Astures/Asturia

Keltische hutten in het archeologische park in de buurt van Gijón.

Astures: Cultuur en Geschiedenis van een Keltische Volk


Een kaartje van de nordwestelijk hoek van het Iberisch schiereiland met daar in groen aangegeven het leefgebied van de Astures, dat ten oosten van Galicia en Portugal ligt.
Locatie Astures.

De Asturiërs (Astures in het Latijn) waren een groep Keltische en pre-Keltische volkeren. Zij bewoonden het noordwesten van het Iberisch schiereiland. Hun grondgebied bestond ruwweg uit de autonome gemeenschap Asturias, de provincie León ten westen van de rivier de Esla en die van Zamora ten noorden van de Duero en ten westen van de Esla. Het bestond ook uit het oostelijk deel van Lugo en Orense en een deel van het Portugese district Bragança. Dat alles werd Asturia genoemd.

Deze kaart van het Iberisch schiereiland laat de locaties van de verschillen de taalgroepen rond 330 v.Chr. zien.De Turdetanos in het zuiden. De Tartesanos in het zuidwesten.De kelten in Asturias, Cantabria, de Centrale hoogvlakte en het zuidwesten.De Iberos in het oosten tot zuidoosten. De basken (Aquitanos) onder de Pyreneeën en iets westelijker. en de Lusitanos, Vetones en Gallegos (Indo-europees) in het westelijk midden en noorden.
Talen die, op het Iberisch schiereiland in 300 v. Chr. werden gesproken.
Gegevens
Entiteit Volk
Land/Gebied Noordwestelijk deel van het Iberisch schiereiland (naast de huidige provincie Galicía, en Portugal)
Taal Keltisch en Lusitanisch
Bewoners (in de 1ste eeuw) 240.000 vrije inwoners (volgens het Iberisch schiereiland)
Gesticht 6e eeuw v.Chr.
Momenteel corresponderend met Asturias, León, deel van Zamora, Ourense en Lugo, en het noordoosten van Portugal
Aangrenzende volkeren Galiacos (westen), Cántabros (oosten), Vacceos (oosten en zuidoosten), Vetones (zuiden)
Enkele steden van het oude Astures zijn: Gigia, Lancia, Nemetóbriga, Noega, Bedunia, Bergidum, Brigacium, Intercatia en Curunda

Aangenomen wordt dat de oorsprong en vorming van deze cultuur onder andere te danken is aan de vermenging van een inheemse bevolking, waarvan de afkomst niet helemaal duidelijk is, met bevolkingsgroepen uit Midden-Europa. De etnische samenstelling van deze groep lijkt echter niet duidelijk te zijn, en de meeste onderzoekers zijn geneigd te denken dat de benaming Astures slechts een conventie was die door de Romeinen bij hun aankomst in het noordwesten van het schiereiland werd gebruikt.

Het zou gaan om groepen van lokale gemeenschappen, georganiseerd volgens de valleien en kleinere eenheden van het grondgebied. Dit kan worden bevestigd door de bijzonderheden van de keramische versieringen uit de ijzertijd, die regionale eigenaardigheden vertonen. Hoewel de taalkundige verwantschap twijfelachtig is, is er een duidelijke aanwezigheid van termen die verband houden met de Keltische groep van de Indo-Europese talen.

Opgravingen in het heuvelfort van San Chuis (Pola de Allande).

Uit klassieke teksten kennen we enkele van hun stammen, zoals de Pésicos, de Tiburos en de Gigurros. Hun buren waren de Galaicos, Cántabros en Vacceos. Sommige Astures kenmerken zijn bewaard gebleven. Daaronder valt het systeem van dichte en verspreide bewoning op basis van zelfvoorzienende dorpen. Ook het collectieve gebruik van het land en de gemeenschappelijke tradities zijn blijven bestaan. Deze collectieve exploitatie houdt niet alleen in dat het land door de dorpsbewoners gezamenlijk werd bewerkt, maar dat ook de opbrengst van het land gelijk (eerlijk) verdeeld werd onder de bewoners van het dorp.

