flaviae, 400-469) echter dat de nieuwe Sueben koning Requiario, zoon van Requila, sinds 448 op de troon zat en in 449, in Toulouse met een dochter van Teodorico trouwde. Bij zijn terugkeer verwoeste hij met de hulp van Visigotische troepen het gebied rond Cesaraugusta (het huidige Zaragosa) en slaagde erin om de stad Ilerda (nu Lleida) in te nemen.
De slag op de Catalaunische Velden
Teodorico I is vooral bekend vanwege zijn rol in de Slag bij de Catalaunische Velden. Ondanks het klimaat van spanningen tussen de Romeinen en de Germaanse volkeren werden de allianties gehandhaafd en ondergingen deze een zware tests tijdens de aanval van Attila, koning van de Hunnen in 451 . Dat jaar veroorzaakten zowel de Vandaal Genserico als Attila conflicten, maar het was de koning van de Hunnen die onverwachts de stad Metz aanviel en verwoestte. Dit bracht hem rechtstreeks in conflict met Aëtius, die decennialang een sterke vriendschap met de Hunnen had onderhouden.

Geconfronteerd met deze dreiging, niet alleen voor de Romeinen maar voor alle barbaarse volkeren die zich in het westelijke deel van het rijk vestigden, werd een militaire coalitie gevormd tegen het gemeenschappelijk gevaar. Onder de bondgenoten bevonden zich Teodorico en zijn Visigoten, met de aanwezigheid van zijn eigen zonen, Turismundo en Teodorico ; de Romeinse generaal kreeg ook gezelschap van de Franken van de Rijn, Bretons, Sarmaten, de Germaanse Laeti, Bourgondiërs, Saksen, Alanen van Orleans en leden van oude Romeinse militaire districten. Terwijl aan de kant van de Hunnen, de Gepiden en de Ostrogoten zich hadden aangesloten. Het was voor het eerst dat de Visigoten tegenover hun broeders, de Ostrogoten stonden.
In eerste instantie weigert Teoderico gehoor te geven aan de oproep van Aëtius. Aëtius, voor wie het onmogelijk is zonder de hulp van de Visigoten weerstand te bieden tegen de Hunnen, went zich tot de invloedrijke Gallo-Romein Avitus, die 14 jaar later tot keizer zou worden benoemd. Avitus, die een belangrijke rol speelde in de opvoeding van de zonen van Teoderico lukte het daarna wel in om de Visigotische koning over te halen. Als Teoderico het gevaar inziet dat de Hunnen voor zijn eigen rijk vormen, sluit hij zich aan bij deze coalitie.
Aëtius nam de zoon van Teodorico, Turismundo, als gijzelaar om de loyaliteit van de Visigotische koning te behouden, terwijl de Alanen tussen de gelederen van de Visigoten en Romeinen werden gesteld om ook een mogelijke desertie te voorkomen.
Na de stad Orleans te hebben bevrijd in een aanval onder leiding van de legers van Aëtius, Teodorico en Turismundo, trok het Visigotische leger in de zomer van 451 richting Champagne. De strijd tussen de twee vijandige legers vond plaats in de Catalaunische Velden, tussen de huidige steden Troyes en Châlons-sur-Marne. Doordat de Romeinen voor het begin van de slag al een strategische heuvel wisten te bezetten en door de heftige aanvallen van de Visigotische cavalerie, werden de Hunnen in een zeer bloedige veldslag teruggedreven naar hun kamp bij La Cheppe. In dat kamp dat provisorisch met hun wagens was versterkt, wisten ze de nacht stand te houden.
Het resultaat was een gelijkspel tussen de legers, of misschien dat Aëtius de strijd opzettelijk beëindigde. Deze confrontatie maakte in ieders geval wel een einde aan Attila’s aura van onoverwinnelijkheid. Voor de Goten in het algemeen betekende de strijd een confrontatie tussen Visigoten en Ostrogoten, anderzijds was het ook een confrontatie tussen Amals en de Balti-dynastie.
Teodorico I stierf in de strijd, vermoedelijk doorboord door de speer van een Amal genaamd Andagis, maar zijn strijd was cruciaal in het verhinderen van Atilla’s verdere invasie in Europa. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Turismundo, die tijdens dezelfde slag door het leger werd geprezen. Teodorico I werd vlakbij het slagveld begraven. Kort na de begrafenis bedacht Turismundo een plan om de dood van zijn vader te wreken, maar de nieuwe koning kreeg van Aëtius, die vreesde voor een overschot aan macht van het Visigotische leger, het advies om naar Toulouse terug te keren om zijn troonsbestijging veilig te stellen, bedreigd door de intriges van zijn broers.
De grote betekenis van deze slag is dat het het laatste grote militaire succes van Rome tegen de ‘barbaarse’ dreiging markeerde en het de kracht toonde van de groeiende macht van Germaanse stammen zoals de Visigoten.
