Taifas

Taifa’s (het gevolg van het uiteenvallen van het kalifaat van Córdoba)


De Fitna van al-Ándalus


De Fitna van al-Ándalus was een periode van instabiliteit en burgeroorlog die al-Ándalus tussen 1009 en 1031 doormaakte en die leidde tot de ineenstorting van het Kalifaat van Córdoba en daarna het ontstaan van de eerste Taifa koninkrijken. De naam fitna werd gegeven door de Arabische kroniekschrijvers. In het Arabisch wordt fitna, meestal vertaald als ‘burgeroorlog’, maar zoals Eduardo Manzano Moreno (Spaans historicus) heeft opgemerkt geeft het, “het idee weer van een beproeving die God de zondaars oplegt, een verleiding uitgelokt door externe omstandigheden waaraan het geloof van moslims kan bezwijken in een situatie van diepe verdeeldheid binnen de gemeenschap van gelovigen”.

Het einde van het kalifaat van Córdoba


De taifas (Arabisch: طائفة ṭā’ifa, een woord dat “factie” of “groepering” betekent) waren kleine koninkrijken (ملوك الطوائف) waarin het kalifaat van Córdoba werd verdeeld na de Cordovaanse Opstand die kalief Hisham II in 1009 afzette; hoewel het kalifaat op dat moment niet verdween. In de daaropvolgende jaren, in de zogenaamde Fitna van al-Andalus, concurreerde het kalifaat met de eerste Taifa koninkrijken totdat de kalief Hisham III (van de Omajjaden dynastie) werd verbannen, wat een einde maakte aan het kalifaat in 1031. Vervolgens, na de verzwakking van de Almoraviden en de Almohaden, ontstonden de zogenaamde tweede (1144 en 1170) en derde Taifa koninkrijken (13e eeuw). De oorsprong van alle Taifa dynastieën was buitenlands, behalve die van de Banu Qasi en Banu Harun, die Muladi was.

Het Iberisch schiereiland in 1031.

Vanaf het moment dat kalief Hisham II in 1009 gedwongen werd af te treden tot het jaar van de formele afschaffing van het kalifaat in 1031, volgden negen opeenvolgende kaliefen, van de Umayyad en Hamudid dynastieën, elkaar op op de troon van Córdoba, te midden van een totale chaos die tot uiting kwam in de geleidelijke onafhankelijkheid van de taifas van Almería, Murcia, Alpuente, Arcos, Badajoz, Carmona, Denia, Granada, Huelva, Morón, Silves, Toledo, Tortosa, Valencia en Saragossa. Toen de laatste kalief Hisham III werd afgezet en de republiek werd uitgeroepen in Córdoba, riepen alle cora’s (provincies) van al-Ándalus die nog niet onafhankelijk waren geworden zichzelf onafhankelijk uit, geregeerd door Arabische en Berberse clans.

De verschillende stadia van de eerste en tweede Taifa’s


Er kunnen drie perioden worden onderscheiden in de evolutie van de vroege Taifa koninkrijken:

Van 1009 tot 1031. De verschillende cora’s (provincie van het kalifaat) namen geleidelijk de macht over met hun lokale regeringen, terwijl ze de kortstondige pretendenten van het kalifaat steunden door hen te besturen volgens hun belangen en als ondersteuning van het prestige van de macht die ze nastreefden. In deze periode werden een dertigtal lokale machten geconsolideerd,  met aan het hoofd regionale krijgsheren gebruikmakend van eretitels zoals laqb, maar zonder zichzelf persoonlijk tot kalief uit te roepen. De intriges voor het hoofd van het kalifaat vonden voornamelijk plaats in Córdoba, maar vanuit de hoofdstad ging de controle over de rest van de Andalusische verloren, waarvan de beginnende Taifa koningen profiteerden om onafhankelijk te regeren, munten te slaan en een onafhankelijk bestuur op te zetten.