Localisatie


Gelegen in het noordwesten van het Iberisch schiereiland, bewoonden de Astures voornamelijk de huidige provincies León en een groot deel van Zamora. Ze bewoonden ook de oostelijke uiteinden van Lugo en Orense in Galicia, het grootste deel van het Prinsdom Asturias, vanaf de rivier Sella in het oosten. Daar grensden ze aan het volk dat Cántabros werd genoemd. In het westen strekte hun grondgebied zich uit tot de rivier Navia, waar ze grensden aan de Albiones en het gebied Trás-os-Montes in het district Braganza (Portugal).

De twee belangrijkste centra (oppida) waren Noega, in de buurt van Gijón, en Lancia in de gemeente Villasabariego, op enkele kilometers van León, zoals Lucius Cassius Dio vermeldde.

Klassieke bronnen


De Astures worden in de klassieke bronnen herhaaldelijk genoemd.

De eerste was Strabo:

  “Aan de oostzijde grenzen de Kallaikoi aan de Astoures en de Iberiërs, en de anderen [Karpaten, Vetonen en Vacceanen] aan de Keltiberiërs”.
                                                                                                                                                            (Strabo, Geographia III, 4, 12.)

Florus is degene die in zijn Epitome rerum romanarum verteld over de militaire expeditie van Junius Brutus in 138-136 v.Chr.:

  … In het westen werd bijna geheel Hispania gepacificeerd, behalve het gebied grenzend aan de Citerior Oceaan en de bergen aan het eind van de Pyreneeën. Hier woonden twee zeer sterke volkeren, de Cantabros en de Astures, die nog niet waren onderworpen.

Plinius de Oudere vermeldt enkele van hun stammen:

  … Na hen (de Cantabros) komen de tweeëntwintig volken van de Astures, verdeeld in Augustanos en Transmontanos, met Asturica, een prachtige stad: onder hen zijn de Gigurros, de Pésicos, de Lancienses en de Zelas.
                                                                                                                                                             Historia Natural, III, 28.

Later vermeldt ook de heilige Isidore ze in zijn werken:

  … Astures, volk van Hispania, zo genoemd omdat zij omringd zijn door de rivier Esla (Astura), leven beschermd door hun weelderige bossen en heuvels en wouden.

Etymologie


Ten eerste is het waarschijnlijk dat de etnische naam Astures, Estures of Stures aanvankelijk verwijst naar een van de vele volkeren. Door culturele affiniteit vormden deze volkeren samen de stam van de Astures. Later werd deze term bij uitbreiding gebruikt om te verwijzen naar deze groep volkeren. Dit is vergelijkbaar met wat er gebeurde tussen de Galaicos en de Kallaekos.

Een kaart van het Iberisch schiereiland met daarop de taalfamilies van voor de Romanisering. De hoofdgroepen zijn het Keltisch, het Iberisch en het Kelt-Iberisch, die daarna zijn onderverdeeld in meerdere stammen die soort van dialect van deze talen spreken.
Taalfamilies van het Iberisch schiereiland vóór de Romanisering A2: Vascones / C1: Galaicos / C2b: Brácaros / C3: Cántabros/ C4: Astures / C5: Vacceos / C6: Turmogos / C7: Autrigones-Caristios / C8: Várdulos / C9: Berones / C10: Pelendones / C11: Bellos / C12: Lusones / C13: Titos / C14: Olcades / C15: Arevaci / C16: Carpetani / C17: Vetones / C18-C19: Celticos / C20: Conians / L1: Lusitanos / I1: Ceretans / I2: Ilergetes / I3: Lacetans / I4: Indigetes / I5: Layetans / I6: Ilercavones / I7: Sedetans / I8: Edetanos / I9: Contestanos /I10: Oretanos /I11: Bastetanos /I12: Turdetanos / G21: Galliërs / G1: Grieken / P1: Feniciërs/ Carthageners / B1: Berbers.

