Geloof, Mythologie


Abbatiaal

m.b.t. abt of abdij.

Adoptionisme

Het adoptianisme is de overtuiging dat God Jezus pas als Zijn zoon adopteerde op het moment van de doop van Jezus: de Geest van God nam bij de doop bezit van Jezus en tot zijn dood bleef hij in het bezit van die Geest. Die Geest werd de Christus genoemd. De Christus-Geest verliet hem aan het kruis.

Een aantal auteurs op het vakgebied is van opvatting, dat deze “Geest- christologie” aanwezig was in de vroegste christelijke gemeenschap in Jeruzalem, onmiddellijk na de dood van Jezus. De overtuiging wordt binnen het vroegchristelijk jodendom onder meer verwoord in het evangelie van de Ebionieten:

  En toen hij (Jezus) uit het water was gekomen, gingen de hemelen open en hij zag de Heilige Geest in de gedaante van een duif. Deze daalde neer en ging bij hem naar binnen. En een stem uit de hemel zei: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon en in jou vind ik mijn welgevallen’.

Voor meer zie: Wikipedia

Aflaat

Een aflaat (indulgentia in het Latijn) is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden. Volgens de Katholieke leer moet elke zondaar namelijk een straf ondergaan voor zijn zonden, om de ziel te zuiveren en de morele orde en de eer van God te herstellen. Door het geloof in de verbondenheid van de gelovigen in Jezus, wordt het door de kerk ook mogelijk geacht dat een ander deze straf voldoet. De aflaat houdt in dat de kerk in naam van de goede daden van Jezus en de heiligen deze straf laat opheffen.

Meer over aflaat: Zie wikipedia

Altaar

Een altaar (van het Latijn altus = hoog) is een tafel uit hout of steen waar rituele handelingen worden verricht, zoals het brengen van offers aan geesten en goden. Offertafel, outaar en outer zijn synoniemen voor altaar.

In de Katholieke Kerk vindt men altaren in verschillende delen van de kerk, bijvoorbeeld in het koorgedeelte, waar de priester de mis opdraagt, en elders in de kerk bidaltaren voor Maria en andere heiligen. In Lutherse en Anglicaanse kerken bevindt zich meestal een of meerdere altaren. In veel andere protestantse kerken zijn geen altaren.

Meer over altaren vindt u in Wikipedia

Angelus Domini

Het angelus (voluit Angelus Domini; Nederlands de Engel des Heren) is een katholiek gebed dat van oudsher driemaal daags gebeden wordt: om zes uur ’s morgens, twaalf uur ’s middags en zes uur ’s avonds. Waar voorheen de gelovigen hun werkzaamheden stopten om te bidden is dit gebruik grotendeels in onbruik geraakt.

Het gebed wordt aangekondigd door het luiden van een kleine klok, het angelusklokje. Hierbij worden drie slagen op de klok gegeven waarna een aanroep met Weesgegroet Maria wordt gebeden. Nog tweemaal volgen drie slagen op de klok met een nieuwe aanroep en Weesgegroet. Ten slotte wordt de klok gedurende twee minuten geluid en wordt een afsluitend gebed gebeden.

De benaming angelus is afgeleid van de Latijnse beginwoorden “Angelus Domini nuntiavit Mariae” (“De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt”). In zijn huidige vorm bestaat het angelus sinds 1571, de tijd van paus Pius V. In de paastijd wordt het angelus vervangen door het regina coeli; dit werd in 1742 besloten door paus Benedictus XIV.

Sinds paus Johannes XXIII bestaat het gebruik dat de paus iedere zondag, om 12 uur ’s middags, voorgaat in het angelusgebed. Dat doet hij vanuit het raam van zijn appartement in het Apostolisch Paleis. ’s Zomers doet hij dat vanuit het raam van zijn studeerkamer in Castel Gandolfo. Na het angelus spreekt de paus een kort stichtelijk woord en begroet de pelgrims.

Animisme

Animisme (Latijn anima = ‘geest’, ‘ziel’) is het filosofisch, religieus of spiritueel concept waarbij zielen of geesten niet alleen bestaan in mensen en dieren, maar ook in planten, stenen of natuurlijke fenomenen zoals donder en geografische zoals bergen en rivieren. Animisme wijst verder ook bezieling toe aan abstracte concepten zoals woorden, eigennamen of metaforen uit de mythologie. Religies waarin animisme voorkomt behoren meestal tot volksgeloof of etnische religies zoals sjamanisme, shinto of bepaalde stromingen binnen het hindoeïsme. Edward Burnett Tylor was de eerste die in zijn werk “Primitive Culture” (1871) een volledig overzicht gaf van animistisch geloof en hierdoor de term animisme in zijn huidige betekenis bepaalde.

Arianisme

Het arianisme is ontstaan in het begin van de 4e eeuw, en werd genoemd naar haar stichter Arius (256-336), presbyter van Alexandrië.

Arianisme is een christologische stroming binnen het christendom die stelt dat Christus (de Zoon) geschapen is door God (de Vader) en dus ondergeschikt is aan Hem. Deze leer werd in de 4e eeuw veroordeeld als ketters op het Concilie van Nicea (325), waar de orthodoxe (katholieke) leer werd vastgelegd dat de Zoon “één in wezen met de Vader” is.

Het tegenwoordige unitarisme, ontstaan onder invloed van de Verlichting in de 17e en 18e eeuw, is een moderne variant van het oude arianisme.

Zie verder: Wikipedia Arianisme

Astarte

Astarte (van het Grieks Αστάρτη (Astártē)) was een Fenicische godin van de vruchtbaarheid, seksualiteit en oorlog. Ze had een algemene bekendheid in de noordwestelijke Semitische streken en via hun scheepvaart hadden de Feniciërs de cultus wijd over het Middellandse zeegebied verbreid. Er bestonden tempels van Ashtoreth tot in Carthago en Eryx (Sicilië) en op diverse plaatsen in Cyprus. De ‘heilige vrouwen’ die de tempels beheerden werden qadishtu genoemd. Deze werden met de zogenaamde tempelprostitutie geassocieerd.

Het was de hoofdgodin van de Feniciërs, voor wie zij het regeneratievermogen van de natuur vertegenwoordigde, een maangodin, ook aangenomen als ‘dochter van Ra’ door de Egyptenaren.

Haar symbolische attributen waren de leeuw(in), het paard, de sfinx, de duif en de ster in een cirkel ter aanduiding van de planeet Venus. Op afbeeldingen komt ze vaak naakt voor.

Zie verder: Wikipedia Astarte

Atlas

Atlas (Oudgrieks: Ἄτλας – « de drager », van τλάω / tláô, « dragen, ondersteunen ») is een figuur uit de Griekse mythologie. Atlas draagt volgens de legende het hemelgewelf op zijn schouders en wordt in verband gebracht met het Atlasgebergte. Atlas is de vader van Maia en daarmee de grootvader van Hermes.

Zie verder: Wikipedia Atlas

Basiliek

Een basiliek is een bouwvorm uit de klassieke oudheid en in de romaanse en gotische kerkarchitectuur.

Daarnaast is een basiliek een eretitel in de Rooms-Katholieke Kerk, die los staat van de architectonische vorm.

Voor meer uitleg over de basiliek zie: Wikipedia

Brevier
          • Boek dat alle psalmen, gezangen, gebeden, lessen en andere religieuze teksten bevatten die een geestelijke nodig heeft om zijn dagelijkse brevier te kunnen bidden.
          • Dagelijkse verplichte lectuur voor geestelijken
          • Volledig officieel liturgisch gebedenboek in het Latijn (ook wel vertaald), in vier delen, voor elk jaargetijde één; het bidden ervan door de priester wordt brevieren genoemd.
          • Brevier: Verwijst naar boeken of andere documenten die de psalmen, hymnen, gebeden, lessen en andere voordrachten bevatten die een katholieke of andere christelijke geestelijke nodig heeft om de dagelijkse getijden te bidden. De getijden zijn de gebeden die op vaste uren verspreid over de dag gezegd of gezongen worden. In de 11de eeuw verscheen een verkorte versie van het brevier dat uit één deel bestond, terwijl de teksten van de langere versie in de 7de eeuw tot stand kwamen in de Romeinse rite en in de 10de eeuw in Karolingisch Europa. Brevieren kunnen rijkelijk voorzien zijn van verluchtingen.
Catechiseren

Godsdienstonderwijs geven.

Cenobiet

Cenobieten of kloosterlingen zijn monniken en monialen die in een georganiseerde gemeenschap leven. Dit in tegenstelling tot kluizenaars of heremieten, die veeleer in afzondering leven.

Centauren

Fabelwezens Centauren, in de Klassieke mythologie paarden met een bovenlichaam en het hoofd van een man. In de Griekse mythe bevolken zij het paardenrijke Thessalie in Noord-Griekenland.

Charterhouse

Een charterhouse is een type klooster dat wordt bewoond door monniken of nonnen van de kartuizerorde. De kartuizerorde is een katholieke monastieke orde die werd gesticht in 1084 door Bruno van Keulen. De orde is vernoemd naar de Chartreuse-bergen in de Franse Alpen, waar de eerste kartuizerklooster werd gesticht.

Een charterhouse is meestal een afgelegen plek, omringd door een muur, waar de monniken of nonnen in strikte afzondering leven en zich wijden aan gebed en meditatie. Het dagelijkse leven in een charterhouse is zeer gestructureerd en georganiseerd, met vaste tijden voor gebed, werk en rust. De monniken of nonnen leven in celwoningen en komen alleen bij elkaar voor de gezamenlijke gebedsdiensten en maaltijden.

Er zijn nog steeds charterhouses over de hele wereld, waaronder in Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika. Ze zijn vaak open voor bezoekers en bieden een zeldzame kijk op een eeuwenoude en contemplatieve manier van leven.

Chiliasme
          • Geloof in duizendjarig godsrijk. Geloof in duizendjarig rijk.
          • Chiliasme of millenarisme, naam voor de verwachting van het in de Openbaring van Johannes (hoofdstuk 20) beschreven Duizendjarig Rijk.
          • Chiliasme: Verwijst naar een christelijke, religieuze ideologie die meestal gebaseerd is op een interpretatie van Openbaring 20:1-7, waarin staat dat de heiligen duizend jaar lang zullen heersen over de aarde, net voor of na de terugkeer van Christus. Vanaf de vroege tijd van het christendom heeft het chiliasme volgelingen gehad, maar het werd vooral populair in de 19de eeuw, toen groepen zoals de Plymouth Brethren en de adventisten apocalyptische en chiliastische ideeën omarmden. Recentelijk hebben sociale wetenschappers de term ook in het algemeen gebruikt voor religieuze groepen die verwachten dat de wereld een plotselinge transformatie zal ondergaan. Dergelijke groepen winnen vaak aan populariteit wanneer er sociale veranderingen gaande zijn of zich een crisis voordoet.
Chtonische goden

Chtonische goden zijn godheden en hogere wezens met betrekking tot de aarde en in het bijzonder de onderwereld. De term wordt vooral gebruikt om onderscheid te maken tussen de goden in de Oud-Griekse godsdienst.

Clement I

Derde opvolger van Petrus als bisschop van Rome. Te herkennen aan aan het anker, boekrol, palmtak of een uit de zee rijzend tempeltje, ook wel met een broon en een lama.

Spaanse verhalen, geloof
Colegiata San Patricio, Lorca
Collegiale kerk
  1. Wordt gebruikt voor kerken, uitgezonderd kathedralen, die zijn gegeven aan een kapittel van kanunniken of, zoals in de Verenigde Staten en Schotland, kerken die zijn samengevoegd en waar de mis wordt gehouden door gezamenlijke predikanten.
  2. Kerk die door een kapittel van kanunniken wordt bediend en geen bisschopszetel heeft. b.v. een kloosterkerk.
Congregatie

1. Groep mensen die bepaalde geloften hebben afgelegd (rooms-katholiek) en een door de paus goedgekeurd leven leiden.
2. Groep van door de paus geselecteerde kardinalen die kerkelijke zaken moeten regelen.
3. Kerkelijk goedgekeurde vereniging van leken die godsdienstoefeningen houden.

Co-kathedraal

Een co-kathedraal is een kerkgebouw dat samen met een andere kathedraal de functie heeft van zetelkerk van de bisschop.
Een dergelijke situatie komt voor waar in het verleden bisdommen zijn samengevoegd. De hoofdkerk die als bisschopszetel wordt aangewezen wordt vervolgens kathedraal van het nieuwe bisdom en de voormalige hoofdkerk van het toegevoegde bisdom wordt een co-kathedraal.

Crucifix

Een crucifix is een symbool uit de christelijke traditie. Het is een kruisbeeldvorm waarbij het lichaam (corpus) van de gekruisigde Christus op een kruis is bevestigd om de lijdensweg van Jezus te benadrukken. Het bestaat in allerlei vormen en maten, van meters hoog tot centimeters klein. Boven het kruis hangt vaak een bord met de letters INRI.

Curie
          1. Het bestuursorgaan van de Heilige Stoel ten behoeven van de gehele Rooms-Katholieke Kerk
          2. Het bestuursorgaan van het Bisdom
          3. De beambten die een bisschop bijstaan in het bestuur van zijn bisdom
Deken (kerk)

Een deken is binnen verschillende christelijke kerkgenootschappen een leidinggevende van een afdeling binnen een bisdom. De inhoud van de functie van de deken verschilt bij de verschillende kerken. De functie wordt meestal uitgeoefend door een geestelijke.

Deva

Deva, godheid van Keltische oorsprong, komt vaak voor als de naam van rivieren en geografische kenmerken in Galicië, Asturië, Baskenland en Cantabrië. Het is een watergodin, geassocieerd met waterbronnen.

Doop

Het doopsel of de doop is binnen het christendom het sacrament (Mysterie in Orthodoxe Kerk) van de christelijke initiatie. De dopeling wordt overgoten met doopwater of erin ondergedompeld. Daarbij wordt vaak de doopformule uitgesproken: “Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”, volgens Mattheüs 28:19. Door de doop noemt men zich christen; volgeling van Christus, maar volgens anderen moet men christen zijn voordat men gedoopt kan worden, omdat de doop volgt op bekering. In sommige protestantse gemeenten geeft de doop toegang tot de andere sacramenten, zoals het avondmaal.

Voormeer over de doop, ga naar Wikipedia.

Kippenei en struisvogelei.
Ei

Het ei is een symbool van het oerbegin en van het vrouwelijke principe. Uit het ei staat het nieuwe leven op. De daadwerkelijke scheppingskracht is al in het ei aanwezig. Het geheim van het leven is verborgen in de door een schaal omsloten eenheid. Een kosmos, een god, een held of een eerste mens kan eruit tevoorschijn komen. in de mythen van de Griekse orphici, de Kelten en in die van Egypte, India Japan en Polynesië komt het ei als mythisch symbool in de bovengenoemde betekenis voor. De goden Ptah in Egypte, Pan en Eros in Griekenland en Brahma in India zijn uit een ei voortgekomen. Dit was eveneens het geval bij de eerste mens in China, Helena van Troje, de oerkoning van Korea en de helden Kastor en Pollux uit het zwanenei van Leda. Het symbool ei is verwant met dat van de grot. De slang om het ei is een symbool van de tijd, die de dynamiek van de ontwikkeling aangeeft. De slang verwijst ook naar de god van de tijd, Kronos, die het ei heeft geschapen.

Symbool van het allereerste begin van de schepping van kosmos en wereld. Het ei komt als symbool in vele mythen voor, zowel in die van de Grieken en de Kelten als in de cultuur van Egypte, India, Japan, Polynesië en andere culturen. Een aantal goden is uit het ei voortgekomen. ook een aantal mensen is uit het ei voortgekomen: de eerste mens in China, de oerkoning van Korea, Helena van Troje en de Griekse goden Kastor en Polydeukes, die uit het zwanenei van Leda werden geboren.

In veel scheppingsmythen* ontstaat het hele universum vanuit de omsloten heelheid van het oerei, het kosmische ei of wereldei. Het ei vormt het begin van de wereld. Volgens de aanhangers van Vishnu verrijst het kosmische ei, dat ook wel de gouden foetus (Hiranyagarbha*) wordt genoemd, aan het begin van elke nieuwe scheppingscyclus uit de wereldoceaan. Het ei ontstaat uit de wrijving van wind en water. Vishnu treedt het kosmische ei binnen en na een periode van rust wordt de god Brahma, de schepper, uit het ei geboren. De schepping van het waarneembare universum is dan begonnen. Van de Griekse god Eros of Phanes en de Egyptische god Ptah wordt in mythen het ontstaan uit een ei vermeld. Ook veel helden zijn uit het ei voortgekomen, waarvan Castor en Pollux en Helena van Troje bekende voorbeelden zijn.

Het ei is ook een symbool van levensenergie. Het schenkt leven uit zichzelf zonder enige andere toevoeging dan warmte. De in het ei sluimerende kiemkracht wordt als het geheim van het leven beschouwd. Het ei is verder een symbool van vruchtbaarheid, regeneratie, zuiverheid en volmaaktheid. Het is een psychologisch symbool van de diepste kern van het individu. Het ei is een nieuwe levenskern en een nieuwe levenskans met een hoge symbolische betekenis, o.a. van het zelf.

In de alchemie betekent het kosmische ei tevens het vat, de chaos of de prima materia, waaruit aan het einde van het alchemistische werk de homunculus (door alchemie gevormde kunstmens) voortkomt.

Het paasei als symbool van wederopstanding is mogelijk ontleend aan de offerriten van Germanen en Franken bij het begin van de lente.

Evangelie

Evangelie komt van het Griekse woord τό εὐαγγέλιον, euangelion, dat ‘beloning voor de bode van goed nieuws (geluksbode)’, ‘goede boodschap’ en ‘(christelijke) heilboodschap’ betekent. De term evangelie wordt vooral gebruikt in het christendom, het eerst in de brieven van Paulus en later in de eerste regel van het oudste evangelie, dat van Marcus (jaar 66 – 73). Maar euangelion komt ook al eerder bij bijvoorbeeld Homerus voor en in de Kalenderinscriptie van Priëne (9 v. Chr.) over keizer Augustus als verlosser, een politieke propagandaboodschap.
Er is natuurlijk veel meer te vertellen over het Evangelie; Kijk op wikipidia.

Evangeliezijde en Epistelzijde
Epistel- c.q. evangeliezijde
De Epistel- of Evangeliezijde van de kerk.

De Evangelie- en Epistelzijde (briefzijde) is de naam die in christelijke kerken gegeven wordt aan de zijkanten van het middenschip, in plaats van “linkerzijde” en “rechterzijde”, zoals deze namen gegeven worden aan de rechter- en linkerzijde met betrekking tot het hoofdaltaar, d.w.z. het hoofd van de kerk.

De Evangeliezijde is een gebied in Westerse christelijke kerken. Hier werden de evangeliën gelezen in de liturgie. Tegenover het hoogaltaar is het aan de linkerkant.

De Epistelzijde, waar de canonieke epistels (brieven) werden gelezen in de liturgie. Tegenover het hoogaltaar is de epistelzijde aan de rechterkant.

Feniks

Een feniks (soms geschreven als Phoenix) is een fabeldier uit de Griekse en Chinese mythologie.

De Grieken geloofden dat de feniks in staat was steeds weer opnieuw uit zijn eigen as herboren te worden. Hij zal dan boven in een boom van kruiden een nest maken en daarin verbranden. Door de geur van de kruiden zal hij opnieuw geboren worden. In de Chinese cultuur staat het dier voor het vrouwelijke geslacht op de wereld.

Ook schreef de Romeinse dichter Ovidius in een gedicht dat de Assyriërs de vogel feniks noemen. Hij zou geen zaden en grassen eten, maar het sap van sappige kruiden gebruiken als levensmiddel. Na vijfhonderd jaar geleefd te hebben zou de feniks hoog in een eik een nest van schors, kruiden en mirre maken. Als hij erin zat vloog het in brand. De geur van de kruiden neemt de ziel van de oude feniks mee. Het lichaam verbrandt en er komt een kleine feniks uit. Hierin nam de oude ziel weer plaats om weer 500 jaar te leven.

Grieks kruis

Het Grieks kruis is een kruis met vier armen van gelijke lengte. Het wordt veel gebruikt in de Orthodoxe Kerk en vormt de grondvorm van een aantal protestantse kerken maar ook katholieke kerken (bijvoorbeeld de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Trier).

Griffioen

Een griffioen, ook grijpvogel of Vogel Grijp genoemd, is een hybridisch fabeldier dat de heerschappij over twee rijken symboliseert: over de aarde (zijn leeuwenlichaam) en over de lucht (de kop en de vleugels van een adelaar). Het is een hybride schepsel zoals ook de centaur, de draak en de hippogrief. Behalve de genoemde kenmerken heeft hij ook de oren van een paard en een hanenkam die lijkt gemaakt te zijn van vissenschubben.

De griffioen komt oorspronkelijk uit de mythologie van de Scythen en het Oude Griekenland. De Aziatische griffioen had een gekuifd hoofd, terwijl de Minoïsche en Griekse griffioenen meestal in spiralen gevormde gekrulde manen hadden. Sinds de middeleeuwen komt hij ook in West-Europa voor, onder meer in de heraldiek. Zo speelt de griffioen bijvoorbeeld een belangrijke rol in het wapen van Pommeren. Vandaar dat de hertogelijke dynastie zich de griffioenen (Greifen) noemde. Ook is de griffioen een symbool voor goddelijke macht en een bewaker van het goddelijke.

Verhalen over griffioenen duiken op in het oude Indië, Syrië, Perzië, Babelonië en Egypte. Vanaf het begin van de mensheid wordt al over de griffioen gesproken. Zo wordt verteld dat hij thuishoort in de Hyperborese bergen in het Noorden, maar ook in de Gobi-woestijn.

In alle verhalen wordt hij gezien als de bewaker van de goudschat, de bewaker van het licht, de zon. Het is zowel de wachter op de drempel als de bode van de eeuwigheid.

Hoogaltaar

Het hoogaltaar is het altaar in de sluiting van het priesterkoor, dus helemaal aan het oosteinde van een kerk. Dit altaar is het hoofdaltaar van de kerk, hoewel in de meeste Nederlandse kerken tegenwoordig de mis gevierd wordt aan een volksaltaar ervóór. Dat volksaltaar hoort echter bij het hoogaltaar en moet als het verlengde ervan worden beschouwd.
Op het hoogaltaar bevindt zich sinds het Concilie van Trente meestal het tabernakel. Meestal is het ook rijk versierd en staan er 6 kandelaars op.
Vaak is dit altaar gewijd aan de patroonheilige van de parochie.

Hercules
Beeld van Hercules door Gilles-Lambert Godecharle. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België, Brussel.

Hercules is de Romeinse naam voor Herakles, een figuur uit de Griekse mythologie. Onder de naam Hercules werd hij als god in het oude Rome vereerd. Volgens Titus Livius was de cultus van Hercules de enige die door Romulus bij de stichting van Rome geaccepteerd werd. In Armenië werd het geïdentificeerd met de Armeense god Vahagn (Վահագն).

Naast de gebruikelijke Griekse verhalen over Herakles die de Romeinen overnamen, zijn er ook Romeinse verhalen over Hercules. Zo vertelt Vergilius in zijn Aeneis dat het vuurspuwende monster Cacus, die de kudde van Geryones in zijn grot op de Aventijn verborgen had, door Hercules gedood was. Vanwege dit feit zou Hercules zelf of Euander de cultus van Hercules hebben ingesteld, op de plaats van de Ara Maxima op het Forum Boarium. Dit was een geschikte plaats voor de verering van Hercules, aangezien het Forum Boarium een van de commerciële centra van het oude Rome was, en Hercules (net als Mercurius) als beschermer van handelaren gold. Hercules werd verder met ten minste twaalf andere schrijnen en tempels in de stad vereerd.

Sint Johannes de Doper, schilderij van Titiaan. Linksonder het Lam Gods.
Johannes de Doper

Wordt altijd afgebeeld met het Lam Gods en een staf met daaraan een lint waarop geschreven staat “Ecce Agnus Dei” (Zie daar het Lam Gods),

Ka

Ka was in de Egyptische mythologie het concept van levenskracht en levenszin, datgene wat een levende van een dode persoon onderscheidt. Het moment dat iemand sterft, is het moment waarop de ka het lichaam verlaat.
De Egyptenaren geloofden dat Chnoem (3e vorm van ra de dalende zon) op zijn pottenbakkerswiel de lichamen van kinderen boetseerde en, afhankelijk van het gebied, dat Heket (Kikker Godin) of Meskhenet de ka van de persoon schiep en deze bij de geboorte inblies als deel van de ziel.
Daarnaast geloofden de Egyptenaren dat de ka onderhouden werd door te eten en te drinken. Dit is de reden waarom voedsel- en drankoffers aan de doden werden aangeboden. Bij de offers ging het niet om de fysieke consumptie van de offers, maar om de consumptie van kau om ka te voeden. Ka werd vaak afgebeeld in de Egyptische-iconografie door een tweede afbeelding van de persoon. Dit werd vroeger vertaald als een onzichtbare tweede mens.

Kanunnik
          1. Lid van het kapittel of bestuurscollege van een kathedraal of klooster. Eretitel van geestelijke.
          2. seculier r.-k. geestelijke die deel uitmaakt van het kapittel van een kathedrale kerk.
          3. Priesterlid van kathedraal kapittel met soms bepaalde voorrechten, zoals vaste plaats in de kanunnikenbanken, het dragen van paars, enz. Zie ook: proost, proosdij.
          4. 1) Beroep 2) Domheer 3) Geestelijke 4) Kapittelheer 5) Katholiek geestelijke 6) Koorheer 7) Lid van een kathedraalkapittel 8) Rooms-katholieke geestelijke
          5. Kanunnik is een titel die aan bepaalde geestelijken wordt verleend binnen enkele christelijke kerkgemeenschappen.
Kapittel

Een kapittel, ook kathedraal kapittel, collegiaal kapittel of stift, is een geestelijke gemeenschap of bestuurscollege. Meestal betreft het een gemeenschap van katholieke of anglicaanse geestelijken, verbonden aan een kathedraal, kapittelkerk of klooster. De naam kapittel werd aan dit college gegeven omdat tijdens bijeenkomsten in de kapittelzaal een kapittel of hoofdstuk uit de Bijbel werd voorgelezen. De leden van een dergelijk kapittel heten seculiere kanunniken. Ook aan bepaalde kloosters en ridderorden zijn kapittels verbonden; in dat geval wordt gesproken van een regulier kapittel en reguliere kanunniken. Daarnaast kan een kapittel diverse andere betekenissen hebben.