Van 1031 tot 1045. Met de formele verdwijning van de figuur van de kalief probeerden de Taifa koningen de manieren van de kalief op lokale schaal te imiteren. Ze bouwden koninklijke paleizen, stelden viziers aan, omringden zichzelf met een monarchaal hof en probeerden intellectuelen en dichters aan te trekken om hun glorie te bezingen, gebruik makend van het literaire genre van de lofrede, zo belangrijk in de Islamitische cultuur. De strijd om het voortbestaan van de kleine koninkrijken en de uitbreiding van de meer machtige taifa’s leidde tot aanzienlijke uitgaven aan militaire middelen, die voornamelijk bestonden uit huurlingen. Dit, samen met de paria’s of belastingen die betaald werden aan de meer oorlogszuchtige christelijke legers, hetzij om een bondgenootschap met hen aan te gaan tegen een andere vijand of om vrede te kopen, verzwakte de kracht van al-Andalus. De grote taifas domineerden de satelliet taifas en de taifas van Badajoz, Toledo, Saragossa en Sevilla consolideerden hun macht. In de Middellandse Zee viel de taifa van Denia-taifavan de Balearen op, die een grote oorlogsvloot opbouwde.

Van 1045 tot 1090. De tussentijdse oorlogen, de belangrijke paria’s die aan de christelijke koningen werden betaald en de kracht van de laatstgenoemden deden de balans definitief doorslaan ten gunste van de koninkrijken van León, Castilla en Pamplona. Zo slaagde Alfonso VI er in 1085 in om het zenuwcentrum van de moslimcultuur te breken door de Taifa van Toledo in te nemen en de centrale weg van de Andalusische communicatie, die van Tortosa naar Sevilla liep via Zaragoza en Toledo, te verstikken. Valencia, rijk en begeerlijk, slaagde er niet in om een sterke dynastie te consolideren en haar zwakte leidde ertoe dat het zich onderwierp aan de koningen van Toledo, Zaragoza en zelfs aan koning Alfonso VI van León, om uiteindelijk in 1092 veroverd te worden door El Cid. In 1085 vroegen de Taifa koningen van Badajoz en Sevilla hulp aan de Almoraviden die, hoewel ze de Islam kwamen verdedigen, een einde maakten aan de macht van de Hispano-islamitische Taifa koningen en Al-Andalus werd een perifere provincie van dit Maghrebijnse rijk.

Taifa koninkrijken in 1080.

De strijdende Islamitische partijen


De Omajjaden dynastie (op het schiereiland van 711-1027)

De Omajjaden (of Umayyaden, Banu Umayya) waren een dynastie die van 661 tot 750 het Islamitisch Kalifaat regeerde. De Omajjaden waren van oorsprong een belangrijke clan uit Mekka die binnen de snel groeiende islamitische wereld de macht greep. In totaal regeerden veertien leden van de clan als kalief over het Arabische Rijk. De laatste van hen werd in 750 verslagen, waarna de macht op de dynastie van de Abbasiden overging. Een gevluchte prins, Abd al-Rahman I, zette de dynastie voort op het Iberisch schiereiland. Daar bleven de Omajjaden tot 1027 aan de macht.

De Hamudiden dynastie (1016-1056)

De Hammudiden of Banu Hamud zijn een dynastie die gesticht werd door Ali ben Hamud al-Nasir, en waarvan de voorouders terug te vinden zijn in de Idrisiden, die afstammen van hun stichter, Idris I. Van de Abbasiden, de Ziriden en de Banu Hud waren de Abbasiden de sterkste en duurzaamste groep.

Ze kwamen oorspronkelijk uit Marokko, maar vestigden zich aan het eind van de 10e eeuw in al-Ándalus en namen in 1016 het Kalifaat van Córdoba over toen Alí ben Hamud al-Násir de Umayyadenkalief Sulaimán al-Mustaín liet onthoofden.

Deze dynastie leverde, naast Ali ben Hamud al-Nasir, twee andere Cordobaanse kaliefen: Al-Qasim al-Mamun en Yahya al-Muhtal; en, na het uiteenvallen van het Cordobaanse Kalifaat, verschillende koningen in de Taifas van Málaga en Algeciras.