Er lijkt geen twijfel over te bestaan dat de Astures hun naam hebben gekregen omdat ze aan de oevers van de rivier Astura (Esla) woonden. De etymologie suggereert dat Astura afkomstig is van de stam Steu-r (ruim, breed). Wanneer het wordt toegepast op een rivierstroom, krijgt het de betekenis van ‘moeilijke brede doorgang’. Behalve dat het een geschikt bijvoeglijk naamwoord is om de belangrijkste rivier in het Astures gebied aan te duiden, levert het geen enkele taalkundige bezwaren op.

Diezelfde stam is bewaard gebleven in het Sanskriet. In Sthura betekent het breed en dicht. In het Avestisch wordt het vertaald als Stura, ruim en uitgestrekt. In het Germaans is het Stur, wat ruim betekent. Het IJslands gebruikt ook Stura. De verschillende vormen komen voor in het Duits en Angelsaksisch, zoals Stieren, Stiuri, Stiura, Stiure, Steuer, Steor, enz. Hoewel woorden die van deze stam zijn afgeleid niet gemakkelijk te vinden zijn in de huidige Keltische talen, moet het in het Gallisch veel gebruikt zijn. Dit kan worden afgeleid uit het aantal geregistreerde hydroniemen. In Bretagne vermeldt Plinius de Oudere de Stur en een Sturia aan de monding van de Elbe. In Cisalpijns Gallië bevonden zich de stam van de Esturi en de rivier Stura.

Tegenwoordig zijn er drie rivieren Stour in Kent, Suffolk en Dorset. In de oudheid stonden deze bekend als Stura. Er is nog een Stura in Cisalpijns Gallië, een zijrivier van de rivier de Po. Daarnaast hebben we de Esla (Astura) en de Astuera (het vroegere Sturia) in de gemeente Colunga (Asturias). Ze zijn allemaal afgeleid van de natuurlijke evolutie van het Keltische. Deze evolutie verandert de tweeklank -eu eerst in -ou en vervolgens in -u (Teutates > Touta > Tutatis).

Wat betreft de benaming zelf, wordt traditioneel de vorm Astures gebruikt. José Luis Moralejo (Spaans filoloog en vertaler Latijns-Spaans) publiceerde echter in 1977 een studie. In deze studie verdedigde hij dat de juiste uitspraak van de term zou zijn met de klemtoon op de eerste lettergreep. Volgens hem zouden we dan Ástures, Ástura en Ástures hebben.

Geschiedenis


Kaartje van het noordwestelijke deel van het Iberisch schiereiland met daarop aangegeven de Romeinse militaire operaties uitgevoerd tijdens de Cantabrische Oorlogen.

Het begin van deze cultuur wordt vastgesteld in de 6e eeuw v.Chr. Dit zou verband kunnen houden met de confrontatie tussen de Oestrimnios en de Saefes, volgens Avienius (Latijns schrijver, 4e eeuw v.Chr.). De Saefes waren het eerste Keltische volk dat in de 11e eeuw v.Chr. in Galicia aankwam. Zij onderwierpen het Oestrimnische volk. Het Oestrymnio-volk had echter invloed op de Saefes, vooral op religieus gebied. Ze hadden ook invloed op de politieke organisatie en de maritieme betrekkingen met Bretagne en Ierland. Vanwege hun uitgesproken krijgersmentaliteit zei Strabo over hen dat ze het moeilijkst te verslaan waren van heel Lusitania.

Sociaal-politieke organisatie


Stammen

Romeinse auteurs zoals Plinius de Oudere of Pomponius Mela en Griekse auteurs zoals Strabo spreken over twee hoofdgroepen. Deze groepen worden gescheiden door het Cantabrisch gebergte. De Astures augustanos (of cismontanos) hadden hun hoofdstad in Asturica (Astorga, León) in hun domeinen reikten tot aan de Duero. Aan de andere kant strekten de Astures Transmontanos zich uit tussen de rivier Sella en de Navia.