Uiteindelijk begon met Teodorico I een erfelijke opvolging en werd er een soort clan of koninklijke familie gevormd, ook al bestond er geen vaste opvolgingsregel onder de Visigoten. Deze opvolging was echter turbulent vanwege de moorden tussen broers, door de generaties heen, die van vader op zoon overgingen, tot Amalarico in 531. Dit heeft de klassieke visie van een puur electieve monarchie in twijfel getrokken, hoewel in 507 de verkiezing van de Visigotische troon opnieuw opdook, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van de herinnering die de mislukking van de slag bij Vouillé veroorzaakte.
Nalatenschap
Het historisch beeld door de eeuwen heen
Teodorico I was een belangrijke koning van de Visigoten (418–451 n.Chr.) en speelde een cruciale rol in de overgangsperiode tussen de late oudheid en de vroege middeleeuwen. Zijn betekenis in de Europese geschiedenis kan in verschillende contexten worden geplaatst:
Het Visigotische Rijk in Gallia
Dat Teodorico I een semi-autonome staat binnen het West-Romeinse rijk wist te stichtte, met Toulouse als hoofdstad, legde de basis voor wat later het Visigotische koninkrijk in Hispania zou worden.
De overgang van ‘Barbaars’ naar ‘Geciviliseerd’
Teodorico symboliseert een breuk en continuïteit in de Europese geschiedenis:
- Germaanse koninkrijken: Onder zijn leiding gingen de Visigoten van een zwervende stam naar een gevestigd rijk, met Romeinse administratieve en culturele invloeden.
- Christendom: Teodorico zelf was een Arianist (een vorm van christendom die door het katholieke Rome als ketters werd beschouwd). Toch speelde zijn koninkrijk een sleutelrol in de verspreiding en evolutie van het christendom in Europa.
- Politiek pragmatisme: Zijn relatie met Rome was complex; hij vocht tegen en samen met de Romeinen, afhankelijk van wat het beste was voor zijn rijk.
Legendevorming en erfgoed
- Visigotische identiteit: Teodorico werd een symbool van Visigotische trots en militaire macht.
- Invloed op Spanje: Zijn nakomelingen zouden later het Visigotische rijk in Spanje consolideren, dat op zijn beurt van groot belang was voor de culturele ontwikkeling van het Iberisch schiereiland.
Lueke bijkomstigheid is dat …..

Teodorico I diende als inspiratie voor J.R.R. Tolkien om leven te geven aan het personage Théoden van Rohan, uit zijn werk The Lord of the Rings. Théoden wordt gelijkgesteld met Teodorico omdat hij aan het einde van zijn leven, terugkeert als een bejaarde koning en te strijden trekt om een grote bedreiging het hoofd te bieden. In het geval van Teodorico waren het de Hunnen, en in het geval van Théoden de Orks, en bovendien sterven beiden uiteindelijk in de strijd.
In Poix, in het departement Marne, bevindt zich een heuvel die volgens een legende “Het Graf van Teodorico” wordt genoemd, de heuvel staat vermeld als een ‘protohistorisch‘ monument.
Als u dit een interessant of gewoon leuk verhaal vond abonneer u dan gratis op de niet commerciële website van Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse Verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Verwant aan dit onderwerp:
Als u dit een leuk of interessant onderwerp vond abonneer u op Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Annotations
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2024-12-07
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Sharealike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.
-
-
-
- Spanish Wikipedia titel=Teodorico I pagecode=156841528 date=20241201
- Catalaanse Wikipedia titel=Teodoric I (rei dels visigots) pagecode=34068965 date=20241201
- Dutch Wikipedia titel=Theodorik I pagecode=68133993 date=20241201
- Dutch Wikipedia titel=Slag om de Catalaunische Velden pagecode=68072475 date=20241202
- English Wikipedia titel=Theodoric I pagecode=1257453472 date=20241201
-
-
These texts of this story are available under the licence Creative Commons Attribution-Sharealike 4.0 International (CC BY-SA 4.0)
Full information of these photos/images, the author, or the license.
-
-
-
- Koning Teodorico I neemt generaal Litorius gevangen,,,,,. Author – Antoine Rivalz (1667–1735), license Public Domain
- Standbeeld van Teodorico I, de Visigotische koning,,,,,. Author – Basilio, license CC BY 3.0
- Teodorico I, Visigotische koning, ingebeeld portret….. Author – Felix Castello (1595–1651), license Public Domain
- Kaart van het Visigotische koninkrijk. De donkeroranje….. Author – Javierfv1212, license Public Domain
- Titelblad van het Liber Iudiciorum. Uitgave van 1600. Source – Pérez Bustamante, Rogelio, Historia del Derecho Españo, license Public Domain
- Mogelijk reliëf van de Romeinse generaal Flavius Aëtius. Author – Tataryn, license CC BY-SA 4.0
- Denkbeeldig portret van Teodorico I in een gravure uit de 18e eeuw. Author – Basilio, license Public Domain
- De heuvel bij Poix, genaamd “Tombe van Teodorico”. Author – Sminiou, license CC BY-SA 3.0
- De Hunnen in de Slag om de Camps Catalaunics,,,,,. Author – A. De Neuville (1836-1885), license Public Domain
-
-