De Hammudiden behoorden tot de Zaydi tak van de Shi’itische Islam.

De Almoraviden (1040-1147)

In 1086 was Alfonso VI van Castilla y León sterk genoeg om de Taifa’s op het Iberisch schiereiland te verslaan. De verzwakte Taifa’s, en in hoofdzaak die van Sevilla en Granada riepen de islamitische Almoraviden te hulp, en onder de leiding van de geharde krijger Yusuf ibn Tashfin – de eerste bestuurder die zich “Emir Almuslimien” (Emir van de Moslims) noemde in plaats van “Emir Almouminien” (Emir van de gelovigen) – staken de Almoraviden de straat van Gibraltar over en werd Alfonso VI in één dag verslagen in de Slag bij Zalaca. Gedurende hun oversteek naar het schiereiland, was alleen de Ziriden koning van Granada vrijgesteld van het betalen van beschermingsgeld aan de christenen.

In tegenstelling tot wat er soms beweerd wordt, bleven de Almoraviden niet op het Iberisch schiereiland om er over te heersen, maar keerden terug naar hun rijk in het zuiden. Alfonso bouwde zijn leger opnieuw op, en bedreigde opnieuw de Taifa’s. Almottammid Billah riep ook deze keer weer de Almoraviden te hulp. In 1088 vielen de Almoraviden de christenen opnieuw aan, maar deze keer was er geen samenwerking met de Taifa’s. De Taifa’s vreesden dat de Almoraviden zouden blijven, en werkten liever samen met de christenen. Daarom vond Ibn Tishfin de Taifa’s niet meer geschikt om het rijk van de moslims in het noorden te beschermen. Op deze wijze kreeg hij een rechtvaardiging, van de theologen, vooral de Perzische theoloog Alghazali, voor de inlijving van het islamitische deel van het schiereiland in het Almoravidenrijk.

De Almohaden (1121-1269)

Het kalifaat van de Almohaden (Berbers: Imweḥḥden, اموحدن, Arabisch: الموحدون’, al-Moahhidoen, “de monotheïsten” of “de unitaristen”) was een Berberse moslimdynastie die vanuit het huidige Marokko in de 12e en 13e eeuw over de Maghreb en een deel van het Iberisch schiereiland regeerde. Op het schiereiland werden zij opgevolgd door de Nasriden, door de Zianiden in Algerije, de Meriniden in Marokko en de Hafsiden in Tunesië en Libië.

Abd al-Mu’min (gest. 1163), begon in 1139 een zevenjarige veldtocht tegen de Almoraviden. Na een lang beleg werd in 1147 de stad Marrakesh ingenomen, die de hoofdstad van de Almohaden werd en waar de laatste Almoravidenvorst, Isjak, de dood vond. In twee veldtochten (1151–1152 en 1159) veroverde Abd al-Mu’min ook Ifrikija en zijn gezag strekte zich uit tot in Tripolitanië en Cyrenaica. Zo bracht hij al de Berbers onder één heerschappij. Ondertussen intervenieerde hij met succes in al-Ándalus, waar de emirs sinds de val van de Almoraviden een zelfstandige politiek voerden en de christenen gebieden veroverden. Hij nam Sevilla (1147), Córdoba en Jaén (1148), Málaga (1153), Granada (1154) en Almería (1157) in. Abd al-Mu’min ontpopte zich als een groot organisator en administrator, herstelde de orde, breidde de vloot uit, onderhield stabiele betrekkingen met Genua en stichtte in 1157 de stad Gibraltar. Door zijn anti-joodse houding verlieten veel Joden het land, onder anderen de wijsgeer Maimonides, die de wijk nam naar Egypte; anderen vluchtten naar het christelijke Spanje, waar Toledo hun nieuwe centrum werd. Al-Mu’min bevorderde de bouwkunst en deed zich kennen als beschermer van wetenschap en kunsten.