Plinius de Oudere noemt 22 dorpen in de Conventus Asturum en een bevolking van ongeveer 240.000 mensen. Ptolemaeus spreekt daarentegen over 21 steden en 10 dorpen.

Transmontanos
  • Pésicos: zij strekten zich uit over het westelijke deel van Asturias. Deze regio lag tussen de rivieren Nalón (Nailos of Melsos) en Eo. In het westen grensden zij aan de Galaicos en Cibarcos. In het oosten grensden zij aan de Luggones. Ze bevonden zich ten noorden van de Astures Cismontanos in het zuiden, in de huidige regio’s Babia, Omaña en Laciana in León. Hun belangrijkste centrum lag in Flavionavia (nabij het huidige Santianes de Pravia).
    • Argamonicos: stam van de Pésicos.
  • Luggones: zij bezetten het gebied tussen de Nalón (Nailos) en de Sella (Salia), het grensgebied met de Cántabros. In dit gebied zijn twee inscripties bewaard gebleven. Die van de Luggones Arganticaenos, in Grases (Villaviciosa), en de inscriptie Asturu(m) et Luggonu(m). De plaatsnaam Lugones is nog steeds onveranderd in het dorp met die naam in de buurt van Oviedo
    • Ablaidacos: clan van de Luggones, in Piloña.
    • Abilicos: clan van de Luggones, in Castandiello, Morcín.
    • Agubrigensen
    • Arganticaenos: clan van de Luggones, in Argandenes, Piloña.
    • Argantorio’s
    • Arronidaecos
    • Cabranginos
    • Cadabros
    • Cilaridos of Oilaridos: clan in Oles, Villaviciosa.
    • Cilúrnigos: clan van de Luggones, zij bewoonden het gebied waar Campa Torres ligt, waar zich de castro van Noega bevindt.
    • Coliacino’s
    • Ratio’s
    • Vincianos
    • Viromenigos
  • Penios: zij bezetten het kustgebied ten oosten van de rivier de Sella (Salia), een gebied dat grenst aan de Luggon en de Orogenomescos.
    • Quetianen
    • Caelionicaecos
Kaartje van Astures Transmontanos (de huidige Com. Aut. Asturias), waarop we de locaties van de verschillende stammen die in dit gebied leefden zien.
Augustanos
  • Amacos (Amaci): zij bewoonden het centrale gebied van León, tussen de rivieren Tuerto en Órbigo. Volgens klassieke bronnen was hun hoofdstad Asturica, het huidige Astorga.
  • Beduniërs of Bedunianen: gelegen ten noorden van de Brigaecinos, hun belangrijkste nederzetting was Bedunia of Bedunium, in San Martín de Torres, bij La Bañeza.
  • Brigaecinos of Brigantinos: gelegen ten noorden van Brigaecium (Fuentes de Ropel of Benavente), de belangrijkste stad, die tijdens het bellum asturicum wordt genoemd. Volgens verschillende auteurs heeft hun verraad aan de rest van de Asturische volkeren een belangrijke rol gespeeld in de overwinning van Rome.
  • Cabruagénigos (Cabruagenigorum): hoewel er geen specifieke informatie beschikbaar is, is het zeer waarschijnlijk dat zij de oorsprong hebben gevormd van de huidige regio La Cabrera, in het zuidwesten van León, zowel wat de plaatsnamen als wat de cultuur betreft. Deze stam was verwant aan de Zoelas, maar hoewel zij een eigen gens vormde, behoorden beide stammen tot de Civitas Zoelarum, waarin de Zoelas gens overheerste.
  • Gigurros (Gigurri): gelegen naast de Alto Sil, bezetten zij het oostelijke deel van wat nu Orense is (regio Valdeorras) en het zuidwestelijke deel van El Bierzo, in wat nu León is, tussen de rivieren Bibey en Cabrera. Hun belangrijkste nederzetting was Forum Gigurrorum.
  • Iburros: gelegen tussen de provincies Orense en Zamora.
  • Lancienses: gelegen in het oostelijk deel van de provincie León, zeer dicht bij de stad León, was hun belangrijkste nederzetting Lancia, naast wat nu Villasabariego is. De nederlaag van Lancia, gelegen op vlak land, betekende niet het einde van de Cantabrische oorlogen, want de Astures en Cántabros trokken zich terug naar het ruige terrein van het noorden, waar zij hun echte weerstand boden aan de Romeinen.
  • Lougueos (Lougei): gelegen in het gebied van Los Ancares, in El Bierzo (León), ten oosten van Lugo en ten westen van de rivier Burbia.
  • Luggones (Luggoni): met een aanwezigheid in de vallei van de rivier Duerna, begrensden Castrocalbón en Santa Colomba de la Vega het grondgebied van de Cohors IV Gallorum ten opzichte van de stad van de Luggones.
  • Orniacs: zij bewoonden het stroomgebied van de rivier Duerna ten zuiden van Astorga, tussen de Zoelas, Bedunienses en Lancienses. Hun centrum was Intercatia, dat ergens in Villamotán de la Valduerna was gevestigd.
  • Saelinos (Saelini), Selmas of Selmares: zij bezetten het gebied rond de haven van Pajares, met Nardirium als hun hoofdstad.
  • Superatios (Superati): gelegen in het noordelijk deel van de provincie Zamora. De belangrijkste kern was Petavonium (Rosinos de Vidrales).
  • Susarros: gelegen op de rechteroever van de rivier Sil bij de doorgang door Paemeiobriga (Bembibre). Zij worden genoemd in het Bronce de Bembibre en werden door keizer Augustus beloond voor hun trouw.
  • Tiburos (Tiburi): gelegen in de regio van Puebla de Trives (Orense), de hoofdstad zou Nemetobriga zijn.
  • Zoelas (Zoelae): grenzend aan de Galaicos (Galiciërs), bewoonden zij het huidige grensgebied tussen Zamora en Trás-os-Montes (Portugal), met hun centrum te Curunda.

