Het verdrag van Jaén

Het Pact of Verdrag van Jaén was een overeenkomst die in 1246 werd ondertekend door de koning van Castilla, Fernando III, en de eerste Nasriden koning van Granada, Alhamar, waarin de grens tussen de twee koninkrijken werd vastgelegd.

De oorsprong


Het Verdrag was een gevolg van de militaire campagne van de Castiliaanse koning, die in 1245 begon. Nadat hij steden als Alcalá la Real en Íllora had aangevallen, besloot zijn Raad om de stad Jaén aan te vallen, die geïsoleerd was geraakt nadat de christenen de drie toegangswegen vanuit Granada hadden veroverd: de Camino viejo (Oude Weg), die via de Puerto Alto en Puente la Sierra liep; de Camino nuevo (Nieuwe Weg), via Pegalajar, waar het kasteel van La Guardia was ingenomen; en de Camino de Alcalá (Weg naar Alcalá), die was onderbroken na de inname van Martos.

Het werk toont koning Muhammad ibn Nasr die hulde brengt aan koning Ferdinand III van Castilla in 1246.

Het beleg van Jaén duurde acht maanden en de situatie werd wanhopig. Toen hij zag dat hij niets kon doen om de stad te redden, stelde Alhamar zich voor aan Fernando III, verklaarde zich zijn vazal en gaf de stad aan hem over, waarbij hij het Verdrag van Jaén ondertekende.

De inhoud


Het verdrag had twee afzonderlijke aspecten:

        • Aan de ene kant ontving Fernando III de koning van Granada als vazal, die hem ook 150.000 maravedis (oude Spaanse munt die tussen de 13e en 19e eeuw) per jaar moest betalen. Er werd ook een wapenstilstand van 20 jaar gesloten tussen de twee koninkrijken en Alhamar werd verplicht om geen oorlog te voeren met derden zonder toestemming van de Cortes van Castilla.
        • De grenzen tussen de twee koninkrijken werden ook vastgelegd. Deze grenzen bleven de volgende tweeënhalve eeuw vrijwel onveranderd, tot de verovering van Granada door de ‘Katholieke Vorsten’.

De afbakening van de grenzen


In het koninkrijk Jaén lag de grens met Granada in de keten van sierras van het Subbetische Systeem, gelegen in het zuiden van de huidige provincie Jaén. Dit is een bergketen van een zekere hoogte (tussen 1.600 en 2.000 m boven zeeniveau) die diende als natuurlijke verdediging voor het Nasriden koninkrijk. Van west naar oost liep de grens door de volgende plaatsen:

        • Land dat toebehoorde aan de Orde van Calatrava en dat afhankelijk was van Martos, tegenover de kastelen van Alcaudete en Alcalá la Real aan de moslimkant, ongeveer langs de huidige scheidslijn tussen de gemeenten Martos en Alcaudete.
        • De bergketen van La Pandera, die diende als scheidslijn tussen de twee in het gebied van Valdepeñas de Jaén, doorgaand langs de huidige scheidslijn tussen de gemeenten Pegalajar (christelijk deel) en Cambil (Nasriden-gebied).
        • Sierra Mágina, waarvan de toppen de domeinen van Baeza, Úbeda en Jódar scheidden van de moslimgebieden van Huelma.
        • In het oosten werd de grens gevormd door de rivier Guadiana Menor (die voor de Arabieren van oudsher de bovenloop van de rivier Guadalquivir was), tot aan de Sierra de Cazorla, waar Tíscar een vooruitgeschoven Nasridisch fort was totdat het in 1319 werd ingenomen door Pedro de Castilla voor de ramp van de Vega de Granada.
        • Tot slot, aan de oostkant, de zuidkant van het bergmassief van de huidige siërra’s van Cazorla, Segura en Castril, het noordelijke uiteinde van het koninkrijk Granada, tegenover het bergachtige terrein dat behoorde tot het aartsbisdom Toledo (Adelantamiento de Cazorla).

Deze grens onderging de volgende wijzigingen tot het hoogtepunt van de Oorlog van Granada op 2 januari 1492. De christelijke verovering van Alcaudete in 1340, Castillo de Locubín, Priego en Alcalá la Real in 1341, waardoor de grens vertraagd werd naar de versterkte Nasriden steden Moclín, Íllora en Montefrío, zeer dicht bij de vruchtbare vlakte van Granada. Benamejí in 1361, de verovering in 1410 van Antequera, in 1431 Iznájar, twee jaar later Ardales, het kasteel van Xiquena (Fontanares) en Rute. In 1438, verovering van de stad en het kasteel van Huelma. De verovering van Solera in 1457 en Archidona en het kasteel in 1462 kwamen ten einde.

In het westen bestonden de variaties uit de Castiliaanse verovering van Tarifa in 1292, Castellar in 1434, Jimena de la Frontera in 1456 en Gibraltar in 1462.


Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

                                    • Jaén Stad
                                    • Nasriden
Annotations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2023-12-12

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and worked on these articles.

        • Spanish Wikipedia|titel=Pacto de Jaén|pagecode=150527958| date=20231212

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0.  CC BY-SA 3.0

Other references are: