10.000 tot 1.500 v. Chr.
| Jaar….. | Wat nu …… is | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 7.000 tot 5.000 v. Chr. | Aragón | Het epipaleolithicum. De Solutréen en de Magdalénien trekken Aragón binnen. Zij concentreren zich in Bajo-Aragón. |
| ¿? – 6.000 v. Chr. | BadaJoz | Er is nieuwe steun voor het bestaan van menselijke groepen ¿Homo sapiens sapiens?) in gebieden in de buurt van Badajoz dankzij het bewijs dat geleverd wordt door de grotschilderingen die gevonden zijn in grotten en beschutte gebieden in de bergen van Alburquerque, La Zarza en enkele andere, in de buurt van Badajoz. |
| 6.000 – 5.000 v. Chr……. | Cáceres | In de grot El Conejar (nabij Cáceres) zijn aardewerk en lithische gereedschappen gevonden die de bezetting van de grot dateren op het Vroeg Neolithicum, hoewel de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten dat de grot werd bewoond tijdens het Epipalaeolithicum. |
| 5.000 v. Chr. | Regio Valencia | Elche dateert van ongeveer 5000 v.Ch., in het neolithicum, toen de eerste mensen zich vestigden op de noordoostelijke helling van La Alcudia, ten zuiden van de huidige stad. |
| tussen 5.000 en 4.000 v. Chr. | Regio Extremadura | Hier ging men in deze periode over van de jacht naar de landbouw en veeteelt. Men maakte keramische potten waarin men de landbouwoverschotten kon bewaren. |
| 4.000 v. Chr. | Alicante | Na overblijfselen te hebben gevonden is het zeer waarschijnlijk dat er zich een groep mensen heeft gevestigd rond de buurt van Alicante (stad). |
| Huesca (stad) | In de stad is aardewerk en vuursteen gevonden. | |
| 3000 v. Chr | Iberisch schiereiland | Begin van de kopertijd op het Iberisch schiereiland. In het zuiden van het Iberisch schiereiland wordt reeds mijnbouw toegepast. |
| Op de eilanden Mallorca en Menorca, vinden we het eerste duidelijke bewijs van een stabiele bevolking. | ||
| In het gebied Campo de Alicante waren er al enkele menselijke groepen die zich bezighielden met landbouw en veeteelt. | ||
| 3000 – 2500 v.Chr. | Het gebied rond Huesca was reeds bewoond. | |
| 2000 v.Chr | Het gebied rond Alabacete schijnt een moerasachtig gebied te zijn. | |
| De Cántabros komen naar het Iberisch schiereiland en vestigen zich aan de bovenloop van de Ebro. | ||
| 1800 en 1700 v.Chr. | Er ontstaat een nederzetting tijdens de Castro-cultuur, die later uitgroeit tot nederzetting van Numancia. | |
| 2.000 v. Chr. | Canarische eilanden | De Canarische eilanden worden bewoond door verschillende volkeren: Benahoaritas of Auaritas: bewonen het eiland La Palma Bimbaches of Bimbapes zijn de bewoners van El Hierro Canarios bewonen het eiland Gran Canaria Gomeros Bewonen het eiland La Gomera Guanches zijn de originele bewoners van Tenerife Majos of mahoreros zijn de bewoners van Fuerteventura en Lanzarote |
15e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1500 v. Chr. | Europa | In de midden-bronstijd van ca. 1500 tot 1100 v.Chr. is onder andere in Vlaanderen en de Kempen onder meer de Famennegroep gevestigd. |
| ca. 1450 v.Chr. – De paleizen op Kreta worden voor een tweede keer verwoest. Arthur Evans weet dit onder meer aan de Myceners, die het eiland vanaf de 15e eeuw v.Chr. mogelijk zouden binnengevallen zijn. | ||
| Egypte | Thoetmosis III verovert met zijn 17 veldtochten een groot deel van het tegenwoordige Syrië/Palestina. | |
| Iberisch schiereiland | Een groep dorpen duikt op in het huidige gebied van Valencia, met name in de zuidelijke helft. Ze staan cultureel dicht bij El Argar. Deze volken stichtten de eerste Mortillas (vestigingen bovenop door de mens gemaakte heuvels) in het gebied La Mancha. | |
| Verschillende stammen van veeherders, van het centrale plateau, organiseren zich tot één cultuur met de naam Cogotas. | ||
| De aanwezigheid van tin is waarschijnlijk de reden dat er mensen woonden in het noordwesten van het Iberisch schiereiland. |
14e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1400 v. Chr. | Middellandse Zeegebied |
ca. 1400 v.Chr. – Einde van de Minoïsche beschaving op Kreta. De Myceners vergroten door intensief scheepvaartverkeer hun invloed in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en tot in Italië. In dit hele gebied hebben ze handelscontacten met andere volken, plunderen doen ze daarnaast nog steeds. De belangrijkste handelspartners zijn de Egyptenaren uit het Nieuwe Rijk en de volken die in Klein-Azië leefden. |
| Egypte | Farao Achnaton introduceert het monotheïsme (één god) in Egypte. | |
| Klein Azië | De Luwiërs bieden weerstand aan het Hettitische Rijk en verwerven zelfs de hegemonie in Klein-Azië. |
13e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 13e eeuw v. Chr. | Europa | In heel Europa ontstaat vrij plotseling de urnenveldencultuur doordat men overstapt op crematie, mogelijk door nieuwe religieuze inzichten. In het skelet van de Krabbeplasman is het oudste menselijke DNA aangetroffen dat ooit in de Lage Landen is gevonden. Het tempeltje van Barger-Oosterveld speelt een rol bij rituelen in het veen. |
| Midden-Oosten | Uittocht uit Egypte. De wetten van Israël dateren volgens de Bijbel uit de tijd van Mozes (1300 tot 1250 v.Chr.) Het begin van de ijzertijd veroorzaakt politieke onrust in het Midden-Oosten (1200 v.Chr.). | |
| Iberisch schiereiland | El Argar verdwijnt plotseling, in plaats daarvan ontstaat een post-Argarische cultuur die minder homogeen is. De Motillas worden verlaten, mogelijk vanwege het verdwijnen van de naburige Argarische staat. Invasie van de Kelten in het noordwesten van het schiereiland. De Urnenveldencultuur is de eerste golf Indo-Europese migraties die op het schiereiland binnenkomen. Ze bleven in Cataluña, maar het was tevens het begin van de Atlantische Bronstijd in het noordwesten van het schiereiland (hedendaags Galicia en Noord-Portugal). Er werd handel gedreven met Bretagne en de Britse Eilanden. In West-Andalucía komt een nieuw soort aardewerkcultuur op. Het Noordwesten bestaat uit twee assen: Galiciërs en Astur-Cantabriërs. |
12e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebeurtenis | |
|---|---|---|
| 1200 v.Chr. | Wijdverspreide vernietiging van de steden van het oostelijke Middellandse Zeebekken, meestal door brandstichting van de Zeevolkse huurlingen. Ten gevolge van de Brandcatastrofe valt het eeuwenoude machtige rijk der Hettieten uiteen in een aantal stadstaten. Het einde van de bronstijd en het begin van de ijzertijd in de Levant. Op het Iberisch schiereiland ontstaan de eerste Tartesische nederzettingen. De Filistijnen vestigen zich aan de zuidwestkust van Kanaän(ca. 1200 – 1175 v.Chr.) In Mesopotamië worden waterschoepraderen in gebruik genomen bij de irrigatie van de landbouw. De Trojaanse Oorlog wordt uitgevochten (ca. 1184 v.Chr.) Het Fenicisch alfabet ontstaat. De Wet van Mozes ontstaat. Allis Ubbo (hedendaags Lissabon), waarschijnlijk van Iberische oorsprong, wordt gesticht. | |
| Belangrijke personen. | Amenmesses, vijfde farao van de 19e Dynastie van Egypte. Ramses III, tweede farao van de 20e Dynastie van Egypte. Nebukadnezar I, vierde en belangrijkste koning van de Isin-dynastie van Babylonië. Mozes | |
| Rond 1150 v.Chr. | Iberisch Schiereiland | De Feniciërs bereiken op hun handelsvaarten over de Middellandse Zee het Iberisch Schiereiland. |
| 1104 v.Chr. | Men schat dat rond dit jaartal de Feniciërs de stad Gadir (Gádiz) hebben gesticht. | |
| Na de toch mytische stichting van Cádiz, wordt deze stad binnen niet al te lange tijd een belangrijke handelshaven van de Feniciërs. |
11e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch schiereiland | ||
| Rond 1100 v. Chr. | Late bronstijd. In Cataluña, Aragón en Valencia doet de urnenveldencultuur zijn intreden. | |
| Rond 1100 v. Chr. | De Saefen (Sefes)waren het eerste Keltische volk dat in de 11e eeuw v. Chr. in Galicia aankwam en het daar verblijvende Oestrimnische volk onderwierp, maar dit laatste heeft het eerste vooral beïnvloed op het gebied van de godsdienst, de politieke organisatie en de maritieme betrekkingen met Bretagne en Ierland. Hun oorlogszuchtige karakter bracht Strabo ertoe te zeggen dat zij het moeilijkst te verslaan waren in heel Lausitania. | |
| Rond 1100 v. Chr. | Europa | Op de Boshoverheide bevindt zich het grootste teruggevonden urnenveld uit de Lage Landen, dat zou tussen 1100 en 700 v.Chr. zijn gebruikt. |
10e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1000 v. Chr. | Iberisch Schiereiland | Proto-Kelten (urnenveldencultuur). Bronstijd (Indo-Europees) in het noordwesten van Iberië, handel met Bretagne en de Britse Eilanden. De Castro-dorpscultuur ontstaat in dit gebied. Bronstijd in de Portugese Estremadura (niet Indo-Europees). Bronstijd in het Portugese Beira Alta (niet Indo-Europees, maar daar wel door beïnvloed). Ontstaan van Tartessos, de eerste Iberische staat die in schriftelijke bronnen wordt genoemd. Tartessos was een gecentraliseerde monarchie, die was ontstaan onder Fenicische invloed. Voerde handel met het gebied dat tegenwoordig bekendstaat als de Algarve en de Portugese Estremadura. Dorpen en steden worden gesticht in de zuidelijke kustgebieden in West-Iberië…………. |
| De Iberische cultuur begint vorm te krijgen. Deze acculturatie van de inheemse bevolking werd bevorderd door de maritieme handel met de Feniciërs, Grieken en andere bondgenoten. | ||
| Canarische Eilanden | De Maxos of Majoreros (Berbers van oorsprong die met de Feniciërs meekwamen) beginnen de Canarische eilanden te bevolken. Eerst Lanzarote en Fuerteventura. Later zouden de eilanden vanaf de 6e eeuw v.Chr. een nieuwe bevolkingsbijdragen ontvangen. Dit in verband met de uitbreiding van Carthago. | |
| Europa | c. 900 v.Chr. – de Villanovacultuur verschijnt in Noord-Italië De urnenveldencultuur verspreidt zich verder over westelijk Europa (België, Nederland en Duitsland). Ook wordt brons nu algemeen bewerkt. Vanuit het Midden-Oosten komen bewerkingstechnieken voor ijzer – eerst in het zuiden (Griekenland). Vervaardiging van ceremoniële gouden hoeden in Midden-Europa. Ontstaan van de Villanovacultuur (1000 – 700 v.Chr.) uit de ijzertijd vernoemd naar de Italiaanse stad Villanova.
Rond deze tijd ontstaan de handelskolonies van de Feniciërs, o.a. de stad Kition (nu Larnaca) op Cyprus. Vnl. koper wordt verhandeld. In Oxfordshire wordt het Witte paard van Uffington gemaakt. De heuvelfiguur is in elegante lijnen uitgesneden en ruim 123 meter lang. |
|
| Belangrijke personen | Koning David, tweede koning van het koninkrijk Israël. Salomo, derde koning van het koninkrijk Israël, zoon van koning David. Zarathustra, Bactrische profeet en grondlegger van het zoroastrisme. |
9e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 900 v. Chr. | Iberisch Schiereiland | Feniciërs introduceren het gebruik van ijzer, de pottenbakkersschijf, de productie van olijfolie en wijn. Ze waren ook verantwoordelijk voor de eerste vormen van het schrift, hadden een grote religieuze invloed en versnelden de stedenbouw. De nieuwe Castro-dorpscultuur, gekenmerkt door de ommuurde dorpen en heuvelforten. De cultuur breidde zich uit van zuid naar noord en van de kust naar het binnenland gedurende de volgende eeuwen. | |||
| Europa | Begin van de IJzertijd in Midden-Europa. | ||||
8ste eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 800 v. Chr. | Iberisch Schiereiland | Sterke Fenicische invloed in de stad Balsa (hedendaags Tavira in de Algarve). Feniciërs stichten Malaka (Málaga). De Keltische Hallstatt-cultuur bereikt de Urnenvelden-Kelten en introduceerden ijzerbewerking in Iberië. De cultuur breidde zich uit en bereikte de noordelijke regio Levante en de vallei boven de Ebro. | |||
| Europa | Ook in de rest van West-Europa begint de IJzertijd en start een nieuwe periode in onze westerse geschiedenis, de Klassieke oudheid. De invloed van Germanen en Kelten doet zich opmerken in de manier waarop de doden worden verzorgd en begraven: uit deze tijden vindt men urnenvelden in de Lage Landen. | ||||
| 753 v. Chr. | Rome | Stichting van de stad Rome aan de Tiber. Romulus is de eerste van een reeks koningen die de stad regeren. | |||
7e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 700 v. Chr. | Iberisch Schiereiland | Sterke Tartessiaanse invloed in het gebied van de hedendaagse Algarve. Koning Argantonio heerst van 630 v. Chr. tot 550 v. Chr. over Tartessos. . |
| Tweede golf Indo-Europese migratie (Kelten van de Hallstatt-cultuur) in Portugees gebied. | ||
| De veeherderscultuur Cogotas I verandert in Cogotas II, Keltische invloeden worden gemengd met de Iberische cultuur (Keltiberiërs) | ||
| ± 653 v.Chr | Feniciërs stichten een kolonie op het eiland Ibiza | |
| ± 654 v.Chr. | Op de eilanden Ibiza en Formentera vestigde zich een stabiel populatie. | |
| Fenicische kolonisten stichten een havenplaats in de Balearen met de naam Ibossim (Ibiza). | ||
| 650 v.Chr. | Westfaalse Keltische groepen: de Celsiërs, Censi of Cempsis, opgedreven door andere volkeren, vestigen zich langs de rivier de Ebro. | |
| 610-600 v.Chr. | Sefes, vestigen zich in Galicia en op meseta norte (Salamanca, Extremadura (Betones) Teruel (Turones). | |
| 700 v.Chr. | Middellandse Zeegebied | In het Middellandse Zeegebied, Griekenland en de Balkan begint het neolithicum omstreeks 650 v. Chr. Mogelijk in verband met gebeurtenissen rond de Zwarte Zee arriveert het Neolithicum in deze streken voornamelijk door migratie. De Feniciërs stichten rondom de Middellandse Zee vele nederzettingen. |
6e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 600 v.Chr. | Iberisch Schiereiland | De Carthagers verschijnen op het Iberisch schiereiland waardoor de Feniciërs de Mediterraanse kust van Iberië steeds meer verlaten. Veel kolonies worden verlaten. Tavira wordt verwoest. Culturele verschuivingen op het Iberisch Schiereiland na de val van Tartessos. Dit gebeurt vooral in Laag-Alentejo en de Algarve, maar loopt langs de kust op tot de monding van de Taag. Het eerste schrift in West-Iberië wordt ontwikkeld (nog niet vertaald). Sterke Tartessiaanse invloed: het gebruikt het Fenicisch alfabet. In het gedicht Ora Maritima, geschreven door Avienus in de 4e eeuw, wordt beweerd dat heel West-Iberië ooit vernoemd was naar het volk dat er woonde, de Oestriminis, die werden vervangen door een invasie van de Saephe of Ophis (lett. ‘serpent’). Van toen af aan stond Iberië bekend als Ophiussa (Land van de Serpenten). In het gedicht worden ook verschillende etnische groepen van die tijd beschreven:
Kelten dringen door tot het noordwesten van het schiereiland. Het is niet duidelijk of alle stammen in dat gebied daadwerkelijk Kelten waren, of beïnvloed door en samengegaan met de Kelten. Er zijn zes volksgroepen, die sociaal gezien verschillen, aanwezig op het Iberisch schiereiland: Vasconen, Suessetanos, Sedetanos, Iacetani, Ilergetes en Celtiberos. De Lusitani, vestigden zich in de in de regio Beira (Portugal). |
| Griekse kolonisten uit de Achaeïsche stad Helike stichtten de Iberische stad Helíkē (het huidige Elche). | ||
| 575 v.Chr. | Griekse kolonisten vestigden zich in de noordoosten van Spanje. Ze stichten daar de nederzetting Emporion (Grieks voor ‘handelsplaats’). | |
| 570 v.Chr. | De Belgae (Kelten uit de Nederrijn en de Moezel) vertrokken rond 600 v.Chr. en bereiken in 570 v. Chr. het schiereiland. Zij vestigden zich tussen de Ebro, de Pyreneeën en de Cantabrische Zee: Vesiones, Autrigones, Caristios, Nerviones, Vacceos, enz. | |
| 540 – 535 v.Chr. (mogelijk in 537 v.Chr. | Slag bij Alalia, waardoor het koninkrijk Tartessos werd vernietigd. | |
| 509 v.Chr. | Middellandse zeegebied |
1ste verdrag tussen Rome en Cartagena. |
| 600 v.Chr. | Europa | De Etruskische cultuur is de eerste grote beschaving op het Italisch schiereiland, en in hun bloeitijd (7e – 5e eeuw v.Chr.) vormen de Etrusken een van de hoogst ontwikkelde volken van de oudheid. Griekse kolonisten uit Klein-Azië stichten de handelsnederzetting Massilia (Marseille) en planten er ook enkele wijngaarden aan. Griekse handelaren knopen handelsrelaties aan met Tartessos en stichten verscheidene nieuwe nederzettingen in Zuid-Spanje. De bekendste van deze Griekse kolonies was Mainaka, het huidige Málaga. Ten slotte worden ze door de Carthagers verdreven. |
| Belangrijke personen | Clisthenes van Sicyon, Grieks staatsman. Hipponax, Grieks jambisch dichter. Nebukadnezar II, koning van Babylonië. Polycrates, tiran van het eiland Samos. Pythagoras, Grieks wiskundige en wijsgeer. Theognis van Megara, Grieks dichter. | |
| 537 v.Chr. | Slag om Alalia | Een Grieks-Karthaagse confrontatie om de hegemonie in het westelijk deel van de Middellandse Zee – die plaatsvond in de wateren van Corsica. |
5e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied en andere zaken | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 500 v.Chr. | Iberisch Schiereiland. | De sterke Centraal-Europese (Keltische) invloeden en migraties breiden zich verder uit in West-Iberië ten noorden van de Taag. Een tweede Castro-cultuur ontstaat in Galicia en Noord-Portugal. De Keltische Callaeciërs bewonen de regio rond en ten noorden van de Duero. De Griekse historicus Herodotus van Halicarnassus gebruikt het woord Iberia om te verwijzen naar wat tegenwoordig het Iberisch schiereiland is. |
| Edeta, de grootste stad van Edetania. waar de Edetanos, Iberisch volk dat in het gebied van de huidige provincies Valencia en Castellon leven, begint zich uit te breiden. | ||
| De Iberiërs stichten de stad Helike, dat door de Romeinen wordt omgedoopt tot Colonia Iulia Illici Augusta. Later, na de herovering op de moslims zou de stad Elx of Elche (in het Spaans) gaan heten. | ||
| 500 v.Chr. | Middelllandse Zeegebieden | |
| 500 v.Chr. | Europa | De Kelten beheersen het grootste deel van Midden- en West-Europa. Hun Hallstatt-cultuur maakt plaats voor de La Tène-cultuur. |
| Wetenschap | Omstreeks deze tijd wordt in Babylonië het idee nul toegevoegd, als plaatsvervangend teken voor bv. nul honderden. Dit is de basis voor het tientallig stelsel (algemener: voor ieder n-tallig stelsel – het Babylonische stelsel was 60-tallig). Ontstaan van de geschiedwetenschap. Herodotus van Halicarnassus, Grieks geschiedschrijver, schrijft de Historiën en Thucydides “De geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog”. | |
| Belangrijke personen | Plato, Grieks filosoof – geboren op 428 v.Chr. Socrates, Grieks filosoof – geboren op 470 v.Chr. |
4e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied en andere zaken | Gebeurtenis | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 400 v.Chr. | Iberisch Schiereiland |
|
|||
| 348 v. Chr. | Middellandse zeegebieden | 2e verdrag tussen Rome en Cartagena. | |||
| 400 v. Chr. | Europa/ Italië. | Gallische stammen als de Insubres, de Senones, de Boii en Lingones vallen Italië binnen. Onder leiding van Brennus weten zij de Romeinen een zware nederlaag toe te brengen. Ze vestigen zich in het noorden op de plek waar later Lombardije zal liggen. Verderop in de eeuw begint Rome te groeien als Mediterraanse rivaal van Carthago. De sterke invloeden van Centraal-Europese Keltische culturen blijven groeien. | |||
| Wetenschap | Leven en werken van de klassieke Griekse filosofen Socrates, Plato en Aristoteles. In de Politika (ca. 350 BC) analyseert Aristoteles verschillende voorbeelden van een staat: monarchie, aristocratie, constitutionele regering, tirannie, oligarchie, democratie. Zijn staatsmodellen zullen 2000 jaar later nog dienen als leidraad in de discussie over het meest wenselijke regeringssysteem. De ontdekkingsreiziger Pytheas van Massalia verkent Noordwest Europa in een reis langs de Franse oceaankust, de Britse eilanden, Scandinavië en Zeeland. Hij onderzoekt mensen en natuurverschijnselen, en beschrijft alles in een (niet bewaard gebleven) boek, waaruit fragmenten door Geminus van Rhodos, Plinius de Oudere, Diodoros Siculus en vooral Strabo zijn geciteerd. Hippocrates van Kos is de eerste westerse arts die de geneeskunde uit het bovennatuurlijke naar het natuurlijke haalt. Hij zoekt via de symptomen van de patiënt naar een oorzaak, en komt zo tot een diagnose. Hij formuleert regels voor een gezond leven. | ||||
| Belangrijke personen | |||||
3e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied en andere zaken | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Begin van deze eeuw | Iberisch Schiereiland en Romeinse Rijk. | De Autrigones werden verdreven door de Turmogos, geallieerd met de Vacceos, die de vroege hoofdstad van de Autrigonen, Autraca, in beslag namen. Ze worden teruggedreven naar hun land in de bergketens van de bovenloop van de Ebro ten noorden van de vallei van Arlanzón. |
