
Opkomst en val van het Visigotisch koninkrijk (Rēgnum Visigothōrum 418-720)
Het Visigotische koninkrijk (in het Latijns, Rēgnum Visigothōrum) was een politieke entiteit die werd opgericht door de Visigoten na hun vestiging in een deel van het huidige Frankrijk en het Iberische schiereiland. Dat gebeurde in de tijd van de Germaanse invasies (de Grote Volksverhuizing), die een groot deel van de Vroege Middeleeuwen duurde en in verschillende fasen gebieden in Gallië en Hispania bezette. Het was een van de Germaanse staten die na het verval van het West-Romeinse Rijk opkwamen.
| Gegevens |
| Hoofdstad | Toulouse (418-507) Narbonne (507-531) Barcelona (531-567) Toledo (567-712) Narbonne (712-720) |
| Entiteit | Foederati van Rome (418-454) |
| Officiële taal Andere talen |
Populair Latijn Romaans, Gotisch, en andere Germaanse talen zoals Oost-Germaans (Vandaals, Bourgondisch) Nederduits (Frankisch) en Alt-Germaans (Suebisch), enz. |
| Oppervlakte | ± 600.000 km² |
| Religie | Arianisme (418-589) Chalcedonisch Christendom (590-720) |
| Historische periode • 418 • 507 • 589 • 711 |
Oertijd en Middeleeuwen Foederati van Rome Slag om Vouillé 3e Concilie van Toledo Slag om Guadalete |
| Regeringsvorm | Feodale monarchie |
| Correspondeert met het huidige: | Andorra Spanje Frankrijk Portugal |
Wat interesseert u het meest:

De geschiedenis in het kort
Onder koning Walia vestigde zij zich in de 5e eeuw in de provincie Gallia Aquitania in het zuidwesten van Gallië en breidde zich vervolgens, door verovering, uit over heel Hispania. Het koninkrijk behield zijn onafhankelijkheid van het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk, wiens pogingen om het Romeinse gezag in Hispania te herstellen slechts gedeeltelijk succesvol en van korte duur was.

De Visigoten waren geromaniseerde Midden-Europeanen die vanuit de Donauvallei naar het westen waren getrokken. Ze werden een foederati van Rome en wilden de Romeinse orde herstellen tegen de hordes Vandalen, Alanen en Sueben. Het West-Romeinse Rijk viel in 476 n.Chr.; daarom geloofden de Visigoten dat ze het recht hadden om de gebieden in te nemen die Rome in Hispania had beloofd in ruil voor het herstel van de Romeinse orde. Onder koning Eurik, die de status van foederati afschafte, begon een triomfantelijke opmars van de Visigoten. Gealarmeerd door de Visigotische expansie vanuit Aquitanië na de overwinning op de Gallo-Romeinse en Bretonse legers bij Déols in 469, stuurde Westelijke keizer Anthemius een nieuw leger over de Alpen tegen Eurik, die Arles belegerde. Het Romeinse leger werd verpletterd in de Slag bij Arles in de buurt en Eurik veroverde vervolgens Arles en veroverde een groot deel van het zuiden van Gallië.

