
Cáceres, de verborgen schatten van Spanje
Cáceres, met de klemtoon op de eerste lettergreep, is de hoofdstad van de op één na grootste gelijknamige provincie van Spanje. Van Cáceres wordt gezegd dat het de meest geconserveerde stad van Europa is. Unesco heeft het in 1986 niet voor niets uitgeroepen tot Werelderfgoedstad.
| Gegevens |
| Comunidad autónoma | Extremadura |
| Provincie | Cáceres |
| Hoogte • Minimaal • Gemiddeld • Maximaal |
211 m.b.z. 457 m.b.z. 708 m.b.z. |
| Stadswijken | Cáceres (centrum) Arroyo-Malpartida Rincón de Ballestreros Valdesalor |
| Gesticht | 34 v.Chr. |
| Oppervlakte | 1750,2 km² |
| Bevolking Bevolkingsdichtheid |
96.215 inw. (2023) 54,97 inw/km² |
| Bevolkingsnaam | cacereño, -a |
| Postcode | 10001-10005 en 10195 |
| Patroon | San Jorge |
| Patrones | Virgen de la Montaña |
| Officiële website | |

Daaruit kunt u opmaken dat het een stad is met nauwe middeleeuwse straatjes, kastelen, paleizen en religieuze gebouwen, die je mee terugnemen naar haar glorieuze verleden. Je kunt hier genieten van prachtige artistieke manifestaties die de drie culturen: christelijke, islamitische en joodse, in deze stad hebben achtergelaten. Het is een stad waar u de tijd voor moet nemen om haar te leren kennen, een stad met veel geschiedenis en cultuur. In Cáceres en haar omgeving zijn veel films opgenomen, neem even de tijd om de video hierboven te bekijken. Zeker voor mensen die Spaans begrijpen is het een waardevolle aanvulling op dit verhaal over deze wonderschone stad.
Cáceres is een Spaanse stad en gemeente in het centrum van de autonome gemeenschap Extremadura. De stad huisvest de zetel van het Hooggerechtshof van Extremadura. De gemeente, die tot geen enkele mancomunidad behoort, grenst aan andere gemeenten in dezelfde provincie die tot de mancomunidades Sierra de San Pedro, Tajo-Salor, Trujillo en Montánchez behoren, alsook aan de naburige provincie Badajoz. Vanuit het oogpunt van fysische geografie beslaat de gemeente het zogenaamde, zacht glooiende Trujillo-Cáceres als een bergachtig gedeelte in de Sierra de San Pedro; de stad ligt op een groep heuvels, de Alcores, die opvallen in de eerder genoemde penillanura (zacht glooiend gebied).
De gemeente Cáceres, met een oppervlakte van 1750,23 km², is de grootste van Spanje. De stad is na Badajoz de dichtstbevolkte kern van Extremadura is. De gemeente bevat bewoonde kastelen en boerderijen met meerdere eeuwen geschiedenis. Het was een plattelandsdorp tot de 18e eeuw, toen de crisis rond de transhumance (de verticale verplaatsing van vee, typisch voor hoger gelegen weiden in de zomer en lager gelegen dalen in de winter) ertoe leidde dat een kleine bourgeoisie van veehouders en handelaars, voornamelijk uit Cameros en Catalonia, zich hier vestigde. Ze kregen gezelschap van ambtenaren toen de zetel van het Koninklijk Hof van Extremadura hier in 1790 werd gevestigd en de hoofdstad van de provincie Cáceres hier in 1822 werd gevestigd.
Wat interesseert u het meest:
In 1864 werd er een fosfaatafzetting gevonden, wat leidde tot de vestiging van Aldea Moret (wijk in het zuidelijke district van de stad Cáceres) en de opening van het eerste treinstation in 1881. In 1882 gaf Alfonso XII Cáceres de titel van stad. In de jaren die volgden vond er een uitbreiding plaats en de gemeente telde meer dan twintigduizend inwoners in de jaren 1910 en veertigduizend in de jaren 1940. Sinds 1957 is het de bisschoppelijke zetel van het bisdom Coria-Cáceres en sinds 1973 een van de zetels van de Universiteit van Extremadura. Na het overschrijden van de tachtigduizend inwoners in de jaren tachtig, belandde de economie in een ernstige vastgoedzeepbel, waardoor de stedelijke ruimte veel groter werd dan de bevolking groeide. Na het uiteenspatten van de zeepbel kampt de stad economische stagnatie met een hoge werkloosheid in de 21e eeuw.
De stad is een belangrijk centrum voor toerisme, met zo’n 400.000 overnachtingen per jaar: het toerisme concentreert zich in de oude stad Cáceres, een van de meest complete middeleeuwse en renaissance stadscomplexen ter wereld. Er wordt gewezen op de noodzaak om de industrie in de stad uit te breiden, aangezien de dienstensector niet in staat is om het hoge werkloosheidscijfer te verlagen, een probleem dat voor vele steden in Spanje geld. De bouwsector is voor veel jongeren een taboe door de verwoestende werking van de vastgoedzeepbel. En de primaire sector (grondstoffen en voedselindustrie) wordt beperkt omdat beschermde natuurgebieden tweederde van de gemeente beslaan.
Toponymie
Er is geen overeenstemming onder historici over de etymologie van Cáceres. Sommigen beschouwen het als van Romeinse oorsprong, anderen als van Arabische oorsprong. Daar staat tegenover dat de filologen het met elkaar eens zijn dat de naam van de stad van origine Latijns was, die door het Arabisch vervormd is, om zich uiteindelijk aan te passen aan de definitieve christelijke benaming. Dat is iets dat bij vrijwel alle plaatsnamen van oude oorsprong overkomen is,in ieder geval in de zuidelijke helft van het Iberisch schiereiland.
Wat de mogelijke Romeinse oorsprong betreft, zijn er twee Latijnse namen bekend die mogelijk zijn afgeleid van het huidige “Cáceres”. Een daarvan zou afkomstig zijn van de kolonie Norba Caesarina, gesticht in 34 v. Chr. Norba ter ere van de geboortestad van Gaius Norbanus Flaccus, de Romeinse generaal die de stad stichtte, en Caesarina ter nagedachtenis aan Julius Caesar. De andere naam is Castra Caecilia, gegeven door consul Quintus Caecilius Metellus Pius aan een van de militaire kampen in de buurt van de kolonie. Met een van deze toponiemen gebaseerd op castra “kamp”, zou de ablatief castris, wat “in het kamp” betekent, de oorspronkelijke vorm van het huidige “Cáceres” hebben gegeven.
Er is discussie geweest onder historici over welke van deze twee de ware oorsprong is, omdat tot de 19e eeuw ten onrechte werd gedacht dat het Norba Caesarina Alcántara was, terwijl het ommuurde Cáceres verondersteld werd Castra Caecilia te zijn. Vanwege de documentaire onduidelijkheid van de Visigotische periode is het niet duidelijk onder welke naam de plaats bekend stond toen de moslims hier arriveerden, aangezien er documenten uit de 3e en 4e eeuw zijn die suggereren dat de naam van het gebied was afgekort tot de spreektaalvorm Castris.