| 300 v. Chr. | De Gallaeciërs bewonen het hele gebied boven de Duero (huidig Galicië en Noord-Portugal). | |
| (3e eeuw v.Chr.) De Carthagers stichten de stad Jamma (het huidige Ciudadela) en Magon (Mahón) op het eiland Menorca. | ||
| 264 v. Chr. | Het begin van de Eerste Punische Oorlog (264-241 v. Chr). (Niet dfirect op het Iberisch schiereiland maar wel belangrijk voor haar toekomst.). | |
| 241 v. Chr. | Het Verdrag van Lutatius in 241 v. Chr maakte een einde aan de Eerste Punische Oorlog (264-241 v. Chr). | |
| 237 v. Chr. | De Carthaagse veldheer Amilcar Barcas trek samen met zijn schoonzoon Hasdrubal de Schone het Iberisch schiereiland op. | |
| Amilcar Barcas bereikt in hetzelfde jaar ook de oude Fenicische kolonie Gadir. Zijn doel is om de mijnschatten van Iberia in handen te krijgen. | ||
| Hamilcar Barkas en zijn schoonzoon Hasdrubal controleren de hele vallei van de Guadalquivir. | ||
| 234 v. Chr. tot 149 v. Chr. | Marcus Porcius Cato Censorius maior ook Cato de Oude of Cato de Censor genaamd, is de meest typische vertegenwoordiger van de regerende klasse van het oude republikeinse Rome: een bekwame magistraat, legerofficier, even wilskrachtig als koppig, even sober als conservatief. | |
| 229 v. Chr. | Amilcar Barcas sneuveld bij schermutselingen tegen de Oretanen. | |
| 228 v. Chr. | De Carthaagse veldheer Amilcar Barkas, sneuveld tijdens de slag bij Helike of de Slag bij Ilice (het huidige Elche). | |
| 227 v. Chr. | Hasdrubal el Bello (de Schone) sticht, na zijn huwelijk met een lokale prinses, de stad Qart Hadasht, het huidige Cartagena, met als hoofddoel, controle te houden over de rijkdommen van de Carthaagse zilvermijnen. (Hasdrubal de Schone – Nederlandse naam). | |
| Tussen 221 en 220 v.Chr. | De Vacceos sluiten zich aan bij de Carpetanos en Olcades om Hannibals offensief in hun respectievelijke gebieden te dwarsbomen, om vervolgens te worden onderworpen na de val van Salmantica en Arbucala aan de Carthagers, die hen versloegen in de slag bij de Taag. | |
| 221 v. Chr. | Asdrubal ‘el Bello’ wordt door huurmoordenaar vermoord. | |
| De hoofdstad Althia wordt door Hannibal ingenomen nadat hij een coalitie van Vetones, Olcades en Carpetanos had verslagen. | ||
| 220 v. Chr. | Salmantica (Salamanca) wordt belegerd en veroverd door Hannibal Barkas. Salmanica blijkt overigens te zijn geïdentificeerd als de Vaccaeense stad Helmantica. | |
| 219 v.Chr. | Hannibal lanceert een offensief tegen Rome, waarbij hij het Iberisch schiereiland als uitvalsbasis nam en een groot percentage Iberiërs in zijn leger opnam. Hij vertrekt met zijn leger en olifanten uit Iberia, om over de Alpen, een offensief in Italië te beginnen. |
|
| 218 v.Chr. | Romeinse landing in Ampurias, Cnaius Cornelius Scipio Calvus landt met eerste Romeinse leger op Spaanse bodem. | |
| Hannibal belegerd, en veroverd daarna Sagunto, en raakt daarbij zelf gewond. | ||
| De eerste belangrijke strijd tussen Carthagers en Romeinen vond plaats in Cissa, waarschijnlijk in de buurt van Tarraco | ||
| Cnaeus en Publius Cornelius Scipio richtten het militaire kamp op dat uit zal groeien tot Tarraco. | ||
| 217 v.Chr. | De vloot van Cneo Scipio verslaat de vloot Hasdrúbal Barkas op de rivier de Ebro. | |
| 215 v.Chr. | Slag bij Ibera, Carthagers onder het bevel van Himilcon Fameas. | |
| Slag bij de Ebro, Carthagers legers onder leiding van Hannibal en Hasdrubal worden door de Romeinen verslagen. | ||
| 214 v.Chr. | Opstand van Syphax. dwingt Asdrúbal met zijn beste troepen terug te keren naar Afrika en liet het gebied in Hispania vrij voor de Romeinen. | |
| 211 v.Chr. | Hasdrúbal Barca terug naar het Iberisch schiereiland. Hij werd vergezeld door Masinisa met zijn Numidiaanse krijgers. | |
| 210 v.Chr. | Hasdrubal, zoon van Giscón, bereikt Lusitania en zet een kamp op bij de monding van de Taag. | |
| 209 v.Chr. | De Carthagers verliezen het beheer over de zilvermijnen van Cartagena waarmee zij hun huurlingen betaalde. Hierdoor was Hannibal niet meer in staat de Romeinen te weerstaan. | |
| De Romeinse generaal Scipio Africanus veroverde Cartagena in 209 v.Chr., sindsdien een Romeinse bezitting onder de naam Carthago Nova, en een van de belangrijkste Romeinse steden in Hispania. | ||
| 208 – 209 v.Chr. | Slag om Baecula. Publius Scipio rukt op naar het zuiden waar hij het leger van Asdrubal Barca (dat naar het noorden oprukte). Publius Scipio eiste de overwinning op (wat twijfelachtig was). | |
| 207 v.Chr. | De Carthagers reorganiseren zich en met versterkingen uit Afrika, onder bevel van Hannón, konden ze het grootste deel van het zuiden van het Iberisch schiereiland herstellen. | |
| rond dit tijdstip veroverd Scipio Africanus (Romeins veldheer) Gaiena (Jaén) op de Carthagers. | ||
| 206 v.Chr. | Slag bij Ilipadie die verloren wordt door Hannibal Giscón en Magón Barca, een slag die beslissend was voor de tweede Punische oorlog. Rome overheerst het gehele schiereiland. Vier jaar later geven de Carthagers zich over aan Rome. | |
| Turdetania was een van de laatste gebieden in het Iberische Schiereiland die door de Romeinen werd veroverd. Dit gebeurde in 206 v.Chr. tijdens de Tweede Punische Oorlog, toen de Romeinen de regio eenmaal onder controle kregen, na het verslaan van de Carthagers. | ||
| 203 v.Chr. | Gaius Flaminius, als bevelhebber van het Romeinse leger, veroverd de Iberische nederzetting Helike (het huidige Elche). Na de vernietiging door de Carthaagse troepen begon met de komst van de Romeinen het proces van de vorming van een kolonie, bevolkt door veteranen van de Cantabrische oorlogen. | |
| 201 v.Chr. | De Romeinen veroveren de Iberische stad Tossal de Manises, bekend als Leukante of Leukanto – Lucentum is een latinisering van de oorspronkelijke naam die alleen op Romeinse kaarten voorkwam. | |
| De Romeinen hebben de Carthaagse macht op het Iberisch schiereiland overgenomen. | ||
| 300 v.Chr. | Europa |
|
| Wetenschap |
|
|
| Belangrijke personen |
|
2e eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Eind 3e eeuw, begin deze eeuw | Iberisch Schiereiland en het Romeinse Rijk | De Autrigonen sluiten zich aan bij de Berones en ontwikkelden ze zich tot een stammengemeenschap. Maar, in tegenstelling tot de Berones schijnen ze geen deel te hebben genomen aan de Keltiberische oorlogen. |
| 200 v.Chr. | De Romeinse dichter Quintus Ennius gebruikt, voor het eerst, het woord Hispania als naam voor het Iberisch Schiereiland (gebaseerd op de Carthaagse naam). Inmiddels heersen de Romeinen over het grootste deel van Oost- en Zuid-Hispania, langs de Mediterraanse kust. | |
| De stad Edeta en omliggende nederzettingen van de Edetanos zijn door waarschijnlijk de Carthagers verwoest. De regio Edetania komt onder de heerschappij van de Romeinen. |
||
| 197 v.Chr. | Bijna alle volkeren van Hispania zijn in opstand gekomen tegen de Romeinse aanwezigheid en haar despotische manieren. | |
| Gaius Sempronius Tuditanus en M. Helvius proberen het schiereiland op te delen in twee provincies: Hispania Ulterior en Hispania Citerior | ||
| 195 v.Chr. | Opstand van de Ilergetes tegen de Romeinen. Marcus Porcius Cato met zijn consulair leger trekt Hispania binnen om de opstanden neer te slaan. | |
| Numancia wordt door Marcus Porcius Cato voor het eerst in de geschiedenis beschreven. | ||
| 194 v.Chr. | Lusitania, Gallaecia en Asturië worden opgenomen in de Romeinse provincie Hispania Ulterior. | |
| 193 v.Chr. | Grote delen van Hispania komen in opstand tegen de Romeinen. | |
| De Lusitanos beginnen hun strijd tegen de Romeinen die vele jaren zal duren. Met meerdere veldslagen waarin de Romeinen grote verliezen zullen lijden. Maar uiteindelijk worden ze door de Romeinen overwonnen. | ||
| Marcus Fulvius Nobilior veroverd na hevig verzet de nederzetting van Cerro del Bu (Toledo). De Romeinen herbouwden het en noemden het Toletum, in de provincie Carpetania. | ||
| 193 en 192 v.Chr. | Het bondgenootschap van Vetones, Vacceos en Keltiberiërs wordt door de Romeinse troepen onder bevel van de pretor Marcus Fulvius Nobilior in Toledo verslagen, die in 193 v. Chr. de stad in beslag nam. De Romeinen herbouwen de stad en noemen het Toletum. |
|
| 190 v.Chr. | De Lusitanos versloegen het Romeinse legioen van Praetor Paulo Emilio bij Badajoz, in Lobón. | |
| Tiberius Sempronius Gracchus verslaat rond deze tijd Lucius Emilius Paulus Macedonius bij Ilurcus. | ||
| 192 v.Chr. | De Ilergetes vragen Rome om hulp om zich tegen zijn buren te verdedigen. | |
| 188 v.Chr. | De bewoners van de provincie Citerior komen in opstand tegen de Romeinse overheerser. Rome stuurt daarop Marcus Porcius met een leger van 60.000 man dat door de Keltiberiërs voor de helft wordt geëlimineerd. | |
| 180 v.Chr. | Viriathus, een beroemd leider van de Lusitaniërs, wordt geboren in de Herminius Mons. | |
| Tiberius Sempronius Gracchus veroverd het hele gebied rond Ilíberis voor de Romeinen. (Tweeede Punische oorlog) | ||
| 178 v.Chr. | De praetor Lucius Postumius Albinus boekt een overwinning op de Vacceos in Hispania Ulterior. | |
| 179 v.Chr. | De praetor Lucius Postumius Albinus boekt een overwinning op de Lusitanos. | |
| 171 v.Chr. | De provincies Hispania Citerior en Ulterior worden (tijdelijk) verenigd, want vier jaar later 167 v. Chr. worden ze weer gescheiden. ((Waarschijnlijk om een deel van de troepen die in Hispania verbleven te verplaatsen naar de Macedonische oorlog)) | |
| 169 v.Chr. | De Romeinen stichten de stad Corduba, dat we tegenwoordig Córdoba noemen | |
| 155 v.Chr. | De Romeinen Sergius Sulpicius Galba wordt door de Lusitaniër Punicus verslagen | |
| – Viriatus, latere leider van de Lusitaniërs valt voor het eerst de Romeinen aan. – De Lusitaniërs bereiken Gibraltar. Aldaar werden ze verslagen door praetor Lucius Mummius. Dit was het begin van de Lusitaanse Oorlog. De strijd tussen de Romeinen en Lusitaniërs gaat nog jaren door. |
||
| 154 v.Chr. |
|
|
| 153 v.Chr. | Numancia aan het hoofd van een coalitie van Keltiberiërs schiet de bevolking van Segeda te hulp. Ze verslaan het 30.000 troepen tellende leger van Quinto Fulvio Nobilior (Romeins consul). | |
| 152 v.Chr. | De Romeinse Republiek heeft moeite genoeg soldaten te rekruteren voor de oorlog in Hispania. | |
| Tussen 151 en 137 v.Chr. | Als bondgenoten van de Arévacos tijdens de Keltiberische oorlogen, namen de Vacceos een belangrijkere rol op zich door hun buren te steunen, ondanks het feit dat ze werden onderworpen aan de strafcampagnes van de Romeinse consul Lucius Licinius Luculus (151-150 v.Chr.), proconsul Quintus Caecilius Metellus Macedonicus in 142 v.Chr., en consuls Marcus Popilius Laenas (139-138 v.Chr.) en Marcus Aemilius Lepidus Porcina in 137 v.Chr. | |
| 150 v.Chr. | De Lusitanos worden verslagen door praetor Servius Sulpicius Galba, nadat hij een valse wapenstilstand georganiseerd had. Hij zou de vrede aanvaarden als zij hun wapens in zouden leveren waarna de Lusitaanse strijders werden omsingeld door zijn leger en 9.000 Lusitanos vermoord werden. Nog eens 20.000 Lusitanos werden gevangen genomen en als slaven verkocht in Gallië (huidig Frankrijk). | |
| 147 v.Chr. | De Lusitaniërs verliezen meerdere slagen dankzij Caius Vetilius, de gouverneur van Hispania Ulterior. Caius Vetilius belooft de Lusitaniërs grondgebied in het zuiden als ze de Romeinse wetten volgen. Viriathus, iemand die de slachting van Galba had overleefd, waarschuwt de stammen de Romeinen niet te vertrouwen. Viriathus (Viriato) wordt benoemd tot leider van de Lusitaniërs. De Lusitaniërs slagen erin zich tegen de Romeinse aanvallen te verzetten. Vetilius wordt vermoord in een nederlaag opgezet door Viriathus. | |
| 146 v.Chr. | Eerste noordelijke expeditie van Viriato. Viriato verslaat de Romeinen onder leiding van Caius Plancius en neemt de stad Segobriqga in. Viriathus verslaat Claudius Urianus, gouverneur van Hispania Citerior. |
|
| 145 v.Chr. | Viriato verslaat Caius Nigidius. Met een nieuwe gouverneur in Hispania Citerior boeken de Romeinen enkele kleine militaire overwinningen. | |
| 143. v.Chr. | Viriato neemt deel aan de Numatijnse revolutie. | |
| De Romeinen worden verslagen bij Ossuma (in de buurt van huidig Córdoba). Het Romeinse leger wordt verslagen nabij wat tegenwoordig Beja is, in Alentejo. | ||
| Tussen 143 v.Chr. en 141 v.Chr. wordt de stad Corduba belegerd door de Lusitaanse leider Viriato. | ||
| 140 v.Chr | De nieuwe consul van Hispania Ulterior, wordt door de Lusitaniërs verslagen in Erisane (in Baetica). Na het verlies, verklaart hij Viriathus “Vriend van het Romeinse volk” en erkent hij de soevereine regering van de Lusitaniërs. | |
| 139 v.Chr. | Deze actie wordt door de senaat in Rome ongeldig verklaard en de consul wordt opgedragen de rebellerende volken in Hispania te verslaan. In Hispania Ulterior boeken de Romeinen een grote overwinning op Viriathus en hij wordt gedwongen naar de gebieden ten noorden van de Taag te vluchten. De Vettonen en Gallaeciërs worden ook aangevallen. De Romeinse steden Castra Servilia en Caepiana worden gesticht in het grondgebied van de Celtici. Viriathus stuurt afgevaardigden om vrede te maken met de Romeinen. Viriathus wordt verraden en vermoord in zijn slaap door zijn metgezellen, die waren omgekocht door Marcus Pompilius Lenas. Wanneer de verraders in Rome aankomen, laat consul Servilius Cipianus hun executeren, omdat “Rome geen verraders beloont”. De Lusitaanse legers, nu onder leiding van Tautalus proberen de Romeinen tegen te houden maar worden verslagen. Einde van de Lusitaanse oorlog. De Romeinen geven de Lusitaniërs grondgebied in het zuiden (in hedendaags Alentejo). | |
| 138 v.Chr. | De eerste Romeinse expeditie diep in hedendaags Portugees grondgebied, onder leiding van consul Decimus Junius Brutus Callaicus. Decimus Junius Brutus zette zijn hoofdkwartier op in de vallei van de Taag en was bondgenoot geworden van Olisipo (huidig Lissabon). Hij versloeg bij elkaar 60.000 Lusitaniërs, Galliërs en Gallaeciërs, waarvoor hij de bijnaam Callaicus kreeg. De stad Olisipo zend legers om mee te vechten met de Romeinen tegen de Keltische stammen in het noordwesten. | |
| 138 v.Chr. | De Romeinse stichten Valencia, waarvan Décimo Junio Bruto Galaico consul werd en die het Valentia Edetanorum noemde. | |
| 137 v.Chr. | Proconsul Decimus Junius Brutus trekt verder naar het noorden langs de kust en vestigt een fort in de buurt van hedendaags Viseu. De Romeinse legers passeren de Deuro en gaan het gebied van de Gallaeciërs binnen. Het leger passeert de rivier de Lima (Lethe, de rivier van vergeetachtigheid), maar pas nadat Decimus Junius Brutus de rivier alleen was overgestoken om te bewijzen dat hij zijn geheugen niet was verloren. | |
| 136 v.Chr. | Romeinse legers onder leiding van proconsul Decimus Junius Brutus bereiken de Miño en weigerden ook deze over te steken uit angst dat dit de Lethe was. Decimus Junius Brutus verovert de stad Talabriga en verslaat zo de Gallaeciërs. Het senaat geeft praetor Decimus Junius Brutus de titel Callaicus voor zijn veroveringen in Gallaecië. | |
| 134 – 133 v.Chr. | Na de verovering van Numancia werden de Vacceos technisch gezien onderworpen en opgenomen in de provincie Hispania Citerior. | |
| 133 v.Chr. | De Keltiberiërs worden verslagen. | |
| Publius Cornelius Scipio Aemilianus (Romeins politicus en militair) vernietigd Numancia na het belegerd te hebben. De bewoners van Numancia plegen zelfmoord in plaats van zich over te geven. | ||
| 132 v.Chr. | Een delegatie Romeinse senators brengt een bezoek aan de nieuwe gebieden op het Iberisch schiereiland om te onderzoeken wat er nodig was om Hispania samen te voegen met het bestaande rijk. | |
| 123 v.Chr. | Romeinse verovering van de Balearen vond plaats onder leiding van Quintus Caecilius Metellus Balearicus. | |
| 116 v.Chr. | Marcus Terentius Varro Reatinus (Romeins geleerde en schrijver) wordt geboren. Overlijd in 27 v.Chr. in Rome. | |
| 114 v.Chr. | Praetor Gaius Marius wordt heerser over Lusitania en krijgt te maken met kleine opstanden | |
| 113 v.Chr. | De Lusitaniërs blijven zich verzetten tegen de Romeinen en maken gebruik van guerrillatechnieken. Ze worden uiteindelijk verslagen. Het begin van de consolidatie van de Romeinse regering. in Hispania. | |
| 110 v.Chr. | Hier beginnen de Romeinen met de romanisering van het schiereiland dat in het midden van de 3e eeuw op zijn hoogte punt sterkst is. | |
| 105 v.Chr. | Na de slag bij Arausio plunderen de Germaanse Teutonen en Cimbren heel Noord-Iberië tot in Gallaecia, voor ze wegtrekken en worden verslagen bij Aqua Sextiae en Vercellae. (tot 102 v.Chr.). | |
| 2e eeuw v.Chr. | Oude Rome (Italië) |
|
1ste eeuw v. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch Schiereiland en het Romeinse Rijk. | De Autrigones vormen een federatie van autonome vestingsteden (Civitates) op de bergketens van de bovenloop van de Ebro, beschermd door stevige adobe muren van het “Numantijnse” type. | |
| 97 v.Chr. | Generaal Quintus Sertorius dient voor het eerst in Iberië. | |
| 96 v.Chr. | Publius Licinius Crassus Dives (vader van Marcus Licinius Crassus Dives), gouverneur van Hispania Ulterior, leidt een expeditie naar het noorden en vindt daar tinmijnen. (tot 94 v.Chr.). | |
| 83 v.Chr. | Quintus Sertorius gaat voor de tweede keer naar Iberië, waar hij de partij van Gaius Marius vertegenwoordigde tegen Lucius Cornelius Sulla in de Romeinse burgeroorlogen. Het gehele gebied wat nu Aragón is, is in een burgeroorlog verwikkeld met als doel het overnemen van de macht van Rome waarbij de gouverneur Quinto Sertorio (Romeins rebel, die leiding geeft aan de opstand), Osca (Huesca) tot hoofdstad van het gebied maakt en het van daaruit controleert. In 72 v.Chr. werd hij, tijdens een banket, door een jaloerse officier, Perperna Vento, vermoord. | |
| 81 v.Chr | Algemene Romeinse burgeroorlogen in heel Iberië | |
| 81 tot 72 v.Chr | Vinden de zogenaamde Sertoriaanse oorlogen plaats in het hogere deel van het Ebro-dal, een Romeinse burgeroorlog die Pompeius en Metellus, aanhangers van de Sila, confronteerde met de democratische partij van Sertorius en waarbij beide partijen op de plaatselijke bevolking vertrouwden. | |
| 80 v.Chr. | In de slag bij de rivier de Baetis worden Romeinse legers verslagen door rebellen. Quintus Sertorius’ eerste officier, Hirtuleius, verslaat de gouverneur van Hispania Citerior. | |
| 79 v.Chr. | De legers van Quintus Sertorius heersen over het grootste gedeelte van Hispania Ulterior en delen van Hispania Citerior. De nieuwe gouverneur van Hispania Ulterior, Quintus Caecilius Metellus Pius probeert de stad Lacobriga (waarschijnlijk Lagos in de Algarve) binnen te vallen, maar de poging mislukt. | |
| 77 v.Chr. | Quintus Sertorius krijgt hulp van generaal Marcus Perperna Vento uit Rome. Quintus Sertorius verslaat generaals Gnaeus Pompeius Magnus en Quintus Caecilius Metellus Pius in de slag bij Saguntum. Gedurende deze periode bouwt Quintus Sertorius een sterke relatie op met de lokale inheemse bevolking. Quintus Sertorius sticht een Romeinse school voor de kinderen van de bondgenoten in Lusitanië. Pompeius bouwt een oppidum aan de Via Heráclea (Heracleaanse weg) en de Romeinse bewoners stichtten het oorspronkelijke Gerona, toen Gerunda genaamd. | |
| 76 v.Chr. | Quintus Sertorius verslaat Gnaeus Pompeius Magnus in de buurt van de Pyreneeën. In Baetica verslaat Quintus Caecilius Metellus Pius, Hirtuleius, die gedwongen vlucht. Quintus Sertorius verwoest de stad Edeta (het huidige Llíria). |
|
| Tijdens de Sertoriaanse oorlogen steunden de Vacceos Quintus Sertorius en verschillende Vacceense steden bleven hem zelfs na zijn dood trouw. In 76 v.Chr. stuurde Sertorius een van zijn cavaleriecommandanten, Gaius Insteius, naar het land van de Vacceos om naar nieuwe paarden te zoeken voor zijn gehavende bereden troepen. | ||
| 75 v.Chr. | Quintus Caecilius Metellus Pius verslaat Hirtuleius opnieuw en verenigt zijn leger met dat van Gnaeus Pompeius Magnus. In de slag bij Sucro verslaan Quintus Caecilius Metellus Pius, Gnaeus Pompeius Magnus en Lucius Afranius Quintus Sertorius. | |
| Winter van 75/74 v.Chr. | Cneo Pompey de Grote sticht een nieuwe stad Pompaelos (Pamplona). Weliswaar op een eerdere Baskische nederzetting. | |
| 74 v.Chr. | In wat nu Castro Urdiales is, werd de Romeinse kolonie Flaviobriga gesticht, genoemd naar de Romeinse keizer Titus Flavius Vespasianus, waarvan de uitgang op briga duidt op een onmiskenbare Keltische oorsprong. | |