Levenswijze


Samenleving

Volgens de klassieke auteurs was de gezinsstructuur matrilineair, waarbij de vrouw erfgenaam en eigenaar was. Strabo vertelt ons dat bij de Astures de man de vrouw een bruidsschat gaf. De dochters erfden en waren degene die hun broers een vrouw gaven. Tot voor kort waren deze kenmerken in Astures bewaard gebleven. Ze werden beschouwd als uitingen van matriarchaat. Een van deze gebruiken was de covada. Dit hield in dat de vrouw beviel en daarna haar dagelijkse werkzaamheden voortzette. Ondertussen bleef de man in bed om voor de pasgeborene te zorgen.

  Alle bergbewoners leiden een eenvoudig leven, drinken water, slapen op de grond en dragen lang haar, net als de vrouwen… Ze eten zittend, op stenen banken die rond de muur zijn geplaatst. Het eten wordt in een kring geserveerd. Tijdens het drinken dansen ze in een kring, begeleid door fluit en hoorn, of ze springen en knielen… Ze dragen over het algemeen allemaal zwarte mantels en slapen op stro, daarin gewikkeld. De vrouwen dragen jassen en jurken met bloemenversieringen. Ze gebruiken houten vaten, zoals de Kelten…, ze stoten ter dood veroordeelden van een klif en stenigen vadermoordenaars buiten de stad of aan de grens… Ze leggen zieken langs de weg, zoals de Egyptenaren in het verleden deden, om reizigers te raadplegen die een soortgelijke kwaal hebben gehad. Hun zout is roodachtig, maar als het wordt fijngemalen wordt het wit. Zo is het leven van de bergbewoners, dat wil zeggen, zoals ik al zei, van de volkeren die de noordkant van Iberia bewonen: de Galaicos en Astures en Cántabros tot aan de Vascones en de Pyreneeën. Want het leven van hen allen is identiek… Het onbeschaafde en woeste karakter van die volkeren valt niet alleen te verklaren door hun oorlogszuchtige leven, maar ook door hun afgelegen ligging… Ook het gebied van sommigen, met zijn armoede en bergen, moet dit gebrek aan cultuur hebben versterkt. Niemand zal zeggen dat zij die zich wassen met urine, die in kruiken wordt bewaard en waarmee zij en hun vrouwen hun tanden poetsen, netjes leven, zoals ook wordt gezegd van de Cántabros en hun buren. Dit en slapen op de grond is zowel eigen aan de Íberos als aan de Kelten.
                                                                                                                                                               Strabo. Geografía, 3, 3, 7 y 8.