Na een laatste vermelding op de Cosmograaf van Ravenna die het gebruik van Castris in de 4e eeuw vastlegt, verschijnen de volgende vermeldingen van de plaats opnieuw in islamitische teksten: de uit Bagdad afkomstige geograaf Ibn Hawqal situeerde hier een plaats genaamd ḥiṣn Qāṣras. Anderhalve eeuw later herhaalt de in Ceuta geboren al-Idrisi deze naam. Er is een derde bron uit de late moslimperiode, geschreven in de late 12e of vroege 13e eeuw door Ya’qut, die suggereert dat het werd omgedoopt tot Qāṣr As. Hoe dan ook, bronnen uit die periode zijn schaars, omdat de moslims Cáceres nooit als een belangrijke plaats hebben beschouwd, behalve als militair fort.
In sommige oude geschriften en middeleeuwse documenten komen verschillende namen voor, zoals:
-
-
- “Caceres” in een bul uit 1168 van paus Alexander III, waarmee hij het gebied toekende aan het bisdom Coria in de eerste Leónese verovering;
- “Castes” in een Castiliaans document uit 1171 van koning Alfonso VIII, waarmee hij de Fratres de Cáceres erkende als eigenaars van het land;
- “Carceres” in het mandaat van Alfonso IX van León uit 1222 (dezelfde koning gebruikt echter de vorm “Caceres” in een ander document uit hetzelfde jaar dat tijdens de belegering werd ondertekend);
- “Canceres” in het document van 1229 waarin Alfonso IX concessies verleende aan de Orde van Santiago.
-

Symbolen
Het wapen
Het wapen van de stad Cáceres is gelijk aan het hartschild van de provincie. Volgens de heraldische beschrijving is het een wapen een gepaald schild, wat ze in Spanje partido noemen: het eerste deel stelt een kasteel goud voor met drie kantelen op een veld van keel, het tweede deel is een veld van zilver met daarop een klimmende leeuw paars, en gekroond. Het wapen is bestempeld met een koninklijke kroon.
Om de oorsprong van dit wapen te verklaren, moeten we kijken naar de geschiedenis van Cáceres. We zouden kunnen veronderstellen dat de afbeelding van de leeuw op het wapen het koninkrijk León voorstelt, aangezien dat het koninkrijk was dat de provincie Cáceres heroverde.
Het lijkt erop dat de stad Cáceres in eerste instantie werd heroverd door Fernando II van León in 1169, maar de Almohaden heroverden hun grondgebied en in 1229 werd Cáceres onderdeel van het koninkrijk León toen Alfonso IX van León, na verschillende pogingen, erin slaagde de stad weer in handen te krijgen. Om zijn herovering veilig te stellen, keurde hij een reeks fueros goed en schonk overvloedig land aan de kolonisten in ruil voor hun verblijf daar. De nieuwe kolonisten kwamen voornamelijk uit León en bezetten het hoger gelegen deel, terwijl het lager gelegen deel werd bezet door Asturiërs, Galiciërs en Castilianen; dit veranderde geleidelijk in twee partijen die veelvuldig en gewelddadig met elkaar slaags raakten en er waren zelfs twee raden; vandaar het vestingachtige uiterlijk van sommige huizen.

De ridders van San Julián Pereiro vestigden hun hoofdkwartier in de stad Alcántara en daarom veranderden ze geleidelijk hun naam totdat ze in 1253 de Orde van Alcántara werden genoemd. Het wapen van de Orde van Calatrava bestond uit een Grieks kruis met fleurs-de-lis aan de uiteinden en was rood van kleur, terwijl het wapen van de Orde van Alcántara bestond uit een wilde perenboom met zijn wortels in de lucht en zonder bladeren, waardoor het kruis van Alcántara ontstond, dat later werd weergegeven in het heraldische wapen van de provincie Cáceres. De reden voor deze wijziging van het wapen van Alcántara is hun afhankelijkheid van de Orde van Calatrava.
De vlag
De vlag van de stad Cáceres is gebaseerd op het vaandel van San Jorge, een middeleeuws vaandel waarop aan de linkerkant een kasteel was geborduurd en aan de rechterkant een klimmende leeuw. Dit vaandel, dat de vlag van de raad van Cáceres was, dateert uit de beginjaren van de regering van San Fernando (Fernando III de Castilla) en wordt genoemd in de Fuero de Cáceres. Het is het oudste embleem waarin de heraldische symbolen van León en Castilla samen voorkomen en de oudste lokale vlag van Spanje. Het gemeentehuis bewaart de oudste versie van deze banier, die in 2006 werd gerestaureerd.
Fuero de Cáceres
De fueros van Cáceres werden gedicteerd door koning Alfonso IX van León vlak na de herovering van de stad (23 april 1229) om de herbevolking van de stad aan te moedigen.
Door middel van de fueros dicteerde Alfonso IX een reeks institutionele regels waarmee het leven in de stad Cáceres voortaan geregeld zou worden:
-
-
-
-
-
-
-
- De inwoners van de stad werden erkend als vrije mensen.
- Militaire en religieuze ordes mochten zich niet binnen de ommuurde ommuring vestigen.
- Het werd elke inwoner van de stad verboden om eigendommen binnen de muren te verkopen aan voornoemde ordes.
-
-
-
-
-
-
Kort daarna, op 12 maart 1231, bekrachtigde koning Fernando III de bovengenoemde oorkonden en breidde ze uit door te bepalen dat:
-
-
-
-
-
-
-
- In de stad mochten geen andere paleizen worden gebouwd dan één voor de koning en één voor de bisschop om duidelijk te maken in wiens handen het echte gezag in de stad rustte.
- Iedereen die Cáceres opnieuw wilde bevolken zou gelijk zijn in de ogen van de wet, of het nu christenen, joden of Saracenen waren, en geen van hen zou zich hoeven te verantwoorden voor daden die voor de herovering van de stad waren uitgevoerd.
-
-
-
-
-
-
Twee eeuwen later (1479) zouden de katholieke vorsten Cáceres bezoeken en hun oorkonden beëdigen.
Geografie
De gemeente Cáceres is de grootste van Spanje met een oppervlakte van 1750,33 km² en heeft de volgende grenzen:
Het klimaat
Cáceres stad heeft een continetaal mediteraan klimaat. De gemiddelde temperatuur lag tussen 1982 en 2010 op 16,3 °C. Daarbij moet gezegd woorden dat ook hier in Spanje de temperaturen de laatste jaren behoorlijk oplopen en er regelmatig records worden gebroken. De gemiddelde temperatuur in de winter ligt in alle maanden boven de 10 °C. De koudste maand is januari met 11,8 °C, met een minimum van 4 °C en af en toe vorst. In de zomer is juli de warmste maand, met een gemiddelde maximumtemperatuur van 33,0 °C en een minimum van 18,7 °C, met maximumtemperaturen die soms boven de 40 °C uitkomen, zoals 43,7 °C op 14 juli 2017. Het jaarlijkse aantal uren zonneschijn ligt rond de 2900 uur, met het maximum in de maand juli met 370 uur, en het minimum in december met 123 uur. De gemiddelde jaarlijkse neerslag is 523 mm, met het maximum in december met 87 mm en het minimum in juli met 7 mm. Er valt overvloedige regen in de maanden oktober, november, maart, april en mei, maar met grote tussenpozen. Mocht u van plan zijn ooit naar Cáceres te komen dan zijn dat de meest gunstige maanden wat betreft de weersomstandigheden.
Hydrografie
De gemeente Cáceres maakt deel uit van het natuurgebied Llanos de Cáceres, dat is een vlakte gelegen tussen de bergketens van San Pedro en Montánchez.

De belangrijkste rivieren en beken in de gemeente zijn zijrivieren van de Taag, de Guadiana of hun bijrivieren. De rivier de Almonte, een zijrivier van de Taag, markeert de noordelijke grens van de gemeente en haar zijrivier de Tamuja markeert de oostelijke grens. De rivier Guadiloba is een zijrivier van de Almonte waarvan de loop alleen door de gemeente Cáceres loopt, ten oosten van de stad. Ten zuiden van de stad, in het centrum van de gemeente, stroomt de rivier de Salor, een andere zijrivier van de Taag. De Salor stroomt langs Valdesalor en zijn zijrivier, de Casillas, loopt door Estación Arroyo-Malpartida. Ten zuiden van de sierra de San Pedro stromen beken waarvan het water uitmondt in de rivier Guadiana. Hoewel er geen rivier door de stad Cáceres stroomt, haalden de inwoners van Cáceres water uit de bronnen van de Ribera del Marco en de beek Aguas Vivas. Deze stromen ontspringen aan bronnen zoals de Fuente del Rey, de Fuente Fría, de Fuente Concejo, de Fuente Rocha, de Fuente de Aguas Vivas, de Fuente Hinche en de Fuente Bárbara.
Fauna

Het stadscentrum van Cáceres wordt bevolkt door talloze vogelsoorten die nestelen in de torens van de gebouwen. Elk jaar wordt het Vogelfestival van de stad Cáceres gehouden, met wandelingen door het historische centrum, ornithologische observatoria, tentoonstellingen, milieuworkshops en kinderactiviteiten. Daarnaast wordt de Cáceres Vogelstad Fotomarathon gehouden als onderdeel van dit festival.
Beschermde natuurgebieden
De gemeente Cáceres telt acht speciale beschermingszones voor vogels (ZEPA’s), waarvan sommige in het stadscentrum, wat ongebruikelijk is.
Geschiedenis
Prehistorie