| Pompeius belegerd de Vacceiaanse hoofdstad Pallantia (Palencia), de lemen bakstenen muren worden in brand gestoken. Ook Cauca wordt bestormd. | ||
| 73 v.Chr. | Quintus Sertorius verliest de hele regio Keltiberië (Noord-Centraal-Iberië). | |
| Tussen 73 en 56 v.Chr. | Onder leiding van Pompeius en Quintus Caecilius Metellus Pius worden de Vacceos, in een reeks campagnes onderworpen. | |
| 72 v.Chr. | Quintus Sertorius wordt vermoord tijdens een banket. Marcus Perperna Vento krijgt de macht over het leger van Quintus Sertorius, maar wordt al snel verslagen door Gnaeus Pompeius Magnus. Hiermee komt er een eind aan de Sertoriaanse Oorlog. De regio’s ten noorden van de Taag zijn nog steeds niet in handen van de Romeinse Republiek. | |
| Pompeius en Metellus belegeren de stad Calagurris. Volgens het relaas van Caius Salustio weigerde de bevolking zich over te geven en dat zij daarvoor zelfs tot kannibalisme overgingen. | ||
| 69 v.Chr. | Julius Caesar wordt op 30-jarige leeftijd verkozen tot Quaestor door de Volksvergadering, een voorwaarde van de Romeinse Cursus honorum, nadat hij een quaestorschap toegewezen had gekregen in Lusitania (het onderdeel van Hispania Ulterior, waar Antistius Vetus toen gouverneur was). | |
| 64 of 63 v.Chr. | Koninkrijk Pontus (Amaseia, Pontus). | |
| Strabo (Grieks historicus, geograaf en filosoof) wordt geboren en sterft in het jaar ca. 24. | ||
| 62 v.Chr. | Troepen van Julius Caesar arriveren in (A Coruña) wat zij Brigantium noemde. | |
| 61 v.Chr. | Julius Caesar wordt aangewezen als propraetor (gouverneur) van Hispania Ulterior. Julius Caesar valt de Lusitaanse gebieden tussen de Taag en de Douro aan vanuit zijn hoofdkwartier in Scallabis (tegenwoordig Santarém). Julius Caesar voert persoonlijk een belangrijke zee-expeditie aan naar de kust van Gallaecia. |
|
| 60 v. Chr. | Julius Caesar boekt grote overwinningen op de Gallaeciërs en Lusitaniërs. | |
| 24 augustus. Volgens de Romeinse kronieken bereikte Julius Caesar tijdens een van zijn vervolgingen van een Lusitaanse krijgersstam in zijn strijd tegen de Herminianen de archipel van de Cíes-eilanden, waar de militaire leider een paar dagen rust nam. | ||
| 59 v.Chr. | Julius Caesar, Marcus Licinius Crassus Dives en Gnaeus Pompeius Magnus stellen een overeenkomst op waarin ze het Eerste Triumviraat oprichten. | |
| 56 v.Chr. | De overeenkomst voor het eerste triumviraat wordt vernieuwd. | |
| 53 v.Chr. | Marcus Licinius Crassus Dives sterft de Parthen. Gnaeus Pompeius Magnus ontvangt Hispania als een proconsulaire provincie. Gnaeus Pompeius Magnus draagt de heerschappij over de twee provincies Hispania Citerior en Hispania Ulterior aan de twee luitenants Marcus Terentius Varro en Marcus Petreius, respectievelijk. Marcus Petreius voert twee Romeinse legioenen aan in Lusitanië op de grensgebieden van de Romeinen met de Vettonen en de Lusitaniërs. | |
| 50 v.Chr. | Er heerst openlijke vijandigheid tussen Julius Caesar en Gnaeus Pompeius Magnus. Caesar steunde de Populares en Magnus de Optimaten in hun strijd om de macht. De Senaat vraagt Julius Caesar zijn troepen op te geven, maar hij weigert. | |
| 49 v.Chr. | Julius Caesar gaat naar Hispania en verslaat de legaten van Gnaeus Pompeius Magnus. Hij stelt Gaius Cassius Longinus aan als legaat. De Romeinen krijgen te maken met steeds meer opstand onder de lokale bevolking. | |
| 1 jan. Het Senaat ontvangt een voorstel van Julius Caesar waarin hij voorstelt dat hij en Gnaeus Pompeius Magnus tegelijkertijd hun strijd opgeven. Het Senaat wijst het vredesvoorstel van Julius Caesar af en verklaart hem tot Publieke Vijand. | ||
| 10 jan. Julius Caesar steekt de Rubicon over en zegt daarbij de beroemde zin Alea iacta est (“De teerling is geworpen”). Dit is het begin van de Romeinse Burgeroorlogen. | ||
| 48 v.Chr. | Julius Caesar wordt verkozen tot dictator, voor een periode van 10 jaar, met de opdracht de Republiek te herstellen. Gaius Cassius Longinus, Caesar’s legaat in Hispania, voert een expeditie tegen de stad Medobrega en andere regio’s in Noord-Lusitanië aan. Hij installeert legers die te maken krijgen met veel lokale weerstand. | |
| 29 sept. Gnaeus Pompeius Magnus wordt vermoord. | ||
| 46 v.Chr. | Julius Caesar trekt naar Noord-Afrika, waar hij de overblijfselen van de Optimaten van Pompeius verslaat. Julius Caesar wordt opnieuw tot Dictator benoemd en installeert de Juliaanse kalender. Pompeius’ zoons en Titus Labienus, die tweede officier was geweest in de Gallische Oorlog, vluchten naar Hispania, waar ze zich tegen Caesar’s overheersing over de Romeinse wereld bleven verzetten. | |
| Nov. Julius Caesar komt in Hispania aan met acht legioenen en 8.000 soldaten van de cavalerie. Omdat zijn aanval onverwachts was, had hij het voordeel tegen zijn vijand. | ||
| Gaius Octavianus en Marcus Vipsanius Agrippa voegen zich bij Julius Caesar in Hispania, waar de burgeroorlogen bleven voortduren. | ||
| De zonen van Pompeius verlenen aan Corduba het eerste koloniale statuut van Hispania. Hierdoor kregen de inwoners de status van Romeins burger. | ||
| 45 v.Chr. | In de slag bij Munda, in Zuid-Hispania, verslaat Julius Caesar, in zijn laatste zege, de troepen van Titus Labiels en Gnaeus Pompeius. Sextus Pompeius vertrekt uit zijn garnizoen in Corduba (in Baetica) en trekt door Hispania Ulterior terwijl hij zich blijft verzetten tegen de door Julius Caesar aangewezen gouverneur. Hij vlucht uiteindelijk naar Sicilië. Einde van de Romeinse burgeroorlogen. Voor hij terugkeert naar Rome, draagt Caesar zijn gouverneurs op vrede te stichten in Hispania en de lokale stammen te straffen voor hun ontrouw. Opnieuw groeit de weerstand en de Romeinen blijven de volgende jaren last houden van opstanden. Julius Caesar adopteert Gaius Octavianus, hij krijgt de naam Gaius Julius Caesar Octavianus. Julius Caesar keert terug naar Rome als winnaar en krijgt de titels Pater Patriae en Dictator (3e keer) door het Senaat. Gnaeus Pompeius Magnus wordt op verzoek van Julius Caesar door het Senaat tot god verklaard. | |
| Julius Caesar veranderd de status van Tarraco dat eerder de hoofdstad van de provincie Tarraconensis was en nu een colonia van Romeinse burgers wordt. | ||
| 44 v.Chr. | Febr. Julius Caesar weigert het diadeem, aangeboden door Marcus Antonius, waarmee hij aangeeft niet de koning van Rome te willen worden. | |
| 15 mrt. Ides van Maart: Julius Caesar, dictator van Rome, wordt vermoord door drie Romeinse senators. Begin van het einde van de Romeinse Republiek en de stichting van het Romeinse Rijk. | ||
| Carthago Nova is de derde stad in Hispania, na Tarraco en Corduba, die werd verheven tot de rang van Romeinse kolonie met de naam Colonia Vrbs Iulia Nova Carthago (C.V.I.N.C.) gevormd door burgers onder Romeins recht. In dit proces van Romanisering herontwikkelde keizer Augustus de stad met een groot forum en een monumentaal Romeins theater. Tijdens het bewind van Tiberius werd het conventus iuridicus carthaginensis opgericht met zijn hoofdstad in de stad, binnen de provincie Tarraconensis. | ||
| 29 v.Chr. | Onder druk van invallen van Astures en Cántabros kwamen de Vacceos een laatste keer in opstand, net voor de Astur-Cantabrische oorlogen, om vervolgens te worden onderworpen door consul Titus Statilius Taurus. | |
| De Romeinen beginnen aan een campagne die uiteindelijk leidt tot de Cantabrische Oorlogen en de totale romanisering van het Iberisch Schiereiland. | ||
| tussen 27 en 19 v.Chr. | Militaire campagnes van Augustus tegen de Astures en de Cantabros. (Cantabrische Oorlogen) | |
| tussen 27 en 19 v.Chr. | Militaire campagnes van Augustus tegen de Astures en de Cantabros. (Cantabrische Oorlogen) | |
| 27 v.Chr. tot 14 n.Chr. | Keizer Augustus regeert over het Romeinse Rijk | |
| 27 v.Chr. | Begin van de Pax Romana, (Romeinse Vrede). | |
| Augustus richt de keizerlijke provincie Lusitania op. | ||
| 26 v.Chr. | Waarschijnlijk rond 26 v.Chr. kreeg het onder Romeins gezag staande Helike (het huidige Elche) de naam Colonia Iulia Ilici Augusta. | |
| 25 v.Chr. | Publius Carisio sticht de stad Augusta Emerita. | |
| 24 v.Chr. | Keizer Augustus meent de Cantabros en de Astures te hebben verslagen maar in werkelijheid zouden de Cantabrische oorlogen voortduren tot 19 v.Chr. | |
| 19 v.Chr. | Er wordt een nieuw kanaal bij de monding van de Guadalete gebouwd, gepromoot door de Gaditaanse patriciër Lucius Cornelius Balbus (minor). Gelijktijdig met de bouw van de Portus Gaditanus, de huidige stad El Puerto de Santa Maria, op de plaats waar de Via Augusta de rivier kruiste. | |
| De Romeinse generaal Lucio Sestio Quirinalo Albaniano liet rond 19 v.Chr. drie altaren (aras sestianas) bouwen als monument voor keizer Augustus. Ze herdenken de overwinningen van de Romeinse legioenen in de laatste campagnes van de Galicisch-Cantabrisch-Asturische oorlogen. Geheel Hispania is nu onderworpen door de Romeinen. | ||
| 14 v.Chr. | De Romeinen stichten de stad Caesaraugusta, dat we tegenwoordig Zaragoza noemen. |
1ste eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch schiereiland En het Romeinse Rijk | Malakka krijgt , volgens het Latijnse recht, de status van municipio (gemeente). | |
| Romeinen stichtten de stad Amaya, dat de hoofdstad van Cantabri (het latere Cantabria) werd. | ||
| 21 | Keltische burgeroorlog, geleid door Eduen Julius Sacrovir. | |
| 23 of 24 | Plinius de Oudere (Romeins, militair, letterkundige en amateur-wetenschapper) wordt geboren. Leeft tot 25 augustus 79. | |
| 41 -54 n.Chr. | Tiberius Claudius Caesar Augustus Germanicus, is keizer van het Romeinse Rijk. | |
| 63 n.Chr. | De Vacceos leveren rekruten voor de Ala II Flavia Hispanorum civium romanorum, een cavalerie-eenheid die werd opgericht en kantonneerde in het Romeinse legioenfort van Petavonium (het huidige Rosinos de Vidriales, Santibanez de Vidriales – Zamora). | |
| 69 -79 n.Chr. | Titus Flavius Vespasianus regeert over het Romeinse Rijk. | |
| 69 n.Chr. | Vespasianus, stelt na de stabilisering van de Romeinse veroveringen de bestuurlijke afdeling van Asturias vast. | |
| 74 n.Chr. | Gnaeus Pompeyo veranderd de naam van de Baskische nederzetting Iruña in Pompaelo wat later zal verbasteren tot Pamplona (Navarra). | |
| 75 n.Chr. | Vespasianus, geeft opdracht aan het Legio VII Gemina zich te vestigen in León, op het voormalige kamp van het Legio VI Victrix. Het blijft daar als permanent garnizoen tot aan het begin van de 5e eeuw. | |
| 87 |
Oude Rome, |
geboorte van Claudio Ptolemaeus, een Grieks astroloog, astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus. Hij overleed in 150 in Alexandrië. |
2e eeuw n Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Rome | Dit is (tot op heden) een vrij donkere eeuw, waarover weinig bekend is. | |
| 180 | Einde Pax Romana (Romeinse Vrede) | |
| 193 tot 197 | Romeinse burgeroorlog (Vijfkeizerjaar). | |
| 193 | Septimius Severus wordt verkozen als Keizer van het Romeinse Rijk (tot het jaar 211). | |
| De Romeinse keizers Pertinax en Didius Julianus worden vermoord. | ||
| 198 tot 217 | Antoninus ‘Caracalla’ regeert over het Romeinse Riijk | |
| Iberisch schiereiland | ||
| 193 | Toletum (Toledo) wordt veroverd door de Romeinen. | |
| 197 | Keizer Septimius Severus onderdrukte de notabelen van de steden, met name Augusta Emerita, die zich tussen 193 en 197 aanhanger hadden verklaard van zijn rivaal Clodius Albinus. |
3e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | ||
|---|---|---|---|---|
|
Iberisch Schiereiland en het Romeinse Rijk |
De stad Numancia wordt verlaten in deze eeuw en wordt pas in de 6e eeuw herbevolkt door de Visigoten. | |||
|
211 |
Keizer Caracalla, maakt een nieuwe administratieve indeling die maar kort zou duren. Hij verdeelt Hispania Citerior in twee delen en creëert zo de nieuwe provincies Hispania Nova Citerior en Asturiae-Calleciae. | |||
| 4 februari. Broers Caracalla en Geta worden samen keizer. | ||||
| December. Caracalla vermoordt zijn broer Geta en wordt alleen keizer. | ||||
| 217 | 8april. Macrinus en Diadumenianus worden samen keizer. | |||
| 218 | 8juni. Elagabalus wordt Romeins keizer. | |||
| 220 | San Lorenzo (Sint Laurentius) wordt rond deze tijd geboren in de stad Huesca. Hij sterft de martelaarsdood (verbrand op een rooster) in 268 in Rome. | |||
| 222 | 11 maart. Severus Alexander wordt Romeins keizer. | |||
| 235 | De Romeinse crisis van de derde eeuw, die duurde van 235 tot 284 zorgt voor grote verwarring over wie het recht heeft om keizer te zijn. | |||
| 238 | De provincie Tarraconensis, of Hispania Citerior, wordt heringesteld. Asturias en Gallaecia maken er opnieuw onderdeel van uit. | |||
| rond 249 | Basilides, de eerst bisschop van León en Astorga | |||
| 253 tot 260 | Publius Licinius Valerianus, bekend als Valerianus I was de Romeinse keizer. | |||
| 260 | Frankische inval van Hispania. | |||
| 253 tot 268 | Publius Licinius Egnatius Gallienus (218 – september 268) was van 253 tot 268 Romeins keizer, tot diens overlijden in 260 samen met zijn vader Valerianus I en gedurende een korte periode in het jaar 260 samen met zijn tweede zoon Saloninus. | |||
| Sept. 268 tot Jan. 270 | Marcus Aurelius Valerius Claudius (Claudius II)(10 mei 213/214 – januari 270) was keizer van Rome van september 268 tot januari 270. | |||
| 270 | Lucius Domitius Aurelianus (9 september 214/215 – september/oktober 275), kortweg Aurelianus genoemd, was een Romeins keizer van 270 tot september/oktober 275 en de tweede in een rij van verscheidene succesvolle “soldatenkeizers” die het Romeinse Rijk hielpen zijn macht te herwinnen aan het eind van de 3e en het begin van de 4e eeuw n.Chr. Hij was een succesvol generaal en het was voor een groot deel aan hem te danken dat het rijk niet verder in elkaar zakte. | |||
| 270 | Lucius Domitius Aurelianus (9 september 214/215 – september/oktober 275), kortweg Aurelianus genoemd, was een Romeins keizer van 270 tot september/oktober 275 en de tweede in een rij van verscheidene succesvolle “soldatenkeizers” die het Romeinse Rijk hielpen zijn macht te herwinnen aan het eind van de 3e en het begin van de 4e eeuw n.Chr. Hij was een succesvol generaal en het was voor een groot deel aan hem te danken dat het rijk niet verder in elkaar zakte. | |||
| 276 | Augustus. Marcus Aurelius Probus (232? – herfst 282) was een Romeins keizer van augustus 276 tot de herfst van 282. | |||
| 284 | 20 november. Gaius Aurelius Valerius Diocletianus (geboren als Diocles) (ca. 22 december 244 – 3 december 311) was Romeins keizer van 20 november 284 tot 1 mei 305. Hij was een belangrijke keizer die vooral bekend geworden is vanwege zijn bijzondere organisatorische talenten. | |||
| In dit jaar is het voor het eerst dat de Bagaudas (groepen opstandige boeren in Gallië) van zich laten horen. Later zullen zij zich ook in Hispania manifesteren. | ||||
| 286 | 21 juli. Marcus Aurelius Valerius Maximianus Herculius (ca. 250 – juli 310) was een Romeins keizer van 21 juli 286 tot 1 mei 305. Hij was mede keizer samen met Diocletianus. |
|||
| 293 | Gaius Flavius Valerius Constantius (31 maart 250? – Eboracum (nu: York), 25 juli 306), bekend als keizer Constantius I Chlorus, was van 293 tot 305 Caesar van de westelijke provincies van het Romeinse rijk. Op 1 mei 305 werd hij bevorderd tot Augustus. Hij werd Chlorus (de Bleke, bleekneus) genoemd door Byzantijnse historici. Hij was de vader van Constantijn de Grote, de grondlegger van het Christendom als staatsgodsdienst binnen het Romeinse Rijk. Net als veel legeraanvoerders en keizers van zijn tijd was Constantius afkomstig uit de Balkanprovincies binnen het Romeinse rijk (in zijn geval Illyria). Constantius was instrumenteel in het opnieuw vestigen van de Romeinse macht in het huidige zuiden van Nederland en België. | |||
| 300 | Braga wordt een bisdom. | |||
4e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | ||
|---|---|---|---|---|
| Iberisch schiereiland en het Romeinse Rijk | Keizer Diocletianus geeft bevel tot de vervolging van christenen. | |||
| 305 | Diocletianus en Maximianus worden afgezet. Constantius en Galerius worden Augusti. Maximinus wordt benoemd tot Caesar in het oosten en Severus in het westen. Het Romeinse Rijk wordt opgedeeld. | |||
| 318 | Arius wordt verbannen. | |||
| 325 | Het Eerste Concilie van Nicea vindt plaats. | |||
| 366 | Damasus, zoon van Antonius en Laurentia, geboren in het Conventus Bracarensisvan Gallaecia (in de buurt van de hedendaagse stad Guimarães), wordt benoemd tot Paus onder de naam Damasus I. (tot 383). | |||
| 378 | Slag bij Adrianople, de Visigoten verslaan in de slag de Romeinen. | |||
| 379 -395 | Theodosius I regeert over het Romeinse Rijk. | |||
| 384 tot 423 | Flavius Honorius (384 – 423) was heerser in het westen van het Romeinse Rijk, als medekeizer van zijn vader Theodosius van 393 tot 395 en als zelfstandig West-Romeins keizer van 395 tot 423. | |||
| 388 | Paternus wordt bisschop van het bisdom van Braga. | |||
| eind van deze eeuw | Het Romeinse Rijk op het Iberisch schiereiland wordt door de Germaanse invasies omvergeworpen. | |||
5e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 406 | Iberisch schiereiland en Romeinse Rijk | De Vandalen, Sueben en de Alanen steken massaal de bevroren Rijn over in dringen met grote kracht het Romeinse Rijk binnen. |
| 407 – 411 | Flavius Claudius Constantinus, bekend als Constantijn III was een Romeins keizer van voorjaar 407 tot 411. Hij kwam in opstand tegen de rechtmatige keizer Honorius en wordt derhalve een usurpator genoemd. | |
| 409 | Invasie in het noordwesten van het Iberisch Schiereiland (het Romeinse Gallaecia) door de Germaanse Sueben (Quaden en Marcomannen) onder bevel van koning Hermerico en vergezeld door de Buri. Het koninkrijk van de Sueben werd uiteindelijk erkend (Foedus) door de Romeinen. Het was het eerste koninkrijk dat zich losmaakte van het Romeinse Rijk waar munten werden gedrukt. Invasie van het Iberisch Schiereiland door de Germaanse Vandalen (Silingen en Asdingen) en de Samartaanse Alanen………………….. | |
| 410 | Rome wordt geplunderd door de Visigoten onder bevel van koning Alarik I. | |
| 411 | De Alanen veroveren Toletum (het latere Toledo). In een verdrag met de West-Romeinse keizer Flavius Augustus Honorius wordt Lusitania toegekend aan de Alanen, |
|
| Westelijk Gallaecia wordt via een foederati toebedeeld aan de Sueben, Terwijl het oosten van Gallaecia krijgen Asdingen. Baetica gaat naar de Silingen. | ||
| 412 | De Visigoten stichten het koninkrijk Tolosa (Toulouse). | |
| Koning Ataces van de Alanen veroverd Emerita Augusta (Merida). | ||
| 415 | Baquiarius, priester van Braga, schrijft zijn werk De fide, waarin hij schrijft over de ketterij van het priscillianisme. Begin van de invasie van het Iberisch Schiereiland door de Germaanse Visigotenonder leiding van koning Theodorid. Ze bereiken Aquitanië, op verzoek van de Romeinen. | |
| Ataúlfo roept Barcelona, in die tijd een belangrijke Visigotische stad, uit tot hoofdstad van de Visigotische staat. | ||
| 416 | De Romeinen laten de Visigoten (foederati in Gallië) overkomen naar Hispania om de eerder aangekomen stammen (Vandalen Sueben en Alanen) te pacificeren. | |
| 417 | Balconius wordt bisschop van Braga. | |
| 418 | De Visigoten vestigen zich als foederati van het Romeinse Rijk in de provincie Aquitane Secunda. | |
| De Alanen worden verslagen door de Visigoten. In deze slag komt koning Ataces van de Alanen om het leven. Waarna de Alanen koning Gunderico, van de Asdingo Vandalen, vragen om de troon van hun gestorven koning over te nemen. | ||
| Via een foedus krijgen de Visigoten de provincie Aquitaine Secunda van de West-Romeinen toebedeeld. Zij verlaten het Iberisch eiland. | ||
| 419 | De Asdingse Vandalen vallen de Sueben aan. Zij verzetten zich met hulp van de Romeinen. | |
| 425 | Cartagena wordt geplunderd en verwoest door de Vandalen voordat ze verder trokken naar Afrika. | |
| 426. | Koning Addac van de Alanen komt om in een slag tegen de Visigoten, hierna sluiten de meeste Alanen zich aan bij de Vandaalse koning Gunderik. Deze werd daardoor Rex Vandalorum et Alanorum (koning van zowel de Vandalen als Alanen). | |
| 427 | – Hydatius wordt ingewijd als bisschop van Aquae Flaviae (hedendaags Chaves). – Hydatids schreef een kroniek over zijn eigen leven, waardoor historici veel konden leren over Hispania in de 5e eeuw n.Ch. – De Vandalen veroveren het eiland Menorca. |
|
| 428 | De Alanen verslaan de Sueben en de Romeinen in de slag bij Mérida. | |