Ze droegen strakke rokachtige kledingstukken, wat een algemeen gebruik was bij alle Cantabrische stammen. Voor de vervaardiging ervan gebruikten ze de zwarte wol van de schapen xaldas, een inheems ras. De vrouwen versierden deze kledingstukken met kleurrijke plantaardige stoffen. Het schoeisel leek op de huidige madreñas. Ze hadden een grote kennis van de natuur en maakten gebruik van geneeskrachtige planten.

Zij gebruikten leren boten waarvan alleen de kiel van hout was, vergelijkbaar met die welke werden gebruikt door de Galaicos, Lusitanos, Ieren, Bretonnen en Saksen.

Economie

De Astures leefden voornamelijk van veeteelt, terwijl landbouw, die zij op niet-intensieve wijze beoefenden, van minder belang was. In de pre-Romeinse tijd werd er maar weinig land bebouwd. Van deze gewassen oogstten zij gerst, waarmee zij bier brouwden. Zij oogstten ook primitieve soorten tarwe, zoals spelt en vlas. Hun landbouwproductie was schaars. Bovendien zorgde hun sterke oorlogszuchtige karakter voor frequente invallen in het gebied van de Vacceos. De Vacceos hadden een zeer ontwikkelde landbouw. Gedurende een groot deel van het jaar gebruikten ze llande als hun belangrijkste voedingsmiddel. Ze droogden en vermaalden het om er brood van te bakken. Dit brood was lang houdbaar.

Er zijn aanwijzingen dat er binnen het grondgebied van Astures al sinds de oudheid handelscontacten bestonden met de Atlantische gebieden. Deze contacten waren gebaseerd op de exploitatie van minerale rijkdommen. Dit bevorderde de vorming van krijgerselites die deze handel op grote schaal controleerden. Hun dorpen waren zelfvoorzienend, voorzagen zichzelf van landbouwproducten en vervaardigden de producten die ze nodig hadden.

Huisvesting

Aanvankelijk (7e eeuw v.Chr.) bestonden de nederzettingen uit groepen woningen die waren gebouwd met plantaardige materialen, maar later (500-100 v.Chr.) verschenen er ronde stenen huizen, muren en verdedigingswerken. Ten slotte werd de nederzetting georganiseerd in castros, strategisch gelegen, ommuurde plaatsen met grachten.

Afbeelding van het Lago de Valle (Someido), waarop de welbekende Teitos te zien zijn. Niet heel anders dan de huizen van het oude Astures.

De hutten hadden een ronde plattegrond (zoals in Campa Torres en het fort van Castiellu de Llagú). Of ze hadden een elliptische vorm zonder hoeken (zoals in Picu Castiellu de Moriyón). Ze hadden een dak van plantaardig materiaal dat zonder kolommen binnen de woning werd ondersteund. De hutten stonden dicht op elkaar, waardoor er smalle, onbegaanbare straatjes ontstonden. Net als de gereconstrueerde woningen in Wales (zoals in Castell Henllys en St. Fagans) en Ierland (Wexford) hadden ze een stenen plint. De muren waren gemaakt van met leem bedekte, met takken gevlochten rieten. Daaroverheen was waarschijnlijk een soort isolatiemateriaal aangebracht.