De eerste menselijke aanwezigheid op het grondgebied van het huidige Cáceres dateert uit de prehistorie. In de omgeving van Calerizo zijn verschillende grotten, zoals de grot van Santa Ana, met de oudste menselijke aanwezigheid in Extremadura, ongeveer een miljoen jaar oud, de El Conejar grot en Maltravieso (ontdekt in 1956 door de academicus en officiële kroniekschrijver van Cáceres, Carlos Callejo) waar schilderingen van menselijke handen zijn gevonden, met als bijzonderheid dat de pink verborgen is onder een laag verf (in het verleden werd gedacht dat dit amputaties waren). Deze schilderingen zijn gedateerd in verschillende stadia van het Boven-Paleolithicum. In de nabijgelegen grot El Conejar zijn aardewerk en lithische gereedschappen gevonden die de bezetting van de grot dateren op het Vroeg Neolithicum (6e-5e millennium v. Chr.), hoewel de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten dat de grot werd bewoond tijdens het Epipalaeolithicum. Vervolgens suggereren enkele schedels met fractures en versierd keramiek dat de grot van Maltravieso ook in de Bronstijd werd bewoond.
De Romeinse overheersing

Het was echter in de 1e eeuw v.Chr. dat de Romeinen zich vestigden in permanente kampen (Castra Cecilia en Castra Servilia) in het gebied rond de heuvel waarop de kolonie Norba Caesarina zou hebben gestaan, naast de belangrijke verbindingsweg Norba Caesarina die later bekend zou worden als de Via de la Plata (de Zilverroute).
Twee kilometer naar het zuidwesten ligt de oude gemeente Aldea Moret, nu een wijk met dezelfde naam binnen de stad, waar twee Romeinse archeologische vindplaatsen te zien zijn: Cuarto Roble en El Junquillo. De Via de la Plata, die bewegwijzerd is, kan naar het zuiden van de stad worden gevolgd, een deel loopt in zuidelijke richting niet ver van het Santa Ana Troop Training Centre. Er is een uitgegraven deel in Valdesalor, waar de weg de rivier de Salor oversteekt door middel van een middeleeuwse brug, die onlangs is gerestaureerd en die de plaats inneemt van een oude Romeinse brug die nu verloren is gegaan.
De middeleeuwen
Rond de 5e eeuw maakten de Visigoten de Romeinse nederzetting met de grond gelijk en er werd niets meer van de stad vernomen tot de 8e – 9e eeuw.
Het waren de moslims, afkomstig uit Noord-Afrika, die gebruik maakten van de strategische locatie waarop de primitieve Romeinse kolonie was gevestigd als militaire basis om de christelijke koninkrijken in het noorden te confronteren tijdens de eerste eeuwen van de Reconquista. Zo herbouwde Abd al-Mumin in 1147 de stad op de overblijfselen van de Spaans-Romeinse en Visigotische nederzettingen. De huidige naam Vía de la Plata komt uit het Arabisch, de naam van de Romeinse weg die Astorga met Mérida verbond (van het Arabische balata, (weg), waarvan het woord “plata” (zilver) is afgeleid).
Ter verduidelijking: In deze context verwijst “balata” naar een Arabisch woord dat in het Spaans “calzada” betekent (weg of straat). Het idee is dat het woord “plata” (zilver) is afgeleid van het Arabische woord “balata” omdat “plata” oorspronkelijk verwees naar een bestrating van wegen of straten met zilverachtige gekleurde stenen. Na verloop van tijd is de betekenis van “plata” geëvolueerd en is het uiteindelijk het Spaanse woord geworden voor “zilver,” zoals we dat vandaag de dag kennen.

De christelijke Reconquista van Cáceres vond plaats in 1229 en was het resultaat van een lang proces dat plaatsvond van de tweede helft van de 12e eeuw tot het begin van de 13e eeuw. Tijdens deze periode, die in 1142 begon met de verovering van Coria, markeerde de rivier de Taag een onstabiele grens tussen christenen in het noorden en moslims in het zuiden. Het koninkrijk Castilla negeerde gedeeltelijk de mogelijkheden om dit gebied te veroveren en pogingen om Cáceres in te lijven kwamen van het koninkrijk Portugal en het koninkrijk León, die het gebied wilden uitbreiden in hun zuidelijke expansie. De Portugees Geraldo Sempavor veroverde Cáceres halverwege de 13e eeuw in een campagne die in 1165 begon en het hele centrum van het huidige Extremadura bereikte, maar een alliantie tussen Fernando II van León en de Almohaden gaf de Leonezen in 1170 de controle over de stad.
De Almohaden voerden in 1174 een expeditie uit waarbij ze erin slaagden Cáceres weer in handen te krijgen. Op een poging tot belegering in 1183 na, kwamen de Leonezen pas in de 13e eeuw weer in de buurt van de moslimstad. Na de Slag bij Navas de Tolosa in 1212 werd Alcántara veroverd in 1213, waarna de christenen Cáceres belegerden in 1218, 1222, 1223 en 1225, en de laatste herovering vond plaats op 23 april 1229. Hoewel de verovering werd geleid door Alfonso IX van León, betekende zijn dood in 1230 dat Cáceres, als onderdeel van het Koninkrijk León, deel ging uitmaken van de Kroon van Castilla y León.

De fueros van de heroverde stad werden verleend door Alfonso IX en stelden Cáceres in als een koninklijke stad die direct afhankelijk was van de Kroon van León en geen ander lokaal bestuur had dan zijn eigen raad. Door deze oorkonde reserveerde de Kroon voor zichzelf een aanzienlijk stuk land tussen dat van de Orde van Santiago en dat van de Orde van Alcántara. Het verbod op heerlijkheden in deze oorkonde verhinderde de vorming van een sterke adel, waardoor de stad onder controle bleef van een mediogratie van agrarische ridders.
In de 15e eeuw leed de stad onder de interne geschillen van de adel. De Reyes Católicos (Katholieken Vorsten) vaardigden verschillende verordeningen en bepalingen uit om te proberen de plaatselijke adel tot bedaren te brengen; de meest opvallende was die van Isabella I in 1477, tijdens haar verblijf in de stad ter gelegenheid van de Castiliaanse Successieoorlog. Zij bracht een verordening uit waarin bepaald werd dat de twaalf raadsleden van de raad eeuwigdurend zouden worden.
Vroegmoderne tijd
In 1653 verwierf de stad Cáceres, samen met vijf andere steden van de huidige autonome gemeenschap, een gezamenlijke stem in de Cortes van Castilla, waaruit met de aankoop van het stemrecht de provincie Extremadura ontstond, die in 1822 zou worden opgesplitst in de provincies Cáceres en Badajoz. Cáceres was vertegenwoordigd in de Cortes de Madrid van 1660-1664 als onderdeel van deze gezamenlijke stemming.

Tot de 18e eeuw was Cáceres slechts één van de vele steden in Extremadura. Uit het Kadaster van Ensenada, dat in 1753 in Cáceres werd opgesteld, blijkt dat er slechts 1698 gezinnen in de stad zelf woonden. In de tweede helft van de 18e eeuw begon de stad echter te groeien door de komst van buitenlandse kolonisten, zowel tijdelijke als permanente, wier aanwezigheid aanleiding gaf tot de vorming van een lokale bourgeoisie die tot dan toe niet bestond door het landelijke karakter van de bevolking. Vanaf het midden van de 18e eeuw vestigden zich veehouders uit het centrum van het schiereiland, veelal afkomstig uit de Sierra de Cameros, zich in Extremadura, op de vlucht voor de crisis waarin de transhumance verkeerde. Ook vooraanstaande textielhandelaars uit Cameros en Cataluña vestigden zich hier.
Moderne Tijd
De evolutie van dorp naar stad