| 429 | De Vandalen en de Alanen verplaatsen zich naar Noord-Afrika, waar ze een nieuw koninkrijk stichten. De Buristam verdwijnt in het koninkrijk van de Sueben. | |
| 430 | Hermerico begint met het plunderen van nederzettingen in Gallaecia, die de Vandalen hebben verlaten | |
| 431 | Bisschop Idacio gaat naar Flavius Aëtius om hulp te vragen en op te treden tegen de Sueben, maar Aëtius stelde het sturen van de comes Censorius uit tot 432. | |
| 435 | Hermerico sluit “op bisschoppelijke interventie”, mogelijk die van Idacio, vrede met de Gallaeciërs. | |
| 438 | Hermerico, de eerste koning van de Sueben van Gallaecia, ondertekent het vredesverdrag met de bevolking van Galaicos en doet afstand van de troon. Requila volgt hem op. | |
| 448 | Rechila, sterft en laat het rijk na aan zijn zoon Rechiar die zijn christelijke geloof oplegt aan de Sueben. | |
| 451 | Thorismund wordt koning van de Visigoten. | |
| 452 | De Sueben veroveren delen van het Iberisch schiereiland (waaronder Zaragoza) | |
| 453 | Theodorik II wordt koning van de Visigoten. | |
| 454 | De Ibero-Romeinse bevolking vragen om hulp van koning Theodorik II tegen aanvallen van de Sueben. | |
| 455 | De bisschop van Rome krijgt de macht over het Westerse christendom wanneer hij zichzelf tot paus benoemt, onder de naam Leo I. | |
| 456 | Koning Theodorik II van de Visigoten verslaat de Sueben in de slag bij Orbigo en plundert hun hoofdstad Braga. Rechiar, koning van de Sueben wordt geëxecuteerd en er melden zich enkele kandidaten voor de troon, verdeeld over twee facties: één groep die Framta volgt en één groep die Aioulf volgt. Er wordt een grens getrokken bij de Miño, waarschijnlijk dankzij twee stammen, de Quadi en de Marcomanni, die samen het land van de Sueben vormden. | |
| 457 | Maldras wordt koning van alle Sueben. | |
| 459 | Na de dood van koning Maldras van de Sueben, ontstaat er een nieuwe scheiding tussen Frumar en Remismund. | |
| 461 | Keizer Majorianus verzameld een vloot van 45 schepen in de haven van Cartagena met de bedoeling het Vandalenrijk in Noord-Afrika binnen te vallen en terug te veroveren voor het rijk. De Slag bij Cartagena, waarbij de vloot van het Romeinse Westelijke en het Oostelijke rijk, met inbegrip van dat van de Visigoten, door de Vandalen van Genseric wordt vernietigd. |
|
| 462 | Hydatius, bisschop van Aquae Flaviae (hedendaags Chaves) wordt gevangengenomen door de Visigoten. | |
| 463 | Remismund verenigt de Sueben en wordt koning. | |
| 466 | Eurik wordt koning van de Visigoten. De Visigoten veroveren Zaragoza en lijven het in bij het koninkrijk Toulouse. |
|
| 468 | De Romeinse stad Conímbriga, in de buurt van het hedendaagse Coimbra, wordt geplunderd door de Sueben. Lusidius, Romeins gouverneur van Lissabon, geeft de stad over aan de Sueben. | |
| 469 | Teodemundo en Veremundo als koning van de Sueben. | |
| 470 | Hydatius, bisschop van Aquae Flaviae, sterft. Koning Eurik van de Visigoten verovert Zuid-Gallaecia en Lusitania tot aan de Sueben. | |
| 475 | Koning Eurik (die de verschillende groepen Visigoten verenigde) dwingt de Romeinse regering het Visigotische koninkrijk volledige onafhankelijkheid te gunnen. Ten tijde van zijn dood, waren de Visigoten de sterkste staat die het West-Romeinse Rijk opvolgde. | |
| 476 | Romulus Augustus, de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk, wordt afgezet wanneer het opperhoofd van de Germaanse Heruli, Odoacer, zichzelf tot koning van Italië uitroept. Deze datum wordt gezien als de dag van de val van het West-Romeinse Rijk, alsmede het einde van de Oudheid en het begin van de Middeleeuwen. | |
| 484 | Alarik II wordt koning van de Visigoten. |
6e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | ||
|---|---|---|---|---|
| 501 | Iberisch Schiereiland | Raad (Oecumenische Synode) van Braga. | ||
| 507 | In de slag bij Vouillé verslaan de Franken de Visigoten en krijgen de macht over Aquitanië. Koning Alarik II, die heel Hispania had veroverd, kwam om in de strijd. De Visigoten trokken zich tijdelijk terug naar Narbonne, maar niet veel later werd Alarik’s zoon, Amalarik, kind-koning en trokken de Visigoten zich terug over de Pyreneeën naar het Iberisch Schiereiland. Gesalec wordt koning van de Visigoten. | |||
| 511 | De Visigoten en de Ostrogoten worden herenigd dankzij Theodorik de Grote, die in Ravenna gezeteld was en als regent werkte voor Amalarik. Het centrum van de Visigotische macht verplaatste zich eerst naar Barcelona en daarna naar Toledo. (tot 526). | |||
| 526 | Alamaric wordt koning van de Visigoten. | |||
| 527 | Raad (Oecumenische Synode) van Toledo. | |||
| 531 | Theudis wordt koning van de Visigoten. | |||
| 537 | Profuturus wordt bisschop van Braga. | |||
| 541 | De Franken belegeren Zaragoza, maar veroveren de stad niet. | |||
| 542 | Uitbraak van de plaag die bekend staat als de Justiniaanse pestplaag uit Afrika en de gehele Middellandse-Zeekust van Europa trof tot het midden van de achtste eeuw. | |||
| 546 | De Byzantijnen verslaan Teudis in de slag Ceuta. Dit is een belangrijk bruggenhoofd voor Justinianus I om Hispania te veroveren. | |||
| 548 | Theudigisel wordt koning van de Visigoten. | |||
| 549 | Agila I wordt koning van de Visigoten. | |||
|
550 |
Chararik wordt koning van de Sueben. Sint Martinus van Braga, geboren in Pannonia arriveert in Gallaecia (gebied van de Sueben). Hij was de belangrijkste Iberische geschoolde van zijn tijd. Hij kreeg de kerk van Dume, waar hij een klooster bouwde. | |||
|
552 |
Volgens Isidore van Sevilla werd er in 552 een pact gesloten tussen de Visigotische edelman Atanagildo en Justinianus I waarin de eerste om militaire hulp vroeg om zijn rivaal, de Visigotische koning Agila I, te bestrijden. Het begin van de provincie Spania (Het Byzantijnse Rijk oftewel het Oost Romeinse Rijk op het Iberisch schiereiland.). |
|||
| De Byzantijnen veroveren Gades, het huidige Cádiz. | ||||
| 554 | Koning Agila werd gedood waarna de Visigoten Atanagildo tot koning van alle de Visigoten wordt verkozen. | |||
| 555 | Koning Atanagildo verslaat het Byzantijnse leger die zich terug te trekken naar de al veroverde kuststeden, waar de Byzantijnse provincie Spania werd gevestigd, die ook de Balearen omvatte. | |||
| 558 | Sint Martinus van Braga wordt bisschop van Dume. | |||
| 559 | Theodemar wordt koning van de Sueben. | |||
| 560 | Rond deze tijd werd de latere Bisschop Isidoro de Sevilla geboren. | |||
| 561 | Raad (Oecumenische Synode) van Braga. | |||
| 562 | Sint Martinus van Braga wordt bisschop van Braga. | |||
| 565 | Keizer Justinianua overlijdt. Dit betekend het einde van een vredige periode in de provincie Spania. Koning Atanagildo, en zijn opvolgers Liuva I en Leovigildo, bestoken met opeenvolgende veldtochten de Byzantijnse macht. | |||
| 567 | Liuva I wordt koning van de Visigoten. | |||
| 568 | Leovigildo wordt koning van de Visigoten. | |||
| 569 | Raad (Oecumenische Synode) van Lugo. | |||
| De Visigoten vestigen hun hoofdstad in Toledo. | ||||
| 570 | Miro wordt koning van de Sueben. Koning Leovigildo van de Visigoten begint militaire acties met het doel om heel Hispania te veroveren. | |||
| 572 | Raad (Oecumenische Synode) van Braga. | |||
| Koning Liuva I komt te overlijden, waarbij Leovigildo als alleenheerser achterbleef. Met hem kwam het einde van de provincie Spania in zicht. De heerschappij van deze monarch was vol militaire, politieke en religieuze conflicten, die hij met grote vaardigheid wist te overwinnen en hij slaagde erin een groot deel van de provincie Spania te veroveren. | ||||
| 574 | Leovigildo wordt tot koning van de Visigoten gekroond. Met scepter en andere koninklijke gewaden. Zijn hofhouding bevind zich in Sevilla. | |||
| Leovigildo neemt de Romeinse stad Amaia PAtricia in. Een stad gelegen in de beurt van de Peña Amaya. (La Lora) | ||||
| 583 | Na de dood van Miro, koning van de Sueben volgt Eborico, zijn zoon, hem op. | |||
| 584 | Eborico wordt door zijn zwager Andeca onttroond, die daarna het koningschap van de Sueben overneemt. | |||
| De Visigotische koning Leovigildo valt het koninkrijk van de Sueben binnen en verovert het. | ||||
| 585 | Andeca, de laatste koning van de Sueben, geeft zich pas een jaar later over aan koning Leovigild. Na zijn overgave verdwijnt deze tak van de Sueben in het Visigotische koninkrijk. | |||
| 586 | Recaredo wordt koning van de Visigoten. | |||
| 587 | Recaredo maakt een einde aan de kwestie rondom Arianisme, nadat hij bekeerd was tot het Katholicisme. Hij pleit voor een religieuze eenheid in heel Hispania | |||
| De Vascones vallen Aquitania binnen | ||||
| 589 | Pantardus wordt bisschop van Braga. | |||
| Koning Recaredo van de Visigoten bekeert zich tot het katholicisme | ||||
| Het 3e Concilie van Toledo vindt plaats. | ||||
7e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis | |
|---|---|---|---|
| 600 tot 610 | Iberisch Schiereiland | De Byzantijnen worden verdreven uit Hispania. Er zijn bronnen die zeggen dat Urci pas in 621 werd ‘bevrijd’. | |
| 601 | Liuva II wordt koning van de Visigoten. | ||
| 604 | Witteric wordt koning van de Visigoten. | ||
| 610 | Gundemar wordt koning van de Visigoten. | ||
| 611 | Sisebut wordt koning van de Visigoten, hij ondernam twee campagnes met gunstig resultaat; Malaga viel blijkbaar, want de bisschop van de belangrijke kuststad was aanwezig op het Tweede Visigotische Concilie van Sevilla in 619. Het jaar daarop werd Cartagena. | ||
| 615 | Cartagena wordt onder de naam Carthago Spartaria de hoofdstad van de Byzantijnse provincie Spania. | ||
| 621 | Swinthila wordt koning van de Visigoten. | ||
| 624 | De Visigoten veroveren de laatste grondgebieden van de Byzantijnen en het Baskenland en bezitten zo het gehele Iberische Schiereiland. Hier eindigt de aanwezigheid van het Byzantijnse Rijk op het Iberisch schiereiland. | ||
| 631 | Swinthila wordt koning van de Visigoten. | ||
| 633 | Julianus wordt bisschop van Braga. | ||
| 636 | Chintila wordt koning van de Visigoten. | ||
| 4 april, sterfdag van d Isidoro de Sevilla. | |||
| 640 | Tulga wordt koning van de Visigoten. | ||
| 641 | Chindasuinth wordt koning van de Visigoten. | ||
| 649 | Reccasuinth wordt koning van de Visigoten. | ||
| 653 | Potamius wordt bisschop van Braga. | ||
| 656 | Fructuosus van Braga wordt bisschop van Braga. | ||
| 663 | Raad (Oecumenische Synode) van Braga. | ||
| 672 | Wamba wordt koning van de Visigoten. | ||
| 675 | Leodegisius wordt bisschop van Braga. Raad (Oecumenische Synode) van Braga. | ||
| 680 | Erwig wordt koning van de Visigoten. | ||
| 681 | Liuva wordt bisschop van Braga. | ||
| 688 | Faustinus wordt bisschop van Braga. | ||
| 693 | Félix wordt bisschop van Braga. Hij was de laatste bisschop van Braga tot 1070, vanwege de Moorse invasie. Zijn opvolgers zaten niet in Braga, maar in Lugo (Galicia). | ||
| Het 16e Concilie van Toledo vindt plaats | |||
| 696 | De Omajjaden veroveren de stad Melilla. | ||
| 698 | De Arabieren vallen voor het eerst het zuiden van het Iberisch schiereiland binnen. Het zijn rooftochten die de Arabieren maken en ze keren daarna weer terug naar Afrika. | ||
8ste eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 701 |
Iberisch Schiereiland |
Wittiza wordt koning van de Visigoten. |
| 709 | De Omajjaden veroveren de stad Ceuta. | |
| 710 | Rodrigo wordt tot koning van de Visigoten gekozen. | |
| 711 | Na de dood van koning Witiza, kozen de edelen en bisschoppen Roderico (hertog van Bética), tot koning van het schiereiland (in de geschiedenis bekend als Don Rodrigo). De edelen van Witiza wilde echter dat Agila (Hertog van Tarragona) tot koning werd verkozen, waarop, Don Juan (graaf van Cueta) een pact vormen met de Arabieren. | |
| Islamitische Omajjaden (Moren: vooral Berbers met enkele Arabieren) trouw aan de emir van Damascus en onder leiding van de Berber Tariq ibn-Ziyad vallen het Iberisch Schiereiland binnen en veroveren het uiteindelijk (slag bij Guadalete (tussen 19 en 26 juli 711)), met uitzondering van het noordelijkste deel, Asturia. De Visigotische koning Rodrigo sterft in de strijd. | ||
| 712 | Tarik ben Ziyad vernietigd De Cantabrische (Romeinse stad) Amaia Patricia in de buurt van de Peña Amaya. (La Lora) | |
| 713 | Musa ibn Nusayr, leider van Noord-Afrika, verovert Medina-Sidonia, Sevilla, Mérida en Mértola. | |
| Niebla (in het huidige provincie Huelva) werd bezet door de Moslims en het werd een van hun kuras of coras. | ||
| Abd-al-Aziz veroverd Huelva. | ||
| 714 | De moslims, onder leiding van Musa ibn Nusair veroveren het centrale deel van Aragón. (Saraqusta en Wasqa, (Zaragoza (Medina al-Baida Saraqusta) en Huesca). | |
| Graaf Casio, stichter van de Banu Qasi dynastie, bekeerd zich tot de islam. | ||
| 715 | Al-Yalalika valt het zuiden van Galicia binnen. | |
| Abd al-Aziz krijgt de macht en vestigt de hoofdstad in Sevilla, waar hij trouwt met Egilona, de weduwe van de Visigotische koning Roderik. De kalief van de Omajjaden, Sulayman ibn Abd al-Malik, laat Abd el-Aziz vermoorden en verbant Musa ibn Nusayr naar het dorp in Jemen waar hij vandaan kwam. | ||
| 716 | Lissabon wordt veroverd door de Moren. | |
| Maart. Abd al-Aziz ibn Musa (zoon van Musa ibn Nusayr) is overleden. | ||
| 717 | Córdoba wordt de hoofdstad van de islamitische bezittingen in Al-Andalus. | |
| 718 | Pelayo sticht het koninkrijk Asturië. Dit wordt beschouwd als beginpunt van de Reconquista. | |
| 719 | Osca (het latere Huesca) wordt door de moslims veroverd. | |
| Lérida (destijds Lleida genaamd) capituleert voor Al Hur de 4e valli van al-Ándalus | ||
| 722. | Een sterk Moors leger wordt opgedragen Asturië te veroveren. Ze worden echter verslagen door Pelayo in de slag bij Covadonga. Dit wordt tegenwoordig beschouwt als de eerste belangrijke christelijke overwinning in de Reconquista. | |
| 732 | Abdul Rahman al Ghafiqi vertrek met zijn legers vanuit Septimania en verslaat in Vasconia, Odo de Grote de Aquitania, in de slag bij de rivier de Garonne. | |
| Carlos Martel weet de Arabische legers bij Poitiers te stoppen. | ||
| 737 | Koning Pelayo van Asturias sterft | |
| 739 – 757 | Alonso I ‘el Católico’ is koning van Asturias. | |
| 754 | Alonso I ‘el Católico’ heroverd Azemur (het huidige Zamora) op de Islamieten. | |
| 755 | September, ‘Abd al-Rahman land met zijn gevolg bij Almuñecar. | |
| 756 | Abd al-Rahman verslaat met steun van de jund of het Syrische leger van al-Ándalus de Abbasidische regering in de Slag bij Al-Musara en werd door zijn aanhangers tot emir van Al-Ándalus benoemd | |
| 761 | Twee religieuze mannen, Fromestano en zijn oom Máximo besloten in 761, op een paar kilometer van de Romeinse nederzetting Lucus Asturum, een kerk te stichten ter ere van Sint Vincent aan de oevers van de Romeinse weg die León – Pajares. | |
| Lugo de Llanera met elkaar verbond. Hiermee was het begin gemaakt van de stad Oviedo, de latere hoofdstad van Asturias. | ||
| 767 | Vanuit La Rioja vertrekt er een Arabische expeditie onder leiding van Abderramán I naar Álava. | |
| 773 | Abderramán verkondigd de politieke onafhankelijkheid voor het Emiraat van Córdoba | |
| 778 | De Slag bij Roncesvalles, hoewel geen echte veldslag maar meer een schermutseling, liet vele beroemde doden achter, onder wie de seneschalk Eggihard, de graaf van het paleis Anselm, en de graaf van de Bretonse mark, Roland. | |
| 784 | Rond deze tijd trouwt Musa Ibn Fortún met Oneca (weduwe van Íñigo Jiménez). | |
| 785 | Nadat de stad Gerona in opstand komt tegen de Arabische overheersing veroverd Karel de Grote Gerona definitief en breidden de Frankische controle uit tot de Catalaanse kuststreek. De bevolking van Gerona weet wel af te dwingen dat de toen gebruikelijke wetgeving voor hen bleef bestaan. | |
| 788 | Karel de Grote probeert, zonder succes Zaragoza terug te veroveren op de moslims. | |
|
792 |
Onder bevel van de generaal Abd al-Málik ben Mugith vallen de moslims Álava binnen en plunderen Llanada. | |
| 794 | De moslims onder leiding van Abd al-Karim vallen het gebied rond de tegenwoordige provincie Álava weer aan, maar werden later door Alfonso II in Lutos op Asturisch grondgebied verslagen. | |
| De moslims vernietigen de basiliek van Fruela I in Oviedo. | ||
| 795 | Karel de Grote richt het Marca Hispánica op, een groep van graafschappen aan de zuidzijde van de Pyreneeën. Deze diende als buffer om de aanvallen van de moslims tijdig te elimineren. | |
| 796 | ||
| 797 | In Toledo (Tulaytula, in het Arabisch) komt Mozarabische bevolking in opstand tegen het bewind van Alhakén I (emir van Córdoba). Amrus ben Yusuf decimeerde de plaatselijke bevolking waarmee de opstand werd bedwongen. | |
| Barcelona valt in handen van de Franken. Maar 2 jaar later heroveren de Umayyaden de stad. | ||
| Een eerste poging om de stad Osca (Huesca) op de moslims te heroveren, onder leiding van Lodewijk, de zoon van Karel de Grote, mislukt. Ook de daaropvolgende pogingen in 799, 801, 811 en 812 mislukken. | ||
| 798 | Borrel van Osona wordt door de Franken benoemd tot graaf van Urgel en Cerdaña. | |
| 799 | Karel de Grote veroverde op een onbekende datum Corsica en Sardinië en in 799 de Balearen. | |
| Emir Hisham I van Códoba benoemd Mutarrif (zoon Van Musa ibn Musa) tot gouverneur van Pamplona, die in 799 in de stad werd vermoord. |
9e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 801 | Iberisch schiereiland | Lodeijk van Aquitania (zoon van Karel de Grote) veroverd na een beleg van twee jaar Barcelona definitief. |
| Onder leiding van prins Moawia, broer van de Emir, die Álava en Castilla aanviel, maar het moslimleger viel, in de buurt van Miranda, in een hinderlaag voorbereid door de Alavesen; het was de slag om Lapuebla de Arganzón. | ||
| 802 | Tutela wordt versterkt (en opnieuw gesticht onder de naam Al-Tutili) door Amrus ben Yusuf, die door Emir Al-Hakam I was aangesteld als gouverneur van de Marca Superior. | |
| 809 | Tarragona wordt ingenomen door de Franken (¿waarschijnlijk?) | |
| rond 810 | Gracía Íñiguez, latere koning van Pamplona wordt geboren. | |
| 811 | In Toledo (Tulaytula, in het Arabisch) komt Mozarabische bevolking in opstand tegen het bewind van de emir van Córdoba. | |
| Tortosa valt in handen van de Franken | ||
| 814 | Pelayo de Kluizenaar herontdekt het graf van Santiago, nadat hij vreemde lichten aan de nachtelijke hemel, boven het bos van Libredón, had waargenomen. | |
| 817 | Abd al-Rahman II, die zijn residentie in Saragossa had bespreekt de vredesonderhandelingen met Lodewijk de Vrome. | |
| 820 | Aznar I Galíndez (eerder graaf van Aragón) wordt graaf van Urgel en Cerdaña. | |
| 821 | 13 0ktober De basiliek van San Salvador (oviedo) wordt waarschijnlijk op deze datum ingewijd. | |
| 822 | De meest gewelddadige aanval ooit in Álava vindt plaatst in de zomer van dit jaar. Via een kloof genaamd Guerniq vallen de moslims onder leiding van Abd al-Karim een vlakte binnen alwaar zich de opslagplaatsen en voorraden van de Visigoten bevinden. Deze worden geheel geplunderd. | |
| 825 | 25 juni. Er zijn aanwijzingen die zeggen dat Abderrahmán II de stad Murcia sticht. | |
| Augustus. Cordovaanse troepen onder leiding van Ubayd Allah, met de medewerking van de vazallen van Pamplona, vallen Álava binnen en vernietigen de christelijke strijdkrachten op de berg van Madchus. | ||
| 829 | In Toledo (Tulaytula, in het Arabisch) komt Mozarabische bevolking in opstand tegen het bewind van de emir van Córdoba. | |
| In Compostela wordt op de plaatst waar nu de kathedraal staat voor het eerst een kapel gebouwd in opdracht van Alfonso III de Asturias. | ||
| 832 | Galindo I Aznárez erft het graafschap Urgel en Cerdaña van zijn vader Aznar I Galíndez (hij is graaf tot 834). | |
| 834 | Lodewijk de Vrome wijst Sunifredo I van Urgel aan als Graaf van Urgel. | |
| 838 | Galindo I Aznárez wordt verdreven uit het graafschap Urgel en Cerdaña. Sunifredo zou de zoon zijn van Borrell van Osona. | |
| 842 | De laatste razzia tegen Álava tijdens het bewiond van Alfonso II. Tevens het jaar waarin deze Asturiaanse koning sterft. | |
| Het Paleis van Ramiro I op de berg van Naranco wordt voltooid. Zie Santa María del Naranco. | ||
| 843 | Opstand tegen de Emir van Córdoba geleid door Musa ibn Musa (Banu Qasi) samen met García Íñiguez. | |
| 844 | Slag bij Clavijo (mythische/legendarisch veldslag geleid door Ramiro I). | |
| Sunifredo I, eerder aangewezen als graaf van Urgel en Cerdaña, wordt door de Frankische koning Karel de Kale aangewezen als graaf van Barcelona, Gerona, Narbonne, Nîmes, Agde, Besiers en Magalona. | ||