Naarmate men verder naar het oosten gaat zijn de woningen zijn meestal rechthoekig. Bovendien worden de invloeden uit Midden-Europa en het Middellandse Zeegebied sterker. De invloeden van de Keltiberiërs stuiten in dit gebied op enige weerstand. Ze verspreidden zich naar de westelijke en noordelijke regio’s, die dezelfde sociale en economische basis hadden. Dit proces werd echter onderbroken door de komst van Rome.

Krijgers
Het gooien van een speer met behulp van een speerwerper (atlati).

Dit volk met een sterk krijgerskarakter gebruikte de pijl als belangrijkste wapen. Ze gebruikten een schild of caetra, zowel klein als groot. Ze gebruikten ook het dolkmes en het korte zwaard. Ze gebruikten bijlen met een dubbel snijvlak en hakbijlen. Ze beschikten ook over lansen met een buisvormige schacht, massieve armbanden met gegraveerde versieringen, ringen en slingers. Ze hadden ook de falcata, mogelijk beïnvloed door andere volkeren van het schiereiland. Als elementen van persoonlijk prestige die verband hielden met de krijgersstand waren er de torques.

Gallaecian-Asturian gold torc at the National Archaeological Museum of Spain (Madrid). Dated between 4th and 2nd centuries BC (Iron Age II). Found in Cangas de Onis (Asturias, Spain).

Tijdens de Cantabrische oorlogen vochten ze samen met de Cántabros tegen de Romeinen. Ze voerden een guerrillaoorlog en legden hinderlagen. Ze manoeuvreerden in smalle valleien en op steile hellingen, waar ze te paard vochten. Hun cavalerie, met hun Asturcon-paarden, was beroemd en toen ze eenmaal door Rome waren onderworpen, werden ze gerekruteerd als hulptroepen. Zo zijn er bij de Muur van Hadrianus twee vleugels van Astures cavalerie bekend. Deze muur werd ten noorden van het huidige Groot-Brittannië gebouwd om hun grondgebied te beschermen tegen invasies van de Pikten. Er is ook een grafsteen gevonden in de Duitse stad Bonn. Deze is opgedragen aan Pintaius, een Astures burger die vaandeldrager was van een Romeins cohort.

Wat betreft de archeologische vondsten, bevond Asturias zich binnen het invloedgebied van de Atlantische Boog. Tijdens de Laatste Bronstijd onderhield deze regio belangrijke handelscontacten. Een gemeenschappelijk kenmerk in het hele Atlantische gebied is de vondst van ophopingen van metalen voorwerpen zonder archeologische context. Deze ophopingen lijken verband te houden met votiefoffers op heilige natuurgebieden. Dit is het geval bij zwaarden die zijn gevonden in rivieren zoals de Esla of de Órbigo. Een curiositeit is dat er in Paradela de Muces een zwaard met een karperstaart is gevonden, dat vermoedelijk in een rots was gestoken.

Convento Asturicense


Het juridische klooster van Asturicense (in het Latijn, conventus juridicus Asturicensis, conventus juridicus Asturum, of gewoon conventus Asturicensis) was een Romeinse gerechtelijke afdeling. Deze conventus maakte deel uit van de provincie Tarraconense en werd opgericht tussen de keizerrijken van Augustus en Claudius. Caracalla nam dit gebied op in de kortstondige provincie Nova Hispania Citerior Antoniniana. Later, met de hervorming van Diocletianus, werd het onderdeel van de provincie Gallaecia. De hoofdstad was Asturica Augusta (het huidige Astorga). Het was een kruispunt van verschillende Romeinse militaire wegen. Een senatoriale legatus iuridicus stond aan het hoofd. Hij werd benoemd door de keizer, maar was onderworpen aan de legaat van de provincie.

De grenzen ervan kwamen overeen met die van het pre-Romeinse volk van de Astures. Hoewel ze niet over de hele lengte voldoende duidelijk zijn, omvatten ze de huidige gebieden van de Spaanse provincies León, Asturias, het westelijke deel van Zamora en het oostelijke deel van Lugo en Orense. Ze omvatten ook de Portugese regio Tras os Montes. De naam is afkomstig van de oude nederzetting van de Astures in deze gebieden.