In 1790 vond er een beslissende gebeurtenis plaats in de geschiedenis van Cáceres, die de stad na verloop van tijd veranderde van een eenvoudige stad in een stad van regionaal belang: Carlos IV vestigde hier de zetel van het Koninklijk Hof van Extremadura, het hoogste gerechtelijke orgaan in de regio. Als gevolg hiervan begonnen talrijke ambtenaren en professionals uit verschillende delen van Spanje zich in de stad te vestigen, waardoor het gewicht van de plaatselijke bourgeoisie toenam. Aan het begin van de 19e eeuw waren er al koopmansbuurten te onderscheiden in de oude wijk Extramuros, met hun huizen aan de Plaza Mayor en in verschillende straten in de omgeving, zoals Barrionuevo, Empedrada, Parras, Pintores en Santo Domingo.
De rechterlijke macht was niet de enige publieke sector die in die tijd stedelijkheid bood: de gebrekkige verdeling in provincies van de Kroon van Castilla zorgde ervoor dat veel verlichte mensen opriepen tot de verdeling van Extremadura in twee provincies, wat ten goede kwam aan Cáceres door het als provinciehoofdstad in te richten. In 1810, tijdens de Guerra Peninsular (Spaanse onafhankelijkheidsoorlog), probeerden de verfranste troepen de prefectuur Cáceres te creëren, met grenzen die vergelijkbaar waren met die van de huidige provincie. Tien jaar later, tijdens het Liberale Triennium, werd in 1822 de provincie Cáceres gecreëerd, met deze stad als hoofdstad. De grenzen leken erg op die van vandaag, hoewel Las Hurdes of het gebied van Miajadas of Guadalupe, die werden toegevoegd in de hervorming van 1834, er niet bij hoorden.

In de loop van de 19e eeuw gaf de opkomst van de hoofdstad een impuls aan verschillende projecten die het stedelijke karakter van de stad consolideerden. In 1846 werd de arena van Cáceres ingehuldigd, die toen als een van de beste van het land werd beschouwd en die veel fans trok in een tijd dat er nog geen toerisme was waar het stadscentrum tegenwoordig bekend om staat. In 1864 werd in de buurt een belangrijke fosfaatafzetting ontdekt en het dorp Aldea Moret werd opgericht om onderdak te bieden aan de mijnwerkers die bij de winning zouden werken. Op 8 oktober 1881 werd het eerste treinstation ingehuldigd door koning Alfonso XII. Tijdens de inhuldigingsrede versprak Alfonso XII zich toen hij een paar woorden sprak waarin hij de stad Cáceres prees. Hij werd snel gewaarschuwd voor zijn fout, aangezien Cáceres geen stad was maar een dorp, waarop de vorst antwoordde: “Pues desde hoy es ciudad” (Dus vanaf vandaag is het een stad).
Op 9 februari 1882 werd Cáceres door koning Alfonso XII officieel tot stad verheven. Op deze manier bekrachtigde de monarch zijn eerder gesproken woorden.
Gedurende de tweede helft van de 19e eeuw bleef de gemeentelijke bevolking stabiel op ongeveer vijftienduizend inwoners, drie keer de bevolking van de vorige eeuw maar nog steeds ver verwijderd van de grote groei die plaatsvond in de 20e eeuw.
De bouw van het eerste treinstation, gelegen aan wat nu de Avenida Isabel de Moctezuma is, leverde een stedenbouwkundig probleem op voor de nieuwe stad, omdat het stadscentrum zich niet veel verder uitstrekte dan het oude gedeelte van de stad. Daarom werd besloten om de Paseo de Cánovas aan te leggen, die in 1895 werd ingehuldigd als verbinding tussen het zuidelijke deel van de stad, toen gelegen in de Calle San Antón, en het treinstation. De Paseo de Cánovas werd de ruggengraat van de uitbreiding van de stad, aangezien de Avenida de España hier omheen ontstond. In de 20e eeuw werden hier chalets gebouwd die uiteindelijk zouden leiden tot de flatgebouwen die vandaag de dag de meest centrale stedelijke kern van Cáceres vormen.
Burgeroorlog
In de Spaanse Burgeroorlog steunden de militairen van Cáceres de staatsgreep van 1936. Toen de rebellen de Falangistische Luna bevrijdden, mobiliseerde hij ongeveer duizend sympathisanten in de stad en begon hij orders uit te vaardigen om de belangrijkste omliggende dorpen te bezetten en de belangrijkste strategische punten in te nemen, zoals de grenslijnen met Portugal of het oversteken van havens en bruggen. De repressie door de Francoïsten begon onmiddellijk, met onder andere de directeur van Unión y Trabajo, Pedro Montero Rubio, en de burgemeester van Cáceres, Antonio Canales González, die werden vermoord. In totaal werden er meer dan 600 mensen doodgeschoten, waarvan ongeveer 220 tijdens Kerstmis 1937. De constitutionele gouverneur en burgemeester werden gevangen gezet en vervangen door militairen; de eerste, Ignacio Mateos Guija, zag vier familieleden doodgeschoten worden door Falangisten en in de rivier de Taag gegooid worden, en het bedrijf van zijn vader werd illegaal in beslag genomen.

De kazerne van Cáceres bood ook een militaire basisopleiding aan 700 vrijwilligers van de Ierse Brigade, geïntegreerd als de XV Irish Band van de Tercio la Legión Española. Op sterkte van de Ierse Brigade was dit de grootste eenheid in het Spaanse Vreemdelingenlegioen. Onder leiding van sergeant Lee werden in augustus 1936, na de Slag om Badajoz, volgens ooggetuigenverslagen, Republikeinse soldaten geliquideerd door de Ierse Brigade, in samenwerking met de Guardia Civil.
De opstand in Cáceres vergemakkelijkte Franco’s opmars langs de wegen naar Mérida en Badajoz. Op 26 augustus 1936 kwam generaal Francisco Franco aan in Cáceres, waar hij zijn hoofdkwartier vestigde voordat hij aan zijn opmars naar Madrid begon. Daar ontving hij zijn vrouw Carmen en zijn dochter, die hij sinds de dag van de militaire staatsgreep niet meer had gezien. Tussen 8 en 10 oktober 1936, ter gelegenheid van Franco’s verzoek aan Hitler om militaire hulp, arriveerden de eerste Panzer I tanks bij de kastelen van Arguijuelas de Abajo en van Arriba, die per schip in Sevilla waren aangekomen. Gedurende enkele maanden werd er een trainingsacademie voor pantservoertuigbestuurders opgezet in de kastelen, onder leiding van de Duitse kolonel Wilhelm von Thoma. De trainingsacademie werd later verplaatst naar Cubas de la Sagra, in de provincie Madrid, en het militaire materieel werd gebruikt in gevechten in de buurt van de Madrileense fronten. Het vliegveld van Cáceres had ook belangrijke vliegbewegingen, waarvandaan de vliegtuigen vertrokken die de Republikeinse strijdkrachten en het Condor Legioen aanvielen.

Een van de weinige reacties van de Republikeinse strijdkrachten was het bombarderen van de stad op 23 juli 1937. Op die dag wierpen vijf Sovjet Tupolev tweemotorige vliegtuigen onder bevel van luitenant-kolonel Jaume Mata Romeu van de Spaanse Republikeinse Luchtmacht, die waren opgestegen van het vliegveld Los Llanos de Albacete, 18 bommen af die verschillende gebouwen troffen (zoals het Mayorazgo paleis, de levensmiddelenmarkt, Santa María, de achterkant van de kazerne van de Guardia Civil, het gemeentehuis en de straten Nido en Sancti Espíritu), waarbij 35 doden en talloze gewonden vielen.
Recente geschiedenis
Om de verwoestingen als gevolg van de burgeroorlog te boven te komen, zowel tijdens de Franco-dictatuur als in de eerste jaren van de daaropvolgende democratische periode, werd er een reeks initiatieven uitgevoerd in de stad waarmee het aantal inwoners aanzienlijk toenam, tot meer dan 40.000 in de jaren veertig en 80.000 in de jaren tachtig. In 1957 slaagde Manuel Llopis Ivorra, bisschop van het bisdom Coria, erin om Cáceres de hoofdstad te laten delen met Coria in het bisdom, dat sindsdien het bisdom Coria-Cáceres wordt genoemd. Deze bisschop beperkte zijn werk niet alleen tot de overdracht van de zetel, maar plande ook actief de stedelijke ontwikkeling van de stad, creëerde nieuwe parochies in wijken waarvan de demografische groei te voorzien was en bevorderde een wijk voor arme gezinnen die vandaag de dag bekend staat als Llopis Ivorra. Naast deze wijk werd een groot complex van openbare voorzieningen gecreëerd dat bekend staat als El Rodeo en dat vanaf het begin een sportcomplex en een ziekenhuis omvatte. Tussen de wijken Llopis Ivorra, El Rodeo en Aldea Moret werden de ruimten geleidelijk aan bebouwd totdat de wijk zijn definitieve vorm kreeg, terwijl de eerste industrieterreinen (het geplande Las Capellanías en het ongeorganiseerde Charca Musia) aan de rand werden aangelegd en nieuwe onderwijscentra zoals de Universidad Laboral en CEFOT-1 werden opgericht. De meest doorslaggevende gebeurtenissen waren echter de oprichting van de Universiteit van Extremadura in 1973, met hoofdkantoren in Cáceres en Badajoz, en de ontwikkeling van het toerisme, met de toekenning van de status van werelderfgoed aan het oude ommuurde stadscentrum in 1986.