De eerste taifa koninkrijken


Kolom ter ere van Al-Mutamid, de historische Abadid-koning, in het Alcázar van Sevilla

De taifa’s waren een groep kleine staten (Arabisch: ملوك الطوائف) die ontstonden tussen het uiteenvallen van het Kalifaat van Córdoba na de fitna of burgeroorlog die in 1009 uitbrak na de dood van de laatste Amiridische krijgsheer Abd al-Malik al-Muzaffar en de omverwerping van de laatste Omajjadische kalief Hisham III, met de daaropvolgende formele afschaffing van het kalifaat in 1031. De autonome politieke regimes van de Taifa koninkrijken bezweken onder de vestiging van Almoraviden regeringen in al-Ándalus vanaf 1085.

Diepgewortelde problemen lagen op de achtergrond. Aan de ene kant was de strijd om de troon van het kalifaat slechts een herhaling van de interne strijd die het emiraat en het kalifaat altijd al had geteisterd om raciale redenen (Arabieren, Berbers en Muladi’s of Slaven, de laatsten waren bevrijde slaven uit het noorden van het Iberisch Schiereiland of van Midden-Europese afkomst). Ook van invloed waren de grotere of kleinere aanwezigheid van de Mozarabische bevolking, het verlangen naar onafhankelijkheid in de gebieden met grotere economische middelen en ook de zware belastingdruk die nodig was om de kosten van de oorlogsinspanningen te financieren.

Elke taifa werd aanvankelijk geïdentificeerd met een familie, clan of dynastie. Zo ontstond de taifa van de Amiriden (afstammelingen van Almanzor) in Valencia; die van de Tuyibiden in Zaragoza; die van de Aftasiden in Badajoz; die van de Birzaliden in Carmona; die van de Ziriden in Granada; die van de Hamudiden in Algeciras, Ceuta en Malaga; en die van de Abadiden in Sevilla. In de loop der jaren vormden de Taifas van Sevilla (die heel westelijk Andalucía en een deel van oostelijk Andalucía hadden veroverd), Badajoz, Toledo en Saragossa de islamitische machten van het schiereiland.

Tijdens de hoogtijdagen van de Taifa koninkrijken (11e eeuw tot halverwege de 13e eeuw) concurreerden de Taifa koningen niet alleen militair met elkaar, maar vooral ook in prestige. Hiertoe probeerden ze de meest prestigieuze dichters en ambachtslieden te sponsoren.

Het uiteenvallen van het kalifaat in meerdere taifa’s, die in de loop der tijd konden worden onderverdeeld of geconcentreerd, maakte echter duidelijk dat alleen een gecentraliseerde en verenigde politieke macht weerstand kon bieden aan de opmars van de christelijke koninkrijken in het noorden. Bij gebrek aan de nodige troepen huurden de taifas huurlingen in om tegen hun buren te vechten of om zich tegen de christelijke koninkrijken in het noorden te verzetten. Zelfs christelijke krijgers, zoals de Cid Campeador zelf, dienden moslimkoningen en vochten zelfs tegen andere christelijke koningen. Dit was echter niet genoeg en de Christelijke koninkrijken maakten gebruik van de verdeeldheid van de Moslims en de zwakte van elke individuele taifa om hen te onderwerpen. In het begin was de onderwerping alleen economisch, door de taifa’s te dwingen een jaarlijks eerbetoon, de parias, te betalen aan de christelijke vorsten. De verovering van Toledo in 1085 door Alfonso VI van León maakte echter duidelijk dat de christelijke dreiging een einde kon maken aan de moslimrijken op het schiereiland. Geconfronteerd met deze dreiging riepen de Taifa koningen de hulp in van de almoravidische sultan van Noord-Afrika, Yusuf ibn Tasufin, die de zeestraat overstak en zich in Algeciras vestigde en niet alleen de koning van León versloeg in de Slag bij Zalaca (1086), maar ook geleidelijk alle Taifa’s veroverde.

Banu Tujib (Tuyibiden)

De Banu Tujib (Arabisch: بنو تجيب) was een Arabische dynastie uit al-Ándalus die van 1018 tot 1039 regeerde over de Taifa van Zaragoza.