Soms aangeduid als het Regnum Tolosae of Koninkrijk van Toulouse naar de hoofdstad Toulouse in de moderne geschiedschrijving, verloor het Visigotische koninkrijk veel van zijn grondgebied in Gallië aan de Franken in de vroege 6e eeuw, met uitzondering van de smalle kuststrook van Septimania. Het koninkrijk van de 6e en 7e eeuw wordt soms het Regnum Toletanum of Koninkrijk Toledo genoemd, naar de nieuwe hoofdstad Toledo in Hispania. Een burgeroorlog die begon in 549 resulteerde in een uitnodiging van de Visigotische Atanagildo, die zich het koningschap had toegeëigend, aan de Byzantijnse keizer Justinianus I om soldaten te sturen om hem te helpen. Atanagildo won zijn oorlog, maar de Byzantijnen namen Cartagena en een groot deel van zuidelijk Hispania over, tot 624 toen Suintila de laatste Byzantijnse garnizoenen van het schiereiland verdreef en Orcelis bezette, dat de Visigoten Aurariola noemden (tegenwoordig Orihuela in de provincie Alicante). Vanaf de jaren 570 compenseerde Atanagildo’s broer Leovigildo dit verlies door het koninkrijk van de Sueben in Gallaecië (wat ongeveer overeenkomt met het huidige Galicia en het noordelijke deel van Portugal) te veroveren en te annexeren, en begon herhaaldelijk campagnes te voeren tegen de Basken.
Het etnische onderscheid tussen de Hispano-Romeinse bevolking en de Visigoten was tegen die tijd grotendeels verdwenen (de Gotische taal verloor zijn laatste en waarschijnlijk al afnemende functie als kerktaal toen de Visigoten in 589 het arianisme afzwoeren). Deze nieuwe eenheid uitte zich in een steeds strengere vervolging van buitenstaanders, vooral de Joden. De Lex Visigothorum, een verzameling wetteksten samengesteld door de Visigotische koning Chindasvinto (563-653) en verfijnd door zijn zoon Recesvinto, voltooid in 654, schafte de oude traditie af om verschillende wetten te hebben voor Hispano-Romeinen en voor Visigoten. In de 7e eeuw waren er veel burgeroorlogen tussen facties van de aristocratie. Ondanks goede verslagen van bisschoppen uit die tijd, zoals Isidor en Leander van Sevilla, wordt het steeds moeilijker om Goten van Hispano-Romeinen te onderscheiden, omdat de twee onlosmakelijk met elkaar verstrengeld raakten. Ondanks deze burgeroorlogen was Suintila er in 625 n.Chr. in geslaagd om de Byzantijnen uit Hispania te verdrijven en hadden ze voet aan wal gezet in de haven van Ceuta in Afrika. Het grootste deel van het Visigotische koninkrijk werd in 711 tot 719 veroverd door troepen van de Omajjaden uit Noord-Afrika. Alleen het noordelijke deel van Hispania bleef in christelijke handen. Het middeleeuwse koninkrijk Asturias in Noord-Spanje begon naar verluidt toen een Visigotische edelman genaamd Pelayo tot koning werd gekozen en de leider werd van de Asturiërs en van de Visigoten die hun toevlucht hadden gezocht in de bergen.
De Visigoten en hun vroege koningen waren Arianen en kwamen in conflict met de kerk in Rome, maar nadat ze zich bekeerden tot het Niceense christendom, oefende de kerk een enorme invloed uit op wereldlijke zaken via de concilies van Toledo. De Visigoten ontwikkelden ook de zeer invloedrijke rechtscode die in West-Europa bekend staat als de Liber Iudiciorum (Visigotische Code of Lex Visigothorum), die de basis zou worden voor de Spaanse wetgeving in de Middeleeuwen.
Het federatieve koninkrijk van de Visigoten
Van 407 tot 409 n.Chr. stak een alliantie van Vandalen, Alanen en Sueben de bevroren Rijn over en trok, door wat nu Frankrijk is, naar het Iberisch schiereiland waar zij zonder enige weerstand binnentrokken. De Visigoten onder Alarico I (395-410) plunderden Rome in 410 en namen Galla Placidia, de zus van de West-Romeinse keizer Honorius, gevangen.

Ataúlfo (koning van de Visigoten van 410 tot 415) opereerde de volgende jaren in de Gallische en Hispanische gebieden, speelde op diplomatieke wijze concurrerende facties van Germaanse en Romeinse bevelhebbers tegen elkaar uit en veroverde steden als Narbonne en Toulouse (in 413). Na zijn huwelijk met Placidia vroeg keizer Honorius hem te helpen bij het heroveren van de nominale Romeinse controle over Hispania op de Vandalen, Alanen en Sueben.
In 418 beloonde Honorius zijn Visigotische federaties onder koning Walia (415-418) door hen land rondom de Garonnevallei in Gallia Aquitania te geven om zich op te vestigen. Dit gebeurde waarschijnlijk onder het systeem van hospitalitas. Het lijkt waarschijnlijk dat de Visigoten in eerste instantie geen grote hoeveelheid land in de regio kregen (zoals eerder werd aangenomen), maar dat ze de belastingen van de regio verwierven, waarbij de lokale Gallische aristocraten hun belastingen nu aan de Visigoten betaalden in plaats van aan de Romeinse overheid.
Veroveringen richting Hispania

De Visigoten, met hun hoofdstad Toulouse, bleven de facto onafhankelijk en begonnen al snel uit te breiden naar Romeins grondgebied ten koste van het zwakke West Romeinse Rijk. Onder Teodorico I (418-451) vielen de Visigoten Arles (in 425 en 430) en Narbonne (in 436) aan, maar ze werden gecontroleerd door Litorius (Romeinse generaal) met behulp van Hunnische huurlingen. Dit resulteerde in eerste instantie in een nederlaag van Teodorico in de Slag bij Narbonne in 436, maar in 439 versloegen de Visigoten in de Slag bij Toulouse de geallieerde troepen van Romeinen en Hunnen. In 451 was de situatie omgekeerd en waren de Hunnen Gallië binnengevallen; nu vocht Teodorico onder Flavius Aetius tegen Attila de Hun in de Slag op de Catalaunische Vlakten (in het noordoosten van Frankrijk). Attila werd teruggedreven, maar Teodorico werd gedood in de strijd.
De Vandalen voltooiden de verovering van Noord-Afrika toen ze op 19 oktober 439 Carthago innamen en de Sueben hadden het grootste deel van Hispania ingenomen. De Romeinse keizer Avitus stuurde nu de Visigoten naar Hispania. Teodorico II (453-466) viel binnen en versloeg de koning van de Sueben, Requiario, in de slag bij de rivier Órbigo in 456 bij Asturica Augusta (Astorga) en plunderde vervolgens Bracara Augusta (Braga), de hoofdstad van de Sueben. De Visigoten plunderden de steden in Gallaecia, een deel van het Sueben-rijk, vrij wreed: ze slachtten een deel van de bevolking af en vielen zelfs enkele heilige plaatsen aan, waarschijnlijk omdat de geestelijkheid de Sueben steunde. Teodorico kreeg de controle over Hispania Baetica, Carthaginense en het zuiden van Lusitania. In 461 kregen de Visigoten de stad Narbonne van keizer Libius Severus in ruil voor hun steun. Dit leidde tot een opstand van het leger en van de Gallo-Romeinen onder Aegidius; als gevolg hiervan vochten Romeinse troepen onder Severus en de Visigoten tegen andere Romeinse troepen en de opstand eindigde pas in 465.
Het Visigotisch koninkrijk van Toulouse