Kapittel komt van het latijn capitulum of capitellum, hoofdstuk of hoofd. Hoofd in de betekenis van belangrijk, aan het hoofd van of waar de belangrijkste gebeurtenis of beslissing plaatsvindt. Capitulum was oorspronkelijk het verkleinwoord van caput, hoofd; in het Laatlatijn kregen beide (verklein-)woorden de oude betekenis van hoofd

Kartuizerorde

De kartuizerorde is een katholieke monastieke orde die werd gesticht in 1084 door Bruno van Keulen. De orde is vernoemd naar de Chartreuse-bergen in de Franse Alpen, waar de eerste kartuizerklooster werd gesticht.

Kathedraal

Een kathedraal of dom is de kerk waar een bisschop zetelt. De benaming valt te herleiden tot ecclesia cathedralis, kerk van de zetel. Die zetel is de zetel van de bisschop, die aan de zijkant van het priesterkoor van de kerk staat opgesteld, in de vroegchristelijke kerk in de exedra of de koorapsis. Deze zetel heet in het Latijn cathedra.

Kerstening

Het proces waarbij heidense volkeren zich, al dan niet massaal, tot het christendom bekeren; veelal in historische context.

1) Bekering 2) Bekering tot het christendom 3) Christianisatie 4) Verchristelijking

Kerkvaders

Een groot aantal mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de verdediging en verdieping van het christelijke geloof in de eerste eeuwen van het christendom. Dit bestond onder andere uit de verdediging van het christelijke geloof tegen ketterse stromingen binnen de kerk en-of het heidense geloof daarbuiten.

Kleine basiliek

De voorrechten die verbonden zijn aan de status van kleine basiliek, die wordt toegekend door pauselijke brief, omvatten een zekere voorrang ten opzichte van andere kerken, het recht van het conopaeum (een baldakijn dat lijkt op een paraplu; ook wel umbraculum, ombrellino, papilio, sinicchio, enz. genoemd) en de bel (tintinnabulum), die samen in processie worden gedragen aan het hoofd van de geestelijken bij staatsgelegenheden, en de cappa magna die wordt gedragen door kanunniken of wereldlijke leden van de kerk. ) en de klok (tintinnabulum), die zij aan zij worden gedragen in processie aan het hoofd van de geestelijkheid bij staatsgelegenheden, en de cappa magna die wordt gedragen door de kanunniken of seculiere leden van het kapittel wanneer ze assisteren bij het Goddelijk Officie. In het geval van grote basilieken zijn deze umbraculae gemaakt van goudkleurig en rood fluweel, terwijl die van kleine basilieken zijn gemaakt van gele en rode zijde – de kleuren die traditioneel worden geassocieerd met zowel de Pauselijke Stoel als de stad Rome.

Kruisweg

De Kruisweg (Via crucis in het Latijn) is een onderdeel van de traditie van het christelijke Paasfeest. Het is een nabootsing in de vorm van schilderijen of beeldhouwwerken van de lijdensweg van Christus vanaf het gerechtsgebouw (het paleis van de Pontius Pilatus) tot en met de begrafenis van Christus. Een kruisweg stelt de gelovige in staat stil te staan bij de belangrijkste gebeurtenissen van deze lijdensweg aan de hand van 14 kruiswegstaties (van het Latijn statio, dat halteplaats betekent). Het idee van een Kruisweg is dat de gelovige zo in gebed de Via Dolorosa kan doorlopen zonder in Jeruzalem te zijn geweest.

Voor meer zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kruisweg_(religie)

Latijns Kruis

Het christelijke of Latijnse kruis () is een kruisvorm waarvan de verticale arm langer is dan de horizontale. Dit in tegenstelling tot het Grieks kruis, dat gelijke armen heeft. Het Latijnse kruis geldt als het symbool bij uitstek van het christendom.

Voor meer zie: Wikipedia

Liturgie

Liturgie is het geheel van voorgeschreven gebeden, ceremoniën en handelingen die een eredienst uitmaken. Zo spreekt men over de katholieke liturgie, de oosterse liturgie, etc.

Voor meer zie: Wikipedia

Maan

Net als aan de zon is aan de maan van oudsher symbolische betekenis toegekend. Meestal wordt zij beschouwd als moedergodin of hemelkoningin, in ieder geval als vrouwelijk hemellichaam, ten eerste omdat zij haar licht van de zon ‘ontvangt’ en ten tweede, omdat haar cyclus gelijk loopt met de maandstonden (menstruatie) van de vrouw.
Slechts in een aantal culturen wordt de maan als mannelijk gezien, bv. bij de Germanen (in het Duits is de maan nog altijd mannelijk: ‘der Mond’), bij sommige Afrikaanse culturen en enkele Noord-Amerikaanse indianengodsdiensten, in het oude Japan, bij de Maori’s en bij sommige natuurgodsdiensten in Oceanië.
In het christendom valt het paasfeest (Jezus’ opstanding uit de dood en de krachten der duisternis!) elk jaar op de eerste zondag ná de eerste volle maan in de lente (óók als de volle maan op 21 maart valt).
De maagd Maria wordt vaak in verband gebracht met de maan. In het bijbelboek Openbaring 12,1 staat: ‘En er verscheen een groot teken aan de hemel; een vrouw bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.’
Bij de Hindoes duidt de maansikkel een pasgeboren kind aan, dat een voorspoedige groei tegemoet gaat. De maan is er ook de beker met de drank van de onsterfelijkheid.
In de Islam wordt de maan gezien als het aantal jaren en de tijd die ons mensen wordt toegemeten, aldus de Koran. Het islamitische jaar is een maanjaar.
Hoe dan ook, overal wordt het ondergaan en opkomen van de maan beschouwd als zinnebeeld van sterven en verrijzen en/of wedergeboorte. In het oude volksgeloof werden niet alleen het rijzen en dalen van de zee (eb en vloed) aan de invloed van de maan toegeschreven, maar ook de beweging van sappen in mensen, dieren en planten.
Vaak is de maan de donkere kant van de werkelijkheid, het geheimzinnige en onbekende. Afnemende maan is duisternis en kwaad; wassende maan: de komst van licht en geluk.
Zon en maan samen stellen het heilige huwelijk tussen hemel en aarde voor, tussen koning en koningin, goud en zilver.

In sommige oude culturen wordt de maan gezien als de wederhelft van de zon (vgl. Yin en Yang). Bij de oude Inca-Indianen van Peru was de maan ondergeschikt aan haar echtgenoot, de zon.

In de dierenwereld worden nachtdieren als katten en vossen in verband gebracht met de maan. Ook dieren die opduiken en weer verdwijnen hebben met de maan te maken, zoals de beer die in winterslaap gaat en in het voorjaar weer tevoorschijn komt. In zowat alle culturen zijn haas en konijn maandieren, soms ook amfibieën en met name kikvorsen.