Uit het werk van Plinius de Oudere weten we dat het Asturische conventus tweeëntwintig dorpen telde. Dit kwam neer op een totaal van 240.000 vrije mensen. Het klooster van Braga telde 285.000 mensen en dat van Lugo 166.000.

Asturia


Asturia is de naam die door de Romeinen werd gegeven aan het gebied ten westen van de rivier Esla (toen de rivier Astura genoemd, en waaraan dit volk zijn naam dankt), bewoond door de Astures, een Indo-Europees volk dat waarschijnlijk Keltisch sprak.

De etymologische oorsprong van Asturia schijnt te liggen in het woord dat door de bewoners van de oevers wordt gebruikt om de rivier Esla aan te duiden, Astura, waarvan de wortel Steu-r “groot, breed” betekent, zodat Asturia “land van de grote rivier” zou betekenen en Astures “de bewoners van de grote rivier”.

Na de Romeinse verovering van het gebied, met de nieuwe bestuurlijke indeling door Diocletianus, werd het het Conventum Asturicensis, met als hoofdstad Astúrica Augusta (het huidige Astorga). In de loop der tijden, in de 8e eeuw, werd het grondgebied van Asturia een koninkrijk, en later, toen het de naam Koninkrijk León aannam, besloeg het bijna het gehele noordelijke Iberische schiereiland, tot aan de Pyreneeën toe. Ongeacht de territoriale evolutie die met deze naam verbonden is, zou hij in de Spaanse taal uiteindelijk uitmonden in het woord Asturias (via het demoniem Astures), hoewel het niet precies overeenkwam met het oude Romeinse grondgebied.


Bedankt voor de interesse die u getoond heeft voor deze website van Spaanse Verhalen. Als u dit een interessant of leuk verhaal vond, abonneer u dan gratis op deze niet commerciële website of geef hierboven eens een ✩LIKE, dat helpt bij het algoritme van deze site. Normaal gesproken komt er elke week minstens een nieuw verhaal bij. Hetzij over de steden van Spanje, zijn geschiedenis, de kunst of vele andere zaken betreffende dit land. Snuffel ‘ns wat rond in het menu, ik weet zeker dat u, tussen de inmiddels meer dan 450 pagina’s, dingen zult vinden waarvan u zegt, “He, dat lijkt me interessant”.

Als u abonnee bent van Spaanse Verhalen kunt u zich ten alle tijden uitschrijven door op de knop geabonneerd te klikken. In het daaropvolgende scherm kunt u zich onderaan uitschrijven. In datzelfde scherm kunt u ook instellen hoe u de berichten wilt ontvangen.


Notations

This was one of the stories in the non-commercial website spaanseverhalen.com. The stories in this website are not static, the stories will be changed regularly, please look at this notice:

        • Last updated 2025-08-27

Coralma*

Sources and references:
The mainly foreign texts from Wikipedia are available under the Creative Commons Attribution-Share Alike licence. I have translated these texts, mixed them and often supplemented them with my own knowledge. The experience I gained while living in Spain and working on these articles has also been incorporated into these texts.

Other source references may also have been included. These may be things I read during my research for the articles and incorporated into these texts.

    • Spanish language Wikipedia|titel=Astures|pagecode=136496665| date=20211201.
    • Spanish language Wikipedia|titel=Convento Asturicense|pagecode=136008112| date=20211201.
    • Spanish language Wikipedia|titel=Asturia|pagecode119443954| date=20211201.
    • English language Wikipedia|titel=Astures|pagecode=1041444373| date=20211201.

These texts are available under the licence Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen 3.0. CC BY-SA 3.0.

If you click on one of the links below, you will find the full information of these photos/images, the author, or the license.


Als u wilt reageren op deze pagina...

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.