In 466 kwam Eurico, de jongste zoon van Teodorico I, op de Visigotische troon. Hij is berucht vanwege de moord op zijn oudere broer Teodorico II, die zelf koning was geworden door de moord op zijn oudere broer Turismundo. Onder Eurico (466-484) begonnen de Visigoten zich uit te breiden in Gallië en hun aanwezigheid op het Iberisch schiereiland te consolideren. Eurico vocht een reeks oorlogen uit met de Sueben die enige invloed behielden in Lusitania en bracht het grootste deel van deze regio onder Visigotische macht, waarbij hij in 469 Emerita Augusta (Mérida) innam. Eurico viel ook het West-Romeinse Rijk aan en veroverde Hispania Tarraconensis in 472, het laatste bastion van de (West-)Romeinse overheersing in Spanje. In 476 had hij zijn heerschappij uitgebreid tot de Rhône en de Loire, die het grootste deel van Zuid-Gallië omvatten. Hij bezette ook de belangrijke Romeinse steden Arles en Marseille. In zijn veldtochten rekende Eurico op een deel van de Gallo-Romeinse en Hispano-Romeinse aristocratie die onder hem dienden als generaals en gouverneurs. Het Visigotische Koninkrijk werd formeel erkend als een onafhankelijk koninkrijk op voormalig Romeins grondgebied in plaats van de status van foederati te hebben. De Westerse keizer Julius Nepos (474-475) sloot in 475 een alliantie met Eurico, waarbij hij hem de landen ten zuiden van de Loire en ten westen van de Rhône gaf, in ruil voor militaire dienst en de landen in de Provence (inclusief Arles en Marseille) kreeg. De landen in Hispania bleven de facto onder Visigotische controle. Nadat Odoaker de laatste Romeinse keizer in het Westen, Romulus Augustulus, had afgezet, heroverde Eurico snel de Provence, een feit dat Odoaker formeel aanvaardde in een verdrag.
Tegen 500 beheerste het Visigotische koninkrijk, met Toulouse als centrum, Gallia Aquitania en Gallia Narbonensis en het grootste deel van Hispania, met uitzondering van het Suebische koninkrijk van Galicia in het noordwesten en kleine gebieden die werden beheerst door onafhankelijke Iberische volkeren, zoals de Basken en de Cántabros. Eurico’s zoon Alarico II (484-507) vaardigde een nieuwe verzameling wetten uit, het Breviarium Alarici, en hield een kerkraad in Agde.
Het was rond deze tijd dat de Visigoten in conflict kwamen met de Franken onder hun koning Clovis I, die Noord-Gallië had veroverd. Na een korte oorlog met de Franken werd Alarico gedwongen om een opstand in Tarraconensis neer te slaan, waarschijnlijk veroorzaakt door recente immigratie van de Visigoten naar Hispania onder druk van de Franken. In 507 vielen de Franken opnieuw aan, dit keer samen met de Bourgondiërs. Alarico II werd gedood in de Slag van Campus Vogladensis (Vouillé) bij Poitiers en Toulouse werd geplunderd. Tegen 508 hadden de Visigoten de meeste van hun Gallische bezittingen verloren, behalve Septimania in het zuiden.

Indo-Europees Hispania
Wat zijn Indo-Europeanen
De Indo-Europeanen (verouderde termen: Indo-Germanen en Indo-Ariërs) waren een prehistorisch volk en sprekers van het Proto-Indo-Europees. Daarmee staan ze tot op zekere hoogte genetisch, maar vooral cultureel en zeker taalkundig aan de basis van het huidige Indo-Europese cultuurgebied, waar Indo-Europese talen gesproken worden. Over de datering en lokalisering van het oervolk bestaat discussie. De prominentste opvattingen plaatsen de Indo-Europeanen in de Pontische steppe in het 5e en 4e millennium v.Chr., of in Anatolië in het 9e en 8ste millennium v.Chr.
Het is een ingewikkelde materie die zich over vele eeuwen uitspreid tot het moment van de Grote Volksverhuizing waar het proces zich versneld. Kort samengevat en voor hier van belang kunnen we zeggen dat het deze Indo-Europeanen de voorouders van de moderne Europeanen waren, en dus ook van het toenmalige Hispania dat deel uitmaakte van het West Romeinse Rijk.
Een sprong in de geschiedenis van de Visigoten
Na de dood van Alarico II (507) nam zijn onwettige zoon Gesaleico (507-511) de macht over totdat hij werd afgezet door Teodorico el Grande (474-526), heerser van het Ostrogotische koninkrijk, die hem bij Barcelona binnenviel en versloeg. Gesaleico vluchtte en hergroepeerde zich, maar werd opnieuw verslagen bij Barcelona en werd gevangen genomen en gedood. Teodorico installeerde vervolgens zijn kleinzoon Amalarico (511-531), de zoon van Alarico II, als koning. Amalarico was echter nog een kind en de macht in Hispania bleef dan ook in handen van de Ostrogotische generaal en regent Teudis (koning van de Visigoten tussen (531-548). Pas na de dood van Teodorico (526) kreeg Amalarico de controle over zijn koninkrijk. Zijn heerschappij duurde niet lang, want in 531 werd Amalarico verslagen door de Frankische koning Childebert I en vervolgens vermoord in Barcelona. De Visigoten hadden ondertussen een niet-erfelijke monarchie opgebouwd waarin de monarch steunde op de Aula Regia en de Concilies van Toledo (Raden van Toledo).