| 848 | Salomón de Urgel-Cerdaña wordt graaf van Irgel-Cerdaña. | |
| Het Paleis van Ramiro I op de berg van Naranco wordt deels ingewijd als kerk. Zie Santa María del Naranco | ||
| 851/852 | García Íñiguez neemt de troon van zijn vader Íñigo Arista over (Pamplona) | |
| 852 | Eerste Slag bij Albelda (Ordoño I samen met García Íñiguez). | |
| Mohamed I van Córdoba roept Musa ibn Musa uit tot gouverneur van Arnedo, Tudela en Zaragoza. | ||
| Zaragoza wordt de hoofdstad van de dynastie van Banu Qasi. | ||
| 859 | Tweede Slag bij Albelda | |
| 860 | Zoon van García Íñiguez, Fortún Garcés wordt gevangen genomen en wordt meer dan 20 jaar lang in ballingschap gehouden in Córdoba. | |
| 863 | Het leger onder leiding van generaal Abd al-Málik ibn al-Abbás valt het gebied van Álava binnen, en verwoestte het wederom. | |
| 867 | Prins Al-Hakkam valt opnieuw Álava aan en bezette het kasteel van Guerniq (of Yarniq), op dezelfde wijze als de campagne van 823. | |
| 869 | Alfonzo III de Asturias trouwt met Jimena Garcés. | |
| 870 | Karel de Kale (koning de Franken) schenkt het graafschap Urgel en Cerdaña aan Wilfredo I ‘el Velloso’. | |
| Begin van de Iñiguez dynastieie (koninkrijk Pamplona). | ||
| Suniario I zoon van Wifredo I, geboren († 950) | ||
| 872 | Het graafschap Pallars splits zich af van het graafschap Toulouse. De eerste graaf is Ramón I de Ribagorza y Pallars. | |
| De Banu Qasi kwamen in opstand tegen het emiraat Córdoba met de min of meer heimelijke hulp van García Iñíguez. | ||
| 872 tot 1410 | Het Huis van Barcelona | |
| 874 | Wifredo II zoon van Wifredo I, geboren († 911). | |
| 878 en 879 | De emir al-Mundir in 878 en 879 voert aanvallen uit op Pamplona en Tudela, waarbij hij velden plunderde omdat hij geen steden kon bezetten die onder het bewind van zijn neven stonden. | |
| 882 | Het Cordovaanse leger trekt weer op tegen Álava en vertrok vanuit La Rioja. De moslims probeerden binnen te komen via Castro Cellorigo maar werden afgewezen door graaf Vela Jiménez, tweede graaf van Álava; kort daarna probeerden ze het via Pancorbo, dat mislukten ook. In 883 wordt het resultaat van het voorgaande jaar herhaald, met dezelfde kandidaten. Het is het laatste jaar van de periodiek terugkerende razzia’s. Álava bevrijdt zich van de constante razzia’s, met uitzondering van die van Almanzor in het jaar 1000. Door de afname van de razzia’s werd de grens versterkt en begon men, in de tijd van koning Alfonso III van Asturias, aan de herbevolking van het gebied. | |
| 884 | De emir Mohammed I van Códoba koopt Zaragoza van de Banu Qasi voor 15.000 gouden dinar. | |
| Er bestond al een nederzetting op de plek waar zich nu de stad Burgos is te vinden. Maar de werkelijke stichting van de stad vond plaats in dit jaar 884 door graaf Diego Rodríguez Porcelos. | ||
| 893 | Alfonso III de Asturias herbevolkt opnieuw de stad Zamora met mozaraben uit Toledo en omringde het met muren en voorzag het zelfs van paleizen en baden, waardoor het, vanwege zijn ligging en kenmerken, de belangrijkste vestingstad van de christelijke koninkrijken werd. | |
| c. 895 | Geboorte van Sancho Ordoñez | |
| 897 |
Wifredo ‘el Velloso’ overlijdt. |
|
| 899 | In opdracht van Alfronso III de Asturias wordt er een nieuwe, pre-romaanse kerk in Santiago de Compostela gebouwd. Deze werd gebouwd op de plaats waar voorheen de kapel stond die was gebouwd in opdracht van Alfonso II van Asturias. |
10e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 903 | Iberisch schiereiland | Moslims vestigen zich definitief op het eiland Menorca (Kalifaat van Córdoba) |
| 905 | Einde Iñiguez dynastie die wordt opgevolgd door de Jimena dynastie (Koninkrijk Pamplona) | |
| 910 – 914 | García I de León vestigde zijn hof gedurende vier jaar in Astorga )tot aan zijn dood in 914). | |
| 914, 19 januari | Ordoño wordt tot koning van Asturias en León uitgeroepen. Hij verplaatst het Hof naar León. | |
| 920 | Ramón I de Pallars y Ribagorza sterft, zijn zonen, Miró en Bernardo Unifredo regeerden over Ribagorza, terwijl Isarn en Lope samen het bestuur voerden over Pallars. | |
| Na een gezamenlijk offensief van de koningen Sancho I en Ordoño II in de buurt van Valtierra, viel de gouverneur van de stad Tudela het kasteel de Cárcar aan op bevel van Abderramán III. | ||
| 924 | Medio juni, Ordoño II overlijd, zijn koninkrijk León wordt door zijn broer Freula II overgenomen. | |
| 926 | Alfonso Froilaz wordt door zijn neven Alfonso, Ramiro en Sancho van de troon verdreven. | |
| Sancho Ordóñez wordt koning van Galicia. | ||
| Alfonso IV wordt koning van León. | ||
| Ramiro Ordónez wordt koning van het noordelijke deel van wat nu Portugal is. | ||
| 927 | De Omajjaden van al-Ándalus veroveren Melilla. | |
| 929 | Abderramán III kondigt officieel het califaat van Córdoba aan, dit betekend dat zij definitief onafhankelijk van Bagdad verder gaan……. | |
| 10 juni, Sancho Ordóñez overleden | ||
| 930 | Burgos wordt de hoofdstad van het graafschap Castilla. | |
| 931, 6 november | Alfonso IV doet, na de dood van zijn vrouw Oneca, afstand van de troon waarna Ramiro II de León tot koning wordt gekroond. | |
| 932 | Ramiro II veroverd Margerit (huidige Madrid) op Omajjaden | |
| juli. Abd al-Rahman III slaat na een beleg van twee jaar de inheemse opstand van de stad Toledo neer en bracht haar onder de heerschappij van het Kalifaat van Córdoba. | ||
| eind of begin 933. Alfonso IV, met medewerking van de edelen van Castilla en de drie zonen van de overleden koning Fruela, doet een greep naar de stad Leon te doen. | ||
| 939 | Slag bij Simancas, gewonnen door Ramiro II de León. | |
| 939 (1-6 augustus) | De slag om Simancas, Ramiro II verslaat in één van de meest belangrijke veldslagen in de geschiedenis van Spanje het islamitische leger van Abd al-Rahman III. | |
| 946 | Borrel II, zoon van Suniario I, geboren († 992) | |
| 955 | Abderramán III sticht de stad Al-Mariya (Almería) en begint met de bouw van het Alcazaba dat werd voltooid in de 11e eeuw. | |
| 960 | Borrel II roept zichzelf uit tot prins van Tarragona. | |
| 961-976 | Kalifaat Córdoba. Bewind van Alhaken II | |
| 972 | Ramón Borrell, zoon van Borrell II, geboren († 1017). | |
| 976 | Dood van Alhaken II, de tweede kalief van de Omajjaden, | |
| 981 | Almanzor (Andalusisch militair en politiek figuur) doet voor het eerst een aanval op Zamora. | |
| Bermudo Ordóñez (de latere Bermudo II de León) roept zichzelf uit tot koning van Galicia. | ||
| 985 | Almanzor (Al-Mansur) valt Barcelona aan. | |
| 987 | Almanzor (Andalusisch militair en politiek figuur) valt Coimbra aan en laat het daarna als een verlaten stad. Hij plundert León. | |
| 988 | Almanzor (Andalusisch militair en politiek figuur) trekt op tegen León en verwoest daarbij alles wat hij op zijn weg daar naartoe tegenkomt. Hij plundert León. | |
| 994 | Almanzor plundert León voor de tweede maal | |
| 996 | Almanzor plundert León voor de derde maal. | |
| 997 | Almanzor vernietigd op zijn weg naar Salamanca, Zamora voor de tweede keer. Zo ook León en Astorga. Ook vernietigde hij Santiago de Compostela maar het graf van de heilige Santiago werd gerespecteerd. | |
| 999 | Almanzor (al-Mansur) sticht de stad Qunka (Cuenca). | |
| 999 – 1028 | Regentschap Alfonso V de León ‘el Noble’ |
11e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch schiereiland | ||
| 1002 | Slag bij Calatañazor waarbij Almanzor (kalifaat Córdoba) gedood wordt. | |
| 1005 | Berenguer Ramón I, zoon van Ramón Borrell II, geboren († 1035) | |
| 1008 | Op veertien jarige leeftijd (volwassenheid) wordt Alfonso V koning van het koninkrijk León. | |
| 1010 | Armengol II el Peregrino (1010-1038). Graaf van Urgel. (1010-1038 (1ste dynastie van Urgel)) | |
| Graaf Suniarius I van Pallrs sterft. En het graafschap Pallars splits zich op in het graafschap Pallars alto en het graafschap Pallars bajo. | ||
| 1013 | Zawi ben Ziri, stichtte de Taifa van Granada en werd zodoende de eerste Emir van deze taifa. In hetzelfde jaar stichtte hij ook de nieuwe stad Madinat Garnata rond het bestaande kasteel. | |
| 1017 | De Fuero de León wordt van kracht. Het is een wettelijke bevestiging van het feodalisme in León en verstevigd daarmee de macht van koning Alfonso V. | |
| Tussen 26 januari en 7 augustus werd Bermudo III de León geboren. | ||
| In dit jaar overlijdt graaf Sancho García van Castilla en erft García Sánchez, op zeven jarige leeftijd, het graafschap. | ||
| 1023 | Ramón Berenguer I, zoon van Berenguer Ramón I, geboren († 1076) | |
| 1028 | 7 augustus, Alfonso V stierf tijdens de belegering van Viseu en wordt opgevolgd door zijn elf jarige zoon Bermudo III de León. | |
| 15 november, de naam Bermudo III de León verschijnt voor het eerst op een document waarmee hij een donatie doet aan de kathedraal van Santiago (aan zijn peetvader, bisschop Vistruario). | ||
| 1031 | Het kalifaat van Córdoba valt uiteen. Er vormen zich verscheidenen Taifa Koninkrijken die nogal vijandig tegenover elkaar staan. | |
| Cuenca wordt geïntrigeerd in de Taifa van Toledo. | ||
| 1033 | Alfonso VII de León verleend de eerste. | |
| 1035 | Palencia. De iglesia de San Antolín (gerestaureerd op de ruïnes van de ou.de tempel) wordt ingewijd door Sancho III ‘el Mayor’ en enige bischoppen. | |
| 13 november. Het graafschap Aragon ..wordt opgericht als een onafhankelijk koninkrijk. | ||
| 1036 | Armengol III de Urgel veroverd Santa Liña | |
| 1037 | Koning Bermudo III van Léon overlijdt op het slagveld in zijn strijd tegen zijn zwager Fernando I, die, omdat Bermudo geen kinderen heeft, het koningschap van León overneemt. Op deze manier wordt het koninkrijk León en het graafschap Castilla verenigd. | |
| Koning García Sánchez III van Pamplona, schenkt Sámano en Castro-Urdiales, naast andere gebieden, met de bijbehorende heerlijkheden, aan zijn vrouw Estefanía; In 1102, ter gelegenheid van het bezoek van de bisschop van Burgos, komt het voor in een document onder de naam Castrum Ordiales. | ||
| In het koninkrijk León wordt de tenure als bestuursvorm ingesteld. | ||
| 1038 | Armengol III de Barbastro (1038-1065). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel) | |
| Artesa de Segre werd aan verkocht Arnal Mir de Tost | ||
| 1046 – 1051 | (Waarschijnlijk) Gedurende deze periode werd Tudela de hoofdstad van een onafhankelijke taifa voor een korte periode van ongeveer 5 jaar, waarin het zijn eigen muntslag sloeg. | |
| 1050 | Armengol III de Urgel veroverd Cubells en Camarasa | |
| 1053 | Berenguer Ramón II, zoon van Ramón Berenguer II, geboren († 1097) | |
| 1054 | De slag om Atapuerca. Fernando I wint de slag tegen zijn broer, koning Garcia Sanchez III de Navarra. Garcia sterft tijdens de slag en Fernando lijft de regio Montes de Oca in. | |
| 1055 | Fernando I de León herbouwd de stad Zamora en noemt het “el bien cerrado” (de goed afgesloten stad). | |
| 1060 | De christenen veroveren het Kasteel van Gormaz (Soria) | |
| 1063 | Slag bij Graus, waarbij Sancho II de Castilla de taifa-koning van Zaragoza hielp in de strijd tegen Ramiro I de Aragón. | |
| 1064 | Sancho I Ramírez onderneemt met de hulp van kruisvaarders uit Frankrijk de kruistocht van Barbastro, dat eindigde met de verovering van Barbastro. | |
| 1065 | Armengol IV de Gerp (1065-1092). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel) | |
| Fernando I de León (en graaf van Castilla) overlijdt en verdeeld zijn eigendommen. De eerstgeborene Sancho II krijgt Castilla dat daarmee een koninkrijk wordt, en Alfonso VI erft León. | ||
| Garcia II regeert tot 1071 over het koninkrijk Galicia. | ||
| 1068 | Slag om Llantada, waar het talent van ‘El Cid‘ boven komt drijven. | |
| Sancho Ramírez deed een donatie aan de paus en probeerde daarmee zijn positie, ten opzichte van zijn vijandige buren, die soms tegen hem samenspande, te versterken. | ||
| 1069 | In dit jaar vindt de oorsprong van de kathedraal van Astorga plaats, gewijd aan Santa María, toen een eerste tempel werd ingewijd door bisschop Pedro Núñez. Later werd het herbouwd in 1087, onder bisschop Osmundo, en in de 13e eeuw, onder bisschop Pedro Fernández. Deze laatste verbouwing vormde de basis voor de definitieve uitbreiding, waarmee in 1471 werd begonnen. Vanaf dat moment ging het werk door tot in de 18e eeuw, waardoor het ontwerp gotische, renaissance en barokke elementen combineert. | |
| 1072 | Slag om Golpejera, waarna Alfonso VI gevangen werd genomen en Sancho de macht over León en Galicia overnam en Sancho II van León werd | |
| Sancho II de Castilla wordt vermoord en Alfonso VI de león erft Castilla. | ||
| Alfonso VI gaf de graaf van Valladolid, Pedro Ansúrez, in 1072 de heerlijkheid van de stad en vanaf dat moment begon de stad te groeien. | ||
| 1075 | Onder het bewind van Alfonso VI van Castilla (1040-1109) en onder beschermheerschap van bisschop Diego Peláez wordt er begonnen aan de bouw van de huidige kathedraal van Santiago de Compostela. | |
| 1076 | Het koninkrijk Navarra veroverd de stad Garray. | |
| Koning Sancho Garcés IV van Pamplona wordt vermoord. Hij was het slachtoffer van intriges door toedoen van zijn broers. Hierna wordt het koninkrijk verdeeld over de koninkrijken Aragón en Castilla. | ||
| 1077 | Sancho Ramirez geeft de stad Jaca zijn stadsrechten. | |
| 1078 | Armengol IV de Urgel veroverd de sierra de Almenara | |
| 1079 | De Castilianen nemen Coria in. | |
| 1083 | Alfonso VI de León heroverd Madrid. | |
| 1082 | Ramón Berenguer III, zoon van Berenguer Ramón II, geboren († 1131) | |
| 1084 | 14 augustus. Slag bij Morella ook wel bekend als de Slag bij Olocau. | |
| september. De Almoraviden onder leiding van Tamim al-Mu’izz, zoon van Ibn Tašufin, heroverd Ceuta op de christenen. | ||
| 1085 | 6 mei. De Taifa van Toledo geeft zich over aan Alfonso VI de León, die op 25 mei Toledo binnentrekt. | |
| 1086 | De Almoraviden trekken het Iberisch schiereiland binnen. | |
| 23 oktober: Slag bij Sagrajas (of Zalaca). Het leger van Alfonso VI wordt verslagen door de Almoraviden. | ||
| 1089 | Monzón wordt door Aragón veroverd. | |
| 1090 | Garcia I van Galicia overlijd op 22 maart. | |
| 1091 | 27 maart. Nemen de Almoraviden Córdoba in, waarvan de verdediging werd geleid door een van de zonen van de emir van Sevilla, die daar omkwam. | |
| 9 mei. De Almoravieden nemen Carmona in. | ||
| Aragón bouwde het kasteel van El Castellar, tussen Zaragosa en Tudela. En Sancho Ramirez begint met de belegering van de stad Huesca. | ||
| 1092 |
Armengol V de Mollerusa (1092-1102). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel) |
|
| 1094 | Koning Sancho Ramírez, tweede koning van Aragón, sterft voor de muren van Huesca bij een poging om de stad te heroveren, toen hij door een pijl werd getroffen. Pedro I de Aragón volgt hem op. | |
| 17 juni: Rodrigo Díaz de Vivar (bijgenaamd El Cid Campeador) veroverd Valencia op de Almoraviden. Daarna proberen de Almoraviden Valencia nog eens te heroveren maar ook dat mislukt. | ||
| 1095 | Alfonso VI de Castilla kent in het jaar 1095 de Fuero de Logroño (stadsrechten) toe aan wat toen nog een klein dorp was. | |
| 1096 | Huesca wordt ingenomen door Pedro I van Aragón, die Al-Musta’in II van Saragossa versloeg in de Slag bij Alcoraz. | |
| 1097 | Slag bij Bairén: De Almoraviden (proberen Valencia te heroveren) onder leiding van Muhammad ibn Tašufín maar worden opnieuw verslagen door El Campeador met medewerking van het leger van Pedro I van Aragón. | |
| Slag bij Bairén: Rodrigo Díaz de Vivar stuurde zijn enige zoon, Diego Rodríguez, om aan de zijde van Alfonso VI tegen de Almoraviden te vechten; de troepen van Alfonso VI werden verslagen en Diego verloor zijn leven in de Slag bij Consuegra. | ||
| 1098 | El Cid veroverde definitief de imposante vestingstad Sagunto, waarmee hij zijn heerschappij consolideerde over wat voorheen de Taifa van Balansiya was geweest. | |
| 1099 | Rodrigo Diíaz de Vivar ‘el Cid’ komt te overlijden. De Almoraviden nemen in juni Consuegra in en een groot deel van de forten die de regio beschermden, maar ze slaagden er niet in Toledo in te nemen, dat ze het jaar daarop aanvielen. | |
12e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1100 | Iberisch schiereiland | De Aragonezen veroveren Barbastro. |
| 1101 | Pedro I de Aragón neemt Barbastro en Sariñena in. | |
| 1102 | Armengol VI de Castilla (1102-1154). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel) | |
| De Almoraviden heroveren (na de dood van El Cid 1099) wederom de regio Valencia. | ||
| Raimundo de Borgoña trekt in opdracht van zijn schoonvader Alfonso VI met een grote groep kolonisten naar Salamanca. | ||
| 1104 | Pedro I de Aragón neemt Tamarite de Litera in. | |
| Heerschappij van Alfonso I “el Batallador” (1104- 1134). | ||
| 1105 | Pedro Ansurez (graaf van Salsaña en van Casrrión) veroverd in naam van Armengol VI de Urgel, Balaguer dat later de hoofdstad van het graafschap Urgel wordt. | |
| 1107 | Sigurd I was ook de eerste Europese koning die op kruistocht ging. Hij vertrok uit Noorwegen in 1107 en vocht tegen de Moslims in Spanje, Lissabon, de Balearen en Palestina. | |
| 1108 | Almoraviden winnen de slag bij Uclés en Cuenca komt onder controle van de Almoraviden te staan. | |
| 1109 | 14 augustus. Almoraviden nemen het fort van Talavera in nadat zij de grachten van het fort gedeeltelijk leeggehaald hadden. | |
| 1110 | Het Koninkrijk Pamplona wordt hersteld, nadat het verdeeld was over de koninkrijken Castilla en Aragón. | |
| 1111 | Sir ibn Abu Bakr voert in de late lente van 1111 een offensief uit in de meest westelijke regio’s: hij heroverde Badajoz, dat in opstand was gekomen, en Lissabon en nam Sintra, Évora en Santarém. | |
| 1114 | De Catalanen, Genuezen en Pisanen (Rep. Pisa) stuurden een expeditie naar Mallorca. Ramon Berenguer III voerde het bevel over de expeditie, die bijna het hele jaar duurde. De christenen namen Mallorca in april van het volgende jaar in. Nadat ze het hadden geplunderd en een groot bloedbad hadden aangericht, trokken ze zich terug. | |
| 30 juni. Alfonso VI de Leon onverlijdt. | ||
| Álvar Fáñez, generaal van het Castiliaanse leger, overlijdt in Segovia. | ||
| 1115 | Eind april, begin mei. Ramon Berenguer, keerde terug van Mallorca en heft het beleg van zijn hoofdstad op en dwong de Almoraviden zich terug te trekken. | |
| 1117 | Tarragona wordt door het graafschap Barcelona ingenomen. | |
| Onbedachtzame burgerlijke opstand tegen aartsbisschop Gelmírez en koningin Urraca. | ||
| 1118 | Alfonso VII de León consolideerd de Fueros van Toledo (toegekend door Alfonso VI de León) in het Fuero de 1118. | |
| 3 mei. De aartsbisschop van Toledo, Bernardo de Sedirac, de islamitische stad Alcalá la Vieja (of Alkal’a Nahar) voor Castilla. | ||
| 22 mei (of 18 december?). Alfonso I ‘el Batallador’ veroverd met hulp van zijn Occitaanse bondgenoten en Frankische kruisvaarders de stad Saragossa (Zaragoza). | ||
| Rond 1118 wordt Alcalá de Henares op de moslims heroverd | ||
| 1119 | Almoraviden veroveren Coria op de Castilianen. | |
| Alfonso I ‘el Batallador’ veroverd Tuleda op de Almoraviden, met een leger van Pamplona, Aragón en Franse kruisvaarders. | ||
| 1120 | Juni of Juli. Slag bij Cutanda. | |
| De kathedraal van Santiago ontvangt uit handen van Paus Calixto II de pauselijke oorkonde “Omnipotentis Dispositione”. Deze bestond uit de voorlopige overdracht van aartsbisschopszetel van Mérida, aan Santiago de Compostela, welke daarvoor de eerste was onder moslimbeheer. | ||
| 1122 | Alfonso I ‘ el Batallador’ veroverd Daroca op de Almoraviden. | |
| De bouw van de kathedraal van Santiago werd verschillende keren onderbroken en volgens het Liber Sancti Iacobi werd de laatste steen gelegd in 1122. Maar de bouw was zeker niet voltooid. | ||
| Tussen 1124 en 1135 | Rotrou III, graaf van Perche, een van de belangrijkste bondgenoten van Alfonso I ‘ el Batallador’ tijdens de campagne van de veroveringen in het midden van de Ebro-vallei, wordt beloond voor zijn diensten door van 1124 tot 1135 de heerlijkheid Tudela te krijgen. | |
| 1126 | Alfonso VII erft, na het overlijden van zijn moeder Urraca, Castilla y León. | |
| 1127 | Dona Teresa van Portugal krijgt de jurisdictie over de stad Orense kreeg, die ze (Portugal) tot 1628 zouden houden. | |
| 1128 | Alfonso I ‘el Batallador’ veroverd Castilnuevo en Molina op de Almoraviden. | |
| 1129 | Alfonso I ‘el Batallador’ veroverd de regio Valencia op de Almoraviden en versloeg hij een groot leger van hen bij Alcira of Cullera. | |