In 2003 diende het stadsbestuur de kandidatuur van Cáceres in voor de Culturele Hoofdstad van Europa in 2016. Voor de kandidatuur putte de stad uit projecten zoals Intramuros a Europa (Ommuurde oude stadscentra van Europa) en baseerde haar kandidatuur op haar banden met Amerika en de vijf eeuwen sinds de troonsbestijging van Carlos I van Spanje, die zich in de laatste jaren van zijn leven terugtrok in het klooster van Yuste. In 2008 werd het project gepresenteerd aan het Europees Parlement, maar op 30 september 2010 werd bekend dat Cáceres er in de eerste fase niet in was geslaagd om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2016.
Erfgoed
Het oude centrum
De “Monumentale stad Cáceres” werd in 1968 door de Raad van Europa uitgeroepen tot derde monumentale plaats van Europa (na Praag en Tallinn) en in 1986 door UNESCO tot werelderfgoed. Cáceres heeft ook andere prijzen ontvangen: Pomme d’Or voor toeristische verdienste, uitgereikt door de Internationale Federatie van Toeristische Journalisten en Schrijvers in 1996; Les Étoiles d’Or du Jumelage, uitgereikt door de Europese Commissie in 1999; de Archival prijs uitgereikt door de Vereniging voor het Herstel van Historische Centra in 2004 en de Burgerprijs 2008 uitgereikt door de Vereniging van Digitale Radio en Televisie Entiteiten, met medewerking van de Audiovisuele Burgerraad voor de steun die burgers gaven aan de kandidatuur voor de Culturele Hoofdstad van Europa in 2016. Cáceres is ook lid van het netwerk Caminos de Sefarad en Vía de la Plata en is door de autonome gemeenschap gekozen als Culturele Hoofdstad van Extremadura Enclave 92. Samen met de gezamenlijke inspanningen van de overheden, particuliere bedrijven, officiële instanties en particuliere burgers streefde Cáceres tussen 2003 en 2010 ernaar om in 2016 Culturele Hoofdstad van Europa te worden.
Religieuze monumenten
De belangrijkste religieuze monumenten in het historische centrum zijn:
-
- Co-kathedraal van Santa María de Cáceres
- Kerk van San Francisco Javier
- Kerk van San Mateo
- Kerk en klooster van Santo Domingo
- Ermita de la Paz
- Klooster van San Pablo
- Klooster van Santa Clara
Paleizen en herenhuizen
Allen te vinden in het oude stadscentrum.
-
- Bisschoppelijk paleis
- Paleis van los Golfines de Abajo
- Paleis van Carvajal
- Paleis van las Cigüeñas
- Paleis van las Veletas
- Huis van los Solis of Huis del Sol
- Paleis van los Golfines de Arriba
- Paleis van de Comendador de Alcuéscar
- Paleis van la Isla
- Paleis van Francisco de Godoy
- Paleis van la Generala
- Huis van los Ovando
- Huis van los Becerra
- Huis van los Cáceres Ovando
- Huis van los Sánchez Paredes
- Huis van Paredes Saavedra
- Huis van Lorenzo de Ulloa
- Huis van los Saavedra
- Huis van Aldana
- Huis van los Ovando Perero
- Huis del Moragas
- Huis van los Ribera
- Huis van Los Caballos
- Huis van los Pereros
Bogen en toegangspoorten tot het historische centrum
Onder de poorten en bogen bij de ingang van het historische centrum zijn de volgende:
-
- Boog van la Estrella
- Boog van el Cristo
- Boog van Santa Ana en poort van el Postigo
- Poortje van la plaza de las Piñuelas
- Poort van Mérida
- Poort van Pizarro
- Poort van Coria
Torens ter verdediging van de stad
In Cáceres werden op bevel van Isabel la Católica alle torens in de stad afgebroken, behalve die van de familie Cáceres-Ovando, ook wel bekend als de Torre de las Cigüeñas (Toren van de Ooievaars), om de ongehoorzaamheid van de eigenaars (die Juana de Trastámara steunden, bijgenaamd Juana la Beltraneja) de kop in te drukken.
-
- Toren van Bujaco
- Toren van los Púlpitos
- Toren Adosada, aan de oostkant van de muur, aan de calle San Roque (calle=straat).
- Toren del Aire, in het noordoostelijke deel van de muur, tussen de calles Obras Pías en Hornillo.
- Toren Albarrana, in de calle Hernando Pizarro.
- Toren van el Aver, de la Ved of del Postigo, in de calle Postigo, uit de 12e eeuw.
- Toren van Carvajal, in het gelijknamige paleis, heeft een ronde en hoge plattegrond. Het werd gebouwd in de 12e eeuw en gerenoveerd in de 16e eeuw en ligt in de calle Amargura.
- Toren van las Cigüñas, tussen plaza de las Veletas en calle Cuesta de la Compañía, naast het paleis met dezelfde naam. Het dateert uit de 15e eeuw.
- Toren Cotaja of los Aljibes, gelegen aan het einde van het oostelijke deel van de muur.
- Toren van el Horno (Oventoren), uit de 12e eeuw. Het bevindt zich in het midden van de westelijke muur en is te zien vanaf de Plaza de las Piñuelas.
- Toren van los Espaderos, gelegen aan het einde van calle Tiendas, op het plaza del Socorro. Het dateert uit de 14e-15e eeuw.
- Toren van Mérida este, halverwege de zuidelijke muur, in het midden van de straat Torremochada.
- Toren van Mérida oeste, gelegen halverwege het zuidelijke deel van de muur, aan het begin van de calle Torremochada, ter bescherming van de nu verdwenen Mérida-poort.
- Toren Mochada, aan het einde van de straat met dezelfde naam, dateert uit de 13e eeuw.
- Toren Ochavada, in de noordoostelijke hoek van de muur, aan het einde van de calle Obras Pías. Deze dateert uit de 12e eeuw.
- Toren van los Pozos, in het zuidoostelijke deel van de muur. Het is 30 m hoog boven de basis waarop de ringweg ligt, 6 m boven de vrijstaande fortificatie. Er zijn nog steeds ornamentele details te zien op de noordkant in de vorm van linten en met sterren en cufische inscripties (tekens die vroeger in het Arabische schrift werden gebruikt) op de oostkant. Aan de voet werd onlangs een middeleeuwse regenput ontdekt.
- Toren Redonda of Toren van la Mora, zo genoemd omdat de plattegrond achthoekig is. Het bevindt zich in de zuidwestelijke hoek van de muur, tussen de calle Puerta de Mérida en de avenida Padre Rosalio.
- Toren van el Rey (Koningstoren), ten noorden van de muur, op het plaza del Socorro.
- Toren van Sande, in het Huis van los Saavedra, binnen de muren en tegenover de kerk van San Mateo.
- Toren van Santa Ana of van het poortje van Santa Ana, aan de westkant van de oude stadsmuur, staat er heel ver vanaf en is ermee verbonden door een dikke muur die een gangpad doorboort. De beste positie om deze toren te bekijken is vanaf het plaza de Publio Hurtado.
- Toren van la Yerba, uit de 12e eeuw, ligt halverwege de noordwestelijke muur. Hij is te zien vanaf de plaza Mayor
Andere interessante plekken
-
- Plaza Mayor, hoofdingang van de oude stad. Daar waar het stadhuis staat.
- Foro de los Balbos
- Plaza Santa María, omringd door de kathedraal van Santa María, het bisschoppelijk paleis, het paleis van de familie Mayoralgo en het paleis van Hernando de Ovando.
- Plaza de San Jorge
- Plaza de San Mateo, met de kerk van San Mateo.
- Fragmenten van de Romaanse stadsmuur.
- Huis-museum van Yusuf al Burch.
- Cultureel centrum Virtual de Cáceres.
Andere delen van de stad
Kerken
Sinds het midden van de 20e eeuw is Cáceres de tweede hoofdstad van het bisdom Coria, dat nu het bisdom Coria-Cáceres heet. De co-kathedraal staat in het historische centrum, maar er zijn verschillende parochies in andere delen van de stad:
-
- Kerk van Santiago
- Kerk van San Juan Bautista
- Kerk van la Sagrada Familia
- Kerk van Nuestra Señora de Guadalupe
- Kerk van Nuestra señora del Rosario de Fátima
- Kerk van San Blas
- Kerk van San José
- Kerk van San Pedro de Alcántara
- Kerk van Beato Marcelo Spinola
- Kerk van el Spiritu Santo
- Kerk van San Eugenio (Aldea Moret)
- Kerk van San Juan Macías (Mejostilla)