Daarna werd Teudis koning. Hij breidde de Visigotische controle over de zuidelijke regio’s uit, maar hij werd ook vermoord na een mislukte invasie in Afrika. In Visigotisch Hispania woedde een burgeroorlog onder koning Agila I (549-554), wat voor de Romeinse/Byzantijnse keizer Justinianus I aanleiding was om een leger te sturen en de kleine provincie Spania voor het Byzantijnse Rijk langs de kust van Zuid-Hispania uit te bouwen. Agila werd uiteindelijk gedood en zijn vijand Atanagildo (552-568) werd de nieuwe koning. Hij viel de Byzantijnen aan, maar slaagde er niet in het zuiden van Hispania te heroveren en moest formeel de suzereiniteit van het keizerrijk erkennen.

De volgende Visigotische koning was Leovigildo (569 – 21 april 586). Hij was een effectief militair leider en consolideerde de Visigotische macht. Leovigildo voerde in de jaren 570 campagne in het zuiden van Hispania tegen het Oost-Romeinse Rijk in het zuiden en hij nam Corduba (Córdoba) terug na een andere opstand. Hij vocht ook in het noorden tegen het Galicische koninkrijk van de Sueben en verschillende kleine onafhankelijke staten, waaronder de Basken en de Cántabros. Hij pacificeerde het noorden van Hispania, maar was niet in staat om deze volkeren volledig te veroveren. Toen Leovigildo zijn zoon Hermenegildo als gezamenlijke heerser aanstelde, ontstond er een burgeroorlog tussen hen. Hermenegildo werd de eerste Visigotische koning die zich bekeerde tot het Niceense Christendom vanwege zijn banden met de Romeinen, maar hij werd verslagen in 584 en gedood in 585. Aan het einde van zijn regeerperiode had Leovigildo het hele Iberische schiereiland verenigd, inclusief het koninkrijk van de Sueben dat hij in 585 veroverde tijdens een burgeroorlog onder Sueben die ontstond na de dood van koning Miro (koning van de Sueben 570-583). Leovigildo sloot vriendschappelijke betrekkingen met de Franken door middel van koninklijke huwelijken, en ze bleven in vrede gedurende het grootste deel van zijn regeerperiode. Als barbaarse koning was hij de eerste die nieuwe steden stichtte, zoals Reccopolis en Victoriacum (Vitoria). Leovigildo bevorderde ook de gelijkheid tussen Hispano-Romeinen en Visigoten en herriep de wet die gemengde huwelijken verbood.
Het katholieke koninkrijk van Toledo (protofeodalisme)
Toen Leovigildo koning werd, bekeerde zijn zoon Recaredo I (586-601) zich van het Arianisme tot het Chalcedonische christendom. Dit leidde tot wat onrust in het koninkrijk, met name een opstand van de Arianistische bisschop van Mérida die neergeslagen werd; hij versloeg ook een ander Frankisch offensief in het noorden. Recaredo hield vervolgens toezicht op het 3e Concilie van Toledo in 589, waar hij zijn geloof in de geloofsbelijdenis van Nicea (in 451 opgevolgd door het Chalcedonische christendom) bekendmaakte en het arianisme afwees. Hij nam de naam Flavius aan, de familienaam van de Constantijnse dynastie, en noemde zichzelf de opvolger van de Romeinse keizers. Recaredo vocht ook tegen de Byzantijnen in Hispania Baetica nadat zij een nieuw offensief waren begonnen.