| 1134 | Soria wordt definitief aan het koninkrijk Castilla toegevoegd. | |
| Alfonso VII de León trekt op tegen Zaragoza waarbij Ramiro II op de vlucht slaat. | ||
| Alfonso I van Aragón komt te overlijden aan zijn verwondingen in de slag om Fraga die gewonnen werd door de Almoraviden. | ||
| 1136 | Op 29 juni 1136 werd Petronila van Aragón geboren, dochter van Ramiro II en Inés de Poitou, de toekomstige koningin van Aragón en gravin van Barcelona. | |
| De Almoraviden veroveren Mequinenza. | ||
|
1139 |
Het graafschap Portugal scheidde zich af om in 1139 het onafhankelijke Koninkrijk Portugal. | |
| 1144 tot 1170 | Tweede Taifa koninkrijken. | |
| 1145 | De eerst Almohaden landen op het Iberisch schiereiland. | |
| 1146 | Slag van al-Luŷŷ, in de buurt van Albacete, dat de Levantijnse koning Sayf al-Dawla (Zafadola) zijn kroon en zijn leven kostte, gedood door soldaten van het koninkrijk Castilla. | |
| Op verzoek van ibn Qasi, heer van de taifa van Mértola, komt het eerst militaire contigent naar al-Ándalus. En Alfonso VII van León, die op dat moment een Almoravidische generaal in Córdoba belegerde, gaf de belegering op toen hij het nieuws in mei vernam. | ||
| 1147 | januari. Alfonso VII veroverd Calatrava op de Almoraviden. | |
| 17 oktober. Alfonso VII de León veroverd samen met Navarra en Aragón de stad Almería. | ||
| Het Almohaden Kalifaat, een moslimstaat geregeerd door een Berberse dynastie die van 1147 tot 1269 Noord-Afrika en het zuidelijke Iberische schiereiland domineerde. | ||
| De Almoravidenvloot onderwerpt Cádiz aan het gezag van de kalief van de Almoraviden. | ||
| 1148 | januari De Almohaden en hun bondgenoten Sevilla en de Almoraviden verschansten zich in Carmona. | |
| 1150 | Lérida, ontvangt zijn stadsrechten, waarbij Guillem Ramon I de Montcada, tot heer van de stad werd benoemd. | |
| De heren van Ronda, Jerez, Badajoz, Tavira, Beja, Évora en Niebla erkennen het gezag van Abd al-Mu’min kalief van de Almohaden. | ||
| 1153 | De Almohaden nemen Málaga in. | |
| 1154 | Armengol VII de Valencia (1154-1184). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel) | |
| 1155 | Alfonso VIII de Castilla geboren in Soria | |
| 1157 | Ramiro II van Aragón stierf in augustus 1157 in de stad Huesca en werd begraven in het klooster van San Pedro el Viejo. | |
| De Almohaden leider Abd al-Mu’min sticht de stad Gibraltar en veroverd Almería. | ||
| 1157-1160 | Rebellerende bevolking van Carmona, Ecija, Úbeda, Baza en Jaén hielden deze steden in handen, en belegerden Córdoba. | |
| 1160 | Door de problemen in al-Ándalus roept Abu Ya’qub de hulp van zijn vader in (Abd al-Mu’min, die in Afrika zit), die onmiddellijk begon met de voorbereidingen voor een grote veldtocht op het schiereiland, die hij echter niet kon uitvoeren omdat hij stierf. | |
| 1161 | De veldtocht vindt echter toch plaats en aan het eind van 1161 veroveren de Almohaden Carmona. | |
| 1162 | Fernando II de León veroverd Toledo op de Castilianen, en benoemde Fernando Rodríguez de Castro tot gouverneur van de stad. Het duurde slechts tot 1166 want toen herstelde de Castilianen het evenwicht. | |
| De Almohaden verliezen Granada aan de christenen. | ||
| 1163 | Alfonso VIII kent Castro-Urdiales in de stad Burgos de titel van villa (stadsrechten) toe via de Fuero de Logroño. | |
| Mei De kalief van de Almohaden, Abd al-Mu’min, stierf in Salé. Abu Ya’aqub Yusuf wordt zijn opvolger. | ||
| 1164 tot 1410 | Regeert het Huis van Barcelona over de Kroon van Aragón. | |
| 1168 | Abu Ya’aqub Yusuf erfde de troon van Abd al-Mu’min, maar hij had moeite om deze vast te houden en moest opstanden van de Gumara (rond Ceuta in 1167) het hoofd bieden en de situatie in al-Ándalus stabiliseren. Pas na het overwinnen van deze moeilijkheden nam hij in 1168 de titel van amir al-mu’minin aan. | |
| 1169 | Eerste poging van Fernando II om Cáceres in te nemen, maar deze poging mislukt. | |
| Fernando II van León sluit zich aan bij de Almohaden om hen te helpen bij de herovering van Badajoz. Kort daarna stichtte de koning van León, om mogelijke veroveringen in Extremadura veilig te stellen, de Orde van Santiago, waaraan hij landerijen in het noorden van de regio schonk. | ||
| 1170 | Castilianen vernietigen de landerijen van Ronda en Algeciras. | |
| 1171 | Alonso II ‘el Casto’ veroverd de Tirwal, een moslim verdedigingswerk, om de zuidgrens van zijn koninkrijk te versterken. Hetzelfde jaar sticht hij er de stad Teruel. | |
| In de lente van 1171 gaat Ibn Hamushk de confrontatie aan met Ibn Mardanís van Murcia. De Almohaden nemen Quesada in. Kort daarna kwamen Lorca, Baza, Elche, Almería en Alcira in opstand tegen Ibn Mardanís en gaven zich over aan de Almohaden. | ||
| 1172 | Maart Ibn Mardanís van Murcia sterft. Zijn familieleden, die op het laatste moment tegen hem in opstand waren gekomen, verzoenden zich met de Almohaden en kregen een deel van hun heerlijkheden terug (Valencia, Denia, Játiva en Alcira). | |
| 1173 | Alfonso II de Aragón neemt, op zestienjarige leeftijd, de leiding over de regering en zijn strijdkrachten. | |
| 1174 | De eerste grote Almohadische campagne tegen de noordelijke staten (het koninkrijk León en het koninkrijk Castilla) vond plaats. | |
| De Almohaden veroveren Cáceres wederom. | ||
| 1176 | Oktober Cuenca valt na een beleg van negen maanden in handen van de Castillianen. | |
| 1177 | 6 januari. Op de dag van driekoningen zet Alfonso VIII de belegering van Cuenca in. | |
| 21 september.Alfonso VIII trekt triomfantelijk de stad Cuenca binnen. | ||
| 1180 | San Sebastián werd rond 1180 gesticht door Sancho el Sabio, koning van Navarra, om als zeehaven voor Navarra te fungeren. | |
| 1184 | Armengol VIII (1184-1209). Graaf van Urgel. (1ste dynastie van Urgel). | |
| Juli Abu Ya’qub Yusuf werd gedood tijdens het beleg van Santarem, en werd opgevolgd door zijn zoon, Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur. Al-Mansur beëindigde onmiddellijk de militaire campagne en keerde met het leger terug naar de Maghreb. | ||
| 1186 | 12 juni Alfonso VIII sticht de stad Plasencia. | |
| 1187 | Fernando II de León trouwt voor de derde keer, nu met Urraca López de Haro. | |
| Alfonso VIII de Castilla verleend de abt van San Emeterio een fuero waarmee hij Heer en eigenaar wordt van de villa (dorp) Santander. De fuero vergemakkelijkt het scheepvaartverkeer, de visserij en de handel waarvan de abdij de belastingen ontvangt. | ||
| 1189 | 3 september Na een belegering van vier maanden, veroverden Sancho I van Portugal en een kruisvaardersvloot, Silves op de Almohaden. | |
| 1190 | Na de veldtochten in de Maghreb kon de kalief, Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur, in de lente van 1190 eindelijk oprukken naar al-Ándalus. Hij sloot een wapenstilstand met de Castilianen en omdat er een wapenstilstand van kracht was met de Leonezen, wijdde hij zich aan het bestrijden van de Portugezen. | |
| Juni Alfonso VIII van Castilla zette zijn tochten door het zuiden van het schiereiland voort en in juni nam hij Magacela en vervolgens Calasparra in. | ||
| 1191 | April Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur ging op weg om Alcácer do Sal te heroveren, dat hij in juni veroverde. Na het ontmantelen van een reeks Portugese kastelen (Palmada, Coina en Almada) omsingelde hij Silves, dat eind juni in zijn handen viel. In oktober 1191 keerde hij terug naar de Maghreb. De wapenstilstanden met de Castilianen en Leonezen, zouden tot 1195 voortduren. | |
| Armengol VIII van Urgel verslaat, met hulp van Alfonso II van Aragón, de burggraaf Ponce III van Cabrera. | ||
| 1193 | Het graafschap Pallars Jussá (ook wel Pallars bajo genoemd) en het graafschap Pallars Sobirá (of Pallars alto) komen in handen van Alfonso II van Aragón. | |
| 1194 | Het Monasterio de Piedra, provincie Zaragosa. Voorheen een verdedigingsfort van de Moren werd door Alfonso II veroverd. Daarna schonk hij het aan de Cisterciënzer Orde die het in 23 jaar tijd ombouwde tot een klooster (barok /gotisch) (Piedra is de naam van de rivier die door het parque de Piedra stroomt.(veel mooie watervallen)) |
|
| 1195 | 19 juli. Slag om Alarcos, waar het leger van Alfonso VIII, en de troepen van de Orde van Calatrava, Santiago, San Julián del Pereiro en Alcántara werden verslagen door de Almohaden. | |
| 1196-1197 | Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur weigerde vrede te sluiten met de Castilianen en voerde in die tijd aceifas tegen hen uit. | |
| 1197 | De activiteit van de Banu Ganiya dwong Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur uiteindelijk om een pact te sluiten met de Castilianen, maar niet met de Leonezen, om de veldtochten te staken en terug te keren naar Sevilla. | |
| 1198 | April Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur is en trekt zich terug naar de Maghreb | |
| 1199 | Januari Abu Yusuf Ya’qub al-Mansur stierf. Zijn zoon Muhammad an-Nasir besteeg de troon van het kalifaat van de Almohaden. |
13e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 13e eeuw | Iberisch schiereiland | Was de eeuw van de derde Taifa koninkrijken. |
| 1202 | In de zomer van stuurt Muhammad an-Nasir een vloot vanuit Denia die Ibiza veroverde. | |
| 1203 | 22 juli Pere de Coma (bouwmeester uit de 13e eeuw, werd beschouwd als de inbrenger van de romaanse kunst in Lérida) begint aan de bouw van La Seo Vieja (Oude Kathedraal van Lérida) en het werd op 30 oktober 1278 gewijd aan Santa Maria door Guillem de Montcada, bisschop van Lérida. | |
| Troepen van Muhammad an-Nasir veroverd Mallorca. | ||
| 1208 | Jaime I de Aragón wordt geboren († 1276) | |
| Alfonso VIII van Castilla benoemd Valladolid tot hofstad. | ||
| 1209 | Aurembiaix (1209-1231). Gravin van Urgel. (1ste dynastie van Urgel). Er volgt een periode van dynastieke twisten, tot Jaime I van Aragón, Ponce IV van Cabrera aanwijst op de opvolger van Aurembiaix. (Zie, Ponce I van Urgel, 1236). |
|
| 1211 | De kathedraal van Santiago wordt ingewijd. | |
| 1211-1212 | Mei trok Muhammad an-Nasir met zijn leger naar Sevilla en werd het jaar daarop in de Slag bij Las Navas de Tolosa verslagen door een grote christelijke coalitie. | |
| 1212 | De Almohaden worden in de slag bij Las Navas de Tolosa verslagen door de Christenen. | |
| 1213 | Slag bij Muret. | |
| 17 januari. Alcántara wordt door de Alfonso IX de León veroverd. | ||
| december. Muhammad an-Nasir wordt in de Maghreb door zijn hovelingen vermoord. Hij werd opgevolgd door zijn nog jonge zoon, Abu Ya’qub Yusuf II al-Mustansir, die het hoofd moest bieden aan de opkomende Berberdreiging van de Meriniden. | ||
| 1217 | In Santander begint men aan de bouw van de kerk die later, tot kathedraal van het bisdom zou dienen (1754). | |
| Fernando III ‘el Santo’ wordt in Valladolid uitgeroepen tot koning van Castilla. | ||
| 1219 | Fernando III verleend Guadalajara de Fuero Largo, die de Fuero Corto vervangt. | |
| 1224 | Al-Muntansir stierf (kinderloos) in 1224, kort voor de hervatting van de Castiliaanse invallen in al-Ándalus. Hij wordt voor een korte periode opgevolgd door al-Wáhid. | |
| Al-Wáhid werd al snel onttroond en al-Ádil werd voor korte tijd in het hele rijk erkend. | ||
| 1226 | Al-Ádil wordt vermoord. | |
| 1227 | Ibn Hud roept zichzelf uit tot emir van Murcia, in leidt de opstand tegen de Almohaden…………………….. | |
| 1228 | ‘el Foro do bo burgo do Castro Caldelas‘, het oudste (1228) document van Galicia, geschreven in de Galicische taal. | |
| 1229 | Jaime I ‘el Conquistador’ veroverd Mallorca en deporteert de Islamitische bevolking. | |
| Alfonso IX neemt Cáceres in (23 april) | ||
| 1230 | Het koninkrijk León en het koninkrijk Castilla gaan samen in één koninkrijk van Castilla y León. | |
| De troepen van Alfonso IX veroveren de steden Badajoz en Mérida. | ||
| Paus Gregorio IX geeft opdracht tot teruggave van de oude Emeridaanse (ten opzichte van Santiago de Compostela) zetel doormiddel van een oorkonde van 29 oktober. | ||
| 1232 | Jaime I ‘el Conquistador’ veroverd Menorca en deporteert de Islamitische bevolking. | |
| Mohammed I van Granada, bekend als al-Ahmar, roept zichzelf uit tot emir in Arjona, Jaén, Guadix en Baza. | ||
| Tussen 1232 en 1245 | Jaime I ‘el Conquistador’ veroverd de taifas Balansiya en Denia | |
| 1233 | 25 januari. Renán Ruiz heroverd de stad Trujillo op de Almohades. | |
| Jaime I veroverd Castellon de la Plana en de omliggende gebieden en verdeelde ze in Heerlijkheden, waarvan die rond het kasteel van Fadrell toebehoorde aan zijn oudoom Nuño Sancho | ||
| 1235 | Jaime I ‘el Conquistador’ bezet kasteel van Ibiza en deporteert de Islamitische bevolking zowel van Ibiza als Formentera. | |
| 1236 | 29 juni: Fernando III de Castilla krijgt de sleutels van de stad Córdoba van de emir Abul-I-Casan (van de Taifa van Córdoba). | |
| Ponce I van Urgel (2e dynastie van Urgel) Graaf van Urgel tot 1243. | ||
| 1237 | Mohammed I van Granada, bekend als al-Ahmar, wordt erkend als emir in Granada. | |
| 1238 | Jaime I ‘el Conquistador’ veroverd met behulp van de troepen van de Orden de Calatrava de stad Valencia. | |
| 1239 | Pedro III de Aragón wordt geboren (†1285) | |
| 1243 rond 2 april | Het Verdrag van Alcaraz, een overeenkomst die in Alcaraz werd ondertekend tussen de Prins Alfonso van Castilla – de latere Alfonso X – als vertegenwoordiger van Koning Fernando III el Santo namens de Kroon van Castilla en verscheidene vertegenwoordigers van islamitische adellijke geslachten van het Murciaanse emiraat. | |
| 1243 | Armengol IX van Urgel (2e dynastie van Urgel) Graaf van Urgel tot 1243. | |
| Álvaro I van Urgel (2e dynastie van Urgel) Graaf van Urgel tot 1267. | ||
| 1242 of ’44 | Pelayo Pérez Correa (Meester in de Orde van Santiago) veroverd Chincilla | |
| 1244 | Prins Alfonso de Castilla veroverd Mula | |
| 1244 | Het Verdrag van Almizra is een vredesverdrag dat op 26 maart 1244 werd ondertekend door de Kroon van Aragón en de Kroon van Castilla en waarin de grenzen van het Koninkrijk Valencia werden vastgelegd. Het werd overeengekomen tussen Jaime I de Aragon en de Prins Alfonso de Castilla, later zijn schoonzoon en toekomstige koning Alfonso X el Sabio. Hierdoor viel Elche binnen het Castiliaanse veroveringsgebied. | |
| 1245 | Prins Alfonso de Castilla veroverd Cartagena | |
| 1246 | Fernando III (Castilla) en koning Alhamar ondertekenen het Verdrag van Jaén waarin de grenzen van het ‘Heilige Koninkrijk Jaén’ (dat bestond uit de steden Jaén, Úbeda, Baeza en Andújar) en het koninkrijk Granada (vazal van Castilla) worden vastgelegd. | |
| 1247 | De feuros van Aragón werden van kracht. | |
| Mudejar opstanden. | ||
| 1248 | Santander neemt samen met andere Cantabrische dorpen deel aan de strijd om Sevilla te heroveren en kreeg als beloning een wapen met de beelden van de Torre del Oro en de rivier Guadalquivir. | |
| Christenen nemen bezit van de Mudejar boerderijen (alquería’s) van La Plana, nadat deze verlaten waren na de Mudejar opstand van 1247. | ||
| Sevilla wordt na de verovering door de Christenen op genomen in de kroon van Castilla. | ||
| 1250 | Castilla besluit het bisdom Cartagena te stichten. | |
| De christelijke verovering van Elche werd rond 1250 uitgevoerd door de jonge Alfonso, de latere Alfonso X ‘el Sabio’, wat resulteerde in de overgang van de stad naar de kroon van Castilla. | ||
| 1251 | 8 september. Koning Jaime I van Aragón geeft toestemming tot het stichtten van de nieuwe nederzetting Castellón de la Plana. | |
| 1252 | Na de dood van Fernando III neemt Alfonso X de troon van Castilla over. | |
| 1254 | April; Alfonso X bereikt een overeenkomst met Hendrik III van Engeland, wiens zoon, prins Edward, binnenkort zou trouwen met de Infanta Eleanor, de zus van koning Alfonso. Door deze overeenkomst zouden beide koninkrijken deelnemen aan de kruistocht ad partes africanas (naar de Afrikaanse delen), de officiële naam van de onderneming. | |
| 4 augustus: Paus Innocentius ondertekend de bul voor Alfonso X om een kruistocht in Noord Afrika te beginnen. | ||
| 1255 | Alfonso X ‘ el Sabio’ hernoemd de gemeente Pozo Seco de Don Gil en stichtte Villa Real. | |
| Alfonso X verleend de Valladolid het Fuero Real (Koninklijk Handvest). | ||
| 1256 | Eind 1256 begin 1257 plaatst Alfonso X de eerste aanval op Africa, op het kasteel van Tangunt. (Fecho de Allende) | |
| 1257 | Alfonso X ‘el Sabio’ verleend stadsrechten aan Cuenca. | |
| De ambassadeur van de Republiek Pisa stelt aan Alfonso X ‘el Sabio’ voor om mee te dingen naar de kroon van het Heilige Roomse Rijk. | ||
| 1260 | Rond 9 september: Castiliaanse troepen bestormen Salé. Eenmaal binnen hielden de aanvallers stand tot 22 september. De afwezigheid van versterkingen was de sleutel tot de Castiliaanse nederlaag. De voorbereidingen voor de missie begonnen in 1259, toen de pauselijke druk toenam. (kruistochten, fecho de Allende) De marine wordt concentreerd zich in de Baai van Cádiz om zich te organiseren. De vloot bestond uit 37 schepen, waarvan de meeste galjoenen. De vloot vertrok tussen 2 en 4 september 1260. |
|
| 1261 | Alfonso X roept het Cortes van Sevilla bijeen om de fecho de Afrika, waar ze reeds mee begonnen waren, af te handelen. Daar werden bepaalde maatregelen overeengekomen. Hoewel ze niet werden uitgevoerd op de manier die was aangegeven, dienden ze wel om de vesting van Jerez te bezetten en Niebla te belegeren. | |
| 1262 | Alfonso X ‘el Sabio’ neemt de steden Niebla en Huelva in. Dit gebied was belangrijk als grensgebied met Portugal, het diende als controlegebied op de expansionistische politiek van dit land en een groot deel van die grens werd de Banda Gallega genoemd. | |
| 1263 | Paus Urbanus IV stond de oprichting van de bisschopszetel van Sevilla toe door middel van een bul. Maar de aartsbisschop van Sevilla, Raimundo de Losana, vertraagde het proces enorm. | |
| 1264 | (1264-1266) opstand van de Murciaanse Moslims (ookwel de Mudejar opstand genoemd), door schendingen van het verdrag van Alcaraz (?veroorzaakt door Alfonso X). Op verzoek van Alfonso X slaat Jaime I van Aragón de opstand neer en trekt op 2 februari de stad Murcia binnen. |
|
| 1265 | Alfonso III de Aragón wordt geboren (†1291). | |
| Na een moslimopstand in 1265 vroeg Alfonso X van Castilla om hulp aan de Aragonese vorst Jaime I. Deze hielp de Castilianen om de stad Elche en de omliggende gebieden terug te veroveren. Als vergelding werden de moslims uit de stad verdreven en gedwongen om een nieuwe nederzetting te bouwen nabij Vila Murada, die nu bekendstaat als Raval de San Juan. | ||
| 1265, 1266 | Jaime I de Aragón en zijn zoon Pedro (de latere Pedro III de Aragón) slaan de opstand van de Murciaanse Moslims neer. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Almizra moest het koninkrijk echter aan Castilla (Alfonso X el Sabio) worden teruggegeven. | |
| 1267 | Armengol X van Urgel (2e dynastie van Urgel) Graaf van Urgel tot 1314. | |
| Jaime II de Aragón wordt geboren (†1327) | ||
| 1270 | Alfonso X verleend een fuero en stadsrechten aan Gijón. | |
| 1286 | 6 mei, Mariniden en Nasriden bereiken de vrede met de de ondettekening van het Vedrag van Marbella, waarbij alle Marinidische bezittingen in Al-Ándalus werden teruggegeven aan de Nasrid vorst. | |
| 1287 | 17 januari, Alfonso III de Aragón veroverd definitief het eiland Menorca (Feestdag ven de heilige Antonius en Menorca dag) | |
| 1291 | Murcia wordt de officiële bisschopszetel van het bisdom Cartagena. | |
| 1296 | 4 mei. De villa’s (dorpen) Santander, Castro-Urdiales, Laredo, Vitoria, Vitoria, Guetaria, San Sebastián, Bermeo en Fuenterrabía groeperen zich en vormen als zodanig de ‘Hermandad de las villas de la marina de Castilla con Vitoria’, Het doel was om haar commerciële positie te versterken ten opzichte van de concurrentie van de andere kant van de Golf van Biskaje | |
| 22 april. Jaime II veroverd Alicante, ondanks het verzet van de kasteelheer Nicolás Peris, waarmee een einde kwam aan de Castiliaanse soevereiniteit. | ||
| Jaime II de Aragón veroverd de stad Murcia waarna de stad weer onder Castiliaanse controle kwam krachtens de arbitrale uitspraak van Torrellas (1304). | ||
| Sant Emeterio (Santander) wordt verwoest door twee branden (1296 en 1311) waarvan de abdij gered kon worden. Koning Fernando IV de Castilla sprak de stad vrij van “de tienden (los diezmos = een soort winstbelasting) van al het voedsel dat van buiten mijn koninkrijk kwam” vanwege deze ramp. | ||
| In 1296 viel Jaime II van Aragón de Castiliaanse gebieden in de zuidelijke helft van de provincie Alicante aan, waarbij hij onder andere Elche veroverde. | ||