De cyclus van de maan wordt gezien als een natuurlijke cyclus van opbouw, groei, volle bloei, dan weer afbouwen en loslaten. Om werkelijk profijt te hebben van de traditionele kennis over de maanfasen zou je de stand van de maan kunnen betrekken bij je timing en keuzes.

Je hoeft heus niet naakt onder de volle maan te gaan dansen, weigeren het huis uit te gaan bij donkere maan en alleen je nagels te knippen bij de maan in haar vierde kwartier. Maar misschien zul je de wind in je rug voelen als je nog even wacht tot nieuwe maan met de start van een nieuw project en als je jezelf toestaat uit te rusten tijdens wassende maan, of een massage tijdens afnemende maan en je zult ultiem ontspannen zijn. Geef een feest tijdens volle maan en iedereen zal komen opdagen en een spetterende nacht beleven.

Donkere maan is geschikt om: te mediteren, te reflecteren, inzichten te laten bezinken, te bezinnen, te vertragen, tot jezelf te komen.

Nieuwe maan is geschikt om: plannen te maken, een nieuw project te zegenen, goede voornemens te beginnen, wensen uit te spreken, te vasten of een dag alleen water te drinken (omdat het ontgiftende vermogen van het lichaam nu het grootst is), zieke bomen te snoeien.

Wassende maan is geschikt om: actie te ondernemen, te trouwen, te sporten, te bevallen, aan te komen, bij te slapen, te werken aan relaties, werk, studie en gezondheid: alles wat het lichaam opbouwt en versterkt, werkt dubbel zo goed.

Volle maan is geschikt om: sociale uitjes te hebben, te vrijen, zwanger te raken, helderziende waarnemingen te hebben, een laatste zetje te geven om doelen te bereiken, te werken met geneeskrachtige kruiden en planten (die nu de meeste kracht hebben), kristallen ‘op te laden’ in het maanlicht.

Afnemende maan is geschikt om: een slechte gewoonte af te leren, af te kicken van verslavingen, gewicht te verliezen, een relatie of vriendschap te beëindigen, operaties te ondergaan, bomen te snoeien, schoon te maken, in de tuin te werken.

Melqart of Melkart
Fenicische bronzen beelden gevonden in het gebied rond het Islote de Sancti Petriin de Melkart tempel in Gadir. Het voorste beeldje stelt Melkart voor, 8e-7e eeuw v.Chr.

Melqart is een godheid die door koning Hiram, de tijdgenoot van koning Salomo, als Baäl (heer, godheid) van de Fenicische stad Tyrus werd geïnstalleerd.

Hij werd in verband gebracht met de zee en de onderwereld: de Feniciërs waren een zeevarend volk en beschouwden de zee als de woonplaats van hun voorvaderen. Men identificeerde Melqart met de Griekse held Herakles. De rotsen aan weerszijden van de Straat van Gibraltar werd door de Grieken aangeduid als de Zuilen van Herakles, door de Feniciërs als de Zuilen van Melqart. Ook in de door Feniciërs gestichte stad Carthago werd deze godheid vereerd.

Metropoliet

Metropoliet is in de Katholieke Kerk, oosters-orthodoxe kerken en oosterse kerk de titel van een kerkvader die aan het hoofd staat van een kerkprovincie of metropool (aartsbisdom). Oorspronkelijk was het gereserveerd voor bisschoppen die zetelden in een provinciehoofdstad of metropool.

Mostrans van de Kathedraal van Córdoba gemaakt door Enrique de Arfe.
Monstrans

De monstrans of ostensorium (van het Latijnse monstrare en ostendere, ‘tonen’) is een onderdeel van het liturgisch vaatwerk in de Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk, de Oudkatholieke Kerk en in het Lutheranisme. Een monstrans is een houder, normaal van goud, waarin de geconsacreerde hostie wordt getoond.

Meer weten: Ga naar Wikipedia

Oratorium

In het midden van de 17e eeuw ontstane compositie voor solozang, koor en orkest, met veel religieuze of mythologische onderwerpen.

Een oratorium is een omvangrijk vocaal werk met een veelal geestelijke inhoud voor orkest, zangsolisten en koor, waarbij veelal een verteller de drager van de handeling wordt. In tegenstelling tot een opera heeft een oratorium geen decor en speciale kostuums en wordt er in een oratorium niet geacteerd op een scène.

1) (rooms-katholiek) niet-openbare gebedsruimte.
2) Kerkgezang; zangstuk, waarin de handeling uit de geestelijke geschiedenis ontleend is

Oratorium (gebedshuis)

Een oratorium is in de Rooms-Katholieke Kerk een bidkapel, een gebouw voor gebed en meestal ook misbediening zonder dat het een parochiekerk is. Oratorium betekent gebedsruimte, naar het Latijnse orare, bidden.

Voor meer over dit onderwerp: zie Wikipedia

Petrus

Een van de twaalf discipelen van Jezus, herkenbaar aan zijn markante grijze baard en de sleutels van de hemelpoort, die het petrus ambt symboliseren. Andere symbolen zijn het omgekeerde kruis, het visnet en een haan.

Polytheïsme

Polytheïsme is het geloof in meerdere Goden, ook wel het veelgodendom genoemd. Het is de tegenhanger van het monotheïsme waar men gelooft in één enkele God. Het ontstaan van deze godsdienst kan toegeschreven worden aan een vergoddelijking van de natuur wegens onverklaarbare fenomenen en de verering van verre voorvaders.

Potnia

Potnia Theron (Ἡ Πότνια Θηρῶν, “Meesteres van de dieren” of “Meesteres van de natuur“) is een oud epitheton van een Minoïsche godin, dat een aspect van haar macht toont dat, overgenomen door Artemis en andere Olympiërs, wordt verondersteld later te zijn geïntroduceerd op het Griekse vasteland.

Voor meer over deze godin, volg deze link; Potnia

Providentialisme

Het geloof dat alle gebeurtenissen op aarde door God worden gestuurd.

Refter

Een refter of refectorium is de eetzaal in collectieve voorzieningen zoals internaten, kazernes, abdijen of kloosters. Het woord refter is afkomstig van het Latijnse woord reficere dat herstellen betekent, in deze ruimte kon men dus door het eten lichamelijk herstellen.
Zie refter wikipedia

Reliekschrijn of reliekhouder

Een reliekhouder (Latijn: reliquiarium) is een voorwerp om relieken in te bewaren, meestal delen van het skelet van een heilige. Reliekhouders zijn vaak kostbare en kunstig gemaakte voorwerpen, die tot het kunsthistorisch erfgoed behoren. Reliekhouders waren vooral in het middeleeuwse christendom populair, maar ook in latere perioden en bij andere religies zijn reliekhouders te vinden.