Recaredo’s zoon Liuva II werd koning in 601, maar werd afgezet door de Visigotische edele Witerico (603-610), waarmee een einde kwam aan de kortstondige dynastie. Tussen 610 en 631 waren er verschillende Visigotische koningen en in deze periode was er vaak sprake van koningsmoord (regicide). In deze periode werden ook de Byzantijnse gebieden in het zuiden definitief veroverd. In het noorden ging de oorlog tegen de Basken en Astures door, zoals ook de rest van het bestaan van het Visigotische Koninkrijk zou doorgaan. Deze koningen werkten ook aan religieuze wetgeving, vooral koning Sisebuto (612-621), die verschillende strenge wetten tegen Joden aannam en veel Joden dwong zich tot het Christendom te bekeren. Sisebuto was ook succesvol tegen de Byzantijnen en nam verschillende van hun steden in, waaronder Malaca (Málaga). De Byzantijnen werden uiteindelijk verslagen door Suintila (621-631), die in 625 al hun bezittingen in de provincie Spania had veroverd. Suintila werd afgezet door de Franken en vervangen door Sisenando.
De instabiliteit van deze periode kan worden toegeschreven aan de machtsstrijd tussen de koningen en de adel. De religieuze eenwording versterkte de politieke macht van de kerk, die deze samen met de edelen uitoefende door middel van kerkelijke concilies in Toledo. Het 4e concilie, gehouden tijdens de korte regering van Sisenando in 633, excommuniceerde en verbande de koning en verving hem door Chintila (636-639). De kerkenraden waren nu de machtigste instelling in de Visigotische staat; zij namen de rol op zich om het proces van opvolging van het koningschap te regelen door de koning te laten kiezen door Visigotische adellijke “senatoren” en de kerkelijke ambtenaren. Ze besloten ook om regelmatig bijeen te komen om kerkelijke en politieke zaken die de kerk aangingen te bespreken. Tot slot besloten ze dat de koningen in vrede moesten sterven en verklaarden ze hun personen heilig, in een poging om een einde te maken aan het geweld en de regiciden uit het verleden. Ondanks dit alles vond er nog een staatsgreep plaats en werd Chintila in 639 afgezet en nam koning Tulga zijn plaats in; ook hij werd in het derde jaar van zijn bewind afgezet waarna de raad koos de edele Chindasvinto tot koning.

Tijdens de regeerperioden van Chindasvinto en zijn zoon Recesvinto werd het belangrijkste Visigotische wetboek samengesteld, het Liber Iudiciorum (in het Spaans: Fuero Juzgo), ook wel Lex Visigothorum of de Visigotische Code genoemd, uitgevaardigd door koning Chindasvinto (642-653 n.Chr.) en in 654 voltooid door zijn zoon, koning Recesvinto (649-672). Het maakte een einde aan de oude traditie van verschillende wetten voor Hispano-Romanen en Visigoten. De nieuwe wetten waren van toepassing op zowel de Visigotische – als Spaans-Romeinse bevolkingen waarvoor in het verleden verschillende wetten golden. Het verving alle oudere wetboeken. Het wetboek bevatte oude wetten van vroegere koningen, zoals Alarico II in zijn Breviarium Alarici, en Leovigildo, maar veel van de wetten waren nieuw. Het wetboek was bijna volledig gebaseerd op het Romeinse recht, met in zeldzame gevallen enige invloed van het Germaanse recht. Onder de geëlimineerde oude wetten bevonden zich de strenge wetten tegen de Joden. De Liber Iudiciorum liet zien dat het oude systeem van militaire en civiele verdeling in het bestuur aan het veranderen was, en hertogen (duces provinciae) en graven (comites civitatis) waren begonnen met het nemen van meer verantwoordelijkheden buiten hun oorspronkelijke militaire en civiele taken. De dienaren of slaven van de koning werden zeer prominent in de bureaucratie en oefenden brede bestuurlijke bevoegdheden uit. Met de Visigotische wetboeken konden vrouwen land en eigendommen erven en deze onafhankelijk van hun echtgenoot of mannelijke familieleden beheren, over hun eigendommen beschikken in wettelijke testamenten als ze geen erfgenamen hadden, en konden ze zichzelf vertegenwoordigen en getuigen in de rechtbank vanaf hun 14e en hun eigen huwelijk regelen vanaf hun 20ste. Chindasvinto (642-653) versterkte de monarchie ten koste van de adel; hij executeerde zo’n 700 edelen, dwong hoogwaardigheidsbekleders tot het afleggen van eedafkondigingen en legde in het 7e concilie van Toledo zijn recht vast om geestelijken die tegen de regering handelden te excommuniceren. Hij was ook in staat om zijn zoon Recesvinto als opvolger op de troon te plaatsen, wat een opstand uitlokte van een Visigothische edelman die zich aansloot bij de Basken, maar deze opstand werd neergeslagen. Recesvinto (653-672) hield nog een concilie van Toledo, dat de straffen voor verraad verlaagde en de macht van de concilies om koningen te kiezen bevestigde.