Andere gebouwen zijn:
-
- Paleis de la Audiencia, sinds 1790 is het de zetel van het Koninklijk Hof van Extremadura en nu is het het Paleis van Justitie.
- De arena van Cáceres, ingehuldigd op 6 augustus 1846, is een van de oudste in Spanje en werd in 1992 uitgeroepen tot Goed van Cultureel Belang.
- Chalet de los Málaga, een paleis dat tijdens de Tweede Republiek werd gebouwd en in 2001 werd uitgeroepen tot Goed van Cultureel Belang.
Straten en Parken
Tot de bekendste straten in Cáceres behoren Pintores, Moret en Roso de Luna, typische winkelstraten. Ook bekend is het Plaza de Antonio Canales, voorheen Plaza de Italia, met zijn toren uit 1929. In de woonwijk Vegas del Mocho is elke woensdag de Mercado Franco, waar je typische levensmiddelen uit de provincie kunt vinden.
- Paseo de Cánovas
- Parque del Príncipe
- Parque del Rodeo
- Paseo de Calvo Sotelo
- Parque del Olivar Chico de los Frailes
- Parque de Maltravieso
- Parque del Cuartillo
- Parque Vía de la Plata
- Paseo Alto
Andere bezienswaardigheden in de gemeente
Grot van Santa Ana

De grot van Santa Ana is een grot te vinden in het militaire kamp CIMOV nr. 1, op 12 km van de stad. Het is gelegen op een heuvel gevormd door kalksteen uit het Carboon, vlakbij het contact van deze met leisteen uit dezelfde geologische fase, gemarkeerd door een verandering in de helling van het reliëf en de aanwezigheid van een beek. Het behoort tot het karstsysteem Calerizo de Cáceres, waartoe ook Maltravieso behoort.
Cáceres el Viejo
Cáceres el Viejo is een Romeins kamp uit de Republikeinse periode gelegen aan de weg naar Torrejón el Rubio dat onderdak bood aan twee legioenen. Het is rechthoekig van vorm, 680 meter lang en 400 meter breed, met leistenen muren vermengd met modder, een dubbele gracht en vier poorten. Het werd mogelijk Castra Servilia genoemd, omdat het het kamp was van Servilius Cepion tijdens de Lusitaanse oorlog. Genoemd door Plinius de Oudere samen met het kamp Castra Caecilia, waarmee het in 35 v.Ch. samensmolt tot de Romeinse kolonie Norba Caesarina, nu Cáceres Monumental.
Via de la Plata
De Vía de la Plata doorkruist de gemeente Cáceres van noord naar zuid, wat betekent dat er behalve Castra Cecilia nog andere Romeinse overblijfselen in de gemeente te vinden zijn, zoals Castra Servilia, Cuarto Roble en El Junquillo. De Romeinse weg loopt ook door Valdesalor en er is een Romeinse brug gereconstrueerd in de Middeleeuwen genaamd Puente de la Mocha. Bij Finca del Trasquilón, vlakbij Valdesalor, staan ook verschillende Romeinse mijlpalen. De pelgrimsroute naar Santiago de la Plata loopt ook door Cáceres.
Ermita’s
Een ermita is normaal gesproken een ver afgelegen kapel (kluizenaarswoning). Maar door de groei van de steden wordt de afstand tot deze kleiner en soms worden de ermita’s door de steden opgeslokt.
De belangrijkste ermita in Cáceres is het santuario de la Montaña (heiligdom van La Montaña), gelegen op de top van de Sierra de Portanchito, ten oosten van de stad. Het uitkijkpunt heeft een bevoorrecht uitzicht over Cáceres en de omgeving. De ermita wordt overheerst door de Virgen de la Montaña, een beeld dat tussen 1620 en 1626 werd gebeeldhouwd en in 1641 werd verworven. Het beeld werd gebeeldhouwd naar het model van een ouder beeld, een kopie van de Maagd van Montserrat, dat naar Cáceres werd gebracht door een kluizenaar uit Casas de Millán genaamd Francisco de Paniagua. Paniagua kwam in 1600 aan in Cáceres met een beeld van de Virgen de Montserrat, waarmee hij door de stad liep om aalmoezen te vragen voor de bouw van een heiligdom. De priester van Cáceres, Sancho de Figueroa, stichtte samen met Paniagua zelf de Broederschap van Nuestra Señora de la Montaña, waarvan het beeld dat nu boven het heiligdom prijkt nog steeds wordt vereerd. De Maagd van de Berg werd in 1906 uitgeroepen tot beschermheilige van Cáceres en in 1924 gekroond.
Er zijn nog andere ermita’s in de gemeente, zoals die van San Jerónimo, tussen de twee delen waarin de gemeente Malpartida de Cáceres is verdeeld; die van San Benito, naast de rivier de Almonte in de buurt van Santiago del Campo; en die van Santa Lucía en San Benito, ten zuiden van de stad.
Kastelen
Er zijn verschillende kastelen in de gemeente Cáceres:
-
-
- Kasteel van las Arguijuelas de Abajo ligt ten zuiden van de stad aan de N-630. Het werd gebouwd in de 15e en 16e eeuw en is privébezit. Het wordt gebruikt voor horeca-activiteiten.
- Kasteel van las Arguijuelas de Arriba, gelegen naast het Castillo de las Arguijuelas de Abajo aan dezelfde weg. Het dateert uit de 15e eeuw en is ook privébezit.
- Kasteel van Salor, aan de N-630 naast Valdesalor.
-
-
-
- Burcht van Santiago de Bencáliz of Santiago de Vencáliz, aan de N-630 vlakbij de stad Casas de Don Antonio. Het dateert uit de 15e eeuw en is privébezit. Het landgoed waarop het staat wordt gebruikt als locatie voor de bedevaart van Casas de Don Antonio.
- Burcht van Carretona, op het landgoed Carretona op de EX-100. Het werd gebouwd in 1469 en wordt momenteel gebruikt als boerderij.
- Kasteel-paleis van Las Seguras, aan de EX-100 vlakbij de rivier de Salor. Het is een privépaleis uit de 14e eeuw waarin een landhuis is gevestigd.
- Kasteel van Mogollones, tegenover het kasteel van Las Seguras. Het werd gebouwd in de 14e eeuw en werd verwoest in de 17e eeuw, en is momenteel een geconsolideerde ruïne en enigszins getransformeerd.
- Toren van Mayoralguillo, naast het kasteel van Las Seguras. Deze werd gebouwd in de 13e eeuw.
- Kasteel van Castellanos, vlakbij de provinciegrens met Cordobilla de Lácara. Het werd gebouwd in de 15e eeuw en maakte deel uit van het landgoed van Fernán Gutiérrez de Valverde rond 1477, en bevindt zich momenteel in een voortschrijdende ruïne. Hoewel het privé-eigendom is, wordt het voor geen enkel doel gebruikt en is de toegang vrij.
-
Cultuur
Wetenschappelijk onderzoek
Cáceres heeft verschillende astronomische observatoria:
-
-
- Astronomisch observatorium op de campus van Cáceres, dat in een netwerk samenwerkt met een ander observatorium in Badajoz.
- Astronomisch observatorium van het Centro de Enseñanzas Integradas (CEI) ter beschikking van de studenten.
- Sterrenkundig observatorium Norba Caesarina, gevestigd in Aldea Moret (centrum voor kleinere planeten – code: Z71), dat zich bezighoudt met astrometrie van planetoïden in het zonnestelsel.
-
Hoewel er in 2008 een project voor de bouw van een publiek astronomisch observatorium in de bergen werd gepresenteerd, werd het consortium Cáceres 2016 in april van hetzelfde jaar geweigerd.
Er is ook een meteorologisch observatorium op een boerderij naast de weg naar Trujillo.
Musea
Musea in Cáceres zijn onder andere:
-
-
- Museo de Cáceres (Archeologie, etnografie en beeldende kunst)
- Museo de Historia y Cultura Casa Pedrilla (Historisch en Cultureel museum)
- Casa Museo Guayasamín (met werken van Oswaldo Guayasamín)
- Centro de Artes Visuales Fundación Helga de Alvear (Beeldende kunst)
-
- Casa Museo Árabe Yusuf al Burch
- Museo de la Concatedral
- Museo Municipal Massa Solís
- Palacio Carvajal
- Sala de Exposiciones Permanentes Municipal
Muziekfestivals
In Cáceres worden verschillende muziekfestivals gehouden op verschillende tijdstippen van het jaar. De populairste zijn WOMAD, een wereldmuziekfestival dat in mei wordt gehouden, en SonoraCC, gewijd aan nationale pop-, rock- en indiemuziek.
-
-
-
- WOMAD, in mei, is een festival dat wordt georganiseerd door de wereldwijde organisatie WOMAD -World Of Music, Arts & Dance- en werd opgericht door Peter Gabriel in 1982. Het festival dat in Cáceres wordt gehouden is het eerste van de twee die gedurende het jaar in Spanje -Cáceres en de Canarische Eilanden- plaatsvinden en dat het uniek maakt onder de 9 festivals die wereldwijd worden gehouden, omdat het in een monumentale stad plaatsvindt.