Sacrament

(Latijn: sacramentum = eed van trouw, ook, heilig geheim) Gewijde handeling waardoor de gelovige betrokken wordt in het mysterie van God, zoals doop en eucharistie (Heilig Avondmaal). Kan ook in bredere zin betrekking hebben op alles waarin het goddelijk mysterie zich tastbaar openbaart. In die zin kan men ook een icoon, een crucifix en andere heilige voorwerpen als sacrament beschouwen.

Sacristie

De sacristie is het vertrek in een kerk waar zowel het liturgisch vaatwerk als de parament bewaard worden.

Zie verder: Wikipedia

Saturnus

Vertegenwoordiger van de mannelijke figuur. De god van de tijd en de incarnatie van het melancholieke karakter gerelateerd aan de zwarte gal, in wat we vandaag depressie zouden noemen.

Dronken satyrs op een Attische roodfigurige vaas. 500-490 v.Chr.
Satyr, Sater

Een satyr (Oudgrieks: σάτυρος, satyros) of sater is een figuur uit de Griekse mythologie. Het is een vrolijk en ondeugend boswezen, behorend tot het gevolg van de god Dionysos en heeft de taak van een vruchtbaarheidsgeest.

Bokkenstaart, -oren en soms ook -poten, en een ithyphallos (erecte penis) behoren tot zijn fysieke kenmerken. Satyrs zijn doorgaans sterk behaard en dragen een baard. Een veelvoorkomend attribuut is de fluit. Bekende satyrs zijn Marsyas en Aristaios. Ook de god Pan heeft veel kenmerken van een satyr.

De satyr staat bekend om zijn lust voor wijn en het verleiden van nimfen en efeben. De satyrs lieten instinct boven rede gaan, anarchie boven orde, extase boven ascese, overvloed boven matigheid. Zij symboliseren wellust en vervoering, net als de vrouwelijke volgelingen van Dionysos, de Mainaden of Bacchanten.

Seculariseren

Overgaan van een religieuze of kerkelijke naar een wereldlijke levensbeschouwing of gezindheid; verwereldlijken.

Sefardische joden

Sefardische Joden of Sefardim zijn Joden wier voorouders in Spanje en Portugal leefden. In 1492 werden zij als gevolg van het verdrijvingsedict gedwongen Spanje te verlaten, dan wel zich tot het christendom te bekeren. In 1497 werden de Sefardim in Portugal voor dezelfde keuze gesteld. Hiermee kwam een einde aan een periode van openlijke Joodse aanwezigheid op het Iberisch Schiereiland, die al zou dateren van de Fenicische of latere Carthaagse periode, dus in ieder geval teruggaat tot voor de Romeinse verovering van Iberia.

De term Sefardim is afgeleid van het Hebreeuwse woord “Sefaràd”, dat Spanje betekent. De taal van de Sefardim is het Ladino, een aan het Spaans verwante taal met veel Hebreeuwse woorden. Deze taal is echter bijna uitgestorven: Sefardische Joden spreken nu voornamelijk (in Israël) Modern Hebreeuws en ook in andere landen de landstaal. Het Ladino leeft nog voort in het Sefardische muziekgenre.

De Sefardische Joden stonden in West-Europa vaak meer in aanzien dan de Asjkenazim, de Joden uit Oost-Europa. De Sefardim speelden een rol in bankwezen en wetenschap. Een aantal van hen werd in de adelstand verheven, zoals de familie Lopes Suasso.

Sfinx

Een sfinx is een mythisch wezen dat voorkomt in verschillende culturen.

Niet in iedere cultuur wordt de sfinx op dezelfde manier afgebeeld. Zo is de Griekse sfinx half vrouw (hoofd), half adelaar (lichaam), maar komt in Egypte de combinatie half man (hoofd), half leeuw (lichaam) het meest voor (al komen er ook zogeheten criosfinxen voor, die een ramskop hebben).

Meer over de sfinx, zie Wikipedia: Sfinx

Synode

Een synode is een kerkelijke vergadering, zowel binnen de Rooms-Katholieke Kerk, de oosters-orthodoxe kerken als de oriëntaals-orthodoxe kerken. Ook bij een grote groep van protestantse gemeenten en kerken is het begrip synode gebruikelijk. In de praktijk heeft een synode eenzelfde doel als een concilie. Binnen de Katholieke Kerk wordt een vergadering van grotere omvang gewoonlijk als concilie aangeduid. Het woord synode wordt dan gebruikt voor een vergadering op provinciaal niveau, zoals een diocesane synode, op het niveau van een bisdom. Paus Paulus VI heeft in 1965 de Bisschoppensynode als een bijzondere vorm van synode opgericht.

Tabernakel (sagrario)

In de Katholieke Kerk is een tabernakel (ook wel sacramentshuis genoemd) een, meestal rijk versierde, brandwerende kluis op het hoogaltaar of zijaltaar, soms binnenin bekleed met zijde en van buiten vaak omhangen met gordijnen in liturgische kleur, waarin het Heilig Sacrament (de geconsacreerde hosties) bewaard wordt in een ciborie.

Het tabernakel moet binnenin wit zijn. In elke kerk mag maar één dienstdoend tabernakel aanwezig zijn. Aan conopeum en godslamp kan men zien dat het sacrament in de vorm van geconsacreerde hosties in het tabernakel aanwezig is. Zo niet, is de godslamp gedoofd en staat de tabernakeldeur meestal open. Het tabernakel is binnen de katholieke eredienst het centrum en neemt in de kerkbouw van de Katholieke Kerk de centrale positie in als de woonplaats van de – onder de gedaante van brood – ‘waarachtig tegenwoordige’ Jezus Christus.

Een torenvormig tabernakel heet ook wel sacramentstoren.

Tonsureren

De kruin van het hoofd scheren. Monniken werden getonsureerd als teken van het feit dat zij de wereld voorgoed de rug toekeerden.

Totemisme

Totemisme (afgeleid van het woord odoodem in de Ojibwe-taal) is een religieuze overtuiging die vaak geassocieerd wordt met sjamanistische religies. Het beschrijft een relatie van een volk of individu met betrekking tot een totem. Het totemisme kwam wereldwijd voor bij jagers en verzamelaars.

Het totemisme is een geheel van rites en geloofspunten die verband houden met dieren, planten, objecten en verschijnselen die als mythisch vertegenwoordiger en beschermgeest van de stam worden beschouwd: de “totems”. De mens vereenzelvigde zich in grote mate met zijn totemdier of totemplant. Het totemisme evolueerde van wat in aanvang waarschijnlijk een jachtritueel was tot een aantal religieuze overtuigingen. Centraal in het totemisme was de overtuiging dat men (de groep, de clan, de stam, het individu) dezelfde essentie en/of een speciale relatie had met een (totem)dier, totem(plant) of een totemobject (zon, maan enzovoort). Het verschijnen van het boek ‘The Worship of Animals and Plants’ van Ferguson MacLennan in 1869 wordt als het begin van de studie van het totemisme beschouwd.