Na Recesvinto werd koning Wamba (672-680) tot koning gekozen. Hij kreeg te maken met de opstanden van Flavius Paulus in Tarraconensis en Ilderico (Graaf van Nîmes), en daarom vond hij het nodig om het leger te hervormen. Hij nam een wet aan die bepaalde dat alle hertogen, graven en andere militaire leiders, en ook bisschoppen, het koninkrijk te hulp moesten komen zodra er gevaar dreigde, anders riskeerden ze strenge straffen. Wamba werd uiteindelijk afgezet in een bloedeloze staatsgreep. Koning Ervigio (680-687) hield nog meer kerkenraden en trok de eerdere strenge wetten van Wamba in, hoewel hij nog steeds voorzieningen voor het leger trof. Ervigio liet zijn schoonzoon Égica (687-702) tot koning kronen. Daardoor ontstond er een opstand van de bisschop van Toledo die tijdens het 16e concilie in 693 werd veroordeeld. Het 17e concilie in 694 nam strenge wetten aan tegen de Joden, onder het mom van een samenzwering, en velen werden tot slaaf gemaakt, vooral degenen die zich van het Christendom hadden bekeerd. Égica verhief zijn zoon Witiza tot mederegent in 698. Er is niet veel bekend over zijn heerschappij, maar er ontstond al snel een periode van burgeroorlog tussen zijn zonen (Agila II en Ardón) en koning Rodrico, die Toledo had ingenomen.
De Islamitische verovering van het Visigotische Hispania
In 711 viel Tariq ibn Ziyad, een islamitische Berberse onderbevelhebber van Musa bin Nusair (gouverneur van Islamitisch Afrika) Hispania binnen met ongeveer 7.000 Berberse mannen, terwijl Roderico in het noorden tegen de Basken vocht. Het verhaal dat Don Julián (graaf van Ceuta) de invasie vergemakkelijkte omdat één van zijn dochters door Roderico onteerd was, is mogelijk mythisch. Eind juli vond er een veldslag plaats bij de rivier Guadalete in de provincie Cádiz. Roderico werd verraden door zijn troepen, die de kant van zijn vijanden kozen, en de koning werd gedood in de strijd. De moslims namen vervolgens met weinig weerstand een groot deel van het zuiden van Hispania in en veroverden Toledo, waar ze verschillende Visigotische edelen executeerden. In 712 arriveerde Musa met een ander leger van 18.000 man. Hij veroverde Mérida in 713 en viel het noorden binnen door Zaragoza en León, die nog onder koning Ardón vielen, in 714 in te nemen. Na teruggeroepen te zijn door de Kalief, liet Musa het bevel over aan zijn zoon Abd al-‘Aziz. Tegen 716 stond het grootste deel van het Iberische schiereiland onder Islamitische heerschappij, waarbij Septimania tussen 721 en 725 werd ingenomen. De enige effectieve tegenstand vond plaats in Asturia, waar een Visigotische edelman met de naam Pelayo in 718 in opstand kwam en de moslims versloeg in de slag bij Covadonga; dit was het ‘begin’ van de Reconquista.
Volgens Joseph F. O’Callaghan (Amerikaans katholieke priester) speelden de overblijfselen van de Hispano-Visigotische aristocratie nog steeds een belangrijke rol in de samenleving van Hispania. Aan het einde van de Visigotische overheersing vond de assimilatie van Hispano-Romeinen en Visigoten in een snel tempo plaats. Hun oude adel begon zichzelf meer als, één met het volk te beschouwen, de gens Gothorum of de Hispani. Een onbekend aantal van hen vluchtte naar Asturias of Septimania. In Asturias steunden zij de opstand van Pelayo en vormden samen met de inheemse leiders een nieuwe aristocratie. De bevolking van het berggebied bestond uit inheemse Astures, Galaicos, Cántabros, Vascones en andere groepen die niet geassimileerd waren in de Hispano-Gotische samenleving.
Het verzet ging ook in de regio’s rond de Pyreneeën door. Vanaf 760 tot 785 richtte het Frankische Rijk onder Karel de Grote de Marca Hispanica op die bedoeld was als bufferzone tegen de Moslims. De Berbers vestigden zich in het zuiden en de Meseta Central in Castilla. Aanvankelijk lieten de moslims de christenen over het algemeen met rust om hun godsdienst te belijden, hoewel de niet-moslims onder de islamitische wet vielen en als tweederangsburgers werden behandeld.
Nederzettingen
Visigotische nederzettingen werden in de 5e eeuw geconcentreerd langs de rivier de Garonne tussen Bordeaux en Toulouse in Aquitanië, volgens onze eigentijdse bronnen onder de voorwaarden van het late Romeinse Rijk als foederati (bondgenootschap) en kregen inkwartieringsverplichtingen toegewezen om onderdak te bieden aan Romeinse soldaten, min of meer zoals het keizerlijke leger had gedaan in andere provincies.
Later in de eeuw, na annexaties door koning Eurico in Gallië en Hispania nadat het Romeinse Rijk van het Westen was ingestort, met name na de Slag bij Vouille, verhuisden veel Visigoten om zich binnen de provincies van Hispania en in het zuidoosten van Gallië en de Middellandse Zeekust. Hun nederzettingen lagen rond de Romeinse steden Emerita Augusta (Mérida), Barcino (Barcelona), Hispalis (Sevilla), Toletum (Toledo) en het Septimaanse Narbonne, die zowel politiek als militair de belangrijkste bases van de Visigotische macht zouden worden gedurende de rest van de geschiedenis van het koninkrijk, evenals andere nederzettingen die verspreid lagen in landelijke landbouwgebieden tussen de bovenloop van de rivieren Duero, Ebro en Taag, in een gebied tussen Tierra de Campos, ook bekend als Campi Gothorum, rond Midden-Castilla en León en Rioja, en Toledo in het oosten en zuiden. Na de val van het Galicische koninkrijk van de Sueben werden er nog enkele nederzettingen gemaakt langs de rivier de Taag ten noorden van Lissabon, bij Oporto en Astorga voormalige bolwerken van de Sueben. Elders in het koninkrijk kwamen weinig Visigotische nederzettingen voor.
De stichting van steden
De Visigoten stichtten tussen de 5e en 8ste eeuw de enige nieuwe steden in West-Europa. Zeker is dat ze er vier stichtten, en een mogelijke vijfde stad wordt aan hen toegeschreven door een latere Arabische bron. Al deze steden werden gesticht voor militaire doeleinden en drie ervan ter viering van de overwinning.

