Al-Hurr ibn Abd al-Rahman al-Thaqafi

Al-Hurr ibn Abd al-Rahman al-Thaqafi, wali van al-Ándalus

Al-Hurr ibn Abd ar-Rahman ath-Thaqafi of kortweg al-Hurr (in het Arabisch الحر بن عبد الرحمن الثقفي) was de vierde Omajjaden wali van al-Ándalus tussen 716 en 719. Na de moord op Abd al-Aziz in 716 en de zes maanden durende heerschappij van zijn neef Ayyub ibn Habib al-Lakhmi, kreeg al-Hurr ibn ‘abd al-Rahman al-Thaqafi de post toegewezen. Hij werd aangesteld door de wali van Ifriqiya. Hij vestigde de hoofdstad van het wilaya in Córdoba in plaats van Toledo.

Al-Hurr was sterk betrokken bij de pogingen om het christelijke Gotische verzet te onderdrukken en slaagde daar grotendeels in. De pacificatie van vrijwel heel Visigotisch Hispania wordt aan hem toegeschreven. Uitgezonderd de bergketens van de Baskische regio, het grootste deel van de Pyreneeën en het nog bijna intacte hertogdom Cantabria in het noorden van het schiereiland. Dit zou later uitgroeien tot het leidende rijk van de Reconquista. Sommige historici dateren de Slag bij Covadonga aan het einde van zijn ambtstermijn, in 718.

Gegevens
Geboren 7e eeuw
Overleden 8e eeuw
Info professioneel
Ambt Politicus
Beklede functie Wali van al-Ándalus tussen 716-719
Familie
Ouders (vader) Abd al-Rahman ibn Umm al-Hakam al-Thaqaf

In de lente van 717 begon hij aan de jaarlijkse veldtocht en marcheerde naar oostelijk Tarraconensis, waar enkele Gotische magnaten snel werden onderworpen. Al-Hurr was de eerste moslimcommandant die in 717 de Pyreneeën overstak en een kleine rooftochten naar het nog Gotische Septimania leidde. Hij stak de Ebro over en onderwierp verschillende steden, waaronder Pamplona. Bronnen suggereren dat hij werd gelokt door de schatten die in de kloosters en kerken lagen opgeslagen, of misschien door het achtervolgen van vluchtelingen, of door gebruik te maken van de burgeroorlog die gaande was tussen de hoofdofficieren van het Merovingische hof met de betrokkenheid van Odo de Grote, hertog van Aquitanië.

Het overgrote deel van zijn invallen waren echter onsuccesvol. Hij  werd in 718 door de kalief afgezet, die Al-Samh ibn Malik al-Khawlani benoemde als zijn vervanger. Al-Samh zette zijn expedities in het huidige Frankrijk voort, tot aan de Rhône, maar werd gedood in de Slag bij Toulouse in 721.

Het lijkt erop dat hij in 718 terugkeerde om op te trekken tegen de Goten in Tarraconensis. Al-Maqqari (Algerijns historicus en schrijver, 1577-1632) stelt dat al-Hurr Barcino veroverde en dat hij het ook was die Tarraco aanviel en verwoestte, waardoor bisschop Prospero (van Tarragona) naar Italië moest vluchten. Andere historici zijn geneigd dit toe te schrijven aan Musa ibn Nusair rond 713. In ieder geval vluchtten de Gotische magnaten die loyaal waren aan koning Ardon naar Septimania of naar Ifrandj, de naam die de Arabieren gaven aan het koninkrijk van de Franken, waar ze bekend stonden als Hispani. Deze Hispani speelden later een belangrijke rol bij het vestigen van de Frankische heerschappij in hun geboortestreken ten zuiden van de Pyreneeën (Marca Hispanica).

In de lente van 719 werd Al-Hurr vervangen door Al-Samh ibn Malik al-Khawlani, een directe gezant van kalief ‘Umar II.

Het gouverneurschap


Onder het gouvernement van al-Hurr werden munten geslagen met tweetalige Arabische en Latijnse inscripties. Hij legde ook de basis van het toekomstige Omajjaden bestuur door Omajjaden ambtenaren naar de steden te sturen, regels op te stellen voor het beheer van onroerend goed en de belasting die daarop geheven werd (de tributa of grondbelasting), eigendom terug te geven aan christelijke eigenaren waar dat van toepassing was. Deze taak om een burgerlijk bestuur op te zetten werd voortgezet door zijn opvolger Al-Samh ibn Malik al-Khawlani en voltooid door de wali Yahya ibn Salama al-Kalbi.

Arabieren en Berbers


Volgens de Mozarabische kroniek nam al-Hurr maatregelen tegen de Berbers die zich in Hispania hadden gevestigd en die hij verweet schatten te hebben verstopt, dat wil zeggen waarschijnlijk niet aangegeven buit van de staat te hebben verstopt om aftrek van de wettelijke vijfde of xums te voorkomen. We weten echter niet of deze maatregelen kunnen worden beschouwd als repressie tegen degenen die Musa hadden gesteund. Ongeveer tien jaar later, rond 729-730, vermelden zowel de Arabische bronnen als de christelijke kroniek de onlusten die in het noorden van het schiereiland werden veroorzaakt door een Berberhoofd genaamd Munuza, die Cerdanya controleerde en zich had geallieerd met hertog Odo van Aquitanië, met wiens dochter Lampegia hij zou zijn getrouwd. Er was een grote militaire expeditie onder leiding van de gouverneur in 731 voor nodig om een einde te maken aan deze dissidentie. De oorzaak van deze opstand die door de Latijnse kroniek wordt opgeroepen, is de onderdrukking waaraan de Berbers onderworpen zouden zijn.

Al-Hurr ibn Abd al-Rahman al-Thaqafi
Voorafgegaan door:
Ayyub ibn Habib al Lakhmi
Gouverneur van al-Ándalus
716-719
Opgevolgd door:
Al-sham ibn Malik al Khawlani

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annotations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2022-08-27

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0.  CC BY-SA 3.0

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Als u wilt reageren op deze pagina...

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.