| 1299 | Alfonso IV de Aragón wordt geboren (†1336) |
14e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1339 | Islas Canarias |
Het eiland Lanzarote wordt voor het eerst geregistreerd, de naam voor het eiland, gegeven door de Italiaans-Majoraanse cartograaf Angelino Dulcert, was Insula de Lanzarotus Marocelus, naar de Genuese zeevaarder Lancelotto Malocello, waarvan de moderne naam is afgeleid. In de inheemse taal van de Guanchen heette het eiland Tyterogaka of Tytheroygaka, wat “een okereiland” kan betekenen (verwijzend naar de overheersende kleur van het eiland). |
| 1302 | Iberisch schiereiland | Muhammad III regeert tot 1309 over het koninkrijk Granada |
| 1304 | 8 augustus. Het verdrag van Torrellas was een overeenkomst tussen de vertegenwoordigers van de Kroon van Castilla, de Kroon van Aragón en het Koninkrijk Portugal, over de grenzen van het Koninkrijk Murcia en de aanspraken op de Castiliaans-Leonese troon door Alfonso de la Cerda, kleinzoon van Alfonso X el Sabio. | |
| 1305 | 19 mei. Het Verdrag van Elche was een overeenkomst die werd ondertekend door de vertegenwoordigers van koning Fernando IV de Castillaë en koning Jaime II de Aragón. In deze overeenkomst werd de verdeling van het koninkrijk Murcia, waarvan het grondgebied was verdeeld tussen de kronen van Aragón en Castilla, die was overeengekomen in het Arbitraal vonnis van Torrellas, uitgesproken in 1304, definitief vastgesteld. De heerlijkheid bleef echter in handen van de Castiliaanse Don Juan Manuel, prins van Villena. | |
| 1308 | 19 dec. Koning Fernando IV van Castilla en de ambassadeurs van koning Jaime II van Aragón tekenen het verdrag van Alcalá de Henares. | |
| 1309 | Jaime II de Aragón belegerd 9 maanden lag Almería om daarna een akkoord te bereiken met de koning van Granada. | |
| 1312 | de Genuese navigator Lanceloto Malocello herontdekt het eiland Lanzarote | |
| 1314 | Alfonso IV van Aragón trouwt in Lérida met Tereza de Entenza. | |
| Isma’il de Granada regeert tot 1325 over de koninkrijk Granada | ||
| 1318 | In Santander wordt begonnen met de bouw van het klooster. | |
| 1319 | Pedro IV de Aragón wordt geboren (†1387) | |
| 1324 | Huéscar, Orce en Galera (Murciaanse steden) vallen in de handen van het koninkrijk Granada. | |
| 1327 | Alfonso IV de Aragón ‘el Benigno neemt de troon van zijn vader Jaime II van Aragón over | |
| 1328 | De eerste opgetekende overstroming van de rivier de Segura in Murcia. | |
| 1329 | Alfonso IV de Aragón, geeft Castellón de la Plana aan zijn toekomstige vrouw Leonor van Castilla als bruidsschat. | |
| 1333 | Yusuf I regeert tot 1354 over het koninkrijk Granada. | |
| 1334 | Op 4 mei schonk koning Jaime II van Aragón in de kathedraal van Santa Eulalia in Barcelona de stad Elche, inclusief de haven Cap de l’Aljub (ook bekend als Aljuge, Algibe of Aljibes), aan zijn vijfde zoon, de Infante Ramón Berenguer (1308-1364), graaf van Prades. | |
| 1336 | De romaanse kapel van Sa Tanca Vella, in San Francisco Javier (Formentera) wordt gebouwd. | |
| Slag bij Villanueva de Barcarrota, winst voor Alfonso XI van Castilla tenopzichte van Alfonso IV van Portugal. | ||
| 1337 | Op 18 februari verleende de Prins van Aragón de Raad van Elche toestemming om een toren te bouwen op het eiland Santa Pola (of Isla Plana), dat tot zijn district behoorde, om de haven en de zeelieden te beschermen. | |
| 1338 | De vrouwelijke bevolking van Palencia verdedigen de stad, die de Hertog van Lancaster van plan was te plunderen. | |
| 1344 | Het beleg van Algeciras, wat opmerkelijk is vanwege het eerste geregistreerde gebruik van kanonnen op het Iberisch schiereiland, in dit geval gebruikt door de moslimverdedigers. | |
| 1346 | Paus Clemens VI verleend de bul waarmee de Estudio Particular in Valladolid, die sinds de tweede helft van de 13e eeuw bestond, kon worden omgevormd tot Estudio General of Universiteit. | |
| 1347 | Teruel krijgt van Pedro IV de Aragón zijn stadsrechten. | |
| 1348 | Pestepidemie in het koninkrijk Murcia, waarvan de troepen van Granada gebruik maakten om de vallei van Guadalentín te plunderen. | |
| Guerra de la Unión. | ||
| mei/juli… Pestepidemie in Tarragona. | ||
| 1349 | Pestepidemie in stad Huesca. In de komende twee eeuwen slinkt de bevolking van de stad, door herhaaldelijk terugkeren van deze gruwelijke ziekte, van 8.000 tot 4.000 inwoners. | |
| In Huesca stad werd bij stadsverordening het gebruik van Hebreeuws, Arabisch en Baskisch op de markt van de stad verboden en werd de toenmalige Romaanse taal, het Aragonees, opgelegd. | ||
| 1350 | Juan I de Aragón wordt geboren (†1396) | |
| 1351 – 1369 | De Eerste Castiliaanse burgeroorlog. | |
| 1356 | Martín I de Aragon wordt geboren (†1410) | |
| 1356 – 1366 | Querra de los dos Pedros (oorlog tussen de twee Pedro´s). Een oorlog waarin Pedro IV van Aragón tegenover koning Pedro I van Castilla stonden. | |
| 1358 | De infante Martín, de tweede zoon van Pedro IV van Aragón, werd heerser over de gebieden van Elche en Crevillente. | |
| 1361 | Pedro I geeft Murcia een aantal privileges. (6e kroon in het wapen van Murcia) | |
| 1367 | Primera Guerra Civil Castellana. De Engelse vallen de stad Ávila aan en steken daarbij enkele huizen aan de rand van de stad in brand. | |
| Pest epidemie in Astorga. | ||
| 1368 | In Tarragona begint men aan de versterking en het onderhoud van de stadsmuren. | |
| Pedro IV de Aragón geeft zijn tweede zoon Martin uit tot graaf van La Plana en gaf hem verschillende steden, waaronder Castellón, als heerlijkheid. De stad verzette zich ertegen om weer deel uit te maken van een heerlijkheid en sloot de poorten van haar muren op de dag dat Martin er bezit van zou nemen. Martin staakte zijn pogingen om de stad binnen te dringen en vergaf de stad voor wat er was gebeurd en de stad werd weer opgenomen in de Kroon van Aragón. | ||
| 1369 | Enrique II de Castilla schenkt het graafschap Niebla aan Juan Alfonso Pérez de Guzmán, de 4e Heer van Sanlúcar, voor zijn loyaliteit in de eerste Castiliaanse burgeroorlog. | |
| Slag bij Montiel, Enrique de Trastámara vermoord zijn halfbroer Pedro I en begon onder de naam Enrique II de kroon van Castilla te regeren. | ||
| 1371 | 26 februari: Enrique II veroverd de stad Zamora, na hevig verzet van de bevolking. | |
| De Cortes de Toro erkend Extremadura als een bestuurlijke regio. | ||
| 1372 | Pestepidemie Murcia. | |
| Na de overwinning in La Rochelle van de Castiliaanse vloot op de Engelsen, kwamen ze de haven van Santander binnen met de entourage van Enrique II de Castilla onder de beroemde bezoekers. Dit feit is van groot belang omdat het Santander verandert in de marinebasis van de Atlantische Oceaan en Santander voorziet van belangrijke Koninklijke Scheepswerven, vergelijkbaar met die van Sevilla en de Drassanas van Barcelona. | ||
| 1377 | De Vizcaíno Ruiz de Avendaño, een aanvoerder van de Castiliaanse vloot, leidt schipbreuk op het eiland Lanzaro. Zie; de verovering van Lanzarote | |
| 1379 | Pestepidemie Murcia | |
| 1382 | Juan I van Castilla schenkt de heerlijkheden Madrid, Vilareal, Guadalajara en Andújar aan Leó VI van Armenië die er tot 1391 over heerst. | |
| In Oviedo begint men aan de verbouwing van de Basiliek naar Gotische Kathedraal van San Salvador. | ||
| 1384 | Pedro IV ‘el Ceremonioso’ verslaat de Aragonese Unie (een vereniging van edelen om de koninklijke macht te beperken en hun eigen privileges te behouden). | |
| 1385 | De rechtbank van Segovia benoemd de provincie Extremadura. | |
| 1388 | Juan I de Aragón verbied de aanplant van rijstvelden, na het veroorzaken van ziektes (waarschijnlijk de pest?). | |
| 1390 | Tudela krijgt zijn stadrechten toegekend door Carlos I de Navarra. Waarmee resoluut begonnen wordt met de renovatie van het kasteel van Tudela om er een waar koninklijk paleis van te maken. | |
| Koning Juan I van Castilla komt om het leven bij een ongeluk tijdens een toernooi bij de Puerta de Burgos (Alcalá de Henares). | ||
| 1393 | De Castiliaanse edelman Almonaster komt op het eiland Lanzarote aan. Toen hij terugkeerde naar het vasteland, nam hij enkele inboorlingen en landbouwproducten met zich mee. | |
| 1394 | Strijd tussen graaf Alfonso Enríquez en Enrique III, waarbij Gijón zwaar wordt belegert, verbrand en met de grond gelijk gemaakt en uiteindelijk verdween als stedelijk centrum. Andere bronnen geloven echter dat er sprake was van een stagnatie en terugval in de groei van het stedelijke centrum zonder ooit echt verlaten te zijn. | |
| 1395 | Pestepidemie Murcia (6.000 slachtoffer in de stad Mucia). | |
15e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1402 | Iberisch Schiereiland | De Kroon van Castilla begint aan de verovering van de Canarische Eilanden. Eerst het eiland Lanzarote. In 1496 wordt het laatste eiland, Tenerife veroverd. |
| 1410 | Einde van het Huis van Barcelona. | |
| 1420 | Juan II de Castilla verleend stadsrechten aan Villa Real vanwege hun stean tijdens de dynastieke burgeroorlog tegen de militaire ordes. Vanaf die tijd draagt de stad de legende “Muy noble, Muy Leal” in zijn wapen. | |
| 1425 | Enrique IV van Castilla wordt geboren in het nu verdwenen Casa de las Aldabas in de Calle de Teresa Gil van Valladolid. | |
| 1446 | Juan II verleend stadsrechten aan La Coruña. | |
| 1448 | Berberse piraten nemen de gehele bevolking van Benidorm gevangen. | |
| 1453 | Álvaro de Luna, de almachtige favoriet van Juan II, berecht, veroordeeld en uiteindelijk onthoofd op een openbaar schavot op de Plaza Mayor van Valladolid. | |
| 7 december: werd in Valladolid de Concordia de Valladolid ondertekend, waarbij vrede werd gesloten tussen Juan van Navarra (de toekomstige koning van Aragón) en zijn zoon Carlos van Viana. | ||
| 1453 of 1492 | 1453 val van Constantinopel, 1492 ontdekking van Amerika. Van beide wordt gezegd dat dat het begin van de Vroegmoderne Tijd aangeeft. De Franse Revolutie wordt gezien als het einde van de tijdperk dat opgevolgt wordt door de Moderne tijd. | |
| 1460 | Enrique IV verleend Guadalajara zijn stadsrechten. | |
| 1461 | Gemeenteraad (Concejo) van Huesca verhuist naar het Plaza de la Catedral. | |
| 1492 | 17 oktober. De troepen van Juan II de Aragón arriveren in Tarragona om de stad te belegeren. Dit door een meningsverschil tussen de Generalidad de Cataluña en Juan II, waardoor er een burgeroorlog ontstaat. | |
| 1465 – 1468 | Segunda Guerra Civil Castellana | |
| 1465 | Enrique IV verleend de stad Ciuenca de titels van “Muy Noble y Muy Leal”. | |
| Tussen 1463 en 1465 werd de Universiteit van Huesca definitief heropgericht. | ||
| 5 juni. De Farce van Ávila was een staatsgreep in die in het koninkrijk Castilla plaatsvond. | ||
| 16 juli. Enrique IV de Castilla verleend de titel Markies aan Álvar Pérez de Osorio, tot dan toe graaf van Trastámara. | ||
| 1468 | 25 jan. Koning Enrique IV draagt Santander over aan de markies van Santillana, wat leidde tot de opstand van de inwoners, die er op 8 mei 1467 in slaagden het koninklijk bevel te herroepen. | |
| 1469 | 19 oktober: vierden Isabel van Castilla en Fernando van Aragón (die Fernando II van Aragón zou worden) hun geheime huwelijk in het paleis van de familie Vivero (later de plaats van het Real Audiencia y Chancillería), en brachten zij hun wittebroodsweken door in het kasteel van Fuensaldaña. Dit maakte de eenwording van Spanje en het einde van de Reconquista mogelijk. | |
| 1474 13 dec. | Isabel la Católica wordt uitgeroepen tot koningin van Castilla. | |
| 1476 | Fernando V de Castilla wint de slag bij Toro, met hulp van de bevolking van Zamora. | |
| 1478 | Op Gran Canaria wordt de stad Las Palmas de Gran Canaria gesticht. | |
| 1481 | Valladolid beschikt al over een drukpers, gevestigd in het klooster Prado, dat behoorde tot de Orde van San-Jerónimo. | |
| 1482 | Bij het Compromis van Caspe ging de Kroon van Aragón over naar een tak van het Huis Trastámara, die afstamde van de infanta Eleanor van het Huis van Barcelona. | |
| 1482 -1492 | Oorlog met het koninkrijk Granada. | |
| 1483 | Ciudad Real krijgt de zetel van het tribunaal van de inquisitie toebedeeld. | |
| 1485 | De instelling van de inquisitie was de oorzaak van grote opstanden en de moord op de inquisiteur Pedro Arbués. | |
| 1486 | Castelo Ramiro (Orense) wordt in opdracht van de Reyes Católico gesloopt. | |
| 1487 | Almería wordt getroffen door een zware aardbeving | |
| 1489 | San Sebastián brand voor de zesde keer geheel af. Dit brengt ertoe dat ervan af die tijd alleen met steen gebouwd wordt. | |
| 1490 | 26 juli. Fernando ‘el Católico’ verleend Alicante zijn stadsrechten. | |
| 1492 | 2 januari. Mohammed XII, de laatste Nasriden heerser, geeft zijn koninkrijk Granada formeel over aan de Katholieke Koningen (De Kroon van Castilla). | |
| Koningin Isabel I de Castilla financiert de reis van Columbus om een westelijke route naar Azië te vinden. | ||
| 3 augustus. Columbus vertrekt vanuit Palos de Frontera om de westelijke route naar Indonesië te vinden. | ||
| De joden worden uit Spanje verdreven. | ||
| 1494. | 3 mei, Alonso Fernández de Lugo land met zijn troepen op het eiland Tenerife, maar verliest daar de eerste slag om Acentejo. | |
| 1495 | Oprichting universiteit van Santiago door Lope Gómez de Marzoa. | |
| Alonso Fernández de Lugo keert terug op Tenerife en veroverd deze keer het hele eiland (1496) en sticht daar de tegenwoordige stad Santa Cruz de Tenerife. | ||
| 1496 | Tenerife, het laatste eiland van de Canarische Eilanden, dat nog niet was veroverd, wordt in 1496 veroverd. | |
| 1497 | De Vlaamse vloot ( die Margarita de Austria, bruid van Juan de Aragon, had gebracht) bracht ook de pest naar Santander, waardoor er ongeveer 6000 mensen om kwamen, op een bevolking van 8000 mensen. De gevolgen van deze verwoesting en ontvolking zouden pas drie eeuwen later wat minder worden. Tussen 1596 en 1597 herhaalt zich de pestepidemie die dan ongeveer een derde van de in totaal 2500 mensen in Santander het leven ontneemt. Ook in het midden van de 16e eeuw had men te maken met deze dodelijke epidemie…….. |
16e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1502 | Iberisch Schiereiland | Juana de Castilla en Felipe ‘el Hermoso’ worden uitgeroepen tot de erfgenamen van de Castiliaanse kroon. |
| 1508 | Ciudad Real wordt getroffen door een vreselijke overstroming. | |
| 1509 | In Valladolid werd Juan de Aragón y Foix geboren, de enige zoon van Fernando ‘el Católico’ en zijn tweede vrouw Germana de Foix, die enkele uren na zijn geboorte overleed. | |
| 1512 | Januari. Ciudad Real blijft trouw aan Carlos I tijdens de Guerra de las Comunidades. | |
| Slag bij Orihuela. | ||
| 9 september. Na een belegering door de troepen onder leiding van aartsbisschop Alonso de Aragón te hebben doorstaan en te hebben vernomen dat de afgezette koningen naar de andere kant van de Pyreneeën waren gevlucht, capituleerde Tudela, nadat Fernando ‘el Católico’ beloofde de oorkonden van de stad te respecteren. | ||
| 1516 | Na de opstand van enkele steden in Navarra in 1516, toen een leger onder bevel van koning Juan III de Albret Navarra binnentrok, gaf kardinaal Cisneros opdracht om de meeste kastelen en burchten van Navarra militair onbruikbaar te maken. Het kasteel van Tudela uitgezonderd. | |
| 1518 | Magellanes, ondertekende in Valladolid de verdragen met koning Carlos I van Spanje, alvorens op 22 maart zijn westelijke route naar Indias (zoals de Nieuwe Wereld in Spanje wordt genoemd) te beginnen. | |
| 1519 | Valencia. Opstand van de Germaniás. | |
| 1520 | Begin van de Guerra de las Comunidades de Castilla (opstand van de Gemeenschappen). Toledo was een van de eerste steden die zich aansloot bij de Revuelta de las Comunidades de Castilla (opstand van de Gemeenschappen), met leiders als Pedro Laso de la Vega en Juan de Padilla. |
|
| 21 augustus: In het kader van de Guerra de las Comunidades, weigerde de bevolking van Valladolid de in de stad aanwezige artillerie over te dragen aan de keizerlijke troepen van Carlos I, in de wetenschap dat deze bij overgave tegen Segovia zou worden ingezet. Het antwoord van de Carlos I bestond uit het in brand steken van verschillende delen van de stad, bekend als de verbranding van Medina. | ||
| Ook Murcia sluit zich aan bij de Guerra de las Comunidades. | ||
| 1521 | Slag bij Orihuela. | |
| 1522 | Einde van de Guerra de las Comunidades de Castilla (opstand van de Gemeenschappen). | |
| Almería wordt wederom (zie 1487) getroffen door een aardbeving die grote schade veroorzaakte: de Joodse wijk en de gebieden tussen de Alcazaba, de belangrijkste moskee, de haven en de Rambla de La Chanca werden verwoest. | ||
| 1524 | Carlos I geeft aan dat de stad Alicante het Gulden vlies in hun wapen mogen gebruiken. Dot als dank voor hun trouw tijdens de opstand van de Germanías. | |
| 1527 | 21 mei: Felipe II, de toekomstige koning is geboren in het paleis van Pimentel. | |
| 1548 | De belangrijkste overstroming van de rivier de Segura in Murcia. | |
| Zaragoza telt zo’n 25.000 inwoners. | ||
| 1550 / 1551 | Het Dispuut van Valladolid vond plaats in het Colegio de San Gregorio en betrof twee tegenstrijdige opvattingen over de verovering van Amerika, vertegenwoordigd door Bartolomé de las Casas en Juan Ginés de Sepúlveda. | |
| 1558 | De Ottomanen hadden de Balearen veroverd en geplunderd en deden zelfs aanvallen op de Spaanse kust. | |
| 1559 | De “autos de fe” van mei en oktober. Deze zijn beroemd om hun strengheid. | |
| 1560 | De Turkse vloot een eerste klas zeemacht, die de christenen in de slag bij Djerba versloegen. | |
| 1561 | Felipe II wijst Madrid aan als de nieuwe stad waar zich het Hof zal vestigen. | |
| Valladolid werd verwoest door een enorme brand, waarna Felipes II de stad herbouwde en haar het eerste regelmatige Plaza Mayor van Spanje gaf. | ||
| 1567 | 28 augustus, Alva komt aan in Brussel, waar hij al snel de inwoners met harde repressie zal treffen. | |
| 1568 | (1568-1571) Opstanden van Alpujarras. | |
| 5 juni 1568 op de markt in Brussel worden de graven van Egmond en Hoorne onthoofd. | ||
| Begin van de Tachtig Jarige Oorlog. | ||
| 1570 | Huwelijk Felipe II met Ana de Austria (Alcázar van Segovia) | |
| 1571 | De ‘Heilige Liga’ trok op tegen de Turkse vloot in de Golf van Lepanto. Op 7 oktober 1571, behaald deze vloot onder leiding van Juan de Austria, een halfbroer van Felipe II, in de slag om Lepanto een grote overwinning op de Ottomanen. | |
| 1572 | Teruel komt in opstand tegen de Inquisitie. Felipe II stuur een leger onder leiding van de hertog van Segorben om de opstand te onderdrukken. | |
| De watergeuzen hadden van Willem van Oranje kaperbrieven gekregen en namen in 1572 Den Briel in. | ||
| 1575 | Dankzij de universiteit kreeg de stad Huesca zijn drukpers, een jaar later verscheen het eerste boek gebaseerd op de Latijnse commentaren op de logica en dialectica van Aristoteles. | |
| De raad vraagt aan Felipe II om een hart toe te voegen aan het wapen van Murcia, ter herinnering aan het feit dat de ingewanden en het hart van Alfonso X in de stad rusten, zoals vastgelegd in het testament van de wijze koning (en die zich in de Capilla Mayor van de kathedraal van Murcia bevinden). | ||
| 1576 | 4 november, achterstallige betaling van soldij aan de soldaten van Felipe II leidde tot een rampzalige plundering van Antwerpen, die bekend geworden is als de Spaanse Furie. | |
| 1580 | Het Spaanse Rijk omvatte in 1580, na de eenwording van het Iberisch schiereiland onder één Spaanse koning, Felipe II, Zuid-Amerika, Midden-Amerika en het Caribisch gebied. Het had grote delen van Noord-Amerika in verschillende mate van invloed of controle. Ook de Filippijnen in Azië behoorden ertoe. Bovendien bezat het enclaves van verschillende betekenis aan de kusten van Afrika en India. Het omvatte talrijke bezittingen in Europa, zoals de Spaanse Nederlanden, het hertogdom Milaan en het koninkrijk Napels. | |
| 23 augustus. Er breekt een griepepidemie uit. Die verspreid zich over heel Castilla en met name Toledo. | ||
| 1585 – 1604 | Spaans-Engelse Oorlog. | |
| 1585 | Francis Drake valt de stad Vigo aan en bezette de stad tijdelijk, waarbij hij veel gebouwen in brand stak, maar de stad echt bezetten mislukte dankzij de tegenstand van de dorpelingen. | |
| 1588 | de Engelse- en Nederlandse vloot, weten de onoverwinnelijk geachte Armada van Spanje te verslaan. | |
| Cuenca wordt getroffen door een pestepidemie, die daarna gevolgd wordt door droogte en verschillende sprinkhanen plagen. Het inwoners aantal van Cuenca (dat meer dan 15.000 was) daalt tot slechts 1500 inwoners. | ||