Het Plaza Mayor van Cáceres tijdens de viering van WOMAD 2009. -
- Cáceres Pop-Art, in september: een festival dat verschillende artistieke uitingen in verband met popcultuur samenbrengt, zoals muziek, kunst, fotografie, film, literatuur, strips en mode. Er worden tentoonstellingen georganiseerd, filmcycli vinden plaats in de stad in de Filmoteca de Extremadura en er is een reeks gratis concerten, waarbij prioriteit wordt gegeven aan opkomende groepen en artiesten die opvallen in de nationale en internationale onafhankelijke muziek. Het hoogtepunt is de uitreiking van de Pop Eye Awards voor muzikanten en ontwerpers die verbonden zijn aan niet-commerciële circuits.
- Aldea de la Amex, in september, Roma-cultuur door middel van muziek en kunst.
- Cáceres Irish Fleadh, in november, traditionele Ierse en Keltische muziek.
- Festival de Oeste, eerste week van juli, hard rock.
- Festival Internacional de Música Negra Ciudad de Cáceres, in juli, is een festival dat verschillende stijlen zoals soul, funky, blues en disco samenbrengt.
- Festival de Música Antigua Iberoamericana, in september, , met concerten en cursussen oude muziek op verschillende locaties en in tempels in de monumentale stad.
- Festival Folclórico Internacional de los Pueblos del Mundo, in juli, folklorefestival met optredens, optochten en workshops.
-
-
Festiviteiten
-
-
- Romería de los Santos Mártires San Fabián y San Sebastián: op de zondag die het dichtst bij 20 januari valt bij de hermitage van de Martelaren. Het is een populair feest dat de inwoners van Cáceres terugbrengt naar een van de mooiste plekjes van de stad vanwege de ecologische waarde, de Paseo Alto. Traditioneel worden er op deze dag anijsdonuts gemaakt en met duizenden tegelijk verkocht.
- Las Candelas y San Blas: van 1 tot 3 februari. Dit zijn twee van de populairste feesten in de stad. Op de ochtend van 2 februari wordt de Virgen de las Candelas in processie gedragen vanaf de gelijknamige hermitage in de wijk Santa Clara. De straten worden versierd om de Maagd langs haar route te verwelkomen. Het feest van San Blas wordt gehouden in de parochiekerk op dezelfde dag als Candlemas, dat wil zeggen de vooravond van de feestdag van de heilige. Het gebied rond de hermitage is gevuld met jonge mensen die de campuza jurk en de prachtige “watermeloen” of “duizend-kleurige” sjaal dragen. Tijdens de namiddag van San Blas wordt er typische Extremaduraanse muziek gespeeld.
-
-
-
- Semana Santa Cacereña, (de Interés Turístico Internacional): waarvan sommige broederschappen tot de oudste van Spanje behoren. De broederschappen Nazareno en Misericordia hebben statuten uit 1464, de broederschap Cristo Negro uit 1490, de broederschap Espíritu Santo uit 1493, de broederschap Santa y Vera Cruz uit 1521 en de broederschap Soledad uit 1582. In 2018 paradeerden 16 broederschappen in 23 processies. La procesión del Cristo Negro (de processie van de Zwarte Christus) is een van de bekendste vanwege de middeleeuwse optocht door het interieur van de ommuurde stad. Het beeld, gemaakt in het midden van de 14e eeuw, bevindt zich in de Santa Iglesia Concatedral de Santa María, in de zogenaamde Capilla de los Blázquez, en is een van de meest vereerde.