Trinitarisme

Er is discussie over de vraag of de vroegste kerkvaders in de geschiedenis van het christendom geloofden in de doctrine van de Heilige Drie-eenheid – de christelijke doctrine dat God de Vader, God de Zoon (Jezus Christus) en God de Heilige Geest drie verschillende personen zijn die één homousios (essentie) delen.

Een deel van het bewijs dat gebruikt werd om een vroeg geloof in de Drie-eenheid te ondersteunen zijn triadische uitspraken (verwijzend naar de Vader, Zoon en Heilige Geest) uit het Nieuwe Testament en de kerkvaders. De opvatting dat de Zoon “van de substantie van de Vader was, God uit God […] zeer God uit zeer God” werd formeel bekrachtigd op het Eerste Concilie van Nicea in 325 na Christus. De Heilige Geest werd opgenomen op het Eerste Concilie van Constantinopel (381 na Christus), waar de relatie tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest als één substantie (ousia) en drie gelijke personen (hypostasis) formeel werd bekrachtigd.

Sommige trinitariërs beweren dat de leer van de Drie-eenheid werd geopenbaard in de tijd dat het Nieuwe Testament werd geschreven; anderen beweren dat het werd geopenbaard in de patristische periode (ca. 100-451/787 na Christus). Anti-trinitarisme daarentegen beweert over het algemeen dat de traditionele leer van de Drie-eenheid pas eeuwen na het einde van het Nieuwe Testament bestond. Sommige trinitariërs zijn het hiermee eens, en zien een ontwikkeling in de tijd naar een waar begrip van de Drie-eenheid. Trinitariërs verwijzen soms naar het christelijk geloof over God vóór de traditionele claims over de Drie-eenheid als ongenuanceerd, ‘naïef’, of ‘ ontluikend trinitarisme’, en dat de vroege christenen ‘proto-trinitair, gedeeltelijk trinitarisch’ waren. Unitarisme en sommige trinitariërs beweren dat dit betekent dat die vroege christenen niet echt trinitarisch waren.

Voor meer over dit onderwerp zie de Spaanse wikipedia.

vampier

Vampier

Symbool voor de duivelse vloek die rust op een overledene.De vampier verrijst regelmatig uit zijn graf om bloed te drinken. De vampier is ook een symbool bij spookhuizen en griezelverhalen.
De vampier is door de fictievefiguur ‘Graaf Dracula’ uit een roman van de Ier Bram Stoke (1897) totleven  gekomen. De personage is gebaseerd op Vlad Dracula, vorst van Walachije (een vorstendom tussen de Zuidelijke Karpaten en de Donau) in de 15e eeuw. De vampier wordt echter al sinds de 4e eeuw genoemd in de Slavische cultuur.

Vis of ichthusteken

De oorsprong van het teken komt uit de tijd dat de eerste christenen vervolgd werden, het was hun onderlinge herkenningsteken.  “Ichtus’ betekend letterlijk ‘vis’. De I staat voor Jezus, de CH voor Christus, de T voor Theou, de U voor Uios, de S voor Soter. Dit is een ruwe vertaling voor Jezus Christus Gods Zoon Verlosser. Tegenwoordig zie je het symbool vaak op de achterkant van een auto ten teken dat de eigenaar een Christen is.
In veel oude religies komt de vis voor als symbool voor de liefde en vruchtbaarheid, bijvoorbeeld voor de Godin Freya. Ook staat de vis symbool voor het onbewuste, entiteit uit de diepste lagen van de persoonlijkheid in samenhang met liefde en vruchtbaarheid. NIET met hartstocht, de vis is koudbloedig.

Wyvern

De wyvern is een gevleugeld mythisch reptiel dat voorkomt in middeleeuwse verhalen. De naam wordt op zijn Engels uitgesproken als “waivern.”

de Land baby
Zeemeermin

Een zeemeermin of meerminis een mythisch wezen, met het bovenlichaam van een vrouw en in plaats van benen een vissenstaart. Haar mannelijke tegenpool, die veel minder voorkomt, is de zeemeerman.

Verhalen over zeemeerminnen gaan tot heel ver terug in de oudheid. Het mythische wezen van de zeemeermin/zeemeerman vindt zijn oorsprong bij de Babyloniërs en Soemeriërs. Zij kenden de god Ea of Enki, de god van de zoete wateren, die volgens de mythologie de schepper en redder van de mens is. Hij werd afgebeeld met een vissenstaart of met een vis over zijn hoofd.

In de Griekse mythologie hadden zeedemonen, half-vrouw, half-vogel, hun domicilie gekozen in de grotten en op de rotsen rond de Tyrreense Zee. Door hun zachte gezang lokten zij de schippers op de klippen. Zij worden voor het eerst genoemd in de Odyssee van Homerus, waar zij hun charmes aan Odysseus tentoonspreidden. Odysseus beval zijn matrozen was in de oren te stoppen en liet zich vervolgens door zijn bemanning aan de mast van zijn schip vastbinden om aan het liefelijke gezang van de sirenen te ontkomen.

Dit verhaal werd in de middeleeuwen door de kerk gebruikt om mensen te waarschuwen voor het kwaad van de verleiding. In die tijd vond je dan ook in veel kerken, kloosters en kathedralen afbeeldingen van zeemeerminnen. Zeemeerminnen met een vissenstaart werden voor het eerst beschreven door de Heilige Adelmus omstreeks 680 na Christus. Columbus zag zeemeerminnen op zijn reis naar Amerika. Hij beschrijft ze in zijn dagboek.

De middeleeuwse fantasie van meerminnen met een vissenstaart komt van de verhalen van zeelui, die dachten deze wezens in het schuim gezien te hebben. In werkelijkheid hebben zij waarschijnlijk zeekoeien of lamantijnen gezien: deze zoogdieren uit tropische wateren hebben een spitse vorm; de vrouwtjes hebben ook tepels, die het beeld van de vrouwelijke lichaamsvormen oproepen. Niet zo verbazend dat de lichtgelovige scheepsgangers een dergelijke vergissing konden maken.

Volgens verschillende wetenschappelijke auteurs zijn zeemeerminnen en andere half mens-half dier legendes de drang van de mens om te begrijpen dat ze eens één waren met de dieren en eigenlijk afstammen van het dierenrijk. In de rijke legendes zijn er nog verschillende wezens die onder die categorie vallen zoals de minotaur (half stier/half mens), de weerwolf, en nog talrijke andere voorbeelden zoals bijvoorbeeld in het Egypte van de Farao’s.


Naar boven

Annotations

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0

Full information of these photos/images, the author, or the license.