De Banu Tujib zijn van oorsprong van Jemenitische afkomst, die in de 8e eeuw naar Iberia zijn geëmigreerd ten tijde van de grote islamitische veroveringen. Deze invloedrijke familie, die een grote rol speelde in het politieke leven van al-Ándalus, behoorde tot de islamitische aristocratie. Het bolwerk van de familie lag in de vallei van de Ebro en meer bepaald in de stad Daroca. Het is vanuit deze stad dat ze hun invloed verspreidden, tot aan Calatayud. Ze waren vazallen van het Omajjadische Kalifaat van Córdoba dat hen had geholpen in hun strijd tegen de Banu Qasi, een moslimfamilie van Visigotische afkomst. Ze veroverden hun onafhankelijkheid ten tijde van de Taifa’s, maar verloren die al snel ten voordele van de Banu Hud.

Het was de subtak van de Banu Hashim die als eerste haar politieke macht uitoefende. De eerste Tujibid-gouverneur van de Taifa van Zaragoza was Mohammed al-Anqar die in 890 werd aangesteld en zijn post verliet in 925. Hij werd opgevolgd door Hashim ibn Toujibi (925-930), Mohammed ibn Hashim (930-950), Yahia ibn Mohammed (950-975), Abderrahman ibn Mohammed al-Toujibi (975-989) en Abderrahman ibn Yahya (989-?)

De andere subtak, die van de Sumadih, slaagde erin in de eerste helft van de 11e eeuw de macht te grijpen in de Taifa van Almeria, waar hun dynastie regeerde tot de komst van de Almoraviden in 1091.

Het beroemdste lid van de dynastie is prins al-Mutasim die door de Almoraviden werd gedwongen zich terug te trekken uit de stad Béjaïa.

Aftasiden dynastie
Een dinar geslagen door de taifa van Badajoz tijdens het bewind van Almanzor II Yahya. In tegenstelling tot andere soortgelijke munten is deze munt van goud in plaats van elektrum.

De Aftasid dynastie of Banu-l-Aftas was een Berber dynastie, van de Miknasid stam, die regeerde tijdens de eerste Taifa van Badajoz (1022-1094).

Toen het Kalifaat van Córdoba na een opstand en de verovering van de taifa van Lissabon in taifakoninkrijken uiteenviel, nam Abdal-lah ibn Al-Aftas (1022-1045) de controle over Badajoz over. Onder zijn opvolgers Al-Muzáffar (1045-1065) en Úmar al-Mutawákkil (1065-1094) beheerste Badajoz grote delen van het westelijke Iberische schiereiland (het huidige Spanje en Portugal). In 1055 werd Badajoz schatplichtig aan León (met het betalen van parias). Kort daarna veroverden de Abbadiden van Sevilla een deel van het grondgebied. In 1094 werd het koninkrijk geannexeerd door de Almoraviden.

De Abbadiden dynastie

De Abbadiden is een Arabische dynastie die in de 11e eeuw vanuit Sevilla regeerde over een staat ontstaan door het uiteenvallen van het kalifaat der Omajjaden. Zij werd genoemd naar de naam van een voorvader, Abbad.

De eerste koning van deze dynastie was Moehammad ibn Ismaïl, die van 1023 tot 1042 regeerde.

De tweede, zoon van de eerste, was Abbad, meer bekend onder de bijnaam al Moetatid; hij regeerde van 1042 tot 1069 en zette de strijd tegen de kleine Berberdynastieën van Andalusië voort en breidde zijn koninkrijk aanzienlijk uit. Om zijn annexaties te rechtvaardigen gebruikte hij het voorwendsel dat hij handelde in naam van een Omajjaadse pseudo-kalief, Hisjam II, die in werkelijkheid was vermoord.

Ziriden dynastie
Detail van boog in de Patio de las Doncellas, Alcázar van Sevilla.

De Ziriden waren een Berberdynastie uit Kabylië, een berggebied in Algerije, die vanaf de 10e eeuw de regio Ifriqiya bestuurden, eerst als vazallen van de Fatimiden en van 1048 tot 1163 als onafhankelijke emirs.