Desfile de la fiesta de San Jorge. - Celebración de San Jorge: op 23 april,216 met de belangrijkste gebeurtenissen die op de 22ste ’s middags beginnen, met de optocht en het gevecht tussen Moren en Christenen en het verbranden van de draak op het Plaza Mayor, waar ook de herovering van de stad door koning Alfonso IX wordt opgevoerd.
- Romería de Santiago de Vencáliz: op 1 mei, is de lokale bedevaart van de naburige gemeente Casas de Don Antonio, die haar hoofdkwartier heeft in het landgoed van Santiago de Vencáliz, in de gemeente Cáceres.
- Romería de la Virgen de la Montaña: met dit evenement verwelkomen de inwoners van Cáceres hun beschermheilige, die in de stad blijft tot de eerste zondag in mei, wanneer ze terugkeert naar haar heiligdom. In de Monumentale Stad is het een komen en gaan van mensen die hun beschermheilige komen bezoeken, die zich in de cokathedraal van Santa María bevindt. De eerste afdaling van de Maagd naar de stad vond plaats op 3 mei 1641 vanwege een droogteperiode.
- Fiesta de Nuestra Sª. de la Montaña: beschermheilige van de stad. Het wordt gevierd op de eerste zondag in mei. In de loop van de geschiedenis is de datum verschillende keren veranderd. In 1635 werd de eerste datum vastgesteld op 25 maart, die in 1784 werd veranderd in de eerste zondag van Pasen. In 1832 werd ze verplaatst naar de vierde zondag in mei en in 1860 werd een poging gedaan om de datum te veranderen naar 8 september. In 1906, toen ze tot beschermheilige werd uitgeroepen, werd het veranderd naar de tweede zondag van Pasen. Pas in 1975 werd de huidige datum aangenomen.
- Romeria de Santa Lucia: tweede zondag van mei.
- Feria de mayo: de belangrijkste festiviteit van Cáceres, opgericht door Alfonso IX van León, en wordt sinds 1896 gehouden tussen 28 en 30 mei. Tijdens de festiviteiten worden er concerten gehouden in het Recinto Hípico.
- Semana Santa Cacereña, (de Interés Turístico Internacional): waarvan sommige broederschappen tot de oudste van Spanje behoren. De broederschappen Nazareno en Misericordia hebben statuten uit 1464, de broederschap Cristo Negro uit 1490, de broederschap Espíritu Santo uit 1493, de broederschap Santa y Vera Cruz uit 1521 en de broederschap Soledad uit 1582. In 2018 paradeerden 16 broederschappen in 23 processies. La procesión del Cristo Negro (de processie van de Zwarte Christus) is een van de bekendste vanwege de middeleeuwse optocht door het interieur van de ommuurde stad. Het beeld, gemaakt in het midden van de 14e eeuw, bevindt zich in de Santa Iglesia Concatedral de Santa María, in de zogenaamde Capilla de los Blázquez, en is een van de meest vereerde.
-
Gastronomie
De gastronomie van Cáceres is rijk en gevarieerd, met opmerkelijke invloeden van de culturen waarvan het erfgenaam is, zoals Arabische en Sefardische, maar ook invloeden van het pastorale en veeteeltleven, vooral in de meer huisgemaakte gastronomie. Daarnaast heeft de keuken van kloosters en conventen in verschillende delen van de provincie Cáceres, zoals die van San Benito de Alcántara, Yuste en Guadalupe, een compleet receptenboek nagelaten met wildgerechten en verfijnde desserts.
De gastronomie is rijk aan ingrediënten met een oorsprongsbenaming (D.O.P.) en geografische aanduiding (I.G.P. ), zoals Dehesa de Extremadura Iberische ham, Torta del Casar kaas, Ibores kaas, Ribera del Guadiana wijnen, Gata-Hurdes olijfolie, La Vera paprika, Jerte kersen, Villuercas-Ibores honing, Extremadura rundvlees, Extremadura lamsvlees (CORDEREX) en Tierra de Extremadura wijnen.
In de stad zijn er hooggekwalificeerde restaurants – waarvan sommige met Repsol zonnen en Michelinsterren – met een gevarieerd aanbod in hun menu’s, waar de eerder genoemde traditionele recepten samengaan met een meer nieuwe en moderne keuken.
Onder de vele typische gerechten van Cáceres vinden we de volgende gastronomische schotels:
-
-
- Chanfaina
- Gazpacho cacereño (met tomaat, ui, komkommer, peper, olie, zout, azijn, brood en water).
- Frite (gemaakt met geiten- of lamsvlees)
Migas extremeñas (broodkruimels uit Extremadura) - Patatas en escabeche con tencas (Gepekelde aardappelen met zeelt)
- Caldereta extremeña (Extremaduraans stoofpotje)
-
Deze rijke en gevarieerde gastronomie, samen met een goed project, leidde ertoe dat de stad in 2015 de titel van Spaanse Hoofdstad van de Gastronomie kreeg, georganiseerd door de Spaanse Federatie van Horeca en Catering (FEHR) en de Spaanse Federatie van Journalisten en Toerismeschrijvers (FEPET).
Als u dit een interessant of gewoon leuk verhaal vond abonneer u dan gratis op de niet commerciële website van Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse Verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Verwant aan dit onderwerp:
Als u dit een leuk of interessant onderwerp vond abonneer u op Spaanse Verhalen of geef hieronder eens een ✩LIKE. Normaal gesproken komt er elke week een nieuw verhaal bij.
Als u abonnee bent van Spaanse verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.
Annountations
This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:
-
-
-
- Last updated 2024-11-21
-
-
Sources and references:
The mostly foreign texts from wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated, mixed, and often supplemented these texts with my own knowledge, and experience, gained during the time I live in Spain, and work on these articles.
Other source references may also be included, which may be things that I, while researching the articles, have read and incorporated into these texts
-
-
-
- Spanish Wikipedia|titel=Cáceres|pagecode=152596216| date=20230723
- Dutch Wikipedia|titel=Cáceres (stad)|pagecode=60175027| date=20230723
- English Wikipedia|titel=Cáceres, Spain|pagecode=1158485105| date=20230723
-
-
These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0
Other references are:
The photos/images are licensed under Wikimedia Creative Commons: CC0 1.0, CC BY 1.0, CC BY-SA 1.0, CC BY 2.0, CC BY-SA 2.0, CC BY-NC-SA 2.0, CC BY 2.5, CC BY-SA 2.5, CC BY 3.0, CC BY-SA 3.0, CC BY 4.0, CC BY-SA 4.0, Free Art License 1.3, GNU version 2, GNU version 3 or Public Domain
If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.
-
-
- Cáceres, een stad met heel veel goed geconserveerd erfgoed. Author – José María Izquierdo Calle, license CC BY-SA 3.0
- Locatie Cáceres. Author – HansenBCN, license Public Domain
- het wapen. Author – HansenBCN, license CC BY-SA 3.0
- de vlag. Author – Anuskafm, license Public Domain
- Zicht over het oude deel van de stad Cáceres. Author – Alonso de Mendoza, license CC BY-SA 4.0
- De cosmograaf van Ravenna. Author – Dr. Konrad Miller, license Public Domain
- Het Plaza Mayor met de toren van Bujaco, de toren van de Pulpitos,,,,. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
- Het Kruis van de militaire Orde van Alcántara. Author – WarX, license CC BY-SA 3.0
- Blauwe windroos. Author – Henrik derivative work Xavigivax , licence CC BY-SA 3.0
- De Androgyne Genius, een Romeins standbeeld op het….. Author – Zarateman, license CC0 1.0
- Brug van de snelweg A-66 over de rivier de Almonte,,,,. Author – Alonsoquijano, license Public Domain
- Een van de vogelsoorten die veelvuldig voorkomen in….. Author – Elemaki, license CC BY 3.0
- Grot van Matravieso. Author – Mario modesto, license CC BY-SA 3.0
- Klooster van San Francisco el Real,,,,. Author – Zarateman, license CC0 1.0
- Hospital de los Caballeros, in de oude stad van Cáceres. Author – Jesusccastillo, license CC BY-SA 3.0
- Bisschoppelijk paleis van Cáceres. Author – Jesusccastillo, license CC BY-SA 3.0
- Illustraties van de opening van de spoorlijn tussen Madrid…. Author – Unknown, license Public Domain
- Muziekpaviljoen in het midden van de Paseo de Cánovas, 1887. Author – Zarateman, license CC0 1.0
- In de 20e eeuw werd het bisdom Coria omgedoopt tot bisdom Coria-Cáceres….. Author – Jörn Wendland, license Public Domain
- Panoramisch uitzicht op het oude gedeelte,,,,. Author – Elemaki, license CC BY 3.0
- Het huidige bisschoppelijke seminarie, een voorbeeld van een…. Author – Excmo. Ayuntamiento de Cáceres, license Public Domain
- Palacio de los Golfines de Abajo. Author – elcorrillo.com, license CC BY-SA 2.5
- Iglesia de San Francisco Javier. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
- Iglesia de San Mateo. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
- Iglesia de Santiago de los Caballeros. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
- Het regenwaterbassin van het Palacio de las Veletas. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
- Deze Arco de la Estrella kreeg zijn huidige vorm aan het begin…. Author – Juanje 2712, license CC BY-SA 3.0
- Torre del Palacio de las Cigüeñas (de Ooievaarstoren). Author – Nicolas Vollmer, license CC BY 2.0
- Gedeeltelijk zicht op het plaza Mayor. Author – Elemaki, license CC BY-SA 3.0
- Entree van de kerk van Santiago. Author – Jesusccastillo, license CC BY-SA 3.0
- Calle San Pedro, in het centrum. Author – Jmabel, license CC BY-SA 3.0
- Cueva de Santa Ana. Author – Mario Modesto Mata, license CC BY-SA 3.0
- Castillo palacio de las Seguras. Author – Adolfobrigido, license CC BY-SA 4.0
- Het Plaza Mayor van Cáceres tijdens de viering van WOMAD 2009. Author – DuffmanCC, license CC BY 3.0
- Christus van Golgotha op weg langs de Gran Vía in Cáceres. Author – Kojie, license CC BY-SA 2.5
- Desfile de la fiesta de San Jorge. Author – Leandro Neumann Ciuffo, license CC BY 2.0
- Kazen uit de provincie Cáceres. Author – DavidDaguerro de Madrid, license CC BY-SA 4.0
- Torta del Casar, waarvan de oorsprongsbenaming 36 gemeenten omvat,,,,.. Author – MollySVH, license CC BY 2.0
- Plato de migas. Author – DavidDaguerro, license CC BY-SA 4.0
-
Coralma*, is own work that mostly can be found as a CC0 1.0 or CC BY-SA 4.0 file in Wikipedia Commons.