| 1589 | Francis Drake valt Vigo nogmaals aan. Deze keer met de tegen-armada en met meer succes. Hij verwoestte en verbrandde alles op zijn pad. | |
| 1590 | Opstanden van Aragón. | |
| 1591 | Alteraciones de Aragón (de verstoring van Aragón) | |
| 1592 | Het Justicia Mayor de Aragón wordt door de bijeengeroepen rechtbanken in Tarazona terechtgesteld, dit om de privileges van Aragón sterk in te perken. De bevoegdheid van “Defensa y Gaurda del Reino” (Bescherming van het Koninkrijk (Aragón)) die de regering had, werd afgeschaft. Tevens werd het hun belet om Regeringsbelasting (impuesto de Generalidades), voor het onderhouden van een eigen leger, te innen, met een “reparatie” (hervorming) die voorkwam, dat de “Diputación del General” de fiscale bevoegdheden zou overschrijden. | |
| 1595 | Zowel John Hawkins als Francis Drake proberen tevergeefs Las Palmas de Gran Canaria in te nemen. | |
| 1596 | De Engelsen vallen de haven van Cadiz aan en vernietigen de daar gelegen vloot door deze totaal af te branden. | |
| 1598 | Het jaar dat Isidoro de Sevilla heilg verklaard wordt. | |
| 1599 | Pestepidemie in Ávila, waardoor 12% van de bevolking komt te overlijden. Pestepidemie in Soria! |
17e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1604 | Iberisch Schiereiland…………. | Felipe III en de opvolger van Elizabeth I, James I ondertekenen het Verdrag van Londen. |
| 1609 | De Moren worden uit Spanje verdreven. | |
| 1609 – 1611 | Herbevolking van Elche onder leiding van Jordi de Cárdenas was niet alleen een cruciale poging om de ernstige economische crisis te verhelpen die door eerdere verdrijving van de moslims was verergerd, maar ook een strategie om de politieke zwakte van die tijd te herstellen. | |
| 1613 | Felipe III verordend de uitwijzing van de Murciaanse Moren. | |
| 1617 | Turkse piraten proberen de stad Vigo aan te vallen, maar deze aanval werd opnieuw afgeslagen door de lokale bevolking. | |
| 1630 | Zijde-industrie Murcia stort ineen. | |
| 1631 | De eerste brand van het Plaza Mayor, Madrid. In de nacht van 6 op 7 juli 1631 en was het gevolg van vonken die uit een oven sprongen. Het duurde drie dagen voordat men het vuur onder controle had, dertien mensen overleefde de brand niet. De zuidkant van de Plaza was totaal vernield. | |
| 1637 | Berberse piraten nemen de gehele bevolking van Calpe gevangen. | |
| 1640 – 1688 | Spaans – Portugese oorlog. | |
| 1640 (7 juni)- 1659 (7 nov.) | Guerra de los Segadores. | |
| 1640 | In deze roerige jaren verloor de Spaanse kroon gebied aan een alliantie van het opstandige Cataluña en Frankrijk. | |
| 1646 | Kroonprins Balthasar Karel overleed in verdachte omstandigheden. | |
| 1648 | Pest epidemie in het koninkrijk Murcia. (30.000 mensen overlijden aan de ziekte). | |
| 1650 | Pestepidemie in Huelva. | |
| 1651 | San Calixto vloed, verwoest de stad Murcia. | |
| De overstroming van de rivier de Segura maakt dat er in Murcia meer dan 1500 verdrinken. | ||
| 1653 | San Severo vloed, verwoest een deel van Lorca ( Murcia). | |
| 1656 | Vigo. De frequente aanvallen over zee dwongen tot de bouw van de stadsmuren en het Kasteel van San Sebastián | |
| 1658 | Almería wordt, op oudejaarsavond, wederom (zie 1522 en 1487) door aardbeving getroffen. | |
| 1659 | Vrede van de Pyreneeën. Grenzen in de Pyreneeën wordt verlegt ten gunste van Frankrijk. Spanje staat 33 dorpen van Cerdanya af aan Frankrijk. Llivia is een stad en wordt daardoor een enclave in Frankrijk. Verdrag van de Pyreneeën | |
| 1662 | San Sebastián krijgt stadsrechten van Felipe IV. | |
| 1672 | Tweede brand Plaza Mayor, Madrid. Het Real Casa de la Panadería brand geheel af. Het werd herbouwd door de architect Tomás Román. | |
| In Elche begint men aan de bouw van de aartsbisschoppelijke Basiliek van Nuestra Señora de la Asunción. Op de plaats waar eerst een moskee stond. | ||
| 1691 | De Reyes Católicos roepen Ciudad Real uit tot hoofdstad van de provincie La Mancha. | |
| 1693 | In Valencia breekt de Segundo Germania uit, een boeren- en anti-adelopstand over de verdeling van de oogst. | |
18e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1701 | Iberisch Schiereiland | (1701-1714) Spaanse Successieoorlog (Teruel schaart zich achter Felipe V) |
| 1702 | Slag bij Rande, toen de Engels-Nederlandse vloot de Spaanse Zilvervloot en de Franse oorlogsschepen die deze vloot escorteerden, achtervolgde tot in de riviermonding. Deze vloot, beladen met rijkdommen uit Amerika, werd vernietigd na een hevige strijd op zee en op het land. De Britten namen verschillende schepen vol met schatten uit Indië mee. | |
| 1706 | 4 september, Slag bij Huerto de las Bombas. | |
| 21 september, Slag bij Albujón. | ||
| Op het eiland Tenerife vindt de uitbarsting van de Trevejovulkaan plaats. De bloeiende haven van Garachico, de belangrijkste haven van het eiland, werd bedolven onder lava die niet kon worden teruggewonnen en de haven van Santa Cruz de belangrijkste aanloophaven werd. | ||
| De landing van de Britse marineofficier John Jennings wordt op Tenerife afgeslagen. Santa Cruz bevestigd daarmee de soliditeit van zijn verdediging als bolwerk. | ||
| In Elche worden de Fueros afgeschaft, wat leidde tot de invoering van de alcalde mayor, een ambt van de rechtspraak tijdens het Ancien Régime in Spanje. | ||
| 1707 | Zaragoza verliest zijn autonomie door de verovering van de Bourbons. | |
| Lérida wordt zwaar beschadigd door de verwoesting als gevolg van het beleg van de Bourbons. | ||
| 25 jan. De decreten van Nueva Planta ontbinden Aragonese instellingen. | ||
| 25 april. Slag bij Almansa. | ||
| 1709 | Dankzij hun loyaliteit verleend Felipe V de stad Murcia een 7e kroon op hun wapen | |
| 1713 | De Vrede van Utrecht in 1713. Hiermee gaan veel bezittingen (landen die tot Spanje behoren) Spanje verloren. | |
| 1713-1715 | Na de ondertekening van het Verdrag van Utrecht (tussen 1713 en 1715) behoorde Gibraltar niet langer tot het Koninkrijk Sevilla. | |
| 1715 | Na de Spaanse Successieoorlog verleend Felipe V de stad Cuenca de titels “Muy Fidelísima y Muy Heroica”. | |
| 1719 | De aanval op Vigo tijdens de Viervoudige Alliantieoorlog vindt plaats en was bedoeld als vergelding voor de Spaanse steun aan de Jakobitische opstand in Schotland | |
| 1725 | Zaragoza telt z’on 30.000 inwoners. | |
| 1748 | De oprichting van de Real Compañía de Comercio y Fábricas (Koninklijke Maatschappij van Koophandel en Fabrieken) | |
| 1750 | Pamplona krijgt een nieuw stadhuis, alsmede drinkwatervoorziening en riolering. | |
| 1755 | Santander ontvangt zijn stadrechten van Fernando IV | |
| 1763 | Bisschop Antonio Palafox, besluit de ingestorte textielindustrie in Cuenca nieuw leven in te blazen, een besluit dat teniet wordt gedaan door het verbod van Carlos IV om concurrentie met de Koninklijke Tapijtfabriek te vermijden. | |
| 1766 | Opstand in Elche als gevolg van de feodale administratieve en fiscale structuur, die ontstond in tijden van lage productie en terugtrekking van de handel. | |
| 1778 | Carlos III verbreekt het monopolie van de havens die handel mochten drijven met Amerika. De haven van Vigo maakt hier goed gebruik van. | |
| 1782 | Carlos III, verleend Ibiza stadsrechten en vestigt er een bisdom. | |
| 1783 | Het zogenaamde Consulado de Mar y Tierra de la muy noble y muy leal ciudad de Santander (Consulaat van Land en Zee van de zeer nobele en zeer loyale stad Santander) werd opgericht, een entiteit die verantwoordelijk was voor het reguleren van het zeeverkeer met andere steden volgens een geliberaliseerd handelsmodel. | |
| 1787. | Zaragoza telt zo’n 43.000 inwoners. | |
| 1790 | De derde brand op het Plaza Mayor van Madrid. In de nacht van 16 augustus 1790 vond er een derde brand plaats. Deze brand wordt als de meest catastrofale van de drie branden gezien, waarbij één derde van de omliggende gebouwen wordt vernietigd. Vooral de westkant van de Plaza. | |
| Carlos IV vestigt de zetel van het Koninklijk Hof van Extremadura in Cáceres, het hoogste gerechtelijke orgaan in de regio. Dit veranderd de stad na verloop van tijd van een eenvoudige stad in een stad van regionaal belang. | ||
| 1793 | Frankrijk verklaard de oorlog aan Spanje. (La Guerra del Rosellón, de la Convención of de los Pirineos in het Nederlands de Pyreneeënoorlog) | |
| 1797 | La Seo Vieja (De Oude kathedral van Lérida), gesloten voor de eredienst in 1797, werd een militaire kazerne. | |
| 25 juli, de dag van Santiago, vond de belangrijkste militaire gebeurtenis van Santa Cruz de Tenerife plaats: troepen en burgers verdedigden zich, onder leiding van generaal Antonio Gutiérrez de Otero, tegen de marineaanval van de Engelse admiraal Horatio Nelson; de machtige Britse marine trok zich terug, maar niet voordat Nelson volgens de overlevering een arm verloor door een kanonschot van het Tigre kanon. |
19e eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| 1802 | Iberisch Schiereiland | De rivier Guadalentín door het Puentes-reservoir, wat een overstroming veroorzaakte die het Murciaanse gehucht Buznegra volledig verwoestte. |
| 1803 en 1804 | Twee jaar uitbraak van Gele koorts in Còrdoba (stad). In 1803 minstens 7.000 en in 1804 meer dan 11.400 slachtoffers. | |
| 1803 | Koning Carlos IV verleend de haven van Santa Cruz de titel van “ya de por sí y sobre sí” en “villa exenta”, met het recht om een eigen stadsbestuur op te richten, met de benaming “Muy Leal, Noble, Invicta y Muy Benéfica Ciudad, Puerto y Plaza de Santa Cruz de Santiago de Tenerife”. | |
| 1807 | Spanje en Frankrijk verklaren de oorlog aan Portugal. Daarna bezet Frankrijk grote delen van Spanje en stelt Napoleon zijn broer Jozef aan als troonopvolger. | |
| 1808 | (2 mei 1808 – 17 april 1814) Onafhankelijkheidsoorlog. (La guerra de la Independencia Española). | |
| (6 juni) Contienda van Valdepeñas | ||
| (22 november) Onafhankelijkheidsoorlog. Franse troepen onder leiding van maarschalk Michel Ney verschijnen aan de poorten van Soria en bleven drie dagen in de stad, met de plundering als gevolg. | ||
| (23 november) Slag bij Tudela. | ||
| Napoleon stuurt een machtig leger naar Spanje. Zijn voorwendsel was Portugal binnen te vallen, hij gebruikte hier de minister president, Manuel Godov voor, aan wie hij de troon van een deel van Portugal beloofd had. De Franse Keizer gaf daarop de Spaanse troon aan zijn broer Joseph I. | ||
| 1809 | Spanje wordt bezet door het Franse leger. | |
| 4,5,6 en 7 januari. Ávila wordt op bevel van de Franse maarschalk Lefèvbre door de Fransen geplunderd. De Franse troepen plunderden verschillende kerken in de stad, evenals particuliere huizen, en het slachthuis van de stad werd in brand gestoken. | ||
| 28 maart. Vigo komt in opstand tegen de Franse bezetter, onder leiding van Bernardo González del Valle “Cachamuíña”, Juan Almeida en Pablo Morillo. | ||
| 1810 | 15 maart, De Onafhankelijkheidsoorlog, de Franse generaal Godinot valt met zijn troepen Almería aan. De guerrillastrijders Mena, Villalobos en Aróstegui boden weerstand. | |
| De Fransen verdelen de provincie Extremadura in twee districten, te weten Cáceres en Mérida. | ||
| 1811 | 28 juni. Het Franse leger bestormt Tarragona. (Guerra de Independencia). | |
| Castellón de la Plana wordt belegerd door het Franse leger dat de stad pas in 1814 zal verlaten. | ||
| 1812 | Slag bij Arapiles, De Fransen trekken zich terug na de nederlaag. | |
| 19 maart. De Eerste Spaanse Grondwet, opgesteld tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, werd afgekondigd in Cádiz. | ||
| 1812 – 1814 | Cataluña door Napoleon bij Frankrijk was ingelijfd. | |
| 1813 | 19 augustus. Het Franse leger verlaat Tarragona (Guerra de Independencia). | |
| 1814 | Fernando VII komt weer aan de macht. | |
| 1823 | Pamplona wordt gebombardeerd door het leger van de Cien Mil Hijos de San Luis | |
| 1833 | Dood van Fernando VII | |
| (1833 – 1840) Eerste Carlistische oorlog | ||
| División territorial de España (de nieuwe provinciale indeling van Spanje ) door Javier de Burgos. Spanje wordt verdeeld in Comunidades autónomas (17) die op hun beurt weer worden verdeeld in provincies (50). | ||
| Santa Cruz de Tenerife wordt hoofdstad van de enige provincie die de Canarische Eilanden zou vormen – de provincie van de Canarische Eilanden. | ||
| De provincie Santander wordt gesticht. | ||
| 1836 | 18 juli. Staatsgreep, begin van de Burgeroorlog. | |
| 1837 | 18 juli. Bombardement van Tudela door de Sovjet luchtmacht die de Republikeinse kant steunde waarbij 13 doden en 20 gewonden vielen. | |
| 6 november. Koningin María Cristina geeft Castellón de titel van stad nadat het op heldhaftige wijze een driedaagse belegering door Carlistische troepen in februari van datzelfde jaar had weerstaan. | ||
| 1840 | Familie Muntadas koopt het Monasterio de Piedra (Cisterciëzer Orde, zie 1194) en onderhielden zowel het klooster als de omgeving. | |
| 1844 | Opstand van Boné | |
| 1845 | Universiteit van Huesca wordt gesloten. | |
| 1846 | (1846 – 1849) Tweede Carlistische oorlog | |
| 1854 | De revolutie van 1854, ook bekend als Vicalvarada. | |
| 1859 | Santa Cruz de Tenerife krijgt de titel van Stad toebedeeld. | |
| 1868 | Door de revolutie “La Gloriosa”wordt Isabel II gedwongen Spanje te verlaten. Men roept het Cortes Condituyentes op dat zich, op initiatief van General Juan Prim, ten gunste van de monarchie uitspreekt en daarmee het koningschap aanbiedt aan Amadeo de Saboya; zoon van de Italiaanse koning. | |
| Begin van de Tienjarige oorlog met Cuba. | ||
| 1871 | Uit naam van Amadeo I ontvangt Elche op 16 maart zijn stadsrechten. | |
| 1872 | (1872 – 1876) Derde Carlistische oorlog | |
| 1873 | (1873 – 1874) Eerste Spaanse Republiek. | |
| 1874 | Alfonso XII wordt koning van Spanje. | |
| Tijdens de Derde Carlistenoorlog wordt Cuenca tweemaal geplunderd. De tweede aanval was de meest bloedige van allemaal: een groot deel van de stad werd in brand gestoken en de strijd resulteerde in 300 doden, waaronder 40 burgers, en 700 gewonden. | ||
| 1879 | Murcia. De beroemde Santa Teresa overstroming de grens van 1800 m³/s toen deze over de Puente de los Peligros stroomde, en daarmee meer dan 1000 doden veroorzaakte. | |
| 1880 | Cuenca krijgt aansluiting op het spoorwegnet vanuit Aranjuez. | |
| 1881 | 8 oktober. Alfonso XII verspreekt zich tijdens de inhuldigingsrede van het eerste treinstation van Cáceres waarin hij de stad prees. Hij werd snel gewaarschuwd voor zijn fout, aangezien Cáceres geen stad was maar een dorp, waarop de vorst antwoordde: “Pues desde hoy es ciudad” (Dus vanaf vandaag is het een stad). | |
| 1882 | 9 februari: Cáceres wordt door koning Alfonso XII officieel tot stad verheven. Op deze manier bekrachtigde de monarch zijn eerder gesproken woorden. | |
| 19 maart (dag van San José): De eerste steen van basiliek van de Sagarada Familia wordt gelegd. (Teonmalig architect, Francisco de Paula del Villar y Lozano) | ||
| 1883 | 3 november: Antoni Gaudí neemt de werkzaamheden aan de basiliek van de Sagrada Familia over van de architect Francisco Villar. | |
| 1885 | 25 november. Alfonso XII sterft op 27 jarige leeftijd aan tuberculose. | |
| 1887 | 22 oktober: werd in Valladolid de elektrische straatverlichting in gebruik genomen: ’s nachts werden het Teatro Zorrilla en het Círculo de Recreo Mercantil verlicht, evenals enkele cafés en particuliere woningen. | |
| 1891 | In Castellón de la Plana begint men aan de aanleg van nieuwe haven in El Crao. | |
| 1893 | Gamazada. Volksopstand in Navarra, ter verdediging van de fueros. | |
| 1898 | Spaans-Amerikaanse Oorlog. | |
| Cubaanse oorlog. | ||
| Generatie van ’98, een groep Spaanse schrijver, dichters en essayisten wordt opgericht. |
20ste eeuw n. Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch Schiereiland | ||
| 1923, 13 september | Staatsgreep door Generaal Miguel Primo de Riviera, van 13 september 1923. Hij vestigde een militaire dictatuur die door een groot deel van de maatschappelijke krachten en door Koning Alfonso XIII zelf werd aanvaard. | |
| 1930 | Primo de Riviera dient zijn ontslag in bij de koning en vertrok hij naar Parijs. | |
| 1931 | (1931 – 14 april 1939) Tweede Republiek van Spanje. | |
| 1931 | 4 juni. De kerk van Santa María in Castellón de la Plana wordt uitgeroepen tot Nationaal Historisch-Artistiek Monument, maar op 17 november 1936 gaf het stadsbestuur opdracht tot de sloop ervan onder het voorwendsel dat er een stadsuitbreiding in het centrum van de stad zou worden gestart, waarbij het oorspronkelijke gotische gebouw werd vernietigd. | |
| 1934 | Asturisch Revolutie | |
| 1936 | 18 juli. Staatsgreep die aanleiding geeft tot Spaanse burgeroorlog (1936 – 1939). | |
| 1936 | 17 en 18 juli. Spaans Afrikaanse leger in opstand tegen de regering van de Republiek, dat lukt alleen in bepaalde delen van het land. | |
| 18 – 28 juli. De slag om Vigo. | ||
| ‘Bombardeo de las ocho horas’ (acht-uur-bombardement) op Alicante als vergelding op het neerschieten van de falangistische leider José Antonio Primo de Rivera. Daarna werden nog eens 49 mensen vermoord die ervan verdacht werden geen linkse ideologie te hebben. | ||
| In Marbella werden verschillende religieuze gebouwen platgebrand, waaronder de kerk van La Encarnación en de kerk van San Pedro Alcántara. | ||
| 1937 | 4 jan. Bombardement van Murcia tijdens de Burgeroorlog waarbij de kruitfabriek wordt vernietigd. | |
| 1938 | 25 mei. Bombardement op de stad Alicante door Italiaanse Savoia vliegtuigen om 11 uur ’s ochtends, met negentig bommen die 313 mensen doodden, voornamelijk vrouwen en kinderen die zich op de Centrale Markt bevonden. | |
| 13 juni. om 19:15 uur. Vallen de troepen van Franco Castellón de la Plana binnen en treffen daar het grootste deel van de burgerbevolking, die in de stad was gebleven. | ||
| 1939 | 4 februari. Gerona wordt bezet door de troepen van Franco. | |
| 29 maart. Cuenca wordt ingenomen door de troepen van Franco. | ||
| 31 maart. Einde van de Burgeroorlog, met de overwinning voor Franco………………………………….. | ||
| 1947 | De explosie op van een kruitmagazijn op Isla Cristina, waarvan de ontploffing minstens 120 km verderop te horen was. | |
| 1950 | De rivier de Segura wordt binnen de gemeente Murcia gekanaliseerd. | |
| 1968 | Franco verleend de onafhankelijkheid aan Spaans Guinea en het jaar daarop stelde hij Juan Carlos de Borbón, kleinzoon van Alfonso XIII en prins van Spanje voor als zijnde zijn opvolger als koning. | |
| 1975, 20 november | Franco overlijd. | |
| 1975, 22 november | Juan Carlos I uitgeroepen tot koning van Spanje. | |
| 1977 | Werd er een democratische verkiezing gehouden. | |
| 1978 | Werd de Spaanse grondwet afgekondigd | |
| 1979 | Adolfo Suarez, van de partido Unión de Centro Democrático (centrum-rechts), verkozen tot president van de regering | |
| 1981 | Adolfo Suarez treed af. | |
| 1981 | 29 januari. De ETA-terrorist Jose Ricardo Barro komt om het leven als gevolg van de explosie van een bom die hij zelf naast het onderstation van Fuerzas Eléctricas de Navarra, had geplaatst. | |
| 23 februari. Tijdens de inhuldiging van de opvolger van Suarez, van Leopoldo Calvo Sotelo van de UCD op 23 februari 1981 doet een groep van hoog geplaatste militaire officieren een poging tot een staatsgreep. | ||
| DE ETA is in deze periode erg actief. | ||
| 1982 | 19 oktober, heftige regenval in Alicante, 220 mm in 24 uur tijd, zorgt voor ernstige overstroming. 2 doden. | |
| 1997 | 10 juli, ETA ontvoerd het PP-raadslid van Ermua, Miguel Ángel Blanco, en dreigde hem te doden als de regering niet op haar eisen zou ingaan. Twee dagen later vermoordden de ETA-leden hem. Zijn dood veroorzaakte in Baskenland en de rest van Spanje een massale beweging van afkeer die bekend staat als de Geest van Ermua. | |
| 30 september. Wederom neerslagrecord in Alicante. Deze keer 270 mm in 24 uur tijd. Op sommige plaatsen staat het water meer de 1 meter hoog in de straten. 4 doden. | ||
21ste eeuw n.Chr.
| Jaar | Gebied | Gebeurtenis |
|---|---|---|
| Iberisch Schiereiland | ||
| 2009 | 29 juli, in Burgos wordt er een aanslag gepleegd op de kazerne van de Guardia Civil, die door de ETA werd opgeëist. | |
| 2013 | 24 juni. Zeer ernstig treinongeluk met hogesnelheidstrein (AVE) Santiago de Compostela. 79 slachtoffers. | |
| 2020-2021 | De wereldwijde coronacrisis is de maatschappelijke crisis die ontstond tijdens de coronapandemie. De begrippen ‘coronacrisis’ en ‘coronapandemie‘ worden ook wel door elkaar gebruikt. | |