Ook buiten Afrika liet de Ziriden familie zich gelden. Een tak van de familie stichtte in het zuiden van Spanje de stad Granada en regeerden over de taifa Granada.

De Birzaliden

De Birzaliden, Banu Birzal of Berzal zijn een Zenet Berberstam. Volgens Ibn Khaldoun is de stam geconcentreerd in de Aurès in Algerije. De Berzal namen deel aan de kharidjitische opstand van Abu Yazid in de 10e eeuw. Volgens Ibn Khaldoun speelde de Berzal-stam een belangrijke rol in het destabiliseren van de Fatimiden in de Maghreb.

Ze stichtten een onafhankelijk Berberkoninkrijk in Andalucía: de Taifa van Carmona.

Lijst van taifa’s van de eerste periode
  • Albarracín: 1012-1104 (Almoraviden)
  • Algeciras: 1013-1026 (Málaga); 1035-55 (Abbadiden)
  • Almería: 1012-91 (Almoraviden)
  • Alpuente: 1009-1106 (Almoraviden)
  • Arcos: 1012-69 (Sevilla)
  • Badajoz: 1009-1095 (Almoraviden)
  • Islas Baleares o Mallorca: 1076-1116 (Almoraviden)
  • Ceuta: 1061-1084 (Almoraviden)
  • Calatayud: 1046-1055 (Zaragoza)
  • Carmona: 1013-67 (Sevilla)
  • Córdoba (repúblicas): 1031-70 (Sevilla)
  • Denia: 1010-76 (Zaragoza)
  • Granada (Garnata): 1013-90 (Almoraviden)
  • Huelva: 1012-52 (Sevilla)
  • Jaén: 1018-19 (Granada)
  • Lérida: 1031-1078 (Saraqusta); 1082-1102 (Almohaden)
  • Lisboa: 1022-34 (Badajoz)
  • Lorca: 1042-91 (Almoraviden)
  • Málaga: 1026-57 (ziríes); 1073-90 (Almoraviden)
  • Melilla: 1030-1079 (Almohaden)
  • Mértola: 1033-44 (Sevilla)
  • Molina: “1030”-1046 (Toledo); 1085-1128 (Aragón)
  • Morón: 1014-66 (Sevilla)
  • Murcia: 1012/13-78 (Sevilla); 1145-1172 (Almohaden); 1228-1243 (Castilla)
  • Murviedro y Sagunto: 1086-92 (Almoraviden)
  • Niebla: 1023-53 (Sevilla)
  • Ronda: 1015-66 (Sevilla)
  • Santa María del Algarve: 1016-52 (Sevilla)
  • Segorbe 1065-1075
  • Sevilla: 1023-91 (Almoraviden)
  • Silves: 1027-63 (Sevilla)
  • Talavera de la Reina: 1073/80 (Toledo)
  • Toledo: 1035-85 (Castellanos)
  • Tortosa: 1009-61 (Zaragoza)
  • Tudela: 1046-51 (Zaragoza)
  • Valencia: 1011-1094 (Toledo)
  • Zaragoza: 1018-1110 (Almoraviden)

Tweede taifa koninkrijken


Toen de overheersing van de Almoraviden begon af te nemen, ontstonden de zogenaamde tweede Taifa koninkrijken (1144-1170), die vervolgens werden onderworpen en geannexeerd door de Almohaden, die de Almoraviden hadden opgevolgd in hun overheersing van Noord-Afrika.

Lijst van taifa’s van de tweede periode
  • Almería: 1145-47 (korte heerschappij van de Castellanen en de Almohaden)
  • Badajoz: 1145-50 (Almohaden)
  • Beja y Évora: 1114-50 (Almohaden)
  • Constantina y Hornachuelos: 1143-50 (Almohaden)
  • Guadix y Baza: 1145-51 (Murcia)
  • Jaén: 1145-1159 (Murcia)
  • Jerez: 1145 (Almohaden)
  • Málaga: 1145-53 (Almohaden)
  • Mallorca: 1147-1203 (na de val van het Almoravidenrijk werd het georganiseerd als een taifa. Het laatste bolwerk van de Almoraviden viel in handen van de Almohaden.).
  • Mértola: 1144-45 (Badajoz); 1146-51 (Almohaden)
  • Molina: ?-1100 (Guadalajara)
  • Murcia: 1145 (Valencia); 1147-72 (Almohaden)
  • Niebla: 1145-50 (Almohaden)
  • Purchena 1145-50 (Murcia)
  • Santarém: 1144-45 (Badajoz)
  • Segura:1​ 1147-“1150” (Murcia)
  • Silves: 1145-55 (Almohaden)
  • Tavira: 1146-50 (Almohaden)
  • Tejada: 1145-50 (Almohaden)
  • Valencia: 1145-72 (Almohaden)