De eerste, Recópolis genaamd, werd gesticht door Leovigildo in 578 na zijn overwinning op de Franken, in de buurt van wat nu het kleine dorpje Zorita de los Canes (70 inwoners) is. Hij vernoemde het naar zijn zoon Recaredo en bouwde het naar Byzantijns voorbeeld, met inbegrip van een paleiscomplex en een munt, maar na de Arabische verovering (9e eeuw) lag het in puin.
Iets later stichtte Leovigildo een stad die hij Victoriacum noemde naar zijn overwinning op de Vascones. Hoewel vaak wordt verondersteld dat deze stad als Vitoria bewaard is gebleven, verwijzen 12e-eeuwse bronnen naar de stichting van laatstgenoemde stad door Sancho VI van Navarra.
De zoon van Leovigildo en naamgenoot van de eerste Visigotische stad stichtte zijn eigen stad ergens rond 600. Het wordt door Isidor de Sevilla, Lugo id est Luceo, in Asturias genoemd, gebouwd na een overwinning op de Astures of Cantabros.
De vierde en mogelijk laatste stad van de Visigoten was Ologicus (misschien Ologitis), gesticht met behulp van Baskische arbeidskrachten in 621 door Suintila als versterking tegen de onlangs onderworpen Basken. De stad kan worden geïdentificeerd met het moderne Olite.
De mogelijke vijfde Visigotische stichting is Baiyara (misschien het moderne Montoro), genoemd als gesticht door Recaredo in de Geografie van Kitab al-Rawd al-Mitar.
Cultureel en klassiek erfgoed
De Visigotische heerschappij is vaak ten onrechte toegeschreven aan de zogenaamde Donkere Middeleeuwen, een tijd van zogenaamd cultureel en wetenschappelijk verval. In de loop van hun bestaan bleven de Visigoten zogenaamd “mannen van het bos die daar nooit te ver van afdwaalden,” zoals Thomas F. Glick (Amerikaans academicus) het uitdrukt.

In feite waren de Visigoten echter bewaarders van de klassieke cultuur. De badcultuur van Andalucia bijvoorbeeld, waarvan vaak wordt gezegd dat het een uitvinding van de moslims is, is een directe voortzetting van Romeins-Visigotische tradities. In het Visigotische Mérida bevonden zich baden die van water werden voorzien door aquaducten, en dergelijke aquaducten zijn ook gevonden in Córdoba, Cádiz en Recópolis. Opgravingen bevestigen dat Recopolis en Toledo, de Visigotische hoofdstad, sterk beïnvloed waren door de hedendaagse Byzantijnse architectuur. Toen de moslims tijdens hun verovering Hispania plunderden, waren ze verbaasd over de prachtige en ontelbare Visigotische schatten. Een paar van deze schatten bleven bewaard omdat ze tijdens de mosliminvasies begraven werden – bijv. de votiefkronen uit de schat van Guarrazar.
Hoewel alleen de oudere monniken boeken van niet-christelijke of ketterse auteurs mochten lezen, verhinderde dit niet de opkomst van intellectuelen zoals, de meest prominente, Isidor de Sevilla, een van de meest geciteerde geleerden van de Middeleeuwen, bekend om de breedte van zijn literaire productie, met als hoogtepunt zijn Etymologías, een encyclopedie van de kennis van het tijdperk die in heel middeleeuws Europa bekend en vertaald was; Eugenio de Toledo, een theoloog en dichter die expert was in wiskunde en astronomie; of Teodulfo de Orléans, een theoloog en dichter die, nadat hij naar het Frankische koninkrijk was gevlucht en deelnam aan de Karolingische Renaissance. Een moslimbron verwees naar het Visigotische Sevilla als de “verblijfplaats van de wetenschappen”. Het Institutionum disciplinae uit het midden van de 7e begin van de 8ste eeuw bevestigt dat Visigotische edelen niet alleen les kregen in lezen en schrijven, maar ook in wetenschap, geneeskunde, recht en filosofie. Een voorbeeld van een hoog opgeleide edelman was koning Sisebuto, die een beschermheer van de geleerdheid was en gedichten schreef, waaronder één over astronomie.
Lijst van koningen
Tervingische koningen
Deze koningen en leiders – met uitzondering van Fritigern en mogelijk Alavivus – waren heidenen die behoorde tot de Tervinghi (een Visigotisch volk in de 3e en 4e eeuw n.Chr.).
-
-
-
- Ariarico
- Aorico
- Atanarico (318-381)
- Alavivo (c. 376), rebeleerde tegen Flavius Julius Valens
- Fritigerno (c. 376-c. 380) Rebelleerde tegen Atanarico en Flavius Julius Valens
-
-
Balti dynastie
Deze koningen waren aanhangers van de theologische leer van Arius, arianisten. Zij volgden meestal hun vaders of naaste familieleden op de troon op en vormden zo een dynastie, de Balti.
Post-Balti koningen