Derde taifa koninkrijken


Na het einde van de Almohaden-periode, gemarkeerd door de Slag bij Navas de Tolosa (1212), was er een korte periode die bekend staat als de derde koninkrijken van Taifas, die eindigde in de eerste helft van de 13e eeuw met de christelijke veroveringen in de Levant door Jaime I van Aragón (Valencia, 1236) en in Castilla door Fernando III ‘el Santo’ (Córdoba, 1236 en Sevilla, 1248) en duurde in Granada met de stichting van het Nasriden koninkrijk, dat pas capituleerde op 2 januari 1492, de datum die een einde maakte aan de Reconquista.

Lijst van taifa’s in de derde periode
  • Arjona: 1232-1244 (Castellanos)
  • Badajoz: 1212-1230 (Leoneses)2
  • Baeza: 1224-26 (Castellanos)
  • Ceuta: 1233-1236 (Almohaden); 1249-1305 (Nazaríes); 1315-1327 (Benimerines)
  • Córdoba: 1212-1236 (Castellano-Leoneses)
  • Denia: 1224-1227 (waarschijnlijk Almohaden); 1229-44 (Aragoneses)3
  • Granada (Garnata): 1237-1492 (deze periode wordt meestal niet beschouwd als een taifa) (Castellanos)
  • Lorca: 1228-“1250” (Murcia)
  • Málaga: 1229-1238 (Nazaríes)
  • Menorca: 1231-87 (Aragón)
  • Murcia: 1228-66 (Castellano-Leoneses). Afhankelijk van Castilla sinds 1243.
  • Niebla: 1234-1262 (Castellano-Leoneses)
  • Orihuela: 1239/40-49/50 (Murcia of Castellanos)
  • Sevilla: 1246-1248 (Castellano-Leoneses)
  • Taifa de Granada, vanaf 1238 (historisch bekend als het Nazarí Koninkrijk Granada en veroverd door de Castiliaans-Aragonese Kroon in 1492).
  • Valencia: 1228/29-38 (Aragón)

Naar boven

Verwant aan dit onderwerp:

Annountations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2023-06-25

Coralma*

Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts

        • Spanish Wikipedia|titel=Taifa|pagecode=151534652| date=20230624
        • Spanish Wikipedia|titel=Fitna de al-Ándalus|pagecode=152012960| date=20236024
        • Spanish Wikipedia|titel=Primero reinos de taifas|pagecode=149541473| date=20230625
        • Spanish Wikipedia|titel=Dinastía Hammudí|pagecode=148659893| date=20230624
        • Spanish Wikipedia|titel=Dinastía aftasí|pagecode=141648308| date=20230625
        • Spanish Wikipedia|titel=Ziríes|pagecode=150170518| date=20230625
        • Dutch Wikipedia|titel=Omajjaden|pagecode=64167244| date=20230624
        • Dutch Wikipedia|titel=Almoraviden|pagecode=64177918| date=20230624
        • Dutch Wikipedia|titel=Banu Tujib|pagecode= 64196930| date=20230624
        • Dutch Wikipedia|titel=Abbadiden|pagecode= 63935925| date=20230625
        • Dutch Wikipedia|titel=Ziriden|pagecode= 64448019| date=20230625
        • Dutch frwiki.wiki|titel=Birzalides| date=20230625

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Other references are:

The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.

Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.


Als u wilt reageren op deze pagina...

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.