De Visigotische monarchie kreeg een volledig electief karakter met de val van de Balti, totdat Recaredo I zich in 587 bekeerde (Hermenegild had zich eerder ook bekeerd). Slechts enkele zonen volgden in deze periode de troon van hun vader op.
-
-
-
- Teudis (531-548)
- Teudiselo (548-549)
- Agila I (549-554)
- Atanagildo (554-568)
- Liuva I (568-572) regeerde pas vanaf 569 in Septimania
- Leovigildo (569-586) regeerde alleen ten zuiden van de Pyreneeën tot 572
- Hermenegildo (580-585) onderkoning in Baetica
- Recaredo I (580-601) zoon van Leovigildo, onderkoning in Septimania tot 586, eerste katholieke koning
- Segga (586-587) rebelleerde tegen Recaredo I
- Argimundo (589-590) rebelleerde tegen Recaredo I
- Liuva II (601-603) zoon van Recaredo I
- Witerico (603-610)
- Gundermaro (610-612)
- Sisebuto (612-621)
- Recaredo II (621) zoon van Sisebuto
- Suintila (621-631)
- Recimiro (626-631) zoon van Suintila en mede-regent van Suintila
- Sisenando (631-636)
- Iudila (632-640) medeplichtig aan meerdere opstanden
- Chintila (636-640)
- Tulga (640-641)
- Chindasvinto (641-653)
- Recesvinto (649-672) zoon van Chindasvinto en aanvankelijk mede-regent
- Froia (653) rebelleerde tegen Recesvinto
- Wamba (672-680)
- Ilderico (672) rebelleerde tegen Wamba
- Paulo (672-673) rebelleerde tegen Wamba
- Ervigio (680-687)
- Égica (687-702)
- Suniefredo (693) rebelleerde tegen Érica
- Witiza (694-710) zoon van Égica, aanvankelijk mede-regent of onderkoning van Gallaecia
- Rodrigo (710-711) alleen in Lusitania en Septimania
- Agila II (711-714) alleen in Tarraconensis en Septimania
- Oppas (712) misschien in oppositie tegen Rodrico en Agila II
- Ardón (714-721) alleen in Septimania
-
-
Als u dit een interessant of gewoon leuk verhaal vond abonneer u dan gratis op de niet commerciële website van Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse Verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Verwant aan dit onderwerp:
Als u dit een leuk of interessant onderwerp vond abonneer u op Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Annotations
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2024-11-30
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Sharealike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.
-
-
-
- Spanish Wikipedia titel=Reino visigodo pagecode=163431886 date=20241127
- Dutch Wikipedia titel=Visigotisch Rijk pagecode=67060413 date=20241127
- Dutch Wikipedia titel=Lex Visigothorum pagecode=63568018 date=20241127
- Dutch Wikipedia titel=Indo-Europeanen pagecode=68145879 date=20241129
- English Wikipedia titel=Visigothic Kingdom pagecode=1258960270 date=20241127
-
-
These texts of this story are available under the licence Creative Commons Attribution-Sharealike 4.0 International (CC BY-SA 4.0)
Full information of these photos/images, the author, or the license.
-
-
-
- Het Visigotisch koninkrijk tijdens het bewind van Alarico II. Author – Chabacano from Image:Visigoth Kingdom.jpg and Image:BlankMap-Europe no boundaries.svg, license CC BY-SA 3.0
- Tremessis (gouden munt van het Romeinse Rijk) met….. Author – Classical Numismatic Group, Inc. http://www.cngcoins.com, license CC BY-SA 2.5
- De omvang van het Visigotisch koninkrijk rond het jaar 500….. Author – Javierfv1212, license Public Domain
- Verdeling van het schiereiland tussen de Sueben,,,,. Author – P4K1T0, license CC BY-SA 3.0
- Mozaïek van Justinianus I in de Basiliek van San Vitale,,,,. Author – Petar Milošević, license CC BY-SA 4.0
- De Visigotische foedus inaequum en het Iberisch….. Author – No machine-readable author provided. Medievalista assumed (based on copyright claims)., license Public Domain
- Standbeeld van Teodorico I, de Visigotische koning,,,,. Author – Basilio, license CC BY 3.0
- Het Iberisch schiereiland rond 476. Het Regnum….. Author – פיקסאר (Eitan), license Public Domain
- Het gevecht van Clovis I tegen de Visigoten. Illustratie….. Author – Unknown, license Public Domain
- Visigotische pseudo-keizerlijke gouden tremissis….. Author – PHGCOM, license CC BY-SA 3.0
- Visigotisch Hispania en de Byzantijnse provincie….. Author – Original uploader was Medievalista, derivative work: Alcides Pinto, license Public Domain
- Bekering van Recaredo tot het Chalcedonische….. Author – Antonio Muñoz Degrain (1840–1924), license Public Domain
- Kaart met de veroveringen van Leovigildo, ca. 586. Author – Xirick, license Public Domain
- Visigotisch Hispania en zijn regionale verdelingen….. Author – Unknown, license Public Domain
- Koning Chindasvinto uit de Códice Albedense. Author – Srnec, license Public Domain
- Visigotisch paar adelaars afgebeeld als fibulae….. Author – Anonymous (Visigothic), license Public Domain
- Kerk van Santa Maria de Lara, waarschijnlijk vlak voor….. Author – Jaume, license Public Domain
- Uitgebreide votiefkroon van koning Recesvinto,,,,. Author – Loveless, license CC BY-SA 1.0
-
-


